[go: up one dir, main page]

NL2012386B1 - Inrichting en werkwijze voor het wijzigen van de oriëntatie van slachtproducten. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het wijzigen van de oriëntatie van slachtproducten. Download PDF

Info

Publication number
NL2012386B1
NL2012386B1 NL2012386A NL2012386A NL2012386B1 NL 2012386 B1 NL2012386 B1 NL 2012386B1 NL 2012386 A NL2012386 A NL 2012386A NL 2012386 A NL2012386 A NL 2012386A NL 2012386 B1 NL2012386 B1 NL 2012386B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
arc
rotation
axis
guide
slaughter
Prior art date
Application number
NL2012386A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2012386A (nl
Inventor
Sander Rijerse Tim
Henricus Maria Van Mil Johannes
Hendrikus Werner Peters Erik
Original Assignee
Marel Stork Poultry Proc Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL2012386A priority Critical patent/NL2012386B1/nl
Application filed by Marel Stork Poultry Proc Bv filed Critical Marel Stork Poultry Proc Bv
Priority to PCT/NL2015/050119 priority patent/WO2015137799A1/en
Priority to DK15710948.9T priority patent/DK3116323T3/en
Priority to CN201580012540.4A priority patent/CN106163289B/zh
Priority to BR112016020048-9A priority patent/BR112016020048B1/pt
Priority to KR1020167028018A priority patent/KR102400670B1/ko
Priority to EP15710948.9A priority patent/EP3116323B1/en
Priority to JP2016556294A priority patent/JP6554114B2/ja
Priority to US15/124,613 priority patent/US9775362B2/en
Publication of NL2012386A publication Critical patent/NL2012386A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2012386B1 publication Critical patent/NL2012386B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0053Transferring or conveying devices for poultry
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0007Poultry shackles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0038Trussing poultry

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)
  • Chain Conveyers (AREA)

Description

Korte aanduiding: Inrichting en werkwijze voor het wijzigen van de oriëntatie van slachtproducten.
Beschrijving
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het wijzigen van de oriëntatie van slachtproducten, zoals slachtvogels, omvattende een zich volgens een transporttraject uitstrekkende eindloze geleiding, langs de geleiding verplaatsbare productdragers die onderling op gelijke afstand van elkaar zijn verbonden middels een eindloos flexibel transportorgaan, welke productdragers ieder een basisdeel en een met het basisdeel verbonden draaideel omvatten, waarbij het basisdeel is voorzien van ten minste één loopwiel dat tijdens werkzaamheid van de inrichting samenwerkt met de geleiding, en waarbij het draaideel is voorzien van een geleidedeel en van een met het geleidedeel verbonden hangdeel voor het aan het hangdeel ophangen van een slachtproduct, welk draaideel draaibaar is om een draai-as die zich in een verticaal vlak loodrecht op het transporttraject uitstrekt, waarbij de inrichting verder ten minste één langs het transporttraject opgesteld bedieningsorgaan omvat dat is ingericht om samen te werken met het aangrijpdeel voor het ten opzichte van het basisdeel doen draaien van het draaideel om de draai-as.
De onderhavige uitvinding richt zich met name maar niet uitsluitend op toepassing bij de distributielijn van een slachterij voor gevogelte. Vanuit een panklaarlijn, waarin onder andere de ingewanden uit de slachtvogels worden verwijderd, worden de slachtvogels met behulp van een overhanger overgedragen aan een koellijn. De slachtvogels worden gedurende typisch 0,5 uur en 2 uur, in de koellijn met lucht gekoeld tot een temperatuur boven het vriespunt van typisch maximaal 6 graden Celsius waardoor de slachtvogel relatief stijf maar niet bevroren wordt. Vervolgens worden de gekoelde slachtvogels met behulp van een overhanger overgedragen aan productdragers van een zogenaamde distributielijn. Alternatief is het overigens ook mogelijk dat de slachtvogels handmatig, bijvoorbeeld vanuit een koelbad, in de productdragers van de distributielijn worden gehangen. Mede afhankelijk van het gewicht van de slachtvogels vindt vanaf de distributielijn verdere verwerking van de slachtvogels plaats. Het is bekend om het wegen van de slachtvogels plaats te laten vinden in de overhanger tussen de koellijn en de distributielijn. De betreffende overhanger wordt daardoor complex. In WO
2013/154427 wordt omschreven hoe alternatief ook in de transportinrichting van de distributielijn zelf gebruik kan worden gemaakt van een weger. Tijdens het wegen van slachtvogels is het daarbij van belang dat de slachtvogels, of in zijn algemeenheid de slachtproducten, geen contact met elkaar maken, aangezien dit het weegproces verstoort. Het is bekend dat de slachtproducten in de distributielijn zijwaarts worden getransporteerd zoals bijvoorbeeld zichtbaar is in figuur 1 van WO 2013/154427. De productdragers en daarmee de slachtvogels bevinden zich in een distributielijn typisch op een onderlinge afstand van 6, 8 of 10 inch. Daarbij bestaat het risico dat naburige slachtvogels in contact met elkaar zijn, met name ter plaatse van de vleugels, tijdens het wegen.
Om een oplossing voor dit probleem te verschaffen wordt in het Europese octrooi EP 343 700 B1 een inrichting omschreven van de in de aanhef omschreven soort. Bij deze inrichting wordt in een aparte weeglijn gevogelte waarvan de borst loodrecht op de transportrichting is georiënteerd tijdens horizontaal transport met behulp van een transporthangbaan, over 45 graden om een verticaal draai-as verdraaid. Deze verdraaiing vindt direct voor een weegstation plaats ter vermijding dat naburige vogels, meer in het bijzonder de vleugels van naburige vogels, in aanraking met elkaar zijn. Aldus wordt voorkomen of althans beoogd dat de weging van een vogel ter plaatse van het weegstation wordt verstoord vanwege onderling contact tussen naburige vogels. Voorbij het weegstation worden de vogels weer terug verdraaid naar de eerdere oriëntatie. Voor het verdraaien van de vogels wordt gebruik gemaakt van productdragers die zijn voorzien van een stripvormig koppeldeel dat aan een bovenste uiteinde scharnierbaar om een horizontale bovenste scharnieras is verbonden met het basisdeel van de productdrager en dat aan een onderste uiteinde scharnierbaar om een horizontale onderste scharnieras is verbonden met een draaideel van de productdrager waar de vogel aan hangt. Tevens is het koppeldeel aan het onderste uiteinde voorzien van twee steunrollen die roteerbaar zijn om een rotatie-as die samenvalt met de onderste scharnieras. Het verdraaien wordt bewerkstelligd doordat in de baan van het koppeldeel, meer specifiek van de scharnierrollen daarvan, een geleiding is voorzien. In een oplopend deel van de geleiding wordt de aanvankelijke verticale oriëntatie van het koppeldeel gewijzigd tot een horizontale oriëntatie waarbij het draaideel van de productdrager inclusief de daaraan hangende vogel wordt opgetild en het koppeldeel om de onderste scharnieras en de om de bovenste scharnieras scharniert ten opzichte van respectievelijk het draaideel en het geleideel. De scharnierende koppeling tussen het koppeldeel en het draaideel is dusdanig geconfigureerd dat het onderling scharnieren om de onderste scharnieras gepaard gaat met het onderling om een verticale draai-as verdraaien van het draaideel ten opzichte van het koppeldeel. In het op het oplopende deel aansluitend horizontaal deel van de geleiding vindt vervolgens de weging door het weegstation plaats.
Aan de inrichting volgens EP 343 700 B1 kleeft het bezwaar dat het risico bestaat dat vanwege de verdraaiing van de vogels de vogels beschadigen omdat delen van de vogels, zoals typisch de vleugels, achter elkaar haken. Meer specifiek kunnen de vleugels daardoor beschadigen. Een ander risico is dat vogels vanwege onderling contact gedeeltelijk uit de productdrager worden getrokken waarbij de vogels nog slechts aan één poot aan de productdrager blijven hangen, of zelfs volledig uit de productdrager worden getrokken tijdens verdraaiing, of dat vogels niet goed verdraaien maar eerder torderen. Dit risico is groter naarmate de vogels zich als relatief stijve lichamen gedragen. Zo kan het in de praktijk voorkomen dat de vogels langer in een koellijn verblijven dan de bedoeling was, bijvoorbeeld als er een storing is geweest, waardoor de temperatuur onder het vriespunt zakt en de vogels bevriezingsverschijnselen vertonen. Ook kan onderlinge verstrengeling van vogels leiden tot beschadiging van de productdragers. De onderhavige uitvinding beoogt bovenstaande risico’s te reduceren. Hiertoe kenmerkt de inrichting volgens de uitvinding zich doordat het transporttraject een zich in een verticaal vlak uitstrekkend boogvormig trajectdeel omvat waarbij de productdragers aan de buitenzijde van de boogvorm zijn voorzien, en dat het bedieningsorgaan langs het boogvormig trajectdeel is opgesteld voor het ten minste deels tijdens het door de productdrager doorlopen van het boogvormig trajectdeel doen draaien van de draaidelen van de productdrager om de bijbehorende draai-assen waarbij het draaideel ten minste tijdens het door de bijbehorende productdrager doorlopen van het boogvormig trajectdeel niet om een horizontale zwenk-as, die zich loodrecht op een verticaal vlak evenwijdig aan het boogvormig trajectdeel uitstrekt, zwenkbaar is. Dankzij bovengenoemde maatregelen wordt de afstand tussen de vogels, die zich aan de buitenzijde van het boogvormige trajectdeel bevinden, tijdens het doorlopen van het boogvormig trajectdeel vergroot. Hiervan maakt de uitvinding gebruik door het verdraaien van de vogels juist plaats te laten vinden terwijl dat boogvormige trajectdeel wordt doorlopen. Het risico op onderling contact tussen naburige vogels kan aldus aanzienlijk worden gereduceerd.
Volgens een, mede vanwege zijn eenvoud, voordelige uitvoeringsvorm heeft het aangrijpdeel een contactlichaam dat tijdens de samenwerking tussen het aangrijpdeel en het bedieningsorgaan via een contactvlak in contact is met het bedieningsorgaan, waarbij het contactvlak ten minste deels een twee-dimensionaal boogvormig verloop heeft welke boogvorm een boogvlak definieert dat loodrecht op de draai-as is georiënteerd en de draai-as aan de binnenzijde van de boogvorm is gelegen waarbij de draai-as het boogvlak ter plaatse van een snijpunt snijdt waarbij de afstand tussen een boogpunt op het boogvlak en het snijpunt voor verschillende boogpunten langs het boogvlak van elkaar verschillen. Door de genoemde verschillende afstanden heeft men veel vrijheid om het verdraaien van het draaideel ten opzichte van het basisdeel over een gewenste lengte van het transporttraject en met een gewenste hoeksnelheid plaats te laten vinden zonder dat het bedieningsorgaan hiertoe op een bijzondere wijze moet worden vorm gegeven. Aldus kan schoksgewijze verdraaiing van het draaideel worden voorkomen. Bij schoksgewijze verdraaiing zullen de slachtproducten eerder de neiging hebben om te beschadigen en/of om te gaan slingeren. Het slingeren kan een eventuele latere weging ter plaatse van een weegstation verstoren waardoor tussen de positie waar de slachtproducten worden verdraaid en het weegstation extra lengte moet worden opgenomen om de slingering op te doen laten houden.
Bovengenoemde voordelen kunnen ook aan de orde zijn bij een inrichting volgens de stand van de techniek. Derhalve heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een inrichting voor het wijzigen van de oriëntatie van slachtproducten, zoals slachtvogels, omvattende een zich volgens een transporttraject uitstrekkende eindloze geleiding, langs de geleiding verplaatsbare productdragers die onderling op gelijke afstand van elkaar zijn verbonden middels een eindloos flexibel transportorgaan, welke productdragers ieder een basisdeel en een met het basisdeel verbonden draaideel omvatten, waarbij het basisdeel is voorzien van ten minste één loopwiel dat tijdens werkzaamheid van de inrichting samenwerkt met de geleiding, en waarbij het draaideel is voorzien van een geleidedeel en van een met het geleidedeel verbonden hangdeel voor het aan het hangdeel ophangen van een slachtproduct, welk draaideel draaibaar is om een draai-as die zich in een verticaal vlak loodrecht op het transporttraject uitstrekt, waarbij de inrichting verder ten minste één langs het transporttraject opgesteld bedieningsorgaan omvat dat is ingericht om samen te werken met het aangrijpdeel voor het ten opzichte van het basisdeel doen draaien van het draaideel om de draai-as, waarbij het aangrijpdeel een contactlichaam heeft dat tijdens de samenwerking tussen het aangrijpdeel en het bedieningsorgaan via een contactvlak in contact is met het bedieningsorgaan, waarbij het contactvlak ten minste deels een tweedimensionaal boogvormig verloop heeft welke boogvorm een boogvlak definieert dat loodrecht op de draai-as is georiënteerd en de draai-as aan de binnenzijde van de boogvorm is gelegen waarbij de draai-as het boogvlak ter plaatse van een snijpunt snijdt waarbij de afstand tussen een boogpunt op het boogvlak en het snijpunt voor verschillende boogpunten langs het boogvlak van elkaar verschillen.
Bij voorkeur sluit de vorm van het contactlichaam ten minste deels aan op de vorm van een ovaal. Met een dergelijke vormgeving kan een relatief rustige verdraaiing worden gerealiseerd.
In zijn algemeenheid geldt dat het de voorkeur geniet dat het bedieningsorgaan en de respectievelijke aangrijpdelen zijn ingericht om dusdanig met elkaar samen te werken dat het draaien van het draaideel om de draai-as ten opzichte van het basisdeel plaats vindt tijdens verplaatsing van de productdragers over een afstand die groter is dan de onderlinge afstand tussen de productdragers. Aldus kunnen de slachtproducten relatief rustig worden verdraaid om slingering van de slachtproducten te voorkomen of althans te beperken.
Ter voorkoming van ongewenste verdraaiing van het draaideel omvatten de productdragers ieder bedienbare blokkeringsmiddelen voor het in een eerste bedieningsstand van de blokkeringsmiddelen blokkeren van het draaien van het draaideel om de draai-as, en voor het in een tweede bedieningsstand van de blokkeringsmiddelen mogelijk maken van het draaien van het draaideel om de draai-as.
Om slingering van de productdrager en daarmee van de slachtproducten in een richting evenwijdig aan de transportrichting te voorkomen of althans te beperken, omvat het basisdeel bij voorkeur twee achter elkaar opgestelde paren van loopwielen.
De uitvinding biedt onder andere voordelen bij het in-lijn wegen van slachtproducten. Derhalve kenmerkt een mogelijke uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding zich doordat de inrichting stroomafwaarts van het boogvormig trajectdeel een weegstation omvat voor het wegen van gevogelte dat volgens het boogvormig trajectdeel is verplaatst.
Bij verdere voorkeur geldt daarbij dat het weegstation een weegbrug omvat die deel uitmaakt van de geleiding.
Het risico op onderling contact tussen naburige slachtproducten wordt met name gereduceerd indien het bedieningsorgaan en de respectievelijke aangrijpdelen zijn ingericht voor het over ten minste 30 graden, bij verdere voorkeur over ten minste 60 graden, verdraaien van het draaideel ten opzichte van het basisdeel.
Het risico op ongewenste slingering van de slachtproducten kan worden verkregen indien het basisdeel en het draaideel, behoudens de mogelijkheid voor het draaideel om om een draai-as ten opzichte van het basisdeel te draaien, star met elkaar zijn verbonden.
De uitvinding verschaft verder een werkwijze voor het toepassen van een inrichting volgens de uitvinding. Bij deze werkwijze draaien ten minste deels tijdens het door de productdrager doorlopen van het boogvormig trajectdeel de draaidelen van de productdrager om de bijbehorende draai-assen.
De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van een mogelijke, niet beperkend voor de uitvinding te interpreteren, uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding onder verwijzing naar de navolgende figuren: figuur 1 toont in zijaanzicht een inrichting volgens de uitvinding deel uitmakend van een distributielijn; figuur 2 toont in perspectivisch zijaanzicht een ander deel van de distributielijn volgens figuur 1 welk ander deel een inrichting volgens een ander aspect van de uitvinding vormt; figuur 3 toont schematisch een onderaanzicht van een deel van figuur 2; figuren 4a en 4b tonen in perspectivisch aanzicht een productdrager respectievelijk in een geblokkeerde toestand en een niet-geblokkeerde toestand; figuur 5 toont schematisch doorsnede V-V in figuur 3; figuur 6 toont een deel van figuur 5 in perspectivisch aanzicht.
Figuur 1 toont een deel van een distributielijn 1 voor het distribueren van slachtvogels 2. Stroomopwaarts ten opzichte van distributielijn 1 bevindt zich een koellijn. In deze koellijn is de temperatuur van de slachtvogels 2 teruggebracht tot bijvoorbeeld 3°C. De slachtvogels 2 gedragen zich daardoor stijver vergeleken met de situatie kort nadat de slachtvogels zijn geslacht als de slachtvogels nog een hogere lichaamstemperatuur hebben. Vanuit haken waarin de slachtvogels 2 zijn opgehangen in de koellijn, zijn de slachtvogels 2 met behulp van een overhanger overgedragen aan productdragers 3 van de distributielijn 1. Distributielijn 1 omvat een eindloze geleiding 4 waarlangs de productdragers 3 zich verplaatsen. De productdragers 3 zijn onderling verbonden met een schalmenketting 5 waarop ten minste één niet nader getoond aangedreven tandwiel aangrijpt voor het, volgens de baan van de eindloze geleiding 4, voortbewegen van de schalmenketting 5 en daarmee van de productdragers 3.
De productdragers 3 zijn opgebouwd uit een basisdeel 6 aan de bovenzijde van productdrager 3, en een draaideel 7 aan de onderzijde van productdrager 3. Het draaideel is draaibaar om een draai-as 8 die zich in een verticaal vlak loodrecht op het transporttraject dat wordt gedefinieerd door de loop van geleiding 4 uitstrekt, verbonden met basisdeel 6.
Basisdeel 6 omvat twee vorklichamen 9. De twee poten van ieder van de vorklichamen 9 zijn naar boven gericht. Basisdeel 6 omvat verder per vorklichaam 9 twee loopwielen 10 die roteerbaar om hun respectievelijke hartlijnen zijn verbonden met de bovenste uiteinden van de omhoog gerichte poten van vorklichamen 9. leder basisdeel 6 omvat dus twee paren loopwielen 10 die op een onderlinge afstand van 4 inch zijn voorzien. De loopwielen rollen in bedrijf over loopvlakken van de geleiding 4. De twee vorklichamen 9 van ieder basisdeel 6 zijn aan hun onderste uiteinden via een bruglichaam 11 van basisdeel 6 met elkaar verbonden.
Het draaideel 7 kan worden geacht opgebouwd te zijn uit een aangrijpdeel 25 aan de bovenzijde van draaideel 7 en haakdeel 12 aan de onderzijde van draaideel 7. Aangrijpdeel 25 en haakdeel 12 zijn star met elkaar verbonden. Haakdeel 12 omvat twee groeven 13 die hellen en ieder een open bovenste uiteinde hebben. De groefbreedte van de groeven 13 neemt in de richting van het onderste gesloten uiteinde daarvan af. De slachtvogels 2 worden in bedrijf aan hun enkelgewrichten in de groeven 13 opgehangen.
Het aangrijpdeel 25 heeft een contactlichaam 14 dat een boogvormige, meer specifiek ovaalvormige, omtrek heeft. De ovaalvorm definieert een virtueel boogvlak dat zich evenwijdig aan de ovaalvorm binnen de dikte van contactlichaam 14 uitstrekt. Draai-as 8 is loodrecht op het boogvlak georiënteerd. De draai-as 8 snijdt het boogvlak ter plaatse van een snijpunt 15. De ovaalvorm van het contactlichaam 14 en de ligging van snijpunt 15 ten opzichte van contactlichaam 14 is dusdanig dat de afstand tussen een punt op de omtrek van contactlichaam 14 en snijpunt 15 voor verschillende punten op de omtrek van contactlichaam 14 van elkaar verschillen. Voor de linker productdrager 3 in figuur 3 is dit voor twee boogpunten 14-1 en 14-2 respectievelijk met maten d1 en d2 weergegeven. Voor boogpunt 14-0, die in bovenaanzicht in dezelfde richting is gericht als de open bovenste uiteinden van groeven 13, is afmeting d het kleinste, terwijl voor boogpunt 14-3 afstand d het grootst is. Boogpunten 14-0 en 14-3 zijn recht tegenover elkaar gelegen ten opzichte van snijpunt 15 oftewel ten opzichte van draai-as 8 die loodrecht op het vlak van tekening in figuur 3 staat. Naarmate hoek α tussen de lijnen dO en dn voor de verschillende boogpunten 14n toeneemt, neemt ook afstand dn toe tussen boogpunten 14-0 en 14-3.
Boven het ovaalvormige contactlichaam 14 is aangrijpdeel 25 verder voorzien van een vierkant contactlichaam 16. Het contactlichaam 16 bestaat uit een viertal kanteel-achtige contactlichaamsdelen 17 die ieder op een hoek van de vierkante vorm van contactlichaam 16 zijn voorzien en deze vierkante vorm bepalen. Tussen de contactlichaamsdelen 17 zijn uitsparingen 18 voorzien, leder contactlichaamsdeel 17 heeft twee haakse geleidevlakken 19a, 19b waarbij ieder van de geleidevlakken 19a, 19b in lijn is gelegen met een geleidevlak 19a, 19b van een naburig contactlichaamsdeel 17.
Het bruglichaam 11 van het basisdeel 6 omvat tussen de vorklichamen 9 een bedieningsarm 20 die heen en weer zwenkbaar is om horizontale zwenkas 21 ten opzichte van (het andere deel van) het bruglichaam 11 tussen een onderste zwenkstand en een bovenste zwenkstand. Zwenkas 21 strekt zich loodrecht op het transporttraject uit. Bedieningsarm 20 heeft een zijwaarts gerichte aangrijparm 22 en een naar beneden gerichte pen 23. In een zogenaamde geblokkeerde toestand bevindt bedieningsarm 20 zich in de onderste zwenkstand en strekt pen 23 zich via een verticaal doorlopend gat 24 in bruglichaam 11 uit tot binnen een uitsparing 18 tussen twee naburige contactlichaamsdelen 17. In die positie blokkeert het uiteinde van pen 23 het verdraaien van draaideel 7 ten opzichte van basisdeel 6 rondom draai-as 8. Door bedieningsarm 20 naar de bovenste zwenkstand te zwenken, zoals is weergegeven in figuur 4b en voor alle productdragers in de figuren 1 en 2, behalve de respectievelijke in die figuren getoonde linker productdrager 3, wordt de betreffende blokkering opgeheven doordat pen 23 zich niet meer binnen de uitsparing 18 uitstrekt.
Figuur 1 toont een boogvormig trajectdeel 31 dat wordt bepaald door het boogvormig verloop van geleiding 4. De productdragers 3 zijn aan de buitenzijde van de boogvorm van trajectdeel 31 gelegen.
Draaideel 7 is dusdanig met basisdeel 6 verbonden dat de enige beweging die draailichaam 7 kan maken ten opzichte van basisdeel 6 de verdraaiing om draai-as 8 betreft. Deze beweging is, zoals eerder aangegeven, slechts mogelijk indien de bedieningsarm 20 zich in de bovenste niet-blokkerende stand, bevindt. Meer specifiek is draaideel 7 zodanig met basisdeel 6 verbonden dat draaideel 7 niet ten opzichte van basisdeel 6 kan zwenken om een horizontale zwenkas die zich loodrecht op het transporttraject uitstrekt, dan wel om een draai-as die zich evenwijdig aan de transporttraject uitstrekt.
Tijdens het doorlopen van het boogvormig trajectdeel 31 draaien de draaidelen 7 ten opzichte van het bijbehorend basisdeel 6 over 90 graden om de bijbehorende draai-as 8. Voorafgaand aan dit verdraaien tijdens het voortbewegen van de slachtvogels 2 in transportrichting 32 zijn de borst en rug zijwaarts gericht, dat wil zeggen in horizontale richting loodrecht op de transportrichting 32. Na verdraaiing van de slachtvogels 2 voorbij het boogvormig trajectdeel 31 is de borst van de slachtvogel in de transportrichting gezien naar achter gericht en de rug van de slachtvogel 2 naar voren gericht. Vanwege deze verdraaiing is de afstand tussen achtereenvolgende slachtvogels 2 groter geworden, waardoor het risico op onderling contact kleiner is. Dergelijk onderling contact zou een weging aan de stroomafwaartse zijde van het boogvormig trajectdeel 31 kunnen verstoren.
Ten behoeve van het verdraaien van de draaidelen 7 met daaraan hangend de slachtvogels 2 is de distributielijn 1 voorzien van twee geleidingslichamen 33 die stationair aan weerszijden van de baan die het aangrijpdeel 25 van het draaideel 7 tijdens het doorlopen van het boogvormig trajectdeel 31 volgt, gelegen. In figuur 1 is slechts een van beide geleidingslichamen 33 zichtbaar.
Stroomafwaarts van het boogvormig trajectdeel 31, in een rechtlijnig trajectdeel van geleiding 4 dat een horizontaal recht verloop heeft, is een niet nader getoond weegstation voorzien waar slachtvogels 2 kunnen worden gewogen. Een dergelijke weging kan bijvoorbeeld plaatsvinden met een weegstation vergelijkbaar met het weegstation zoals beschreven in WO 2013/154427 waarbij het weegstation is voorzien van een weegbrug die deel uitmaakt van een geleiding als geleiding 4. Stroomafwaarts van dit weegstation worden in een recht trajectdeel van geleiding 4 de draaidelen 7 weer teruggedraaid met behulp van geleidingslichamen 34, 35 die net als geleidingslichamen 33 stationair aan weerszijden van de baan van aangrijpdeel 25 van de achtereenvolgende productdragers 3 zijn voorzien. De werking van geleidingslichamen 33 is vergelijkbaar met die van geleidingslichamen 34, 35 met dien verstande dat geleidingslichamen 33 ter plaatse van het boogvormig trajectdeel 31 zijn voorzien terwijl de geleidingslichamen 34, 35 juist ter plaatse van een recht trajectdeel zijn voorzien. Vanwege de boogvormigheid van trajectdeel 31 en het feit dat de productdragers 3 en daarmee de slachtvogels 2 aan de buitenzijde van het boogvormig trajectdeel 31 zijn voorzien, is de afstand tussen de achtereenvolgende slachtvogels 2, waarvan de rug en borst zijwaarts zijn gericht, groter dan de afstand tussen achtereenvolgende slachtvogels 2 in een rechtlijnig trajectdeel. Aldus wordt het risico verkleind dat met name de vleugels van naburige slachtvogels 2 tijdens het verdraaien zoals is weergegeven in figuur 1 in elkaar zouden verstrengelen waardoor bijvoorbeeld beschadigingen aan de slachtvogels of aan de productdragers 3 bijvoorbeeld zou kunnen optreden. Bovengenoemd risico is groter naarmate de afmetingen van de slachtvogels groter zijn en naarmate de vleugels zich verder zijwaarts uitstrekken. De vakman zal begrijpen dat de uiteinden van de vleugels van de twee slachtvogels 2 aan de linkerzijde van figuur 1 elkaar zouden kunnen raken en overlappen tijdens het doorlopen van een stroomopwaarts rechtlijnig deel van het transporttraject.
Aan de stroomopwaartse zijde van geleidingslichaam 34 is deze voorzien van een oploopvlak 36 dat dusdanig is gepositioneerd en vorm gegeven dat de aangrijparmen 22 daar overheen schuiven en omhoog worden bewogen zodat bedieningsarm 20 van de blokkerende toestand naar de niet-blokkerende toestand wordt gebracht en verdraaiing van het draaideel 7 mogelijk wordt gemaakt. Deze verdraaiing wordt vervolgens bewerkstelligd doordat contactlichaam 14 in contact komt met curverand 37 die zoals figuur 3 weergeeft een dusdanig verloop heeft dat de afstand tussen curverand 37 en de draai-assen 8 van de passerende productdragers 3 afneemt. Vanwege het contact tussen curverand 37 en contactlichaam 14, van welk contact aan de stroomopwaartse zijde van draai-as 8 en van snijpunt 15 sprake is, draait draaideel 7 om draai-as 8 over een hoek van 90 graden. Het genoemde contact is zowel rollend als slepend van aard. De verdraaiing vindt plaats over een afstand die groter is dan de steekafstand van 8 inch tussen twee naburige productdragers 3. Op hetzelfde verticale niveau als curverand 37 omvat geleidingslichaam 35 een opsluitrand 38. Tijdens normaal bedrijf is er geen interactie tussen opsluitrand 38 en contactlichaam 14.
Boven het niveau van curverand 37 en opsluitrand 38 zijn de geleidingslichamen 34, 35 voorzien van verdere curveranden 39, 40 (zie ook figuren 5 en 6). De verdere curveranden 39, 40 zijn ingericht voor samenwerking met het vierkante contactlichaam 16. Aan de stroomafwaartse zijde van de geleidingslichamen 34, 35 omvatten de verdere curveranden 39, 40 in transportrichting kort na elkaar gelijkvormige krommingen waardoor de geleidingsranden 39, 40 aan de stroomafwaartse zijde de geleidingslichamen 34, 35 dichter bij elkaar zijn gelegen, en wel op een afstand die iets groter is dan de lengte van een zijde van het vierkante contactlichaam 16. Het vierkante contactlichaam 16 wordt aldus opgesloten tussen verdere geleidingsranden 39, 40 waardoor draaideel 7 gedwongen wordt een zuivere haakse oriëntatie aan te nemen. Voorbij de geleidingslichamen 34, 35 zwenkt bedieningsarm 20 onder invloed van de zwaartekracht en eventueel geholpen door een neerwaarts hellend geleidingsvlak weer naar de blokkerende stand waarbij het uiteinde van pen 23 in de daaronder gelegen uitsparing 18 tussen twee naburige contactlichaamsdelen 17 valt. De delen van de respectievelijke geleidingslichamen 34, 35 die direct grenzen aan de curveranden 39, 40 en dus juist boven het niveau van contactlichaam 14 zijn voorzien, strekken zich binnen de lengte van de geleidingslichamen 34, 35 deels uit recht boven de baan van de passerende contactlichamen 14. Aldus wordt het zijwaarts zwenken van de contactlichamen 14 en daarmee van de productdragers 3 als geheel wordt belemmerd.
Zoals aangegeven functioneren de geleidingslichamen 33 op een volstrekt vergelijkbare wijze als geleidingslichamen 34, 35 en is derhalve een nadere toelichting en omschrijving van de geleidingslichamen 33 hier niet nodig.
De voordelen van de uitvinding kunnen behalve bij het wegen van slachtvogels ook aan de orde zijn, bij andersoortige processen zoals ten behoeve van het strekken van vleugels of ten behoeve van het maken van (stilstaande of bewegende) video beelden vanuit een wenselijk richting, of bij andersoortige slachtproducten.

Claims (13)

1. Inrichting voor het wijzigen van de oriëntatie van slachtproducten, zoals slachtvogels, omvattende een zich volgens een transporttraject uitstrekkende eindloze geleiding, langs de geleiding verplaatsbare productdragers die onderling op gelijke afstand van elkaar zijn verbonden middels een eindloos flexibel transportorgaan, welke productdragers ieder een basisdeel en een met het basisdeel verbonden draaideel omvatten, waarbij het basisdeel is voorzien van ten minste één loopwiel dat tijdens werkzaamheid van de inrichting samenwerkt met de geleiding, en waarbij het draaideel is voorzien van een geleidedeel en van een met het geleidedeel verbonden hangdeel voor het aan het hangdeel ophangen van een slachtproduct, welk draaideel draaibaar is om een draai-as die zich in een verticaal vlak loodrecht op het transporttraject uitstrekt, waarbij de inrichting verder ten minste één langs het transporttraject opgesteld bedieningsorgaan omvat dat is ingericht om samen te werken met het aangrijpdeel voor het ten opzichte van het basisdeel doen draaien van het draaideel om de draai-as, met het kenmerk, dat het transporttraject een zich in een verticaal vlak uitstrekkend boogvormig trajectdeel omvat waarbij de productdragers aan de buitenzijde van de boogvorm zijn voorzien, en dat het bedieningsorgaan langs het boogvormig trajectdeel is opgesteld voor het ten minste deels tijdens het door de productdrager doorlopen van het boogvormig trajectdeel doen draaien van de draaidelen van de productdrager om de bijbehorende draai-assen waarbij het draaideel ten minste tijdens het door de bijbehorende productdrager doorlopen van het boogvormig trajectdeel niet om een horizontale zwenk-as, die zich loodrecht op een verticaal vlak evenwijdig aan het boogvormig trajectdeel uitstrekt, zwenkbaar is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aangrijpdeel een contactlichaam heeft dat tijdens de samenwerking tussen het aangrijpdeel en het bedieningsorgaan via een contactvlak in contact is met het bedieningsorgaan, waarbij het contactvlak ten minste deels een twee-dimensionaal boogvormig verloop heeft welke boogvorm een boogvlak definieert dat loodrecht op de draai-as is georiënteerd en de draai-as aan de binnenzijde van de boogvorm is gelegen waarbij de draai-as het boogvlak ter plaatse van een snijpunt snijdt waarbij de afstand tussen een boogpunt op het boogvlak en het snijpunt voor verschillende boogpunten langs het boogvlak van elkaar verschillen.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de vorm van het contactvlak ten minste deels aansluit op de vorm van een ovaal.
4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dat het bedieningsorgaan en de respectievelijke aangrijpdelen zijn ingericht om dusdanig met elkaar samen te werken dat het draaien van het draaideel om de draai-as ten opzichte van het basisdeel plaats vindt tijdens verplaatsing van de productdragers over een afstand die groter is dan de onderlinge afstand tussen de productdragers.
5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de productdragers ieder bedienbare blokkeringsmiddelen omvatten voor het in een eerste bedieningsstand van de blokkeringsmiddelen blokkeren van het draaien van het draaideel om de draai-as, en voor het in een tweede bedieningsstand van de blokkeringsmiddelen mogelijk maken van het draaien van het draaideel om de draai-as.
6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het basisdeel twee achter elkaar opgestelde paren van loopwielen omvat.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting stroomafwaarts van het boogvormig trajectdeel een weegstation omvat voor het wegen van gevogelte dat volgens het boogvormig trajectdeel is verplaatst.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het weegstation een weegbrug omvat die deel uitmaakt van de geleiding.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bedieningsorgaan en de respectievelijke aangrijpdelen zijn ingericht voor het over ten minste 30 graden verdraaien van het draaideel ten opzichte van het basisdeel.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het bedieningsorgaan en de respectievelijke aangrijpdelen zijn ingericht voor het over ten minste 60 graden verdraaien van het draaideel ten opzichte van het basisdeel.
11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het basisdeel en het draaideel, behoudens de mogelijkheid voor het draaideel om om een draai-as ten opzichte van het basisdeel te draaien, star met elkaar zijn verbonden.
12. Werkwijze voor het toepassen van een inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste deels tijdens het door de productdrager doorlopen van het boogvormig trajectdeel de draaidelen van de productdrager om de bijbehorende draai-assen draaien.
13. Inrichting voor het wijzigen van de oriëntatie van slachtproducten, zoals slachtvogels, omvattende een zich volgens een transporttraject uitstrekkende eindloze geleiding, langs de geleiding verplaatsbare productdragers die onderling op gelijke afstand van elkaar zijn verbonden middels een eindloos flexibel transportorgaan, welke productdragers ieder een basisdeel en een met het basisdeel verbonden draaideel omvatten, waarbij het basisdeel is voorzien van ten minste één loopwiel dat tijdens werkzaamheid van de inrichting samenwerkt met de geleiding, en waarbij het draaideel is voorzien van een geleidedeel en van een met het geleidedeel verbonden hangdeel voor het aan het hangdeel ophangen van een slachtproduct, welk draaideel draaibaar is om een draai-as die zich in een verticaal vlak loodrecht op het transporttraject uitstrekt, waarbij de inrichting verder ten minste één langs het transporttraject opgesteld bedieningsorgaan omvat dat is ingericht om samen te werken met het aangrijpdeel voor het ten opzichte van het basisdeel doen draaien van het draaideel om de draai-as, met het kenmerk, dat het aangrijpdeel een contactlichaam heeft dat tijdens de samenwerking tussen het aangrijpdeel en het bedieningsorgaan via een contactvlak in contact is met het bedieningsorgaan, waarbij het contactvlak ten minste deels een twee-dimensionaal boogvormig verloop heeft welke boogvorm een boogvlak definieert dat loodrecht op de draai-as is georiënteerd en de draai-as aan de binnenzijde van de boogvorm is gelegen waarbij de draai-as het boogvlak ter plaatse van een snijpunt snijdt waarbij de afstand tussen een boogpunt op het boogvlak en het snijpunt voor verschillende boogpunten langs het boogvlak van elkaar verschillen.
NL2012386A 2014-03-10 2014-03-10 Inrichting en werkwijze voor het wijzigen van de oriëntatie van slachtproducten. NL2012386B1 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012386A NL2012386B1 (nl) 2014-03-10 2014-03-10 Inrichting en werkwijze voor het wijzigen van de oriëntatie van slachtproducten.
DK15710948.9T DK3116323T3 (en) 2014-03-10 2015-02-25 DEFINITION AND PROCEDURE FOR CHANGING THE DIRECTIONS FOR Slaughter products
CN201580012540.4A CN106163289B (zh) 2014-03-10 2015-02-25 用于改变屠宰产品的取向的装置和方法
BR112016020048-9A BR112016020048B1 (pt) 2014-03-10 2015-02-25 Dispositivo para mudar a orientação de produtos de abate, e método para mudar a orientação de produtos de abate durante a trajetória de transporte
PCT/NL2015/050119 WO2015137799A1 (en) 2014-03-10 2015-02-25 Device and method for changing the orientation of slaughter products
KR1020167028018A KR102400670B1 (ko) 2014-03-10 2015-02-25 도살 제품의 배향을 변화시키기 위한 디바이스 및 방법
EP15710948.9A EP3116323B1 (en) 2014-03-10 2015-02-25 Device and method for changing the orientation of slaughter products
JP2016556294A JP6554114B2 (ja) 2014-03-10 2015-02-25 屠畜製品の向きを変更するための装置および方法
US15/124,613 US9775362B2 (en) 2014-03-10 2015-02-25 Device and method for changing the orientation of slaughter products

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012386A NL2012386B1 (nl) 2014-03-10 2014-03-10 Inrichting en werkwijze voor het wijzigen van de oriëntatie van slachtproducten.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2012386A NL2012386A (nl) 2015-11-18
NL2012386B1 true NL2012386B1 (nl) 2015-11-26

Family

ID=51022980

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2012386A NL2012386B1 (nl) 2014-03-10 2014-03-10 Inrichting en werkwijze voor het wijzigen van de oriëntatie van slachtproducten.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US9775362B2 (nl)
EP (1) EP3116323B1 (nl)
JP (1) JP6554114B2 (nl)
KR (1) KR102400670B1 (nl)
CN (1) CN106163289B (nl)
BR (1) BR112016020048B1 (nl)
DK (1) DK3116323T3 (nl)
NL (1) NL2012386B1 (nl)
WO (1) WO2015137799A1 (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2012599B1 (nl) * 2014-04-09 2016-05-09 Marel Stork Poultry Proc Bv Inrichting voor het wegen van slachtproducten.
NL2015494B1 (en) * 2015-09-23 2017-04-20 Meyn Food Proc Technology Bv Poultry processing line.
NL2017755B1 (en) 2016-11-10 2018-05-24 Marel Stork Poultry Proc Bv Shackle for suspending viscera packs of slaughtered poultry in a processing line
BR112019025953B1 (pt) * 2017-06-30 2022-08-09 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co. Kg Dispositivo de transporte; aparelho para recuperação de filetes de corpos de aves de corte; método para transportar continuamente corpos de aves de corte e método para obter filetes de corpos de aves de corte
NL2020848B1 (nl) * 2018-05-01 2019-11-12 Marel Poultry B V Systeem voor het verwerken van slachtproducten, en werkwijze voor het instellen van een onderlinge positionering van productdragers van een dergelijk systeem.
CN108726089B (zh) * 2018-07-18 2024-05-31 山东新希望六和集团有限公司 一种流水线鸭脖自动卸载装置
CN109673711A (zh) * 2018-12-27 2019-04-26 广州富港万嘉智能科技有限公司 一种家禽传送装置及一种家禽加工设备
DK3689148T3 (da) 2019-01-29 2022-06-13 Nordischer Maschinenbau Holdeindretning og fremgangsmåde til at holde en renset fjerkrækrop eller en del deraf under forarbejdningen i en indretning til forarbejdning af rensede fjerkrækroppe eller dele deraf
WO2020187691A1 (en) * 2019-03-15 2020-09-24 Frontmatec Group Aps A slaughtered pig part processing plant, and a coupling for the plant
EP3729968B1 (de) * 2019-04-25 2021-12-29 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader GmbH + Co. KG Transportvorrichtung zum transportieren von entweideten geflügelkörpern oder teilen davon
CN110623052B (zh) * 2019-10-28 2022-03-18 株洲云为智能科技有限公司 一种家禽宰杀时的上、下挂方法及上、下挂装置
NL2025670B1 (en) * 2020-05-26 2021-12-13 Meyn Food Processing Tech Bv A method for hanging poultry or parts thereof on an overhead conveyor, a system and an apparatus

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8801069A (nl) * 1988-04-25 1989-11-16 Stork Pmt Werkwijze voor het wegen van gevogelte en transporthaak voor het uitvoeren van deze werkwijze.
US5092815A (en) * 1990-01-30 1992-03-03 Starflex Corporation Method and apparatus for cutting poultry hind quarters
NL1014845C1 (nl) * 1999-06-11 2000-12-12 Stork Pmt Inrichting voor het verwerken van een slachtproduct.
NL1013697C2 (nl) * 1999-11-30 2001-06-01 Meyn Food Proc Technology Bv Inrichting voor het transporteren van geslachte dieren.
JP3497476B2 (ja) * 2001-01-30 2004-02-16 株式会社前川製作所 中抜き屠体のハービング方法とその装置
US7422517B2 (en) * 2006-03-10 2008-09-09 Johnson Food Equipment Inc. Shackle with pivot feature
NL2004573C2 (en) * 2010-04-19 2011-10-20 Foodmate B V Turning block alignment.
US8789684B2 (en) * 2010-04-19 2014-07-29 Foodmate Bv Rotatable article support for a conveyor
US8267241B2 (en) * 2011-01-26 2012-09-18 Foodmate Bv Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station
NL2008635C2 (nl) * 2012-04-13 2013-10-16 Marel Stork Poultry Proc Bv Inrichting voor het wegen van slachtproducten en werkwijze voor toepassing daarvan.

Also Published As

Publication number Publication date
BR112016020048B1 (pt) 2022-01-11
KR20160134722A (ko) 2016-11-23
BR112016020048A2 (nl) 2017-08-15
US9775362B2 (en) 2017-10-03
US20170079291A1 (en) 2017-03-23
CN106163289A (zh) 2016-11-23
KR102400670B1 (ko) 2022-05-20
WO2015137799A1 (en) 2015-09-17
EP3116323B1 (en) 2018-01-03
DK3116323T3 (en) 2018-03-26
EP3116323A1 (en) 2017-01-18
NL2012386A (nl) 2015-11-18
CN106163289B (zh) 2019-03-29
JP6554114B2 (ja) 2019-07-31
JP2017513464A (ja) 2017-06-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2012386B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het wijzigen van de oriëntatie van slachtproducten.
NL1013697C2 (nl) Inrichting voor het transporteren van geslachte dieren.
US4903819A (en) Apparatus for transporting garment hangers
NL9101768A (nl) Inrichting voor het verwijderen van de ingewanden uit de buikholte van gevogelte.
NL8801069A (nl) Werkwijze voor het wegen van gevogelte en transporthaak voor het uitvoeren van deze werkwijze.
JP6297697B2 (ja) 屠畜動物用の搬送装置と除去装置との組み合わせ、および、このような組み合わせを動作させる方法
NL2018229B1 (en) Device and method for transporting meat products
JP4668909B2 (ja) 製品キャリアおよび輸送デバイス
JP7524217B2 (ja) オーバーハングレール搬送システム
CN110803475B (zh) 输送组件
US20170023398A1 (en) Device for weighing slaughter products
US3563363A (en) Conveyor system
US3252581A (en) Merchandising display device
NL1012232C2 (nl) Werkwijze, inrichting en ophangorgaan voor het op directe of indirecte wijze positioneren van karkassen en karkasdelen van groot vee, zoals varkens en runderen.
NL1015742C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwerken van te slachten pluimvee.
US12256746B2 (en) Sausage sticking system
EP2377763B1 (en) Apparatus and method for turning eggs
BR112019014791B1 (pt) Dispositivo e método para transportar produtos de carne
US20110021125A1 (en) Poultry processing system
NL2008480C2 (nl) Productovername-inrichting.
NL8902847A (nl) Kippen overname.
EP1675792A1 (en) Product carrier and transport device
NL8201782A (nl) Werkwijze en inrichting voor het overgeven van slachtpluimvee aan de slachthaken van een transportbaan.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220401