NL2015311B1 - Afbakovensysteem en werkwijze. - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afbakovensysteem. Voorts heeft de uitvinding op een werkwijze voor het afbakken van levensmiddelen, in het bijzonder het afbakken van voorgebakken bakproducten zoals brood. Hierbij worden de af te bakken levensmiddelen gehouden in een invoereenheid en worden de afgebakken levensmiddelen gehouden in een uitvoereenheid. Volgens de uitvinding wordt gebruik gemaakt van een liftsysteem voor het bewegen van een afbakcompartiment tussen compartimenten van een invoereenheid en compartimenten van een uitvoereenheid.

Description

Afbakovensysteem en werkwijze

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afbakovensysteem. Voorts heeft de uitvinding op een werkwijze voor het afbakken van levensmiddelen, in het bijzonder het afbakken van voorgebakken bakproducten zoals brood, broodjes en viennoiserie (koffiekoeken, puddingbroodjes, croissants, chocoladebroodjes etc.)

Afbakovens zijn bekend uit de stand van de techniek. Zo wordt in Nederlands octrooi NL1023925 een afbakoven beschreven welke een afbakcompartiment, een invoerbak en een uitvoerbak omvat. Hierbij is tussen de invoerbak en uitvoerbak een continue aandrijfbare transportband aangebracht welke zich uitstrekt door het afbakcompartiment. De invoerbak is voorzien van een intermitterend aandrijfbare schudplaat.

De baktijd wordt in bovenstaand systeem bepaald door de verblijftijd van de levensmiddelen in het afbakcompartiment. Indien voldoende levensmiddelen zijn uitgevoerd en er dus ruimte is ontstaan op de transportband, kan de schudplaat worden aangedreven om door middel van een schudbeweging voorgebakken levensmiddelen vanuit de invoerbak op de transportband te storten.

Bovenstaand systeem heeft als voordeel dat het proces van het afbakken minder menselijk handelen vereist. Bovendien worden levensmiddelen ter plaatse, bijvoorbeeld in een supermarkt, afgebakken waardoor de versheid van de producten beter gegarandeerd kan worden.

Bovenstaand systeem kent echter een aantal nadelen. Een eerste nadeel is gerelateerd aan het feit dat bovenstaand systeem is ingericht voor het afbakken van een enkel type product, dat wil zeggen producten met in hoofdzaak dezelfde baktijd. Indien bovenstaand systeem moet worden ingezet voor het afbakken van andere typen producten, dient een gebruiker de te hanteren baktijd, en daarmee de doorlooptijd van de producten in het afbakcompartiment, handmatig in te stellen. Voorts worden de verschillende typen producten uitgestort in dezelfde uitvoerbak en dienen de verschillende producten aangevoerd te worden vanuit dezelfde invoerbak. In de praktijk wordt bovenstaand systeem daarom veelvuldig parallel gebruikt, waarbij een veelvoud aan dergelijke systemen wordt ingezet voor het afbakken van een overeenkomstig veelvoud aan verschillende producten.

Een tweede nadeel is gerelateerd aan de wijze van toevoeren van af te hakken producten op de transportband. Door de mechanische beweging waar de te hakken producten aan worden onderworpen op de schudplaat alsook de valbeweging die deze producten maken vanuit de invoerbak naar de transportband is het bestaande systeem minder geschikt voor het afbakken van kwetsbare producten zoals viennoiserie.

De onderhavige uitvinding heeft als doel een oplossing te verschaffen waarin bovenstaande problemen van het bestaande systeem zich niet of althans in mindere mate voordoen. Hiertoe verschaft de uitvinding een afbakovensysteem omvattende een invoereenheid voor het houden van af te bakken levensmiddelen, een afbakcompartiment voor het afbakken van in de invoereenheid aanwezige af te hakken levensmiddelen en een uitvoereenheid voor het houden van de door het afbakcompartiment afgebakken levensmiddelen. Hierbij wordt het afbakovensysteem gekenmerkt doordat de invoereenheid en de uitvoereenheid elk meerdere compartimenten omvatten en dat het afbakovensysteem verder een liftsysteem omvat voor het bewegen van het afbakcompartiment tussen de compartimenten van de invoereenheid en de compartimenten van de uitvoereenheid.

Volgens de uitvinding wordt het afbakcompartiment bewogen tussen de verschillende compartimenten van de invoereenheid en uitvoereenheid. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid verschillende af te hakken levensmiddelen te splitsen over verschillende compartimenten van de uitvoereenheid. Eveneens kan het bakproces geoptimaliseerd worden voor de in het betreffende compartiment van de invoereenheid aanwezige af te bakken levensmiddelen. Door gebruik te maken van een liftsysteem voor het verplaatsen van het afbakcompartiment is het mogelijk om met één enkel afbakcompartiment meerdere types af te bakken levensmiddelen af te hakken. Het gebruik van een liftsysteem sluit niet uit dat een dergelijk systeem naast of in plaats van een verticale verplaatsing een horizontale verplaatsing van het afbakcompartiment mogelijk maakt.

In een uitvoeringsvorm is elk compartiment van de uitvoereenheid geassocieerd met een verschillende uitvoerpositie en zijn het afbakcompartiment en de uitvoereenheid, indien het afbakcompartiment zich bevindt in een bepaalde uitvoerpositie, ingericht voor het transporteren van de in het afbakcompartiment afgebakken levensmiddelen naar het met de bepaalde uitvoerpositie geassocieerde compartiment van de uitvoereenheid. Als voorbeeld kan de uitvoereenheid een houder omvatten met verschillende schappen welke elk op een andere hoogte geplaatst zijn. Een schap kan in een dergelijk geval een hellend vlak omvatten waarop de afgebakken levensmiddelen worden geplaatst. Hierbij zal de uitvoerpositie voornamelijk betrekking hebben op de hoogte van het afbakcompartiment. De uitvoer van het afbakcompartiment kan bijvoorbeeld in lijn worden gebracht met een invoeropening van een schap waardoor de afgebakken levensmiddelen door middel van een transportband op het schap kunnen worden gebracht.

In een andere of verdere uitvoeringsvorm is elk compartiment van de invoereenheid geassocieerd met een verschillende invoerpositie en zijn het afbakcompartiment en de invoereenheid, indien het afbakcompartiment zich bevindt in een bepaalde invoerpositie, ingericht voor het transporteren van de af te hakken levensmiddelen, welke zich bevinden in het met de bepaalde invoerpositie geassocieerde compartiment van de invoereenheid, naar het afbakcompartiment.

Als voorbeeld omvat de invoereenheid een trolley met verschillende schappen. Deze schappen kunnen elk een horizontaal oppervlak omvatten waarop de af te hakken levensmiddelen geplaatst zijn en kunnen zijn uitgevoerd als lades welke ten minste ten dele uit de invoereenheid genomen of getrokken kunnen worden om bijgevuld te worden. Ook in dit geval heeft de invoerpositie voornamelijk betrekking hebben op de hoogte van het afbakcompartiment. De invoer van het afbakcompartiment kan bijvoorbeeld in lijn worden gebracht met een uitvoeropening van een schap waardoor de af te bakken levensmiddelen door middel van een transportband in het afbakcompartiment kunnen worden gebracht.

In bovenstaande uitvoeringsvormen is het liftsysteem ingericht voor het bewegen van het afbakcompartiment tussen de invoerposities en uitvoerposities.

Elk van de compartimenten van de uitvoereenheid kan zijn voorzien van een respectievelijke sensor voor het waarnemen van een vulgraad van het betreffende compartiment. Het afbakovensysteem kan verder een besturingseenheid omvatten voor het besturen van het liftsysteem en het afbakcompartiment in afhankelijkheid van de waargenomen vulgraad van de compartimenten van de uitvoereenheid. Als voorbeeld omvat de sensor een optische sensor met een lichtbron en een fotogevoelige diode. Hierbij zijn de lichtbron en de diode aan weerszijden van het compartiment opgesteld, waarbij de detectierichting, zijnde het optische pad tussen lichtbron en diode, loodrecht staat op de uitvoerrichting van de afgebakken levensmiddelen. Door de positionering van de sensor dichter bij de invoeropening van het compartiment te kiezen wordt bereikt dat een leegmeldingssignaal wordt afgegeven bij een hogere vulgraad van het compartiment. Op basis van het leegmeldingssignaal kan het liftsysteem en het afbakcompartiment bestuurd worden voor het afbakken van de betreffende levensmiddelen. Hierbij wordt niet uitgesloten dat ook de invoereenheid en/of de uitvoereenheid op basis van een dergelijk signaal wordt aangestuurd.

In een verdere uitvoeringsvorm is elk compartiment van de invoereenheid en elk compartiment van de uitvoereenheid geassocieerd met één uit een veelvoud aan groepen van af te bakken levensmiddelen, waarbij de besturingseenheid is ingericht om, na waarneming dat een vulgraad van een betreffend compartiment van de uitvoereenheid minder is dan een vooraf bepaalde drempelwaarde, het liftsysteem te besturen zodanig dat het afbakcompartiment in een invoerpositie wordt gebracht om af te hakken levensmiddelen behorende tot de groep welke is geassocieerd is met dat betreffende compartiment te ontvangen van de invoereenheid, om het afbakcompartiment te besturen voor het afbakken van deze af te hakken levensmiddelen, en om het liftsysteem te besturen zodanig dat het afbakcompartiment in een positie wordt gebracht deze levensmiddelen uit te voeren naar het betreffende compartiment voor het verhogen van de vulgraad.

Binnen de context van de onderhavige uitvinding wordt onder een groep af te hakken levensmiddelen verstaan levensmiddelen welke bereid worden met hetzelfde bakproces in termen van duur en baktemperatuur. Als specifiek voorbeeld bestaat een groep alleen uit identieke levensmiddelen, zoals Kaiser broodjes. In een ander voorbeeld bestaat een groep uit meerdere soorten levensmiddelen, zoals Kaiser broodjes en pistoletjes, maar kunnen deze levensmiddelen bereid worden door middel van hetzelfde bakproces.

De besturingseenheid kan zijn ingericht parameters voor het bakproces in te stellen voor het afbakcompartiment in afhankelijkheid van de af te hakken levensmiddelen. In een uitvoeringsvorm kan de besturingseenheid worden geprogrammeerd om per compartiment van de invoereenheid bakparameters in te stellen. Hierbij wordt niet uitgesloten dat sommige of alle verschillende compartimenten dezelfde bakparameters hebben. Tevens kan de besturingseenheid van informatie worden voorzien over de te gebruiken invoerposities en uitvoerposities voor het afbakcompartiment ten einde het liftsysteem aan te sturen zodat het afbakcompartiment tussen de compartimenten van de invoereenheid en uitvoereenheid kan bewegen.

Het programmeren van de besturingsinrichting kan bijvoorbeeld geschieden door deze inrichting aan te sluiten op een computer of andere programmeerinrichting met welke de gebruiker de compartiment specifieke bakparameters in de besturingseenheid laadt.

Het afbakcompartiment kan een transportband en een aandrijfeenheid voor het aandrijven van de transportband omvatten. Deze aandrijfeenheid kan zijn ingericht de transportband op en neer te bewegen althans tijdens het afbakken van de levensmiddelen. In een dergelijke uitvoeringsvorm is er tijdens het daadwerkelijke bakproces geen uitwisseling van levensmiddelen met de invoereenheid of uitvoereenheid, dit in tegenstelling tot het eerdergenoemde bestaande systeem. Het op en neer bewegen van de levensmiddelen, veelal in een richting parallel aan de transportband, verbetert het bakproces, bevordert een egaal bakresultaat, voorkomt brandplekken op de levensmiddelen, en voorkomt scheefbakken.

In een verdere uitvoeringsvorm omvat elk compartiment van de invoereenheid een afzonderlijk beweegbare transportband welke koppelbaar is met de transportband van het afbakcompartiment zodanig dat de aandrijfeenheid van het afbakcompartiment na koppeling zowel de transportband van het afbakcompartiment als de beweegbare transportband van een compartiment aandrijft voor het uit het compartiment transporteren van af te hakken levensmiddelen naar het afbakcompartiment. De beweegbare transportband van het compartiment van de invoereenheid en de transportband van het afbakcompartiment kunnen elk zijn gemonteerd om een respectievelijk paar op afstand van elkaar geplaatste assen, waarbij ten minste één as van het paar assen van de invoereenheid mechanisch gekoppeld is aan een eerste aangrijpelement en waarbij ten minste één as van het paar assen van het afbakcompartiment mechanisch gekoppeld is aan een tweede aangrijpelement, waarbij het eerste en tweede aangrijpelement in aangrijping met elkaar gebracht kunnen worden voor het genoemde aandrijven van de beweegbare transportband van het compartiment van de invoereenheid door de aandrijfeenheid. Het eerste en het tweede aangrijpelement kunnen elk een tandwiel omvatten. Binnen de context van de onderhavige uitvinding wordt onder mechanische koppeling verstaan dat rotatie van een as een rotatie veroorzaakt van een met deze as mechanische gekoppeld aangrijpelement en vice versa.

In een uitvoeringsvorm omvat de invoereenheid en/of het afbakcompartiment een scharnierbaar bevestigde arm, welke arm kan scharnieren ten opzichte van de as met welke een aangrijpelement mechanisch gekoppeld is en waarbij het aangrijpelement draaibaar is bevestigd aan een van de as af gericht einde van de as, waarbij rotatie van de as en rotatie van het aangrijpelement gekoppeld zijn, en waarbij de invoereenheid en/of het afbakcompartiment een tweede aandrijfeenheid omvat voor het laten scharnieren van de arm voor het in aangrijping brengen van de aangrijpelementen. Zo kan het tandwiel bevestigd zijn op een verdere as welke door middel van een overbrenging gekoppeld is aan de eerdergenoemde as voor het mechanisch koppelen van het aangrijpelement en de as.

De invoereenheid kan per compartiment een scharnierbaar bevestigde beschermbeugel omvatten, welke is ingericht om weggeduwd te worden door de arm van het afbakcompartiment tijdens het scharnieren van de arm voor het in aangrijping laten komen van de aangrijpelementen. Een dergelijke beschermbeugel kan bijvoorbeeld voorkomen dat af te bakken levensmiddelen uit de invoereenheid vallen tijdens transport van de invoereenheid. Zo kan het afbakovensysteem een gestel omvatten aan welke het liftsysteem met het afbakcompartiment is bevestigd, waarbij de invoereenheid een verrijdbare trolley omvat welke koppelbaar is aan het gestel. In een dergelijke uitvoeringsvorm is het mogelijk de trolley te vullen op afstand van het gestel, bijvoorbeeld door verschillende groepen levensmiddelen te verdelen over de compartimenten en om hierna de trolley te koppelen met het gestel waarna het bakproces gestart kan worden.

Het afbakcompartiment kan een stroom-opwaartse klep omvatten welke is geplaatst tussen de invoereenheid en het afbakcompartiment en een stroom-afwaartse klep welke is geplaatst tussen het afbakcompartiment en de uitvoereenheid, waarbij de besturingseenheid is ingericht voor het openen van de stroom-opwaartse klep voorgaand aan het ontvangen van de af te bakken levensmiddelen van de invoereenheid en om de stroom-afwaartse klep te openen na het hakken van deze levensmiddelen voor het uitvoeren daarvan naar de uitvoereenheid. Aan de onderzijde van deze kleppen kunnen borstels zijn voorzien voor het reinigen van de transportband.

In een uitvoeringsvorm omvat het afbakcompartiment een behuizing, een warmtebron voor het verwarmen van de in het afbakcompartiment aanwezige lucht, een ventilator voor het veroorzaken van een stroming in de verwarmde lucht, een verdeeleenheid voor het verdelen van de verwarmde lucht over de af te hakken levensmiddelen en een verzameleenheid voor het verzamelen van de lucht welke is verdeeld over de af te hakken levensmiddelen. Hierbij staat de verdeeleenheid in communicatie met een blaaszijde van de ventilator en staat de verzameleenheid in communicatie met de aanzuigzijde van de ventilator. Hierbij kan ten minste één van de verzameleenheid en de verdeeleenheid een geperforeerde plaat omvat met een veelvoud aan openingen door welke de te verdelen en/of de te verzamelen lucht passeert.

Volgens een verder aspect wordt het doel van de uitvinding bereikt met een werkwijze voor het afbakken van af te hakken levensmiddelen welke de stappen omvat van: het verschaffen van een uitvoereenheid voor het houden van afgebakken levensmiddelen, het verschaffen van een invoereenheid voor het houden van af te bakken levensmiddelen, waarbij de invoereenheid en de uitvoereenheid elk meerdere compartimenten omvatten, waarbij elk compartiment van de invoereenheid en uitvoereenheid geassocieerd is met een ander groep levensmiddelen.

De werkwijze omvat verder de stap van het detecteren van een vulgraad van elk van de compartimenten van de uitvoereenheid. Indien de gedetecteerde vulgraad van een betreffend compartiment onder een vooraf bepaalde drempel ligt wordt door middel van een liftsysteem een afbakcompartiment bewogen ten opzichte van de invoereenheid om in een positie te komen welke geschikt is voor het ontvangen van levensmiddelen uit de groep welke geassocieerd is met het genoemde betreffende compartiment en worden deze levensmiddelen ontvangen. Vervolgens worden de ontvangen levensmiddelen afgebakken door h et afbakcompartiment. Als laatste wordt door middel van het liftsysteem het afbakcompartiment bewogen ten opzichte van de uitvoereenheid om in een positie te komen welke geschikt is voor het uitvoeren van de afgebakken levensmiddelen naar het betreffende compartiment en worden de afgebakken levensmiddelen naar het betreffende compartiment uitgevoerd.

In het hiernavolgende zal de uitvinding in meer detail worden besproken onder verwijzing naar de bijgevoegde figuren, waarbij:

Figuren 1A-1F verschillende aanzichten en details tonen van een uitvoeringsvorm van een afbakovensysteem volgens de onderhavige uitvinding;

Figuur 2 een liftsysteem toont van het afbakovensysteem uit figuur IA;

Figuur 3 een valbeveiliging toont van het afbakovensysteem uit figuur IA;

Figuur 4 een doorsnede toont van het afbakcompartiment van het afbakovensysteem uit figuur IA;

Figuren 5A en 5B een invoereenheid toont van het afbakovensysteem uit figuur IA; en

Figuren 6A-6D een aangrijping tonen tussen de transportbanden van de invoereenheid en het afbakcompartiment van het afbakovensysteem uit figuur IA.

Figuren IA-1C tonen een uitvoeringsvorm van een afbakovensysteem. Hierbij tonen figuren IA en 1B een gestel 1 waarin een liftsysteem 2 is opgenomen welke in meer detail is weergegeven in figuur 2. Verder is een afbakcompartiment 3 zichtbaar welke door liftsysteem 2 gedragen wordt.

Figuur 1B toont een invoereenheid welke is vormgegeven als een trolley 4, welke in meer detail is weergegeven in figuur 5A. Hierbij zijn gestel 1 en trolley 4 verrijdbaar op afzonderlijke wieltjes 5, 6. Trolley 4 omvat een veelvoud aan compartimenten 7. Elk van compartimenten 7 omvat een transportband 8 welke is gemonteerd om twee op afstand van elkaar geplaatste assen 9, zie figuur 5A. Transportband 8 is hierbij vervaardigd uit roestvrij staal en omvat een geperforeerde structuur. Elk van de assen 9 omvat één of meerdere tandwielen 10 welke aangrijpen op transportband 8.

In elk compartiment 7 wordt een enkele groep levensmiddelen gehouden. De in figuur 5A getoonde invoereenheid omvat 9 compartimenten 7 waardoor het afbakovensysteem in deze opstelling tot maximaal 9 verschillende groepen levensmiddelen kan bereiden.

De in figuur 1C in zijaanzicht getoonde uitvoereenheid 11 omvat eveneens een veelvoud aan compartimenten 12. Hierbij is uitvoereenheid uitgevoerd als een behuizing aan welke gestel 1 gekoppeld kan worden of gekoppeld is. Hierdoor is tijdens gebruik gestel 1 in een bepaalde positie ten opzichte uitvoereenheid 11 om te bewerkstelligen dat liftsysteem 2 in staat is afbakcompartiment 3 te bewegen naar een geschikte positie voor het uitvoeren van de levensmiddelen.

Figuren 1D en IE tonen respectievelijk een vooraanzicht en een achteraanzicht van uitvoereenheid 11. Hierbij is in figuur 1D zichtbaar dat compartimenten 12 aan de voorzijde kunnen zijn voorzien van deksels welke een consument moet bedienen alvorens deze toegang krijgt tot de uitgevoerde producten.

Figuur 1F toont een detail weergave van een compartiment 12. Deze omvat een schuin geplaatste plaat 12’. Rechts in figuur 1F is een compartiment getoond waarbij de schuin geplaatste plaat 12’ is weggelaten. Hierdoor is een optische sensor zichtbaar welke een eerste deel 13 en tweede deel 14 omvat. In eerste deel 13 is een reflector opgenomen, terwijl in tweede deel 14 een lichtbron met een fotogevoelige diode is opgenomen. Indien het licht afkomstig van de lichtbron via de reflector de fotogevoelige diode bereikt, kan worden vastgesteld dat de vulgraad van een compartiment 12 onder een vooraf bepaalde drempel ligt.

Fiftsysteem 2 getoond in figuur 2 omvat een hefvork 16 welke gekoppeld is aan een loopwagen 17. Hefvork 16 vormt het dragende orgaan dat afbakcompartiment 3 draagt. De beweging van loopwagen 17 wordt hierbij geleid door een lineaire geleiding 18. Verder is loopwagen 17 vast verbonden met een tandriem 19 welke wordt aangedreven door een aandrijving 20.

Figuur 3 toont een valbeveiliging van liftsysteem 2. Het in figuur 3 getoonde mechaniek is opgenomen in loopwagen 17 en omvat een pal 21 welke onder veerspanning is geplaatst door een veer 22. Pal 21 is hierbij scharnierbaar bevestigd om een as 23. Tevens drukt pal tijdens regulier gebruik tegen tandriem 19. Indien tandriem 19 breekt, zal pal 21 scharnieren en zal deze aangrijpen in een gatenpatroon 24 wat is aangebracht in een staander 25 van liftsysteem 2 waardoor het verder vallen van loopwagen 17 wordt verhinderd.

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede van afbakcompartiment 3. Dit omvat een behuizing 26 door welke een transportband 27 kan bewegen. Ook deze transportband is geperforeerd uitgevoerd en is vervaardigd uit roestvrij staal.

Afbakcompartiment 3 omvat verder verwarmingsmiddelen 28 voor het verwarmen van de lucht in het compartiment. Deze verwarmde lucht wordt door ventilator 29 door gaten 30 van een verdeeleenheid geblazen. In figuur 4 is zichtbaar dat verwarmde lucht zowel aan de bovenzijde als de onderzijde van de af te hakken levensmiddelen door de verdeeleenheid wordt toegevoerd. Vervolgens wordt deze lucht aan de zijkant van afbakcompartiment 3 door een verzameleenheid, gevormd door één of meerdere luchtkanalen, teruggevoerd naar ventilator 29.

Figuur 5B toont een detailweergave van een compartiment 7 van trolley 4. In dit figuur is een aangrijpelement in de vorm van een tandwiel 32 getoond welke vast is verbonden met één 9 van de twee assen rondom welke transportband 8 is bevestigd. Verder is een beschermbeugel 33 zichtbaar welke voorkomt dat producten uit trolley 4 vallen tijdens transport. Beschermbeugel 33 kan samenwerken met een hevel 34. Meer in het bijzonder zal bij een rotatie van hevel 34 richting beschermbeugel 33, deze laatste neerwaarts bewegen. De koppeling tussen beschermbeugel 33 en hevel 34 staat hierbij onder veerspanning door veer 35 waardoor zonder uitoefening van een externe kracht, beschermbeugel 33 de uitgang van compartiment 7 blokkeert.

Figuren 6A-6C tonen een arm 36 aan welke een aangrijpelement in de vorm van een tandwiel 37 draaibaar is bevestigd. Arm 36 kan hierbij roteren ten opzichte van een as 38 rondom welke de transportband is gemonteerd. Hierbij is tandwiel 37 gekoppeld, door middel van een overbrenging in de vorm van een tandwiel 37’ (zichtbaar in figuren 6C en 6D), met as 38 waardoor rotatie van as 38 wordt overgebracht op tandwiel 37. Hierbij wordt opgemerkt dat tandwiel 37’ aan as 38 is bevestigd zodanig dat arm 36 kan draaien om as 38 zodanig dat tandwielen 37’, 37 continu met elkaar in aangrijping blijven.

Aandrijving 39 kan worden bestuurd door de besturingseenheid voor het naar buiten bewegen van arm 36. Een verder aandrijving 40 kan worden bestuurd voor het laten bewegen van transportband 27.

De werking van het afbakovensysteem zal nu worden besproken onder verwijzing naar figuren 5-6.

Als beginsituatie wordt aangenomen dat trolley 4 is voorzien van drie groepen levensmiddelen, namelijk Kaiser broodjes in de onderste 3 compartimenten 7, croissants in de middelste drie compartimenten 7 en pistoletjes in de bovenste 3 compartimenten 7. Hierbij is uitvoereenheid 11 ingericht om in onderste compartiment 12 de pistoletjes te ontvangen, in het compartiment daarboven de Kaiser broodjes, en in compartiment weer daarboven de croissants.

Op een gegeven moment wordt door de optische sensor waargenomen dat de vulgraad van de Kaiser broodjes te laag is, dat wil zeggen onder een vooraf bepaalde drempel. Deze informatie wordt doorgegeven aan de niet getoonde besturingseenheid. Deze zal vervolgens liftsysteem 2 besturen om afbakcompartiment 3 in een invoerpositie te brengen waarbij transportband 27 van afbakcompartiment 3 in lijn komt te liggen met één van de onderste 3 compartimenten 7 van de trolley 4. Hierbij is het mogelijk dat trolley 4 eveneens is voorzien van sensoren om de vulgraad van de verschillende compartimenten 7 te detecteren. Zo kan worden bereikt dat afbakcompartiment 3 enkel in lijn komt te liggen met een compartiment 7 welke daadwerkelijk voldoende producten omvat.

Nadat transportband 27 van afbakcompartiment 3 in lijn ligt met transportband 8 van trolley 4, zal de besturingseenheid aandrijving 39 aansturen voor het naar buiten bewegen van arm 36. Door deze beweging zal arm 36 hevel 34 aangrijpen en zal beschermbeugel 33 neerwaarts bewegen zodat de uitgang van compartiment 7 wordt vrijgegeven. Tevens zullen tandwielen 32, 37’, en 37 elkaar aangrijpen. Hierna zal de besturingseenheid aandrijving 40 aansturen voor het bewegen van transportband 27. Echter, deze aandrijving zal tevens leiden tot aandrijving van transportband 8, via tandwielen 37’, 37, 32, zie figuur 6D. Als gevolg hiervan zullen de producten uit compartiment 7 in afbakcompartiment 3 geladen worden. De besturingseenheid zal tevens aandrijving 41 aansturen voor het openen van de stroom-opwaartse klep 42 voor het openen van het ovendeel van afbakcompartiment 3. Hierbij is stroom-afwaartse klep 43 gesloten.

Na een vooraf bepaalde tijd wordt de aandrijving gestopt en wordt aangenomen dat alle of althans voldoende producten uit compartiment 7 zijn ontvangen. Hierna zal de besturingseenheid aandrijving 39 aansturen voor het terugdraaien van arm 36 en zal de besturingseenheid aandrijving 41 aansturen voor het sluiten van stroom-opwaartse klep 42. Deze klep is gekoppeld aan een borstel 50 voor het schoonhouden van transportband 27. Een soortgelijke borstel kan zijn voorzien bij stroom-afwaartse klep 43.

Na het sluiten van stroom-opwaartse klep 42 zal de besturingseenheid afbakcompartiment 3 aansturen voor het uitvoeren van het bakproces. Hiertoe kan de besturingseenheid afbakcompartiment 3 van de juiste parameters voorzien, zoals temperatuur en/of tijd, specifiek voor de groep levensmiddelen. In een andere uitvoeringsvorm bestuurt de besturingseenheid de relevante componenten, zoals ventilator 29 en warmtemiddelen 28 direct. Tijdens het hakken zal transportband 27 heen en weer bewegen om brandvlekken te voorkomen.

Na het verstrijken van de relevante baktijd, zal de besturingseenheid liftsysteem 2 besturen voor het naar de juiste uitvoerpositie brengen van afbakcompartiment 3 zodanig dat de uitgang van afbakcompartiment 3 in een geschikte positie is ten opzichte van bovenste compartiment 12 van uitvoereenheid 11. Hierna zal de besturingseenheid aandrijving 44 besturen voor het openen van stroom-afwaartse klep 43 alsmede aandrijving 40 voor het naar het onderste compartiment 12 van uitvoereenheid 11 transporteren van de afgebakken Kaiserbroodjes.

Het hierboven beschreven proces kan geautomatiseerd worden uitgevoerd. Hierbij kan personeel worden geïnformeerd over de vulgraad van trolley 4 zodanig dat deze op tijd kan worden bijgevuld, bijvoorbeeld tijdens een bakcyclus. Door het associëren van compartimenten 7, 12 met groepen levensmiddelen en het dienovereenkomstig programmeren dan wel aansturen van afbakcompartiment 3 wordt het gebruik van het systeem aanzienlijk vergemakkelijkt. Immers, een gebruiker hoeft enkel en alleen trolley 4 bij te vullen indien nodig.

Het is voor de vakman duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm maar dat verschillende wijzigingen mogelijk zijn zonder daarbij af te wijken van de beschermingsomvang welke wordt gedefinieerd door de hiernavolgende conclusies.

Claims (15)

1. Afbakovensysteem, omvattende: een invoereenheid voor het houden van af te hakken levensmiddelen; een afbakcompartiment voor het afbakken van in de invoereenheid aanwezige af te hakken levensmiddelen; en een uitvoereenheid voor het houden van de door het afbakcompartiment afgebakken levensmiddelen; met het kenmerk, dat de invoereenheid en de uitvoereenheid elk meerdere compartimenten omvatten en dat het afbakovensysteem verder een liftsysteem omvat voor het bewegen van het afbakcompartiment tussen de compartimenten van de invoereenheid en de compartimenten van de uitvoereenheid.

2. Afbakovensysteem volgens conclusie 1, waarbij elk compartiment van de uitvoereenheid is geassocieerd met een verschillende uitvoerpositie, en waarbij het afbakcompartiment en de uitvoereenheid, indien het afbakcompartiment zich bevindt in een bepaalde uitvoerpositie, ingericht zijn voor het transporteren van de in het afbakcompartiment afgebakken levensmiddelen naar het met de bepaalde uitvoerpositie geassocieerde compartiment van de uitvoereenheid; en elk compartiment van de invoereenheid is geassocieerd met een verschillende invoerpositie, en waarbij het afbakcompartiment en de invoereenheid, indien het afbakcompartiment zich bevindt in een bepaalde invoerpositie, ingericht zijn voor het transporteren van de af te bakken levensmiddelen, welke zich bevinden in het met de bepaalde invoerpositie geassocieerde compartiment van de invoereenheid, naar het afbakcompartiment; en dat het liftsysteem is ingericht voor het bewegen van het afbakcompartiment tussen de invoerposities en uitvoerposities.

3. Afbakovensysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij elk van de compartimenten van de uitvoereenheid is voorzien van een respectievelijke sensor voor het waarnemen van een vulgraad van het betreffende compartiment, het afbakovensysteem verder omvattende een besturingseenheid voor het besturen van het liftsysteem en het afbakcompartiment in afhankelijkheid van de waargenomen vulgraad van de compartimenten van de uitvoereenheid.

4. Afbakovensysteem volgens conclusie 3, waarbij elk compartiment van de invoereenheid en elk compartiment van de uitvoereenheid geassocieerd is met één uit een veelvoud aan groepen van af te hakken levensmiddelen, waarbij de besturingseenheid is ingericht om, na waarneming dat een vulgraad van een betreffend compartiment van de uitvoereenheid minder is dan een vooraf bepaalde drempelwaarde, het liftsysteem te besturen zodanig dat het afbakcompartiment in een invoerpositie wordt gebracht om af te bakken levensmiddelen behorende tot de groep welke is geassocieerd is met dat betreffende compartiment te ontvangen van de invoereenheid, om het afbakcompartiment te besturen voor het afbakken van deze af te hakken levensmiddelen, en om het liftsysteem te besturen zodanig dat het afbakcompartiment in een positie wordt gebracht deze levensmiddelen uit te voeren naar het betreffende compartiment voor het verhogen van de vulgraad.

5. Afbakovensysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het afbakcompartiment een transportband en een aandrijfeenheid voor het aandrijven van de transportband omvat.

6. Afbakovensysteem volgens conclusie 5, waarbij de aandrijfeenheid is ingericht de transportband op en neer te bewegen althans tijdens het afbakken van de levensmiddelen.

7. Afbakovensysteem volgens conclusie 5 of 6, waarbij elk compartiment van de invoereenheid een afzonderlijk beweegbare transportband omvat welke koppelbaar is met de transportband van het afbakcompartiment zodanig dat de aandrijfeenheid van het afbakcompartiment na koppeling zowel de transportband van het afbakcompartiment als de beweegbare transportband van een compartiment aandrijft voor het uit het compartiment transporteren van af te hakken levensmiddelen naar het afbakcompartiment.

8. Afbakovensysteem volgens conclusie 7, waarbij de beweegbare transportband van het compartiment van de invoereenheid en de transportband van het afbakcompartiment elk zijn gemonteerd om een respectievelijk paar op afstand van elkaar geplaatste assen, waarbij ten minste één as van het paar assen van de invoereenheid mechanisch gekoppeld is aan een eerste aangrijpelement en waarbij ten minste één as van het paar assen van het afbakcompartiment mechanisch gekoppeld is aan een tweede aangrijpelement, waarbij het eerste en tweede aangrijpelement in aangrijping met elkaar gebracht kunnen worden voor het genoemde aandrijven van de beweegbare transportband van het compartiment van de invoereenheid door de aandrijfeenheid.

9. Afbakovensysteem volgens conclusie 8, waarbij het eerste en het tweede aangrijpelement elk een tandwiel omvat.

10. Afbakovensysteem volgens conclusie 7 of 8, waarbij de invoereenheid en/of het afbakcompartiment een scharnierbaar bevestigde arm omvat, welke arm kan scharnieren ten opzichte van de as met welke een aangrijpelement mechanisch gekoppeld is en waarbij het aangrijpelement draaibaar is bevestigd aan een van de as af gericht einde van de as, waarbij rotatie van de as en rotatie van het aangrijpelement gekoppeld zijn, en waarbij de invoereenheid en/of het afbakcompartiment een tweede aandrijfeenheid omvat voor het laten scharnieren van de arm voor het in aangrijping brengen van de aangrijpelementen.

11. Afbakovensysteem volgens conclusie 10, waarbij het afbakcompartiment een arm omvat zoals gedefinieerd in conclusie 10 en waarbij de invoereenheid per compartiment een scharnierbaar bevestigde beschermbeugel omvat, welke is ingericht om weggeduwd te worden door de arm van het afbakcompartiment tijdens het scharnieren van de arm voor het in aangrijping laten komen van de aangrijpelementen.

12. Afbakovensysteem volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende een gestel aan welke het liftsysteem met het afbakcompartiment is bevestigd, waarbij de invoereenheid een verrijdbare trolley omvat welke koppelbaar is aan het gestel.

13. Afbakovensysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het afbakcompartiment een stroom-opwaartse klep omvat welke is geplaatst tussen de invoereenheid en het afbakcompartiment en een stroom-afwaartse klep welke is geplaatst tussen het afbakcompartiment en de uitvoereenheid, en waarbij het besturingseenheid is ingericht voor het openen van de stroom-opwaartse klep voorgaand aan het ontvangen van de af te bakken levensmiddelen van de invoereenheid en om de stroom-afwaartse klep te openen na het hakken van deze levensmiddelen voor het uitvoeren daarvan naar de uitvoereenheid.

14. Afbakovensysteem volgens conclusie 13, waarbij het afbakcompartiment omvat: een behuizing; een warmtebron voor het verwarmen van de in het afbakcompartiment aanwezige lucht; een ventilator voor het veroorzaken van een stroming in de verwarmde lucht; een verdeeleenheid voor het verdelen van de verwarmde lucht over de af te bakken levensmiddelen; een verzameleenheid voor het verzamelen van de lucht welke is verdeeld over de af te bakken levensmiddelen; waarbij de verdeeleenheid in communicatie staat met de blaaszijde van de ventilator en waarbij de verzameleenheid in communicatie staat met de aanzuigzijde van de ventilator; waarbij ten minste één van de verzameleenheid en de verdeeleenheid een geperforeerde plaat omvat met een veelvoud aan opening door welke de te verdelen en/of de te verzamelen lucht passeert.

15. Werkwijze voor het afbakken van af te bakken levensmiddelen, omvattende: het verschaffen van een uitvoereenheid voor het houden van afgebakken levensmiddelen; het verschaffen van een invoereenheid voor het houden van af te bakken levensmiddelen, waarbij de invoereenheid en de uitvoereenheid elk meerdere compartimenten omvatten, waarbij elk compartiment van de invoereenheid en uitvoereenheid is geassocieerd met een andere groep levensmiddelen; het detecteren van een vulgraad van elk van de compartimenten van het uitvoereenheid; indien de gedetecteerde vulgraad van een betreffend compartiment onder een vooraf bepaalde drempel ligt: het door middel van een liftsysteem bewegen van een afbakcompartiment ten opzichte van de invoereenheid om in een positie te komen welke geschikt is voor het ontvangen van levensmiddelen uit de groep welke geassocieerd is met het genoemde betreffende compartiment en het ontvangen van deze levensmiddelen; het met het afbakcompartiment afbakken van de ontvangen levensmiddelen; het door middel van het liftsysteem bewegen van het afbakcompartiment ten opzichte van de uitvoereenheid om in een positie te komen welke geschikt is voor het uitvoeren van de afgebakken levensmiddelen naar het betreffende compartiment; en het uitvoeren van de afgebakken levensmiddelen naar het betreffende compartiment.