NL2013562B1 - Farm system with command labels. - Google Patents
Farm system with command labels. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2013562B1 NL2013562B1 NL2013562A NL2013562A NL2013562B1 NL 2013562 B1 NL2013562 B1 NL 2013562B1 NL 2013562 A NL2013562 A NL 2013562A NL 2013562 A NL2013562 A NL 2013562A NL 2013562 B1 NL2013562 B1 NL 2013562B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- tag
- interaction device
- animal interaction
- code
- reader
- Prior art date
Links
- 241001465754 Metazoa Species 0.000 claims abstract description 180
- 230000003993 interaction Effects 0.000 claims abstract description 151
- 238000000034 method Methods 0.000 claims description 10
- 230000000694 effects Effects 0.000 claims description 9
- 239000004984 smart glass Substances 0.000 claims description 8
- 239000011521 glass Substances 0.000 claims description 5
- 230000003247 decreasing effect Effects 0.000 claims description 3
- 239000008267 milk Substances 0.000 claims description 2
- 210000004080 milk Anatomy 0.000 claims description 2
- 235000013336 milk Nutrition 0.000 claims description 2
- 230000004048 modification Effects 0.000 claims description 2
- 238000012986 modification Methods 0.000 claims description 2
- 230000000384 rearing effect Effects 0.000 claims 1
- 230000001276 controlling effect Effects 0.000 description 7
- 230000004044 response Effects 0.000 description 5
- 101100456831 Caenorhabditis elegans sams-5 gene Proteins 0.000 description 4
- 235000013305 food Nutrition 0.000 description 4
- 238000010438 heat treatment Methods 0.000 description 4
- 238000000926 separation method Methods 0.000 description 4
- 238000004378 air conditioning Methods 0.000 description 2
- 238000001816 cooling Methods 0.000 description 2
- 238000009423 ventilation Methods 0.000 description 2
- 230000008859 change Effects 0.000 description 1
- 230000007547 defect Effects 0.000 description 1
- 230000006870 function Effects 0.000 description 1
- 238000012423 maintenance Methods 0.000 description 1
- 239000003550 marker Substances 0.000 description 1
- 230000008569 process Effects 0.000 description 1
- 230000009467 reduction Effects 0.000 description 1
- 230000001105 regulatory effect Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01J—MANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
- A01J5/00—Milking machines or devices
- A01J5/007—Monitoring milking processes; Control or regulation of milking machines
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K1/00—Housing animals; Equipment therefor
- A01K1/0005—Stable partitions
- A01K1/0017—Gates, doors
- A01K1/0023—Sorting gates
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K1/00—Housing animals; Equipment therefor
- A01K1/02—Pigsties; Dog-kennels; Rabbit-hutches or the like
- A01K1/0209—Feeding pens for pigs or cattle
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K11/00—Marking of animals
- A01K11/006—Automatic identification systems for animals, e.g. electronic devices, transponders for animals
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Animal Husbandry (AREA)
- Zoology (AREA)
- Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
- Birds (AREA)
- Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)
- Management, Administration, Business Operations System, And Electronic Commerce (AREA)
Abstract
Boerderijsysteem voorzien van tenminste een besturingseenheid en tenminste een communicatief met de besturingseenheid verbonden dierinteractie-apparaat zoals een voerafgifte-automaat, melk robot of een bestuurbaar hek waarbij het systeem verder is voorzien van tenminste een tag zoals een barcode, SQR-code of een RFID label en tenminste een draagbare lezer voor het lezen van een code van de tag waarbij de lezer communicatief met de besturingseenheid is verbonden, waarbij de tag een vaste tag is die op een vaste plaats staat opgesteld en die geassocieerd is met het tenminste ene dierinteractieapparaat en waarbij eventueel het systeem voorts is voorzien van tenminste een mobiele tag die bijvoorbeeld kan worden gedragen door een gebruiker van de lezer waarbij het systeem dusdanig is ingericht dat bij het scannen van de code van de vaste tag met de lezer, de lezer informatie over de gescande code aan de besturingseenheid doorgeeft waarbij de besturingseenheid in reactie op de ontvangen informatie over de gescande code van de vaste tag, het tenminste ene dierinteractie-apparaat selecteert om aan te sturen en waarbij het systeem dusdanig is ingericht dat de wijze waarop het tenminste ene dierinteractie-apparaat wordt aangestuurd door de besturingseenheid geassocieerd is met de gescande code van de vaste tag of geassocieerd is met een gescande code van de mobiele tag.Farm system provided with at least one control unit and at least one animal interaction device communicatively connected to the control unit, such as a feed dispenser, milking robot or a controllable fence, the system further comprising at least one tag such as a barcode, SQR code or an RFID tag and at least one portable reader for reading a code of the tag wherein the reader is communicatively connected to the control unit, the tag being a fixed tag positioned at a fixed location and associated with the at least one animal interaction device and optionally the system further comprises at least one mobile tag that can be carried, for example, by a user of the reader, the system being arranged such that when scanning the code of the fixed tag with the reader, the reader has information about the scanned code on passes on the control unit wherein the control unit responds to the received information information about the scanned code of the fixed tag, selects the at least one animal interaction device to be controlled and wherein the system is arranged such that the way in which the at least one animal interaction device is controlled by the control unit is associated with the scanned code of the the fixed tag or is associated with a scanned code from the mobile tag.
Description
Titel: Boerderijsysteem voorzien van commandolabels.Title: Farm system with command labels.
De uitvinding heeft betrekking op een boerderijsysteem voorzien van tenminste een besturingseenheid en tenminste een communicatief met de besturingseenheid verbonden dierinteractie-apparaat zoals een voerafgifte-automaat, melk robot of een bestuurbaar hek waarbij het systeem verder is voorzien van tenminste een tag zoals een barcode, SQR-code of een RFID label en tenminste een draagbare lezer voor het lezen van een code van de tag waarbij de lezer communicatief met de besturingseenheid is verbonden.The invention relates to a farm system provided with at least one control unit and at least one animal interaction device communicatively connected to the control unit, such as a feed dispenser, milk robot or a controllable fence, the system further comprising at least one tag such as a barcode, SQR code or an RFID tag and at least one portable reader for reading a code from the tag with the reader communicatively connected to the control unit.
Een dergelijk boerderijsysteem is op zich bekend. Bij het bekende boerderijsysteem wordt de besturingseenheid veelal gevormd door een centrale boerderijcomputer. Deze centrale boerderijcomputer stuurt de dierinteractie-apparaten zoals een voerafgifteautomaaat, melkrobot, of een bestuurbaar hek aan. De tags omvatten veelal een RFID label waarbij de tag wordt gedragen door een dier zoals een koe of een zeug. Door het scannen van de tag met de draagbare lezer kan een identificatiecode van de tag worden uitgelezen en worden afgebeeld op een display van de draagbare lezer. Op deze wijze kan de gebruiker met een draagbare lezer de identificatie van het dier vaststellen. De uitvinding beoogt een boerderijsysteem te verschaffen waarbij eveneens tags worden toegepast, echter op een geheel andere wijze dan bij de bekende systemen. Dat het boerderijsysteem volgens de uitvinding bovendien ook de toepassing van tags omvat zoals bij bekende systemen is echter niet uitgesloten. Volgens de uitvinding is het boerderijsysteem gekenmerkt doordat de tag een vaste tag is die op een vaste plaats staat op gesteld en die geassocieerd is met het tenminste ene dierinteractieapparaat en waarbij eventueel het systeem voorts is voorzien van een mobiele tag die bijvoorbeeld kan worden gedragen door een gebruiker van de lezer waarbij het systeem dusdanig is ingericht dat bij het scannen van de code van de vaste tag met de lezer, de lezer informatie over de gescande code aan de besturingseenheid doorgeeft waarbij de besturingseenheid in reactie op de ontvangen informatie over de gescande code van de vaste tag, het tenminste ene dierinteractieapparaat selecteert om aan te sturen en waarbij het systeem dusdanig is ingericht dat de wijze waarop het tenminste ene dierinteractie-apparaat wordt aangestuurd door de besturingseenheid geassocieerd is met de gescande code van de vaste tag of geassocieerd is met een gescande code van de mobiele tag.Such a farm system is known per se. In the known farm system, the control unit is often formed by a central farm computer. This central farm computer controls the animal interaction devices such as a feed dispenser, milking robot, or a controllable fence. The tags often include an RFID tag wherein the tag is worn by an animal such as a cow or a sow. By scanning the tag with the portable reader, an identification code of the tag can be read and displayed on a display of the portable reader. In this way the user can determine the identification of the animal with a portable reader. The invention has for its object to provide a farm system in which also tags are used, but in a completely different way than in the known systems. However, the fact that the farm system according to the invention also comprises the use of tags as in known systems is not excluded. According to the invention, the farm system is characterized in that the tag is a fixed tag arranged at a fixed location and associated with the at least one animal interaction device and wherein, optionally, the system is further provided with a mobile tag that can be carried, for example, by a user of the reader wherein the system is arranged such that when scanning the code of the fixed tag with the reader, the reader passes on information about the scanned code to the control unit, the control unit responding to the information received about the scanned code from the the fixed tag selects the at least one animal interaction device to be controlled and wherein the system is arranged such that the manner in which the at least one animal interaction device is controlled by the control unit is associated with the scanned code of the fixed tag or is associated with a scanned code from the mobile tag.
Op deze wijze kan door een gebruiker op zeer eenvoudige wijze ter plaatse van de tag een code aan de besturingseenheid worden toegevoegd door de vaste tag eenvoudig uit te lezen met de draagbare lezer. Een gevolg hiervan is dat het tenminste ene dierinteractie-apparaat wordt geselecteerd om te worden aangestuurd door de besturingseenheid. Hierbij zijn er dan tenminste twee mogelijkheden om te bepalen op welke wijze het geselecteerde dierinteractie-apparaat wordt aangestuurd. Een eerste mogelijkheid is dat de gescande code van de vaste tag zelf ook is geassocieerd met de wijze waarop het geselecteerde dierinteractie-apparaat wordt aangestuurd. In dat geval heeft het scannen van de vaste tag dus tot gevolg dat het tenminste ene dierinteractie-apparaat wordt aangestuurd door de besturingseenheid op een wijze die geassocieerd is met de gescande code van de vaste tag. Volgens deze eerste mogelijkheid kan een gebruiker op eenvoudige wijze instructies invoeren in het systeem voor het aansturen van een dierinteractie-apparaat waarbij het risico op een foute invoer is geminimaliseerd.In this way a code can be added to the control unit in a very simple manner at the location of the tag by simply reading the fixed tag with the portable reader. A consequence of this is that the at least one animal interaction device is selected to be controlled by the control unit. There are then at least two options for determining in which way the selected animal interaction device is controlled. A first possibility is that the scanned code of the fixed tag itself is also associated with the way in which the selected animal interaction device is controlled. In that case, the scanning of the fixed tag thus results in the at least one animal interaction device being controlled by the control unit in a manner associated with the scanned code of the fixed tag. According to this first possibility, a user can easily enter instructions into the system for controlling an animal interaction device in which the risk of an incorrect input is minimized.
Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld een dierinteractie-apparaat in de vorm van een voerautomaat. Hierbij is dan in de nabijheid van de voerautomaat een tag opgesteld. Stel dat een gebruiker die zich in de nabijheid van de voerautomaat bevindt wil bewerkstelligen dat de voerautomaat kleinere porties voer gaat afgeven. Het enige wat de gebruiker dan hoeft te doen is met zijn mobiele lezer die vaste tag te scannen die in de nabijheid van de voerautomaat staat opgesteld die dit bewerkstelligd. Anders gezegd: door het scannen van de juiste vaste tag wordt de gescande code aan de besturingseenheid toegevoerd die tot gevolg heeft dat de besturingseenheid het dierinteractie-apparaat zodanig aanstuurt dat deze kleinere porties voer gaat afgeven.An example of this is, for example, an animal interaction device in the form of a feeding machine. A tag is then drawn up in the vicinity of the automatic feeder. Suppose a user who is in the vicinity of the automatic feeder wants to cause the automatic feeder to deliver smaller portions of feed. The only thing the user then has to do is to scan with his mobile reader that fixed tag that is set up in the vicinity of the automatic feeder that accomplishes this. In other words: by scanning the correct fixed tag, the scanned code is supplied to the control unit, which results in the control unit controlling the animal interaction device in such a way that it starts delivering smaller portions of feed.
Een tweede mogelijkheid is dat in combinatie met het scannen van de vaste tag voor het selecteren van het tenminste ene dierinteractie-apparaat voor het aansturen van het dierinteractie-apparaat door de besturingseenheid ook een mobiele tag wordt gescand waarvan de code is geassocieerd met een wijze waarop een dierinteractie-apparaat wordt aangestuurd. De gescande code van de mobiele tag bepaalt dan dus op welke wijze het dierinteractie-apparaat dat wordt geselecteerd door het scannen van een vaste tag wordt aangestuurd door de besturingseenheid. Een gebruiker kan bijvoorbeeld een veelvoud van mobiele tags bij zich dragen waarvan elke code is geassocieerd met een wijze waarop een dierinteractie-apparaat wordt aangestuurd. Verschillende codes van mobiele tags kunnen dan zijn geassocieerd met verschillende wijzen van aansturing van een dierinteractie-apparaat door de besturingseenheid. Ook volgens de tweede mogelijkheid kan een gebruiker op eenvoudige wijze instructies invoeren in het systeem voor het aansturen van een dierinteractie-apparaat waarbij het risico op een foute invoer is geminimaliseerd.A second possibility is that in combination with scanning the fixed tag for selecting the at least one animal interaction device for controlling the animal interaction device, a mobile tag is also scanned by the control unit, the code of which is associated with a manner in which an animal interaction device is controlled. The scanned code of the mobile tag thus determines in what way the animal interaction device selected by scanning a fixed tag is controlled by the control unit. For example, a user may carry a plurality of mobile tags, each code of which is associated with a manner in which an animal interaction device is controlled. Different codes of mobile tags can then be associated with different modes of control of an animal interaction device by the control unit. Also according to the second possibility, a user can enter instructions in a simple manner into the system for controlling an animal interaction device in which the risk of an incorrect input is minimized.
Bij bekende systemen moet de gebruiker veelal gebruik maken van een draagbare eenheid die is voorzien van een touch screen waarbij de draagbare eenheid communicatief is verbonden met de besturingseenheid. Door diverse keuzemenu’s door het touch screen te doorlopen kan dan als eerste een dierinteractie-apparaat worden geselecteerd waarvan de gebruiker een instelling wil veranderen en vervolgens kan worden aangegeven wat dient te worden veranderd. Dit blijkt, praktisch gezien, een moeizaam en langzaam proces te zijn, wat bovendien onderhevig is aan fouten zodat één en ander opnieuw moet worden uitgevoerd. Hierbij moet worden bedacht dat de gebruiker zich veelal in een enigszins vervuilde omgeving bevindt, wellicht handschoenen draagt, zodat het lastig is om snel en accuraat zijn draagbare eenheid te bedienen. Door echter volgens de uitvinding gebruik te maken van een vaste en eventueel een mobiele tag, die slechts behoeft/behoeven te worden gescand met een draagbare lezer om informatie over de gescande code(s) van de tag(s) aan de besturingseenheid toe te voeren kan door een gebruiker op eenvoudige wijze zonder fouten bijvoorbeeld een instelling van een dierinteractie-apparaat worden aangepast en/of kan het dierinteractie-apparaat ter plekke worden aangestuurd. Hierbij kan de tag bijvoorbeeld zijn voorzien van een zichtbare markering zoals een kleur, teken, code of tekst, die aangeeft wat het effect is wanneer de tag wordt gescand met de lezer.In known systems, the user often has to use a portable unit provided with a touch screen, the portable unit being communicatively connected to the control unit. By going through various selection menus through the touch screen, it is then possible to be the first to select an animal interaction device whose user wants to change a setting and then indicate what needs to be changed. From a practical point of view, this appears to be a difficult and slow process, which is furthermore subject to errors, so that things have to be repeated. It should be borne in mind that the user is often in a somewhat polluted environment, perhaps wearing gloves, so that it is difficult to operate his portable unit quickly and accurately. However, by making use of a fixed and possibly a mobile tag according to the invention, which only needs to be scanned with a portable reader to supply information about the scanned code (s) of the tag (s) to the control unit For example, a user can adjust a setting of an animal interaction device in a simple manner without errors and / or the animal interaction device can be controlled on site. In this case the tag can for instance be provided with a visible marker such as a color, sign, code or text, which indicates the effect when the tag is scanned with the reader.
Zoals uit het hier voorgaande voorbeeld blijkt, valt in bijzonder onder het begrip aansturen van het tenminste ene dierinteractie-apparaat door de besturingseenheid ook het instellen van het dierinteractie-apparaat.As is apparent from the example hereinbefore, the control unit also includes the setting of the at least one animal interaction device in particular by setting the animal interaction device.
In het bijzonder geldt dat het systeem is voorzien van een verzameling van dierinteractieapparaten en een veelvoud van vaste tags waarbij elk dierinteractie-apparaat van de verzameling is geassocieerd met tenminste een van de vaste tags zodat elk dierinteractie-apparaat van de verzameling door het scannen van tenminste een van de vaste tags met de tenminste ene lezer kan worden geselecteerd om te worden aangestuurd, waarbij het systeem voorts dusdanig is ingericht dat de wijze waarop een geselecteerd dierinteractie-apparaat van de verzameling wordt aangestuurd, in gebruik, wordt bepaald door de code van de gescande tenminste ene vaste tag waarmee het betreffende dierinteractie-apparaat is geselecteerd of door de code van de gescande tenminste ene mobiele tag die geassocieerd is met de wijze van aansturing. Een boer kan zich bijvoorbeeld naar een dierinteractie-apparaat begeven dat bijvoorbeeld in een hok van een dier staat op gesteld. Wanneer de boer wil dat het dier een grotere portie voer, een kleinere portie voer of voor een bepaalde periode geen voer krijgt, kan hij dit eenvoudig bewerkstelligen door de betreffende vaste tag (die in de nabijheid van het betreffende dierinteractie-apparaat staat opgesteld en die met dit dierinteractie-apparaat is geassocieerd) te scannen om de betreffende opdracht in te voeren. Er behoeft dan geen gebruik te worden gemaakt van een mobiele tag. Zo kan er bijvoorbeeld een vaste tag staan opgesteld die na het scannen bewerkstelligt dat de afgifte van een portie voer wordt vergroot. Er kan bovendien ook een vaste tag staan opgesteld die na het scannen ervoor zorgt dat de afgifte van een portie voer wordt verkleind. Ook kan er een vaste tag staan op gesteld die na het scannen ervoor zorgt dat het betreffende dierinteractie-apparaat geen voer meer afgeeft voor onbepaalde tijd. Ook kan er nog een vaste tag staan opgesteld die na het scannen met de lezer ervoor zorgt dat het dierinteractie-apparaat weer volgens een standaardwaarde wordt ingesteld zodat het apparaat op gezette tijden porties voer gaat afgeven met de vooraf bepaalde grootte. Het gaat hier slechts om een voorbeeld om aan te geven wat de mogelijkheden van het boerderijsysteem volgens de uitvinding zijn.Het is dus mogelijk dat een veelvoud of een aantal van de dierinteractie-apparaten van de verzameling elk zijn geassocieerd met een veelvoud van vaste tags voor het selecteren van het betreffende dierinteractie-apparaat voor aansturing en voor het selecteren van de wijze van aansturing van het betreffende dierinteractie-apparaat.. Deze vaste tags kunnen dan elk zijn voorzien van onderling van elkaar verschillende codes die na het scannen van elkaar verschillende effecten hebben op de werking van het dierinteractie-apparaat. Het is ook mogelijk dat een aantal van de vaste tags elk slechts met één dierinteractie-apparaat van de verzameling zijn geassocieerd. Met andere woorden: wanneer een vaste tag zich bijvoorbeeld in de nabijheid van een dierinteractie-apparaat bevindt zal het scannen van de vaste tag alleen nog gevolg hebben voor de werking van dat dierinteractie-apparaat. Er geldt dan ook in het bijzonder dat een dierinteractie-apparaat en een vaste tag die met elkaar zijn geassocieerd in eikaars nabijheid zijn opgesteld. Het is echter ook mogelijk dat een dierinteractie-apparaat en een vaste tag die met elkaar zijn geassocieerd in dezelfde ruimte van de boerderij staan op gesteld. Dit is met name het geval wanneer een dierinteractie-apparaat en een vaste tag die met elkaar zijn geassocieerd in eikaars nabijheid staan op gesteld. Het systeem kan ook zijn voorzien van een veelvoud van dierinteractie-apparaten die met eenzelfde vaste tag zijn geassocieerd en die bijvoorbeeld verspreid in van elkaar verschillende ruimten van een boerderij staan op gesteld. Dergelijke dierinteractie-apparaten kunnen bijvoorbeeld bestaan uit lampen die verspreid in van elkaar verschillende ruimten een boerderij staan op gesteld. Door het scannen van een enkele vaste tag die bijvoorbeeld de zichtbare tekst omvat “licht aan” kan dit tot gevolg hebben dat alle lampen die met deze tag zijn geassocieerd gaan branden. Door een vaste tag te scannen die bijvoorbeeld de tekst omvat “licht uit” kan dit tot gevolg hebben dat alle lampen die met deze tag zijn geassocieerd vervolgens weer uit gaan. In het bijzonder geldt dat de boerderij is voorzien van verzameling ruimtes waarbij in elke ruimte van de verzameling tenminste een boerderij-interactie apparaat van de verzameling dierinteractie-apparaten staat opgesteld en waarbij in elke ruimte van de verzameling ruimtes tenminste een vaste tag staat op gesteld die is geassocieerd met tenminste een dierinteractie-apparaat van de verzameling die in de ruimte staat op gesteld.In particular, it holds that the system is provided with a set of animal interaction devices and a plurality of fixed tags wherein each animal interaction device of the set is associated with at least one of the fixed tags such that each animal interaction device of the set is scanned by at least one one of the fixed tags with the at least one reader can be selected to be controlled, the system further being arranged such that the manner in which a selected animal interaction device of the collection is controlled, in use, is determined by the code of the scanned at least one fixed tag with which the relevant animal interaction device is selected or by the code of the scanned at least one mobile tag associated with the method of control. For example, a farmer may go to an animal interaction device that is set up in, for example, an animal cage. If the farmer wants the animal to receive a larger portion of feed, a smaller portion of feed or for a certain period of time no feed, he can easily accomplish this by the relevant fixed tag (which is arranged in the vicinity of the relevant animal interaction device and which associated with this animal interaction device) to enter the relevant command. In that case, there is no need to use a mobile tag. For example, a fixed tag may be set up which after scanning causes the delivery of a portion of feed to be increased. In addition, a fixed tag can also be set up which after scanning ensures that the delivery of a portion of feed is reduced. There may also be a fixed tag on it which after scanning ensures that the animal interaction device in question no longer delivers food indefinitely. A fixed tag can also be set up which after scanning with the reader ensures that the animal interaction device is set back to a standard value so that the device starts delivering portions of the pre-determined size at set times. This is only an example to indicate what the possibilities of the farm system according to the invention are. It is therefore possible that a plurality or a number of the animal interaction devices of the set are each associated with a plurality of fixed tags for selecting the relevant animal interaction device for control and for selecting the method of control of the relevant animal interaction device. These fixed tags can then each be provided with mutually different codes which have different effects after scanning of each other on the operation of the animal interaction device. It is also possible that a number of the fixed tags are each associated with only one animal interaction device of the set. In other words: when a fixed tag is, for example, in the vicinity of an animal interaction device, scanning the fixed tag will only have an effect on the operation of that animal interaction device. In particular, it therefore holds that an animal interaction device and a fixed tag associated with each other are arranged in close proximity to each other. However, it is also possible that an animal interaction device and a fixed tag associated with each other are set up in the same room of the farm. This is particularly the case when an animal interaction device and a fixed tag associated with each other are set up in proximity to each other. The system can also be provided with a plurality of animal interaction devices which are associated with the same fixed tag and which, for example, are arranged spread out in mutually different spaces of a farm. Such animal interaction devices may, for example, consist of lamps that are scattered around a farm in different rooms. By scanning a single fixed tag that includes, for example, the visible text, "lights on", this can result in all lights associated with this tag lighting up. By scanning a fixed tag that includes, for example, the text “light off”, this can result in all lights associated with this tag going out again. In particular, it holds that the farm is provided with set of spaces in which at least one farm interaction device of the set of animal interaction devices is arranged in each room of the set and in which at least one fixed tag is arranged in each room of the set of rooms which is associated with at least one animal interaction device of the set disposed in space.
Ook is het mogelijk dat een boer zich, bijvoorbeeld, naar een dierinteractie-apparaat begeeft dat bijvoorbeeld in een hok van een dier staat op gesteld. Wanneer de boer wil dat het dier een grotere portie voer, een kleinere portie voer of voor een bepaalde periode geen voer krijgt, kan hij dit eenvoudig bewerkstelligen door de betreffende vaste tag (die in de nabijheid van het betreffende dierinteractie-apparaat staat opgesteld en waarvan de code met dit dierinteractie-apparaat is geassocieerd) te scannen om het betreffende dierinteractie-apparaat te selecteren. Bijvoorbeeld hiervoor of hierna scant de boer een mobiele tag waarvan de code is geassocieerd met een vooraf bepaalde wijze van aansturing. Zo kan het systeem bijvoorbeeld zijn voorzien van een mobiele tag die na het scannen bewerkstelligt dat de afgifte van een portie voer wordt vergroot. Het systeem kan verder zijn voorzien in een andere mobiele tag die na het scannen ervoor zorgt dat de afgifte van een portie voer wordt verkleind. Ook kan het systeem verder zijn voorzien van een mobiele tag die na het scannen ervoor zorgt dat het betreffende dierinteractie-apparaat geen voer meer afgeeft voor onbepaalde tijd. Ook kan het systeem nog zijn voorzien van een mobiele tag die na het scannen met de lezer ervoor zorgt dat het dierinteractie-apparaat weer volgens een standaardwaarde wordt ingesteld zodat het apparaat op gezette tijden porties voer gaat afgeven met de vooraf bepaalde grootte. De gebruiker kan de vier genoemde mobiele tags gewoon bij zich dragen, bijvoorbeeld in de vorm van smartcards of credit cards. Het gaat hier slechts om een voorbeeld om aan te geven wat de mogelijkheden van het boerderijsysteem volgens de uitvinding zijn.It is also possible for a farmer, for example, to go to an animal interaction device which is arranged, for example, in an animal house. If the farmer wants the animal to receive a larger portion of feed, a smaller portion of feed or for a certain period of time no feed, he can easily accomplish this by the relevant fixed tag (which is arranged in the vicinity of the relevant animal interaction device and of which scan the code associated with this animal interaction device to select the relevant animal interaction device. For example, before or after, the farmer scans a mobile tag whose code is associated with a predetermined method of control. For example, the system may be provided with a mobile tag which after scanning causes the delivery of a portion of feed to be increased. The system may further be provided with a different mobile tag which after scanning ensures that the delivery of a portion of feed is reduced. The system can also be further provided with a mobile tag which after scanning ensures that the animal interaction device in question no longer issues feed indefinitely. The system can also be provided with a mobile tag which after scanning with the reader ensures that the animal interaction device is set back to a standard value so that the device starts delivering portions of the predetermined size at set times. The user can simply carry the four mentioned mobile tags with him, for example in the form of smart cards or credit cards. This is only an example to indicate the possibilities of the farm system according to the invention.
Het is dus mogelijk dat een veelvoud of een aantal van de dierinteractie-apparaten van de verzameling elk zijn geassocieerd met een veelvoud van vaste tags voor het selecteren van het betreffende dierinteractie-apparaat voor aansturing. Deze vaste tags kunnen dan elk zijn voorzien van onderling van elkaar verschillende codes die na het scannen, van elkaar verschillende dierinteractie-apparaten selecteren. Het is ook mogelijk dat een aantal van de vaste tags elk slechts met één dierinteractie-apparaat van de verzameling zijn geassocieerd. Met andere woorden: wanneer een vaste tag zich bijvoorbeeld in de nabijheid van een dierinteractie-apparaat bevindt zal het scannen van de vaste tag alleen tot gevolg hebben dat slechts één dierinteractie-apparaat wordt geselecteerd. Er geldt dan ook in het bijzonder dat een dierinteractie-apparaat en een vaste tag die met elkaar zijn geassocieerd in eikaars nabijheid zijn opgesteld. Het is echter ook mogelijk dat een dierinteractie-apparaat en een vaste tag die met elkaar zijn geassocieerd in dezelfde ruimte van de boerderij staan opgesteld. Dit is met name het geval wanneer een dierinteractie-apparaat en een vaste tag die met elkaar zijn geassocieerd in eikaars nabijheid staan op gesteld.Thus, it is possible that a plurality or a plurality of the animal interaction devices of the set are each associated with a plurality of fixed tags for selecting the relevant animal interaction device for control. These fixed tags can then each be provided with mutually different codes which after scanning select mutually different animal interaction devices. It is also possible that a number of the fixed tags are each associated with only one animal interaction device of the set. In other words, when a fixed tag is in the vicinity of an animal interaction device, for example, scanning the fixed tag will only result in only one animal interaction device being selected. In particular, it therefore holds that an animal interaction device and a fixed tag associated with each other are arranged in close proximity to each other. However, it is also possible that an animal interaction device and a fixed tag associated with each other are arranged in the same room of the farm. This is particularly the case when an animal interaction device and a fixed tag associated with each other are set up in proximity to each other.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm geldt dat de aansturing van een dierinteractie-apparaat in de vorm van een voerafgifte automaat het verhogen of verlagen van een voerhoeveelheid omvat die door de voerafgifte automaat, in gebruik, aan een individueel dier afgeeft wordt afgegeven, bijvoorbeeld een verhoging of verlaging met een absolute hoeveelheid voer of een percentage van het voorafgaand aan de verhoging of verlaging afgegeven hoeveelheid voer, waarbij bijvoorbeeld de verhoging of verlaging geldig is voor een bepaalde periode.According to a possible embodiment, it applies that the control of an animal interaction device in the form of a feed delivery device comprises increasing or decreasing a feed quantity that is delivered by the feed delivery machine, in use, to an individual animal, for example an increase or decrease with an absolute amount of feed or a percentage of the amount of feed issued prior to the increase or decrease, wherein, for example, the increase or reduction is valid for a specific period.
Een boer kan dus een vaste of mobiele tag scannen waarvan hij weet dat deze het verhogen of verlagen van een voerhoeveelheid tot gevolg heeft. Hij kan dit bijvoorbeeld weten doordat het gevolg van het scannen van de tag zichtbaar op de betreffende tag staat afgebeeld. Een eerste vaste of mobiele tag kan dan worden gescand voor het verhogen van de voerhoeveelheid, terwijl een tweede vaste of mobiele tag kan worden gescand voor het verlagen van de voerhoeveelheid. In geval van vaste tags kunnen beide tags dan bij voorkeur in de nabijheid van de betreffende voerafgifteautomaat staan opgesteld, zodat de boer weet dat deze tags zijn geassocieerd met de betreffende voerafgifteautomaat. Het verhogen of verlagen kan met een absolute hoeveelheid voer worden uitgevoerd, bijvoorbeeld een verhoging of een verlaging met een vooraf bepaald gewicht aan verstrekt voer. Ook kan de verhoging of verlaging bestaan uit een percentage van de voorafgaande aan de verhoging of verlaging afgegeven hoeveelheid voer. Dit percentage kan bijvoorbeeld een percentage zijn van het volume of het gewicht van het voer. Ook kan afhankelijk van welke tag wordt gescand, de verhoging of verlaging geldig zijn voor een bepaalde periode, bijvoorbeeld voor een dag, twee dagen, maar ook voor onbepaalde tijd. Voor elke keuzemogelijkheid kan het systeem dan zijn voorzien van een daarvoor bedoelde vaste en/of mobiele tag. Er kan dus in een vaste en/of mobiele tag zijn voorzien die een verhoging geeft voor twee dagen, of een vaste en/of mobiele tag die verhoging geeft voor drie dagen, etc. In het geval dat vaste tags tevens de wijze van aansturing bepalen zijn deze dan bij voorkeur aan een wand van een ruimte bevestigd waar de betreffende voerafgifte-automaat staat opgesteld. De gebruiker behoeft dan slechts naar de vaste tags toe te lopen en zijn keuze te maken door de betreffende tag te scannen met zijn draagbare lezer.A farmer can therefore scan a fixed or mobile tag that he knows has the effect of increasing or decreasing a feed quantity. He may know this, for example, because the result of scanning the tag is visibly displayed on the relevant tag. A first fixed or mobile tag can then be scanned to increase the feed amount, while a second fixed or mobile tag can be scanned to lower the feed amount. In the case of fixed tags, both tags can then preferably be arranged in the vicinity of the relevant feed dispenser, so that the farmer knows that these tags are associated with the relevant feed dispenser. The raising or lowering can be carried out with an absolute amount of feed, for example an increase or a decrease with a predetermined weight of feed supplied. The increase or decrease may also consist of a percentage of the amount of feed issued prior to the increase or decrease. This percentage can for example be a percentage of the volume or weight of the feed. Depending on which tag is being scanned, the increase or decrease may be valid for a specific period, for example for a day, two days, but also indefinitely. The system can then be provided with a fixed and / or mobile tag for each option. A fixed and / or mobile tag can be provided that gives an increase for two days, or a fixed and / or mobile tag that gives an increase for three days, etc. In the case that fixed tags also determine the method of control are then preferably attached to a wall of a room where the relevant feed dispenser is arranged. The user then only has to walk to the fixed tags and make his choice by scanning the relevant tag with his portable reader.
Het is ook mogelijk dat de aansturing van een dierinteractie-apparaat in de vorm van een voer afgifte automaat het instellen van de hoeveelheid voer die door de voerafgifte-automaat wordt afgegeven omvat dusdanig dat deze hoeveelheid wordt berekend door de besturingseenheid op basis van tenminste een parameter. Een gebruiker die de betreffende vaste en/of mobiele tag scant kan er dus voor kiezen dat de besturingseenheid bepaalt hoeveel voer er door de voerafgifteautomaat, die geassocieerd is met de betreffende gescande vaste en/of mobile tag, moet worden afgegeven. De besturingseenheid kan dit berekenen op basis van tenminste één parameter die in de besturingseenheid is op genomen. Een dergelijke parameter kan bijvoorbeeld betrekking hebben op een reproductiestadium, een leeftijd van een dier dat zich in een ruimte bevindt waar de betreffende voerafgifteautomaat staat opgesteld, de cyclus van een dier dat zich in een ruimte bevindt waar de betreffende voerafgifte-automaat staat opgesteld, het aantal groot te brengen dieren zoals biggen die zich in een ruimte bevinden waar de betreffende voerafgifte-automaat staat opgesteld, een conditie van het dier, zoals vastgelegd in de besturingseenheid, etc. De parameter die de conditie van een dier aangeeft staat ook wel bekend als conditiescore.It is also possible that the control of an animal interaction device in the form of a feed-dispensing machine comprises setting the amount of feed that is dispensed by the feed-dispensing machine such that this amount is calculated by the control unit on the basis of at least one parameter . A user who scans the fixed and / or mobile tag in question can therefore choose that the control unit determines how much feed is to be delivered by the feed dispenser, which is associated with the relevant fixed and / or mobile tag scanned. The control unit can calculate this on the basis of at least one parameter included in the control unit. Such a parameter may, for example, relate to a stage of reproduction, the age of an animal that is located in a room where the relevant feed dispenser is located, the cycle of an animal that is located in a room where the relevant feed dispenser is located, the number of animals to be raised, such as piglets that are located in a room where the relevant feed dispenser is arranged, a condition of the animal, as recorded in the control unit, etc. The parameter indicating the condition of an animal is also known as condition score.
Voorts is het mogelijk dat de aansturing van een dierinteractie-apparaat in de vorm van een voerafgifte automaat het wijzigen van het aantal keren per tijdseenheid dat, in gebruik, door de voerafgifte-automaat een voerhoeveelheid aan een dier wordt afgegeven omvat, waarbij het wijzigen ook het voor onbepaalde tijd stoppen van de voerafgifte door de voer automaat aan een dier kan omvatten.Furthermore, it is possible that the control of an animal interaction device in the form of a feed-dispensing machine comprises changing the number of times per unit of time that, in use, a feed quantity is delivered to an animal by the feed-dispensing machine, the modification also stopping the feed delivery by the automatic feeder to an animal for an indefinite period of time.
Een gebruiker kan dus het aantal keren per tijdseenheid voor een voerafgifte-automaat instellen door de juiste vaste en/of mobiele tag te scannen die dit tot gevolg heeft. Wederom zal in geval dat een vaste tag tevens de wijze van aansturing bepaalt praktisch gezien deze tag in de nabijheid van het betreffende dierinteractie-apparaat staan opgesteld. Ook kan de vaste tag zijn voorzien van tekst die aangeeft wat er gebeurt wanneer deze tag wordt gescand, bijvoorbeeld voor het dierinteractie-apparaat X wordt het aantal keren dat voer wordt afgegeven ingesteld op 2x per dag. Op gemerkt wordt dat het instellen van de voerafgifte-automaat van bijzonder van belang kan zijn bij boerderijsystemen waar een voerafgifte-automaat staat opgesteld in een ruimte waar zich één enkel dier bevindt. Op deze wijze kan per dier de voerafgifte worden geregeld of bijgeregeld door het scannen van de juiste tags.A user can therefore set the number of times per unit of time for a feed dispensing machine by scanning the correct fixed and / or mobile tag that this results in. Again, in the event that a fixed tag also determines the method of control, this tag will practically be arranged in the vicinity of the relevant animal interaction device. The fixed tag can also be provided with text that indicates what happens when this tag is scanned, for example for the animal interaction device X, the number of times that feed is delivered is set to 2x per day. It is noted that the setting of the feed dispensing machine can be of particular importance in farm systems where a feed dispensing machine is arranged in a space where a single animal is located. In this way the feed delivery can be regulated or adjusted per animal by scanning the correct tags.
In aanvulling op het instellen en besturen van de dierinteractieapparaten kan het systeem ook zijn voorzien van tags die na het scannen tot gevolg hebben dat informatie vanuit de besturingseenheid via een mobiele inrichting aan een houder van een mobiele inrichting wordt toegevoerd. De mobiele inrichting kan hiertoe bijvoorbeeld draadloos communicatief met de besturingseenheid zijn verbonden. De mobiele inrichting kan hierbij worden gevormd door de lezer, een tablet, smart phone of smart bril, zoals Google glasses. Een voorbeeld is een tag die in een ruimte van een boerderij staat op gesteld waar zich een dier bevindt. Door deze tag te scannen kan bijvoorbeeld informatie over het betreffende dier via de mobiele inrichting aan de gebruiker worden toegevoerd, bijvoorbeeld de identiteit van het dier, de leeftijd van het dier etc. Ook is het mogebjk dat door het scannen van een vooraf bepaalde tag informatie over een bepaald dierinteractie-apparaat wordt toegevoerd, bijvoorbeeld over de instelling van het dierinteractie-apparaat waarmee de betreffende tag die is gescand wordt geassocieerd.De toegevoerde informatie kan ook informatie omvatten over de locatie waar de tag zich bevindt of informatie van een groep van locaties. Zo kan bijvoorbeeld informatie bestaan uit de temperatuur van een locatie of de gemiddelde temperatuur van een groep van locaties. Ook kan de informatie bestaan uit informatie over de dieren die zich op de betreffende locatie bevinden. Het kan hier gaan om de identiteit van de dieren. Zo kan bijvoorbeeld op een locatie een veelvoud van dieren aanwezig zijn, waarvan de identeit in de besturingseenheid is op genomen. De besturingseenheid omvat dan per locatie informatie over welke dieren zich op de betreffende locatie bevinden. Door een vooraf bepaalde tag te scannen die op de betreffende locatie staat op gesteld, kan dan informatie over de identiteit van elk van de dieren die zich op de betreffende locatie bevinden, aan de mobiele inrichting van de gebruiker worden toegevoerd. Ook is het mogebjk dat door het scannen van een vooraf bepaalde tag met de lezer, informatie bij de besturingseenheid met behulp van de lezer kan worden ingevoerd waarbij deze informatie door een gebruiker bij de lezer kan worden ingevoerd in aanvulling op de informatie van de door de lezer gescande code. Zo kan bijvoorbeeld de vooraf bepaalde vaste tag in een bepaalde ruimte worden gescand met de lezer waarbij vervolgens door bediening van de lezer een gewenste temperatuur van een ruimte waar de gescande tag zich bevindt worden ingesteld. Deze temperatuur wordt dan door de lezer, die communicatief is verbonden met de besturingseenheid, aan de besturingseenheid toegevoerd waarbij de besturingseenheid is verbonden met een dierinteractie-inrichting in de vorm van een verwarming, koeling of ventilatie die in de betreffende ruimte staat opgesteld en bewerkstelbgt dat een bepaalde temperatuur in de ruimte op de betreffende locatie wordt gereahseerd. Dit is slechts een voorbeeld van een mogehjkheid voor het invoeren van informatie door het scannen van een tag met behulp van de lezer. In het bijzonder geldt dus dat, in gebruik, de ingevoerde informatie tot gevolg heeft dat de besturingseenheid een dierinteractie-apparaat die geassocieerd is met de betreffende tag aanstuurt overeenkomstig de ingevoerde informatie. Enerzijds is in dit voorbeeld de betreffende tag dus geassocieerd met een vooraf bepaald dierinteractie-apparaat terwijl anderzijds de aansturing betrekking heeft op het bepaalde dierinteractie-apparaat. Zoals gezegd is het echter ook mogelijk dat de code van de betreffende vaste tag geassocieerd is met een vooraf bepaald dierinteractie-apparaat terwijl anderzijds de code van een mobiele tag geassocieerd is met een wijze van aansturing.In addition to setting up and controlling the animal interaction devices, the system can also be provided with tags which after scanning result in information being supplied from the control unit via a mobile device to a holder of a mobile device. For this purpose, the mobile device can for example be connected wirelessly to the control unit in a wireless manner. The mobile device can be formed by the reader, a tablet, smart phone or smart glasses, such as Google glasses. An example is a tag placed in an area of a farm where an animal is located. By scanning this tag, for example, information about the relevant animal can be supplied to the user via the mobile device, for example the identity of the animal, the age of the animal etc. It is also possible that by scanning a predetermined tag information is fed over a particular animal interaction device, for example about the setting of the animal interaction device with which the relevant tag that has been scanned is associated. The supplied information may also include information about the location where the tag is located or information from a group of locations . For example, information may consist of the temperature of a location or the average temperature of a group of locations. The information may also consist of information about the animals that are located at the relevant location. This may concern the identity of the animals. For example, a plurality of animals may be present at a location, the identities of which are incorporated in the control unit. The control unit then contains information per location about which animals are located at the relevant location. By scanning a predetermined tag set up at the relevant location, information about the identity of each of the animals located at the relevant location can then be supplied to the user's mobile device. It is also possible that by scanning a predetermined tag with the reader, information can be entered at the control unit with the aid of the reader, whereby this information can be entered at the reader by a user in addition to the information provided by the user. reader scanned code. For example, the predetermined fixed tag can be scanned with the reader in a particular room, whereby a desired temperature of a room where the scanned tag is located is then set by operating the reader. This temperature is then supplied to the control unit by the reader, which is communicatively connected to the control unit, the control unit being connected to an animal interaction device in the form of a heating, cooling or ventilation arranged and arranged in the space concerned which a certain temperature in the room at the relevant location is reached. This is only an example of the possibility of entering information by scanning a tag with the aid of the reader. In particular, therefore, it holds that, in use, the input information results in the control unit controlling an animal interaction device associated with the relevant tag in accordance with the input information. On the one hand, in this example, the relevant tag is associated with a predetermined animal interaction device, while on the other hand, the control relates to the determined animal interaction device. However, as stated, it is also possible that the code of the relevant fixed tag is associated with a predetermined animal interaction device, while on the other hand the code of a mobile tag is associated with a method of control.
Voorts geldt in het bijzonder dat het systeem dusdanig is ingericht dat het met de lezer scannen van een vooraf bepaalde tag tot gevolg heeft dat informatie vanuit de besturingseenheid via een mobiele inrichting aan een houder van de mobiele inrichting wordt toegevoerd, waarbij de mobiele inrichting bijvoorbeeld de lezer, een tablet, smartphone of een smart bril zoals google glasses is en waarbij deze informatie met behulp van de lezer in de besturingseenheid kan worden aangepast.Furthermore, it holds in particular that the system is arranged such that scanning a predetermined tag with the reader results in information being supplied from the control unit via a mobile device to a holder of the mobile device, the mobile device being, for example, the reader, a tablet, smartphone or smart glasses such as google glasses and where this information can be adjusted with the aid of the reader in the control unit.
Op deze wijze kan door het scannen van een vooraf bepaalde tag bepaalde informatie uit de besturingseenheid worden opgehaald, waarna, in reactie op deze informatie, nieuwe informatie bij de besturingseenheid kan worden ingevoerd. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat door het scannen van de vooraf bepaalde tag informatie over een instelling van een dierinteractie-apparaat wordt opgehaald, waarna de gebruiker bij het zien van deze instelling deze instelling verandert door informatie aan de besturingseenheid toe te voeren. Dergehjke varianten vallen elk binnen het kader van de uitvinding. Opgemerkt wordt dat een tag, een barcode, SQR code, een RFID of een andere codering kan omvatten. Ook dergehjke varianten vaUlen binnen het kader van de uitvinding.In this way, by scanning a predetermined tag, certain information can be retrieved from the control unit, whereafter, in response to this information, new information can be entered at the control unit. For example, it is possible that by scanning the predetermined tag information about a setting of an animal interaction device is retrieved, after which the user, upon seeing this setting, changes this setting by supplying information to the control unit. Such variants each fall within the scope of the invention. It is noted that a tag, a barcode, SQR code, may include an RFID or other coding. Such variants also fall within the scope of the invention.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen. Hierin toontThe invention will now be further elucidated with reference to the drawings. This shows
Fig. 1 een mogelijke eerste uitvoeringsvorm van een boerderijsysteem volgens de uitvinding;FIG. 1 a possible first embodiment of a farm system according to the invention;
Fig. 2 een mogelijke uitvoeringsvorm van de lezer van het systeem volgens Fig. 1 of 4;FIG. 2 a possible embodiment of the reader of the system according to FIG. 1 or 4;
Fig. 3 een mogelijke uitvoeringsvorm van een aantal tags die worden gebruikt in het systeem van Fig. 1 of 4;FIG. 3 is a possible embodiment of a number of tags used in the system of FIG. 1 or 4;
Fig. 4 een mogelijke tweede uitvoeringsvorm van een boerderijsysteem volgens de uitvinding;FIG. 4 a possible second embodiment of a farm system according to the invention;
In Fig. 1 is met referentienummer 1 een mogelijke uitvoeringsvorm van een boerderijsysteem volgens de uitvinding aangeduid. Het boerderijsysteem is in dit voorbeeld voorzien van een besturingseenheid 2 die centraal in een boerderij 4 staat op gesteld. Het systeem is verder voorzien van een veelvoud van dierinteractie-apparaten 6.i (i = 1, 2, 3 ...., 6). De dierinteractie-apparaten 6.i vormen elk een voerafgifte-apparaat. De dierinteractie-apparaten 6.i zijn communicatief verbonden met de besturingseenheid 2. Dit is aangeduid met de communicatieve verbinding C.In FIG. 1, reference numeral 1 designates a possible embodiment of a farm system according to the invention. In this example the farm system is provided with a control unit 2 which is arranged centrally in a farm 4. The system is further provided with a plurality of animal interaction devices 6.i (i = 1, 2, 3 ...., 6). The animal interaction devices 6.i each form a feed delivery device. The animal interaction devices 6.i are communicatively connected to the control unit 2. This is indicated by the communicative connection C.
Het boerderijsysteem is voorts voorzien van een dierinteractie-apparaat 8 in de vorm van een melkrobot. Het systeem is voorts voorzien van een veelvoud van dierinteractie-apparaten lO.j (j = 1, 2, ...8) in de vorm van een verlichtingseenheid. Verder is het boerderijsysteem voorzien van een dierinteractie-apparaat 12 in de vorm van een toegangshek alsmede een dierinteractie-apparaat in de vorm van een separatiehek 14. Ook voor de dierinteractie-apparaten 8, lO.j, 12, 14 geldt dat deze communicatief met de besturingseenheid 2 zijn verbonden.The farm system is furthermore provided with an animal interaction device 8 in the form of a milking robot. The system is furthermore provided with a plurality of animal interaction devices 10.j (j = 1, 2, ... 8) in the form of a lighting unit. Furthermore, the farm system is provided with an animal interaction device 12 in the form of an entrance gate and an animal interaction device in the form of a separation gate 14. Also for the animal interaction devices 8, 10, 12, 14 it applies that it communicates with the control unit 2 are connected.
Zoals te zien is, is de boerderij voorzien van een aantal ruimtes 16.k (k = 1,2...8) waarin zich dieren kunnen bevinden en waarin genoemde dierinteractie-apparaten 6.i, 8, lO.j, 12, 14 staan opgesteld zoals te zien is in figuur 1. De ruimte 16.1 is verder nog voorzien van een dierinteractie-apparaat 18 in de vorm van een bestuurbaar toegangshek dat eveneens communicatief is verbonden met de besturingseenheid 2. Voorts is de ruimte 16.5 nog voorzien van een dierinteractie-apparaat in de vorm van een bestuurbaar toegangshek 20 dat communicatief met de besturingseenheid 2 is verbonden. Zoals te zien is in Fig. 1 staan de dierinteractie-apparaten verspreid over de boerderij opgesteld. Zo staan de voerautomaten 6.1 en 6.2 in de ruimte 16.1 opgesteld en staat de voerautomaat 6.3 in de ruimte 16.2 opgesteld. De voerautomaat 6.4 staat in de ruimte 16.5 opgesteld, terwijl de voerautomaat 6.5 in de ruimte 16.6 staat op gesteld. Tenslotte staat de voerautomaat 6.6 in de ruimte 16.8 opgesteld. De verlichtingseenheid lO.j staat in de ruimte 16.k opgesteld, waarbij geldt k = j. De melkrobot 8 staat in de ruimte 16.4 opgesteld. De ruimtes 16.k komen uit op een gemeenschappelijk gangpad 22. De ruimtes 16.2, 16.3, 16.6 en 16.7 kunnen elk nog zijn voorzien van een toegangshek dat handmatig kan worden bediend.As can be seen, the farm is provided with a number of spaces 16.k (k = 1.2 ... 8) in which animals can be located and in which said animal interaction devices 6.i, 8, 10, 12, 12, 14 are arranged as can be seen in figure 1. The space 16.1 is furthermore provided with an animal interaction device 18 in the form of a controllable entrance gate which is also communicatively connected to the control unit 2. The space 16.5 is also provided with a animal interaction device in the form of a controllable entrance gate 20 which is communicatively connected to the control unit 2. As can be seen in FIG. 1, the animal interaction devices are arranged throughout the farm. For example, the feeding machines 6.1 and 6.2 are arranged in room 16.1 and the feeding machines 6.3 are set up in room 16.2. The automatic feeder 6.4 is arranged in the room 16.5, while the automatic feeder 6.5 is placed in the room 16.6. Finally, the automatic vending machine 6.6 is located in room 16.8. The lighting unit 10j is arranged in the space 16.k, where k = j. The milking robot 8 is arranged in the room 16.4. The rooms 16.k open onto a common aisle 22. The rooms 16.2, 16.3, 16.6 and 16.7 can each be provided with an entrance gate that can be operated manually.
Het systeem is verder voorzien van een draagbare lezer 24 die door een boer kan worden gedragen. De lezer 24 is draadloos communicatief verbonden met de besturingseenheid 2. Deze draadloze verbinding is aangegeven met S.The system is further provided with a portable reader 24 that can be carried by a farmer. The reader 24 is connected wirelessly to the control unit 2. This wireless connection is indicated by S.
De werking van het tot op dit punt omschreven systeem is als volgt. Stel dat een boer zich bevindt in de ruimte 16.1 waarin de voerautomaat 6.1 staat opgesteld. In die ruimte zijn nabij de voerautomaat 6.1 drie vaste tags 30.1-30.3 aan de wand bevestigd. Een voorbeeld van een dergelijke vaste tag is getoond in Fig. 3. De tag 30.1 is in dit voorbeeld van plastic vervaardigd en omvat een RFID label 32 dat met behulp van de lezer 24 draadloos kan worden uitgelezen. De lezer 24 genereert hiertoe een elektromagnetisch ondervraagveld. In dit voorbeeld wordt NFC toegepast zodat zeker kan worden gesteld dat alleen de RFID label 32 van de tag 30.1 kan worden uitgelezen, wanneer de lezer in de nabijheid van de tag 30.1 wordt gebracht. Op de tag 30.1 is in dit voorbeeld tekst aangebracht aangeduid met “XXX” welke tekst aangeeft wat er gebeurt wanneer de tag 30.1 wordt gescand. In het voorbeeld heeft het scannen van de tag 30.1 tot gevolg dat de code van de tag 16.1 wordt uitgelezen met de lezer, de lezer informatie over de gescande code draadloos aan de besturingseenheid 2 doorgeeft waarbij de besturingseenheid in reactie op de ontvangerinformatie van de betreffende code de voerautomaat 6.1 aanstuurt op een wijze die geassocieerd is met de gescande code. In dit voorbeeld bewerkstelligt de gescande code van de tag 30.1 dat de voerautomaat wanneer deze porties voer afgeeft kleinere porties voer gaat afgeven, bijvoorbeeld 20 gram minder of 10% minder ten opzichte van de oorspronkelijke hoeveelheid voer die door de automaat werd afgegeven. De boer kan dus op eenvoudige wijze de werking van de voerautomaat 6.1 aanpassen door de betreffende tag 30.1 te scannen. Verder hoeft hij niets te doen. Wanneer de boer de tag 30.1 nogmaals scant wordt de afgifte van porties voer nogmaals verkleind, bijvoorbeeld wederom met 20 gram, of wederom met 10% ten opzichte van de oorspronkelijke (of laatste) hoeveelheid voer die werd afgegeven.The operation of the system described up to this point is as follows. Suppose a farmer is in the room 16.1 in which the automatic feeder 6.1 is installed. Three fixed tags 30.1-30.3 are attached to the wall near the automatic feeder 6.1. An example of such a fixed tag is shown in FIG. 3. In this example, the tag 30.1 is made of plastic and comprises an RFID tag 32 which can be read wirelessly with the aid of the reader 24. The reader 24 generates an electromagnetic interrogation field for this purpose. In this example, NFC is applied so that it can be ensured that only the RFID tag 32 can be read from the tag 30.1 when the reader is brought into the vicinity of the tag 30.1. In this example, text is indicated on the tag 30.1 indicated by “XXX” which indicates what happens when the tag 30.1 is scanned. In the example, the scanning of the tag 30.1 results in the code of the tag 16.1 being read out with the reader, the reader wirelessly transmits information about the scanned code to the control unit 2, the control unit responding to the receiver information of the relevant code control the feeding machine 6.1 in a manner that is associated with the scanned code. In this example, the scanned code of the tag 30.1 causes the automatic feeder to deliver smaller portions of feed when these feed portions deliver, for example 20 grams less or 10% less than the original amount of feed delivered by the dispenser. The farmer can therefore easily adjust the operation of the automatic feeder 6.1 by scanning the relevant tag 30.1. He doesn't have to do anything else. When the farmer scans the tag 30.1 again, the delivery of portions of feed is again reduced, for example again by 20 grams, or again by 10% compared to the original (or last) amount of feed that was delivered.
Wanneer de boer wenst dat de voerautomaat 6.1 meer voer gaat afgeven, kan hij in dit voorbeeld de tag 30.2 scannen. De tag 30.2 heeft dezelfde opbouw als de tag 30.1. Wanneer in dit voorbeeld de tag 30.2 wordt gescand, wordt een code uitgelezen die anders is dan de code van de tag 30.1. De code van de tag 30.2 die met de lezer wordt uitgelezen, wordt door de lezer eveneens aan de besturingseenheid draadloos doorgegeven. De besturingseenheid stuurt in reactie op de ontvanger informatie over de code afkomstig van de tag 30.2 de voerautomaat 60.1 zodanig aan dat deze grotere porties voer gaat afgeven. Een grotere portie voer kan bijvoorbeeld betekenen dat per portie 20 gram meer wordt afgegeven, danwel dat 10% meer voer wordt afgegeven dan de oorspronkelijke hoeveelheid. Uiteraard zijn ook andere mogelijkheden denkbaar. Wanneer de boer de tag 30.2 nogmaals scant wordt de afgifte van porties voer nogmaals vergroot, bijvoorbeeld wederom met 20 gram, of wederom met 10% ten opzichte van de oorspronkelijke (of laatste) hoeveelheid voer die werd afgegeven.If the farmer wants the automatic feeder 6.1 to deliver more feed, he can in this example scan the tag 30.2. The tag 30.2 has the same structure as the tag 30.1. In this example, when the tag 30.2 is scanned, a code is read that is different from the code of the tag 30.1. The code of the tag 30.2 that is read out with the reader is also transmitted wirelessly by the reader to the control unit. The control unit, in response to the receiver, sends information about the code from the tag 30.2 to the automatic feeder 60.1 such that it will deliver larger portions of feed. For example, a larger portion of food can mean that 20 grams more is dispensed per portion, or that 10% more feed is dispensed than the original amount. Of course, other options are also conceivable. When the farmer scans the tag 30.2 again, the delivery of portions of feed is again increased, for example again by 20 grams, or again by 10% relative to the original (or last) amount of feed that was delivered.
Ook de tag 30.3 staat in de nabijheid van de voerautomaat 6.1 opgesteld. Wanneer de tag 30.3 wordt gescand heeft dit tot gevolg dat de besturingseenheid 2 bewerkstelligt via de communicatieve verbinding C dat de voerautomaat 6.1 in het geheel geen voer meer gaat afgeven. Zoals te zien is in de tekening staan er in de nabijheid van de voerautomaat 6.2 de vaste tags 30.4, 30.5 en 30.6 opgesteld. De tags 30.4 tot 30.6 zien er wederom uit en zijn van het type zoals besproken aan de hand van Fig. 3. Het scannen van de tag 30.4 heeft tot gevolg dat een code wordt uitgelezen die bewerkstelligt dat wanneer informatie over de gescande code draadloos wordt doorgegeven aan de besturingseenheid 2 dat de besturingseenheid 2 de voerautomaat 6.2 dusdanig aanstuurt dat deze grotere porties voer gaat afgeven e.e.a. geheel analoog zoals aan de hand van de tag 30.1 besproken. Het scannen van de tag 30.4 heeft tot gevolg dat de voerautomaat 6.2 kleinere porties voer gaat afgeven e.e.a. geheel analoog zoals besproken voor de tag 30.2 met betrekking tot de voerautomaat 6.1. Het scannen van de tag 30.5 heeft tot gevolg dat de voerautomaat 6.2 grotere porties voer gaat afgeven e.e.a. geheel analoog zoals besproken voor de tag 30.2 met betrekking tot de voerautomaat 6.1. Het scannen van de tag 30.6 heeft tot gevolg dat de voerautomaat 6.2 stopt met het afgeven van porties voer.The 30.3 tag is also installed in the vicinity of the 6.1 feed machine. When the tag 30.3 is scanned, this has the result that the control unit 2 ensures via the communicative connection C that the automatic feeder 6.1 no longer delivers any feed at all. As can be seen in the drawing, fixed tags 30.4, 30.5 and 30.6 are arranged in the vicinity of the automatic feeder 6.2. The tags 30.4 to 30.6 again look and are of the type as discussed with reference to FIG. 3. Scanning the tag 30.4 results in a code being read out which ensures that when information about the scanned code is transmitted wirelessly to the control unit 2, the control unit 2 controls the automatic feeder 6.2 in such a way that these larger portions of feed start dispensing. analogously as discussed with reference to the tag 30.1. Scanning the tag 30.4 has the effect that the automatic feeder 6.2 starts delivering smaller portions of feed and so on completely analogously as discussed for the tag 30.2 with regard to the automatic feeder 6.1. Scanning the tag 30.5 has the effect that the automatic feeder 6.2 starts delivering larger portions of feed and so on completely analogously as discussed for the tag 30.2 with regard to the automatic feeder 6.1. Scanning the tag 30.6 has the consequence that the automatic feeder 6.2 stops dispensing portions of feed.
In de ruimte 16.2 zijn aan de wandbevestigde vaste tags 30.7, 30.8 en 30.9 die zijn geassocieerd met de voerautomaat 6.3. Dit betekent dat bij het scannen van tag 30.7 bijvoorbeeld wordt bewerkstelligd dat de voerautomaat 6.3 minder voer gaat afgeven, bij het scannen van de tag 30.8 dat de voerautomaat dusdanig wordt ingesteld dat deze meerr voer gaat afgeven en dat bij het scannen van de tag 30.9 de voerautomaat geen voer meer gaat afgeven. Er geldt dus in zijn algemeenheid dat volgens een aspect van de uitvinding een tag op een vaste plaats kan worden opgesteld waarbij het systeem dusdanig is ingericht bij het scannen van de code van de tag met de lezer, dat de lezer informatie over de gescande code aan de besturingseenheid doorgeeft, waarbij de besturingseenheid in reactie op de ontvangen informatie van de code, de ten minste ene dier het betreffende dierinteractie-apparaat aanstuurt op een wijze die geassocieerd is met de gescande code. Tevens is het duidelijk dat het aansturen van het tenminste ene dierinteractie-apparaat door de besturingseenheid het instellen van een dierinteractie-apparaat kan omvatten. Tevens geldt in het voorbeeld dat het systeem is voorzien van een verzameling van dierinteractieapparaten en een veelvoud van tags waarbij elk dierinteractie-apparaat van de verzameling is geassocieerd met tenminste één van de tags, zodat elk dierinteractie-apparaat van de verzameling met door het scannen van tenminste één van de tags met de tenminste ene lezer kan worden aangestuurd. Dit voorbeeld omvat naast de verzameling dierinteractieapparaten 6.i ook de nog te bespreken melkrobot 8, de verlichtingseenheden lO.j, het toegangshek 12, het separatiehek 14 en de hekken 18 en 20. Er geldt tevens dat een aantal van de dierinteractieapparaten van de verzameling elk zijn geassocieerd met een veelvoud van tags. Zo is bijvoorbeeld de voerautomaat 6.1 geassocieerd met de tags 30.1, 30.2 en 30.3 en is bijvoorbeeld de voerautomaat 6.3 geassocieerd met de tags 30.7, 30.8 en 30.9. Het is ook mogelijk dat een aantal van de tags elk met slechts één dierinteractie-apparaat van de verzameling zijn geassocieerd. Zo geldt bijvoorbeeld dat de vaste tag 30.10 alleen is geassocieerd met de verlichtingseenheid 10.1. Wanneer de tag 30.10 met behulp van de lezer wordt gescand wordt de gescande code door de lezer aan de besturingseenheid 2 doorgegeven. De besturingseenheid 2 zal in reactie hierop de lamp 10.1 aanschakelen wanneer deze uit is, danwel uitschakelen wanneer deze aan is. Op deze wijze kan een boer op eenvoudige wijze de lamp 10.1 aan en uit schakelen met behulp van zijn lezer. Hierbij is het net als het bedienen van de voerautomaten 6.i met de lezer niet nodig dat de boer hiertoe een ingewikkeld keuzemenu doorloopt op zijn lezer. Hij behoeft slechts de tag 30.10 te scannen waardoor de lamp 10.1 wordt bestuurd. Geheel analoog kan met behulp van de vaste tag 30.11 die in de ruimte 16.2 staat opgesteld de lamp 10.2 aan en uit worden geschakeld met behulp van de lezer. Tevens kan met behulp van de tag 30.12 door deze te scannen de lamp 10.3 aan en uit worden geschakeld. Het systeem is verder nog voorzien van een vaste tag 30.13 die in het gangpad 22 staat opgesteld. De tag 30.13 is geassocieerd met elk van de lampen 10.j. In dit geval betekent dit dat het scannen van de tag 30.13 alle lampen lO.j worden aangeschakeld. Bij het wederom scannen van de tag 30.13 worden alle lampen lO.j (j = 1,2,... tot 8) uitgeschakeld. De tag 30.j is in dit voorbeeld dus met een veelvoud van dierinteractieapparaten geassocieerd. Het zal ook duidelijk zijn dat een dierinteractie-apparaat en een tag die met elkaar zijn geassocieerd in eenzelfde ruimte van een boerderij kunnen staan opgesteld, zoals bijvoorbeeld geldt voor de tag 30.1 en de voerautomaat 6.1. Meer in het algemeen zal duidelijk zijn dat de boerderij in dit voorbeeld is voorzien van een verzameling ruimtes, waarbij in elke ruimte van de verzameling ruimtes tenminste een boerderij-interactieapparaat van de verzameling dierinteractieapparaten staat opgesteld en waarbij in elke ruimte van de verzameling ruimtes tenminste een vaste tag staat opgesteld die is geassocieerd met tenminste één van de dierinteractieapparaten van de verzameling die in de ruimte staat op gesteld. Ook zal duidelijk zijn dat een veelvoud van dierinteractieapparaten met eenzelfde tag zijn geassocieerd (in dit voorbeeld de verlichtingseenheden lO.j en de tag 30.13) waarbij deze dierinteractieapparaten verspreid in van elkaar verschillende ruimtes van de boerderij staan op gesteld. In het voorbeeld geldt voorts nog dat in de ruimte 16.1 een vaste tag 30.14 staat opgesteld die eveneens is geassocieerd met de voerautomaat 6.1. Door het scannen van de tag 30.14 met de lezer 24 wordt bewerkstelligd dat de voerautomaat 6.1 direct een portie voer gaat afgeven. In de ruimte 16.4 is een vaste tag 30.15 opgesteld. De tag 30.15 omvat een code die is geassocieerd met de melkrobot 18. Dit betekent in dit voorbeeld dat door het scannen van de tag 30.15 de melkrobot door de besturingseenheid 2 wordt ingeschakeld (op standby wordt gezet). Door het scannen van een vaste tag 30.16 die eveneens vast in de ruimte 16.4 staat opgesteld wordt bewerkstelligd dat de melkrobot 8 wordt uitgeschakeld. In de nabijheid van het hek 12 staat een vaste tag 30.17 opgesteld die is geassocieerd met het bestuurbare hek 12. Door het scannen van de tag 30.17 zal het hek 12 wanneer deze is gesloten, open gaan. Door het nogmaals scannen van de tag 30.17 zal het hek 12 wanneer deze open is, weer dicht gaan. Geheel analoog kan met behulp van een vaste tag 30.18 die in de andere zijde van het hek 12 staat opgesteld, dan de tag 30.17, het hek 12 worden geopend en gesloten. In de nabijheid van het separatiehek 14 is een vaste tag 30.19 opgesteld. Door het scannen van de tag 30.19 wordt een code uitgelezen die is geassocieerd met het hek 14. Deze code wordt aan de besturingseenheid 2 toegevoerd. De besturingseenheid 2 bewerkstelligt vervolgens dat het separatiehek in een dusdanige positie wordt gezet dat de gang 22 wordt verbonden met het gangpad 33a. Wordt daarentegen de tag 30.19 nogmaals gescand, dan wordt het hek 14 in een dusdanige positie gezet dat het gangpad 22 wordt verbonden met het gangpad 33b.In room 16.2, fixed tags 30.7, 30.8 and 30.9 associated with the automatic feeder are attached to the wall-mounted 6.3. This means that when scanning tag 30.7 it is achieved, for example, that the automatic feeder 6.3 will deliver less feed, when scanning the tag 30.8 that the automatic feeder is set such that it will deliver more feed and that when scanning the tag 30.9 the automatic feeder will no longer deliver feed. Thus, it generally holds that, according to an aspect of the invention, a tag can be set up at a fixed location, the system being arranged so as to scan the code of the tag with the reader that the reader information on the scanned code passes on the control unit, wherein the control unit responds to the information received from the code, the at least one animal controls the relevant animal interaction device in a manner associated with the scanned code. It is also clear that control of the at least one animal interaction device by the control unit may comprise setting up an animal interaction device. Also, in the example, it holds that the system is provided with a set of animal interaction devices and a plurality of tags wherein each animal interaction device of the set is associated with at least one of the tags, so that each animal interaction device of the set is scanned by at least one of the tags with the at least one reader can be controlled. In addition to the set of animal interaction devices 6.i, this example also comprises the milking robot 8 to be discussed, the lighting units 10, j, the entrance gate 12, the separation gate 14 and the gates 18 and 20. A number of the animal interaction devices of the set also apply. each are associated with a plurality of tags. For example, the automatic feeder 6.1 is associated with the tags 30.1, 30.2 and 30.3 and, for example, the automatic feeder 6.3 is associated with the tags 30.7, 30.8 and 30.9. It is also possible that a number of the tags are each associated with only one animal interaction device of the set. For example, the fixed tag 30.10 is only associated with the lighting unit 10.1. When the tag 30.10 is scanned with the aid of the reader, the scanned code is transmitted by the reader to the control unit 2. In response thereto, the control unit 2 will switch on the lamp 10.1 when it is off, or switch off when it is on. In this way a farmer can easily switch the lamp 10.1 on and off with the aid of his reader. In this case, just like operating the automatic feeders 6.i with the reader, it is not necessary for the farmer to go through a complicated selection menu on his reader. He only needs to scan the tag 30.10 so that the lamp 10.1 is controlled. Completely analogously, the lamp 10.2 can be switched on and off with the aid of the fixed tag 30.11 which is arranged in the space 16.2. In addition, by scanning the tag 30.12, the lamp 10.3 can be switched on and off. The system is furthermore provided with a fixed tag 30.13 which is arranged in the aisle 22. The tag 30.13 is associated with each of the lamps 10.j. In this case, this means that the scanning of the tag 30.13 turns on all the lights 10j. When scanning the tag 30.13 again, all lamps 10.j (j = 1.2, ... to 8) are switched off. The tag 30.j is thus associated with a plurality of animal interaction devices in this example. It will also be clear that an animal interaction device and a tag that are associated with each other can be arranged in the same space of a farm, such as, for example, applies to the tag 30.1 and the automatic feeder 6.1. More generally, it will be clear that the farm in this example is provided with a set of spaces, wherein at least one farm interaction device of the set of animal interaction devices is arranged in each space of the set of spaces and wherein at least one set of spaces in each space of the set of spaces a fixed tag is arranged that is associated with at least one of the animal interaction devices of the collection that is arranged in the room. It will also be clear that a plurality of animal interaction devices are associated with the same tag (in this example the lighting units 10j and the tag 30.13), wherein these animal interaction devices are arranged spread out in mutually different rooms of the farm. In the example, it further holds that a fixed tag 30.14 is arranged in the space 16.1, which tag is also associated with the automatic feeder 6.1. By scanning the tag 30.14 with the reader 24, it is achieved that the automatic feeder 6.1 will immediately deliver a portion of feed. A fixed tag 30.15 is set up in space 16.4. The tag 30.15 comprises a code associated with the milking robot 18. In this example, this means that by scanning the tag 30.15, the milking robot is switched on by the control unit 2 (set to standby). By scanning a fixed tag 30.16, which is also fixedly arranged in the space 16.4, it is achieved that the milking robot 8 is switched off. In the vicinity of the gate 12 a fixed tag 30.17 is arranged which is associated with the controllable gate 12. By scanning the tag 30.17 the gate 12 will open when it is closed. By scanning the tag 30.17 again, the gate 12 will close again when it is open. Completely analogously, with the aid of a fixed tag 30.18 which is arranged in the other side of the gate 12, then the tag 30.17, the gate 12 can be opened and closed. A fixed tag 30.19 is arranged in the vicinity of the separation gate 14. By scanning the tag 30.19, a code is associated that is associated with the gate 14. This code is supplied to the control unit 2. The control unit 2 then ensures that the separation gate is placed in such a position that the corridor 22 is connected to the aisle 33a. Conversely, if the tag 30.19 is scanned again, the gate 14 is set in such a position that the aisle 22 is connected to the aisle 33b.
In het voorbeeld is in de ruimte 16.8 nog een vaste tag 30.20 opgesteld die is geassocieerd met de voerautomaat 6.6. Wanneer de tag 30.20 wordt gescand, heeft dit tot gevolg dat het aantal keren per tijdseenheid dat de voerautomaat 6.6 porties voer afgeeft. Door het scannen van de tag 30.20 wordt deze bijvoorbeeld met een vast percentage verhoogd. Wordt daarentegen een vaste tag 30.21 gescand, dan wordt het aantal porties voer per tijdseenheid dat door de automaat 16.6 wordt afgegeven, met een vast percentage verlaagd.In the example, a fixed tag 30.20 is also arranged in space 16.8 which is associated with the automatic feeder 6.6. When the tag 30.20 is scanned, the result is that the number of times per unit of time that the automatic feeder delivers 6.6 portions of feed. For example, scanning the tag 30.20 increases it by a fixed percentage. If, on the other hand, a fixed tag 30.21 is scanned, the number of portions of feed per unit of time that is dispensed by the 16.6 machine is reduced by a fixed percentage.
Tot op dit punt is telkens aangegeven dat door het scannen van een tag een dierinteractie-apparaat wordt bestuurd, waarbij onder besturen ook instellen wordt verstaan. Er zijn echter nog andere varianten denkbaar. In de ruimte 16.2 staat bijvoorbeeld eveneens de tag vaste 30.22 opgesteld. Wanneer de tag 30.22 wordt uitgelezen, wordt informatie over de uitgelezen code door de lezer aan de besturingseenheid 2 toegevoerd. Gevolg hiervan is dat de besturingseenheid 2 informatie aan een mobiele eenheid van de boer toevoert, bijvoorbeeld aan de lezer 24 zelf of aan een tablet of een smart phone of aan een smart bril, zoals Google glasses van de boer, waarbij deze informatie betrekking heeft op instellingen van de voerautomaat 6.3 Immers de voerautomaat 6.3 kan door het scannen van de tags 30.7-30.9 worden ingesteld en deze actuele instellingen kunnen bijvoorbeeld in het geheugen van de besturingseenheid worden opgeslagen. Informatie over de instellingen kunnen dan door het scannen van de tag 30.11 aan de boer worden toegevoerd, bijvoorbeeld aan zijn lezer 24, die zoals getoond is in Fig. 2, hiertoe is voorzien van een display 40. Zo kan op het display 40 bijvoorbeeld worden aangegeven hoe groot de porties voer zijn die met behulp van de voerautomaat 6.3 worden afgegeven. Ook is het denkbaar dat op deze manier statusrapporten van de betreffende voerautomaat worden afgegeven. Zo kan de voerautomaat 6.3 bijvoorbeeld informatie over zijn status (onderhoud nodig, defect, etc.) aan de besturingseenheid 2 afgeven, die het op zijn beurt doorgeeft aan de lezer 2 zodat deze status op het display van de lezer 40 wordt afgebeeld.Up to this point it has always been indicated that an animal interaction device is controlled by scanning a tag, whereby control is also understood to mean setting. However, other variants are conceivable. In the space 16.2, for example, the fixed 30.22 tag is also arranged. When the tag 30.22 is read, information about the read code is supplied from the reader to the control unit 2. The result of this is that the control unit 2 supplies information to a mobile unit of the farmer, for example to the reader 24 itself or to a tablet or a smart phone or to smart glasses, such as Google glasses of the farmer, this information relating to Settings of the automatic feeder 6.3 After all, automatic feeder 6.3 can be set by scanning the tags 30.7-30.9 and these current settings can be stored in the memory of the control unit, for example. Information about the settings can then be supplied to the farmer by scanning the tag 30.11, for example to his reader 24, which as shown in FIG. 2, for this purpose a display 40 is provided. For example, the display 40 can indicate how large the portions of feed are that are dispensed with the aid of the automatic feeder 6.3. It is also conceivable that status reports of the relevant automatic feeder are issued in this way. For example, the automatic feeder 6.3 can supply information about its status (maintenance required, defect, etc.) to the control unit 2, which in turn passes it on to the reader 2 so that this status is displayed on the display of the reader 40.
In het voorbeeld is ook nog voorzien in een vaste tag 30.24 die eveneens geassocieerd is met de voerautomaat 6.3. Door het scannen van de tag 30.24 wordt wederom een code van de tag 30.24 uitgelezen die geassocieerd is met de voerautomaat 6.3. Deze code wordt wederom via de communicatieve verbinding C aan de besturingseenheid 2 toegevoerd. De besturingseenheid 2 is dusdanig ingericht dat deze de code herkent als zijnde de code die aangeeft dat er informatie kan worden verwacht vanaf de lezer voor het instellen van de voerautomaat 6.3. Na het scannen van de tag 30.24 verschijnt er op het display 40 dan ook een keuzemenu aan de hand waarvan de gebruiker informatie over gewenste instellingen van de voerautomaat 6.3 kan invoeren. Het display 40 is hiertoe uitgevoerd als een touch screen. Door het touch screen te bedienen wordt informatie bij de lezer 24 ingevoerd welke informatie draadloos door de lezer aan de besturingseenheid 2 wordt doorgegeven. De besturingseenheid 2 zal vervolgens via de communicatieve verbinding C de voerautomaat 6.3 dienovereenkomstig instellen. Het gaat hierbij om instellen die bijvoorbeeld op fijnmazige wijze de hoeveelheid voer die wordt afgegeven en de tijdstippen waarop deze worden afgegeven, worden ingesteld. Zoals uiteengezet kan dit ook door het scannen van de tags 30.7, 30.8 en 30.9 geschieden. Echter bij het scannen van de tags 30.7, 30.8 en 30.9 gaat het om vooraf bepaalde wijzigingen van de instelhng, terwijl door het scannen van de tag 30.24 de numerieke waarde voor de specifieke instellingen door de gebruiker kunnen worden ingevoerd.In the example, a fixed tag 30.24 is also provided which is also associated with the automatic feeder 6.3. By scanning the tag 30.24 a code is again read from the tag 30.24 which is associated with the automatic feeder 6.3. This code is again supplied to the control unit 2 via the communicative connection C. The control unit 2 is arranged such that it recognizes the code as being the code indicating that information can be expected from the reader for setting the automatic feeder 6.3. After the tag 30.24 has been scanned, a selection menu appears on the display 40 from which the user can enter information about desired settings of the automatic feeder 6.3. The display 40 is designed for this purpose as a touch screen. By operating the touch screen, information is entered at the reader 24, which information is transmitted wirelessly by the reader to the control unit 2. The control unit 2 will then adjust the feeding machine 6.3 accordingly via the communicative connection C. This concerns setting which, for example, finely meshes the amount of feed that is dispensed and the times at which it is dispensed. As explained, this can also be done by scanning the tags 30.7, 30.8 and 30.9. However, the scanning of tags 30.7, 30.8 and 30.9 involves predetermined changes to the setting, while by scanning the tag 30.24 the numerical value for the specific settings can be entered by the user.
Het geldt dus dat door het scannen van de tag met de lezer informatie bij de besturingseenheid met behulp van de lezer kan worden ingevoerd waarbij deze informatie door een gebruiker bij de lezer kan worden ingevoerd in aanvulling op de informatie van de door de lezer ingescande code. Het systeem is dusdanig ingericht dat in gebruik, de ingevoerde informatie tot gevolg heeft dat de besturingseenheid een dierinteractie-apparaat dat geassocieerd is met de betreffende tag aanstuurt overeenkomstig de ingevoerde informatie, zoals uiteengezet aan de hand van de voerautomaat 6.3 die geassocieerd is met de tag 30.24.It thus holds that by scanning the tag with the reader, information can be entered at the control unit with the aid of the reader, whereby this information can be entered at the reader by a user in addition to the information of the code scanned by the reader. The system is arranged such that, in use, the input information causes the control unit to control an animal interaction device associated with the relevant tag in accordance with the input information as set forth with the feeder 6.3 associated with the tag 30.24.
Hierdoor kan het ook zo zijn dat het door het scannen van de tag 30.22 informatie over instellingen van de voerautomaat 6.3 door de besturingseenheid 2 aan de lezer worden toegevoerd waarbij in reactie hierop de lezer direct kan worden bediend bijvoorbeeld door bediening van het touch screen 40 voor het wijzigen van deze instellingen. Met andere woorden behoeft voor het wijzigen van de instellingen niet de tag 30.24 nogmaals te worden gescand maar kan het zo zijn dat door het scannen van de tag 30.22 informatie over instellingen van de voerautomaat 6.3 wordt op gehaald welke instellingen dan vervolgens direct kunnen worden aangepast door bediening van het touch screen 40 van de lezer. In plaats van dat deze informatie aan een lezer wordt toegevoerd, kan deze echter ook aan een tablet, smart phone of een smart bril worden toegevoerd, waarna vervolgens met behulp van deze tablet, smart phone of smart bril informatie bij de tablet, smart phone of smart bril wordt ingevoerd voor het aanpassen van de instellingen van de voerautomaat 6.3. Een dergelijke variant wordt in elk geval geacht in het kader van de uitvinding te vallen. De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor geschetste uitvoeringsvormen. Zo kunnen ook andere dierinteractieapparaten zoals airconditioning, verwarming, koeling en ventilatie door het scannen van tags worden bediend. Telkens wanneer er een tag wordt gescand heeft dit tot gevolg dat door het simpele scannen van deze tag bijvoorbeeld een verwarming wordt aangezet of uitgezet. Ook kan dan door het simpel scannen van een tag de gewenste temperatuur die een verwarming in een bepaalde ruimte worden verhoogd, bijvoorbeeld met 1 graad worden verhoogd. Telkens wanneer de betreffende tag die wordt gebruikt voor het verhogen van de temperatuurinstelhng wordt gescand gaat de gevraagde temperatuur met 1 graad omhoog. Door het scannen van een andere tag kan de gevraagde temperatuur telkens met 1 graad omlaag gaan. Op deze wijze kan elke ruimte bijvoorbeeld worden voorzien van twee tags, een voor het verhogen van de temperatuur in de betreffende ruimte en een voor het verlagen van de betreffende temperatuur in die ruimte. Ook is het denkbaar dat door het scannen van een enkele tag in alle ruimtes de temperatuur wordt verhoogd en dat door het scannen van een enkele tag in alle ruimtes de temperatuur wordt verlaagd. Ook dergelijke varianten vallen binnen het kader van de uitvinding. Tot slot wordt opgemerkt dat de hekken 18 en 20 ook nog elk met behulp van een tag kunnen worden bediend om te worden geopend en te worden gesloten. Voor de eenvoud zijn echter deze tags in de tekeningen niet aangegeven. De tags zijn in dit voorbeeld uitgevoerd als getoond in Fig. 3 en omvatten tags die aangeven wat de functie van de tag is. Het is echter eveneens mogelijk dat in plaats van tags tekens of andere markers zichtbaar worden aangebracht, zodat de gebruiker weet wat er gebeurt wanneer hij de betreffende tag scant. Ook kan een tag zijn voorzien van een specifieke kleur die een betekenis heeft voor een gebruiker wanneer deze hem scant. In dit voorbeeld is elke tag voorzien van een RFID-label. Het is echter eveneens mogelijk dat de tag is voorzien van een te scannen barcode of een SQR-code. Andere coderingen zijn eveneens denkbaar. De tag kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd in een ovale vorm zoals getoond in Fig. 3. De tag kan echter ook de vorm hebben van bijvoorbeeld een rechthoekig bord waarop de code staat vermeld, of waarin de RFID-label is opgenomen. Ook dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.As a result, it may also be that by scanning the tag 30.22, information about settings of the automatic feeder 6.3 is supplied by the control unit 2 to the reader, in response to which the reader can be operated directly, for example by operating the touch screen 40 for changing these settings. In other words, for changing the settings, it is not necessary to scan the tag 30.24 again, but it may be that by scanning the tag 30.22 information about settings of the automatic feeder 6.3 is retrieved, which settings can then be immediately adjusted by operation of the reader's touch screen 40. Instead of supplying this information to a reader, it can, however, also be supplied to a tablet, smart phone or smart glasses, whereafter, with the aid of this tablet, smart phone or smart glasses, information is subsequently supplied to the tablet, smart phone or smart glasses are introduced for adjusting the settings of the automatic feeder 6.3. Such a variant is in any case deemed to fall within the scope of the invention. The invention is in no way limited to the embodiments outlined above. Other animal interaction devices such as air conditioning, heating, cooling and ventilation can also be operated by scanning tags. Every time a tag is scanned, this means that by simply scanning this tag, for example, a heater is turned on or off. Also by simply scanning a tag the desired temperature that a heating in a certain room can be increased, for example by 1 degree. Each time the relevant tag used for increasing the temperature setting is scanned, the requested temperature increases by 1 degree. By scanning another tag, the requested temperature can go down by 1 degree each time. In this way, each space can for instance be provided with two tags, one for raising the temperature in the relevant space and one for lowering the relevant temperature in that space. It is also conceivable that by scanning a single tag in all rooms the temperature is increased and that by scanning a single tag in all rooms the temperature is lowered. Such variants also fall within the scope of the invention. Finally, it is noted that the fences 18 and 20 can each also be operated with the aid of a tag to be opened and closed. For the sake of simplicity, however, these tags are not indicated in the drawings. The tags in this example are designed as shown in FIG. 3 and include tags that indicate the function of the tag. However, it is also possible that instead of tags characters or other markers are visibly applied, so that the user knows what happens when he scans the tag in question. A tag can also be provided with a specific color that has meaning for a user when he scans him. In this example, each tag is provided with an RFID tag. However, it is also possible that the tag is provided with a barcode to be scanned or an SQR code. Other codes are also conceivable. The tag may, for example, be in an oval shape as shown in FIG. 3. However, the tag can also take the form of, for example, a rectangular sign on which the code is stated, or in which the RFID tag is included. Such variants are also considered to fall within the scope of the invention.
In figuur 4 wordt een tweede mogelijke uitvoerrinsvorm van de uitvinding besproken waarbij in figuur 1 en figuur 4 met elkaar overeenkomende onderdelen van een zelfde referentienummer zijn voorzien. De vaste tags 30.1-30.3 zijn echter vervangen door een vaste tag 30.30, de vaste tags 30.4-30.6 zijn vervangen door de vaste tag 30.31 en de vaste tags 30.7-30.9 zijn vervangen door de vaste tag 30.32. De werking van het tot op dit punt omschreven systeem is als volgt. Stel dat een boer zich bevindt in de ruimte 16.1 waarin de voerautomaat 6.1 staat opgesteld. In die ruimte zijn nabij de voerautomaat 6.1 de vaste tags 30.30 aan de wand bevestigd. Een voorbeeld van een dergelijke vaste tag is getoond in Fig. 3. De tag 30.30 is in dit voorbeeld van plastic vervaardigd en omvat een RFID label 32 dat met behulp van de lezer 24 draadloos kan worden uitgelezen. De lezer 24 genereert hiertoe een elektromagnetisch ondervraagveld. In dit voorbeeld wordt NFC toegepast zodat zeker kan worden gesteld dat alleen de RFID label 32 van de tag 30.30 kan worden uitgelezen, wanneer de lezer in de nabijheid van de tag 30.30 wordt gebracht. Op de tag 30.30 is in dit voorbeeld tekst aangebracht aangeduid met “XXX” welke tekst aangeeft wat er gebeurt wanneer de tag 30.30 wordt gescand. In het voorbeeld heeft het scannen van de tag 30.30 tot gevolg dat de code van de tag 16.1 wordt uitgelezen met de lezer, de lezer informatie over de gescande code draadloos aan de besturingseenheid 2 doorgeeft waarbij de besturingseenheid in reactie op de ontvangen informatie van de betreffende code de voerautomaat 6.1 selecteert om te worden aangestuurd. Om te bepalen op welke wijze de voerautomaat wordt aangestuurd is het systeem verder voorzien van drie mobiele tags 40.1, 40.2, 40.3. Deze tags 40.j (j=l,2,3) hebben bijvoorbeeld de vorm van een credit card en kunnen door een gebruiker worden meegenomen, bijvoorbeeld in een hoesje. Op deze tags 40.j staat bijvoorbeeld met tekst aangegeven wat er gebeurt wanneer de betreffendede tag wordt gecand. In dit voorbeeld bewerkstelligt de gescande code van de tag 40.1 dat de voerautomaat, wanneer deze porties voer afgeeft, kleinere porties voer gaat afgeven, bijvoorbeeld 20 gram minder of 10% minder ten opzichte van de oorspronkelijke hoeveelheid voer die door de automaat werd afgegeven. De boer kan dus op eenvoudige wijze de werking van de voerautomaat 6.1 aanpassen door de betreffende tag 40.1 te scannen, bijvoorbeeld voordat of nadat hij de tag 30.30 heeft gescand. Verder hoeft hij niets te doen. Hierbij kan het systeem dusdanig zijn ingericht dat eerst de vaste tag moet worden gescand voor het selecteren van een dierinteractie-apparaat en daarna een mobiele tag voor het kiezen van een type aansturing of vice versa. Wanneer de boer de tag 40.1 nogmaals scant, wordt de afgifte van porties voer nogmaals verkleind, bijvoorbeeld wederom met 20 gram, of wederom met 10% ten opzichte van de oorspronkelijke (of laatste) hoeveelheid voer die werd afgegeven.Figure 4 discusses a second possible embodiment of the invention in which parts corresponding to each other in figure 1 and figure 4 are provided with the same reference number. However, the fixed tags 30.1-30.3 have been replaced by a fixed tag 30.30, the fixed tags 30.4-30.6 have been replaced by the fixed tag 30.31 and the fixed tags 30.7-30.9 have been replaced by the fixed tag 30.32. The operation of the system described up to this point is as follows. Suppose a farmer is in the room 16.1 in which the automatic feeder 6.1 is installed. In that space near the automatic feeder 6.1 the fixed tags 30.30 are attached to the wall. An example of such a fixed tag is shown in FIG. 3. The tag 30.30 is made of plastic in this example and comprises an RFID tag 32 which can be read wirelessly with the aid of the reader 24. The reader 24 generates an electromagnetic interrogation field for this purpose. In this example, NFC is applied so that it can be ensured that only the RFID tag 32 of the tag 30.30 can be read when the reader is brought into the vicinity of the tag 30.30. In this example the text 30.30 is indicated on the tag 30.30 which indicates what happens when the tag 30.30 is scanned. In the example, the scanning of the tag 30.30 results in the code of the tag 16.1 being read out with the reader, the reader wirelessly transmits information about the scanned code to the control unit 2, the control unit responding to the information received from the relevant code selects the automatic feeder 6.1 to be controlled. To determine how the feed device is controlled, the system is further provided with three mobile tags 40.1, 40.2, 40.3. These tags 40.j (j = 1, 2.3) are, for example, in the form of a credit card and can be carried by a user, for example in a sleeve. These tags 40.j, for example, indicate with text what happens when the tag in question is canned. In this example, the scanned code of the tag 40.1 causes the automatic feeder to deliver smaller portions of feed when, for example, it delivers feed, for example 20 grams less or 10% less than the original amount of feed delivered by the machine. The farmer can therefore easily adjust the operation of the automatic feeder 6.1 by scanning the relevant tag 40.1, for example before or after he has scanned the tag 30.30. He doesn't have to do anything else. Here, the system can be arranged such that first the fixed tag has to be scanned for selecting an animal interaction device and then a mobile tag for choosing a type of control or vice versa. When the farmer again scans the tag 40.1, the delivery of portions of feed is again reduced, for example again by 20 grams, or again by 10% compared to the original (or last) amount of feed that was delivered.
Wanneer de boer wenst dat de voerautomaat 6.1 meer voer gaat afgeven, kan hij in dit voorbeeld de tag 40.2 scannen. De tag 40.2 heeft dezelfde opbouw als de tag 40.1. Wanneer in dit voorbeeld de tag 40.2 wordt gescand, wordt een code uitgelezen die anders is dan de code van de tag 40.1. De code van de tag 40.2 die met de lezer wordt uitgelezen, wordt door de lezer eveneens aan de besturingseenheid draadloos doorgegeven. De besturingseenheid stuurt in reactie op de ontvangen informatie over de code afkomstig van de tag 40.2 en de code van de tag 30.30 (die is gescand voor of nadat de code van de tag 40.2 is gescand, zoals besproken voor de tag 40.1) de voerautomaat 60.1 zodanig aan dat deze grotere porties voer gaat afgeven. Een groter portie voer kan bijvoorbeeld betekenen dat per portie 20 gram minder wordt afgegeven, dan wel dat 10% meer voer wordt afgegeven dan de oorspronkelijke hoeveelheid. Uiteraard zijn ook andere mogelijkheden denkbaar. Wanneer de boer de tag 40.2 nogmaals scant wordt de afgifte van porties voer nogmaals vergroot, bijvoorbeeld wederom met 20 gram, of wederom met 10% ten opzichte van de oorspronkehjke (of laatste) hoeveelheid voer die werd afgegeven. Wanneer de mobiele tag 40.3 wordt gescand (voor of nadat de vaste tag 30.30 is gescand) heeft dit tot gevolg dat de besturingseenheid 2 bewerkstelligt via de communicatieve verbinding C dat de voerautomaat 6.1 in het geheel geen voer meer gaat afgeven.If the farmer wants the automatic feeder 6.1 to deliver more feed, he can scan the 40.2 tag in this example. The tag 40.2 has the same structure as the tag 40.1. In this example, when tag 40.2 is scanned, a code is read that is different from the code of tag 40.1. The code of the tag 40.2 that is read out with the reader is also transmitted wirelessly by the reader to the control unit. The control unit controls the automatic feeder 60.1 in response to the information received about the code from the tag 40.2 and the code from the tag 30.30 (which was scanned before or after the code from the tag 40.2 was scanned, as discussed for the tag 40.1). such that these larger portions will deliver food. For example, a larger portion of feed may mean that 20 grams less is delivered per portion, or that 10% more feed is dispensed than the original amount. Of course, other options are also conceivable. When the farmer scans the tag 40.2 again, the delivery of portions of feed is again increased, for example again by 20 grams, or again by 10% with respect to the original (or last) amount of feed that was delivered. When the mobile tag 40.3 is scanned (before or after the fixed tag 30.30 has been scanned) this results in the control unit 2 effecting, via the communicative connection C, that the automatic feeder 6.1 will no longer deliver any feed at all.
Zoals te zien is in de tekening staat in de nabijheid van de voerautomaat 6.2 de vaste tag 30.31 opgesteld. De tag 30.31 ziet er wederom uit, en is van het type, zoals besproken aan de hand van Fig. 3. Het scannen van de tag 30.31 heeft tot gevolg dat een code wordt uitgelezen die bewerkstelligt dat, wanneer informatie over de gescande code draadloos wordt doorgegeven aan de besturingseenheid 2, de besturingseenheid 2 de voerautomaat 6.2 selecteert voor aansturing. De wijze van aansturing kan worden bepaald door een van de mobiele tags 40.1-40.3 te scannen op een geheel analoge wijze als voor de tag 30.30 en de voerautomaat 6.1 is besproken.As can be seen in the drawing, the fixed tag 30.31 is arranged in the vicinity of the automatic feeder 6.2. The tag 30.31 again looks and is of the type as discussed with reference to FIG. 3. Scanning the tag 30.31 results in a code being read out which ensures that when information about the scanned code is transmitted wirelessly to the control unit 2, the control unit 2 selects the automatic feeder 6.2 for control. The method of control can be determined by scanning one of the mobile tags 40.1-40.3 in a completely analogous manner as discussed for the tag 30.30 and the automatic feeder 6.1.
Het scannen van de tag 40.1 heeft tot gevolg dat de voerautomaat 6.2 kleinere porties voer gaat afgeven zoals besproken voor de voerautomaat 6.1. Het scannen van de tag 40.2 heeft tot gevolg dat de voerautomaat 6.2 grotere porties voer gaat afgeven zoals besproken voor de voerautomaat 6.1. Het scannen van de tag 40.3 heeft tot gevolg dat de voerautomaat 6.2 stopt met het afgeven van porties voer zoals besproken voor de voerautomaat 6.1Scanning the tag 40.1 causes the automatic feeder 6.2 to deliver smaller portions of feed as discussed for the automatic feeder 6.1. Scanning the tag 40.2 results in the automatic feeder 6.2 delivering larger portions of feed as discussed for the automatic feeder 6.1. Scanning the tag 40.3 has the effect that the feeding machine 6.2 stops dispensing portions of food as discussed for the feeding machine 6.1
In de ruimte 16.2 is aan de wand de vaste tag 30.32 bevestigd die is geassocieerd met de voerautomaat 6.3. Dit betekent dat bij het scannen van tag 30.32 bijvoorbeeld wordt bewerkstelligd dat de voerautomaat 6.3 wordt geselecteerd om te worden aangestuurd door de besturingseenheid 2. Wederom kan de tag 30.32 in combinatie met een van de mobiele tags 40.1- 40.3 worden gescand. Bij het scannen van de tag 40.1 wordt de voerautomaat dusdanig ingesteld door de besturingseenheid dat deze minder voer gaat afgeven, bij het het scannen van de tag 40.2 wordt de voerautomaat dusdanig ingesteld door de besturingseenheid dat deze meer voer gaat afgeven, bij het scannen van de tag 40.3 zal de voerautomaat geen voer meer gaan afgeven, een en ander geheel analoog als besproken voor de voerautomaten 6.1 en 6.2.In the space 16.2 the fixed tag 30.32 is attached to the wall which is associated with the automatic feeder 6.3. This means that when scanning tag 30.32, for example, it is achieved that the automatic feeder 6.3 is selected to be controlled by the control unit 2. Again, the tag 30.32 can be scanned in combination with one of the mobile tags 40.1-40.3. When scanning the tag 40.1, the automatic feeder is set by the control unit to deliver less feed, when scanning the tag 40.2 the automatic feeder is set by the control unit to deliver more feed, when scanning the feed tag 40.3 the automatic feeder will no longer deliver feed, all this analogously as discussed for the automatic feeders 6.1 and 6.2.
Er geldt dus in zijn algemeenheid dat volgens een aspect van de uitvinding een vaste tag op een vaste plaats staat op gesteld waarbij een code van deze vaste tag geassocieerd is met het tenminste ene dierinteractieapparaat en waarbij het systeem voorts is voorzien van tenminste een mobiele tag die bijvoorbeeld kan worden gedragen door een gebruiker van de lezer waarbij het systeem dusdanig is ingericht dat bij het scannen van de code van de vaste tag met de lezer, de lezer informatie over de gescande code aan de besturingseenheid doorgeeft waarbij de besturingseenheid in reactie op de ontvangen informatie over de gescande code van de vaste tag, het tenminste ene dierinteractieapparaat selecteert om aan te sturen waarbij het systeem verder dusdanig is ingericht dat de wijze waarop het tenminste ene dierinteractieapparaat wordt aangestuurd door de besturingseenheid geassocieerd is met de gescande code van de mobiele tag. Uiteraard kan het systeem ook zijn voorzien van andere mobiele tags om andere instellingen te bewerkstelligen van de voerautomaten 6.1-6.3 en/of voor het aansturen van andere voerautomaten en/of andere typen dierinteractie-apparaten zoals melkrobots, lampen, klimaatsystemen zoals een verwarming, airconditioning etc. .Thus, it generally holds that, according to an aspect of the invention, a fixed tag is arranged in a fixed location, wherein a code of this fixed tag is associated with the at least one animal interaction device and wherein the system is furthermore provided with at least one mobile tag which for example, can be carried by a user of the reader, the system being arranged such that when scanning the code of the fixed tag with the reader, the reader passes on information about the scanned code to the control unit with the control unit responding to the received information about the scanned code of the fixed tag selects the at least one animal interaction device to be controlled, wherein the system is further arranged such that the way in which the at least one animal interaction device is controlled by the control unit is associated with the scanned code of the mobile tag. Of course, the system can also be provided with other mobile tags to effect different settings of the feeding machines 6.1-6.3 and / or for controlling other feeding machines and / or other types of animal interaction devices such as milking robots, lamps, climate systems such as heating, air conditioning etc.
Claims (21)
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2013562A NL2013562B1 (en) | 2014-10-02 | 2014-10-02 | Farm system with command labels. |
PCT/NL2015/050692 WO2016053105A1 (en) | 2014-10-02 | 2015-10-02 | Farm system provided with command labels |
EP15818083.6A EP3200576A1 (en) | 2014-10-02 | 2015-10-02 | Farm system provided with command labels |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2013562A NL2013562B1 (en) | 2014-10-02 | 2014-10-02 | Farm system with command labels. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2013562B1 true NL2013562B1 (en) | 2016-10-03 |
Family
ID=51947441
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2013562A NL2013562B1 (en) | 2014-10-02 | 2014-10-02 | Farm system with command labels. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP3200576A1 (en) |
NL (1) | NL2013562B1 (en) |
WO (1) | WO2016053105A1 (en) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2019575B1 (en) * | 2017-09-19 | 2019-03-28 | Lely Patent Nv | Dairy farming system with remote control |
Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4864302A (en) * | 1985-01-30 | 1989-09-05 | Bowers Davis L | Data entry systems for converting an analog instrument to machine-readability |
-
2014
- 2014-10-02 NL NL2013562A patent/NL2013562B1/en not_active IP Right Cessation
-
2015
- 2015-10-02 EP EP15818083.6A patent/EP3200576A1/en not_active Withdrawn
- 2015-10-02 WO PCT/NL2015/050692 patent/WO2016053105A1/en active Application Filing
Patent Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4864302A (en) * | 1985-01-30 | 1989-09-05 | Bowers Davis L | Data entry systems for converting an analog instrument to machine-readability |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP3200576A1 (en) | 2017-08-09 |
WO2016053105A1 (en) | 2016-04-07 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US20140020635A1 (en) | Image-Based Animal Control Systems and Methods | |
EP2235250B1 (en) | System and method for automatically adjusting a lighting atmosphere based on presence detection | |
CN109285273A (en) | Fresh and live agricultural product automatic vending system and method | |
CN107108035B (en) | Position detection and configuration in the vehicle of vehicle part | |
AU2018203235A1 (en) | System, method and feeding device for remote pet monitoring and feeding | |
JP2018525906A (en) | Habitat connection and control | |
US9854785B2 (en) | Sow feeding system | |
NL2015143B1 (en) | The invention relates to an automatic feeding system for preparing at least one feed ration for ruminant animals from a plurality of feed types. | |
KR20200092366A (en) | Systems and methods for crowd management and maintenance operations | |
EP2354869A3 (en) | Control network system | |
NL2013562B1 (en) | Farm system with command labels. | |
KR101707979B1 (en) | Integrated platform system using beacon | |
US11363702B2 (en) | Light system | |
CN105046597A (en) | Internet-based intelligent restaurant system | |
US20150268646A1 (en) | Methods, arrangements and devices for animal management | |
CN214103819U (en) | Goods management system | |
EP3280303B1 (en) | Drinks machine and a method for operating such a drinks machine | |
KR101911620B1 (en) | Remote feed distribution control device for pets | |
KR20170057916A (en) | Forwarding system and method on livestock | |
KR101865783B1 (en) | Order and reservation management system of restaurant | |
EP3171670A1 (en) | Lighting system | |
KR102117551B1 (en) | System for sharing chicken information using application | |
US20240331016A1 (en) | Method of guiding a person to products | |
KR102214489B1 (en) | Food supply automation system according to livestock information | |
KR20190079799A (en) | Auto feeding system using IOT |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20231101 |