[go: up one dir, main page]

NL2020496B1 - Kar - Google Patents

Kar Download PDF

Info

Publication number
NL2020496B1
NL2020496B1 NL2020496A NL2020496A NL2020496B1 NL 2020496 B1 NL2020496 B1 NL 2020496B1 NL 2020496 A NL2020496 A NL 2020496A NL 2020496 A NL2020496 A NL 2020496A NL 2020496 B1 NL2020496 B1 NL 2020496B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cart
frame
frame part
rear wheel
seat
Prior art date
Application number
NL2020496A
Other languages
English (en)
Inventor
Leonardus Josef Bom Petrus
Original Assignee
Bordeso Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bordeso Bv filed Critical Bordeso Bv
Priority to NL2020496A priority Critical patent/NL2020496B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2020496B1 publication Critical patent/NL2020496B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K15/00Collapsible or foldable cycles
    • B62K15/006Collapsible or foldable cycles the frame being foldable
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63BAPPARATUS FOR PHYSICAL TRAINING, GYMNASTICS, SWIMMING, CLIMBING, OR FENCING; BALL GAMES; TRAINING EQUIPMENT
    • A63B55/00Bags for golf clubs; Stands for golf clubs for use on the course; Wheeled carriers specially adapted for golf bags
    • A63B55/60Wheeled carriers specially adapted for golf bags
    • A63B55/61Wheeled carriers specially adapted for golf bags motorised
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B5/00Accessories or details specially adapted for hand carts
    • B62B5/0026Propulsion aids
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K5/00Cycles with handlebars, equipped with three or more main road wheels
    • B62K2005/002Cycles with handlebars, equipped with three or more main road wheels with adaptations to be used as golf carts

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Physical Education & Sports Medicine (AREA)
  • Handcart (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een kar voor het vervoeren van althans een stuk bagage. De kar omvat een frame, ten minste één voorwiel aan een eerste framedeel van het frame en ten minste één achterwiel aan een tweede framedeel van het frame. De kar omvat verder een zitting waarop een gebruiker zittend kan plaatsnemen. Aandrijfmiddelen zijn voorzien voor het aandrijven van ten minste één van de wielen en een stuurinrichting is voorzien om ten minste één van de wielen te kunnen sturen. De framedelen zijn volgens de uitvinding onderling verstelbaar tussen een rijstand van de kar waarin het eerste framedeel en het tweede framedeel althans nagenoeg op een lijn liggen tussen het ten minste ene voorwiel en het ten minste ene achterwiel en een loopstand van de kar.

Description

Octrooicentrum
Θ 2020496
Figure NL2020496B1_D0001
(2?) Aanvraagnummer: 2020496 (22) Aanvraag ingediend: 27 februari 2018
Int. Cl.:
A63B 55/60 (2018.01) B62K 15/00 (2019.01) B62B
5/00 (2019.01)
0 Aanvraag ingeschreven: 0 Octrooihouder(s):
3 september 2019 Bordeso B.V. te Leusden.
0 Aanvraag gepubliceerd:
- 0 Uitvinder(s):
Petrus Leonardus Josef Bom te Leusden.
0 Octrooi verleend:
3 september 2019
0 Gemachtigde:
0 Octrooischrift uitgegeven: ir. C.M. Jansen c.s. te Den Haag.
4 september 2019
Kar
De uitvinding heeft betrekking op een kar voor het vervoeren van althans een stuk bagage. De kar omvat een frame, ten minste één voorwiel aan een eerste framedeel van het frame en ten minste één achterwiel aan een tweede framedeel van het frame. De kar omvat verder een zitting waarop een gebruiker zittend kan plaatsnemen. Aandrijfmiddelen zijn voorzien voor het aandrijven van ten minste één van de wielen en een stuurinrichting is voorzien om ten minste één van de wielen te kunnen sturen. De framedelen zijn volgens de uitvinding onderling verstelbaar tussen een rijstand van de kar waarin het eerste framedeel en het tweede framedeel althans nagenoeg op een lijn liggen tussen het ten minste ene voorwiel en het ten minste ene achterwiel en een loopstand van de kar.
NL B1 2020496
Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.
P118224NL00
Titel: Kar
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kar voor het vervoeren van althans een stuk bagage, omvattende een frame, ten minste één voorwiel aan een eerste framedeel van het frame, ten minste één achterwiel aan een tweede framedeel van het frame, een zitting, aandrijfmiddelen voor het aandrijven van ten minste één van de wielen, en een stuurinrichting voor het sturen van ten minste één van de wielen. Een 10 dergelijke kar vindt bijvoorbeeld een bekende toepassing als golfkar voor het vervoeren van een golftas.
In de golfsport zijn verschillende middelen bekend om een golftas op of nabij de golfbaan te kunnen verplaatsen. Veel golftassen zijn voorzien van draagmiddelen zoals schouderbanden welke het voor een speler, caddy 15 of andere gebruiker van de golftas mogelijk maken om de golftas te dragen.
De betreffende gebruiker van de golftas kan hiermee zelf al lopende de golftas van een eerste locatie naar een volgende locatie verplaatsen. Aangezien een golftas in gebruik, gevuld met althans een set golfclubs, gewoonlijk relatief zwaar kan uitvallen zijn er ook velerlei inrichtingen 20 bekend waarmee de golftas kan worden vervoerd zonder dat een gebruiker het gewicht van de golftas hoeft te dragen. Hierbij gaat het meestal om vervoersmiddelen voorzien van een of meer wielen om de golftas over een ondergrond te kunnen verrijden. Zo zijn er bijvoorbeeld zogenoemde trolleys bekend die in de basis uitgaan van een frame waaraan de golftas kan 25 worden bevestigd, met aan een onderzijde van het frame een stel wielen en aan een bovenzijde van het frame een aangrijpdeel zoals een handvat of stuurbeugel waaraan de gebruiker van de trolley kan aangrijpen om door duw- of trekkracht de trolley handmatig over de ondergrond rollend te verplaatsen. Ook in dit geval dient de gebruiker van een eerste locatie naar 30 een volgende locatie te lopen om de trolley met golftas te verplaatsen.
Hoewel de bekende trolley’s dus een handig vervoersmiddel voor een golftas vormen waarbij een gebuiker niet de last van de golftas hoeft te dragen, kan het zelf moeten lopen om de trolley met golftas te verplaatsen als niet wenselijk worden ondervonden door sommige gebruikers. Om hieraan tegemoet te komen is een ander bekend type vervoersmiddel van golftassen een zogenoemde golfkar of golfbuggy. Een golfkar vormt een transportmiddel waarop de gebruiker samen met de golftas kan plaatsnemen om een transport van de golftas en de gebruiker te realiseren zonder dat de gebruiker zelf hoeft te lopen. De meeste bekende golfkarren gaan hiertoe uit van een onderstel met frame waaraan ten minste één voorwiel aan een eerste framedeel van het frame is voorzien om daarmee aan een voorzijde van de golfkar op een ondergrond af te steunen en ten minste één achterwiel aan een tweede framedeel van het frame is voorzien om daarmee aan een achterzijde van de golfkar op een ondergrond af te steunen. Middels aandrijfmiddelen in de golfkar, veelal een (elektro)motor, kunnen één of meer van de wielen worden aangedreven om over een ondergrond te rollen. Hiermee kan de golfkar worden verreden tussen een eerste locatie en een verdere locatie. Boven het onderstel is een zitting voorzien. De golfkar maakt daarmee een verplaatsing van een door de golfl<ar gedragen golftas mogelijk zonder noemenswaardige inspanning te vereisen van de bestuurder/gebruiker, die tijdens een rijden kan plaatsnemen op de zitting van de golfkar. Middels een stuurinrichting van de golfkar waarmee ten minste één van de wielen stuurbaar is kan een gebruiker de golfkar naar een gewenste locatie verrijden. Hoewel bekende golfkarren een prima transportmiddel vormen voor een golftas en een gebruiker, zijn dit meestal relatief zware en grote inrichtingen wat bijvoorbeeld een vervoer daarvan van en naar de golfbaan bemoeihjkt.
De onder havige uitvinding stelt zich daarom onder andere tot doel om een kar te verschaffen die aan het vermelde bezwaar tegemoet komt.
In het bijzonder is er een behoefte aan een inrichting die een mogelijkheid biedt aan de gebruiker om de inrichting ofwel te gebruiken als transportmiddel, zoals een kar, ofwel als relatief compact vervoersmiddel, zoals een trolley. Een bijzonder doel van de onderhavige uitvinding is aldus een dergelijke inrichting te voorzien. Een verder bijzonder doel van de onderhavige uitvinding is om een golfkar te voorzien.
Om aan één of meer van de beoogde doelen tegemoet te komen is een kar van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het eerste framedeel en het tweede framedeel onderling verstelbaar zijn tussen een rijstand van de kar waarin het eerste framedeel en het tweede framedeel althans nagenoeg op een lijn liggen tussen het ten minste ene voorwiel en het ten minste ene achterwiel om een eerste afstand tussen het ten minste ene voorwiel en het ten minste ene achterwiel te definiëren en een loopstand van de kar waarin het eerste framedeel en het tweede framedeel een tweede afstand tussen het ten minste ene voorwiel en het ten minste ene achterwiel definiëren kleiner dan de eerste afstand. In een kar volgens de onderhavige uitvinding bevindt het ten minste ene voorwiel zich zowel in de rijstand als de loopstand nabij een voorzijde van de kar, en bevindt het ten minste ene achterwiel zich in de rijstand nabij een achterzijde van de kar. Doordat de framedelen in de rijstand althans nagenoeg op een lijn liggen tussen het ten minste ene voorwiel en het ten minste ene achterwiel wordt een relatief grote afstand tussen de wielen verwezenlijkt. Hierdoor steunt de kar in de rijstand stabiel op een ondergrond af en vormt daarmee een betrouwbaar verrijdbaar transportmiddel voor een bestuurder/gebruiker en althans een bagagestuk. De framedelen kunnen daarbij in eikaars verlengde liggen, of een licht geknikte of gebogen vorm definiëren wat het frame meer stevigheid biedt en de kar een sportiever uiterlijk geeft. Door een verstelling van de framedelen in de loopstand van de kar wordt een afstand tussen de wielen verkleind. Het ten minste ene achterwiel wordt bij de verstelling in de loopstand richting de voorzijde van de kar verplaatst. Een resulterend compacter onderstel van de kar verschaft aan een ondergrondzijde van de kar de nodige ruimte voor een gebruiker om achter of voor de kar te kunnen lopen terwijl een duw- of trekkracht op de kar kan worden uitgeoefend door de gebruiker om deze te verplaatsen. Hierbij vormt het achterwiel geen mogelijke obstructie voor een bewegingen van de voeten en benen van de gebruiker. De verstelling kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door een onderlinge rotatie van de framedelen, of door bijvoorbeeld een translatie van de framedelen ten opzichte van elkaar. Bij een verstelling door rotatie kunnen het eerste framedeel en het tweede framedeel een hoek insluiten kleiner dan de hoek tussen de framedelen in de rijstand, waarbij de wielen dichter bij elkaar komen. Bij een verstelling door translatie van de framedelen kan een van de framedelen ten opzichte van het andere framedeel worden verschoven, bijvoorbeeld via een telescopische koppeling van de framedelen. Zo kan een eerste van de framedelen een holle koker en/of buis omvatten waar het andere framedeel althans grotendeels in kan worden ontvangen.
Het zal duidelijk zijn dat de kar volgens de onderhavige uitvinding in het algemeen een toepassing vindt voor het vervoeren van althans een stuk bagage, waarbij een gebruiker naar wens de kar kan gebruiken in de loopstand of de rijstand. Als stuk bagage kan een koffer, tas, of andere producthouder, artikelen, of losse producten worden genomen. De kar kan bijvoorbeeld een toepassing vinden voor het vervoeren van reisbagage, bijvoorbeeld op een vhegveld, station, in een hotel, of in een andere omgeving. De gebruiker kan daarbij naar wens kiezen om de reisbagage te vervoeren met de kar in de loopstand, bijvoorbeeld voor korte afstanden, op oneffen ondergrond, of in een krappe en/of drukke omgeving, of met de kar in de rijstand, bijvoorbeeld om grotere afstanden af te leggen of voor sneller vervoer. De kar kan zowel binnen als buiten worden toegepast, bijvoorbeeld als intern transportmiddel binnen bedrijfsruimtes, of als bagagedrager in recreatie- of natuurgebieden waar de kar, in het geval de rijstand van de kar niet is toegestaan of onveihg wordt geacht, in de loopstand als handkar kan dienen om mee te wandelen. De kar kan worden toegepast voor het vervoeren van bijvoorbeeld relatief zware sportartikelen. In het bijzonder leent de kar volgens de uitvinding zich als golfkar voor het vervoeren van een golftas. De loopstand van de golfkar komt dan nagenoeg overeen met een bekende trolley, waarbij de gebruiker met de golfkar aan de hand loopt, en de rijstand kom dan nagenoeg overeen met een bekende golfkar/golfbuggy, waarbij de gebruiker op de kar plaats neemt om daarmee te worden verreden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de kar volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de zitting verstelbaar is ten opzichte van het frame om in de rijstand van de kar een zitpositie te verschaffen in een ruimte boven het frame tussen het ten minste ene voorwiel en het ten minste ene achterwiel en in de loopstand van de kar weggenomen te zijn uit die ruimte. In het bijzonder is de zitting, die zich in de rijstand in een gebied boven het frame tussen het ten minst ene voorwiel en het ten minste ene achterwiel bevindt, in de loopstand weggenomen uit dit gebied, zodat het achterwiel zo dicht mogelijk in de buurt van het voorwiel kan worden gesteld zonder tussenkomst van de zitting. De zitting kan in de loopstand bijvoorbeeld ten opzichte van het ten minste ene achterwiel meer nabij een achterzijde van de kar zijn voorzien.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de kar volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de stuurinrichting verstelbaar is ten opzichte van het frame. De stuurinrichting kan bijvoorbeeld roteerbaar ten opzichte van het frame zijn om een ideale positionering daarvan in te kunnen stellen voor zowel de loopstand van de kar als de rijstand van de kar. Bij voorkeur is de stuurinrichting zodanig verstelbaar dat in de loopstand van de kar een bijzonder compact uitvoering van de kar wordt gerealiseerd.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de kar volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat dat de stuurinrichting verstelbaar met het frame is gekoppeld tussen een eerste positie in de rijstand van de kar, waarin de stuurinrichting met althans een grijpdeel ten opzichte van de zitting althans nabij een voorzijde van de kar is voorzien en een tweede positie in de loopstand van de kar, waarin de stuurinrichting met althans het grijpdeel van de stuurinrichting ten opzichte van de zitting en het ten minste ene achterwiel althans nabij een achterzijde van de kar is voorzien. Doordat de stuurinrichting in de loopstand van de kar een grijpdeel althans nabij een achterzijde van de kar biedt, kan een gebruiker van de kar hierop ongehinderd aangrijpen om de kar met een trek- of duwkracht via althans het ten minste ene voorwiel over een ondergrond te verplaatsen. Bij voorkeur vormt het grijpdeel daarbij in de loopstand van de kar een achterste deel van de kar aan de achterzijde.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de kar volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat het frame een scharnier-as omvat tussen het eerste framedeel en het tweede framedeel voor een scharnierende koppeling van het eerste framedeel aan het tweede framedeel. De scharnierende koppeling tussen het eerste en tweede framedeel beperkt de graden vrijheid van het frame naar effectief één vrijheidsgraad wat voordelig is voor het gebruiksgemak van het verstellen van het frame om de kar in de rijstand of loopstand te brengen. De vrije uiteinden van de framedelen, die respectievelijk het ten minste ene voorwiel en het ten minste ene achterwiel dragen, kunnen door de scharnierende koppeling slechts naar elkaar toe gebracht worden of van elkaar worden verwijderd. Het verstellen van het frame van de kar van een loopstand naar een rijstand of vice versa, kan bij voorkeur geschieden op een enkele wijze ter bevordering van het gebruiksgemak en om een onverhoopt verstellen van het frame te voorkomen. In het bijzonder kan de scharnier-as ten opzichte van een ondergrond omhoog bewegen waarbij de wielen op de ondergrond blijven afsteunen. Het bereik van de scharnierende koppeling kan tevens worden beperkt om een rotatie toe te staan onder een vooraf bepaalde rotatiehoekinterval. Hierdoor is het mogelijk een fysieke grens te defineren waarbinnen de hoek die ingesloten is tussen het eerste en tweede framedeel kan bestaan. Met name in de rijstand, waarin het eerste framedeel en tweede framedeel nagenoeg op een lijn liggen zorgt een fysieke stop van het scharnier ervoor dat het eerste en tweede framedeel niet doorroteren maar in de gewenste rijstandpositie worden tegengehouden door de scharnierstop.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de kar volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de scharnier-as althans nabij het midden van het frame is voorzien. Het scharnierpunt is aldus gekozen om in zowel de loopstand als rijstand van de kar een afsteuning van de wielen op de ondergrond te kunnen realiseren die voldoende stabiliteit biedt.
Een bijzondere uitvoeringsvorm van de kar volgens de onderhavige uitvinding heeft als kenmerk dat het eerste framedeel en het tweede framedeel in de loopstand althans nagenoeg parallel aan elkaar zijn. In een parallelle stand van de framedelen vormt het frame van de kar een bijzonder compact geheel, waardoor de kar niet alleen in de loopstand goed te vervoeren is, maar bovendien zeer weinig ruimte inneemt in opslag. In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm hiervan is de kar inklapbaar tot een opslagstand waarin de kar past in een gangbare kofferbak van een voertuig voor de openbare weg.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de kar volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat het ten minste ene voorwiel en het ten minste ene achterwiel in de loopstand althans nagenoeg tegen elkaar aanliggen. Dit verschaft de gebruiker voldoende ruimte om achter of voor de kar te lopen terwijl een duw- of trekkracht kan worden uitgeoefend door de gebruiker op de kar waarbij met name het achterwiel geen obstructie vormt voor de voeten van de gebruiker. Enige afstand tussen het ten minste ene voorwiel en ten minste ene achterwiel zorgt ervoor dat de kar stabiel afsteunt op een ondergrond. Zodanig kan de kar in de loopstand met eventueel een bagagestuk zelfstandig in rechtopstaande positie, d.w.z.
via de wielen afsteunend op een ondergrond, stabiel staan. Zo wordt een betrouwbaar verrijdbare kar verkregen, met althans een bagagestuk, ook wanneer een duw- of trekkracht op de kar wordt uitgeoefend om de kar te verrijden.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de kar volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de zitting aan het frame is gekoppeld.
Een praktische uitvoeringsvorm van de kar volgens de onderhavige uitvinding heeft als kenmerk dat de zitting een zitelement omvat dat aan een uiteinde van een zitpen is voorzien. De zitting kan bijvoorbeeld een zadel als zitelement omvatten dat aan een uitende van een zadelpen is voorzien. De zadelpen kan in een framebuis gefixeerd zijn om de zitting daarmee aan het frame van de kar te bevestigen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm hiervan is de kar volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de zitpen scharnierbaar ten opzichte van het frame van het frame uitgaat. De zitting kan hierdoor ten opzichte van het frame worden geroteerd. Zo kan bij een verstelling van het eerste framedeel en het tweede framedeel vanuit de rijstand naar de loopstand de zitting in een richting worden versteld weg uit het gebied tussen het voorwiel en het achterwiel om ruimte te bieden voor de framedelen.
Zo heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de kar volgens de onderhavige uitvinding als kenmerk dat de zitting is ingericht om te scharnieren vanuit de ruimte boven het frame tussen het ten minste ene voorwiel en het ten minste ene achterwiel in de rijstand van de kar naar een ruimte achter het ten minste ene achterwiel in de loopstand van de kar. De zitting kan daarbij worden voorzien nabij een achterzijde van de kar ongeveer ter hoogte van een middel van de gebruiker, waar het in de praktijk in de loopstand geen belemmering vormt voor een loopbeweging van de gebruiker. Bij voorkeur is de zitting scharnierbaar rond de scharnier as van de scharnierende koppeling tussen het eerste en tweede framedeel. In deze configuratie heeft het zitelement in de loopstand van de kar een groot rotatiebereik om effectief uit de ruimte boven het frame tussen het ten minste ene voorwiel en ten minste ene achterwiel te worden weggenomen. Verder kan de zitpen mogelijk ook in lengte verstelbaar zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld telesoperend in de lengterichting, waardoor de zitting in een rijstand kan worden aangepast naar voorkeur van de gebruiker en in een loopstand het zitelement dichter naar het frame gebracht kan worden om geen belemmering te vormen voor een loopbeweging van de gebruiker.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de kar volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de zitpen losneembaar met het frame is gekoppeld. Aldus kan de zitting eventueel worden weggenomen, bijvoorbeeld om een bijzonder compacte kar te realiseren, met name in de opslagstand van de kar.
In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm heeft de kar volgens de onderhavige uitvinding als kenmerk dat aan het eerste framedeel ten minste twee voorwielen zijn voorzien en dat aan het tweede framedeel een enkel achterwiel is voorzien. Met een enkelvoudig achterwiel kan een zeer compacte kar worden verkregen, met name in de loopstand van de kar of in het bijzonder in de opslagstand van de kar waarbij het enkelvoudige achterwiel nagenoeg op een lijn met de voorwielen gepositioneerd kan worden
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de kar volgens de onderhavige uitvinding heeft als kenmerk dat de ten minste twee voorwielen ten minste een eerste voorwiel aan een eerste laterale zijde van de kar en een tweede voorwiel aan een tegenoverliggende laterale zijde van de kar omvatten om daartussen een grootste breedte van de kar te definiëren en dat het enkele achterwiel is voorzien aan het tweede framedeel in een breedterichting gezien tussen het eerste voorwiel en tweede voorwiel. Een dergelijke configuratie van wielen, in het bijzonder een driewiel configuratie, voorziet een goede stabiliteit aan de kar in met name de rijstand..
Om een zeer compact geheel te kunnen vormen, bijvoorbeeld in de opslagtoestand van de kar, is de kar volgens de onderhavige uitvinding in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm gekenmerkt doordat het ten minste ene voorwiel losneembaar aan het frame is gekoppeld. Het losneembaar opnemen van het ten minste ene voorwiel heeft verder als voordeel dat de kar in meerdere delen getild en opgslagen kan worden.
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de kar volgens de onderhavige uitvinding heeft als kenmerk dat de aandrijfmiddelen een elektrische aandrijving en een accu omvatten.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de kar volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de accu losneembaar aan het frame is bevestigd. De accu kan op deze manier gescheiden van de kar worden op geladen of worden vervangen. Een tweede accu kan dan als reserveaccu worden meegenomen om de actieradius van de kar te vergroten. Mogelijk kan de accu ook meerdere accudelen omvatten die afzonderlijk losneembaar aan het frame zijn bevestigd.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de kar volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat het eerste framedeel twee parallelle buizen omvat waartussen een ruimte is gedefinieerd en dat de accu in de ruimte tussen de buizen is voorzien. Deze parallelle configuratie van de buizen voorziet het frame van stevigheid en door de accu in de tussenliggende ruimte te voorzien wordt ten eerste efficiënt gebruik gemaakt van de ruimte en ten tweede is de accu, dat een relatief zwaar onderdeel is, centraal in de kar gepositioneerd waardoor het zwaartepunt van kar nagenoeg in het midden boven en tussen de wielen, die de kar op een ondergrond afsteunen, is gelegen, zowel in de rijstand als in de loopstand wat de stabiliteit en van de kar ten goede komt. Naast een accu zou ook een opbergvak voorzien kunnen worden in een ruimte tussen de parallelle buizen van het eerste framedeel die geschikt is om zaken in op te bergen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de kar volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat het ten minste ene achterwiel is gekoppeld met de aandrijfmiddelen voor een aandrijving daarvan tijdens gebruik. De aandrijfmiddelen kunnen bijvoorbeeld in het ten minste ene achterwiel verwerkt zijn om efficiënt gebruik te maken van de ruimte en zodat de aandrijfmiddelen laag bij de ondergrond gelegen zijn voor goede stabiliteit van de kar. Zodanige plaatsing, aan de achterzijde van de kar, van de aandrijfmiddelen is gewenst om te compenseren voor de massa van de bagage die bij voorkeur aan de voorzijde van de kar geplaatst wordt. Hierdoor wordt een evenwichtige gewichtsverdeling verkregen wat de stabiliteit van de kar bevordert. Voordeligerwijs kunnen de aandrijfmiddelen het ten minste ene achterwiel aandrijven in zowel de rijstand als in de loopstand van de kar.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de kar volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat aan het frame voetsteunen zijn voorzien. De voetsteunen bieden een geschikte steun voor een gebruiker om in de rijstand van de kar zijn voeten daarop te kunnen laten steunen.
Voor een zo compact mogelijke versie van de kar in met name de loopstand of in het bijzonder de opslagstand is de kar in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de voetsteunen verstelbaar zijn langs het frame en/of roteerbaar ten opzichte van het frame en/of losneembaar daarvan zijn.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de kar volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat het grijp deel van de stuurinrichting in hoogte verstelbaar is, en in het bijzonder telescoperend ten opzichte van het frame is voorzien.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de kar volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de stuurinrichting is voorzien van een draaglichaam om een stuk bagage daaraan te kunnen dragen. Het stuk bagage wordt bij voorkeur gedragen op het draaglichaam aan de stuurinrichting, zowel in de loopstand als de rijstand van de kar, zodat een gebruiker van de kar zelf het stuk bagage niet hoeft te dragen. Bij voorkeur is de kar volgens de onderhavige uitvinding verstelbaar tussen de rijstand en loopstand terwijl een stuk bagage daaraan wordt gedragen, zodat het stuk bagage daarbij niet hoeft te worden weggenomen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de kar volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat het draaglichaam opklapbaar is en/of losneembaar van de stuurinrichting.
Opgemerkt wordt dat hoewel de uitvinding hierin met name is aangeduid en beschreven aan de hand van een golfkar, het duidelijk zal zijn dat de uitvinding zich uitstrekt tot in principe ieder type vervoersmiddel dat een vervoer van een stuk bagage in een rijstand biedt en een verstelling daarvan in een loopstand mogelijk maakt.
Verder wordt opgemerkt dat de hierin beschreven technische maatregelen van de kar ook op zichzelf op voordelige wijze kunnen worden toegepast in een kar met een andere configuratie d.w.z. de individuele technische maatregelen kunnen desgewenst uit hun context worden geïsoleerd en alleen worden toegepast, en desgewenst met één of meerdere van de hierboven genoemde maatregelen worden gecombineerd.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden die in een tekening zijn weergegeven. In de tekening toont:
Figuur 1A.1B een zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een golfkar volgens de onderhavige uitvinding in respectievelijk de rijstand en de loopstand;
Figuur 2 een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een golfkar volgens de onderhavige uitvinding in een perspectivisch aanzicht, waarbij:
Figuur 2A het tweede uitvoeringsvoorbeeld van de golfkar toont met een golftas voorzien op de golfkar;
Figuur 2B het tweede uitvoeringsvoorbeeld van de golfkar toont zonder golftas;
Figuur 2C het tweede uitvoeringsvoorbeeld van de golfkar toont met de voedingsbron losgenomen;
Figuur 2D het tweede uitvoeringsvoorbeeld van de golfkar toont met zitting losgenomen;
Figuur 2E het tweede uitvoeringsvoorbeeld van de golfkar toont in een compacte opgeklapte toestand met wielen losgenomen, welke opgeklapte toestand geschikt is voor het opbergen en vervoeren van de golfkar; en
Figuur 2F het tweede uitvoeringsvoorbeeld van de golfkar toont in een compacte opgeklapte toestand en opgeborgen in een opslagruimte van een opslag inclusief alle losneembare elementen en golftas.
Op gemerkt wordt dat de figuren slecht weergaven betreffen van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, en dat deze gegeven worden bij wijze van niet limiterende uitvoeringsvoorbeelden. Met name kunnen sommige delen en dimensies in meer of mindere mate omwille van de duidelijkheid overdreven zijn weergegeven.
Zoals getoond in figuur 1 is een golfkar 1 voor het dragen van een golftas 2 verstelbaar tussen een rijstand (figuur IA) waarin een gebruiker zittend kan plaatsnemen op de golfkar om deze als bestuurder te bedienen, en een loopstand (figuur 1B) waarin een gebruiker met de golfkar aan de hand de golfkar kan verplaatsen door een duw- of trekkracht daarop uit te oefenen. De golfkar omvat een frame met een eerste framedeel 3 en een tweede framedeel 4 waarbij de twee framedelen onderling verstelbaar zijn. De framedelen zijn verbonden met elkaar via een scharnier 5 dat is opgenomen tussen het eerste framedeel 3 en tweede framedeel 4. Ter hoogte van het scharnier 5 is een zitting 6 boven het frame voorzien. De zitting omvat een zitelement 6, zoals een zadel, dat middels een kolom 7, zoals bijvoorbeeld een zitpen of zadelpen, af steunt op het scharnier 5. De kolom 7 is tevens scharnierbaar ten opzichte van het frame om de as van het scharnier 5. Verder draagt het eerste framedeel 3 tenminste een voorwiel 8 en het tweede framedeel 4 tenminste een achterwiel 9 die zijn opgenomen aan respectievelijk de voor- en achterzijde van de golfkar. Daarnaast is de golfkar 1 voorzien van een stuurkolom 10 die zich uitstrekt vanaf het eerste framedeel 3 ter hoogte van het tenminste ene voorwiel 8 in de hoogterichting waarbij aan het uiteinde van de stuurkolom 10 een stuur 11 is opgenomen. De stuurkolom 10 is scharnierend verbonden met het eerste framedeel 3 ter hoogte van het tenminste ene voorwiel 8. In figuur 1 is tevens een drager 12 getoond voor het dragen van een golftas 2, waarbij de drager 12 is voorzien aan de stuurkolom 10.
De golfkar 1 kan vanuit een rijstand in een loopstand worden versteld door het eerste framedeel 3 te roteren ten opzichte van het tweede framedeel 4, zodat de afstand van het tenminste ene achterwiel 9 en het tenminste ene voorwiel 8 verkleind wordt en het tweede framedeel 4 nagenoeg loodrecht op de ondergrond komt te staan. Door de stuurkolom 10 te roteren ten opzichte van het eerste framedeel 3 in de richting van het eerste framedeel 3, komt de stuurkolom 10 langs en nagenoeg parallel met het eerste framedeel 3 te liggen. Daarnaast kan de zitting 6 worden geroteerd, om de as van het scharnier 5, ten opzichte van het frame. De rijstand, getoond in figuur IA, wordt gekenmerkt doordat het tenminste ene achterwiel 9 achter de zitting 6 is gelegen en doordat het stuur 11 ten opzichte van het tenminste ene voorwiel 8 voor de zitting 6 is gelegen. De loopstand, getoond in figuur 1B, wordt gekenmerkt doordat het tenminste ene achterwiel 9 voor de zitting 6 is gelegen en doordat het stuur 11 ten opzichte van het tenminste ene voorwiel 8 achter de zitting 6 is gelegen. Hierdoor is in de loopstand het stuur 11 het meest naar achter gelegen punt van de golfkar 1 waar het een aangrijppunt vormt voor een gebruiker die achter de golfkar kan lopen in een vrij loopvlak.
In het uitvoeringsvoorbeeld van de golfkar zoals getoond in figuur 2 omvat de golfkar 1 een eerste framedeel 3 en een tweede framedeel 4 waarbij het eerste en tweede framedeel elk gevormd zijn uit meerdere parallelle stangen of buizen die het frame een goede, betrouwbare stevigheid bieden. Meer in het bijzonder is elk framedeel opgebouwd uit twee parallelle stangen die onderling zijn verbonden met een dwarsverbinding 13. Het eerste en tweede framedeel zijn min of meer in eikaars verlengde opgenomen en verbonden met elkaar via een scharnier 5, waarbij de rotatieas van het scharnier 5 haaks op een lengterichting de framedelen staat.
Verder omvat de golfkar een achterwiel 9 dat gedragen wordt door het tweede framedeel 4. Het enkelvoudige achterwiel 9 is voorzien tussen en aan het uiteinde van de twee parallelle stangen van het tweede framedeel 4. De golfkar is aangedreven met aandrijfmiddelen 14 in de vorm van een elektromotor waarbij de elektromotor is geïntegreerd in het achterwiel 9 waardoor er geen additionele overbrenging is vereist. De aandrijfmiddelen zijn bij voorkeur werkzaam in zowel de rijstand als de loopstand. De ruimte die gevormd wordt tussen de parallelle stangen van elk framedeel is geschikt voor het ontvangen van een voedingsbron 15 van de aandrijving van de golfkar zoals een accu. Bij voorkeur is de accu losneembaar van het frame om deze te kunnen vervangen of om op te laden, zoals is te zien in figuur 2C. Verder is in de ruimte tussen de stangen van het eerste framedeel een opbergvak 16 opgenomen, die bij voorkeur losneembaar is van het frame. Het opbergvak kan worden gebruikt om kleine voorwerpen in op te bergen, zoals bijvoorbeeld een of meer golfballen, tees, handschoenen, telefoon et cetera.
Verder omvat de golfkar in dit uitvoeringsvoorbeeld twee voorwielen die elk aan een laterale zijde van de golfkar aan het eerste framedeel zijn voorzien waarbij de voorwielen aan weerszijden met het frame zijn verbonden middels een ophanging 17. De voorwielen zijn op gelijke afstand van het eerste framedeel 3 gelegen alsook op gelijke afstand van het achterwiel 9. De voorwielen zijn bij voorkeur voorzien van spatborden 18. De voorwielen worden geveerd opgehangen in de wielophanging, bij voorkeur met een McPherson suspensie. Middels het stuur 11 kan via de stuurkolom 10 en een stuurmechanisme de voorwielen worden bestuurd, bij voorkeur middels een Ackermann stuurmechanisme. Het stuurmechanisme is zowel in de rijstand als in de loopstand werkzaam. De voorwielen zijn tevens voorzien van een remmiddel 19, bij voorkeur een naafrem die bedienbaar is op het stuur 11. Voor het compact opklappen van de golfkar zijn de voorwielen inclusief spatborden los te nemen van het frame zoals is te zien in figuur 2E.
De wielen van de golfkar zijn bij voorkeur breed opgevoerd om enerzijds stabihteit te verschaffen aan de golfkar en anderzijds om de druk op de ondergrond, in het bijzonder een grasmat van een golfbaan, te reduceren, waardoor de slijtage van de ondergrond, veroorzaakt door het rijden van de golfkar over de ondergrond, wordt gereduceerd. In het bijzonder is het achterwiel ongeveer 8 inch (ongeveer 20 cm) breed en zijn de voorwielen ongeveer 5 inch (ongeveer 13 cm) breed.
Verder toont figuur 2 het eerste framedeel omvattende een eerste en een tweede voetsteun 20 die elk afzonderlijk verstelbaar zijn langs het eerste framedeel. De eerst een tweede voetsteun 20 zijn aan weerszijde van het eerste framedeel voorzien, bij voorkeur elk aan een van de parallelle stangen van het eerste framedeel.
De kolom 7 die de zitting 6 afsteunt op het scharnier 5 is verstelbaar. Bij voorkeur is de kolom telescoperend. Hierdoor is de zitting aan te passen naar voorkeur van de gebruiker en kan de kolom in de loopstand worden verkort om ruimte te maken voor het loopvlak van de gebruiker. Ook is de zitting inclusief kolom losneembaar van het frame waardoor de golfkar compact kan worden vervoerd en opgeborgen zoals is te zien in figuur 2E.
Ook de stuurkolom 10 is verstelbaar opgenomen. Allereerst is de stuurkolom 10 in lengte verstelbaar, bij voorkeur telescoperend, voor het verlengen of verkorten van de stuurkolom. Voor het compact opvouwen van de golfkar 1 kan de stuurkolom worden verkort. Voor het verstellen van de golfkar van de rijstand naar de loopstand kan de stuurkolom 11 worden verlengd zodat het stuur 10 ten opzichte van de voorwielen 8 achter de zitting 6 komt te liggen. Voor het verstellen van de golfkar van de loopstand naar de rijstand kan de stuurkolom 10 worden verkort zodat het stuur 11 ten opzichte van de voorwielen 8 voor de zitting 6 komt te liggen. Ook kan ten behoeve van het gebruikscomfort de stuurkolom 10 in lengte worden versteld. Daarnaast is de stuurkolom 10 scharnierbaar verbonden met het eerste framedeel 3 waardoor de hoek van de stuurkolom 10 ten opzichte van het eerste framedeel 3 naar behoeve kan worden aangepast. Dit kan in zowel de loopstand als de rijstand. Aan de stuurkolom 10 is verder een drager 12 voorzien voor het dragen van een golftas. De drager is bij voorkeur geschikt voor het dragen van een golftas 2 van diverse types. De drager is bij voorkeur opklapbaar verbonden met de stuurkolom.
Het zal de vakman duidelijk zijn dat de uitvinding is niet beperkt tot de hier besproken uitvoeringsvoorbeelden, maar dat vele uitvoeringsvarianten mogelijk zijn binnen het bereik van de uitvinding zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.

Claims (4)

CONCLUSIES
1/4
Fig. IB
1. Kar voor het vervoeren van althans een stuk bagage, in het bijzonder een kar voor het vervoeren van een golftas, omvattende:
- een frame;
- ten minste één voorwiel aan een eerste framedeel van het frame;
- ten minste één achterwiel aan een tweede framedeel van het frame;
- een zitting;
- aandrijfmiddelen voor het aandrijven van ten minste één van de wielen; en
- een stuurinrichting voor het sturen van ten minste één van de wielen, met het kenmerk dat het eerste framedeel en het tweede framedeel onderling verstelbaar zijn tussen een rijstand van de kar waarin het eerste framedeel en het tweede framedeel althans nagenoeg op een lijn liggen tussen het ten minste ene voorwiel en het ten minste ene achterwiel om een eerste afstand tussen het ten minste ene voorwiel en het ten minste ene achterwiel te definiëren en een loopstand van de kar waarin de framedelen een tweede afstand tussen het ten minste ene voorwiel en het ten minste ene achterwiel definiëren kleiner dan de eerste afstand.
2/4
Fig. 2B
2. Kar volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de zitting verstelbaar is ten opzichte van het frame om in de rijstand van de kar een zitpositie te verschaffen in een ruimte boven het frame tussen het ten minste ene voorwiel en het ten minste ene achterwiel en om in de loopstand van de kar weggenomen te zijn uit die ruimte.
3 5
Fig. 2D
3. Kar volgens conclusie 1 of conclusie 2, met het kenmerk dat de stuurinrichting verstelbaar is ten opzichte van het frame.
4. Kar volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de stuurinrichting verstelbaar met het frame is gekoppeld tussen een eerste positie in de rijstand van de kar, waarin de stuurinrichting met althans een grijpdeel ten opzichte van de zitting althans nabij een voorzijde van de kar is voorzien en een tweede positie in de loopstand van de kar, waarin de stuurinrichting met althans het grijpdeel van de stuurinrichting ten opzichte van de zitting en het ten minste ene achterwiel althans nabij een achterzijde van de kar is voorzien.
5. Kar volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het frame een scharnier-as omvat tussen het eerste framedeel en het tweede framedeel voor een scharnierende koppeling van het eerste framedeel aan het tweede framedeel.
6. Kar volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de scharnier-as althans nagenoeg in het midden van het frame is voorzien.
7. Kar volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het eerste framedeel en het tweede framedeel in de loopstand althans nagenoeg parallel aan elkaar zijn.
8. Kar volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het ten minste ene voorwiel en het ten minste ene achterwiel in de loopstand althans nagenoeg tegen elkaar aanliggen.
9. Kar volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de zitting aan het frame is gekoppeld.
10. Kar volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de zitting een zitelement omvat dat aan een uiteinde van een zitpen is voorzien.
11. Kar volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de zitpen scharnierbaar ten opzichte van het frame van het frame uitgaat.
12. Kar volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de zitting is ingericht om te scharnieren vanuit de ruimte boven het frame tussen het ten minste ene voorwiel en het ten minste ene achterwiel in de rijstand van de kar naar een ruimte achter het ten minste ene achterwiel in de loopstand van de kar.
13. Kar volgens één of meer der conclusies 10-12, met het kenmerk dat de zitpen losneembaar met het frame is gekoppeld.
14. Kar volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat aan het eerste framedeel ten minste twee voorwielen zijn voorzien en dat aan het tweede framedeel een enkel achterwiel is voorzien.
15. Kar volgens conclusie 14, met het kenmerk dat de ten minste twee voorwielen ten minste een eerste voorwiel aan een eerste laterale zijde van de kar en een tweede voorwiel aan een tegenoverliggende laterale zijde van de kar omvatten om daartussen een grootste breedte van de kar te definiëren en dat het enkele achterwiel is voorzien aan het tweede framedeel in een breedterichting gezien tussen het eerste voorwiel en tweede voorwiel.
16. Kar volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het ten minste ene voorwiel losneembaar aan het frame is gekoppeld.
17. Kar volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de aandrijfmiddelen een elektrische aandrijving en een accu omvatten.
18. Kar volgens conclusie 17, met het kenmerk dat de accu losneembaar aan het frame is bevestigd.
19. Kar volgens conclusie 18, met het kenmerk dat het eerste framedeel twee parallelle buizen omvat waartussen een ruimte is gedefinieerd en dat de accu in de ruimte tussen de buizen is voorzien.
20. Kar volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het ten minste ene achterwiel is gekoppeld met de aandrijfmiddelen voor een aandrijving daarvan tijdens gebruik.
21. Kar volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat aan het frame voetsteunen zijn voorzien.
22. Kar volgens conclusie 21, met het kenmerk dat de voetsteunen verstelbaar zijn langs het frame en/of roteerbaar ten opzichte van het frame en/of losneembaar daarvan zijn.
23. Kar volgens één of meer der conclusies 4-22, met het kenmerk dat
5 het grijpdeel van de stuurinrichting verstelbaar is, en in het bijzonder telescoperend ten opzichte van het frame is voorzien.
24. Kar volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de stuurinrichting is voorzien van een draaglichaam om een stuk bagage daaraan te kunnen dragen.
10 25. Kar volgens conclusie 24, met het kenmerk dat het draaglichaam opklapbaar is en/of losneembaar van de stuurinrichting.
4/4
Fig. 2F
NL2020496A 2018-02-27 2018-02-27 Kar NL2020496B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2020496A NL2020496B1 (nl) 2018-02-27 2018-02-27 Kar

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2020496A NL2020496B1 (nl) 2018-02-27 2018-02-27 Kar

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2020496B1 true NL2020496B1 (nl) 2019-09-03

Family

ID=62002365

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2020496A NL2020496B1 (nl) 2018-02-27 2018-02-27 Kar

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2020496B1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2022224238A1 (en) * 2021-04-22 2022-10-27 Golfit Ltd Scooter convertible to push-cart

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5312126A (en) * 1993-04-14 1994-05-17 Pro-Lite Manufacturing, Inc. Portable golf cart and riding apparatus
WO2007013084A1 (en) * 2005-07-28 2007-02-01 Shai Gal Self-powered vehicle with selectable operational modes
DE102009024522A1 (de) * 2009-06-06 2011-12-08 Edgar Klitsch Baukastensystem für teilzerlegbare Fahrzeuge
GB2496124A (en) * 2011-10-31 2013-05-08 Gilmore Sports Ltd A wheel seat for pivoting attachment to a golf trolley
WO2015055875A1 (es) * 2013-10-15 2015-04-23 López Maestro Leopoldo Triciclo eléctrico
WO2015121289A1 (en) * 2014-02-12 2015-08-20 Royalty Bugaboo Gmbh A foldable vehicle

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5312126A (en) * 1993-04-14 1994-05-17 Pro-Lite Manufacturing, Inc. Portable golf cart and riding apparatus
WO2007013084A1 (en) * 2005-07-28 2007-02-01 Shai Gal Self-powered vehicle with selectable operational modes
DE102009024522A1 (de) * 2009-06-06 2011-12-08 Edgar Klitsch Baukastensystem für teilzerlegbare Fahrzeuge
GB2496124A (en) * 2011-10-31 2013-05-08 Gilmore Sports Ltd A wheel seat for pivoting attachment to a golf trolley
WO2015055875A1 (es) * 2013-10-15 2015-04-23 López Maestro Leopoldo Triciclo eléctrico
WO2015121289A1 (en) * 2014-02-12 2015-08-20 Royalty Bugaboo Gmbh A foldable vehicle

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2022224238A1 (en) * 2021-04-22 2022-10-27 Golfit Ltd Scooter convertible to push-cart

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5884920A (en) Infant carrier for rough terrain
US6698789B2 (en) Collapsible golf cart
AU2018204399B2 (en) Child Transporter
US11279432B2 (en) Self-balancing foot platform devices
US10717491B1 (en) Folding scooter
US6168174B1 (en) Golf bag push cart
US20100164193A1 (en) Scooter
US20060033297A1 (en) Collapsible walker for injured person
US11931633B2 (en) Rideable golf bag cart/cycle
US20160185369A1 (en) Collapsible carrying device
JP2021529064A (ja) 関節構造により連結される自己平衡型スクーターを用いた、カート型車両用駆動システム
AU2018401993B2 (en) Pushable and ridable inclinable, multitrack vehicle
GB2244029A (en) Convertible pushchair
NL2020496B1 (nl) Kar
US10167007B2 (en) Game cart apparatus and methods
US7322434B1 (en) Collapsible golf scooter cart having fold out balance wheels
US9221485B2 (en) Sports cart
US12024251B2 (en) System and method for a standup motorized transport utility vehicle
US9663130B2 (en) Combination motorized wheeled vehicle and portable hand truck
EP1018462A1 (en) Infant carrier for rough terrain
EP2895374B1 (en) Shopping trolley with platform for a child
EP0639129B1 (en) Improved infant push-chair
WO2021061696A1 (en) Folding scooter
NL8303663A (nl) Verrijdbare handbagagetransporteur.
CA1069558A (en) Method of manually propelling a cambering vehicle

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210301