NL2007384C2 - Systeem en werkwijze voor het verpakken van gedoseerde hoeveelheden vaste medicijnen. - Google Patents

Description

Systeem en werkwijze voor het verpakken van gedoseerde hoeveelheden vaste medicijnen

De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het verpakken van gedoseerde 5 hoeveelheden vaste medicijnen. De uitvinding heeft vervolgens betrekking op een werkwijze voor het doseren van vaste medicijnen, in het bijzonder door gebruikmaking van een systeem overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft verder betrekking op een computerprogramma dat programma-instructies bevat voor het door een computer uit laten voeren van een werkwijze overeenkomstig de uitvinding.

10

Het is veelal voordelig gedoseerde hoeveelheden vaste medicijnen, zoals tabletten en pillen, te verpakken in zakjes of andersoortige verpakkingen, waarbij de medicijnen in elk zakje per inname los worden verpakt, waarbij het zakje is voorzien van gebruikersinformatie, zoals op welke dag en op welk moment van de dag de medicijnen 15 dienen te worden ingenomen. Doorgaans zijn de zakjes voor een gebruiker onderling bevestigd en worden deze opgerold in een dispenserdoosje geleverd. Het vullen van individuele verpakkingen met gedoseerde hoeveelheden vaste medicijnen (batches) gebeurt meer en meer geautomatiseerd. Een bekend systeem voor het doseren van vaste medicijnen om deze uiteindelijk te verpakken in individuele verpakkingen omvat een 20 veelvoud aan voorraadhouders respectievelijk voorzien van verschillende soorten medicijnen. Na het inlezen of ingeven van een medicijnreceptuur worden de voor de receptuur relevante voorraadhouders ontsloten om een gedoseerde hoeveelheid medicijnen te laten vallen in een onder de voorraadhouders gepositioneerde centrale valbuis. Onderaan de valbuis worden de selectief vrijgegeven medicijnen opgevangen in 25 een verpakking, zoals een zakje, waarna de verpakking wordt afgesloten. Het van gebruikersinformatie voorzien van de verpakking kan daarbij voorafgaand aan dan wel opvolgend op het vullen van de verpakking worden gerealiseerd. Op deze geautomatiseerde wijze kunnen 60 verpakkingen per minuut worden samengesteld. Het bekende systeem heeft echter meerdere nadelen. Een belangrijk nadeel van het bekende 30 systeem is dat de vulcapaciteit van het systeem voor een belangrijk deel afhangt van en wordt beperkt door de (langste) valtijd van de medicijnen in de valbuis, waardoor de vulcapaciteit van het bekende systeem begrensd is en niet kan worden verhoogd. Door de blijvend toenemende vraag naar medicijnen, echter, bestaat in de praktijk de behoefte 2 om per tijdseenheid meer verpakkingen te voorzien van een gedoseerde hoeveelheid medicijnen.

De uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterd systeem en werkwijze, 5 waarmee per tijdseenheid meerdere verpakkingen kunnen worden gevuld met gedoseerde hoeveelheden medicijnen.

De uitvinding verschaft daartoe een systeem voor het verpakken van gedoseerde hoeveelheden vaste medicijnen, omvattende: meerdere doseerstations voor het afgeven 10 van een gedoseerde hoeveelheid vaste medicijnen, ten minste één eerste eindloze transportbaan voor het verplaatsen van meerdere met de eerste transportbaan gekoppelde valkokers langs ten minste een deel van het aantal doseerstations, waarbij iedere valkoker is ingericht voor het geleiden van een door ten minste één voorraadhouder afgegeven gedoseerde hoeveelheid medicijnen, ten minste één tweede 15 eindloze transportbaan voor het verplaatsen van meerdere met de tweede transportbaan gekoppelde verzamelhouders, waarbij iedere verzamelhouder is ingericht voor het opvangen van door een valkoker geleide medicijnen, ten minste één afgiftestation voor het overbrengen van door iedere verzamelhouder verzamelde medicijnen naar een te sluiten verpakking, en ten minste één verpakkingsstation voor het sluiten van de van de 20 gedoseerde hoeveelheid medicijnen voorziene verpakking. Door toepassing mobiele verzamelhouders die de facto fungeren als tijdelijke verpakkingen kunnen meerdere medicijnrecepturen parallel (simultaan) - in plaats van serieel (successievelijk) worden verzameld, waardoor de capaciteit voor het afvullen van verpakkingen substantieel kan worden verhoogd. Bijzonder voordelig hierbij is dat de valkokers tevens mobiel zijn 25 uitgevoerd en aldus mee kunnen verplaatsen, bij voorkeur met een in hoofdzaak zelfde verplaatsingssnelheid en in eenzelfde verplaatsingsrichting, met de mobiele verzamelhouders, hetgeen resulteert in verdere tijdwinst en toename van de capaciteit. Immers, tijdens het vallen van de gedoseerde hoeveelheden medicijnen door een valkoker kunnen de valkoker en een onderliggende verzamelhouder op continue wijze 30 worden verplaatst, doorgaans richting één of meerdere volgende doseerstations die - afhankelijk van de te volgen receptuur - eventueel kunnen worden aangestuurd voor het afgeven van een gedoseerde hoeveelheid medicijnen. Iedere verzamelhouder is ingericht voor het verzamelen van één receptuur die doorgaans toebehoort aan één gebruiker. Een receptuur bestaat daarbij uit een vooraf gedefinieerde hoeveelheid en soort vaste 3 medicijnen gevormd door tabletten of pillen. Verschillende soorten vaste medicijnen worden in verschillende doseerstations op voorraad gehouden. De afstand tussen ieder doseerstation en met ieder doseerstation samenwerkende valkokers is bij voorkeur in hoofdzaak constant, zodat de (val)tijd benodigd voor het overdragen van medicijnen 5 van de doseerstations naar de naastgelegen valkokers in hoofdzaak gelijk is, hetgeen het mogelijk maakt de verzamelhouders met in hoofdzaak constante snelheid te laten verplaatsen. Het is daarbij echter tevens denkbaar de transportsnelheid van de valkokers en de verzamelhouders te laten afhangen van de te verzamelen recepturen, en derhalve van de aan te spreken doseerstations, hetgeen tot een verdere verhoging van de 10 vulcapaciteit kan leiden.

De doseerstations zijn doorgaans in hoofdzaak stationair uitgevoerd. Daarbij is het voordelig ingeval meerdere doseerstations naast elkaar zijn gepositioneerd, hetgeen simultane vulling van meerdere verzamelhouders mogelijk maakt. Het is tevens 15 voordelig ingeval meerdere doseerstations boven elkaar zijn gepositioneerd, waardoor simultaan meerdere typen medicijnen aan eenzelfde valkoker en opvolgend aan eenzelfde verzamelhouder kunnen worden afgegeven, hetgeen de capaciteit van het systeem tevens ten goede komt. Het is daarbij bijzonder voordelig ingeval ten minste een aantal doseerstations in een matrixstructuur zijn gerangschikt met in meerdere 20 horizontale rijen gerangschikte doseerstations en in meerdere verticale kolommen gerangschikte doseerstations. Daarbij is het voordelig ingeval de doseerstations zo dicht mogelijk tegen elkaar zijn gepositioneerd, en bij voorkeur op elkaar aansluiten, hetgeen naast een volumebesparing tevens leidt tot een tijdwinst bij het vullen van de verzamelhouders en daarmee verdere verhoging van de capaciteit van het systeem 25 overeenkomstig de uitvinding. Het is verder denkbaar meerdere matrixstructuren van doseerstations toe te passen om de capaciteit verdergaand te verhogen. In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat het systeem een tweetal matrixstructuren, waarbij elke matrixstructuur meerdere doseerstations omvat die in rijen en kolommen zijn gerangschikt, en waarbij afgiftezijden van de doseerstations van de verschillende 30 matrixstructuren naar elkaar zijn toegekeerd. Door een dergelijke oriëntatie worden ten minste een aantal valkokers ingesloten door beide matrixstructuren. Door de valkokers vervolgens te laten verplaatsen om beide matrixstructuren en op deze wijze langs alle doseerstations kunnen de benodigde medicijnen op relatief efficiënte wijze worden verzameld. Daarbij is het voordelig ingeval de ten minste ene eerste eindloze 4 transportbaan wordt omsloten door ten minste een deel van het aantal doseerstations. Teneinde de verplaatsing van de valkokers te stabiliseren is het veelal voordelig ingeval het systeem meerdere in hoofdzaak parallel georiënteerde eerste eindloze transportbanen omvat, waarbij iedere valkoker is verbonden met meerdere eerste 5 transportbanen. Deze stabiliteit, met name de stabiliteit in verticale richting, kan verder worden vergroot ingeval het systeem ten minste één stationaire geleiding, zoals een rail, omvat voor het geleiden van de verplaatsing van de valkokers.

In een voordelige uitvoeringsvorm omvat het systeem aandrijfmiddelen voor 10 aandrijving van de ten minste ene eerste transportbaan en de ten minste ene tweede transportbaan. De aandrijfmiddelen omvatten daarbij bij voorkeur ten minste één elektromotor. Het is daarbij voordelig ingeval de aandrijfmiddelen zijn ingericht voor simultane aandrijving van zowel de eerste transportbaan alsook de tweede transportbaan. Daartoe is het denkbaar ingeval de ten minste ene eerste transportbaan en 15 de ten minste ene tweede transportbaan onderling mechanisch zijn gekoppeld. Deze koppeling en/of aandrijving is bij voorkeur zodanig dat beide typen transportbanen in eenzelfde richting en met eenzelfde verplaatsingssnelheid worden verplaatst. Op deze wijze kan een constante uitlijning tussen de valkokers en de verzamelhouders zoveel mogelijk worden gewaarborgd. Doorgaans zal de tweede transportbaan lager zijn 20 gelegen dan de eerste transportbaan, teneinde door de valkokers vallende medicijnen te kunnen opvangen door de verzamelhouders. Desalniettemin zijn een verzamelhouder en een bovenliggende valkoker bij voorkeur niet fysiek met elkaar verbonden of zelfs uit één geheel vervaardigd, doordat ontkoppeling van beide componenten de flexibiliteit van het systeem ten goede komt. Door de verzamelhouders fysiek te scheiden van de 25 valkokers is het mogelijk de verzamelhouders weg te leiden van de valkokers, hetgeen niet alleen voordelig kan zijn in het afgiftestation van het systeem, maar vooral ook tevens doordat dit het mogelijk maakt de verzamelhouders te leiden langs één of meerdere andersoortige (bijzondere) doseerstations ingericht voor directe afgifte van medicijnen aan de verzamelhouders, aldus zonder tussenkomst van de valkokers.

30 Bovendien kan op deze wijze het aantal toegepaste valkokers worden beperkt, waarbij wordt opgemerkt dat het aantal valkokers het aantal door doseerstations gevormde kolommen overstijgt, teneinde de doseerstations continu te kunnen laten aangrenzen door de valkokers. Deze bijzondere doseerstations kunnen bijvoorbeeld voordelig worden toegepast ingeval bijzondere medicijnen, zijnde medicijnen die minder frequent 5 gedoseerd worden, worden toegepast. In een voordelige uitvoeringsvorm wordt ieder bijzonder doseerstation gevormd door een voorraadlade die verplaatsbaar is gekoppeld met een draagframe. Het is daarbij denkbaar om meerdere van dergelijke voorraadlades toe te passen die onderling mechanisch zijn gekoppeld. Dit maakt het mogelijk om één 5 voorraadlade boven de verzamelhouders te positioneren voor afgifte van medicijnen, onderwijl een andere voorraadlade op grotere afstand van de verzamelhouders wordt gepositioneerd om opnieuw te kunnen worden gevuld. Daartoe is het voordelig ingeval iedere voorraadlade losneembaar is gekoppeld met het(zelfde) draagframe. Ingeval één of meerdere van voomoemde bijzondere doseerstations worden toegepast is het 10 bijzonder voordelig ingeval de fysieke lengte van de ten minste ene tweede transportbaan groter is dan de lengte van de ten minste ene eerste transportbaan.

Doorgaans zullen de ten minste ene eerste transportbaan en de ten minste tweede transportbaan een in hoofdzaak horizontaal verloop hebben. Het is voordelig ingeval 15 iedere valkoker hangend is gekoppeld met de ten minste ene eerste transportbaan. Doorgaans zal de eerste transportbaan namelijk worden gevormd door een band die relatief strak is gespannen om twee of meerdere geleidingswielen, waarbij ieder geleidingswiel om een in hoofdzaak verticale as roteert, waardoor het dragend (breedte)oppervlak van de band zich in een in hoofdzaak verticale richting uitstrekt en 20 kan fungeren voor het relatief stabiel kunnen dragen van de valkokers. Daarbij is het denkbaar en veelal voordelig ingeval iedere valkoker losneembaar is gekoppeld met de ten minste ene eerste transportbaan, hetgeen vervanging van en onderhoud aan de valkokers ten goede komt. Om eenzelfde reden is het voordelig ingeval iedere verzamelhouder hangend is gekoppeld met de ten minste ene tweede transportbaan.

25 Tevens is het daarbij voordelig ingeval iedere verzamelhouder losneembaar is gekoppeld met de ten minste ene tweede transportbaan om vervanging en onderhoud te kunnen vergemakkelijken.

Doorgaans zal een verzamelhouder worden beschouwd als een medicijnwagon die 30 fungeert voor het verzamelen van een receptuur en het transporten van de verzamelde medicijnen naar het afgifte- en verpakkingsstation. Het is daarbij veelal voordelig ingeval een bovenzijde van iedere verzamelhouder open is uitgevoerd en is ingericht voor het opvangen van een uit een doseerstation via een valkoker vallende gedoseerde hoeveelheid medicijnen. Hierdoor verkrijgt de verzamelhouder aldus tevens de functie 6 van opvangbak. Een onderzijde van iedere verzamelhouder omvat bij voorkeur een bedienbaar afsluitelement voor het uit de verzamelhouder kunnen laten verwijderen van de medicijnen. Het afsluitelement kan daarbij mechanisch bedienbaar zijn in het afgiftestation. Bij voorkeur is het afsluitelement echter contactloos bedienbaar, bij nader 5 voorkeur door toepassing van magnetisme. Daartoe dient evenwel ten minste een deel van het afsluitelement magnetisch of magnetiseerbaar te zijn uitgevoerd. Bediening van het afsluitelement van een dergelijk type kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door toepassing van een elektromagneet of permanente magneet in het verpakkingsstation. In een voordelig uitvoeringsvorm omvat de verzamelhouder voorspanmiddelen, zoals 10 bijvoorbeeld een compressieveer, om het afsluitelement te dringen richting een gesloten toestand, waardoor abusievelijke ontsluiting van het afsluitelement kan worden tegengegaan. Het afgiftestation kan de facto deel uitmaken van het verpakkingsstation, waarbij het afgeven van in een verzamelhouder verzamelde medicijnen aan een te sluiten verpakking praktisch direct kan worden opgevolgd door het sluiten van de 15 betreffende verpakking.

Daar iedere verzamelhouder een eigen receptuur verzamelt is het gewenst om de locatie van de valkokers en de verzamelhouders te weten ten opzichte van de doseerstations. Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van een kalibreermodule voor het kalibreren van 20 de positie van ten minste één valkoker ten opzichte van de eerste transportbaan en/of ten minste één verzamelhouder ten opzichte van de tweede transportbaan. Door het bepalen van een referentie of ijkpunt van althans één valkoker en/of verzamelhouder kan het systeem worden gekalibreerd, doordat de volgorde en de transportsnelheid van de valkokers en de verzamelhouders op voorhand bekend is, alsook de lengte van de eerste 25 transportbaan en de tweede transportbaan. Het herkennen van een valkoker en/of verzamelhouder door de kalibreermodule kan bijvoorbeeld geschieden door de valkoker en/of verzamelhouder te voorzien van een uniek label. Het is echter tevens denkbaar om de valkokers en/of verzamelhouders niet te labellen, maar om de op een bepaald moment door de kalibreermodule gedetecteerde valkoker en/of verzamelhouder te 30 beschouwen als als referentie dienende valkoker en/of verzamelhouder.

Zoals reeds aangegeven is ten minste een aantal doseerstations aaneensluitend gerangschikt, hetgeen het afVullen van een aantal - tevens aaneensluitende -verzamelhouders wordt vergemakkelijkt. Het is daarbij voordelig ingeval de breedte van 7 een verzamelhouder in hoofdzaak overeenkomt met de breedte van een valkoker, en ingeval de breedte van een valkoker in hoofdzaak overeenkomt met de breedte van een doseerstation, waardoor de (aaneensluitende) doseerstations enerzijds en de (aaneensluitende) verzamelhouders anderzijds onderling goed kunnen worden 5 uitgelijnd, hetgeen de betrouwbaarheid van het vulproces ten goede komt. Een typische breedte voor zowel doseerstation, valkoker, als verzamelhouder is 80 mm.

Het verpakkingsstation is bij voorkeur ingericht voor het sealen van de verpakking. Onder sealen wordt verstaan het in hoofdzaak mediumdicht afsluiten van de verpakking 10 teneinde de verpakte medicijnen zo goed mogelijk te kunnen conserveren. Doorgaans zal een (kunststof) folie als verpakkingsmateriaal worden toegepast en zal het sealen worden gevormd door een lasproces. Eventueel kan in plaats van een las een separaat hechtmiddel, in het bijzonder lijm, worden toegepast voor het sealen van de verpakking. Bij nadere voorkeur is het verpakkingsstation ingericht voor het realiseren van ten 15 minste één langsseal en ten minste één dwarsseal, waardoor zakjes worden gevormd die onderling zijn verbonden en op die wijze een strip vormen. Doordat het verpakkingsstation bij voorkeur is ingericht voor het realiseren van een dwarsseal kan de lengte van het te vormen zakje worden bepaald en bij voorkeur afhankelijk worden gesteld van het aantal en/of het type in een zakje te verpakken medicijnen. Doorgaans 20 zal het verpakkingsstation op (horizontale) afstand van de doseerstations zijn geplaatst, waardoor door het verpakkingsstation gegenereerde warmte niet of nauwelijks zal worden overgedragen naar de doseerstations en de daarin gehouden medicijnen, hetgeen de levensduur van de medicijnen ten goede komt. Het verpakkingsstation is veelal tevens voorzien van een printer voor het aanbrengen van een specifiek label op iedere 25 gevormde verpakking.

Ieder doseerstation omvat bij voorkeur ten minste één voorraadhouder voor tabletvormige medicijnen en een op de ten minste ene voorraadhouder aansluitend doseerelement. Het doseerstation als zodanig wordt tevens veelal aangeduid als canister. 30 Het doseerelement is ingericht voor het afscheiden van één of meerdere enkele tabletten van de zich in de voorraadhouder bevindende tabletten. Door de afgescheiden tabletten selectief verwijderen, doorgaans te laten vallen, uit het doseerelement kan dosering plaatsvinden. In een voordelige uitvoeringsvorm is het doseerelement verplaatsbaar ten opzichte van de voorraadhouder tussen een laadtoestand, waarin een opneemruimte van 8 het doseerelement aansluit op een afgifteopening van de voorraadhouder, en een ontlaadtoestand, waarin het doseerelement de afgifteopening afschermt en is ingericht voor afgifte van het afgescheiden tablet aan een met de transportbaan gekoppelde verzamelhouder. Doorgaans zal het doseerelement in hoofdzaak cilindervormig zijn 5 vormgegeven, waarbij de één of meerdere opneemruimtes in het cilindervormige doseerelement zijn aangebracht, waarbij iedere opneemruimte doorgaans is ingericht voor het tijdelijk houden van één tablet of pil. Een dergelijk doseerelement wordt veelal tevens aangeduid als een verenkelingswiel. Door middel van axiale rotatie van het cilindervormige doseerelement kan het doseerelement worden verplaatst tussen een 10 laadtoestand, waarin een opneemruimte van het doseerelement aansluit op een afgifteopening van de voorraadhouder, en een ontlaadtoestand, waarin het doseerelement de afgifteopening afschermt en is ingericht voor afgifte van het afgescheiden tablet aan een met de eerste transportbaan gekoppelde valkoker. In een bijzondere voorkeursuitvoering omvat het doseerstation een elektromotor, in het 15 bijzonder een servo- of stappenmotor, voor het verplaatsen van het doseerelement ten opzichte van de voorraadhouder. Een stappenmotor leent zich in het bijzonder voor de onderhavige uitvinding omdat het aantal omwentelingen dat hiermee gemaakt wordt, en daardoor ook de verplaatsing van het doseerelement, zeer nauwkeurig te reguleren is. Wanneer zoals hierboven beschreven van een elektrische aandrijving gebruik gemaakt 20 wordt, kan een meetelement (sensor) worden toegepast voor het meten van de door de elektromotor geleverde weerstand en/of verbruikte elektrische stroomsterkte, waardoor kan worden gedetecteerd ingeval een tablet klem komt te zitten tussen de voorraadhouder en het doseerelement. Het doseerelement omvat daarbij bij voorkeur ten minste één indicator, zoals een lamp, voor het afgeven van een signaal ingeval de 25 vulgraad van de voorraadhouder een vooraf gedefinieerde minimale waarde onderschrijdt. Voor het besturen van de elektronica in het doseerstation omvat het doseerstation bij voorkeur een stationbesturing voor het op verzoek afgeven van een gedoseerde hoeveelheid medicijnen. Daarbij kan de stationbesturing in het bijzonder zijn ingericht voor het omschakelen van de elektromotor ingeval de door het 30 meetelement gedetecteerde weerstand een vooraf gedefinieerde waarde overschrijdt. Zo kan ingeval een inklemming van een tablet tussen de voorraadhouder en het doseerelement de verplaatsingsrichting van het doseerelement worden omgekeerd, waardoor de inklemming teniet kan worden gedaan. Doorgaans zal iedere voorraadhouder een behuizing en een de behuizing afsluitend deksel omvatten. Daarbij 9 is het voordelig ingeval een buitenzijde van de behuizing is voorzien van ten minste één opneemruimte voor een tabletvormig medicijn dat representatief is voor de in de behuizing opgenomen tabletvormige medicijnen. De opneemruimte kan daarbij worden afgeschermd, bijvoorbeeld door een transparant element, zodanig dat de in de 5 opneemruimte opgenomen pil of tablet direct zichtbaar is van buitenaf, waardoor het direct duidelijk is welk type medicijn op voorraad wordt gehouden door de voorraadhouder. Het aanbrengen van de opneemruimte in de behuizing geniet de voorkeur boven het aanbrengen van de opneemruimte in het deksel, doordat het deksel doorgaans niet onlosmakelijk verbonden is met de behuizing, en aldus kan worden 10 verwisseld met een ander deksel, hetgeen een onjuiste indicatie van de inhoud van de voorraadhouder en dientengevolge gevaarlijke situaties tot gevolg zou kunnen hebben. Bij voorkeur omvat het doseerelement ten minste één sensor voor het detecteren van het valmoment van een door het doseerstation afgegeven tabletvormig medicijn. Op basis van het detecteren van dit valmoment kan niet alleen de correcte werking van de 15 voorraadhouder, in het bijzonder van een daarin opgenomen doseerelement, worden vastgesteld, doch kan tevens worden gemonitoord dat een voorraadhouder geen tabletvormige medicijnen meer afgeeft en normaliter aldus leeg is. Ingeval door de sensor wordt gedetecteerd dat onvoldoende van een medicijn wordt afgegeven aan de valkoker en opvolgend aan de verzamelhouder zal de volledige inhoud van de valkoker 20 in het afgiftestation worden weggegooid, waarna - na vulling van het lege doseerstation en/of aansturing van een ander doseerstation met eenzelfde type medicijn - eenzelfde receptuur nogmaals zal worden verzameld in een verzamelhouder. Op deze wijze kan worden voorkomen dat tabletten met verschillende houdbaarheidsdata in eenzelfde verpakking terecht komen, hetgeen vanuit gezondheidsoogpunt ongewenst is.

25

Bij voorkeur is het aantal verzamelhouders groter dan het aantal doseerstations. Bij nadere voorkeur overstijgt het aantal verzamelhouders het aantal doseerstations zodanig dat ieder doseerstation simultaan een gedoseerde hoeveelheid medicijnen kan afgeven aan een verzamelhouder, hetgeen de capaciteit van het systeem ten goede komt. In een 30 typische uitvoeringsvorm van het systeem overeenkomstig de uitvinding omvat het systeem tot 3.000 doseerstations en tot 4.500 verzamelhouders. In een voorkeursuitvoering omvat het systeem 500 doseerstations en 750 verzamelhouders.

Een voordelige ratio van het aantal verzamelhouders en het aantal doseerstations is 1,5. Verschillende doseerstations zijn daarbij voorzien van verschillende vaste medicijnen.

10

Het is echter evenwel denkbaar dat veelgebruikte medicijnen, zoals paracetamol, in meerdere verzamelhouders worden op voorraad worden gehouden. Doorgaans zal het aantal valkokers kleiner zijn dan het aantal verzamelhouders en tevens kleiner zijn dan het aantal doseerstations. Dit wordt verklaard doordat de tweede transportbaan 5 doorgaans langer is dan de eerste transportbaan, waardoor meer verzamelhouders dan valkokers worden toegepast. Bovendien zal iedere valkoker doorgaans zijn ingericht voor simultane samenwerking met meerdere, doorgaans boven elkaar gepositioneerde, doseerstations.

10 Het is veelal voordelig ingeval het systeem ten minste één reinigingsstation omvat voor het periodiek reinigen van lege valkokers en/of verzamelhouders. Het reinigingsstation kan hierbij aansluiten op de eerste transportbaan en/of de tweede transportbaan, waardoor de valkokers en/of de verzamelhouders niet ontkoppeld hoeven te worden. Reiniging van lege valkokers en/of verzamelhouders kan elke keer geschieden ingeval 15 een lege valkoker en/of verzamelhouder het reinigingsstation passeert. Doch doorgaans zullen de verzamelhouders één keer per 8-36 uur worden gereinigd in het reinigingsstation. Reiniging geschiedt bij voorkeur door toepassing van aceton (propanon) om eventuele medicijnresten te verwijderen. Het uit de verzamelhouders met lucht blazen van de medicijnresten vormt tevens een optie, doch geschiedt veelal 20 een mindere voorkeur doordat de ronddwarrelende medicijnresten alsdan relatief snel terecht kunnen komen in andere verzamelhouders, hetgeen ongewenst is.

Het systeem omvat bij voorkeur een besturingseenheid voor het aansturen van althans het verpakkingsstation, de doseerstations, de ten minste ene eerste transportbaan en de 25 ten minste ene tweede transportbaan. Daarbij is het voordelig ingeval de besturingseenheid is ingericht voor het op basis van een gewenste te verpakken gedoseerde hoeveelheid medicijnen bepalen van een door meerdere doseerstations in de tijd via de valkokers aan de verzamelhouders successievelijk af te geven gedoseerde hoeveelheid medicijnen. Doordat recepturen als uitgangspunten worden genomen dient 30 een logistieke vertaalslag te worden gemaakt naar een - meest efficiënte - wijze van vullen van de verzamelhouders, welke vertaalslag met behulp van de besturingseenheid kan worden gedaan. Daarbij kan de besturingseenheid zijn gekoppeld of zelfs deels uitmaken van een van een computerprogramma voorziene computer, welk 11 computerprogramma is ingericht voor het bepalen van een vulschema voor het vullen van de verzamelhouders en opvolgend de verpakkingen in het verpakkingsstation.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een verzamelhouder ten gebruike in een 5 systeem overeenkomstig de uitvinding.

De uitvinding heeft verder betrekking op een doseerstation ten gebruike in een systeem overeenkomstig de uitvinding.

10 De uitvinding heeft bovendien betrekking op een valkoker ten gebruike in een systeem overeenkomstig de uitvinding.

De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een werkwijze voor het doseren van vaste medicijnen, in het bijzonder door gebruikmaking van een systeem volgens een der 15 voorgaande conclusies, omvattende: A) het ontvangen van een receptuur met een gewenste hoeveelheid medicijnen, B) het op basis van de receptuur bepalen van de door ten minste één doseerstation aan een selectieve verzamelhouder af te geven hoeveelheid medicijnen, C) het door het ten minste ene doseerstation laten afgeven van de bepaalde hoeveelheid medicijnen aan een valkoker voor het geleiden van de medicijnen naar de 20 selectieve verzamelhouder, waarbij de valkoker is gekoppeld met ten minste één eerste eindloze transportbaan en de verzamelhouder is gekoppeld met ten minste één tweede eindloze transportbaan, D) het via de tweede transportbaan laten verplaatsen van de verzamelhouder naar een afgiftelocatie, en E) het door de verzamelhouder laten afgeven van de gedoseerde hoeveelheid medicijnen. Daarbij wordt gedurende stap E) doorgaans 25 de door de verzamelhouder afgegeven gedoseerde hoeveelheid medicijnen worden verpakt in een verpakking die al dan niet reeds is voorzien van gebruikersinformatie. Voordelen en uitvoeringsvarianten van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding zijn reeds in het voorgaande op uitvoerige wijze besproken. Gedurende stap A) worden doorgaans meerdere recepturen ontvangen, waarbij gedurende stap B) iedere receptuur 30 wordt gekoppeld aan een selectieve verzamelhouder. Doorgaans worden tevens meerdere doseerstations toegepast, waarbij gedurende stap C) simultaan door meerdere doseerstations een gedoseerde hoeveelheid medicijnen wordt afgegeven via ten minste één valkoker aan selectieve verzamelhouders. In een uitvoeringvariant geschiedt het op basis van de receptuur bepalen van de door ten minste één doseerstation aan een 12 selectieve verzamelhouder af te geven hoeveelheid medicijnen gedurende stap B) met behulp van een besturingseenheid. Gedurende stap B) wordt daarbij doorgaans tevens gebruik gemaakt van een computerprogramma dat programma-instructies bevat voor het door een computer uit laten voeren van de benodigde berekening. De besturingseenheid 5 en de computer kunnen daarbij ten minste gedeeltelijk met elkaar zijn geïntegreerd. Tijdens stap C) wordt bij voorkeur het aantal door ieder doseerstation afgegeven medicijnen geteld. Op deze wijze kan worden gemonitoord of een doseerstation leeg is en kan tevens worden berekend hoeveel medicijnen het doseerstation nog op voorraad heeft. De tijdens stap E) door een verzamelhouder verzamelde medicijnen worden 10 doorgaans weggegooid ingeval tijdens stap C) te weinig medicijnen zijn afgegeven aan de betreffende verzamelhouder. Het geniet niet de voorkeur deze incomplete receptuur alsnog aan te vullen met een soortgelijk type van het ontbrekende medicijn uit een ander doseerstation, teneinde de houdbaarheid van eenzelfde type medicijn in de uiteindelijk verpakking gelijk te kunnen houden.

15

De uitvinding heeft verder betrekking op een door een computer uitgevoerde werkwijze overeenkomstig de uitvinding.

De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een computerprogramma dat programma-20 instructies bevat voor het door een computer uit laten voeren van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een computer ingericht voor het uitvoeren van een computerprogramma overeenkomstig de uitvinding.

25

De uitvinding heeft verder betrekking op een computerprogramma dat programma-instructies bevat voor het door een computer uit laten voeren van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding. Voordelen hiervan zullen hier niet verder worden besproken daar zij grotendeels overeenkomen met de hierboven in het kader van de 30 systeem en werkwijze reeds besproken voordelen. Bij voorkeur is het computerprogramma aangebracht op een fysieke drager of is het computerprogramma tenminste gedeeltelijk opgeslagen in een computergeheugen. De uitvinding betreft eveneens een computer of inrichting die is ingericht voor het uitvoeren van een dergelijk computerprogramma volgens de uitvinding.

13

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een eerste perspectivisch aanzicht op een systeem overeenkomstig de 5 uitvinding voor het transporteren van gedoseerde hoeveelheden vaste medicijnen van meerdere doseerstations naar een verpakkingsstation, figuur 2 een tweede perspectivisch aanzicht op het systeem volgens figuur 1, figuur 3 een onderaanzicht op het systeem volgens figuur 1, figuur 4 een zijaanzicht op het systeem volgens figuur 1, 10 figuur 5 een perspectivisch aanzicht op een van het systeem 1 zoals getoond in figuren 1-4, figuur 6 een perspectivisch achteraanzicht op een doseerstation ten gebruike in een systeem zoals getoond in figuren 1-4, figuur 7 een perspectivisch vooraanzicht op het doseerstation zoals getoond in figuur 6, 15 figuur 8 een perspectivisch aanzicht op een verzamelhouder ten gebruike in een systeem 1 zoals getoond in figuren 1-4, figuur 9 een zijaanzicht op de verzamelhouder volgens figuur 8, figuur 10 een perspectivische vooraanzicht op het afgifte- en verpakkingsstation zoals toegepast in een systeem zoals getoond in figuren 1-4, 20 figuur 11 een perspectivisch achteraanzicht op het afgifte- en verpakkingsstation volgens figuur 10, figuur 12 een valkoker zoals toegepast in een systeem volgens een der figuren 1-4, en figuur 13 een schematisch voorbeeld van het aansturen van een viertal doseerstations op basis van een viertal ontvangen recepturen voor een viertal patiënten.

25

Figuren 1 en 2 tonen verschillende perspectivisch aanzichten, figuur 3 toont een onderaanzicht, en figuur 4 toont een zijaanzicht op een systeem 1 overeenkomstig de uitvinding voor het transporteren van gedoseerde hoeveelheden vaste medicijnen van meerdere doseerstations 2 naar een verpakkingsstation 3. Het systeem 1 omvat daartoe 30 een draagstructuur 4 (frame) voor waarmee meerdere doseerstations 2 op stationaire, losneembare wijze zijn verbonden. Ieder doseerstation 2 is daarbij ingericht voor het op voorraad houden van een type medicijn. Doorgaans zal verschillende doseerstations 2 verschillende typen medicijnen op voorraad houden, alhoewel het tevens denkbaar is dat frequent gedoseerde medicijnen door meerdere doseerstations 2 worden gehouden.

14

Het grootste deel van het aantal toegepaste doseerstations 2 is gerangschikt in een tweetal matrixstructuren 5 (waarvan in de figuur slechts een enkele matrixfiguur is weergegeven), welke matrixstructuren 5 onderling een deel van een tweetal eerste horizontaal lopende transportbanden 6a, 6b voor valkokers 7 insluiten. De valkokers 7 5 zijn daarbij losneembaar bevestigd aan van beide eerste transportbanden 6a, 6b deel uitmakende bevestigingselementen 8. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn slechts enkele valkokers 7 weergegeven, doch in de praktijk zal doorgaans ieder bevestigingselement 8 zijn verbonden met een valkoker 7, waardoor de eerste transportbanden 6a, 6b volledig rondom zijn voorzien van valkokers 7. De eerste 10 transportbanden 6a, 6b worden aangedreven door aandrijfwielen 9 die middels een verticale as 10 zijn gekoppeld met een elektromotor 11. Teneinde slip van de transportbanden 6a, 6b te kunnen tegengaan zijn de loopvlakken 12 van de aandrijfwielen geprofileerd uitgevoerd. Door aandrijving van de eerste transportbanden 6a, 6b kunnen de valkokers 7 langs de in de matrixstructuren 5 gerangschikte 15 doseerstations 2 worden geleid voor het opvangen van door de doseerstations 2 gedoseerd afgegeven hoeveelheden medicijnen. Iedere valkoker 7 is daarbij ingericht voor simultane samenwerking met meerdere boven elkaar gepositioneerde doseerstations 2. Daartoe is iedere valkoker 7 voorzien van een aantal doorvoeropeningen 13 dat overeenkomt met het aantal doseerstations 2 waarmee de 20 valkoker 7 simultaan zal samenwerken. De valkoker 7 is tevens voorzien van enkele keerwanden 14 voor het beperken van de maximale lengte van de vrije val van vallende medicijnen, teneinde de valsnelheid en daarmee beschadiging van de vallende medicijnen beperkt te houden (zie figuur 12). Doorgaans wordt daarbij een maximale vrije vallengte van 20 cm gehanteerd. Het systeem 1 omvat tevens een tweede 25 transportband 15 voorzien van bevestigingselementen 16 waaraan losneembaar meerdere verzamelhouders 17, ook wel aangeduid als medicijnwagons, zijn bevestigd. Doorgaans zal daarbij ieder bevestigingselement 16 zijn voorzien van een verzamelhouder 17 ingericht voor tijdelijke opslag van een volgens een receptuur samengestelde gedoseerde hoeveelheid medicijnen. In de figuren zijn niet alle 30 verzamelhouders 17 getoond. De tweede transportband 15 is mechanisch gekoppeld met de eerste transportbanden 6a, 6b en wordt tevens aangedreven door de elektromotor 11, waarbij de verplaatsingsrichting en verplaatsingssnelheid van de transportbanden 6a, 6b, 15 gelijk is. Bovendien is het voordelig ingeval de eerste transportbanden 6a, 6b en de tweede transportband 15 onderling zijn uitgelijnd, waarbij de bevestigingselement 8, 16 15 in in hoofdzaak verticale lijn (recht onder elkaar) zijn gelegen. De afstand tussen naastgelegen bevestigingselementen 8, 16 bedraagt 80 mm, hetgeen in hoofdzaak overeenkomt met de breedte van de verzamelhouders 17, de valkokers 7, en de doseerstations 2. De verzamelhouders 17 zijn ingericht voor het opvangen van door de 5 valkokers 7 vallende medicijnen. Daartoe is iedere valkoker 7 aan een onderzijde voorzien van een doorvoeropening voor vallende medicijnen. Daarbij zal iedere verzamelhouder 17 gedurende een deel van het transporttraject recht onder een valkoker 7 zijn gepositioneerd. Teneinde uitzakking van de transportbanden 6a, 6b, 15 door het gewicht van de valkokers 7 respectievelijk de verzamelhouders 17 zoveel mogelijk te 10 kunnen tegengaan zijn de transportbanden 6a, 6b, 10 onder een voorspanning van circa 600 N opgespannen. Doorgaans zijn de transportbanden 6a, 6b, 15 vervaardigd uit een relatief sterk kunststof, zoals nylon. Zoals getoond in de figuren is de tweede transportband 15 langer dan elk van de eerste transportbanden 6a, 6b. Voordeel hiervan is dat de verzamelhouders 17 verder kunnen worden getransporteerd langs en/of onder 15 één of meerdere bijzondere doseerstations (niet-weergegeven), bij voorkeur gevormd door voorkeurlades, voorzien van bijzondere - minder frequent toegepaste -medicijnen, welke bijzondere doseerstations 2 zijn ingericht voor directe afgifte van selectieve medicijnen aan de verzamelhouders 17, aldus zonder tussenkomst van valkokers 7. Vervolgens zullen de verzamelhouders 17 richting het afgifte- en 20 verpakkingsstation 3 worden geleid alwaar de verzamelhouders 17 worden ontdaan van de volgens receptuur verzamelde medicijnen, waarbij de medicijnen worden overgedragen naar een geopende folie verpakking 18. In het verpakkingsstation 3 zal de folieverpakking 18 opvolgend worden geseald en worden voorzien van een specifieke (gebruikers)informatie. De volledige aansturing van het systeem 1 wordt gerealiseerd 25 door toepassing van een besturingseenheid 19.

Figuur 5 toont een perspectivisch aanzicht op de draagstructuur 4 voorzien van de transportbanden 6a, 6b, 15 van het systeem 1 zoals getoond in figuren 1-4, hetgeen de facto het hart van het systeem 1 vormt dat waaraan de valkokers 7 en de 30 verzamelhouders 17 worden bevestigd en waaromheen vervolgens de doseerstations 2 worden gepositioneerd aan beide langszij den van de draagstructuur 4.

Figuur 6 toont een perspectivisch achteraanzicht op een doseerstation 2 ten gebruike in een systeem 1 zoals getoond in figuren 1-4. Het doseerstation 2 wordt tevens aangeduid 16 als canister, gevormd door een losneembaar met de draagstructuur 4 koppelbare unit welke een behuizing 20 en een de behuizing 20 afsluitend deksel 21 omvat. De behuizing is bij voorkeur althans gedeeltelijk vervaardigd uit een transparant materiaal, zodat de vulgraad van het doseerstation 2 kan worden vastgesteld zonder opening van 5 het doseerstation 2. Een buitenzijde van de behuizing 20 is voorzien van een opneemruimte 22 voor een tablet of pil overeenkomend met in de behuizing gehouden tabletten of pillen. De opneemruimte 22 is afgeschermd middels een transparant afschermelement 23. Hierdoor kan een persoon direct zien met welke tabletten of pillen het doseerstation 2 gevuld dient te worden. In het perspectivische vooraanzicht op het 10 doseerstation 2 zoals getoond in figuur 7 is de behuizing 20 gedeeltelijk transparant weergegeven teneinde het binnenwerk van het doseerstation 2 zichtbaar te maken. Zoals getoond is in de behuizing 20 een losneembaar met de behuizing 20 verbonden, axiaal roteerbaar verenkelingswiel 24 opgenomen ingericht voor het tijdens axiale rotatie afscheiden van een enkel tablet of enkele pil die vervolgens via een in de behuizing 15 aangebracht valgoot 25 kan worden verwijderd uit de behuizing 20 en kan worden overgedragen naar een op de valgoot 25 aansluitende doorvoeropening 13 van een valkoker 7. Daarbij is het verenkelingswiel 24 voorzien van meerdere over de randomtrek verdeelde opneemruimtes 26 voor pillen of tabletten. De grootte van de opneemruimtes 26 kan doorgaans worden afgestemd op de grootte van de op voorraad 20 te houden pillen of tabletten. Het verenkelingswiel 24 kan axiaal worden geroteerd middels een elektromotor 27 die tevens in de behuizing 20 is opgenomen. In de valgoot 25 is een sensor 28 aangebracht die het valmoment van een af te scheiden pil of tablet kan registreren, en daarmee tevens of de 20 behuizing leeg is geraakt. De doseerstations 2 zijn vanaf een buitenzijde van het systeem 1 zichtbaar en bereikbaar voor het 25 eventueel bijvullen van de doseerstations 2. Doorgaans zal de behuizing 20 zijn voorzien van meerdere LED’s (niet-weergegeven) om de actuele status van het doseerstation 2 te kunnen aangeven, en met name ingeval het doseerstation 61 bijgevuld dient te worden of incorrect functioneert.

30 Figuur 8 toont een perspectivisch aanzicht op figuur 9 toont een zijaanzicht op een verzamelhouder 17 ten gebruike in het systeem 1 zoals getoond in figuren 1-4. De verzamelhouder 17 omvat daarbij een contrabevestigingselement 29 voor samenwerking met het bevestigingselement 16 van de tweede transportbaan 15. Teneinde de stabiliteit van de verzamelhouder 17 te vergroten omvat de verzamelhouder 17 17 tevens twee borggoten 30a, 30b voor het omklemmen of althans omgrijpen van de tweede transportbaan 15. Een bovenzijde van de verzamelhouder 17 is geopend uitgevoerd en heeft een trechtervormige vormgeving voor het kunnen opvangen van uit een valkoker 7 vallende medicijnen. Een onderzijde van de verzamelhouder 17 is 5 voorzien van een zwenkbaar afsluitelement 31 voorzien van een bedieningslip 32 via welke het afsluitelement 31 het in het afgiftestation kan worden gezwenkt voor het kunnen open en daarmee ontladen van de verzamelhouder 17. Doorgaans zal de verzamelhouder 17 zijn voorzien van een voorspanningselement (niet-weergegeven), zoals een compressieveer, teneinde het afsluitelement 31 te dringen richting de de 10 verzamelhouder 17 afsluitende toestand, waardoor abusievelijke ontsluiting van de verzamelhouder 17 kan worden tegengegaan.

Figuren 10 en 11 tonen een perspectivische vooraanzicht respectievelijk perspectivisch achteraanzicht op het afgifte- en verpakkingsstation 3 zoals toegepast in het systeem 1 15 zoals getoond in figuren 1-4. Het verpakkingsstation 3 omvat een folierol 32 die middels een elektromotor 33 kan worden afgewikkeld, waarna de afgewikkelde folie 34 via meerdere geleidingsrollen 35 richting de te ledigen verzamelhouders 17 wordt geleid. In beide figuren 10 en 11 is de transportrichting van de folie 34 middels pijlen aangegeven. Alvorens de folie 34 onder een te ledigen verzamelhouder 17 wordt 20 getransporteerd wordt de folie 34 voorzien van een longitudinale vouw, waardoor een V-vormige geul 36 ontstaat waarin de medicijnen na ontsluiting van de verzamelhouder 17 kunnen worden opgevangen. De folie 34 kan worden voorzien van een tweetal dwarsseals en een langsseal voor het volledig kunnen afsluiten van de verpakking 18.

Bij het vervaardigen van de langsseal wordt een tweetal warmtebalken 37 toegepast, 25 waarvan slechts één warmtebalk 37 is weergegeven, die aan weerszijden van twee tegen elkaar te bevestigen foliedelen drukt, waardoor de foliedelen onderling versmelten en de langsseal wordt gevormd. Het is hierbij voordelig ingeval iedere warmtebalk 37 onder tussen komst van een uit kunststof, in het bijzonder teflon, vervaardigde stationaire strip of verplaatsbare band 38 aangrijpt op de folie 34, teneinde kleven van de warmtebalken 30 18 aan de folie te kunnen tegengaan. De dwarsseals worden tevens gecreëerd door een tweetal met elkaar samenwerkende opstaande, roteerbare warmtebalken 39 die bij het realiseren van een dwarsseal de foliedelen tegen elkaar drukt. Eventueel kan de verpakking 18 nog worden voorzien van een etiket. Elkaar opvolgende verpakkingen 18 18 blijven in eerste instantie met elkaar verbonden en vormen tezamen een verpakkingsstrip.

Figuur 12 toont een valkoker 7 voorzien van een tweetal contrabevestigingselement 5 40a, 40b voor samenwerking met de bevestigingselementen 8 van beide eerste transportbanden 6a, 6b, zoals toegepast in een systeem 1 volgens een der figuren 1-4. Echter, bijzonder aan de in figuur 12 getoonde valkoker 7 is dat de valkoker 7 is voorzien van een aanvullend centraal geleidingselement 41 voor samenwerking met een stationaire geleiding 42 die bevestigd kan zijn aan de draagstructuur 4 van het systeem 10 1, waardoor de valkoker 7 alsmede beide eerste transportbanden 6a, 6b aanvullende stabiliteit wordt verschaft.

Figuur 13 toont een schematisch en simplistisch voorbeeld van het aansturen van een viertal doseerstations 43 (A, B, C, D) op basis van een viertal ontvangen recepturen 15 voor een viertal patiënten (1, 2, 3, 4). Ten behoeve van de duidelijkheid worden in dit simplistische voorbeeld slechts vier verzamelhouders 44 toegepast, waarbij iedere verzamelhouder 44 is toegewezen aan een specifieke patiënt en aldus wordt gebruikt voor het verzamelen van een receptuur voor die betreffende patiënt. Gemakshalve zijn de valkokers die de doseerstations 43 de facto koppelen met de verzamelhouders 44 20 weggelaten. De verzamelhouders 44 zijn gekoppeld aan een transportband en passeren op deze wijze de verschillende doseerstations 43. In dit voorbeeld hebben de patiënten de volgende hoeveelheden medicijn (A, B, C, D) nodig (zie tabel).

Patiënt Medicijn A B C D

1 Ö ï ï 2 ~2 2 2 Ö ï 1 Ö ï Ö ï ~4 ï 2 3 4 25 Uit de tabel volgt dat patiënt 1 bijvoorbeeld geen tabletten van medicijn A nodig heeft, één tablet van medicijn B, één tablet van medicijn C, en twee tabletten van medicijn D. In figuur 13 zijn zeven verschillende posities I-VII van het treintje van verzamelhouders 44 weergegeven. In positie I is de verzamelhouder 44 van patiënt 4 gepositioneerd onder doseerstation 43 gevuld met medicijn A, waardoor het doseerstation 43 één tablet 19 A zal laten vallen in de verzamelhouder 44 van patiënt 4. In positie II is de verzamelhouder 44 van patiënt 4 gepositioneerd onder het doseerstation 43 gevuld met medicijn B, en is de verzamelhouder 44 van patiënt 3 gepositioneerd onder het doseerstation gevuld met medicijn A. In deze positie II zullen twee tabletten B in de 5 verzamelhouder 44 van patiënt 4 worden gedeponeerd; daar patiënt 3 geen tablet A nodig heeft, zal het bijbehorende doseerstation 43 inactief blijven. Op deze kan deze volgende vertaling worden gemaakt naar positieafhankelijke doseringen (zie tabel).

I A I B I c I D

1 i ö“ o o lï (T 2 o o lïï 2 i 3 r

Tv Ö 2 Ö 4~ ~v ö i ö r

To (TT1 T vu T ö ö Y

10 In diagonale lijn (van linksboven naar rechtsonder) kunnen daarbij de recepturen van de verschillende patiënten worden teruggevonden. Op basis van bovengenoemde analyse worden de doseerstations 43 aangestuurd. Op basis van het vaststellen van een referentiepositie van een eerste verzamelhouder 44, de transportsnelheid van de verzamelhouders 44, en de lengte van de transportbaan kunnen de doseerstations 43 op 15 het juiste moment worden aangestuurd.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand 20 zullen liggen.

Claims (57)

1. Systeem voor het verpakken van gedoseerde hoeveelheden vaste medicijnen, omvattende: 5. meerdere doseerstations voor het afgeven van een gedoseerde hoeveelheid vaste medicijnen, - ten minste één eerste eindloze transportbaan voor het verplaatsen van meerdere met de eerste transportbaan gekoppelde valkokers langs ten minste een deel van het aantal doseerstations, waarbij iedere valkoker is ingericht voor het geleiden 10 van een door ten minste één voorraadhouder afgegeven gedoseerde hoeveelheid medicijnen, - ten minste één tweede eindloze transportbaan voor het verplaatsen van meerdere met de tweede transportbaan gekoppelde verzamelhouders, waarbij iedere verzamelhouder is ingericht voor het opvangen van door een valkoker geleide 15 medicijnen, - ten minste één afgiftestation voor het overbrengen van door iedere verzamelhouder verzamelde medicijnen naar een te sluiten verpakking, en - ten minste één verpakkingsstation voor het sluiten van de van de gedoseerde hoeveelheid medicijnen voorziene verpakking.

2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de doseerstations in hoofdzaak stationair zijn uitgevoerd.

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij meerdere doseerstations naast elkaar 25 zijn gepositioneerd.

4. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij meerdere doseerstations boven elkaar zijn gepositioneerd.

5. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij iedere valkoker is ingericht voor het simultaan samenwerken met meerdere doseerstations.

6. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij meerdere doseerstations tegen elkaar aan zijn gepositioneerd.

7. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ten minste ene 5 eerste eindloze transportbaan wordt omsloten door ten minste een deel van het aantal doseerstations.

8. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het systeem meerdere in hoofdzaak parallel georiënteerde eerste eindloze transportbanen omvat, waarbij 10 iedere valkoker is verbonden met meerdere eerste transportbanen.

9. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het systeem aandrijfmiddelen omvat voor aandrijving van de ten minste ene eerste transportbaan en de ten minste ene tweede transportbaan. 15

10. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ten minste ene eerste transportbaan en de ten minste ene tweede transportbaan onderling mechanisch zijn gekoppeld.

11. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de fysieke lengte van de ten minste ene tweede transportbaan groter is dan de lengte van de ten minste ene eerste transportbaan.

12. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het systeem ten minste 25 één stationaire geleiding omvat voor het geleiden van de verplaatsing van de valkokers.

13. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ten minste ene eerste transportbaan in hoofdzaak horizontaal verloopt.

14. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij iedere valkoker hangend is gekoppeld met de ten minste ene eerste transportbaan.

15. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij iedere valkoker losneembaar is gekoppeld met de ten minste ene eerste transportbaan.

16. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij iedere verzamelhouder 5 hangend is gekoppeld met de ten minste ene tweede transportbaan.

17. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij iedere verzamelhouder losneembaar is gekoppeld met de ten minste ene tweede transportbaan.

18. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een onderzijde van iedere verzamelhouder een bedienbaar afsluitelement omvat voor het uit de verzamelhouder kunnen laten verwijderen van de verzamelde medicijnen.

19. Inrichting volgens conclusie 18, waarbij ten minste een deel van het 15 afsluitelement mechanisch verplaatsbaar is door het afgiftestation.

20 C) het door het ten minste ene doseerstation laten afgeven van de bepaalde hoeveelheid medicijnen aan een valkoker voor het geleiden van de medicijnen naar de selectieve verzamelhouder, waarbij de valkoker is gekoppeld met ten minste één eerste eindloze transportbaan en de verzamelhouder is gekoppeld met ten minste één tweede eindloze transportbaan,

20. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het systeem ten minste één kalibreermodule omvat voor het kalibreren van de positie van de eerste transportbaan en de tweede transportbaan ten opzichte van de doseerstations. 20

21. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de breedte van een verzamelhouder in hoofdzaak overeenkomt met de breedte van een valkoker.

22. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de breedte van een 25 valkoker in hoofdzaak overeenkomt met de breedte van een doseerstation.

23. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het systeem tevens ten minste één bijzondere doseerstation omvat die zodanig is gepositioneerd ten opzichte van de ten minste ene tweede transportbaan dat door de bijzondere doseerstation 30 afgegeven medicijnen direct kunnen worden opgevangen in een met de doseerstation gekoppelde verzamelhouder.

24. Systeem volgens conclusie 23, waarbij het systeem meerdere bijzondere doseerstations omvat.

25 D) het via de tweede transportbaan laten verplaatsen van de verzamelhouder naar een afgiftelocatie, en E) het door de verzamelhouder laten afgeven van de gedoseerde hoeveelheid medicijnen.

25. Systeem volgens conclusie 24, waarbij iedere bijzondere doseerstations wordt gevormd door een voorraadlade die verplaatsbaar is gekoppeld met een draagffame.

26. Systeem volgens conclusie 25, waarbij de voorraadlades onderling mechanisch zijn gekoppeld.

27. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het verpakkingsstation is ingericht voor het sealen van de verpakking. 10

28. Systeem volgens conclusie 27, waarbij het verpakkingsstation is ingericht voor het realiseren van ten minste één langsseal en ten minste één dwarsseal.

29. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het verpakkingsstation 15 op afstand van de doseerstations is geplaatst.

30. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ieder doseerstation ten minste één voorraadhouder voor tabletvormige medicijnen en een op de ten minste ene voorraadhouder aansluitend doseerelement omvat. 20

31. Systeem volgens conclusie 30, waarbij het doseerelement is ingericht voor het afscheiden van een enkel tablet van de zich in de voorraadhouder bevindende tabletten.

32. Systeem volgens conclusie 30 of 31, waarbij het doseerelement verplaatsbaar is 25 ten opzichte van de voorraadhouder tussen een laadtoestand, waarin een opneemruimte van het doseerelement aansluit op een afgifteopening van de voorraadhouder, en een ontlaadtoestand, waarin het doseerelement de afgifteopening afschermt en is ingericht voor afgifte van het afgescheiden tablet aan een met de eerste transportbaan gekoppelde valkoker. 30

33. Systeem volgens conclusie 32, waarbij het doseerstation een elektromotor, in het bijzonder een stappenmotor omvat, voor het verplaatsen van het doseerelement ten opzichte van de voorraadhouder.

34. Systeem volgens conclusie 33, waarbij het doseerstation een meetelement omvat voor het meten van de door de elektromotor geleverde weerstand.

35. Systeem volgens een der conclusies 30-34, waarbij het doseerelement ten minste 5 één indicator omvat voor het afgeven van een signaal ingeval de vulgraad van de voorraadhouder een vooraf gedefinieerde minimale waarde onderschrijdt.

36. Systeem volgens een der conclusies 30-35, waarbij het doseerstation een stationbesturing omvat voor het op verzoek afgeven van een gedoseerde hoeveelheid 10 medicijnen.

37. Systeem volgens conclusie 33 en conclusie 36, waarbij de stationbesturing is ingericht voor het omschakelen van de elektromotor ingeval de door het meetelement gedetecteerde weerstand een vooraf gedefinieerde waarde overschrijdt. 15

38. Systeem volgens een der conclusies 30-37, waarbij ieder voorraadhouder een behuizing en een de behuizing afsluitend deksel omvat.

39. Systeem volgens conclusie 38, waarbij een buitenzijde van de behuizing is 20 voorzien van ten minste één opneemruimte voor een tabletvormig medicijn dat representatief is voor de in de behuizing opgenomen tabletvormige medicijnen.

40. Systeem volgens een der conclusies 30-39, waarbij het doseerelement een roteerbaar in de voorraadhouder opgenomen verenkelingswiel omvat. 25

41. Systeem volgens een der conclusies 30-40, waarbij het doseerelement ten minste één sensor omvat voor het detecteren van het valmoment van een door het doseerstation afgegeven tabletvormig medicijn.

42. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het aantal verzamelhouders groter is dan het aantal doseerstations.

43. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het systeem ten minste één reinigingsstation omvat voor het reinigen van lege verzamelhouders.

44. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij verschillende doseerstations zijn voorzien van verschillende vaste medicijnen.

45. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het systeem een besturingseenheid omvat voor het aansturen van althans het verpakkingsstation, de doseerstations, de ten minste ene eerste transportbaan en de ten minste ene tweede transportbaan.

46. Systeem volgens conclusie 45, waarbij de besturingseenheid is ingericht voor het op basis van een gewenste te verpakken gedoseerde hoeveelheid medicijnen bepalen van een door meerdere doseerstations in de tijd via de valkokers aan de verzamelhouders successievelijk af te geven gedoseerde hoeveelheid medicijnen.

47. Werkwijze voor het doseren van vaste medicijnen, in het bijzonder door gebruikmaking van een systeem volgens een der voorgaande conclusies, omvattende: A) het ontvangen van een receptuur met een gewenste hoeveelheid medicijnen, B) het op basis van de receptuur bepalen van de door ten minste één doseerstation aan een selectieve verzamelhouder af te geven hoeveelheid medicijnen,

48. Werkwijze volgens conclusie 47, waarbij gedurende stap E) de door de verzamelhouder afgegeven gedoseerde hoeveelheid medicijnen worden verpakt in een verpakking.

49. Werkwijze volgens conclusie 47 of 48, waarbij gedurende stap A) meerdere recepturen worden ontvangen, waarbij gedurende stap B) iedere receptuur wordt gekoppeld aan een selectieve verzamelhouder.

50. Werkwijze volgens een der conclusies 47-49, waarbij meerdere doseerstations worden toegepast, en waarbij gedurende stap C) simultaan door meerdere doseerstations een gedoseerde hoeveelheid medicijnen wordt afgegeven via ten minste één valkoker aan selectieve verzamelhouders.

51. Werkwijze volgens een der conclusies 47-50, waarbij het op basis van de receptuur bepalen van de door ten minste één doseerstation aan een selectieve verzamelhouder af te geven hoeveelheid medicijnen gedurende stap B) geschiedt met behulp van een besturingseenheid.

52. Werkwijze volgens een der conclusies 47-51, waarbij tijdens stap C) het aantal door ieder doseerstation afgegeven medicijnen wordt geteld.

53. Werkwijze volgens conclusie 52, waarbij de door een verzamelhouder verzamelde medicijnen tijdens stap E) worden weggegooid ingeval tijdens stap C) te 20 weinig medicijnen zijn afgegeven aan de betreffende verzamelhouder.

54. Werkwijze volgens een der conclusie 47-53, waarbij gedurende stap B) gebruik wordt gemaakt van een computerprogramma dat programma-instructies bevat voor het door een computer uit laten voeren van stap B). 25

55. Door een computer uitgevoerde werkwijze volgens een der conclusies 47-54.

56. Computerprogramma dat programma-instructies bevat voor het door een computer uit laten voeren van de werkwijze volgens één der conclusies 47-54. 30

57. Computer ingericht voor het uitvoeren van een computerprogramma volgens conclusie 56.