[go: up one dir, main page]

NL2016168B1 - Device and method for manipulating a rotor blade of a wind turbine. - Google Patents

Device and method for manipulating a rotor blade of a wind turbine. Download PDF

Info

Publication number
NL2016168B1
NL2016168B1 NL2016168A NL2016168A NL2016168B1 NL 2016168 B1 NL2016168 B1 NL 2016168B1 NL 2016168 A NL2016168 A NL 2016168A NL 2016168 A NL2016168 A NL 2016168A NL 2016168 B1 NL2016168 B1 NL 2016168B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rotor blade
support member
engaging
frame
members
Prior art date
Application number
NL2016168A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Michel Beukers René
Original Assignee
Irmato Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Irmato Beheer B V filed Critical Irmato Beheer B V
Priority to NL2016168A priority Critical patent/NL2016168B1/en
Priority to PCT/NL2017/050047 priority patent/WO2017131515A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2016168B1 publication Critical patent/NL2016168B1/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F03MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS; WIND, SPRING, OR WEIGHT MOTORS; PRODUCING MECHANICAL POWER OR A REACTIVE PROPULSIVE THRUST, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F03DWIND MOTORS
    • F03D80/00Details, components or accessories not provided for in groups F03D1/00 - F03D17/00
    • F03D80/50Maintenance or repair
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F03MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS; WIND, SPRING, OR WEIGHT MOTORS; PRODUCING MECHANICAL POWER OR A REACTIVE PROPULSIVE THRUST, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F03DWIND MOTORS
    • F03D13/00Assembly, mounting or commissioning of wind motors; Arrangements specially adapted for transporting wind motor components
    • F03D13/40Arrangements or methods specially adapted for transporting wind motor components
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E10/00Energy generation through renewable energy sources
    • Y02E10/70Wind energy
    • Y02E10/72Wind turbines with rotation axis in wind direction

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Sustainable Development (AREA)
  • Sustainable Energy (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wind Motors (AREA)

Abstract

De uitvinding verschaft een inrichting en werkwijze voor het manipuleren van een rotorblad van een windturbine. De inrichting omvat eerste aangrijpingsmiddelen voor het aangrijpen van een ronde basis van het rotorblad en tweede aangrijpingsmiddelen voor het aangrijpen van de onronde tip van het rotorblad. De eerste en tweede aangrijpingsmiddelen zijn ingericht voor het roteren van het rotorblad om een langsas van het rotorblad, waarbij de inrichting verder aandrijfmiddelen voor het roterend om de langsas aandrijven van het rotorblad omvat terwijl het rotorblad is aangegrepen door de eerste aangrijpingsmiddelen en door de tweede aangrijpingsmiddelen. Ten minste één van de eerste aangrijpingsmiddelen en van de tweede aangrijpingsmiddelen omvatten een gestel, omlooporganen die roteerbaar zijn verbonden met het gestel en een flexibel langwerpig draagorgaan dat is geslagen om de omlooporganen. Twee hogere omlooporganen zijn dusdanig ten opzichte van elkaar gepositioneerd dat het draagorgaan tussen de twee hogere omlooporganen een concave vorm heeft voor het in de concave vorm van het draagorgaan dragend opnemen van een deel van het rotorblad, en dat de aandrijfmiddelen zijn ingericht voor het aandrijven van het flexibele langwerpige draagorgaan.The invention provides a device and method for manipulating a rotor blade of a wind turbine. The device comprises first engagement means for engaging a round base of the rotor blade and second engagement means for engaging the unround tip of the rotor blade. The first and second engagement means are adapted to rotate the rotor blade about a longitudinal axis of the rotor blade, the device further comprising drive means for rotating the rotor blade about the longitudinal axis while the rotor blade is engaged by the first engagement means and by the second engagement means . At least one of the first engaging means and the second engaging means comprises a frame, bypass members rotatably connected to the frame and a flexible elongate support member that is wrapped around the bypass members. Two higher bypass members are positioned relative to each other such that the support member between the two higher bypass members has a concave shape for receiving a part of the rotor blade bearing in the concave shape of the support member, and that the drive means are adapted to drive the flexible elongated support member.

Description

Korte aanduiding: Inrichting en werkwijze voor het manipuleren van een rotorblad van een windturbine.Brief indication: Device and method for manipulating a rotor blade of a wind turbine.

BeschrijvingDescription

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het manipuleren van een rotorblad van een windturbine, welk rotorblad een althans in hoofdzaak ronde basis alsmede een tegenover de basis gelegen onronde tip omvat, de inrichting omvattende eerste aangrijpingsmiddelen voor het aangrijpen van de basis van het rotorblad en tweede aangrijpingsmiddelen voor het aangrijpen van de tip van het rotorblad welke eerste en tweede aangrijpingsmiddelen zijn ingericht voor het roteren van het rotorblad om een langsas van het rotorblad, waarbij de inrichting verder aandrijfmiddelen voor het roterend om de langsas aandrijven van het rotorblad omvat terwijl het rotorblad is aangegrepen door de eerste aangrijpingsmiddelen en door de tweede aangrijpingsmiddelen.The invention relates to a device for manipulating a rotor blade of a wind turbine, which rotor blade comprises an at least substantially round base as well as an unround tip opposite the base, the device comprising first engagement means for engaging the base of the rotor blade and second engagement means for engaging the tip of the rotor blade which first and second engagement means are adapted to rotate the rotor blade about a longitudinal axis of the rotor blade, the device further comprising drive means for rotating the rotor blade rotatably about the longitudinal axis while the rotor blade is engaged by the first engagement means and by the second engagement means.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Amerikaanse publicatie US 2014/0356113 A1. In deze publicatie wordt een ondersteuningsinrichting voor een rotorblad omschreven. Deze inrichting omvat voor toepassing bij de ronde basis van het rotorblad een gestel met een viertal rollen die komvormig zijn opgesteld en waar de basis op kan rusten. De komvorm is daarbij dusdanig gekozen dat het middelpunt van de komvorm concentrisch is met het hart van de ronde basis. De inrichting omvat voor toepassing bij de tip van het rotorblad een ring die zwenkbaar om een horizontale zwenkas die zich loodrecht op de lengterichting van het rotorblad uitstrekt is bevestigd aan twee poten. Binnen de ring is een framedeel voorzien met een doorgang. Het framedeel is zwenkbaar met de ring verbonden om een zwenkas die zich uitstrekt in een verticaal vlak evenwijdig aan de lengterichting van het rotorblad. Bij toepassing strekt de tip van het rotorblad zich door de doorgang uit en wordt op positie gehouden door een viertal houdorganen behorende bij het framedeel. De ring is over maximaal 260 graden roteerbaar om zijn hartlijn aandrijfbaar waardoor ook het rotorblad kan worden geroteerd.Such a device is known from the American publication US 2014/0356113 A1. In this publication a support device for a rotor blade is described. For use at the round base of the rotor blade, this device comprises a frame with four rollers which are arranged cup-shaped and on which the base can rest. The cup shape is chosen such that the center of the cup shape is concentric with the center of the round base. For use at the tip of the rotor blade, the device comprises a ring which is pivotably mounted on two legs about a horizontal pivot axis extending perpendicular to the longitudinal direction of the rotor blade. Within the ring a frame part is provided with a passage. The frame part is pivotally connected to the ring about a pivot axis that extends in a vertical plane parallel to the longitudinal direction of the rotor blade. In use, the tip of the rotor blade extends through the passage and is held in position by four holding members associated with the frame part. The ring can be rotated about a maximum of 260 degrees around its center line, so that the rotor blade can also be rotated.

Een dergelijke inrichting heeft als gevolg dat de toepassing van de houdorganen aan de zijde van de tip en met name van de rollen aan de zijde van de basis lokaal op het oppervlak van het rotorblad een hoge vlaktedruk teweeg kan brengen. Dit brengt het risico met zich mee dat lokaal delaminatie optreedt aan het oppervlak van het rotorblad. Dit risico is groter indien de basis niet perfect rond is en/of indien de basis en de komvorm van de rollen niet precies concentrisch zijn. Feitelijk kan de situatie daardoor ontstaan dat de basis niet op vier rollen rust maar slechts op drie of twee rollen.Such a device has the consequence that the use of the holding members on the side of the tip and in particular of the rollers on the side of the base can cause a high surface pressure locally on the surface of the rotor blade. This entails the risk that local delamination occurs on the surface of the rotor blade. This risk is greater if the base is not perfectly round and / or if the base and cup shape of the rollers are not precisely concentric. In fact, the situation may arise that the basis does not rest on four rolls but only on three or two rolls.

De uitvinding stelt zich ten doel bovengenoemd risico in aanzienlijke mate te reduceren. Hiertoe kenmerkt de inrichting volgens de uitvinding zich doordat ten minste één van de eerste aangrijpingsmiddelen en van de tweede aangrijpingsmiddelen een gestel, omlooporganen die roteerbaar zijn verbonden met het gestel en een flexibel langwerpig draagorgaan dat is geslagen om de omlooporganen omvat waarbij twee hogere omlooporganen dusdanig ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd dat het draagorgaan tussen de twee hogere omlooporganen een concave vorm heeft voor het in de concave vorm van het draagorgaan dragend opnemen van een deel van het rotorblad en dat de aandrijfmiddelen zijn ingericht voor het aandrijven van het flexibele langwerpige draagorgaan. Door toepassing van het flexibele langwerpige draagorgaan, bijvoorbeeld uitgevoerd als een band van kunststof materiaal, vindt ondersteuning van het rotorblad over een groter oppervlak plaats waardoor de oppervlaktedruk op het rotorblad en daardoor het risico op delaminatie afneemt.The invention has for its object to considerably reduce the above-mentioned risk. To this end, the device according to the invention is characterized in that at least one of the first engaging means and the second engaging means comprises a frame, by-pass means rotatably connected to the frame and a flexible elongate support member which is wrapped around the by-pass members, whereby two higher by-pass members are positioned such are positioned relative to each other that the support member has a concave shape between the two higher bypass members for receiving a part of the rotor blade bearing in the concave shape of the support member and that the drive means are adapted to drive the flexible elongate support member. By using the flexible elongated support member, for example designed as a band of plastic material, support of the rotor blade takes place over a larger surface, whereby the surface pressure on the rotor blade and thereby the risk of delamination decreases.

Bij voorkeur is het langwerpig omlooporgaan eindloos. Aldus is geen separate bevestiging van uiteinden van het omlooporgaan aan het gestel noodzakelijk en kan bovendien de aandrijving van het omlooporgaan in twee tegengestelde richtingen op eenvoudige wijze met een enkele aandrijfmotor of in zijn algemeenheid met een enkel aandrijfsysteem plaats vinden.Preferably, the elongate bypass member is endless. Thus, no separate attachment of the ends of the bypass member to the frame is necessary and, moreover, the drive of the bypass member in two opposite directions can easily take place with a single drive motor or in general with a single drive system.

Bij voorkeur omvat de inrichting verstelmiddelen voor het in hoogte kunnen verstellen van de twee hogere omlooporganen binnen een bereik van ten minste 30 cm, bij verdere voorkeur binnen een bereik van ten minste 60 cm. Door het in hoogte verstellen van de omlooporganen kan ook het rotorblad in hoogte worden versteld.The device preferably comprises adjusting means for being able to adjust the height of the two higher bypass members within a range of at least 30 cm, more preferably within a range of at least 60 cm. The rotor blade can also be adjusted in height by adjusting the height of the bypass members.

De inrichting kan tevens verdere verstelmiddelen omvatten voor het in hoogte kunnen verstellen van het gestel tussen een positie waarbij het gestel op de ondergrond rust en een positie waarbij het gestel vrij is van de ondergrond, bij voorkeur ten minste 2 cm vrij is van de ondergrond. Aldus kan het voordeel worden bereikt dat in eerstgenoemde positie een uitermate stabiele situatie kan worden verkregen terwijl in laatstgenoemde positie de betreffende aangrijpingsmiddelen eenvoudig kunnen worden verplaatst, bijvoorbeeld indien de aangrijpingsmiddelen dan via wielen op de ondergrond afsteunen.The device can also comprise further adjusting means for being able to adjust the height in height between a position where the frame rests on the substrate and a position where the frame is free from the substrate, preferably at least 2 cm free from the substrate. The advantage can thus be achieved that in the first-mentioned position an extremely stable situation can be obtained, while in the latter-mentioned position the relevant engaging means can be easily displaced, for instance if the engaging means then bear on the ground via wheels.

Het kan ook zeer voordelig zijn indien de eerste aangrijpingsmiddelen eerste weegmiddelen omvatten voor het meten van de belasting op de aangrijpingsmiddelen vanwege het gewicht van een deels door de eerste aangrijpingsmiddelen gedragen rotorblad en dat de tweede aangrijpingsmiddelen tweede weegmiddelen omvatten voor het meten van de belasting op de tweede aangrijpingsmiddelen vanwege het gewicht van een deels door de tweede aangrijpingsmiddelen gedragen rotorblad, waarbij de inrichting verder rekenmiddelen heeft voor het in afhankelijkheid van signalen van de eerste weegmiddelen en van de tweede weegmiddelen bepalen van de massa en/of de positie van het zwaartepunt van het rotorblad. Deze informatie kan bijvoorbeeld van nut zijn bij het met een kraan van de inrichting volgens de uitvinding overnemen van het rotorblad.It can also be very advantageous if the first engaging means comprise first weighing means for measuring the load on the engaging means because of the weight of a rotor blade partly supported by the first engaging means and that the second engaging means comprise second weighing means for measuring the load on the second engagement means because of the weight of a rotor blade partly supported by the second engagement means, the device further comprising calculating means for determining the mass and / or the position of the center of gravity of the center of gravity in dependence on signals from the first weighing means and the second weighing means rotor blade. This information can be useful, for example, when taking over the rotor blade with a crane of the device according to the invention.

De toepassing van onder andere het flexibele langwerpige draagorgaan kan met name voordelig zijn voor de basis van een rotorblad. Binnen dat kader omvatten bij voorkeur ten minste de eerste aangrijpingsmiddelen een gestel, omlooporganen die roteerbaar zijn verbonden met het gestel en een flexibel langwerpig draagorgaan dat is geslagen om de omlooporganen omvatten waarbij twee hogere omlooporganen dusdanig ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd dat het draagorgaan tussen de betreffende twee omlooporganen een concave vorm heeft voor het in de concave vorm van het draagorgaan dragend opnemen van een deel van het rotorblad, waarbij de aandrijfmiddelen een eerste 55orgaan omvatten voor het aandrijven van het draagorgaan behorende bij de eerste aangrijpingsmiddelen.The use of, inter alia, the flexible elongated support member can in particular be advantageous for the base of a rotor blade. Within that framework, preferably at least the first engaging means comprise a frame, bypass members rotatably connected to the frame and a flexible elongate support member which is wrapped around the bypass members, wherein two higher bypass members are positioned relative to each other such that the support member is positioned between the the two circulation members in question have a concave shape for receiving a part of the rotor blade bearing in the concave shape of the support member, the drive means comprising a first member for driving the support member associated with the first engagement means.

In combinatie met voorgaande mogelijke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding kan het verder voordeel bieden indien de aandrijfmiddelen een tweede aandrijforgaan omvatten voor het roterend aandrijven van de tweede aangrijpingsmiddelen of althans een deel daarvan dat in gebruik in aangrijpend contact is met een rotorblad. Dit tweede aandrijforgaan dient bij voorkeur ter ondersteuning van het eerste aandrijforgaan om aldus de torsiebelasting op het rotorblad te verkleinen.In combination with the foregoing possible embodiment of a device according to the invention, it can be further advantageous if the drive means comprise a second drive means for rotatingly driving the second engagement means or at least a part thereof that is in use in engagement with a rotor blade. This second drive member preferably serves to support the first drive member so as to reduce the torsional load on the rotor blade.

Het kan verder voordelig zijn indien de inrichting ten minste één arm omvat die zwenkbaar om een zwenkas tussen een buitenste stand en een binnenste stand met het gestel behorende bij de eerste aangrijpingsmiddelen is verbonden waarbij één van de twee hogere omlooporganen roteerbaar met de ten minste ene arm is verbonden, waarbij het betreffend hogere omlooporgaan in de binnenste stand dichter bij het andere hogere omlooporgaan is gelegen dan in de buitenste stand en de inrichting is ingericht om de arm van de buitenste stand naar de binnenste stand te zwenken tijdens of na het dragend doen opnemen van de basis van het rotorblad in de concave vorm van het draagorgaan. Aldus kan de lengte van draagorgaan dat aanligt tegen de basis worden vergroot zodat de contactdruk wordt verlaagd en een stabielere ondersteuning wordt verkregen. De onderhavige uitvoeringsvorm biedt de voordelige mogelijkheid dat de basis over meer dan 180 graden wordt omsloten door het draagorgaan zodat de basis wordt opgesloten door het draagorgaan hetgeen de veiligheid waarmee de inrichting volgens de uitvinding kan worden toegepast verder verhoogt.It may further be advantageous if the device comprises at least one arm which is pivotally connected about an pivot axis between an outer position and an inner position with the frame associated with the first engaging means, one of the two higher bypass members being rotatable with the at least one arm is connected, wherein the respective higher bypass member in the inner position is closer to the other higher bypass member than in the outer position and the device is adapted to pivot the arm from the outer position to the inner position during or after the bearing being received of the base of the rotor blade in the concave shape of the support member. Thus, the length of support member abutting the base can be increased so that the contact pressure is lowered and a more stable support is obtained. The present embodiment offers the advantageous possibility that the base is enclosed over more than 180 degrees by the support member so that the base is enclosed by the support member, which further increases the safety with which the device according to the invention can be applied.

Om het dragend doen opnemen van het rotorblad te vergemakkelijken geniet het de verdere voorkeur dat de inrichting twee armen omvat die ieder zwenkbaar om een zwenkas tussen respectievelijke buitenste standen en binnenste standen met het gestel behorende bij de eerste aangrijpingsmiddelen zijn verbonden waarbij ieder van de twee hogere omlooporganen roteerbaar met één van de twee armen is verbonden.In order to facilitate supporting the mounting of the rotor blade, it is further preferred that the device comprises two arms, each of which is pivotably connected about a pivot axis between respective outer positions and inner positions to the frame associated with the first engaging means, each of the two higher circulating members is rotatably connected to one of the two arms.

Bij voorkeur is de zwenkas behorende bij de ten minste ene arm zowel in de binnenste stand als in de buitenste stand onder het bijbehorende hogere omlooporgaan gelegen en/of verloopt in de buitenste stand van de ten minste ene arm de verbindingslijn tussen de zwenkas van de bijbehorende ten minste ene arm en de hartlijn van het bijbehorende hogere omlooporgaan verticaal of helt deze maximaal 15 graden. Aldus kan een compacte constructie worden verkregen.Preferably, the pivot axis associated with the at least one arm is located both in the inner position and in the outer position below the associated higher bypass member and / or in the outer position of the at least one arm the connecting line extends between the pivot axis of the associated at least one arm and the center line of the associated higher bypass member vertically or inclined up to 15 degrees. A compact construction can thus be obtained.

De constructieve eenvoud alsmede het gebruiksgemak zijn er mee gediend indien de inrichting veermiddelen omvat voor het doen neigen van de ten minste ene arm naar de buitenste stand. Het naar elkaar toe zwenken van de hogere omlooporganen vindt daarbij plaats tegen de werking van de veermiddelen in en wordt in zijn algemeenheid bij voorkeur veroorzaakt door de belasting die het rotorblad uitoefent op het draagorgaan tijdens het in gebruik dragend doen opnemen van de basis van het rotorblad in de concave vorm van het draagorgaan.The constructional simplicity as well as the ease of use are useful if the device comprises spring means for tending the at least one arm to the outer position. The higher bypass members are pivoted towards each other in this case against the action of the spring means and in general are preferably caused by the load exerted by the rotor blade on the support member during the lifting of the base of the rotor blade in use. in the concave form of the support member.

De voordelen van de uitvinding zijn met name aan de orde indien zowel de eerste aangrijpingsmiddelen als de tweede aangrijpingsmiddelen een gestel, omlooporganen die roteerbaar zijn verbonden met het gestel en een flexibel langwerpig draagorgaan dat is geslagen om de omlooporganen omvatten waarbij twee van de omlooporganen dusdanig ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd dat het draagorgaan tussen de betreffende twee omlooporganen een concave vorm heeft voor het in de concave vorm van het draagorgaan dragend opnemen van een deel van het rotorblad.The advantages of the invention are particularly relevant if both the first engaging means and the second engaging means comprise a frame, by-pass members rotatably connected to the frame and a flexible elongate support member wrapped around the by-pass members, two of the by-pass members being such are positioned relative to each other that the support member has a concave shape between the respective two bypass members for receiving a part of the rotor blade bearing in the concave shape of the support member.

De tweede aangrijpingsmiddelen omvatten bij voorkeur een klemorgaan dat op het draagorgaan behorende bij de tweede aangrijpingsmiddelen is voorzien ter plaatse van de concave vorm daarvan en dat ten minste twee klemorgaandelen omvat die ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn tussen een open stand waarbij de onronde tip van een rotorblad op ten minste één klemorgaandeel kan worden geplaatst en een dichte stand waarbij de klemorgaandelen aan de binnenzijde daarvan een vorm bepalen die overeenkomt met de dwarsdoorsnede van de tip waardoor de tip, althans in hoofdzaak, vormgesloten in het klemorgaan is opgenomen. Aldus kan een uiterst betrouwbare en stabiele aangrijping van de tip van een rotorblad worden verkregen.The second engaging means preferably comprise a clamping member which is provided on the support member associated with the second engaging means at the location of its concave shape and which comprises at least two clamping member parts which are movable relative to each other between an open position, the unround tip of a rotor blade can be placed on at least one clamping member portion and a closed position wherein the clamping member portions define on the inside thereof a shape corresponding to the cross-section of the tip, whereby the tip is received, at least substantially, in a form-fitting manner in the clamping member. An extremely reliable and stable engagement of the tip of a rotor blade can thus be obtained.

Om de stabiliteit verder te verhogen tijdens het dragend doen opnemen van de tip van een rotorblad in de tweede aangrijpingsmiddelen heeft het ten minste ene klemorgaandeel waarop in de open stand van het klemorgaan de onronde tip van een rotorblad kan worden geplaatst vormdelen en dat het gestel van de tweede aangrijpingsmiddelen is voorzien van contra-vormdelen waarbij het ten minste ene klemorgaandeel kan rusten op het gestel waarbij de vormdelen en de contra-vormdelen samen werken ter voorkoming van het verschuiven van het ten minste ene klemorgaandeel ten opzichte van het gestel.In order to further increase the stability during the load-bearing accommodation of the tip of a rotor blade in the second engagement means, the at least one clamping member portion on which the non-circular tip of a rotor blade can be placed in the open position of the clamping member and that the frame of the second engagement means is provided with counter-molded parts, wherein the at least one clamping member part can rest on the frame, the molded parts and the counter-molded parts working together to prevent the at least one clamping member part from sliding relative to the frame.

In zijn algemeenheid geldt dat het voordelig kan zijn dat de eerste aangrijpingsmiddelen en/of de tweede aangrijpingsmiddelen althans in hoofdzaak U-vormig zijn. Het liggende lijfdeel van de U-vorm draagt bij aan de stabiliteit waarmee de inrichting op een ondergrond kan rusten terwijl het rotorblad geheel of gedeeltelijk binnen de poten van de U-vorm kan worden gepositioneerd waardoor het zwaartepunt van het rotorblad relatief laag kan zijn gelegen.Generally speaking, it may be advantageous for the first engagement means and / or the second engagement means to be at least substantially U-shaped. The lying body part of the U-shape contributes to the stability with which the device can rest on a surface while the rotor blade can be positioned wholly or partly within the legs of the U-shape, whereby the center of gravity of the rotor blade can be situated relatively low.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het manipuleren van een rotorblad van een windturbine onder toepassing van een inrichting volgens de uitvinding zoals voorgaand omschreven. De werkwijze omvat de stappen van het met de eerste aangrijpingsmiddelen aangrijpen van de basis van het rotorblad, waartoe de basis van het rotorblad ten minste deels tussen twee hogere omlooporganen van de eerste aangrijpingsmiddelen neerwaarts wordt bewogen en op het concave deel van het flexibel langwerpig draagorgaan behorende bij de eerste aangrijpingsmiddelen wordt geplaatst, het met de twee aangrijpingsmiddelen aangrijpen van de tip van het rotorblad, het met de aandrijfmiddelen aandrijven van het flexibele langwerpige draagorgaan behorende bij de eerste aangrijpingsmiddelen voor het roteren van het rotorblad om de langsas daarvan.The invention also relates to a method for manipulating a rotor blade of a wind turbine using a device according to the invention as described above. The method comprises the steps of engaging the base of the rotor blade with the first engagement means, for which purpose the base of the rotor blade is moved downwards at least partially between two higher bypass members of the first engagement means and associated with the concave part of the flexible elongate support member when the first engaging means is placed, engaging the tip of the rotor blade with the two engaging means, driving the flexible elongate support member associated with the first engaging means for rotating the rotor blade about its longitudinal axis.

De voordelen van de werkwijze volgens de uitvinding zijn analoog aan die van de inrichting volgens de uitvinding zoals voorgaand reeds toegelicht.The advantages of the method according to the invention are analogous to those of the device according to the invention as already explained above.

In zijn algemeenheid geldt dat het voordelig kan zijn dat ten behoeve van het aangrijpen van de basis van het rotorblad door de eerste aangrijpingsmiddelen de basis van het rotorblad ten minste het middelpunt van de basis tussen twee hogere omlooporganen van de eerste aangrijpingsmiddelen neerwaarts wordt bewogen.In general, it may be advantageous that for the purpose of engaging the base of the rotor blade by the first engagement means, the base of the rotor blade is moved downwards at least the center point of the base between two higher bypass members of the first engagement means.

Zoals voorgaand reeds toegelicht kan het tevens de voorkeur genieten indien ten behoeve van het aangrijpen van de basis van het rotorblad door de eerste aangrijpingsmiddelen tijdens of na het neerwaarts bewegen van de basis van het rotorblad, de twee hogere omlooporganen naar elkaar toe worden bewogen. Absoluut gezien zou het daarbij ook zo kunnen zijn dat slechts één van de twee hogere omlooporganen wordt bewogen. Aldus kan de lengte van draagorgaan dat aanligt tegen de basis worden vergroot zodat de contactdruk wordt verlaagd, een stabielere ondersteuning wordt verkregen, en er een grotere aandrijfkracht van het draagorgaan op het rotorblad kan worden overgebracht.As already explained above, it may also be preferable if the two higher bypass members are moved towards each other for the purpose of engaging the base of the rotor blade by the first engaging means during or after the base of the rotor blade is moved downwards. From an absolute viewpoint, it could also be that only one of the two higher bypass members is moved. Thus, the length of support member abutting the base can be increased so that the contact pressure is reduced, a more stable support is obtained, and a greater driving force of the support member can be transferred to the rotor blade.

Bij een verdere mogelijke uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding worden de twee hogere omlooporganen in een dusdanige mate naar elkaar toe bewogen dat de naar elkaar gerichte zijden van de twee hogere omlooporganen op een afstand die kleiner is dan de diameter van de basis van elkaar zijn gelegen. Dientengevolge zal de basis over meer dan 180 graden worden omsloten door het draagorgaan zodat de basis wordt opgesloten door het draagorgaan hetgeen de veiligheid waarmee de inrichting volgens de uitvinding kan worden toegepast verder wordt verhoogd.In a further possible embodiment of a method according to the invention, the two higher bypass members are moved towards each other to such an extent that the opposite sides of the two higher bypass members are spaced apart at a distance smaller than the diameter of the base. located. As a result, the base will be enclosed by more than 180 degrees by the support member so that the base is confined by the support member, which further increases the safety with which the device according to the invention can be used.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde figuren getoond uitvoeringsvoorbeeld, waarin:The invention will now be elucidated on the basis of an exemplary embodiment shown in the attached figures, in which:

Figuur 1 een eerste perspectivisch aanzicht van een rotorblad van een windturbine alsmede een inrichting voor het manipuleren van het rotorblad toont;Figure 1 shows a first perspective view of a rotor blade of a wind turbine and a device for manipulating the rotor blade;

Figuur 2 een tweede perspectivisch aanzicht van het in figuur 1 getoonde rotorblad en de in figuur 1 getoonde inrichting toont;Figure 2 shows a second perspective view of the rotor blade shown in Figure 1 and the device shown in Figure 1;

Figuren 3a-d verschillende aanzichten, deels in doorsnede, van een eerste deel van de in figuren 1 en 2 getoonde inrichting voor het manipuleren van het rotorblad tonen;Figures 3a-d show different views, partly in section, of a first part of the device for manipulating the rotor blade shown in figures 1 and 2;

Figuur 4 een perspectivisch aanzicht van een tweede deel van de in figuren 1 en 2 getoonde inrichting voor het manipuleren van het rotorblad toont;Figure 4 shows a perspective view of a second part of the rotor blade manipulation device shown in Figures 1 and 2;

Figuren 5a-f verschillende aanzichten, deels in doorsnede, van het tweede deel van de inrichting voor het manipuleren van het rotorblad tonen met het rotorblad daarin bevestigd.Figures 5a-f show different views, partly in section, of the second part of the device for manipulating the rotor blade with the rotor blade attached therein.

In de figuren zijn overeenkomstige onderdelen voorzien van hetzelfde verwijzingscijfer.In the figures, corresponding parts are provided with the same reference numeral.

De figuren 1 en 2 tonen een op een ondergrond gepositioneerde inrichting 100 die is voorzien van een eerste aangrijpingsdeel 1 alsmede van een tweede aangrijpingsdeel 3. Het tweede aangrijpingsdeel 3 is verplaatsbaar over de ondergrond en op een vooraf te bepalen afstand van het eerste aangrijpingsdeel 1 op te stellen.Figures 1 and 2 show a device 100 positioned on a substrate which is provided with a first engagement part 1 and a second engagement part 3. The second engagement part 3 is movable over the surface and at a predetermined distance from the first engagement part 1 on to state.

Een rotorblad 5 van een windturbine is met behulp van de op een ondergrond opgestelde aangrijpingsdelen 1, 3 te ondersteunen. Zoals bijvoorbeeld zichtbaar in de figuren 3a en 5a zijn zowel het eerste aangrijpingsdeel 1 als het tweede aangrijpingsdeel 3 U-vormig. Aldus kan een stabiele ondersteuning van een rotorblad 5 worden verkregen. Met behulp van de aangrijpingsdelen 1, 3 van de inrichting 100 wordt het rotorblad 5 op een vooraf bepaalde of in te stellen hoogte vanaf een ondergrond opgehangen en is het rotorblad te manipuleren, zodat het rotorblad 5 eenvoudig machinaal of handmatig bewerkt of behandeld kan worden. Met behulp van de inrichting 100 is het bijvoorbeeld mogelijk om het rotorblad 5 ten minste gedeeltelijk of nagenoeg volledig van een coatingslaag te voorzien.A rotor blade 5 of a wind turbine can be supported with the aid of the engaging parts 1, 3 arranged on a substrate. For example, as shown in Figs. 3a and 5a, both the first engagement part 1 and the second engagement part 3 are U-shaped. A stable support of a rotor blade 5 can thus be obtained. With the aid of the engagement parts 1, 3 of the device 100, the rotor blade 5 is suspended from a surface at a predetermined or to be adjusted height and the rotor blade can be manipulated, so that the rotor blade 5 can be machined or treated simply or manually. With the aid of the device 100, it is for instance possible to provide the rotor blade 5 with a coating layer at least partially or substantially completely.

Rotorblad 5 heeft een basis 7 en een tip 9. De basis 7 wordt gevormd door een deel van het rotorblad 5 dat is gelegen aan het ronde uiteinde (in figuur 1 linksonder), via welke rotorblad 5 uiteindelijk aan een rotor wordt bevestigd. In dat deel heeft het rotorblad 5 een ronde of althans in hoofdzaak ronde dwarsdoorsnede, bijvoorbeeld dusdanig dat twee loodrechte diameters van de dwarsdoorsnede maximaal 80 % van elkaar verschillen. De tip 9 wordt gevormd door een tegenover basis 7 gelegen deel van het rotorblad 5 welk deel grenst aan het tegenover het ronde uiteinde gelegen puntvormige uiteinde van rotorblad 5 (in figuur 1 rechtsboven). Aan de tip 9 heeft het rotorblad 5 een duidelijk onronde, in de regel platte, vorm bijvoorbeeld met een breedte/dikte verhouding van minimaal 2. De basis 7 en de tip 9 liggen aan tegenover elkaar gelegen zijden van het zwaartepunt van het rotorblad 5, welk zwaartepunt typisch binnen een afstand van 20 tot 45 %, bijvoorbeeld op een afstand van 30 %, van de lengte van het rotorblad 5 vanaf het ronde uiteinde van het rotorblad 5 is gelegen.Rotor blade 5 has a base 7 and a tip 9. The base 7 is formed by a part of the rotor blade 5 which is located at the round end (bottom left in figure 1), via which rotor blade 5 is finally attached to a rotor. In that part, the rotor blade 5 has a round or at least substantially round cross section, for example such that two perpendicular diameters of the cross section differ at most 80% from each other. The tip 9 is formed by a part of the rotor blade 5 located opposite the base 7, which part is adjacent to the pointed end of the rotor blade 5 opposite the round end (in figure 1 top right). At the tip 9, the rotor blade 5 has a clearly non-round, generally flat, shape, for example, with a width / thickness ratio of at least 2. The base 7 and the tip 9 lie on opposite sides of the center of gravity of the rotor blade 5, which center of gravity is typically located within a distance of 20 to 45%, for example at a distance of 30%, of the length of the rotor blade 5 from the round end of the rotor blade 5.

Het eerste aangrijpingsdeel 1 is geconfigureerd voor het aangrijpend ondersteunen van de basis 7 van het rotorblad 5 en het tweede aangrijpingsdeel 3 voor het aangrijpend ondersteunen van de tip 9 van het rotorblad 5. De eerste en tweede aangrijpingsdelen 1, 3 zijn verder ingericht voor het kunnen roteren van het rotorblad 5 om een langsas van het rotorblad 5 voor het manipuleren van het rotorblad 5.The first engagement part 1 is configured for grippingly supporting the base 7 of the rotor blade 5 and the second engagement part 3 for grippingly supporting the tip 9 of the rotor blade 5. The first and second engagement parts 1, 3 are further adapted to be able to rotating the rotor blade 5 about a longitudinal axis of the rotor blade 5 for manipulating the rotor blade 5.

Het eerste aangrijpingsdeel 1 en het tweede aangrijpingsdeel 3 zijn elk voorzien van een gestel 11, 13, van vier omlooporganen 15, 17, 27, 29 en 19, 21, 23, 25 die roteerbaar zijn verbonden met het bijbehorend gestel 11, 13, en van een flexibele langwerpige eindloze draagband 35, 37 die is geslagen ten minste om de bijbehorende vier omlooporganen. De draagbanden 35, 37 kunnen bijvoorbeeld van een polyester weefsel zijn vervaardigd die bijvoorbeeld kunnen zijn voorzien van een coating om de wrijvingsweerstand te verhogen, bijvoorbeeld een poly-urethaan coating. Voor elk gestel 11,13 zijn de twee hoogste omlooporganen 15, 17 en 19,21 dusdanig ten opzichte van elkaar gepositioneerd dat de draagband 35, 37 tussen de betreffende twee omlooporganen een concave vorm heeft voor het in de concave vorm van de draagband dragend opnemen van een deel van het rotorblad. Voor het eerste gestel 1 is bijvoorbeeld de concave vorm van de draagband 35 tussen de twee omlooporganen 15, 17 duidelijk zichtbaar getoond in figuur 3a.The first engagement part 1 and the second engagement part 3 are each provided with a frame 11, 13, of four bypass members 15, 17, 27, 29 and 19, 21, 23, 25 which are rotatably connected to the associated frame 11, 13, and of a flexible elongated endless carrier tape 35, 37 which is wrapped at least around the associated four bypass members. The carrier belts 35, 37 can for instance be manufactured from a polyester fabric which can for instance be provided with a coating to increase the frictional resistance, for example a polyurethane coating. For each frame 11, 13, the two highest bypass members 15, 17 and 19, 21 are positioned relative to each other such that the carrier tape 35, 37 has a concave shape between the respective two bypass members for receiving bearing in the concave shape of the carrier tape of a part of the rotor blade. For the first frame 1, for example, the concave shape of the carrier belt 35 between the two bypass members 15, 17 is shown clearly visible in Figure 3a.

Het eerste aangrijpingsdeel 1 is in het in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeeld anders geconfigureerd dan het tweede aangrijpingsdeel 3. Om de basis 7 van het rotorblad 5 aan te grijpen omvat het eerste aangrijpingsdeel 1 armen 61, 63 die elk zwenkbaar om een zwenkas 65, 67 zijn verbonden met de poten 69, 71 van het gestel 11. De armen 61, 63 zijn middels de zwenkassen 65, 67 zwenkbaar tussen een buitenste stand zoals deze bijvoorbeeld getoond is in de figuren 3a en 3b en een binnenste stand zoals deze bijvoorbeeld getoond is in figuren 1, 3c en 3d. De twee hogere omlooporganen 15, 17 van het eerste aangrijpingsdeel 1 zijn roteerbaar met de armen 61, 63 verbonden, waarbij de hogere omlooporganen 15, 17 in de binnenste stand dichter bij elkaar zijn gelegen dan in de buitenste stand. De zwenkassen 65, 67 zijn zowel in de binnenste stand als in de buitenste stand onder het betreffende bijbehorende hogere omlooporgaan 15, 17 gelegen. De inrichting 100 is ingericht om de armen 61, 63 van de buitenste stand naar de binnenste stand te zwenken tijdens het dragend doen opnemen van de basis 7 van het rotorblad 5 in de concave vorm van de draagband 35 als gevolg van het gewicht van het rotorblad 5.In the exemplary embodiment shown in the figures, the first engagement part 1 is configured differently than the second engagement part 3. To engage the base 7 of the rotor blade 5, the first engagement part 1 comprises arms 61, 63, each of which is pivotable about a pivot axis 65, 67 connected to the legs 69, 71 of the frame 11. The arms 61, 63 are pivotable by means of the pivot shafts 65, 67 between an outer position as shown for example in figures 3a and 3b and an inner position as shown for example in figures 1, 3c and 3d. The two higher bypass members 15, 17 of the first engagement part 1 are rotatably connected to the arms 61, 63, the higher bypass members 15, 17 being closer to each other in the inner position than in the outer position. The pivot shafts 65, 67 are located both in the inner position and in the outer position below the respective associated higher bypass member 15, 17. The device 100 is adapted to pivot the arms 61, 63 from the outer position to the inner position during the supporting bearing of the base 7 of the rotor blade 5 in the concave shape of the carrier belt 35 due to the weight of the rotor blade 5.

In de buitenste stand van de armen 61, 63 verloopt de verbindingslijn tussen de zwenkas 65, 67 van de bijbehorende ten minste ene arm en de hartlijn van het bijbehorende hogere omlooporgaan 15, 17 nagenoeg verticaal. Het gestel 11 omvat verder een veer 75 (figuur 3a) voor het doen neigen van de ten minste ene arm 61, 63 naar de buitenste stand in rust (figuur 3a) dat wil zeggen zonder dat het eerste aangrijpingsdeel 1 van de inrichting 100 een rotorblad 5 draagt. In de binnenste stand van de armen 61, 63 hellen deze enigszins naar elkaar toe waardoor de afstand tussen de naar elkaar gerichte zijden van de hogere omlooporganen 15, 17 kleiner is dan de diameter van de basis 7. Aldus wordt basis 7, waarvan het middelpunt 66 onder de hogere omlooporganen 15, 17 is gelegen, over meer dan 180 graden van de omtrek ervan omspannen door draagband 35.In the outer position of the arms 61, 63, the connecting line between the pivot axis 65, 67 of the associated at least one arm and the axis of the associated higher circulating element 15, 17 extends substantially vertically. The frame 11 further comprises a spring 75 (Figure 3a) for tending the at least one arm 61, 63 to the outer position at rest (Figure 3a), i.e. without the first engagement part 1 of the device 100 having a rotor blade 5 bears. In the innermost position of the arms 61, 63, they tilt slightly towards each other, so that the distance between the facing sides of the higher bypass members 15, 17 is smaller than the diameter of the base 7. Thus, base 7, the center of which becomes 66 is located beneath the higher bypass members 15, 17, being spanned by carrying strap 35 over more than 180 degrees of its circumference.

Het eerste aangrijpingsdeel 1 van de inrichting 100 omvat verder een aandrijforgaan 20 voor het roterend om de langsas aandrijven van het rotorblad 5 terwijl het rotorblad 5 is aangegrepen door het eerste aangrijpingsdeel 1 en door het tweede aangrijpingsdeel 3. Het aandrijforgaan 20 omvat een motor 22 en een aandrijfrol 31 voor het aandrijven van de om vier omlooporganen 15, 17, 27, 29 geslagen draagband 35 van het eerste aangrijpingsdeel 1.The first engagement part 1 of the device 100 further comprises a drive member 20 for rotating the rotor blade 5 for rotation about the longitudinal axis, while the rotor blade 5 is engaged by the first engagement part 1 and by the second engagement part 3. The drive member 20 comprises a motor 22 and a drive roller 31 for driving the carrier belt 35 of the first engagement part 1 which is wrapped around four bypass members 15, 17, 27, 29.

Het tweede aangrijpingsdeel 3 is geconfigureerd voor het dragend ontvangen van de tip 9 van het rotorblad 5. Op de draagband 37, in het concave deel dat zich uitstrekt tussen de hogere omlooporganen 19, 21, is een klemschaal 4545 aangebracht die voorzien kan zijn van een voering (niet getoond), bijvoorbeeld van een rubberachtig materiaal of in zijn algemeenheid van een materiaal met een relatief hoge wrijvingscoëfficiënt. De klemschaal 55 omvat in het gekozen voorbeeld twee licht gebogen klemschaaldelen 56, 58 die scharnierend met scharnier 57 met elkaar zijn verbonden. In een geopende klemschaal 55 (zie figuur 4) kan de tip 9 van het rotorblad 5 in de klemschaal 55 op het onderste klemschaaldeel 58 worden gepositioneerd, waarna de klemschaal 55 kan worden gesloten door het bovenste klemschaaldeel 56 om scharnier 57 neerwaarts te scharnieren. Zoals getoond in figuur 5e kunnen de twee klemschaaldelen 56, 58 van de klemschaal 55 handmatig door een operator met elkaar worden verbonden en gesloten door sluiting 60. De klemschaaldelen 56, 58 bepalen aan de binnenzijde een vorm die overeenkomt met de dwarsdoorsnede van de tip 9 waardoor de tip 9 vormgesloten in een dichte stand van de klemschaal 55 is opgenomen.The second engagement part 3 is configured to support the tip 9 of the rotor blade 5 in a load-bearing manner. On the carrier belt 37, in the concave part that extends between the higher bypass members 19, 21, a clamping scale 4545 is provided which can be provided with a liner (not shown), for example of a rubbery material or in general of a material with a relatively high coefficient of friction. In the selected example, the clamping shell 55 comprises two slightly bent clamping shell parts 56, 58 which are hinged to each other with hinge 57. In an open clamping shell 55 (see Figure 4), the tip 9 of the rotor blade 5 can be positioned in the clamping shell 55 on the lower clamping shell part 58, whereafter the clamping shell 55 can be closed by pivoting the upper clamping shell part 56 downwards to hinge 57. As shown in Figure 5e, the two clamping shell parts 56, 58 of the clamping shell 55 can be manually connected to each other and closed by closure 60. The clamping shell parts 56, 58 define on the inside a shape corresponding to the cross section of the tip 9 whereby the tip 9 is received in a closed position of the clamping shell 55 in a closed position.

Het tweede aangrijpingsdeel 3 omvat tevens vier in hoogte verstelbare poten 45 voor het in hoogte kunnen verstellen van respectievelijk het gestel 13 behorende bij het tweede aangrijpingsdeel 3. Het bereik van de in hoogte te verstellen poten 45 bedraagt bijvoorbeeld circa 100 cm. De poten 45 kunnen in de niet-verstelde compacte toestand op de ondergrond steunen via wielen 47, zodat de onderzijde van het gestel 13 op een afstand van bijvoorbeeld 10 cm boven de ondergrond is gelegen (niet specifiek weergegeven) en het tweede aangrijpingsdeel 3 verrijdbaar is over een ondergrond ten opzichte van het eerste aangrijpingsdeel 1 waardoor het mogelijk is om de afstand daartussen aan te passen en het tweede aangrijpingsdeel 3 kan worden uitgelijnd ten opzichte van het eerste aangrijpingsdeel 1. Middels de in hoogte verstelbare poten 45 is de hoogte van de aan de bovenste uiteinden van de poten 45 bevestigde omlooporganen 19, 21 ten opzichte van de ondergrond te variëren. De in hoogte verstelbare poten 45 omvatten elk een tweezijdig werkzame cilinder 90 om de pootdelen van elke poot 45 van het tweede aangrijpingsdeel 3 ten opzichte van elkaar te verplaatsen (zie figuren 5c en 5d).The second engagement part 3 also comprises four height-adjustable legs 45 for being able to adjust the height of respectively the frame 13 associated with the second engagement part 3. The range of the height-adjustable legs 45 is, for example, approximately 100 cm. In the non-adjusted compact condition the legs 45 can rest on the substrate via wheels 47, so that the underside of the frame 13 is situated at a distance of, for example, 10 cm above the substrate (not specifically shown) and the second engagement part 3 can be moved over a surface with respect to the first engagement part 1, whereby it is possible to adjust the distance between them and the second engagement part 3 can be aligned with respect to the first engagement part 1. Through the height-adjustable legs 45 the height of the bypass means 19, 21 attached to the upper ends of the legs 45 to vary with respect to the substrate. The height-adjustable legs 45 each comprise a double-acting cylinder 90 for displacing the leg parts of each leg 45 of the second engagement part 3 relative to each other (see Figs. 5c and 5d).

Door het vanuit de niet-verstelde compacte toestand verlengen van de cilinders 90 komt in eerste instantie het gestel 13 op de ondergrond te rusten doordat de wielen 47 los komen van de ondergrond. Vervolgens verplaatsen de omlooporganen 19, 21 zich omhoog. Dientengevolge zal de klemschaal 55 met daarin eventueel de tip 9 zich eveneens omhoog verplaatsen en wel over een afstand die twee keer zo groot is als de afstand waarover de omlooporganen 19, 21 omhoog bewegen. Dit hoogteverschil resulteert aan de basis in een hoekverdraaiing. Doordat draagband 35 van het eerste aangrijpingsdeel 1 flexibel is uitgevoerd wordt deze hoekverdraaiing gecompenseerd.By extending the cylinders 90 from the non-adjusted compact condition, the frame 13 initially comes to rest on the substrate because the wheels 47 come loose from the substrate. The bypass members 19, 21 then move upwards. As a result, the clamping shell 55 with possibly the tip 9 therein will also move upwards, namely over a distance that is twice as large as the distance over which the bypass members 19, 21 move upwards. This difference in height results in an angular rotation at the base. Because the carrying strap 35 of the first engagement part 1 is of flexible design, this angular rotation is compensated.

Verder omvat het gestel 13 van het tweede aangrijpingsdeel 3 van de inrichting 100 een ondersteuningselement 40 voor het ondersteunen van het onderste klemschaaldeel 58 van de klemschaal 55 zodat de tip 9 eenvoudig in het onderste klemschaaldeel 58 te positioneren is zonder dat de draagband 37 met het klemschaaldeel 58 zich kan verdraaien. Het ondersteuningselement 40 is voorzien van twee van uitsparingen 42 voorziene ondersteuningsplaten 46, 48 waartussen het onderste klemschaaldeel 58 kan worden gepositioneerd, waarbij uitstekende pennen 52 van de klemschaal 55 vallen in de uitsparingen 42, zodat de klemschaal 55 nagenoeg onverdraaibaar op het ondersteuningselement is gelegen. De pennen 52 vormen de vormdelen van de klemschaal 55, en de uitsparingen 42 vormen de contra-vormdelen, waarbij de vormdelen en de contra-vormdelen samenwerken ter voorkoming van het verschuiven van de klemschaal 55 ten opzichte van het gestel 13. Behalve het onderste klemschaaldeel 58 is ook het bovenste klemschaaldeel 56 voorzien van uitstekende pennen 52 die ook kunnen samenwerken met de uitsparingen 42 in het geval een rotorblad over 180 graden is geroteerd. Het aanvankelijk bovenste klemschaaldeel 56 ligt dan onder het aanvankelijk onderste klemschaaldeel 58.Furthermore, the frame 13 of the second engagement part 3 of the device 100 comprises a supporting element 40 for supporting the lower clamping part 58 of the clamping scale 55 so that the tip 9 can easily be positioned in the lower clamping part 58 without the carrier belt 37 having the clamping part 58 can twist. The supporting element 40 is provided with two supporting plates 46, 48 provided with recesses 42, between which the lower clamping part 58 can be positioned, with protruding pins 52 of the clamping part 55 falling into the recesses 42, so that the clamping part 55 lies virtually non-rotatably on the supporting element. The pins 52 form the mold parts of the clamping shell 55, and the recesses 42 form the counter-molded parts, the molded parts and the counter-molded parts cooperating to prevent the clamping shell 55 from sliding relative to the frame 13. Except for the lower clamping shell part 58, the upper clamping shell part 56 is also provided with projecting pins 52 which can also co-act with the recesses 42 in case a rotor blade is rotated through 180 degrees. The initially upper clamping member 56 then lies below the initially lower clamping member 58.

Verder is het mogelijk om de inrichting 100 te voorzien van een verplaatsbaar ondersteunorgaan (niet getoond). Het verplaatsbare ondersteunorgaan kan bijvoorbeeld tussen de ondersteuningsplaten 46, 48 zijn opgesteld, waarbij het ondersteunorgaan onder de concave vorm van de draagband 37 op en neer verplaatsbaar is ten opzichte van het gestel 13 tussen een niet-werkzame lage stand en een werkzame hoge stand waarbij in de werkzame stand het ondersteunorgaan aanligt tegen de onderzijde van de draagband 37 en in de niet-werkzame stand het ondersteunorgaan vrij is van de draagband 37.Furthermore, it is possible to provide the device 100 with a movable support member (not shown). The movable support member can for instance be arranged between the support plates 46, 48, wherein the support member under the concave shape of the carrier belt 37 is movable up and down with respect to the frame 13 between a non-active low position and an active high position wherein the operative position the support member abuts the underside of the carrier belt 37 and in the inoperative position the support member is free from the carrier belt 37.

Het eerste aangrijpingsdeel 1 omvat een eerste weegeenheid (niet getoond) voor het meten van de belasting op de inrichting 100 vanwege het gewicht van een deels door het eerste aangrijpingsmiddel 1 gedragen rotorblad 5 en het tweede aangrijpingsdeel 3 omvat een tweede weegeenheid (niet getoond) voor het meten van de belasting op het tweede aangrijpingsdeel 3 vanwege het gewicht van een deels door de tweede aangrijpingsmiddelen gedragen rotorblad 5. De inrichting 100 omvat verder rekenmiddelen (niet getoond) voor het in afhankelijkheid van signalen van de eerste weegeenheid en van de tweede weegeenheid bepalen van de massa en/of de positie van het zwaartepunt van het rotorblad 5.The first engagement part 1 comprises a first weighing unit (not shown) for measuring the load on the device 100 because of the weight of a rotor blade 5 partly supported by the first engagement means 1 and the second engagement part 3 comprises a second weighing unit (not shown) for measuring the load on the second engagement part 3 because of the weight of a rotor blade 5 partly supported by the second engagement means. The device 100 further comprises calculating means (not shown) for determining in dependence on signals from the first weighing unit and the second weighing unit of the mass and / or the position of the center of gravity of the rotor blade 5.

In een niet getoonde variant is het mogelijk dat in plaats van of in aanvulling op het aandrijforgaan 20, het tweede aangrijpingsdeel 3 uit te rusten met een verder aandrijforgaan (niet getoond) voor het roterend aandrijven van een door het tweede aangrijpingsdeel 3 aangegrepen tip 9 van het rotorblad 5. Met behulp van het verdere aandrijforgaan is bij voorkeur de tot de tweede aangrijpingsmiddelen behorende draagband 37 aan te drijven. Dit optionele aandrijforgaan is bij voorkeur ondersteunend werkzaam aan de werking van aandrijforgaan 20 om aldus de torsiebelasting op rotorblad 5 te beperken.In a variant not shown, it is possible that instead of or in addition to the drive member 20, the second engagement part 3 is provided with a further drive member (not shown) for rotatingly driving a tip 9 of the second engagement part 3 that is engaged by the second engagement part 3. the rotor blade 5. With the aid of the further drive member, the carrier belt 37 belonging to the second engagement means can preferably be driven. This optional drive member is preferably supporting the operation of drive member 20 so as to limit the torsional load on rotor blade 5.

Het is verder ook mogelijk om het ondersteuningselement 40 van het gestel 13 van het tweede aangrijpingsdeel in hoogte verstelbaar uit te voeren.It is furthermore also possible to make the support element 40 of the frame 13 of the second engagement part adjustable in height.

Claims (21)

1. Inrichting voor het manipuleren van een rotorblad van een windturbine, welk rotorblad een althans in hoofdzaak ronde basis alsmede een tegenover de basis gelegen onronde tip omvat, de inrichting omvattende eerste aangrijpingsmiddelen voor het aangrijpen van de basis van het rotorblad en tweede aangrijpingsmiddelen voor het aangrijpen van de tip van het rotorblad welke eerste en tweede aangrijpingsmiddelen zijn ingericht voor het roteren van het rotorblad om een langsas van het rotorblad, waarbij de inrichting verder aandrijfmiddelen voor het roterend om de langsas aandrijven van het rotorblad omvat terwijl het rotorblad is aangegrepen door de eerste aangrijpingsmiddelen en door de tweede aangrijpingsmiddelen, met het kenmerk, dat ten minste één van de eerste aangrijpingsmiddelen en van de tweede aangrijpingsmiddelen een gestel, omlooporganen die roteerbaar zijn verbonden met het gestel en een flexibel langwerpig draagorgaan dat is geslagen om de omlooporganen omvat waarbij twee hogere omlooporganen dusdanig ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd dat het draagorgaan tussen de twee hogere omlooporganen een concave vorm heeft voor het in de concave vorm van het draagorgaan dragend opnemen van een deel van het rotorblad, en dat de aandrijfmiddelen zijn ingericht voor het aandrijven van het flexibele langwerpige draagorgaan.Device for manipulating a rotor blade of a wind turbine, which rotor blade comprises an at least substantially round base as well as an unround tip located opposite the base, the device comprising first engagement means for engaging the base of the rotor blade and second engagement means for engaging the tip of the rotor blade, which first and second engagement means are adapted to rotate the rotor blade about a longitudinal axis of the rotor blade, the device further comprising drive means for rotating the rotor blade about the longitudinal axis while the rotor blade is engaged by the first engaging means and by the second engaging means, characterized in that at least one of the first engaging means and of the second engaging means comprises a frame, bypass members rotatably connected to the frame and a flexible elongate support member which is wrapped around the bypass members with two ho the bypass means are positioned relative to each other such that the support member has a concave shape between the two higher bypass means for receiving a part of the rotor blade bearing in the concave shape of the support member, and that the drive means are adapted to drive the flexible elongated support member. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het langwerpig omlooporgaan eindloos is.Device as claimed in claim 1, characterized in that the elongated by-pass member is endless. 3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de inrichting verstelmiddelen omvat voor het in hoogte kunnen verstellen van de twee hogere omlooporganen, bij voorkeur binnen een bereik van ten minste 30 cm.Device as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the device comprises adjusting means for being able to adjust the height of the two higher bypass members, preferably within a range of at least 30 cm. 4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de inrichting verdere verstelmiddelen omvat voor het in hoogte kunnen verstellen van het gestel tussen een positie waarbij het gestel op de ondergrond rust en een positie waarbij het gesteld vrij is van de ondergrond, bij voorkeur ten minste 2 cm vrij is van de ondergrond.Device as claimed in claim 1, 2 or 3, characterized in that the device comprises further adjusting means for being able to adjust the height of a frame between a position where the frame rests on the ground and a position where the frame is free from the substrate, preferably at least 2 cm free from the substrate. 5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste aangrijpingsmiddelen eerste weegmiddelen omvatten voor het meten van de belasting op de aangrijpingsmiddelen vanwege het gewicht van een deels door de eerste aangrijpingsmiddelen gedragen rotorblad en dat de tweede aangrijpingsmiddelen tweede weegmiddelen omvatten voor het meten van de belasting op de tweede aangrijpingsmiddelen vanwege het gewicht van een deels door de tweede aangrijpingsmiddelen gedragen rotorblad, waarbij de inrichting verder rekenmiddelen heeft voor het in afhankelijkheid van signalen van de eerste weegmiddelen en van de tweede weegmiddelen bepalen van de massa en/of de positie van het zwaartepunt van het rotorblad.5. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the first engaging means comprise first weighing means for measuring the load on the engaging means because of the weight of a rotor blade partly supported by the first engaging means and that the second engaging means comprise second weighing means for measuring the load on the second engagement means due to the weight of a rotor blade partly supported by the second engagement means, the device further comprising calculating means for determining the mass and / or the second weighing means in dependence on signals from the first weighing means and the second weighing means or the position of the center of gravity of the rotor blade. 6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste de eerste aangrijpingsmiddelen een gestel, omlooporganen die roteerbaar zijn verbonden met het gestel en een flexibel langwerpig draagorgaan dat is geslagen om de omlooporganen omvatten waarbij twee hogere omlooporganen dusdanig ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd dat het draagorgaan tussen de betreffende twee omlooporganen een concave vorm heeft voor het in de concave vorm van het draagorgaan dragend opnemen van een deel van het rotorblad, waarbij de aandrijfmiddelen een eerste aandrijforgaan omvatten voor het aandrijven van het draagorgaan behorende bij de eerste aangrijpingsmiddelen.Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that at least the first engaging means comprise a frame, by-pass members rotatably connected to the frame and a flexible elongate support member which is wrapped around the by-pass members, wherein two higher by-pass members are positioned relative to are mutually positioned that the support member has a concave shape between the respective two bypass members for receiving a part of the rotor blade bearing in the concave shape of the support member, the drive means comprising a first drive member for driving the support member associated with the support member first engagement means. 7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen een tweede aandrijforgaan omvatten voor het roterend aandrijven van de tweede aangrijpingsmiddelen of althans een deel daarvan dat in gebruik in aangrijpend contact is met een rotorblad.Device as claimed in claim 6, characterized in that the drive means comprise a second drive member for rotatingly driving the second engagement means or at least a part thereof which is in use in engagement contact with a rotor blade. 8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de inrichting ten minste één arm omvat die zwenkbaar om een zwenkas tussen een buitenste stand en een binnenste stand met het gestel behorende bij de eerste aangrijpingsmiddelen is verbonden waarbij één van de twee hogere omlooporganen roteerbaar met de ten minste ene arm is verbonden, waarbij het betreffend hogere omlooporgaan in de binnenste stand dichter bij het andere hogere omlooporgaan is gelegen dan in de buitenste stand en de inrichting is ingericht om de arm van de buitenste stand naar de binnenste stand te zwenken tijdens of na het dragend doen opnemen van de basis van het rotorblad in de concave vorm van het draagorgaan.Device as claimed in claim 6 or 7, characterized in that the device comprises at least one arm which is pivotally connected about an pivot axis between an outer position and an inner position with the frame associated with the first engaging means, one of the two higher circulating members is rotatably connected to the at least one arm, the respective higher circulating member in the inner position being closer to the other higher circulating member than in the outer position and the device being adapted to move the arm from the outer position to the inner position pivoting during or after the supporting bearing of the base of the rotor blade into the concave shape of the support member. 9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de inrichting twee armen omvat die ieder zwenkbaar om een zwenkas tussen respectievelijke buitenste standen en binnenste standen met het gestel behorende bij de eerste aangrijpingsmiddelen zijn verbonden waarbij ieder van de twee hogere omlooporganen roteerbaar met één van de twee armen is verbonden.Device according to claim 8, characterized in that the device comprises two arms, each of which is pivotably connected about a pivot axis between respective outer positions and inner positions with the frame associated with the first engagement means, each of the two higher bypass members being rotatably connected to one of the two arms is connected. 10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de zwenkas behorende bij de ten minste ene arm zowel in de binnenste stand als in de buitenste stand onder het bijbehorende hogere omlooporgaan is gelegen.Device as claimed in claim 8 or 9, characterized in that the pivot axis associated with the at least one arm is located both in the inner position and in the outer position below the associated higher bypass member. 11. Inrichting volgens één van de conclusies 8, 9 of 10, met het kenmerk, dat in de buitenste stand van de ten minste ene arm de verbindingslijn tussen de zwenkas van de bijbehorende ten minste ene arm en de hartlijn van het bijbehorende hogere omlooporgaan verticaal verloopt of maximaal 15 graden helt.Device as claimed in any of the claims 8, 9 or 10, characterized in that in the outer position of the at least one arm the connecting line between the pivot axis of the associated at least one arm and the axis of the associated higher bypass member is vertical expires or slopes up to 15 degrees. 12. Inrichting volgens één van de conclusies 8 tot en met 11, met het kenmerk, dat de inrichting veermiddelen omvat voor het doen neigen van de ten minste ene arm naar de buitenste stand.Device according to one of claims 8 to 11, characterized in that the device comprises spring means for tending the at least one arm to the outer position. 13. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zowel de eerste aangrijpingsmiddelen als de tweede aangrijpingsmiddelen een gestel, omlooporganen die roteerbaar zijn verbonden met het gestel en een flexibel langwerpig draagorgaan dat is geslagen om de omlooporganen omvatten waarbij twee van de omlooporganen dusdanig ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd dat het draagorgaan tussen de betreffende twee omlooporganen een concave vorm heeft voor het in de concave vorm van het draagorgaan dragend opnemen van een deel van het rotorblad.Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the both the first engaging means and the second engaging means comprise a frame, bypass members rotatably connected to the frame and a flexible elongate support member which is wrapped around the bypass members, two of which the bypass members are positioned relative to each other such that the support member has a concave shape between the respective two bypass members for receiving a part of the rotor blade bearing in the concave shape of the support member. 14. Inrichting volgens conclusie 13 en volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het verdere aandrijforgaan is ingericht voor het aandrijven van het tot de tweede aangrijpingsmiddelen behorende draagorgaan.Device as claimed in claim 13 and as claimed in claim 7, characterized in that the further drive member is adapted to drive the bearing member belonging to the second engagement means. 15. Inrichting volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de tweede aangrijpingsmiddelen een klemorgaan omvatten dat op het draagorgaan behorende bij de tweede aangrijpingsmiddelen is voorzien ter plaatse van de concave vorm daarvan en dat bij voorkeur ten minste twee klemorgaandelen omvat die ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn tussen een open stand waarbij de onronde tip van een rotorblad op ten minste één klemorgaandeel kan worden geplaatst en een dichte stand waarbij de klemorgaandelen aan de binnenzijde daarvan een vorm bepalen die overeenkomt met de dwarsdoorsnede van de tip waardoor de tip, althans in hoofdzaak, vormgesloten in het klemorgaan is opgenomen.Device as claimed in claim 13 or 14, characterized in that the second engaging means comprise a clamping member which is provided on the support member associated with the second engaging means at the location of its concave shape and which preferably comprises at least two clamping member parts which be movable from one another between an open position where the non-circular tip of a rotor blade can be placed on at least one clamp member portion and a closed position wherein the clamp member portions define on the inside thereof a shape corresponding to the cross-section of the tip whereby the tip, at least is substantially enclosed in the clamping member. 16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het ten minste ene klemorgaandeel waarop in de open stand van het klemorgaan de onronde tip van een rotorblad kan worden geplaatst vormdelen heeft en dat het gestel is voorzien van contra-vormdelen waarbij het ten minste ene klemorgaandeel kan rusten op het gestel van de tweede aangrijpingsmiddelen waarbij de vormdelen en de contra-vormdelen samen werken ter voorkoming van het verschuiven van het ten minste ene klemorgaandeel ten opzichte van het gestel.Device as claimed in claim 15, characterized in that the at least one clamping member portion on which the non-round tip of a rotor blade can be placed in the open position of the clamping member has molded parts and that the frame is provided with counter-molded parts wherein the at least one one clamping member part can rest on the frame of the second engaging means, wherein the mold parts and the counter-molded parts work together to prevent the at least one clamping member part from sliding relative to the frame. 17. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste aangrijpingsmiddelen en/of de tweede aangrijpingsmiddelen althans in hoofdzaak U-vormig zijn.Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the first engaging means and / or the second engaging means are at least substantially U-shaped. 18. Werkwijze voor het manipuleren van een rotorblad van een windturbine onder toepassing van een inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende de stappen van het met de eerste aangrijpingsmiddelen aangrijpen van de basis van het rotorblad, waartoe de basis van het rotorblad ten minste deels tussen twee hogere omlooporganen van de eerste aangrijpingsmiddelen neerwaarts wordt bewogen en op het concave deel van het flexibel langwerpig draagorgaan behorende bij de eerste aangrijpingsmiddelen wordt geplaatst, het met de twee aangrijpingsmiddelen aangrijpen van de tip van het rotorblad, het met de aandrijfmiddelen aandrijven van het flexibele langwerpige draagorgaan behorende bij de eerste aangrijpingsmiddelen voor het roteren van het rotorblad om de langsas daarvan.Method for manipulating a rotor blade of a wind turbine using a device according to one of the preceding claims, comprising the steps of engaging the base of the rotor blade with the first engagement means, to which end the base of the rotor blade is at least partially is moved downwards between two higher bypass members of the first engagement means and is placed on the concave part of the flexible elongate support member associated with the first engagement means, engaging the tip of the rotor blade with the two engagement means, driving the flexible means with the drive means elongated support member associated with the first engagement means for rotating the rotor blade about its longitudinal axis. 19. Werkwijze volgens conclusie 18, waarbij ten behoeve van het aangrijpen van de althans in hoofdzaak ronde basis van het rotorblad door de eerste aangrijpingsmiddelen de basis van het rotorblad ten minste het middelpunt van de basis tussen twee hogere omlooporganen van de eerste aangrijpingsmiddelen neerwaarts wordt bewogen.19. Method as claimed in claim 18, wherein for the purpose of engaging the at least substantially round base of the rotor blade the base of the rotor blade is moved downwards by the first engagement means at least the center point of the base between two higher bypass members of the first engagement means . 20. Werkwijze volgens conclusie 18 of 19, waarbij ten behoeve van het aangrijpen van de basis van het rotorblad door de eerste aangrijpingsmiddelen tijdens of na het neerwaarts bewegen van de basis van het rotorblad, de twee hogere omlooporganen naar elkaar toe worden bewogen.20. Method as claimed in claim 18 or 19, wherein for the purpose of engaging the base of the rotor blade by the first engaging means during or after the base of the rotor blade is moved downwards, the two higher bypass members are moved towards each other. 21. Werkwijze volgens conclusies 19 en 20, waarbij de twee hogere omlooporganen in een dusdanige mate naar elkaar toe worden bewogen dat de naar elkaar gerichte zijden van de twee hogere omlooporganen op een afstand die kleiner is dan de diameter van de basis van elkaar zijn gelegen.A method according to claims 19 and 20, wherein the two higher bypass members are moved towards each other to such an extent that the facing sides of the two higher bypass members are spaced apart at a distance smaller than the diameter of the base .
NL2016168A 2016-01-27 2016-01-27 Device and method for manipulating a rotor blade of a wind turbine. NL2016168B1 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2016168A NL2016168B1 (en) 2016-01-27 2016-01-27 Device and method for manipulating a rotor blade of a wind turbine.
PCT/NL2017/050047 WO2017131515A1 (en) 2016-01-27 2017-01-25 Device and method for handling a wind turbine rotor blade

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2016168A NL2016168B1 (en) 2016-01-27 2016-01-27 Device and method for manipulating a rotor blade of a wind turbine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2016168B1 true NL2016168B1 (en) 2017-08-01

Family

ID=56084310

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2016168A NL2016168B1 (en) 2016-01-27 2016-01-27 Device and method for manipulating a rotor blade of a wind turbine.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2016168B1 (en)
WO (1) WO2017131515A1 (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP4290073A1 (en) * 2022-06-07 2023-12-13 LM Wind Power A/S Tools for supporting wind turbine blades

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102017206349B4 (en) 2017-04-12 2019-04-11 Siemens Gamesa Renewable Energy A/S Weighing device for a wind turbine rotor blade
DK3486205T3 (en) * 2017-11-21 2020-11-16 Siemens Gamesa Renewable Energy As Support structure for a wind turbine blade
WO2019195325A1 (en) * 2018-04-02 2019-10-10 Tpi Composites, Inc. Scissor lift system and plug-in mobility mechanism for wind turbine blade rotating device
WO2022211768A1 (en) * 2021-04-01 2022-10-06 Yektamak Maki̇na Mühendi̇sli̇k İmalat Sanayi̇ Ve Ti̇caret Li̇mi̇ted Şi̇rketi̇ Rotating cart mechanism root module
CN113339197A (en) * 2021-07-02 2021-09-03 华能陈巴尔虎旗风力发电有限公司 Wind-powered electricity generation blade upset leading edge strutting arrangement
EP4245993A1 (en) * 2022-03-18 2023-09-20 LM Wind Power A/S A method of rotating a wind turbine blade
CN116906271B (en) * 2023-09-12 2023-12-05 常州亿麟电气科技有限公司 Wind-powered electricity generation blade installation device

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2010216317A (en) * 2009-03-14 2010-09-30 Kuribayashi Kiko Kk Inversive supporting device for wind power generation vanes
WO2012048719A1 (en) * 2010-10-14 2012-04-19 Wft Gmbh & Co. Kg Turning device, especially for a rotor blade for a wind power station
EP2584191A1 (en) * 2010-06-16 2013-04-24 Naditec Ingenieria S.L. Improved centre rest for rotary seat of wind-turbine blades

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DK2808540T3 (en) 2013-05-31 2016-04-18 Siemens Ag System and method for moving a wind turbine rotor blade

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2010216317A (en) * 2009-03-14 2010-09-30 Kuribayashi Kiko Kk Inversive supporting device for wind power generation vanes
EP2584191A1 (en) * 2010-06-16 2013-04-24 Naditec Ingenieria S.L. Improved centre rest for rotary seat of wind-turbine blades
WO2012048719A1 (en) * 2010-10-14 2012-04-19 Wft Gmbh & Co. Kg Turning device, especially for a rotor blade for a wind power station

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP4290073A1 (en) * 2022-06-07 2023-12-13 LM Wind Power A/S Tools for supporting wind turbine blades
WO2023237509A1 (en) * 2022-06-07 2023-12-14 Lm Wind Power A/S Tools for supporting wind turbine blades

Also Published As

Publication number Publication date
WO2017131515A1 (en) 2017-08-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2016168B1 (en) Device and method for manipulating a rotor blade of a wind turbine.
CA3002784C (en) Handling system and method for facilitating maintenance of a sleeping unit, particularly a healthcare bed
NL2013274B1 (en) Vehicle, system and method for moving feed.
US7017220B2 (en) Spring counterbalance method and apparatus for variably biasing a dock leveler
EP3215692B1 (en) Rolling base for a telescopic mast of a plate-lifting apparatus, apparatus equipped with this base, and implementation method
US4609111A (en) Rotatable stand
GB2269806A (en) Lifting device
EP1050207A2 (en) A bale wrapping apparatus
CN104839031B (en) A kind of rotary milking platforms
NL1023556C2 (en) Machine with raise work platform, e.g. telescopic handler, has platform connected to mounting part via parallel guide
FR2607535A1 (en) Scaffolding with movable platform
FR2922438A1 (en) Motorized bedding device for e.g. patient suffering from alzheimer's disease, has detecting unit detecting displacement of mass of person on base plate, where unit controls articulation unit towards low position of base plate
EP3835133B1 (en) Device for placing an object on a vehicle roof
FR2837193A1 (en) Scissors elevator table comprises arms mounted on pivot pin and pressure spindles displaced by motors acting on arm side to cause raising or descent of table surface
FR2465671A1 (en) APPARATUS FOR CUTTING ROLLS OF DISTRIBUTION OF BANDS IN FOLDING MACHINES
FR2871864A1 (en) Heavy and fragile tubular structures supporting and rotating device for e.g. oil industry, has support cradles, carried by frame, with air cushion supporting device, and loading frame, pulleys, winch and cables rotating load around its axis
FR2746776A1 (en) Corner plate for tilting charge such as coil through 90 deg. from storing to processing position in mfg.
FR2687040A1 (en) Machine for wrapping tape around parallelepipedal or rectangular or cylindrical objects, particularly bales of straw, fodder, silage
JP3664859B2 (en) Vertical axis rollover device
WO2021069979A1 (en) Movable goal for ball games
US1029949A (en) Raising beam-scale.
FR2607925A1 (en) DEVICE FOR SUPPORTING AND MEASURING A CHARGE
JPS6224957A (en) Belt fitting device for belt sander
AU2014274616B2 (en) A Milking Platform
JPH01281223A (en) Placing guide device for article

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: FMI DEVELOPMENT HOLDING B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: IRMATO BEHEER B.V.

Effective date: 20171011

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200201