NL2008832C2

NL2008832C2 - A road control member retrieving and placing system, vehicle, and road control member retrieving and placing methods.

Info

Publication number: NL2008832C2
Application number: NL2008832A
Authority: NL
Inventors: Leendert Stehouwer
Original assignee: Stehouwer Beheer B V L
Priority date: 2012-05-16
Filing date: 2012-05-16
Publication date: 2013-11-20

Claims

1. Een wegregelelement ophaal- en plaatsingssysteem voor plaatsing op een voertuig, omvattende: 5. een kantel- en oprichtinrichting; - een oppak- en neerleginrichting; waarbij de oppak- en neerleginrichting omvat: - een eerste frame voor bevestiging aan het voertuig, zodat de oppak- en neerleginrichting is uitgelijnd ten opzichte van de kantel- en oprichtinrichting; 10. een roteerbare arm; - aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de rotatie van de arm; en - een inbrengelement voor opname in een bodemopening van een wegregelelement; waarbij de roteerbare arm roteerbaar is vastgemaakt aan het eerste frame met 15 een uiteinde van de roteerbare arm, waarbij het inbrengelement is vastgemaakt aan het andere uiteinde van de arm, en waarbij de aandrijfmiddelen zijn ingericht om rotatie van de arm aan te drijven ten opzichte van het eerste frame tussen een eerste positie, waarin het inbrengelement in een bodemopening van een liggend wegregelelement kan worden ingebracht, en een tweede positie, waarin het 20 inbrengelement een wegregelelement kan dragen in een staande oriëntatie, waarbij de kantel- en oprichtinrichting een tweede frame omvat voor bevestiging aan het voertuig, met het kenmerk, dat het tweede frame omvat: - een geleidingsdeel; - een kanteldeel; en 25. een oprichtdeel, waarbij het geleidingsdeel is ingericht om aan te grijpen op een middelste deel van een staand wegregelelement om het staande wegregelelement in te vangen en om het wegregelelement uit te lijnen ten opzichte van het kanteldeel en het oprichtdeel in een horizontale richting loodrecht op een rijrichting van het voertuig, 30 waarbij het kanteldeel is ingericht om aan te grijpen op een bovenste deel van een staand wegregelelement om het wegregelelement te kantelen van een staande oriëntatie naar een liggende oriëntatie of om het wegregelelement te geleiden tijdens het oprichten van het wegregelelement, waarbij het oprichtdeel is ingericht om aan te grijpen op een onderste deel van een 35 wegregelelement om het wegregelelement op te richten van een liggende oriëntatie naar een staande oriëntatie of om het wegregelelement te geleiden tijdens het kantelen van het wegregelelement. -13-

2. Een wegregelelement ophaal- en plaatsingssysteem volgens conclusie 1, waarbij het inbrengelement een in hoofdzaak conische vorm heeft.

3. Een wegregelelement ophaal- en plaatsingssysteem volgens conclusie 1, waarbij het tweede frame een uitlijnelement omvat om aan te grijpen op een onderste deel 5 van een wegregelelement om het wegregelelement te roteren rond een langsas van het wegregelelement naar een gewenste oriëntatie tijdens het kantelen van het wegregelelement.

4. Een wegregelelement ophaal- en plaatsingssysteem volgens conclusie 1, omvattende een sensor voor het detecteren van een door de kantel- en 10 oprichtinrichting gekanteld wegregelelement.

5. Een wegregelelement ophaal- en plaatsingssysteem volgens conclusie 4, omvattende een regeleenheid ingericht voor het regelen van de aandrijfmiddelen op basis van een uitgangssignaal van de sensor tijdens het ophalen van wegregelelementen.

6. Een voertuig met een wegregelelement ophaal- en plaatsingssysteem volgens conclusie 1, waarbij de kantel- en ophaalinrichting en de oppak- en neerleginrichting ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd.

7. Een voertuig volgens conclusie 6, waarbij het eerste en tweede frame vastgemaakt kunnen worden aan beide zijden van het voertuig.

8. Een voertuig volgens conclusie 6, omvattende een snelheidssensor voor het detecteren van de snelheid van het voertuig, waarbij het wegregelelement ophaaien plaatsingssysteem een regeleenheid omvat die is ingericht om de aandrijfmiddelen te regelen op basis van een uitgangssignaal van de snelheidssensor.

9. Een werkwijze voor het ophalen van een staand wegregelelement, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: a. het verschaffen van een voertuig met een kantel- en oprichtinrichting en een oppak- en neerleginrichting; b. het bewegen van het voertuig in een rijrichting waardoor aangegrepen 30 wordt op een middelste deel van het staande wegregelelement door een geleidingsdeel van de kantel- en oprichtinrichting om het wegregelelement uit te lijnen ten opzichte van een kanteldeel en een oprichtdeel van de kantel- en oprichtinrichting in een horizontale richting loodrecht op de rijrichting; 35 c. het bewegen van het voertuig in de rijrichting waardoor aangegrepen wordt op een bovenste deel van het staande wegregelelement door het kanteldeel om het wegregelelement te kantelen; - 14- d. het bewegen van het voertuig in de rijrichting waardoor aangegrepen wordt op een onderste deel van het staande wegregelelement door het oprichtdeel tijdens het kantelen van het wegregelelement om het wegregelelement te geleiden; 5 e. het bewegen van het voertuig in de rijrichting totdat het wegregelelement is bewogen van de staande oriëntatie naar een liggende oriëntatie; f. het oppakken van het liggende wegregelelement met de oppak- en neerleginrichting.

10. Een werkwijze volgens conclusie 9, verder omvattende de stappen: 10. het detecteren van de aanwezigheid van een wegregelelement na gekanteld te zijn door de kantel- en oprichtinrichting; - het detecteren van de snelheid van het voertuig; waarbij het oppakken van het liggende wegregelelement met de oppak- en neerleginrichting wordt geregeld op basis van de gedetecteerde aanwezigheid van 15 het wegregelelement en de gedetecteerde snelheid.

11. Een werkwijze voor het plaatsen van een wegregelelement, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: a. het verschaffen van een voertuig met een kantel- en oprichtinrichting en een oppak- en neerleginrichting; 20 b. het neerleggen van een wegregelelement met de oppak- en neerleginrichting, waarbij het wegregelelement wordt neergelegd in een liggende oriëntatie; c. het bewegen van het voertuig in een rijrichting waardoor aangegrepen wordt op een onderste deel van het wegregelelement door een oprichtdeel 25 van de kantel- en oprichtinrichting om het wegregelelement op te richten; d. het bewegen van het voertuig in de rijrichting waardoor aangegrepen wordt op een bovenste deel van het wegregelelement door een kanteldeel van de kantel- en oprichtinrichting om het wegregelelement te geleiden tijdens het oprichten; en 30 e. het bewegen van het voertuig in de rijrichting totdat het wegregelelement bewogen is van een liggende oriëntatie tot een staande oriëntatie.

12. Een werkwijze volgens conclusie 11, verder omvattende de stap van het detecteren van de snelheid van het voertuig, waarbij het neerleggen van het wegregelelement wordt geregeld op basis van de gedetecteerde snelheid van het 35 voertuig.