[go: up one dir, main page]

NL2020076B1 - Melkdierbewakingssysteem met stressverminderingsmiddelen - Google Patents

Melkdierbewakingssysteem met stressverminderingsmiddelen Download PDF

Info

Publication number
NL2020076B1
NL2020076B1 NL2020076A NL2020076A NL2020076B1 NL 2020076 B1 NL2020076 B1 NL 2020076B1 NL 2020076 A NL2020076 A NL 2020076A NL 2020076 A NL2020076 A NL 2020076A NL 2020076 B1 NL2020076 B1 NL 2020076B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
stress
animals
dairy
subset
herd
Prior art date
Application number
NL2020076A
Other languages
English (en)
Inventor
De Groot Ester
Original Assignee
Lely Patent Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Patent Nv filed Critical Lely Patent Nv
Priority to NL2020076A priority Critical patent/NL2020076B1/nl
Priority to PCT/NL2018/050782 priority patent/WO2019117707A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2020076B1 publication Critical patent/NL2020076B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K29/00Other apparatus for animal husbandry
    • A01K29/005Monitoring or measuring activity, e.g. detecting heat or mating
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/0047Air-conditioning, e.g. ventilation, of animal housings

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Management, Administration, Business Operations System, And Electronic Commerce (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Abstract

Een melkdierbewakingssysteem voor een kudde melkdieren omvat een verblijfsruimte voor de kudde melkdieren, een of meer bestuurbare stressverminderingsmiddelen voor 5 terugdringen of voorkomen van stress bij de melkdieren, en een besturingssysteem voor het melkdierbewakingssysteem, dat omvat een subsetbepalingsinrichting, voor bepalen of ingeven van een subset van de kudde, een identificatiesysteem voor het identificeren van de melkdieren uit tenminste de subset, en een stressdetectiesysteem voor het detecteren van een waarde van een stressindicator bij een melkdier van de subset. Het 10 besturingssysteem is ingericht voor in afhankelijkheid van de ten minste ene gedetecteerde waarde besturen van de een of meer stressverminderingsmiddelen bij meerdere van de melkdieren, . De subset van de dieren zijn de indicatordieren, die eerder estress vertonen. Hierdoor kan de besturing maatregelen nemen voor a||e koeien, om te voorkomen dat de andere dieren stress gaan krijgen voordat die merkbaar wordt. Doordat 15 nu maar een deel van de dieren hoeft te worden gevolgd is dat makkelijker, nauwkeuriger en betrouwbaarder.

Description

Melkdierbewakingssysteem met stressverminderingsmiddelen
De onderhavige heeft betrekking op een melkdierbewakingssysteem met stressverminderingsmiddelen.
Dergelijke systemen zijn op zich bekend in de stand van de techniek. Zo openbaart document W008039150A1 een inrichting die individuele dieren identificeert, de temperatuur van de huid en/of het lichaam van het betreffende dier meet, en vervolgens koelmiddelen in te schakelen op basis van onder andere de gemeten huid- of lichaamstemperatuur, en/of wanneer de gemeten luchttemperatuur of luchtvochtigheid een drempelwaarde overschrijdt. Het aldus koelen van melkdieren voorkomt een verlaging van de melkproductie, en is dientengevolge een belangrijk middel om niet alleen het dierenwelzijn, maar ook de melkproductie te verbeteren. Bij zeer warm weer kan de productieverlaging tot wel € 5,- per dier per dag bedragen. Dergelijke hittestress, maar ook andere oorzaken, kunnen leiden tot storingen in de spijsvertering, die wederom een negatief effect op de melkproductie kunnen hebben.
Een nadeel van deze bekende inrichting is dat onvoldoende rekening wordt gehouden met andere omstandigheden die ervoor kunnen zorgen dat de dieren een teruggang van de melkproductie ondervinden. Bovendien is de inrichting nodeloos ingewikkeld vanwege de vereiste dieridentificatie.
De onderhavige uitvinding heeft dan ook ten doel om een melkdierbewakingssysteem te verschaffen die op een eenvoudige manier kan bereiken dat toch de meeste, zo niet alle melkdieren in de kudde beter beschermd zijn tegen teruggang van de melkproductie, in het bijzonder door het terugdringen van stress.
De uitvinding bereikt dit doel met een melkdierbewakingssysteem volgens conclusie 1, in het bijzonder een melkdierbewakingssysteem voor een kudde melkdieren omvattende een verblijfsruimte voor de kudde melkdieren, een of meer bestuurbare stressverminderingsmiddelen die zijn ingericht voor terugdringen of voorkomen van stress bij melkdieren, en een besturingssysteem voor het besturen van het melkdierbewakingssysteem, dat omvat een subsetbepalingsinrichting, voor bepalen of ingeven van een subset van de kudde, welke subset kleiner is dan de gehele kudde, een identificatiesysteem voor het identificeren van de melkdieren uit althans de subset, een stressdetector voor het detecteren van een waarde van ten minste één stressindicator bij ten minste één melkdier van de subset, waarbij het besturingssysteem is ingericht voor in afhankelijkheid van de ten minste ene gedetecteerde waarde besturen van de een of meer stressverminderingsmiddelen bij meerdere van de melkdieren.
De uitvinding maakt hierbij gebruik van het inzicht dat niet elk dier even gevoelig is voor de stress, bijvoorbeeld hittestress, en dat juist die dieren die het gevoeligst zijn voor stress een goede graadmeter kunnen zijn om maatregelen op te baseren die die stress bij andere dieren kunnen voorkomen voordat die optreedt en dus ook voordat die bij die andere melkdieren kan worden gemeten. En dit kan worden bereikt door slechts een subset van melkdieren te bewaken, hetgeen veel eenvoudiger is dan het bewaken van alle melkdieren in de kudde. Bijvoorbeeld zal het altijd weleens voorkomen dat een dier in de kudde even niet kan worden bewaakt, omdat het wordt verdekt door andere dieren of apparatuur, of er anderszins een storing in het melkdierbewakingssysteem optreedt. Soms wordt dan geen risico genomen, en worden er onnodige stressterugdringingsacties ondernomen. De kans daarop is veel groter dan op het uit de bewaking vallen van een dier van een (veel kleinere) subset. Daarom hoeven hiertegen ook geen of althans veel minder stringente maatregelen te worden genomen. Maar ook is het eenvoudiger om de weinige dieren van een (kleine) subset uit elkaar te houden, zodat het identificatiesysteem in beginsel eenvoudiger kan zijn en de kans op foutieve identificatie ook kleiner zal zijn. Het melkdierbewakingssysteem kan op deze wijze eenvoudiger en toch betrouwbaarder zijn.
Hier wordt opgemerkt dat het melkdierbewakingssysteem volgens de uitvinding in beginsel tevens andere onderdelen kan omvatten, zoals een melkinrichting, met name een of meer melkrobots. Deze onderdelen raken op zich echter niet aan de kern van de vinding, en zullen hier niet nader worden toegelicht.
Voorts wordt opgemerkt dat stress hier wordt opgevat als het benadeelde dierenwelzijn door ee nverstoring uit het evenwicht, alsmede de daarbij horende spanning.
Bijzondere uitvoeringsvormen zijn beschreven in de afhankelijke conclusies, alsmede in het nu volgende deel van de beschrijving.
In het bijzonder is het besturingssysteem ingericht voor in afhankelijkheid van de ten minste ene gedetecteerde waarde besturen van de een of meer stressverminderingsmiddelen bij een vooraf bepaald of ingegeven gevoelig deel van de kudde, meer in het bijzonder bij in hoofdzaak de gehele kudde in de verblijfsruimte. Bij deze uitvoeringsvorm is het aldus mogelijk om de gehele kudde te behandelen op basis van meetwaarde(n) bij een of meer indicatordieren. Stress kan dan bij de meeste dieren worden voorkomen door te kijken naar de gevoeligste dieren. Het kan ook zo zijn dat de gevoeligheid voor de stress zodanig verschilt tussen dieren binnen de kudde dat het beter is om niet alle dieren te onderwerpen aan dezelfde stressverminderende behandeling.
Bijvoorbeeld is slechts een deel van de kudde gekenmerkt als gevoelig, waarbij genoemd deel van de kudde met de stressverminderingsmiddelen kan worden behandeld op basis van de meetwaarde(n) bij de subset (indicatordieren) van dat deel van de kudde. Aldus kan de stressvermindering nog selectiever worden toegepast.
In uitvoeringsvormen bedraagt de subset tussen 1 en 10% van het aantal dieren van de kudde. Bij een dergelijk percentage dieren kan een goede verhouding tussen betrouwbaarheid van de besturing en inspanning/kosten voor het systeem worden bereikt. Het percentage is enigszins afhankelijk van de kuddegrootte, waarbij een grotere kudde een kleinere procentuele subsetgrootte toelaat bij gelijke statistische betrouwbaarheid. Bovendien kan een en ander afhankelijk zijn van individuele diereigenschappen. Als er een of meer zeer gevoelige dieren in de kudde zijn, kan het reeds voldoende zijn om deze te bewaken. Mede daarom bedraagt de subset in het bijzonder tussen 1 en 10 melkdieren van de kudde. Hierbij geldt dat het bewaken van één enkel zeer gevoelig melkdier voldoende kan zijn, waarbij de statistische betrouwbaarheid echter toeneemt bij grotere aantallen melkdieren in de subset. Bij tot 10 melkdieren is er in de meeste gevallen ook bij een grote kudde statistisch gezien voldoende betrouwbaarheid. De grootte van de subset kan ook worden gekozen in afhankelijkheid van de grootte van het gevoelige deel van de kudde, als dat afzonderlijk is bepaald. Aangezien het gevoelige deel uiteraard kleiner zal zijn dan de gehele kudde, kan de subset eveneens wat kleiner worden. Procentueel is het gunstig om dezelfde grenzen aan te houden.
In uitvoeringsvormen omvat de subsetbepalingsinrichting een invoermiddel zoals een toetsenbord of een gegevensverbinding. Aldus kan een boer of andere bedienende persoon die melkdieren in de subset invoeren die een betrouwbaar bewakingssysteem opleveren. Als een dier uit de subset de kudde verlaat (bij droogstaan, afkalven, slacht of dergelijke) kan of moet de subset worden aangepast. Hierbij wordt opgemerkt dat de kudde volgens deze uitvinding met voordeel alleen lacterende melkdieren bevat, omdat bij deze het nadelige effect van stress direct tot uiting kan komen in een verminderde melkgift. Niettemin is ook van andere dieren in de kudde stress nadelig, zodat het bestrijden ervan ook bij deze dieren uiteindelijk een beter welzijn oplevert. Dergelijke andere dieren kunnen ook droge koeien zijn, als deze in de kudde blijven, jongvee, enzovoort. Ook als de gevoeligheid van een of meer dieren in de subset of de rest van de kudde verandert, kan het zinvol zijn de samenstelling en/of grootte van de subset te wijzigen. Dit kan eenvoudig door middel van het invoermiddel, zoals een toetsenbord of scanner of dergelijke. Op eendere wijze kan, indien gewenst, het gevoelige deel van de kudde zijn ingevoerd of bepaald. De subset of het gevoelige deel kan door de boer of bedienende persoon worden bepaald of bijgewerkt op basis van waarnemingen van nu of uit het verleden, en/of van veranderingen in de samenstelling van de kudde. Gunstige waarnemingen uit het verleden zijn bijvoorbeeld een vroegere longontsteking of andere voor stress relevante ziekte, of directe waarneming van een slecht welbevinden dat eerder optreedt dan bij andere dieren, zoals een daling van de melkgift, hijgen enzovoort. Bij de onderhavige uitvinding is het nodig dat er een dieridentificatiesysteem is verschaft. In uitvoeringsvormen omvat het identificatiesysteem ten minste één van een tagleessysteem, en een camerasysteem met dierherkenningsprogrammatuur. Een tagleessysteem omvat bijvoorbeeld een taglezer en een stel door de dieren gedragen tags. Uiteraard dragen hierbij tenminste de dieren van de subset een dergelijke tag, die een RFID-chip of andere transponder bevat. Alternatief of aanvullend omvat het dieridentificatiesysteem een camerasysteem met dierherkenningsprogrammatuur. Het systeem is daarbij ingericht voor het bepalen van een dieridentiteit op basis van een of meer eigenschappen zoals een vorm, afmeting, vlekkenpatroon, barcode of ander al dan niet aangebracht ID-kenmerk van het dier. Met voordeel omvat het camerasysteem meerdere camera's, verspreid over het verblijfsgebied van de kudde zoals de stal, zodat de melkdieren van tenminste de subset betrouwbaar kunnen worden bewaakt. Met voordeel is ten minste één camera onder besturing van de besturingsinrichting beweegbaar opgesteld, en omvat de dierherkenningsprogrammatuur voorts diervolgprogrammatuur om een herkend dier te kunnen volgen. Dergelijke programmatuur is op zich in de stand van de techniek bekend, en maakt de bewakingsinrichting nog betrouwbaarder.
In het bijzonder is het dieridentificatiesysteem werkzaam verschaft op of bij een onderdeel van de verblijfsruimte dat betrouwbaar wordt bezocht door in beginsel alle dieren in de kudde. Een voorbeeld daarvan is een melkinrichting, met name een melkrobot, die altijd een dieridentificatiesysteem omvat om melkdieren te herkennen en de melking in te richten en uit te voeren in afhankelijkheid van de identificatie. Daarnaast zijn al dan niet automatische voersystemen zoals een voerhek of een concentraatstation, en in het bijzonder drenkinrichtingen zeer geschikt voor opstellen van een dieridentificatiesysteem, omdat deze elke dag meerdere keren zullen worden bezocht. Aldus kan elk melkdier, ook van de subset, tenminste op dat moment betrouwbaar worden gemonitord. Ook kan een diervolgend dierherkenningssysteem een eventueel zoekgeraakt dier vanaf daar betrouwbaar opnieuw gaan volgen. Ook is het mogelijk dat er een dierherkenningssysteem is verschaft op een voertuig of vliegtuig dat zich door de verblijfsruimte beweegt. Een dergelijke bewegend tuig biedt het voordeel dat het veel meer interactiemomenten met de dieren kent, en aldus meer in echttijd informatie over de stress kan verzamelen.
In uitvoeringsvormen is het stressdetectiesysteem een spijsverteringsgerelateerd stressdetectiesysteem. De spijsvertering is direct van belang voor melkproductie, en is vaak gevoelig voor stress, zodat stressdetectie bij de spijsvertering heel doeltreffend kan zijn. Hier wordt nogmaals benadrukt dat een voordeel van de uitvinding is om bij het gevoeligste deel van de kudde, de "indicatordieren", stress te detecteren, zodat o pop zich bekende wijze voor die dieren de stress kan worden tegengegaan, maar juist ook dat voor de andere dieren maatregelen kunnen worden genomen die het ontstaan van stress zelfs tegengaan, zodat eventuele stressgerelateerde schade niet eens optreedt bij die dieren. De genoemde spijsverteringsgerelateerde stressdetectiesystemen kunnen op zich velerlei zijn. Hieronder worden enkele voorbeelden uitgewerkt.
In uitvoeringsvormen omvat het stressdetectiesysteem een bolus alsmede een bolusuitleesinrichting, waarbij de bolus is ingericht voor meten van de pens-pH, en waarbij het stressdetectiesysteem tot stress concludeert bij dalen van de pens-pH met tenminste een vooraf bepaald aantal pH-eenheden. Pensverzuring is een belangrijk, vaak stressgerelateerd fenomeen, dat dient te worden voorkomen bij melkdieren. Bolussen zijn op zich bekende inrichtingen die voor allerlei doeleinden worden gebruikt.
In uitvoeringsvormen omvat het stressdetectiesysteem een vreetactiviteitdetectiesysteem, waarbij het stressdetectiesysteem tot stress concludeert bij verandering, inzonderheid dalen, van de vreetactiviteit met een vooraf bepaalde mate. Als een dier een min of meer sterk veranderd vreetgedrag vertoont, dan kan de besturing concluderen tot stress, zodat daartegen maatregelen kunnen worden genomen. Het vreetactiviteitdetectiesysteem kan bijvoorbeeld omvatten een halsband met een kauwen of herkauwsensor, zoals de Lely Qwes HR®. Ook is het mogelijk om een dierlocatiesysteem te verschaffen dat is ingericht om op basis van de geregistreerde locatie van het dier te bepalen hoeveel tijd vretend is doorgebracht. Met name tijd doorgebracht aan het voerhek kan als vreettijd worden beschouwd. Ook in de wei kan vreettijd worden bepaald als de tijd die langzaam lopend dan wel afwisselend lopend en stilstaand wordt doorgebracht. Hier zal een toegevoegde kauwsensor uiteraard een duidelijker beeld geven. Als de gemeten vreetactiviteit met tenminste een vooraf bepaalde mate zakt, zoals met ten minste 10% vreettijd, dan kan de besturing concluderen tot stress.
In uitvoeringsvormen omvat het stressdetectiesysteem een camerasysteem dat is ingericht voor registreren van contracties ter hoogte van de pens, en is het ingericht tot concluderen van stress indien het aantal contracties met meer dan een vooraf bepaalde mate verandert of onder een vooraf bepaalde eerste drempel zakt of boven een vooraf bepaalde tweede drempel stijgt. Het is op zich bekend dat penscontracties afnemen indien de pensinhoud verzuurt, vaak ten gevolge van stress, en dat penscontracties toenemen indien de inhoud dunner wordt, hetgeen eveneens een indicatie kan zijn van stress. Het camerasysteem, met name een 3D-camerasysteem, is hierbij ingericht voor het detecteren van de contracties op basis van erdoor gemaakte beelden van het dier ter hoogte van de pensdriehoek.
In uitvoeringsvormen omvat het stressdetectiesysteem een camerasysteem voor bepalen van een mestconsistentie van een dier van de subset, en is het ingericht voor concluderen tot stress indien de consistentie dunner is dan een vooraf bepaalde consistentiedrempel. Wanneer die consistentie te dun wordt, is dat eveneens een teken van (spijsverterings)stress. Het camerasysteem kan bijvoorbeeld kijken naar de hoogte van een gedeponeerde hoop mest ten opzichte van de oppervlakte ervan. Bij een dunne consistentie is die verhouding zeer klein. Omgekeerd kan bij een stevige consistentie de verhouding hoogte-oppervlakte groot zijn. Het is van voordeel wanneer het camerasysteem bovendien is ingericht voor dieridentificatie, dan wel is verbonden met een dieridentificatiesysteem, zodanig dat het melkdierbewakingssysteem als geheel in staat is tot identificatie van het dier dat de hoop mest heeft gedeponeerd.
In uitvoeringsvormen is het stressdetectiesysteem uitgerust met een dierlocatiesysteem dat een geheugen omvat met plaatsgerelateerde informatie die de positie omvat van een of meer relatief koele plekken en/of een of meer relatief warme plekken van de verblijfsruimte en/of drenkplekken, en waarbij het stressdetectiesysteem is ingericht voor het constateren van stress, in het bijzonder hittestress, indien de bezoekfrequentie aan of de dierdichtheid op ten minste een van de koele plekken en/of drenkplekken met meer dan een drempelwaarde stijgt en/of de bezoekfrequentie aan of de dierdichtheid op ten minste een van de warme plekken met meer dan een drempelwaarde daalt. Deze uitvoeringsvormen zijn meer gericht op hittestress, en kijken naar geddragsveranderingen die duiden op een te warme omgeving of te veel dorst
Daarnaast zullen melkdieren met beginnende of gevorderde stress vaak minder actief zijn. Aldus zal de waargenomen verplaatsing in snelheid en/of afstand en of het aantal bewegingen kleiner zijn dan gemiddeld voor dat melkdier. Bijvoorbeeld is het camerasysteem met diergedragherkenningsprogrammatuur ingericht voor herkennen en meten van dergelijke verplaatsingen en/of bewegingen. Alternatief of aanvullend kunnen de melkdieren van de subset zijn uitgerust met een activiteitsmeter, zoals een stappenteller of (her)kauwsensor, zoals bijvoorbeeld geleverd door de firma's Nedap of SCR. Voorts is met voordeel een uitleessysteem verschaft voor uitlezen van een of meer op de melkdieren verschafte sensorinrichtingen, zoals activiteitsmeters. Aldus kan de toestand van het of elk betreffende melkdier vaker, tot zelfs in echttijd, worden bewaakt, doordat het uitleessysteem overeenkomstig vaker, of zelfs in echttijd, de gemeten waarden doorgeeft aan de besturing. Het uitleessysteem kan per dier een zendertje omvatten, of een op afstand uitleesbare tag. Alternatief is het mogelijk dat een tagleesinrichting telkens de informatie op een op het dier gedragen sensorinrichting, zoals in een halsband of oortag, uitleest in een melkrobot, bij een voer- of drenkinstallatie enzovoort, en naar de besturing stuurt.
Een groot voordeel van de onderhavige uitvinding is dat dergelijke diergedragen sensoren slechts op de melkdieren van de subset hoeven te zijn verschaft. Dit kan veel kosten voor de benodigde materialen besparen, naast tijd voor aanbrengen, onderhouden en uitlezen van de sensoren. Ook kan aldus de hoeveelheid te verwerken informatie beperkt blijven. Hierbij wordt opgemerkt dat vrijwel alle bovengenoemde parameters, zoals aantal penscontracties, (her)kauwbewegingen enzovoort op stress aanduiden als de waarde meer dan een vooraf bepaalde drempelwaarde verandert. Deze drempelwaarde is zelden als absoluut getal te geven, doch is meer of minder sterk gekoppeld aan de wensen van de veeboer. Bij een striktere monitoring, dus lagere drempelwaarden en snellere overschrijding, zal er eerder een stresssignaal worden gegenereerd dan in he tgeval van ee nwat lossere benadering. Daar staat tegenover dat de te nemen maatregelen dan juist omgekeerd zijn: in het eerste geval wat soepeler, dus ee nkleinere verandering in voeding enzovoort, terwijl in het tweede geval dan juist een wat grotere verandering vereist zal zijn. Een en ander zal in de praktijk door elke boer weer anders worden ingevuld, doch de voordelen van de uitvinding blijven, namelijk een kleiner aantal dieren monitoren, en toch bij het merendeel van alle dieren daardoor stress voorkomen.
Alternatief is het mogelijk om toch meerdere, in het bijzonder alle, andere dieren van de kudde te voorzien van een of meer genoemde sensorinrichtingen. Aldus blijft het mogelijk om rekening te houden met afwijkende of alarmerende waarden bij een of meer dieren buiten de subset. In uitvoeringsvormen is het stressdetectiesysteem voorts ingericht voor bepalen van een waarde van ten minste één stressindicator bij ten minste één melkdier van de kudde buiten de subset, en is de subsetbepalingsinrichting ingericht voor automatisch aanpassen van de subset in afhankelijkheid van de ten minste ene bepaalde waarde bij het ten minste ene melkdier buiten de subset en van de ten minste ene bepaalde waarde bij het ten minste ene melkdier van de subset. Aldus is het systeem, de besturing, aangepast voor bijstellen van de subset van te bewaken melkdieren, om nieuwe gegevens die daartoe aanleiding geven automatisch te verwerken tot wijzigingen van die subset. In het algemeen is het besturingssysteem ingericht voor inschakelen van de (algemene) stressverminderingsmiddelen als een melkdier uit de subset een parameterwaarde geeft die een grens over- of onderschrijdt, zoals een te laag aantal stappen en/of herkauwbewegingen per tijdseenheid. Als een ander melkdier dat een of meer keer doet vóór een subset-melkdier, dan wordt dat andere melkdier toegevoegd, of vervangt het andere melkdier een ander melkdier uit de subset, zoals het minst kritische melkdier uit de subset. Een algoritme voor dergelijke maatregelen is eenvoudig te verschaffen in de besturing. Belangrijk om op te merken is voorts dat met behulp van een dergelijk algoritme ook de subset, of het gevoelige deel van de kudde ab origine kan worden bepaald. Hiertoe omvat de besturing bijvoorbeeld een toewijzingscriterium, alsmede een of meer van de genoemde sensorinrichtingen. Het toewijzingscriterium kan dan bijvoorbeeld omvatten dat de melkgift met tenminste een vooraf bepaalde hoeveelheid of percentage zakt. Voor de melkgift wordt in beginsel gekeken naar de gerealiseerde melkproductie, hetzij uit een totale melkgift per dag of andere tijdsperiode, hetzij uit een verhouding van de gift bij een melkbeurt gedeeld door de tijdsduur sinds de laatste melking. Er wordt dan bijvoorbeeld voldaan aan het toewijzingscriterium als deze melkproductie met ten minste 10% terugloopt. Uiteraard zijn andere toewijzingscriteria ook mogelijk, deels afhangend van de wensen van de veeboer.
De stressverminderingsmiddelen zijn niet bijzonder beperkt. Opgemerkt wordt wel dat deze middelen in beginsel bedoeld zijn om stress, dan wel de gevolgen van die stress, voor meer dan één melkdier te verminderen. De middelen zijn nadrukkelijk niet bedoeld voor individuele stressvermindering, hetgeen immers ook individuele stressmeting voor elk melkdier met zich mee zou brengen. In uitvoeringsvormen omvatten de stressverminderingsmiddelen de stressverminderingsmiddelen een bicarbonaattoevoeginrichting, die een vooraf bepaalde hoeveelheid (natrium)bicarbonaat aan bijvoorbeeld het ruwvoer toevoegt. Dit toevoegen geschiedt dan met voordeel aan elk dier van het gevoelige deel van de kudde, of desgewenst aan elk dier van de kudde.
Alternatief of aanvullend omvatten de stressverminderingsmiddelen een automatische voerinrichting, die automatisch voer verschaft aan de dieren van de kudde en die is ingericht om in afhankelijkheid van de bepaalde waarde van de stressindicator het aandeel NDF ("neutral detergent fiber") en/of de krachtvoergift voor de dieren in de groep aan te passen. In het bijzonder als de pens-pH zakt (zuurder wordt) of de herkauwtijd korter wordt, verkleint de voerinrichting het aandeel NDF in het voer, en/of verkleint de voerinrichting de krachtvoergift per dier per tijdseenheid, met name per dag. Wederom geldt dat deze aanpassing voor alle dieren in de groep geldt, indien bij de gevoeligste dieren stress, of de gevolgen daarvan, wordt vastgesteld door het systeem, en dat daardoor het ontstaan van de stress of de gevolgen bij de andere dieren zo veel mogelijk wordt voorkomen.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin in de enige figuur een niet-beperkende uitvoeringsvorm is getoond.
De Figuur toont een melkdierbewakingsinrichting 1 met een stal 2 met melkkoeien 3-1 en een indicatorkoe 3-2, elk met een ID-tag 4 aan een halsband. De indicatorkoe 3-2 draagt voorts een kauwsensor 5 en een inwendige bolus 6.
De ID-tag 4, de kauwsensor 5 en de bolus 6 zijn uitleesbaar door een taglezer 7 van een melkbox 8 met een melkrobot 9. Met 10 is een besturing aangeduid, met een toetsenbord 11.
Voorts zijn verschaft camera's 12-1, 12-2, 12-3, 12-4, drinkbakken 13, een voerhek 14 voor ruwvoer R, en met een voerdeponeervoertuig15, alsmede individuele voerboxen 16 met bedienbare voerbakken 17. Voorts zijn met 18 zuidramen aangeduid en met 19 gemiddeld warmere plekken, en is 20 een hoop mest. In de stal zijn voorts ligboxen 21 verschaft.
In de stal 2 van de inrichting 1 bevindt zich een kudde koeien, hier eenvoudigheidshalve slechts enkele dieren, maar in de praktijk vaak veel meer, tot wel enkele honderden dieren. Van deze dieren is het grootste deel een "normale" koe 3-1, zonder een speciale status. Enkele dieren hebben echter de status indicatorkoe 3-2 gekregen, omdat daarvan bekend is dat zij gevoeliger zijn voor stress, en er eerder nadelige gevolgen van ondervinden, althans dat deze stress eerder zichtbare of anderszins meetbare symptomen geeft. De status van de indicatorkoeien 3-2 kan vooraf zijn ingegeven in de besturing 10 via het toetsenbord 11, of via een andere wijze, zoals een gegevensverbinding.
De verhouding tussen het aantal indicatorkoeien 3-2 en het aantal niet-indicatorkoeien 3-1 is hier laag, en slechts weinig koeien hoeven te worden bewaakt. Bij grotere kuddes kan deze verhouding vaak nog verder naar beneden, zoals naar 1:10 of zelfs 1:100. Een en ander is afhankelijk van de relatieve gevoeligheid van de koeien 3-1, 3-2, en de gewenste gevoeligheid/nauwkeurigheid, maar in de praktijk is het vrij eenvoudig om een aantal te bepalen dat geschikte informatie geeft aan de veehouder.
De indicatorkoeien 3-2 dragen aan hun halsband naast een ID-tag 4, die elke koe 3-1, 3-2 draagt, bovendien een kauwsensor 5 en/of een inwendige bolus 6. De laatste twee zijn voorbeelden van meetmiddelen voor het bepalen van een spijsverteringgerelateerde stresswaarde of althans van een daaraan gekoppelde parameterwaarde. De kauwsensor 5 dient hierbij voor het meten van een vreetactiviteitswaarde van de indicatorkoe 3-2, die zal dalen bij veel vormen van stress. De kauwsensor 5 meet daartoe bijvoorbeeld het aantal kauwbewegingen, bijvoorbeeld per tijdseenheid. Alternatief of aanvullend meet de kauwsensor het aantal herkauwbewegingen (regurgitaties) van de koe. Een voorbeeld is de Lely Owes HR®-sensor. Als het aantal (her)kauwbewegingen bijvoorbeeld met ten minste 10% daalt, is dat een indicatie dat het dier 3-2 (vreet)stress heeft, waarop actie kan worden ondernomen door de besturing, teneinde die stress bij alle (andere) koeien juist te voorkomen.
De inwendige bolus 6 is een op zich bekend middel om pensparameterwaarden te meten, zoals met name de pens-pH. Als die pH te laag wordt, is dat een teken van pensverzuring, hetgeen wederom een spijsverteringsstress-signaal is. Wederom kan het meten daarvan bij een indicatorkoe 3-2 helpen bij het voorkomen ervan bij de andere koeien 3-1. Het zal duidelijk zijn dat het inbrengen en beheren van dergelijke blussen 6 betrekkelijk ingewikkeld en tijdrovend is. Derhalve komt het voordeel van de uitvinding, namelijk he tslechts bewaken van een klein aantal dieren, hierbij goed tot zijn recht.
Het uitlezen van de bolus 6 en/of de kauwsensor 5 word thier geacht te geschieden bij of met behulp van de taglezer 7. Hiervan zijn er meerdere verschaft in de stal 2, zoals bij de drinkbakken 13 en de individuele voerboxen 16. Het is alternatief mogelijk om gespecialiseerde leesinrichtingen te verschaffen, al naargelang het type bolus, kauwsensor enzovoort, doch dergelijke details gaan buiten het kader van deze uitvinding.
De gemeten stress is een indicatie dat de betroffen koeien, hier dus indicatorkoeien 3-2, een slechter welzijn hebben, en mede daardoor minder zullen eten en/of minder melk zullen geven. Aangezien de melkgift slechts twee- a driemaal daags plaatsvindt, kan het vaststellen van stress via melkgift vaak te laat zijn. Het is dus van belang voor welzijn en melkgift om tijdig stress te kunnen detecteren om een daling van de melkgift vóór te zijn. En dat kan het beste bij indicatorkoeien 3-2 die er het snelste zicht- of meetbare last van krijgen. Aldus wordt een melkgiftdaling bij de meeste andere koeien 3-1 voorkomen voordat die merkbaar op zal treden. Bovendien is het aldus voldoende om een kleiner aantal koeien te monitoren, hetgeen eenvoudiger is, terwijl dat nauwkeuriger kan, mede omdat meetmiddelen maar voor een beperkt aantal dieren nodig is.
De stress zou ook kunnen worden bepaald via een camerasysteem met camera's 12, die verbonden zijn met de besturing 10, met daarin een beeldverwerkingsprogramma, dat een waarde van ee nstressparameter van indicatorkoeien 3-2 bepaalt uit de beelden. Het camerasysteem omvat bijvoorbeeld camera's 12-1, waarvan er hier slechts twee zijn getoond. Deze camera's 12-1 zijn ingericht voor bepalen van de locatie van de dieren 3-2, en eventueel tevens 3-1, op basis van beeldherkenning. De bepaalde locatie kan gebruikt worden om te kijken of er een verandering plaatsvindt diue gekoppeld kan worden aan stress. Bijvoorbeeld kan de gemiddelde tijd afnemen die een indicatoekoe 3-2 doorbrengt op een plaats waarvan bekend is dat die gemiddeld warmer is. In de getoonde stal 2 zijn dat bijvoorbeeld de zuidramen 18 met de daarachter gelegen warme plekken 19. Het camerasysteem 12-1 kan tot (hitte)stress concluderen als de gemiddelde verblijftijd van de koeien 3-2 aldaar afneemt, maar ook als de gemiddelde bezetting aldaar afneemt, dus het gemiddeld aantal koeien op die plek daalt. Ook kan er stress worden geconcludeerd als het aantal bezoeken aan de drinkbakken 13 toeneemt. Dit aantal kan worden bepaald door met de besturing 10 werkzaam verbonden camera's 12-3, of taglezers 7 ter plekke van de drinkbakken 13.
Camera 12-2 neemt waar dat een indicatorkoe 3-2 een hoop mest 20 deponeert. De 3D-camera 12-2 bepaalt vervolgens de vorm van de hoop 20, of tenminste een indicatie daarvoor, zoals de verhouding tussen hoogte en oppervlakte. Daaruit kan de met de camera 12-2 verbonden besturing 10 de consistentie van de hoop 20 bepalen. Mocht deze consistentie bijvoorbeeld onder een drempelwaarde zakken of bijvoorbelled ten minste 20% dunner zijn geworden, dan concludeert de besturing 10 tot een spijsverteringsstress, en kan maatregelen nemen, die hieronder nog zullen worden besproken.
Camera 12-4 is een van de verder niet getoonde stereoscopische camera's die de ligboxen bewaken. Deze camera's zijn gericht op de koeien die erin liggen. Ingeval de bij camera 12-4 getoonde koe een indicatoekoe is, monitort de camera de pensdriehoek en de penscontracties die daarin optreden. Mocht het aantal penscontracties per tijdseenheid met meer dan een vooraf bepaald aantal of percentage afnemen, dan kan de werkzaam verbonden besturing 10 concluderen tot stress, met name pensverzuring, en kan geschikte maatregelen nemen.
Voorts kan in he talgemeen het camerasysteem worden gebruikt om de indicatorkoeien 3-2 te herkennen in de kudde. Het is daarbij voordelig dat slechts een minderheid van de koeien van de kudde indicatorkoeien 3-2 zijn, en de rest gewone koeien 3-1. Daardoor zal de beeldverwerking minder koeien hoeven te onderscheiden, hetgeen de herkenning betrouwbaarder maakt. Ook zou de ID-tag 4 een optische markering kunnen omvatten, zoals een barcode of specifieke kleur of dergelijke. Vaak omvat de ID-tag een RFID-chip die afleesbaar is in bijvoorbeeld de melkbox 8, door een aldaar verschafte taglezer 7. Deze is voordelig om op basis van de vastgestelde dieridentiteit de melkrobot 9 te kunnen bedienen. Ook kan een dergelijke taglezer zijn verschaft op andere plaatsen, zoals bij de drinkbakken 13 of de individuele voerboxen 16..
Op basis van een of meer van de boven beschreven wijzen verzamelt de besturing 10 gegevens over mogelijke stress bij de indicatorkoeien 3-2. Mocht de besturing 10 vaststellen dat er sprake is van stress, door vergelijken van de een of meer van de gemeten waarden met referentie- of drempelwaarde en vaststellen of er een over-of onderschrijding is, dan kan de besturing een of meer maatregelen nemen. Daartoe zijn bijvoorbeeld verschaft een voersysteem met een voerdeponeervoertuig 15 dat aan een voerhek 14 ruwvoer R deponeert dat is geladen in een hier niet getoonde automatische voerkeuken. Als de besturing 10 een stressindicatie aangeeft bij een indicatorkoe 3-2, dan kan de besturing opdracht geven dat het voerdeponeervoertuig 15 wordt beladen met een structuurrijker rantsoen, zoals met meer hooi. Ook is het mogelijk dat er bijvoorbeeld natriumbicarbonaat aan het rantsoen wordt toegevoegd in de voerkeuken.
Ook zijn er individuele voerboxen 16 verschaft, waarbij individuele dieren, welker identiteit met behulp van taglezers 7 wordt bepaald, individueel een krachtvoerrantsoen met eventuele additieven kan ontvangen via de voerbakken 17. Hierbij is het mogelijk dat de besturing 10 bij een stressindicator de voerbakken 17 zodanig kan bedienen dat alle dieren, dus niet alleen de indicatorkoeien 3-2, minder of juist meer krachtvoer dan oorspronkelijk krijgen toebedeeld, met andere woorden voor alle koeien 3-1 en 3-2 het krachtvoerrantsoen verandert.
Dit zijn voorbeelden, met name spijsverteringgerelateerde voorbeelden, van maatregelen tegen stress die is vastgesteld bij enkele dieren, de indicatordieren 3-2, welke maatregelen echter gelden voor alle dieren 3-1 en 3-2. Daarmee wordt beoogd om de bij de indicatorkdieren vastgestelde stress bij de andere dieren zo veel mogelijk te voorkomen.
Bovendien is het mogelijk om toch ook voor een of meer andere koeien 3-1, d.w.z. niet-indicatorkoeien 3-1, een stressindicator te bewaken, bijvoorbeeld met behulp van de camera's 12-1/2/3/4. Ingeval de besturing, bij voorkeur herhaald, vaststelt dat er bij een of meer van de niet-indicatorkoeien 3-1 stress optreedt vóórdat die bij een of meer indicatorkoeien optreedt, dan kan de besturing besluiten de minst stressgevoelige indicatorkoeien 3-2 vervangen door de een of meer niet-indicatorkoeien 3-1 bij wie eerder stress wordt vastgesteld. Van deze koeien verwisselt de besturing 10 dan de status/indeling. Aldus kan de besturing telkens de set indicatorkoeien 3-2 optimaliseren. Hierbij geldt dat het systeem 1, in het bijzonder de besturing 10, de identiteit van de betreffende niet-indicatorkoe(ien) 3-1 moet kunnen vaststellen. Dit kan minimaal door een alarm aan de veehouder te geven, zodat deze de betreffende identiteit kan vaststellen en de betreffende koe(ien) kan invoeren via het toetsenbord 11. Eventueel kan het geautomatiseerd zijn door de betreffende niet-indicatorkoe met dezelfde camera's 12 te volgen totdat deze een taglezer 7 passeren, waarbij de ID-tag 4 wordt uitgelezen, en de identiteit bekend wordt. Nog weer alternatief kan van elke koe, 3-1 en 3-2, beeldherkenningsinformatie zijn opgeslagen, zodat elke koe door de besturing kan worden herkend. Nog steeds is het voor de besturing dan eenvoudiger om slechts een deel van de koeien te hoeven bewaken voor wat betreft stress, zodat de rekencapaciteit of het dataverkeer dergelijke overeenkomstig beperkt kan blijven.
De getoonde uitvoeringsvormen dienen slechts ter uitleg van de uitvinding, zonder deze te beperken. De beschermingsomvang wordt gedefinieerd aan de hand van de bijgevoegde conclusies.

Claims (14)

1. Melkdierbewakingssysteem voor een kudde melkdieren omvattende - een verblijfsruimte voor de kudde melkdieren, - een of meer bestuurbare stressverminderingsmiddelen die zijn ingericht voor terugdringen of voorkomen van stress bij melkdieren, en - een besturingssysteem voor het besturen van het melkdierbewakingssysteem, dat omvat - een subsetbepalingsinrichting, voor bepalen of ingeven van een subset van de kudde, welke subset kleiner is dan de gehele kudde, - een identificatiesysteem voor het identificeren van de melkdieren uit althans de subset, - een stressdetectiesysteem voor het detecteren van een waarde van ten minste één stressindicator bij ten minste één melkdier van de subset, waarbij het besturingssysteem is ingericht voor in afhankelijkheid van de ten minste ene gedetecteerde waarde besturen van de een of meer stressverminderingsmiddelen bij meerdere van de melkdieren.
2. Melkdierbewakingssysteem volgens conclusie 1, waarbij het besturingssysteem is ingericht voor in afhankelijkheid van de ten minste ene gedetecteerde waarde besturen van de een of meer stressverminderingsmiddelen bij een vooraf bepaald of ingegeven gevoelig deel van de kudde, meer in het bijzonder bij in hoofdzaak de gehele kudde in de verblijfsruimte.
3. Melkdierbewakingssysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de subset tussen 1 en 10% van het aantal dieren van de kudde bedraagt, in het bijzonder tussen 1 en 10 melkdieren van de kudde.
4. Melkdierbewakingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de subsetbepalingsinrichting een invoermiddel omvat zoals een toetsenbord of een gegevensverbinding.
5. Melkdierbewakingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het identificatiesysteem ten minste één omvat van een tagleessysteem, een camerasysteem met dierherkenningsprogrammatuur.
6. Melkdierbewakingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het stressdetectiesysteem een spijsverteringsgerelateerd stressdetectiesysteem omvat.
7. Melkdierbewakingssysteem volgens conclusie 6, waarbij het stressdetectiesysteem een bolus alsmede een bolusuitleesinrichting omvat, waarbij de bolus is ingericht voor meten van de pens-pH, en waarbij het stressdetectiesysteem tot stress concludeert bij dalen van de pens-pH met tenminste een vooraf bepaald aantal pH-eenheden.
8. Melkdierbewakingssysteem volgens conclusie 6, waarbij het stressdetectiesysteem een vreetactiviteitdetectiesysteem omvat, in het bijzonder een kauwsensor of herkauwsensor, en waarbij het stressdetectiesysteem tot stress concludeert bij verandering, inzonderheid dalen, van de vreetactiviteit met een vooraf bepaalde mate.
9. Melkdierbewakingssysteem volgens conclusie 6, waarbij het stressdetectiesysteem een camerasysteem omvat dat is ingericht voor registreren van contracties ter hoogte van de pens, en is het ingericht tot concluderen van stress indien het aantal contracties met meer dan een vooraf bepaalde mate verandert of onder een vooraf bepaalde eerste drempel zakt of boven een vooraf bepaalde tweede drempel stijgt.
10. Melkdierbewakingssysteem volgens conclusie 6, waarbij het stressdetectiesysteem een camerasysteem voor bepalen van een mestconsistentie van een dier van de subset omvat, en is het ingericht voor concluderen tot stress indien de consistentie dunner is dan een vooraf bepaalde consistentiedrempel.
11. Melkdierbewakingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het stressdetectiesysteem voorts is ingericht voor bepalen van een waarde van ten minste één stressindicator bij ten minste één melkdier van de kudde buiten de subset, en waarbij de subsetbepalingsinrichting is ingericht voor automatisch aanpassen van de subset in afhankelijkheid van de ten minste ene bepaalde waarde bij het ten minste ene melkdier buiten de subset en van de ten minste ene bepaalde waarde bij het ten minste ene melkdier van de subset.
12. Melkdierbewakingssysteem volgens conclusie 11, waarbij het stressdetectiesysteem is uitgerust met een dierlocatiesysteem dat een geheugen omvat met plaatsgerelateerde informatie die de positie omvat van een of meer relatief koele plekken en/of een of meer relatief warme plekken van de verblijfsruimte en/of drenkplekken, en waarbij het stressdetectiesysteem is ingericht voor het constateren van stress, in het bijzonder hittestress, indien de bezoekfrequentie aan of de dierdichtheid op ten minste een van de koele plekken en/of drenkplekken met meer dan een drempelwaarde stijgt en/of de bezoekfrequentie aan of de dierdichtheid op ten minste een van de warme plekken met meer dan een drempelwaarde daalt.
13. Melkdierbewakingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de stressverminderingsmiddelen een bicarbonaattoevoeginrichting omvatten, die een vooraf bepaalde hoeveelheid (natrium)bicarbonaat aan het voer of drinkwater toevoegt.
14. Melkdierbewakingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de stressverminderingsmiddelen een automatische voerinrichting omvatten, die automatisch voer verschaft aan de dieren van de kudde en die is ingericht om in afhankelijkheid van de bepaalde waarde van de stressindicator het aandeel NDF ("neutral detergent fiber") en/of de krachtvoergift voor de dieren in de groep aan te passen.
NL2020076A 2017-12-13 2017-12-13 Melkdierbewakingssysteem met stressverminderingsmiddelen NL2020076B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2020076A NL2020076B1 (nl) 2017-12-13 2017-12-13 Melkdierbewakingssysteem met stressverminderingsmiddelen
PCT/NL2018/050782 WO2019117707A1 (en) 2017-12-13 2018-11-21 Dairy animal monitoring system with stress reduction means

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2020076A NL2020076B1 (nl) 2017-12-13 2017-12-13 Melkdierbewakingssysteem met stressverminderingsmiddelen

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2020076B1 true NL2020076B1 (nl) 2019-06-21

Family

ID=61132863

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2020076A NL2020076B1 (nl) 2017-12-13 2017-12-13 Melkdierbewakingssysteem met stressverminderingsmiddelen

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2020076B1 (nl)
WO (1) WO2019117707A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN114144060B (zh) * 2019-08-06 2023-10-10 昕诺飞控股有限公司 调节设备、照明设备和方法
CN112880908B (zh) * 2021-01-18 2022-06-03 江西省农业科学院农业经济与信息研究所 牲畜排便稠度测量装置以及方法

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2009001047A2 (en) * 2007-06-22 2008-12-31 Delaval Holding Ab Method and apparatus for cooling an animal
WO2010089747A2 (en) * 2009-02-03 2010-08-12 Ehud Yanai System and methods for health monitoring of anonymous animals in livestock groups
GB2490699A (en) * 2011-05-10 2012-11-14 Well Cow Ltd Flexible filter for a bolus device
WO2014118788A2 (en) * 2013-02-04 2014-08-07 Faunus Ltd. Early warning system and/or optical monitoring of livestock including poultry

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
PL2073625T3 (pl) 2006-09-29 2017-05-31 Delaval Holding Ab Sposób i system sterowania do zmniejszania obciążenia cieplnego zwierząt

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2009001047A2 (en) * 2007-06-22 2008-12-31 Delaval Holding Ab Method and apparatus for cooling an animal
WO2010089747A2 (en) * 2009-02-03 2010-08-12 Ehud Yanai System and methods for health monitoring of anonymous animals in livestock groups
GB2490699A (en) * 2011-05-10 2012-11-14 Well Cow Ltd Flexible filter for a bolus device
WO2014118788A2 (en) * 2013-02-04 2014-08-07 Faunus Ltd. Early warning system and/or optical monitoring of livestock including poultry

Also Published As

Publication number Publication date
WO2019117707A1 (en) 2019-06-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Ruuska et al. Validation of a pressure sensor-based system for measuring eating, rumination and drinking behaviour of dairy cattle
KR102035672B1 (ko) 가축의 행동과 위치를 모니터링하는 장치 및 방법
US20200229391A1 (en) Dairy animal-monitoring system comprising heat stress-reducing means
EP1665984B1 (en) A method of automatically milking animals and monitoring their state of health
EP0824309B1 (en) A method of treating animals, in particular feeding same
JP5514721B2 (ja) 搾乳動物の発情行動を検出するための方法
NL2012893B1 (nl) Werkwijze en systeem voor het beheren van melkdieren.
US9955672B2 (en) Infrared thermography and behaviour information for identification of biologically important states in animals
EP1230849B1 (en) An arrangement for managing a herd of animals
CN114051377B (zh) 基于3d成像的动物体重测定
Rutter Advanced livestock management solutions
NL2020076B1 (nl) Melkdierbewakingssysteem met stressverminderingsmiddelen
CN112188833A (zh) 保持区域和在保持区域执行的方法
NL2017365B1 (en) Method and device to detect lameness of a cow
JP7089098B2 (ja) 行動特定装置、行動特定方法、及びプログラム
US20240224946A1 (en) Animal husbandry system
NL2019375B1 (nl) Melkdierbewakingssysteem met hittestressverminderingsmiddelen
CA2977383A1 (en) Animal health monitor
NL1008840C2 (nl) Veemanagementsysteem met geursensor.
CN114521106A (zh) 自动挤奶系统和确定动物的健康状况的方法
NL2013609B1 (nl) Veediermanagementsysteem.
Roessen et al. MooMonitor+ smart sensing technology and big data-resting time as an indicator for welfare status on farms.
CN112261869A (zh) 用于控制可移动赶闸的方法和控制单元
KR101984550B1 (ko) 가축 건강 관리 장치 및 이를 적용한 가축 건강 관리 시스템
CN117522655B (zh) 针对垃圾点区域的数据处理方法及装置