NL2005340C2

NL2005340C2 - GRIPING DEVICE AND CRANE FITTED WITH A GRIPING DEVICE.

Info

Publication number: NL2005340C2
Application number: NL2005340A
Authority: NL
Inventors: Jakobus Wilhelmus Gertruda Selen; Kars Karssen
Original assignee: Janssen De Jong Groep B V
Priority date: 2010-09-10
Filing date: 2010-09-10
Publication date: 2012-03-13

Description

Grijpinrichting en kraan voorzien van een grij pinrichtingGripping device and crane with a gray pin direction

De uitvinding heeft betrekking op een grijpinrichting voor het transporteren van platen gestapeld op een laadbord omvattende een brug voorzien van tenminste twee 5 samenwerkende grijporganen die zijn bevestigd aan de brug, een actuator die gekoppeld is met de grijporganen voor het verplaatsen van de grijparmen van een open positie, waarin de grijporganen langs de stapel platen kunnen bewegen, naar een gesloten positie, waarin de grijporganen het laadbord vastpakken. De uitvinding heeft verder betrekking op een kraan voorzien van deze grijpinrichting en een voertuig 10 voorzien van deze grijpinrichting.The invention relates to a gripping device for transporting plates stacked on a loading board comprising a bridge provided with at least two cooperating gripping members attached to the bridge, an actuator coupled to the gripping members for moving the gripping arms of an open position in which the gripping members can move along the stack of plates, to a closed position, in which the gripping members grasp the loading board. The invention further relates to a crane provided with this gripping device and a vehicle 10 provided with this gripping device.

Een dergelijke grijpinrichting is bekend uit EP 1386878. Een dergelijke grijpinrichting kan in combinatie met een kraan gebruikt worden om bouwmateriaal, bijvoorbeeld een stapel gipsplaten welke op een laadbord zijn gestapeld, te transporten 15 van een laadbak van het voertuig naar een verdiepingsvloer van een bestaand gebouw of een gebouw in aanbouw. De kraan kan op het voertuig, bijvoorbeeld een vrachtauto, gemonteerd zijn. De gipsplaten kunnen in verschillende maten gefabriceerd worden. Veel voorkomende lengten zijn bijvoorbeeld 200, 240, 250, 260 en 280 cm. Veel voorkomende breedten zijn bijvoorbeeld 60, 90 en 120 cm. Veel voorkomende diktes 20 zijn 6.5,9.5, 12.5, 15 mm. De tolerantie op de grootste breedte ligt in een gebied van -2 mm tot + 3mm. De gipsplaten worden los gestapeld op laadborden of pallets geleverd. De afmetingen van de gipsplaten op eenzelfde stapel zijn nagenoeg gelijk aan elkaar. De afwijking hierop is kleiner dan 0.5 mm. De totale hoogte van de gestapelde platen is bijvoorbeeld 0.55 m. Een dergelijke stapel kan bijvoorbeeld 30, 40 of 50 25 gipsplaten bevatten. In het algemeen zijn de gipsplaten kwetsbaar. In veel gevallen kunnen de gipsplaten ook nog handmatig getransporteerd worden, vanwege het grote gewicht van deze gipsplaten kan dat lichamelijke klachten van de vervoerders leiden.Such a gripping device is known from EP 1386878. Such a gripping device can be used in combination with a crane to transport building material, for example a stack of gypsum boards which are stacked on a loading board, from a loading container of the vehicle to a floor of an existing building or a building under construction. The crane can be mounted on the vehicle, for example a truck. The drywall can be manufactured in different sizes. Common lengths are, for example, 200, 240, 250, 260 and 280 cm. Common widths are for example 60, 90 and 120 cm. Common thicknesses are 6.5.9.5, 12.5, 15 mm. The tolerance on the largest width is in a range of -2 mm to + 3 mm. The drywall is delivered separately stacked on pallets or pallets. The dimensions of the drywall on the same stack are almost equal to each other. The deviation from this is less than 0.5 mm. The total height of the stacked plates is, for example, 0.55 m. Such a stack can, for example, comprise 30, 40 or 50 plasterboards. In general, the drywall is vulnerable. In many cases the drywall can also be transported manually, because of the heavy weight of these drywall can cause physical complaints from the carriers.

Om het laadbord met de gestapelde gipsplaten met de grijpinrichting vast te pakken wordt de grijpinrichting in een open toestand over de stapel gipsplaten geplaatst 30 waarin de grijparmen uit elkaar staan en langs de stapel kunnen bewegen. Vervolgens worden grijparmen door middel van een hydraulische cilinder en in daarin bewegende zuiger gesloten waardoor de grijparmen het laadbord vastpakken. Hierbij moet een operator van de grijpinrichting ervoor zorgen de stapel nagenoeg horizontaal wordt 2 vastgepakt en de stapel platen nagenoeg horizontaal wordt opgeheven. Het precies plaatsen van de grijpinrichting over de stapel gipsplaten door een operator is lastig en tijdrovend. Verder kunnen bij het transport van de stapel door de kraan de gipsplaten over elkaar schuiven en van de stapel glijden door het draaien van de kraan of door het 5 schommelen van de stapel ten gevolge van harde wind of een windvlaag op een bouwplaats in de buitenlucht.In order to grasp the loading board with the stacked plasterboards with the gripping device, the gripping device is placed in an open state over the stack of plasterboards in which the gripping arms stand apart and can move along the stack. Subsequently, gripping arms are closed by means of a hydraulic cylinder and piston moving therein, so that the gripping arms grasp the loading board. Hereby an operator of the gripping device must ensure that the stack is grasped substantially horizontally and the stack of plates is lifted substantially horizontally. Placing the gripping device precisely over the stack of drywall by an operator is difficult and time-consuming. Furthermore, during transport of the stack by the crane, the drywall can slide over each other and slide off the stack by turning the crane or by rocking the stack due to strong wind or a gust of wind at a construction site in the open air.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een grijpinrichting te verschaffen die het mogelijk maakt de platen snel en zonder schade te veroorzaken vast te pakken en te transporteren.It is an object of the present invention to provide a gripping device that makes it possible to grasp and transport the plates quickly and without causing damage.

10 Volgens een aspect van de uitvinding zijn de grijporganen aan de naar de zijkanten van de stapel gerichte zijden voorzien van een veerkrachtige laag met een dikte, waarbij in de open positie de grijporganen en de veerkrachtige laag langs de platen kunnen bewegen en in de gesloten positie de platen aandrukken. Door deze veerkrachtige laag kunnen de grijporganen tegen de zijkanten van de platen gedrukt 15 worden, waarbij beschadigingen van de zijkanten van de platen wordt tegengegaan. Door de veerkrachtige laag gedeeltelijk in te drukken ontstaat een beperkte aandrukkracht waardoor de platen langs de lengterichting opgesloten worden tussen de grijporganen en het afglijden van een of meerdere gipsplaten van de stapel bij het transporteren wordt tegengegaan. Bovendien is het mogelijk de stapel platen vast te 20 pakken en te transporteren, waarbij de stapel enigszins scheef onder de kraan mag hangen, omdat deze aandrukkracht voorkomt dat de platen van de stapel glijden. Hierdoor kan de operator het vastpakken en transporteren van de stapel platen sneller uitvoeren.According to an aspect of the invention, the gripping members are provided on the sides facing the sides of the stack with a resilient layer of a thickness, wherein in the open position the gripping members and the resilient layer can move along the plates and in the closed position press the plates. This resilient layer allows the gripping members to be pressed against the sides of the plates, thereby preventing damage to the sides of the plates. By partially compressing the resilient layer a limited pressing force is created, as a result of which the plates are confined along the longitudinal direction between the gripping members and the sliding of one or more plasterboards from the stack during transport is prevented. Moreover, it is possible to grasp and transport the stack of plates, the stack being allowed to hang slightly crookedly under the crane, because this pressing force prevents the plates from sliding off the stack. This allows the operator to handle the stacking and transporting of the stack of plates faster.

In een uitvoeringsvorm is de actuator ingericht voor het begrenzen van de 25 minimale afstand L tussen de grijporganen in gesloten positie, welke minimale afstand L gelijk is aan de som van een breedte W van één van de transporteren platen van de stapel en tweemaal de dikte d van de veerkrachtige laag in ingedrukte toestand. Door deze afstand vooraf in te stellen in de actuator word de veerkrachtige laag slechts gedeeltelijk ingedrukt en zo de aandrukkracht op de zijkanten van de platen beperkt, 30 zodat de platen niet beschadigd of kapot gedrukt kunnen worden, maar wel zo groot is dat het afschuiven van de platen wordt tegengegaan.In one embodiment, the actuator is adapted to limit the minimum distance L between the gripping members in the closed position, which minimum distance L is equal to the sum of a width W of one of the transporting plates of the stack and twice the thickness d of the resilient layer in the depressed state. By pre-setting this distance in the actuator, the resilient layer is only partially compressed and thus limits the pressing force on the sides of the plates, so that the plates cannot be damaged or crushed, but are so large that the shearing of the plates are counteracted.

In een uitvoeringsvorm heeft de veerkrachtige laag in de open positie van een vaste dikte heeft in een gebied tussen de 0.5 en de 1 cm. Veel gebruikte dikten van de 3 lagen zijn bijvoorbeeld 5,6 en 10 mm. Bij een dikte in dit gebied wordt de totale breedte van de grijpinrichting niet te groot, zodat deze eenvoudig tussen naast elkaar geplaatste laadborden met platen gepositioneerd kan worden.In one embodiment, the resilient layer in the open position has a fixed thickness in a range between 0.5 and 1 cm. Commonly used thicknesses of the 3 layers are, for example, 5.6 and 10 mm. With a thickness in this area, the overall width of the gripping device does not become too large, so that it can easily be positioned between adjacent pallets of plates.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat de veerkrachtige laag EPDM, SEBS of 5 rubber. EPDM is een afkorting voor een Ethyleen - Propyleen - Dieen Monomeer verbinding. SEBS is een afkorting voor Polystyreen- Poly-Etheen-Buteen -Polystyreen verbinding. Deze materialen zijn voldoende duurzaam om meerdere malen gebruikt te worden voor het vastpakken en transporten van de stapel gipsplaten.According to an embodiment, the resilient layer comprises EPDM, SEBS or rubber. EPDM is an abbreviation for an ethylene - propylene - diene monomer compound. SEBS is an abbreviation for Polystyrene-Poly-Ethylene-Butene-Polystyrene compound. These materials are sufficiently durable to be used several times for grasping and transporting the stack of drywall.

Volgens een uitvoeringsvorm is een grijporgaan voorzien van een uitsteeksel, dat 10 naar het andere grijporgaan gericht is, om in een daarvoor bestemde opening van het draagbord binnen te kunnen gaan. Door deze configuratie kan het draagbord op een veilige manier opgetild worden, omdat het uitsteeksel deels onder de stapel steekt en zo het gewicht via het uitsteekstel overbrengt naar de grijpinrichting. De uitsteeksel kunnen losneembaar aan het grijporgaan aangebracht zijn, zodat ze op een geschikte 15 plaats ten op zichte van de openingen van het laadbord aan het grijporgaan bevestigd kunnen worden.According to an embodiment a gripping member is provided with a protrusion, which is directed towards the other gripping member, in order to be able to enter into an opening of the carrying board intended for this purpose. Due to this configuration, the carrying board can be lifted in a safe manner, because the protrusion partly protrudes under the stack and thus transfers the weight to the gripping device via the projection set. The protrusion can be releasably arranged on the gripping member, so that they can be attached to the gripping member at a suitable location relative to the openings of the loading plate.

Volgens een uitvoeringsvorm is het uitsteeksel voorzien van een geleider. De geleider, bijvoorbeeld een draaibare cilinder, geleidt het grijporgaan in de open toestand langs de zijkant van de stapel platen zodat beschadigingen van de platen wordt 20 tegengegaan. De geleider kan bijvoorbeeld van teflon zijn vervaardigd.According to an embodiment, the protrusion is provided with a guide. The guide, for example a rotatable cylinder, guides the gripping member in the open condition along the side of the stack of plates so that damage to the plates is prevented. The conductor may, for example, be made of Teflon.

Volgens een uitvoeringsvorm is een grijporgaan voorzien van ten minste twee armen. Door de twee of meerdere armen aan een grijporgaan wordt het eenvoudiger om de stapel symmetrisch vast te pakken.According to an embodiment, a gripping member is provided with at least two arms. The two or more arms on a gripping member make it easier to hold the stack symmetrically.

Volgens een uitvoeringsvorm zijn de van de brug afgelegen einden van de armen 25 gekoppeld door middel van een dwarsbalk. Hierdoor wordt een stevige constructie verkregen.According to an embodiment, the ends of the arms 25 remote from the bridge are coupled by means of a transverse beam. A solid construction is hereby obtained.

Volgens een uitvoeringsvorm is de dwarsbalk voorzien van een verschuifbare balk. Door deze constructie kan grijpinrichting aan de lengte van de te transporten platen aangepast worden, waardoor het doorbuigen van de platen wordt tegengegaan. In 30 de dwarsbalk en de verschuifbare balk kunnen gaten zijn aangebracht om een borgpen te ontvangen voor het borgen van een ingestelde totale lengte van dwarsbalk en de verschuifbare balk.According to an embodiment, the crossbar is provided with a slidable beam. Due to this construction, gripping device can be adapted to the length of the plates to be transported, whereby the bending of the plates is prevented. Holes may be provided in the transverse bar and the slidable bar to receive a locking pin for securing a set total length of the transverse bar and the slidable bar.

44

Volgens een uitvoeringsvorm zijn de grijporganen via een symmetrische overbrenging met elkaar gekoppeld. Door deze constructie wordt de verplaatsing van de grijporganen van de open positie naar de gesloten positie symmetrisch ten opzichte van de lengte-as van de stapel platen.According to an embodiment, the gripping members are coupled to each other via a symmetrical transmission. Due to this construction, the displacement of the gripping members from the open position to the closed position becomes symmetrical with respect to the longitudinal axis of the stack of plates.

5 Volgens een uitvoeringsvorm omvat de symmetrische overbrenging een drijfstang, die draaibaar is bevestigd aan de brug.According to an embodiment the symmetrical transmission comprises a connecting rod which is rotatably attached to the bridge.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat de symmetrische overbrenging een koppelstang waarvan een eerste einde scharnierend gekoppeld is met een van de grijporganen en een tegenoverliggend einde van de koppelstang scharnierend met de 10 drijfstang gekoppeld is. Door deze configuratie wordt een compacte samenbouw van de grijpinrichting worden verkregen.According to an embodiment the symmetrical transmission comprises a coupling rod, a first end of which is pivotally coupled to one of the gripping members and an opposite end of the coupling rod is pivotally coupled to the connecting rod. A compact assembly of the gripping device can be obtained by this configuration.

Volgens een uitvoeringsvorm grijpt de actuator aan op beide grijporganen. Door deze constructie kan de totale hoogte van de grijpinrichting en de grijporganen beperkt worden. De actuator kan bijvoorbeeld een hydraulische cilinder en een zuiger bevatten, 15 waarbij de hydraulische cilinder met een hydraulische inrichting gekoppeld is.According to an embodiment, the actuator engages on both gripping members. Due to this construction, the total height of the gripping device and the gripping members can be limited. The actuator can for instance comprise a hydraulic cylinder and a piston, the hydraulic cylinder being coupled to a hydraulic device.

De uitvinding heeft verder betrekking op een kraan voorzien van een grijpinrichting.The invention further relates to a crane provided with a gripping device.

De uitvinding heeft verder betrekking op een voertuig voorzien van een kraan en een grijpinrichting.The invention further relates to a vehicle provided with a crane and a gripping device.

20 Alhoewel de uitvinding beschreven zal worden aan de hand van een aantal voorkeursuitvoeringsvormen, is de uitvinding daartoe niet beperkt. De te bespreken uitvoeringsvormen zijn slechts voorbeelden van mogelijke interpretaties van de uitvinding en het zal de vakman duidelijk zijn dat de voordelen van de uitvinding ook op andere wijze kunnen worden bereikt.Although the invention will be described on the basis of a number of preferred embodiments, the invention is not limited thereto. The embodiments to be discussed are merely examples of possible interpretations of the invention and it will be apparent to those skilled in the art that the advantages of the invention can also be achieved in other ways.

2525

De uitvinding zal verder worden beschreven aan de hand van de bij gevoegde tekeningen, waarin:The invention will be further described with reference to the accompanying drawings, in which:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, 30 Fig. 2 een doorsnede toont van één van de platen en de grijporganen in het vlak van deze plaat,FIG. 1 shows a perspective view of a first embodiment of the invention, FIG. 2 shows a section of one of the plates and the gripping members in the plane of this plate,

Fig. 3 een zijaanzicht toont van een laadbord en een stapel platen, 5FIG. 3 shows a side view of a loading board and a stack of plates, 5

Fig. 4 een zijaanzicht toont van een grijpinrichting met een symmetrische overbrenging,FIG. 4 shows a side view of a gripping device with a symmetrical transmission,

Fig. 5 een zijaanzicht toont van een kraan met grijpinrichting enFIG. 5 shows a side view of a crane with gripping device and

Fig. 6 een doorsnede toont van twee verschillend gevormde zijkanten van 5 gipsplaten.FIG. 6 shows a cross-section of two differently shaped sides of 5 drywall.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een grijpinrichting 1 omvattende een brug 2 voorzien van twee met elkaar samenwerkende grijporganen 4 die door middel van scharnieren 5 bevestigd zijn aan de brug. Een 10 grijporgaan kan voorzien zijn van vier armen 6. Verder is de grijpinrichting voorzien van een actuator 3 bijvoorbeeld een hydraulische cilinder en een daarmee samenwerkende zuiger. De grijpinrichting 1 kan bijvoorbeeld in combinatie met een kraan worden gebruikt voor het heffen en verplaatsen van een stapel platen 20 op een pallet of laadbord 30. De platen kunnen bijvoorbeeld gipsplaten zijn die veel in de 15 bouw worden toegepast in scheidingswanden en plafonds. Voor het vastpakken van de gipsplaten worden door middel van de eerste hydraulische cilinder en zuiger de armen 6 in een open positie langs de stapel gipsplaten geleid, waarna de armen 6 naar een gesloten positie bewegen waarin de armen het laadbord vastpakken.Figure 1 shows a perspective view of an embodiment of a gripping device 1 comprising a bridge 2 provided with two cooperating gripping members 4 which are attached to the bridge by means of hinges 5. A gripping member can be provided with four arms 6. Furthermore, the gripping device is provided with an actuator 3, for example a hydraulic cylinder and a piston cooperating with it. The gripping device 1 can for instance be used in combination with a crane for lifting and moving a stack of plates 20 on a pallet or loading board 30. The plates can be, for example, gypsum plates which are used a lot in construction in partitions and ceilings. For gripping the drywall, the arms 6 are guided in an open position along the stack of drywall by means of the first hydraulic cylinder and piston, whereafter the arms 6 move to a closed position in which the arms grasp the loading board.

De van de brug 2 afgekeerde einden van de armen 6 zijn gekoppeld met een dwarsbalk, 20 bijvoorbeeld een stalen kokerbalk 7. De kokerbalk 7 kan voorzien zijn van een verschuifbare balk 9, die gedeeltelijk in de kokerbalk kan schuiven. Deze verschuifbare balk kan ook een stalen kokerbalk zijn. Door deze inschuifbare kokerbalk 9 kan de afstand tussen de armen 6 van een grijporgaan 4 ingesteld worden afhankelijk van de lengte van de te transporten gipsplaten. In de kokerbalk 7 en de inschuifbare balk 9 zijn 25 op regelmatige afstanden gaten 10 aangebracht voor het ontvangen van een borgpin 11 om de kokerbalk en de inschuifbare balk ten opzichte van elkaar te borgen. De totale lengte van de kokerbalk en de inschuifbare balk kan variëren tussen 150 en 190 cm.The ends of the arms 6 remote from the bridge 2 are coupled to a transverse beam, for example a steel box girder 7. The box girder 7 can be provided with a slidable beam 9, which can partially slide into the box girder. This sliding beam can also be a steel box beam. By means of this retractable box beam 9, the distance between the arms 6 of a gripping member 4 can be adjusted depending on the length of the plasterboards to be transported. Holes 10 are provided in the box girder 7 and the retractable beam 9 at regular distances for receiving a locking pin 11 for securing the box girder and the retractable beam relative to each other. The total length of the box beam and the retractable beam can vary between 150 and 190 cm.

Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede in het vlak van één van de gipsplaten 20 en de armen 6 van de grijpinrichting 1. De naar de zijkanten van de stapel gipsplaten 20 30 gerichte zijde van de armen 6 zijn voorzien van een veerkrachtige laag 22. Figuur 2 toont een doorsnede van de veerkrachtige laag 22, die aangebracht is aan de naar de zijkanten van de platen 20 gerichte zijden van de armen 6. De dikte d van de veerkrachtige laag 22 is zodanig dat in de open positie van de grijpinrichting 1 de 6 armen 6 langs de zijkanten van de stapel platen 20 kunnen bewegen en in de gesloten positie van de grijpinrichting de armen 6 de platen 20 aandrukken via de zijkanten. In de open positie van de armen 6 bedraagt de afstand tussen de uiteinden van de armen bijvoorbeeld 1400 mm. De aandrukkracht van de armen 6 op de zijkanten 21 van de 5 platen 20 mag bij het aandrukken niet zo hoog worden dat de platen beschadigen of breken. De aandrukkracht wordt beperkt door de veerkrachtige laag gedeeltelijk in te drukken door de minimale afstand L tussen de armen 6 in de gesloten positie van de grijpinrichting 1 te begrenzen.FIG. 2 shows a cross section in the plane of one of the plasterboards 20 and the arms 6 of the gripping device 1. The side of the arms 6 facing the sides of the stack of plasterboards 20 are provided with a resilient layer 22. FIG. 2 shows a cross-section of the resilient layer 22 which is arranged on the sides of the arms 6 facing the sides of the plates 20. The thickness d of the resilient layer 22 is such that in the open position of the gripping device 1 the 6 arms 6 pass the sides of the stack of plates 20 can move and in the closed position of the gripping device the arms 6 press on the plates 20 via the sides. In the open position of the arms 6, the distance between the ends of the arms is, for example, 1400 mm. The pressing force of the arms 6 on the sides 21 of the plates 20 must not become so high during pressing that the plates will be damaged or broken. The pressing force is limited by partially compressing the resilient layer by limiting the minimum distance L between the arms 6 in the closed position of the gripping device 1.

De veerkrachtige laag 22 bevat bijvoorbeeld EPDM en heeft in een niet 10 ingedrukte toestand een vaste dikte met een waarde die ligt tussen 0.5 en 1 cm. Bijvoorbeeld 5,6 of 10 mm. Deze veerkrachtige laag 22 kan door middel van, bijvoorbeeld een zelfklevende laag, aangebracht worden op de naar de zijkant van de platen toegekeerde zijden van de armen 6. Een alternatief materiaal is SEBS of rubber.The resilient layer 22 comprises, for example, EPDM and, in a non-compressed state, has a fixed thickness with a value between 0.5 and 1 cm. For example 5.6 or 10 mm. This resilient layer 22 can be applied by means of, for example, a self-adhesive layer, to the sides of the arms 6 facing the side of the plates. An alternative material is SEBS or rubber.

De bovengenoemde minimale afstand L kan bijvoorbeeld gelijk zijn aan de som 15 van de breedte W van een te transporten gipsplaat van de stapel 20 en tweemaal de dikte d van de veerkrachtige laag EPDM 22 in een gewenste ingedrukte toestand. Deze dikte d in de gewenste ingedrukte toestand kan afhangen van de dikte van te transporten gipsplaat en de vorm van de zijkant van de transporteren gipslaat. Als de breedte van de gipsplaten bijvoorbeeld 1200 mm bedraagt, is een ingestelde minimale 20 afstand L bijvoorbeeld 1205 mm. De dikte d in de gewenste ingedrukte toestand van het EPDM bedraagt dan 2.5 mm. In de praktijk ligt de dikte in de gewenste ingedrukte toestand in het gebied tussen 1/3 en 2/3 van de dikte van het veerkrachtige materiaal in een niet ingedrukte toestand.The above-mentioned minimum distance L may, for example, be equal to the sum 15 of the width W of a plasterboard to be transported from the stack 20 and twice the thickness d of the resilient layer of EPDM 22 in a desired compressed state. This thickness d in the desired compressed state can depend on the thickness of the plasterboard to be transported and the shape of the side of the plasterboard to be transported. If the width of the drywall is, for example, 1200 mm, a set minimum distance L is, for example, 1205 mm. The thickness d in the desired pressed state of the EPDM is then 2.5 mm. In practice, the thickness in the desired compressed state is in the range between 1/3 and 2/3 of the thickness of the resilient material in a non-compressed state.

De lengte van de van de brug 2 afgerichte einden van de armen tot de onderkant 25 van de brug bedraagt bijvoorbeeld 730 mm.The length of the ends of the arms directed away from the bridge 2 to the bottom 25 of the bridge is, for example, 730 mm.

Fig.6 toont twee voorbeelden van de verschillende vormen van een zijkant van een gipsplaat. Fig. 6 toont een afgestompte taps toelopende zijkant 62 van een gipsplaat 61 en een afgeronde zijkant 64 van een gipsplaat 63. Een verder voordeel van de veerkrachtige laag 22 is dat deze vormgesloten aansluit langs de zijkant 62,64 van de 30 gipsplaten.Fig. 6 shows two examples of the different shapes of a side of a plasterboard. FIG. 6 shows a blunted tapered side 62 of a plasterboard 61 and a rounded side 64 of a plasterboard 63. A further advantage of the resilient layer 22 is that it fits formally along the side 62,64 of the plasterboard.

Fig. 3 toont een zijaanzicht van een laadbord 30 met een stapel platen 20. Het laadbord 30 is voorzien van openingen 31. In een uitvoeringsvorm kunnen de einden van de kokerbalk 7 en/of de verschuifbare balk 9 voorzien van uitsteeksels 14 die haaks 7 staan op de armen 6 en in de gesloten toestand naar de het andere grijporgaan zijn gericht en bij het sluiten van de grijpinrichting in de openingen 31 van het laadbord 30 of pallet steken. Hierdoor rust het gewicht van het draagbord 30 en de stapel platen 20 direct op de grijpinrichting 1. In een uitvoeringsvorm zoals getekend in Fig. 1 kunnen 5 één of meerdere uitsteeksels losneembaar bevestigd zijn met de kokerbalk 7 of de verschuifbare balk 9. De uitsteeksels zijn bijvoorbeeld 80 mm lang en 100 mm breed. De uitsteeksels 14 kunnen voorzien zijn van geleiders, bijvoorbeeld geleiderrollen 17. Een geleiderrol kan een cilinder omvatten, die van een teflonlaag voorzien kan zijn of geheel van teflon gemaakt kan zijn. De geleiderrol 17 kan draaibaar zijn verbonden met 10 het uitsteeksel 14. Bij het plaatsen van de grijpinrichting 1 in een open toestand over de stapel platen, kunnen de geleiderrollen 17 langs de zijkanten 21 van de platen 20 bewegen. Als de geleiderrollen 17 de platen raken, zullen deze geleiderrollen gaan draaien en zo beschadigingen van de platen tegengaan. Door het verschuiven van de verschuifbare kokerbalk 9 in de kokerbalk 7 en het verplaatsen van de losneembare 15 uitsteeksels 14 met de geleiderrollen 17 langs de kokerbalk 7 of de verschuifbare kokerbalk 9, kan ervoor worden gezorgd dat de uitsteeksels 14 met de geleiderrollen 17 in de daarvoor bestemde openingen 31 van het laadbord 30 kunnen bewegen.FIG. 3 shows a side view of a loading plate 30 with a stack of plates 20. The loading plate 30 is provided with openings 31. In one embodiment, the ends of the box girder 7 and / or the sliding beam 9 can be provided with protrusions 14 which are perpendicular to the arms 6 and in the closed condition are directed to the other gripping member and, when closing the gripping device, protrude into the openings 31 of the pallet 30 or pallet. As a result, the weight of the supporting board 30 and the stack of plates 20 rests directly on the gripping device 1. In an embodiment as shown in Figs. 1, one or more protrusions can be detachably secured with the box girder 7 or the slidable beam 9. The protrusions are, for example, 80 mm long and 100 mm wide. The protrusions 14 can be provided with guides, for example guide rollers 17. A guide roll can comprise a cylinder which can be provided with a teflon layer or can be made entirely of teflon. The guide roller 17 can be rotatably connected to the protrusion 14. When placing the gripping device 1 in an open state over the stack of plates, the guide rollers 17 can move along the sides 21 of the plates 20. If the guide rollers 17 touch the plates, these guide rollers will turn and thus prevent damage to the plates. By displacing the slidable box girder 9 in the box girder 7 and moving the releasable protrusions 14 with the guide rollers 17 along the box girder 7 or the sliding box girder 9, it is possible to ensure that the protrusions 14 with the guide rollers 17 in the designated openings 31 of the pallet 30 can move.

In een uitvoeringsvorm zijn de grijporganen van de de grijpinrichting voorzien van een symmetrische overbrenging waardoor de grijporganen de stapel gipsplaten 20 symmetrisch vastpakken ten opzichte van de lengte-as van de brug of de stapel.In one embodiment the gripping members of the gripping device are provided with a symmetrical transmission whereby the gripping members grasp the stack of gypsum boards 20 symmetrically with respect to the longitudinal axis of the bridge or stack.

Fig. 4 toont een dwarsdoorsnede van de brug 2 van de grijpinrichting 1 met een symmetrische overbrenging. De grijpinrichting 1 is voorzien van een actuator die bijvoorbeeld een eerste hydraulische cilinder 40 en een daarmee samenwerkende eerste zuiger 41 omvat. De eerste hydraulische cilinder 40 is verder gekoppeld met een 25 hydraulische inrichting welke een oliepomp, een oliereservoir en een besturingseenheid (niet getekend) omvat. De eerste zuiger 41 is scharnierend bevestigd aan een uiteinde van de arm 6 van het eerste grijporgaan en de cilinder 40 is scharnierend bevestigd aan een arm 6 van het tweede grijporgaan. De armen 6 van de twee grijporganen zijn via een symmetrische overbrenging 42,43,44 met elkaar gekoppeld. De symmetrische 30 overbrenging zorgt ervoor dat de armen 6 van de twee grijporganen 4 zich symmetrisch sluiten om de stapel ten opzichte van de lengte-as van de stapel 20 en het symmetrie vlak van de brug 2, waarbij de richting van het symmetrie vlak evenwijdig is met een scharnier-as van de brug 2. De symmetrische overbrenging omvat verder een 8 drijfstang 42, die draaibaar is bevestigd aan een bevestigingspunt 45 door het midden van de brug 2 om een rotatie-as met een richting loodrecht met de schamier-as. In een alternatieve uitvoeringsvorm kan deze rotatie-as ook evenwijdig met de schamier-as gericht zijn. Verder omvat de symmetrische overbrenging twee koppelstangen 43,44.FIG. 4 shows a cross-section of the bridge 2 of the gripping device 1 with a symmetrical transmission. The gripping device 1 is provided with an actuator which comprises, for example, a first hydraulic cylinder 40 and a first piston 41 cooperating with it. The first hydraulic cylinder 40 is further coupled to a hydraulic device which comprises an oil pump, an oil reservoir and a control unit (not shown). The first piston 41 is hinged to an end of the arm 6 of the first gripping member and the cylinder 40 is hinged to an arm 6 of the second gripping member. The arms 6 of the two gripping members are coupled to each other via a symmetrical transmission 42,43,44. The symmetrical transmission ensures that the arms 6 of the two gripping members 4 close symmetrically about the stack with respect to the longitudinal axis of the stack 20 and the symmetry plane of the bridge 2, the direction of the symmetry plane being parallel with a pivot axis of the bridge 2. The symmetrical transmission further comprises a connecting rod 42 rotatably attached to a mounting point 45 through the center of the bridge 2 about a rotation axis with a direction perpendicular to the pivot axis. In an alternative embodiment, this rotation axis can also be oriented parallel to the hinge axis. Furthermore, the symmetrical transmission comprises two coupling rods 43,44.

5 Een eerste einde van de drijfstang 42 is scharnierend gekoppeld met een einde van de eerste koppelstang 43, en het andere einde van de eerste koppelstang 43 is scharnierend gekoppeld met een eerste koppelingspunt 46 van de arm 6 van het eerste grijporgaan 4. Het andere einde van de drijfstang 42 is scharnierend gekoppeld met een einde van de tweede koppelstang 44 waarvan het andere einde scharnierend gekoppeld is met een 10 tweede koppelingspunt 47 van de arm 6 van het tweede grijporgaan 4. Beide koppelingspunten 46,47 liggen op gelijke afstand van de scharnieren 5 van de respectievelijke armen 6. De operator kan door middel van de bedieningseenheid de grijpinrichting 1 in de gewenste open of gesloten toestand zetten. Daartoe drijft de eerste hydraulische cilinder 40 en de daarmee samenwerkende eerste zuiger 41 de 15 armen 6 aan die openen of sluiten afhankelijk of de eerste zuiger in of uit de eerste hydraulische cilinder beweegt. De maximale slag van de eerste zuiger 41 wordt door de eerste hydraulische cilinder 40 bepaald. Via een overbrenging bepaald door de verhouding tussen de afstand tussen het eerste einde van de arm 6 en het scharnier 5 en de afstand tussen het scharnier 5 en het van de brug afgerichte einde van de arm 6, waar 20 het uitsteeksel aan bevestigd is, wordt hiermee de minimale afstand L van de armen 6 in de gesloten positie bepaald. Een geschikte hydraulische cilinder met de aldus bepaalde slag is in de handel verkrijgbaar. Bijvoorbeeld bij Bakker Hydraulic B.V..A first end of the connecting rod 42 is hingedly coupled to one end of the first connecting rod 43, and the other end of the first connecting rod 43 is hingedly coupled to a first coupling point 46 of the arm 6 of the first gripping member 4. The other end of the connecting rod 42 is hingedly coupled to one end of the second coupling rod 44, the other end of which is hingedly coupled to a second coupling point 47 of the arm 6 of the second gripping member 4. Both coupling points 46.47 are equally spaced from the hinges 5 of the respective arms 6. The operator can set the gripping device 1 to the desired open or closed state by means of the operating unit. To that end, the first hydraulic cylinder 40 and the first piston 41 cooperating with it drives the arms 6 which open or close depending on whether the first piston moves in or out of the first hydraulic cylinder. The maximum stroke of the first piston 41 is determined by the first hydraulic cylinder 40. Via a transmission determined by the ratio between the distance between the first end of the arm 6 and the hinge 5 and the distance between the hinge 5 and the end of the arm 6 facing away from the bridge, to which the projection is attached, this determines the minimum distance L of the arms 6 in the closed position. A suitable hydraulic cylinder with the stroke thus determined is commercially available. For example at Bakker Hydraulic B.V ..

De hydraulische cilinder 40 kan verder voorzien zijn van een lasthoudventiel (niet getekend) dat voorkomt dat de grijporganen 2 openvallen bij het wegvallen van de 25 hoofddmk op de cilinder. Verder kan de hydraulisch cilinder voorzien van een drukbegrenzer die de hydraulische druk begrenst tot 80 bar, die voorkomt dat bij een niet passende breedte van de platen de platen beschadigd raken.The hydraulic cylinder 40 can further be provided with a load holding valve (not shown) which prevents the gripping members 2 from falling open when the main dmk falls away on the cylinder. Furthermore, the hydraulic cylinder can be provided with a pressure limiter which limits the hydraulic pressure to 80 bar, which prevents the plates from being damaged if the width of the plates does not fit.

Verder staan de tegen over elkaar staande armen 6 van de beide grijporganen 4 van de brug 2 in de gesloten toestand van de grijpinrichting 1 nagenoeg evenwijdig met 30 elkaar, zodat de druk van de grijporganen gelijkmatig over de platen verdeeld wordt.Furthermore, the arms 6 of the two gripping members 4 of the bridge 2 opposite one another are in the closed condition of the gripping device 1 substantially parallel to each other, so that the pressure of the gripping members is evenly distributed over the plates.

Figuur 5 toont een zijaanzicht van een kraan 50 voorzien van een uitvoeringsvorm van de grijpinrichting 2 volgens de uitvinding. De kraan 50 omvat een voetstuk 51 en daarmee scharnierend verbonden eerste kraanarm 52, een aan de eerste 9 arm 52 scharnierend verbonden tweede kraanarm 53. Verder is de kraan van voorzien van verdere hydraulische cilinders 54 en daarmee samenwerkende verdere zuigers 55. De verdere hydraulische cilinders kunnen gekoppeld zijn met de hydraulische inrichting en met de besturinginrichting (niet getekend) bestuurd worden voor het 5 bewegen van de kraanarmen ten opzichte van elkaar en het voetstuk 51, en het heffen van de grijpinrichting. De verdere hydraulische cilinders 54 zijn aangesloten op de hydraulische inrichting. De grijpinrichting 2 is door middel van een bekende universeel koppeling 56 en een hydraulische rotator 58 verbonden met de kraanarm 53 van een kraan. De hydraulische rotator 58 kan eveneens aangesloten worden op de hydraulische 10 inrichting (niet getekend) en door middel van de besturingsinrichting kan de grijpinrichting en de stapel in een gewenste richting geroteerd worden. Om het schommelen van de stapel gipsplaten tegen te gaan kan de universeel koppeling worden uitgevoerd met een bekende demper 57, welke bijvoorbeeld een schijfrem omvat. De onderzijde van de brug 2 kan verder nog voorzien zijn van stootkussens 59 die van 15 rubber of een ander veerkrachtig materiaal gemaakt kunnen zijn, die de bovenste gipsplaat van de stapel beschermen tijdens het plaatsen van de armen van de grijpinrichting om de stapel platen.Figure 5 shows a side view of a crane 50 provided with an embodiment of the gripping device 2 according to the invention. The crane 50 comprises a base 51 and the first crane arm 52 hingedly connected thereto, a second crane arm 53 hingedly connected to the first 9 arm 52. The crane is also provided with further hydraulic cylinders 54 and further pistons 55 cooperating with it. The further hydraulic cylinders can be coupled to the hydraulic device and controlled with the control device (not shown) for moving the crane arms relative to each other and the base 51, and lifting the gripping device. The further hydraulic cylinders 54 are connected to the hydraulic device. The gripping device 2 is connected by means of a known universal coupling 56 and a hydraulic rotator 58 to the crane arm 53 of a crane. The hydraulic rotator 58 can also be connected to the hydraulic device (not shown) and by means of the control device the gripping device and the stack can be rotated in a desired direction. To prevent the stack of drywall from rocking, the universal coupling can be carried out with a known damper 57, which comprises, for example, a disc brake. The underside of the bridge 2 can furthermore be provided with pads 59 which can be made of rubber or another resilient material, which protect the upper plasterboard of the stack during placing the arms of the gripping device around the stack of plates.

Claims

A gripping device for transporting plates stacked on a loading board 5 comprising a bridge provided with at least two cooperating gripping members attached to the bridge; an actuator coupled to the gripping members for moving the gripping members from an open position in which the gripping members can move along the stack of plates to a closed position in which the gripping members grasp the loading board, characterized in that the gripping members on the sides of the The stack-facing side is provided with a resilient layer of a thickness such that in the open position the gripping members and the resilient layer can move along the plates and in the closed position the gripping members press on the plates.

2. Gripping device according to claim 1, characterized in that the actuator is adapted to limit a minimum distance L between the gripping members in the closed position, which minimum distance L is equal to the sum of a width W of one of the plates and twice the thickness d of the resilient layer in a depressed state.

Gripping device according to claim 1 or 2, characterized in that the resilient layer in the open position has a fixed thickness in a range between 0.5 and 1 cm. 25

Gripping device according to claim 1,2 or 3, characterized in that the resilient layer comprises EPDM, SEBS or rubber.

5. Gripping device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that a gripping member is provided with a protrusion which is directed towards the other gripping member in order to be able to enter a designated opening of the carrying board.

Gripping device according to claim 5, characterized in that the protrusion is provided with a guide at the end of the protrusion.

7. Gripping device according to claim 6, characterized in that the guide comprises a rotatable cylinder.

Gripping device according to claim 6 or 7, characterized in that the guide comprises Teflon.

9. Gripping device as claimed in any of the claims 5-8, characterized in that the protrusion is releasably attached to the gripping member.

10. Gripping device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that a gripping member is provided with at least two arms. 15

11. Gripping device as claimed in claim 9, characterized in that the ends of the arms remote from the bridge are coupled by means of a beam.

12. Gripping device according to claim 10, characterized in that the beam is provided with a slidable beam.

A gripping device as claimed in claim 11, characterized in that the beam and the sliding beam are provided with holes to receive a locking pin to secure a set total length of the beam and the sliding beam. 25

Gripping device according to claim 11, 12 or 13, characterized in that the protrusion is arranged on the slidable beam.

15. Gripping device according to one of the preceding claims, characterized in that the gripping members are coupled to each other via a symmetrical transmission.

Gripping device according to claim 15, characterized in that the symmetrical transmission comprises a connecting rod which is rotatably attached to the bridge.

17. Gripping device according to claim 16, characterized in that the symmetrical transmission comprises a coupling rod, a first end of which is pivotally coupled to one of the gripping members and an opposite end of the coupling rod is pivotally coupled to the connecting rod.

18. Crane provided with a gripping device as claimed in any of the claims 1-17. 10

19. Crane as claimed in claim 18, provided with a crane arm and a universal coupling and a damper for coupling the crane arm to the gripping device.

20. Crane as claimed in claim 19, provided with a rotator which can rotate the gripping device about an axis with respect to the crane arm.

A vehicle provided with a crane according to any of claims 17 to 19. 20