NL2008989C2 - Oplegger met verstelbare besturing. - Google Patents
Oplegger met verstelbare besturing. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2008989C2 NL2008989C2 NL2008989A NL2008989A NL2008989C2 NL 2008989 C2 NL2008989 C2 NL 2008989C2 NL 2008989 A NL2008989 A NL 2008989A NL 2008989 A NL2008989 A NL 2008989A NL 2008989 C2 NL2008989 C2 NL 2008989C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- control
- trailer
- steering
- actuator
- control actuator
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62D—MOTOR VEHICLES; TRAILERS
- B62D13/00—Steering specially adapted for trailers
- B62D13/02—Steering specially adapted for trailers for centrally-pivoted axles
- B62D13/025—Steering specially adapted for trailers for centrally-pivoted axles the pivoted movement being initiated by the coupling means between tractor and trailer
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Steering Control In Accordance With Driving Conditions (AREA)
- Vehicle Body Suspensions (AREA)
- Power Steering Mechanism (AREA)
Description
Oplegger met verstelbare besturing
De uitvinding heeft betrekking op een oplegger voorzien van tenminste een bestuurbare as en van een koppeling 5 voorzien van een kingpin voor koppeling aan een trekker door middel van een schotelkoppeling en van een stuurwig en een daarmee verbonden stuuractuator die is verbonden met een be-sturingsinrichting voor het besturen van de tenminste een bestuurbare as, waarbij stuurwig en stuuractuator beide draai-10 baar zijn om de kingpin.
Een oplegger voorzien van een of meerdere bestuurbare assen is bekend. Dergelijke opleggers worden meestal gekoppeld aan een trekker door middel van een zogenaamde schotelkoppeling. Bij een schotelkoppeling voor koppeling tussen een trek-15 ker en oplegger is de trekker voorzien van een veelal ronde koppelingsplaat met in het midden een opening. De koppeling aan de zijde van de oplegger is voorzien van een zogenaamde kingpin die ter koppeling wordt gehuisvest in de opening in de koppelingsplaat van de trekker. Om bij het koppelen de kingpin 20 te geleiden naar de opening in de koppelingsplaat van de trekker is deze koppelingsplaat aan de achterzijde voorzien van een wigvormig uitsparing die eindigt in de centrale koppe-lingsopening. Aan de zijde van de oplegger is achter de kingpin en zogenaamde stuurwig aangebracht die past in de wigvor-25 mige uitsparing bij de trekker. Bij de koppeling van de trekker met de oplegger wordt de stuurwig ingeklemd in de wigvormige uitsparing. Bij de oplegger is een stuuractuator verbonden met de stuurwig. De stuuractuator is verbonden met het besturingssysteem voor het besturen van een of meer assen van de 30 oplegger. Het besturingssysteem is meestal een in belangrijke mate hydraulisch systeem. Hierbij zijn de meeste componenten hydraulische componenten zoals hydraulische cilinders en zuigers, hydraulische leidingen, kleppen en dergelijke. Deze hydraulische componenten worden aangevuld met mechanische compo-35 nenten zoals stangen en hefbomen. Het is ook mogelijk dat de gehele besturing bestaat uit mechanische componenten zoals stangen, hefbomen en dergelijke. Waar hierna sprake is van hydraulische besturingen, zijn de uitspraken daaromtrent evenzeer van toepassing op een mengvorm van hydraulische en mecha-40 nische componenten alsook op een besturingsinrichting met lou- 2 ter mechanische componenten. Het samenstel van stuuractuator en stuurwig is draaibaar om de kingpin. Wanneer nu de trekker stuurt en dus afwijkt van de lijn recht voor de oplegger, dan zal de stuurwig de stuuractuator bewegen en deze beweging 5 wordt overgebracht op het hydraulische besturingssysteem om een of meer van de assen van de oplegger te besturen. Dergelijke systemen functioneren in de praktijk al vele jaren tot tevredenheid.
En tamelijk recente ontwikkeling in de wereld van de 10 opleggers is de zogenaamde uitschuifbare oplegger. Als een uitschuifbare oplegger wordt uit- of ingeschoven verandert niet alleen de lengte van de oplegger, maar daarmee ook de vereiste mate van besturing. Met andere woorden en lange oplegger zal een andere besturingskarakteristiek vereisen dan 15 een korte oplegger. Hierdoor ontstaat de behoefte aan een oplegger met een besturing waarvan de mate van besturing op eenvoudige wijze kan worden aangepast, bijvoorbeeld wanneer de lengte van de oplegger wordt gewijzigd, zonder dat daarvoor constructieve wijzigingen of ingrepen noodzakelijk zijn. Aan 20 deze behoefte wordt voldaan door een oplegger volgens conclusie 1 van de onderhavige uitvinding. Een dergelijke oplegger die is voorzien van één of meerdere bestuurbare assen die worden bestuurd op de hierboven beschreven wijze, is bovendien voorzien van een verstelinrichting voor het verstellen van de 25 afstand van de stuuractuator tot de kingpin. Door het verstellen van deze afstand wordt de mate van beweging van de stuuractuator, dat wil zeggen de verplaatsing van de stuuractuator ten opzichte van de oplegger per eenheid hoekverdraaiing van de trekker ten opzichte van de oplegger, tijdens gebruik, ver-30 steld. Hierdoor wordt bij een dergelijke hoekverdraaiing ook de mate van bediening van de aan de stuuractuator verbonden hydraulische besturingsinrichting versteld waardoor bij dezelfde stuurhoek tussen trekker en oplegger de assen van de oplegger een andere stuuruitslag zullen krijgen. Hiermee is de 35 mate van besturing van de bestuurbare assen van de oplegger verstelbaar. Omdat de verstelinrichting deel uit maakt van de oplegger, kan een dergelijke verstelling plaatsvinden zonder dat er een constructieve ingreep of wijziging aan de oplegger noodzakelijk is. Bijvoorbeeld wanneer een uitschuifbare opleg-40 ger wordt uitgeschoven of ingeschoven is het bij een oplegger 3 volgens de uitvinding mogelijk om het stuurgedrag aan te passen aan de gewijzigde lengte van de oplegger.
Omdat er tijdens bedrijf forse krachten kunnen worden uitgeoefend op de stuuractuator is het van belang dat deze 5 constructief op robuuste wijze wordt uitgevoerd. Op gunstige wijze wordt hieraan voldaan door een oplegger met een verstel-inrichting die is voorzien van een langs een geleider beweegbare slede waarop de stuuractuator is bevestigd. Het is mogelijk om een langs een geleider beweegbare slede zodanig uit te 10 voeren dat deze bestand is tegen bij een dergelijke besturing optredende krachten, terwijl de verstelbaarheid blijft gehandhaafd.
In een uitvoering van de verstelde inrichting volgens de uitvinding die voorkeur geniet, vindt de verstelling van de 15 slede plaats met behulp van een schroefspil. Een verstelling die plaatsvindt met behulp van een schroefspil is eenvoudig bedienbaar, omdat met een schroefspil grotere verstelkrachten bereikbaar zijn met betrekkelijk geringe bedieningskracht. Tevens kan op eenvoudige wijze de mate van verstelling nauwkeu-20 rig worden bereikt en is een borging van de gewenste verstelling met eenvoudige voor de vakman bekende middelen te realiseren, zodat deze hier niet nader hoeven te worden omschreven.
In een andere gunstige uitvoeringsvorm van de ver-stelinrichting volgens de uitvinding vindt de verstelling van 25 de slede plaats met behulp van de hydraulische cilinder. Hiervoor is bijvoorbeeld een geschikte gedimensioneerde hydraulische cilinder bruikbaar die samenwerkt met een daaraan verbonden of met de slede verbonden mechanische vergrendeling, het is echter ook mogelijk om gebruik te maken van een thans in de 30 handel verkrijgbare hydraulische cilinder waarvan de zuiger in elke stand vergrendelbaar is.
In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de verstelinrichting voorzien van een bedieningsorgaan zodat de verstelling op eenvoudige wijze kan worden bediend. In 35 het geval dat de verstelling plaatsvindt met behulp van een schroefspil kan het bedieningsorgaan bijvoorbeeld een eenvoudige slinger zijn voor het bedienen van de schroefspil of kan het bedieningsorgaan bestaan uit een elektromotor met bijvoorbeeld een start/stopknop om de schroefspil te doen roteren. In 40 het geval van de hydraulische cilinder kan het bedieningsor- 4 gaan eveneens op gunstige wijze de vorm aannemen van een bijvoorbeeld tweetal knoppen voor het verhogen dan wel verlagen van de hydraulische druk in de cilinder, of een soortgelijk eenvoudig bedienbaar schakelmechanisme.
5 Op voordelige wijze is de verstelinrichting uitgerust met een indicator ter aanduiding van de positie van de stuur-actuator. Deze indicator kan zijn uitgevoerd als met de slede mee beweegbare schaalverdeling, maar ook bijvoorbeeld in de vorm van een opnemer die een signaal afgeeft waarvan de waarde 10 na eventuele bewerking wordt weergegeven op een display. Ook is een aan de verstelinrichting gekoppelde regelinrichting denkbaar, die in samenwerking met een invoerinrichting een ingevoerde gewenste verstelling tot stand doet komen.
In vele gevallen zal de hydraulische besturing van de 15 assen dubbel zijn uitgevoerd en zal daardoor de stuuractuator zijn verbonden met twee hydraulische cilinders van de bestu-ringsinrichting. In één uitvoeringsvorm van de uitvinding is de stuuractuator voorzien van een stuurtaats die direct is gekoppeld met beide cilinders.
20 In een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de stuuractuator voorzien van een stuurtaats die via een stuur-versneller is gekoppeld met beide cilinders. Deze stuurver-sneller kan op verschillende wijzen zijn uitgevoerd en heeft tot doel om de uitslag van de stuuractuator te versterken.
25 Voorbeelden hiervan zullen hieronder worden beschreven.
In weer een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de stuuractuator voorzien van twee stuurtaatsen die elk zijn gekoppeld aan één van beide cilinders en die door de verstelinrichting gelijktijdig elk in een baan beweegbaar zijn 30 waarbij beide banen in één positie van de stuuractuator loodrecht staan op een lengteas van de bijbehorende hydraulische cilinder. Hierdoor wordt bewerkstelligd dat weliswaar de afstand van de stuurtaatsen tot de kingpin bij verstellen van de stuuractuator wordt gewijzigd, zonder dat daarbij in de uit-35 gangspositie, dat wil zeggen de positie waarbij er geen hoek is tussen de trekker en de oplegger, de zuigers van de beide hydraulische cilinders een beweging van enige betekenis ondergaan .
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht door de 40 beschrijving van enkele voorbeelden van niet-beperkende voor- 5 keursuitvoeringsvormen van de uitvinding, mede met verwijzing naar de bijgevoegde tekening waarin:
Fig. 1 een schematische weergave is van een combinatie van een oplegger met bestuurde assen en een trekker; 5 Fig. 2 een schematische weergave is van een deel van een schotelkoppeling op een trekker;
Fig. 3 een schematische deelweergave in zijaanzicht is van een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een schotelkoppeling van een oplegger met besturing voor de assen; 10 Fig. 4 toont een deel van een uitvoeringsvorm van een koppeling op een oplegger volgens de uitvinding;
Fig. 5 toont het onderwerp van fig. 4 met een schroefspil;
Fig. 6 toont het onderwerp van fig. 4 met een hydrau-15 lische cilinder;
Fig. 7 toont het onderwerp van fig. 5 gekoppeld via een eerste uitvoeringsvorm van een stuurversneller met twee hydraulische cilinders die deel uitmaken van de asbesturing;
Fig. 8 toont een variant van het onderwerp van fig. 6 20 gekoppeld via een tweede uitvoeringsvorm van een stuurversneller met twee hydraulische cilinders die deel uitmaken van de asbesturing;
Fig. 9 toont een besturing met twee stuurtaatsen voor de besturing van bestuurbare assen van een oplegger; en 25 Fig. 10 toont een uitvoeringsvorm van een aanpasbare besturing met twee taatsen.
Fig. 1 toont een schematische weergave van een combinatie van een oplegger 1 met drie bestuurde assen en een trekker 2. Oplegger 1 en trekker 2 zijn aan elkaar gekoppeld met 30 behulp van een schotelkoppeling 3. In de tekening is het principe weergegeven van een gewenste besturing van de assen van de oplegger wanneer de trekker instuurt. In fig. 1 is trekker 2 ingestuurd en de lengteas van de trekker 2 maakt een hoek met de lengteas van de oplegger 1. Indien in een dergelijk ge-35 val de besturing van de assen van de oplegger 1 zo geregeld moet zijn dat de trekker 2 en oplegger 1 kunnen rijden met volledig rollende wielen en niet met deels slippende wielen, dienen loodlijnen die worden getrokken op de wielen van de verschillende assen in één punt M samen te komen. Wanneer dit 40 voor een bepaalde as niet het geval is dan zullen de wielen 6 behalve rollen ook over het wegdek in zekere mate slippen. Om dit te bereiken wordt uit de figuur direct duidelijk dat van de oplegger 1 de assen die verder weg liggen van de schotel-koppeling 3 een sterkere besturing moeten krijgen dan assen 5 waarvan de afstand tot de schotelkoppeling kleiner is. De mate van stuuruitslag is voor elke as verschillend, maar deze stuuruitslag wordt op een hieronder te beschrijven wijze bepaald afhankelijk van de hoek die de lengteas van de trekker maakt met de lengteas van de oplegger. Deze hoek wordt voor 10 elke as afzonderlijk, maar op vast ingestelde wijze versterkt dan wel verzwakt tot een voor de as specifieke stuuruitslag.
Bij een uitschuifbare oplegger zal wanneer de oplegger wordt uitgeschoven en daarmee de lengte van de oplegger wordt vergroot, ook de afstand van de assen tot de schotelkop-15 peling veranderen. Daarmee zal dus ook de vereiste mate van stuuruitslag bij een bepaalde stuurhoek tussen de lengteas van de trekker en de lengteas van de oplegger dienen te veranderen, indien bijvoorbeeld het zuiver rollen van de wielen zonder slip met het wegdek gehandhaafd dient te blijven. Hiertoe 20 is de koppeling van een oplegger 1 met één of meerdere bestuurbare assen volgens de uitvinding voorzien van een inrichting waarmee de besturing van de bestuurde assen van de oplegger 1 instelbaar is. Voorbeelden van een uitvoeringsvorm van een oplegger 1 volgens de uitvinding uitgerust met een derge-25 lijke besturing zullen hieronder worden beschreven. Allereerst zal echter worden beschreven hoe een besturing volgens de stand van de techniek veelal is uitgevoerd.
Fig. 2 toont een deel van een schotelkoppeling zoals deze gebruikelijk wordt gevonden op een trekker. De koppeling 30 omvat een koppelingsplaat 4 die scharnierbaar op de trekker is gemonteerd en daarop komt een koppelingsplaat van de oplegger te rusten. Koppelingsplaat 4 omvat een centrale opening 5 voor het ontvangen van een kingpin van de te koppelen trekker. In de rijrichting gezien achter de centrale opening 5 omvat kop-35 pelingsplaat 4 een uitsparing 6 die zich naar achter toe verbreedt. Bij het koppelen van een oplegger aan de trekker dient uitsparing 6 om de kingpin te geleiden naar de centrale opening 5. Zodra de kingpin in de centrale opening 5 is gevallen, is daarmee de koppeling tussen trekker en oplegger tot stand 40 gebracht.
7
Fig. 3 is een schematische weergave in zijaanzicht van een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een schotelkop-peling van een oplegger 1 met besturing voor de bestuurbare assen. De koppeling omvat een koppelingsplaat 7 die tijdens 5 het bedrijf rust op koppelingsplaat 4 van de trekker en kingpin 8 die tijdens bedrijf valt in uitsparing 5 van de koppelplaat 4 van de trekker 2. Kingpin 8 brengt de trekkrachten over van trekker 2 naar oplegger 1. De koppeling van de oplegger 1 is verder voorzien van een stuurwig 9 die tijdens be-10 drijf valt in uitsparing 6 van koppelingsplaat 4 van de trekker, en wel hoofdzakelijk spelingsvrij. Verder is de koppeling van de oplegger voorzien van een stuuractuator in de vorm van een zogenaamde stuurtaats 10 die zich in dit voorbeeld aan de bovenzijde van de koppeling bevindt. Stuurwig 9 en stuurtaats 15 10 zijn met elkaar verbonden en verder zodanig gekoppeld aan de oplegger 1 dat zij evenwijdig aan koppelingsplaat 7 roteerbaar zijn om een as die samenvalt met de symmetrieas van kingpin 8. Dit heeft tot gevolg dat stuurwig 9 stationair is ten opzichte van trekker 2, doordat stuurwig 9 zit ingeklemd in 20 uitsparing 6 van koppelingsplaat 4 van trekker 2, maar in rotatie beweegbaar is ten opzichte van oplegger 1. Als nu trekker 2 een stuuruitslag maakt ten opzichte van oplegger 1 en daardoor een hoek wordt gevormd tussen de lengteas van trekker 2 en de lengteas van aanhanger 1, zal dit tot gevolg hebben 25 dat ten opzichte van aanhanger 1 het samenstel van stuurwig 9 en stuurtaats 10 een zelfde hoekverdraaiing vertonen ten opzichte van op oplegger 1. Met andere woorden het sturen van trekker 2 ten opzichte van oplegger 1 heeft een beweging van stuurtaats 10 ten gevolge. Door nu stuurtaats 10 scharnierbaar 30 te verbinden met de zuigerstang of de zuigerstangen van één of twee hydraulische cilinders 18, 19 (zie fign. 7 - 10), die op hun beurt deel uitmaken van een hydraulisch/mechanisch besturingssysteem voor de bestuurbare assen van de oplegger 1, heeft een beweging van de stuurtaats 10 bij het sturen van de 35 trekker 2 een beweging van de zuigers van hydraulische cilinders 18, 19 van het besturingssysteem van de bestuurbare assen van oplegger 1 tot gevolg. Deze beweging wordt voor elk van de assen door het besturingssysteem op een op zich bekende wijze voor elke as op een voor de as constante wijze versterkt of 40 verzwakt oomgezet in een stuurbeweging van de betreffende as.
8
Hierdoor is een vaste relatie tot stand gebracht tussen een stuurhoek die trekker 2 maakt met oplegger 1 en een stuuruit-slag die is verkregen bij elk van de assen van oplegger 1. Op deze wijze wordt in tal van gevallen de besturing geregeld van 5 opleggers met bestuurbare assen.
Fig. 4 toont een deel van de uitvoeringsvorm van een koppeling op een oplegger 1 volgens de uitvinding. Fig. 4 toont een hoofdzakelijk ronde koppelingsplaat 7 en een stuur-actuator in de vorm van stuurtaats 10. Kingpin 8 is niet 10 zichtbaar in fig. 4 en bevindt zich aan de onderzijde van koppelingsplaat 7 en wel in het middelpunt daarvan. Stuurtaats 10 is bevestigd op een verstelinrichting die in deze uitvoeringsvorm van de uitvinding is uitgevoerd in de vorm van een slede 11 die beweegbaar is in een geleider 12. Slede 11 is beweeg-15 baar in een hoofdzakelijk radiale richting ten opzichte van de kingpin en tijdens deze beweging verandert de afstand van stuurtaats 10 tot het middelpunt van koppelingsplaat 7 en daarmee tot de kingpin 8. Met het veranderen van deze afstand zal ook de bewegingsuitslag van stuurtaats 10 per stuurhoek, 20 dat wil zeggen de hoek tussen de lengteas van oplegger 1 en de lengteas van trekker 2 veranderen. Doordat stuurtaats 10 is verbonden met de zuigerstang of de zuigerstangen van één of twee hydraulische cilinders die deel uit maken van de besturing van de assen van oplegger 1, zal ook de mate van sturing 25 van de bestuurbare assen van oplegger 1 daardoor veranderen. Hiermee is derhalve een verstelbare dan wel aanpasbare besturing verkregen van de bestuurbare assen van oplegger 1.
Fig. 5 toont het onderwerp van fig. 4 waarbij de slede 11 wordt bewogen door middel van een schroefspil 13 die 30 draaibaar is aangebracht in een stationaire behuizing 14.
Schroefspil 13 is bij één uiteinde gekoppeld in een inwendige schroefdraad van slede 11 en bij een ander uiteinde voorzien van een zeskantig eindstuk, waarop ter bediening een ratel-sleutel 15 kan worden aangebracht. Door middel van ratelsleu-35 tel 15 kan schroefspil 13 worden geroteerd, zodat slede 11 met daarop stuurtaats 10 versteld kan worden in geleider 12. Hiermee is de afstand van stuurtaats 10 tot kinpin 8 en daarmee de mate van besturing van de assen van oplegger 1 instelbaar. Op gebruikelijke wijze is ratelsleutel 15 instelbaar tot linksom 40 draaien dan wel rechtsom draaien, zodat de beweging van slede 9 11 met stuurtaats 10 in geleider 12 in beide richtingen kan worden uitgevoerd. Indien nodig kan schroefspil 13 zijn voorzien van een arreteerinrichting, zodat schroefspil 13 in elke gewenste positie kan worden gearreteerd.
5 In een voorkeursuitvoering van de verstelinrichting volgens de uitvinding is deze voorzien van een indicator die de positie van de slede ten opzichte van de geleider aangeeft, zodat de instelpositie en daarmee ook de mate van besturing van de3 assen ook nauwkeurig kan worden bepaald. Deze indica-10 tor kan elke gebruikelijk uitvoering hebben zoals die bij de vakman bekend zijn. Bijvoorbeeld in de vorm van een met de slede melopende lineaal met afleespunt of een op de slede gemonteerde verplaatsingssensor met een daaraan gekoppelde weergave eenheid. Ook kan de schroefspil zin voorzien van een 15 meet- en weergave-inrichting.
In een andere niet weergegeven uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de schroefspil bewogen door een omkeerbare elektromotor. Het verschuiven van slede 11 met stuurtaats 10 in geleider 12 kan dan eenvoudig plaatsvinden met behulp van 20 een schakelaar.
In weer een andere uitvoeringsvorm zal schroefspil 13 worden bewogen met behulp van een stappenmotor. In dat geval is het heel eenvoudig om met behulp van een toetsenbord of een ander geschikt invoermiddel de gewenste verkregen eindstand 25 van slede 11 in geleider 12 aan te geven.
Fig. 6 toont de verstelinrichting 11, 12 van fig. 4 die verstelbaar is door middel van een hydraulische cilinder 16. De zuigerstang 17 van de hydraulische cilinder is hierbij direct gekoppeld aan slede 11. Er zij opgemerkt dat op voorde-30 lige wijze gebruik kan worden gemaakt van een hydraulische cilinder die in elke positie vergrendelbaar is. Dergelijke hydraulische cilinders zijn thans op de markt verkrijgbaar. Voor de bediening van cilinder 16 kan gebruik gemaakt worden van een door middel van drukknoppen bedienbare hydraulische pomp, 35 die hier verder niet is weergegeven. Ook kan het bedieningssysteem zijn uitgerust met een indicator voor het weergeven van de positie van slede 11 in geleider 12 dan wel van een regelmechanisme waarbij zuigerstang 17 en daarmee slede 11 naar een door middel van een invoerorgaan in te voeren positie van 40 slede 11 in geleider 12 wordt bestuurd en wanneer deze positie 10 is bereikt, hydraulische cilinder 16 dan in deze positie wordt vergrendeld.
In de huidige praktijk van opleggers met bestuurbare assen wordt in bepaalde gevallen met name bij langere opleg-5 gers de besturing voorzien van zogenaamde stuurversnellers. Hieronder wordt verstaan een mechanische inrichting tussen stuurtaats 10 en hydraulische cilinders 18, 19, waarbij de beweging van de stuurtaats 10 wordt versterkt, zodat elke uitslag van de stuurtaats 10 wordt omgezet in een vergrote uit-10 slag overgedragen op de zuigerstangen van de hydraulische cilinders 18, 19.
Fig. 7 toont een koppeling van een oplegger van figuren 4 en 5 gekoppeld via een eerste uitvoeringsvorm van een stuurversneller met twee hydraulische cilinders 18, 19 van de 15 asbesturing. De stuurversneller omvat een drijfstang 20 die is gekoppeld met stuurtaats 10 en die gaat door een centrale opening in vlinderdeel 21 van de stuurversneller. Vlinderdeel 21 is bij twee uiteinden gekoppeld aan respectievelijk hydraulische cilnders 18 en 19. Hydraulische cilinders 18 en 19 maken 20 deel uit van de hydraulische besturing van de assen van de oplegger 1. Het is gebruikelijk dat een hydraulisch systeem voor besturing van assen van een oplegger 1 dubbel is uitgevoerd. Derhalve is stuurtaats 10 door middel van een stuurversneller verbonden met een tweetal hydraulische cilinders 18, 19 van de 25 besturing van de assen van de oplegger 1. Deze stuurversneller is via een bevestigingsplaat 22 bevestigd aan een vast deel van oplegger 1. Bevestigingsplaat 22 is door middel van een lager 23 verbonden met het centrale deel van de vlinder 21, zodat een vlinder 21 kan scharnieren ten opzichte van bevesti-30 gingsplaat 22. Wanneer nu stuurtaats 10 ten gevolge van een stuuruitslag een roterende beweging maakt ten opzichte van het middelpunt van koppelingsplaat 7 dan schuift drijfstang 20 in de centrale opening in vlinderdeel 21 en zal vlinderdeel 21 doen draaien om lager 24 ten opzichte van bevestigingsplaat 35 22. Hierdoor zullen de uiteinden van vlinder 21, die elk zijn bevestigd aan één van de hydraulische cilinders 18, 19 van het stuursysteem van de assen van oplegger 1, één van de zuigerstangen van cilinders 18, 19 binnenwaarts doen bewegen en de andere van de zuigerstangen van de cilinders 18, 19 buiten-40 waarts doen bewegen. Ten gevolge van de afmetingen van vlinder 11 21 zal de beweging van stuurtaats 10 versterkt worden weergegeven bij de hydraulische cilinders 18, 19 van de besturing van de assen van oplegger 1. Bij verstelling van de positie van stuurtaats 10 ten opzichte van het middelpunt van koppe-5 lingsplaat 7 zal de uitslag van stuurtaats 10 veranderen en daarmee de corresponderende uitslagen van de zuigerstangen van de hydraulische cilinders 18, 19. Hierdoor zal het veranderde stuurgedrag worden overgebracht op de bestuurbare assen van oplegger 1.
10 Fig. 8 toont een variant van een schotelkoppeling van een oplegger 1 met bestuurbare assen volgens figuren 4 en 6 waarbij de stuurtaats is gekoppeld via een tweede uitvoeringsvorm van de stuurversneller met twee hydraulische cilinders van de asbesturing. De variant bestaat hierin dat hydraulische 15 cilinder 16 niet rechtstreeks is gekoppeld met de slede 11 waarop stuurtaats 10 binnen geleider 12 kan worden bewogen, maar de zuigerstang 17 van hydraulische cilinder 16 is via een mechanische versterker gekoppeld met de slede 11. Dit heeft het voordeel dat gebruik gemaakt kan worden van een hydrauli-20 sche cilinder 16 met een kleinere slag van zuigerstang 17 om toch een zelfde verplaatsingsmogelijkheid van slede 11 en daarmee stuurtaats 10 te kunnen bewerkstelligen. In de tweede uitvoeringsvorm van een stuurversneller is deze met de stuurtaats 10 gekoppeld door middel van een drijfstang 24 die bij 25 het andere uiteinde is gekoppeld met kniehefboom 25. Kniehef-boom 25 is scharnierbaar om scharnieras 26 gekoppeld met oplegger 1. Aan weerszijden van scharnieras 26 grijpen zuigerstangen aan van hydraulische cilinders 18, 19 die deel uit maken van het hydraulische besturingssysteem voor de bestuurbare 30 assen van de oplegger 1. Wanneer er nu een stuuruitslag ontstaat tussen trekker 2 en oplegger 1 en dientengevolge een beweging van stuurtaats 10, dan wordt deze beweging via een drijfstang 24 overgebracht op kniehefboom 25 en zal één van de zuigerstangen van hydraulische cilinders 18, 19 zich naar bui-35 ten bewegen ten opzichte van de zijn bijbehorende cilinder 18, 19 en zal de andere van de bij de zuigerstangen behorende cilinders 18, 19 daarbinnen bewegen. Door een juiste dimensione-ring van kniehefboom 25 zal de beweging van stuurtaats 10 versterkt worden overgedragen op de zuigerstangen van respectie-40 velijk cilinders 18, 19. Wanneer stuurtaats 10 op slede 11 in 12 geleider 12 wordt verplaatst door middel van een bediening van hydraulische cilinder 16 en zuigerstang 17, dan zal de beweging van stuurtaats 10 ten gevolge van een stuurhoek tussen trekker 2 en oplegger 1 wijzigen en deze wijziging zal zich 5 evenredig voortzetten in de beweging die door stuurversneller 24, 25, 26 wordt overgedragen op respectievelijk hydraulische cilinders 18, 19 van de besturing van de assen van oplegger 1.
Fig. 9 toont een in de praktijk voorkomende variant van een koppeling van een oplegger met bestuurbare assen met 10 twee stuurtaatsen. In figuur 9 bevinden zich op koppelings-plaat 7 twee naast elkaar liggende stuurtaatsen 10, waarbij elk van de twee stuurtaatsen 10 is gekoppeld met één van beide hydraulische cilinders 18, 19 van hydraulische besturing van de assen van de oplegger 1. Ook deze in de praktijk voorkomen-15 de koppeling kan worden voorzien van een aanpasbare koppeling volgens de uitvinding. Een voorbeeld van de uitvoeringsvorm daarvan is weergegeven in fig. 10. Fig. 10 toont wederom kop-pelingsplaat 7 van een schotelkoppeling van een oplegger 1. Tevens zijn twee stuurtaatsen 10 getoond die elk zijn gekop-20 peld aan één van beide hydraulische cilinders 18, 19 en wel met een bijbehorende zuigerstang. Verder is in fig. 10 slede 11 zichtbaar die samen met de daaraan gekoppelde stuurtaatsen 10 beweegbaar zijn langs twee geleiders 12 die elk een geleiding 12 vormen voor één van beide stuurtaatsen 10. De gelei-25 ders 12 zijn zo vorm gegeven en geplaatst dat zij een pad vormen voor de beweging van de betreffende stuurtaats 10, waarbij het pad loodrecht dan wel vrijwel loodrecht staat op de lengterichting van de daaraan gekoppelde zuigerstang van de betreffende hydraulische cilinders 18, 19. Verstelling van de 30 positie van de stuurtaats 10 ten opzichte van het middelpunt van koppelingsplaat 7 en derhalve van kingpin 8 aan de onderzijde van koppelingsplaat 7, veroorzaakt op zich geen of nauwelijks een beweging van de betreffende zuigerstangen.
Er zij opgemerkt dat varianten van uitvoeringsvormen 35 van de onderhavige uitvinding, waarbij de besturingsinrichting een mengvorm van hydraulische en mechanische componenten omvat, en ook een besturingsinrichting die volledig uit mechanische componenten bestaat, waaronder stangen of stangenstel-sels, eveneens vallen onder de bescherming vande bij gevoegde 40 conclusies.
13
Ten slotte zij vermeld dat op de aan de hand van de gegeven voorbeelden tal van varianten mogelijk zijn van uitvoeringsvormen van de uitvinding die alle vallen onder de reikwijdte van de bij gevoegde conclusies.
5
Lijst van verwijzingscijfers 1 oplegger 2 trekker 3 schotelkoppeling 10 4 koppelplaat van een trekker 5 centrale opening in 4 6 wigvormige opening in 4 7 koppelplaat van een oplegger 8 kingpin 15 9 stuurwig 10 stuurtaats 11 slede 12 geleider 13 schroefspil 20 14 behuizing van 13 15 ratelsleutel 16 hydraulische cilinder 17 zuigerstang van 16 18 hydraulische cilinder van asbesturing 25 19 hydraulische cilinder van asbesturing 20 drijfstang van eerste stuurversneller 21 vlinder van eerste stuurversneller 22 bevestigingsplaat van eerste stuurversneller 23 lager tussen 21 en 22 30 24 drijfstang van tweede stuurversneller 25 kniehefboom van tweede stuurversneller 26 scharnieras van 25
Claims (12)
1. Oplegger (1) voorzien van tenminste een bestuurbare as, en van een koppeling voorzien van een kingpin (8), voor koppeling van de oplegger (1) aan een trekker (2) door middel van een schotelkoppeling (3), en van een stuurwig (9) en een 5 daarmee verbonden stuuractuator die is verbonden met een be-sturingsinrichting voor het besturen van de tenminste een bestuurbare as, waarbij de stuurwig (9) en de stuuractuator beide draaibaar zijn om de kingpin (8), met het kenmerk, dat de stuuractuator is gemonteerd op een vergrendelbare verstelin- 10 richting die is ingericht om de afstand van de stuuractuator tot de kingpin (8) te verstellen en voorzien van middelen om de ingestelde afstand te vergrendelen.
2. Oplegger (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verstelinrichting is voorzien van een langs een gelei- 15 der (12) beweegbare slede (11) waarop de stuuractuator is bevestigd.
3. Oplegger (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verstelling van de slede (11) plaatsvindt met behulp van een schroefspil (13).
4. Oplegger (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verstelling van de slede (11) plaatsvindt met behulp van een hydraulische cilinder (16).
5. Oplegger (1) volgens een van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de verstelinrichting is voorzien van 25 een bedieningsorgaan voor het doen verplaatsen van de stuuractuator .
6. Oplegger (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de verstelinrichting is voorzien van een indicator ter aanduiding van een positie van de stuuractuator.
7. Oplegger (1) volgens een van de conclusies 1 tot 6, waarbij de stuuractuator is verbonden met twee hydraulische cilinders (18, 19) van de besturingsinrichting met het kenmerk, dat de stuuractuator is voorzien van een stuurtaats (10) die direct is gekoppeld met beide cilinders (18, 19).
8. Oplegger (1) volgens een van de conclusies 1 tot 6, waarbij de stuuractuator is verbonden met twee hydraulische cilinders (18, 19) van de besturingsinrichting met het kenmerk, dat de stuuractuator is voorzien van een stuurtaats (10) die via een stuurversneller is gekoppeld met beide cilinders (18, 19).
9. Oplegger (1) volgens een van de conclusies 1 tot 6, waarbij de stuuractuator is verbonden met twee hydraulische cilinders (18, 19) van de besturingsinrichting met het kenmerk, dat de stuuractuator is voorzien van twee stuurtaatsen (10) die elk zijn gekoppeld aan een van de beide cilinders 10 (18, 19) en die door de verstelinrichting gelijktijdig elk in een baan beweegbaar zijn, waarbij beide banen in één positie van de stuuractuator loodrecht staan op een lengteas van de bijbehorende hydraulische cilinder (18, 19).
10. Oplegger (1) volgens een van de conclusies 1 tot 15 6, waarbij de stuuractuator is verbonden met twee stangenstel- sels van de besturingsinrichting met het kenmerk, dat de stuuractuator is voorzien van een stuurtaats (10) die direct is gekoppeld met beide stangenstelsels.
11. Oplegger (1) volgens een van de conclusies 1 tot 20 6, waarbij de stuuractuator is verbonden met twee stangenstel sels van de besturingsinrichting met het kenmerk, dat de stuuractuator is voorzien van een stuurtaats (10) die via een stuurversneller is gekoppeld met beide stangenstelsels.
12. Oplegger (1) volgens een van de conclusies 1 tot 25 6, waarbij de stuuractuator is verbonden met twee stangenstel sels van de besturingsinrichting met het kenmerk, dat de stuuractuator is voorzien van twee stuurtaatsen (10) die elk zijn gekoppeld aan een van de beide stangenstelsel en waarbij de stuurtaatsen (10) door de verstelinrichting gelijktijdig 30 elk in een baan beweegbaar zijn, waarbij beide banen in één positie van de stuuractuator loodrecht staan op een lengteas van een met de aan de stuurtaats gekoppelde stang van het bijbehorende stangenstel.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2008989A NL2008989C2 (nl) | 2012-06-12 | 2012-06-12 | Oplegger met verstelbare besturing. |
EP13170753.1A EP2674349B1 (en) | 2012-06-12 | 2013-06-06 | Semi-trailer with adjustable steering |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2008989 | 2012-06-12 | ||
NL2008989A NL2008989C2 (nl) | 2012-06-12 | 2012-06-12 | Oplegger met verstelbare besturing. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2008989C2 true NL2008989C2 (nl) | 2013-12-16 |
Family
ID=48537901
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2008989A NL2008989C2 (nl) | 2012-06-12 | 2012-06-12 | Oplegger met verstelbare besturing. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2674349B1 (nl) |
NL (1) | NL2008989C2 (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN107344578A (zh) * | 2017-08-29 | 2017-11-14 | 扬州市伏尔坎机械制造有限公司 | 一种半挂车后轮转向控制装置 |
DE102019204442A1 (de) | 2019-03-29 | 2020-10-01 | Goldhofer Ag | Schwerlastfahrzeug |
CA3090090C (en) * | 2020-08-14 | 2023-02-21 | Aspen Custom Trailers Inc. | Steering dolly |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE7433770U (de) * | 1975-04-10 | Spier H + Sohn | Sattelkraftfahrzeug | |
EP0390288A1 (en) * | 1989-03-30 | 1990-10-03 | Hosta B.V. | Trailer steering device |
EP1847448A2 (en) * | 2006-04-18 | 2007-10-24 | Industrie Cometto S.P.A. | Variable length trailer for tyred tractor units |
DE102008009944A1 (de) * | 2008-02-20 | 2009-09-03 | Markus Göppel GmbH & Co.KG | Lenkung für eine Hinterradachse eines Anhängers und Verfahren zum Auslenken von Rändern einer Hinterradachse |
DE202011003521U1 (de) * | 2011-03-05 | 2011-06-09 | Zunhammer, Sebastian, Dipl.-Ing. (FH), 83301 | Zugfahrzeug mit Fahrzeuganhänger |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2797106A (en) | 1954-02-08 | 1957-06-25 | Orville W Lorr | Dirigible wheel support for tractor hauled trailers |
GB1298341A (en) | 1969-03-12 | 1972-11-29 | Robert Butler | Improvements in controlled steering of semi-trailers |
DE1957662A1 (de) | 1969-11-17 | 1971-05-27 | Walter Hunger | Elektronisch gesteuerte,hydraulische Nachlauflenkung fuer Fahrzeuge |
US3712641A (en) | 1971-11-15 | 1973-01-23 | Dana Corp | Steering system for trailers |
DE3606120C1 (de) | 1986-02-26 | 1987-08-06 | Schultz Rainer M Dipl Ing | Einknickschutz-Vorrichtung fuer einen Sattelzug |
FR2696703B1 (fr) | 1992-10-12 | 1995-01-20 | Diebolt Remy | Direction mécanique forcée, en particulier pour semi-remorques extensibles. |
AUPR184400A0 (en) | 2000-12-01 | 2001-01-04 | Gayat Pty Ltd | Articulated vehicle wheel tracking mechanism |
-
2012
- 2012-06-12 NL NL2008989A patent/NL2008989C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2013
- 2013-06-06 EP EP13170753.1A patent/EP2674349B1/en not_active Revoked
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE7433770U (de) * | 1975-04-10 | Spier H + Sohn | Sattelkraftfahrzeug | |
EP0390288A1 (en) * | 1989-03-30 | 1990-10-03 | Hosta B.V. | Trailer steering device |
EP1847448A2 (en) * | 2006-04-18 | 2007-10-24 | Industrie Cometto S.P.A. | Variable length trailer for tyred tractor units |
DE102008009944A1 (de) * | 2008-02-20 | 2009-09-03 | Markus Göppel GmbH & Co.KG | Lenkung für eine Hinterradachse eines Anhängers und Verfahren zum Auslenken von Rändern einer Hinterradachse |
DE202011003521U1 (de) * | 2011-03-05 | 2011-06-09 | Zunhammer, Sebastian, Dipl.-Ing. (FH), 83301 | Zugfahrzeug mit Fahrzeuganhänger |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2674349B1 (en) | 2015-07-22 |
EP2674349A1 (en) | 2013-12-18 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2008989C2 (nl) | Oplegger met verstelbare besturing. | |
US7712572B2 (en) | Steering actuation device for a vehicle, in particular for an industrial truck | |
US6688403B2 (en) | Control system for a vehicle/implement hitch | |
CN102198806B (zh) | 用于码垛车动力操纵系统的自对中、转矩检测的接头组件 | |
US8849521B2 (en) | Tractor | |
US20170158234A1 (en) | Differential control user interface for reversing vehicle and trailer system | |
US20110018231A1 (en) | Steering Arrangement for a Trailer | |
EP3060453B1 (en) | A wheel steering system for controlling a steering angle of a second pair of steerable wheels of a vehicle | |
EP0870671A2 (en) | Steering system for a multiple-axle vehicle | |
CA2129685C (en) | Method and apparatus for connecting a tow vehicle to a trailer having a front axle assembly which pivots about a vertical axis | |
US3591203A (en) | Hydraulic automatic steering arrangement for pulled vehicles | |
EP2497658B1 (de) | Zugfahrzeug mit Fahrzeuganhänger | |
EP2069188B1 (de) | Vorrichtung zur drehgelenkigen kupplung, insbesondere von sattelaufliegerzügen | |
CN108128349B (zh) | 一种轮式重载车辆转向中位控制系统及调整方法 | |
EP1897790B1 (en) | Device for coupling a towed vehicle to a towing vehicle, as well as a vehicle combination | |
US3812916A (en) | Draft sensing unit for tractor | |
NL8900781A (nl) | Trailerbesturing. | |
US4405146A (en) | Coupling for an articulated vehicle or the like | |
NL1030002C1 (nl) | Oplegger of aanhanger met verbeterde sturing. | |
WO2009105263A4 (en) | Combined motor grader steering and control system | |
BE1002840A6 (nl) | Transportvoertuig voor langhout. | |
US8011684B2 (en) | Trailer towing-control apparatus | |
US2974978A (en) | Steering mechanism for steering of the wheels of a trailer coupled to a tractor vehicle | |
WO1982000806A1 (en) | Tilt steering wheel and support column apparatus | |
CA2506964A1 (en) | Automatic swinging drawbar system |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20220701 |