NL2005046C2 - Lagerbloksamenstel, alsmede walsinrichting voorzien van dergelijke lagerbloksamenstellen. - Google Patents

Description

Lagerbloksamenstel, alsmede walsinrichting voorzien van dergelijke lagerbloksamenstellen

De uitvinding betreft een lagerbloksamenstel voor het lageren van een, een kneep 5 insluitend, walsenpaar aan een eind van dat paar, omvattende twee lagerblokken die elk zijn bestemd voor het lageren van een respectievelijke wals en die voorzien zijn van steunorganen ter ondersteuning in een gestel, welke lagerblokken elk een lageruitsparing met een middenlijn of hartlijn bezitten, steunmiddelen door middel waarvan de lagerblokken naast elkaar zijn ondersteund zodanig dat de middenlijnen of 10 hartlijnen van de lageruitsparingen zich evenwijdig op afstand van elkaar uitstrekken, alsmede instelmiddelen door middel waarvan de onderlinge afstand der middenlijnen of hartlijnen instelbaar is, waarbij de steunmiddelen een zich tussen de lagerblokken bevindende veerstructuur omvatten die samenwerkt met beide lagerblokken en die elastisch vervormbaar is bij het instellen van de onderling afstand der middenlijn of 15 hartlijnen.

Een dergelijk lagerbloksamenstel is bekend uit US-A-770950. De elastische steunmiddelen zijn daarbij uitgevoerd als schroefveren die tussen beide lagerblokken zijn ingeklemd. Tegen de werking van de veren in kunnen de lagerblokken meer of minder ver naar elkaar toe worden versteld. Een nadeel van dit bekende 20 lagerbloksamenstel is dat dit is opgebouwd uit relatief veel verschillende, aparte onderdelen. Het verwisselen van de walsen is daardoor gecompliceerd, aangezien telkens al deze onderdelen moeten worden verwijderd en vervolgens op de juiste wijze weer moeten worden samengesteld. Tevens is een nadeel dat de mate van instelbaarheid van de spleet tussen beide walsen beperkt is door de grootte van de 25 maximale veerweg van de schroefveren.

Een verder lagerbloksamenstel is bekend uit DE-A-4034796. De lagerblokken daarvan bezitten elk een wentellager waarmee een eind van een wals draaibaar is ondersteund. De lagerblokken van elk lagersamenstel kunnen ten opzichte van elkaar worden ingesteld door ze van elkaar af dan wel naar elkaar toe te bewegen. Daardoor 30 kan de spleet of kneep tussen de walsen worden ingesteld. De zich op de walsen bevindende reliëfs in de vorm van verhogingen en/of verdiepingen, verkrijgen daarbij een zodanig afstand ten opzichte van elkaar dat de gewenste bewerking op een baan 2 materiaal kan worden uitgevoerd, zoals het aanbrengen van rillen, sneden of ander opp ervlakte structuren.

In verband met het verzekeren van de gewenste nauwkeurigheid van dergelijke structuren, moeten de walsen, en daarmee de lagerblokken, nauwkeurig ten opzichte 5 van elkaar kunnen worden ingesteld en gefixeerd. Volgens de stand van de techniek zoals bekend uit DE-A-4034796 wordt dat bewerkstelligd door een excentermechanisme via welk een der walsen is opgehangen in een lagerblok. Bekend is ook om bijvoorbeeld schroefspindels of hydraulische stelinrichtingen respectievelijk spaninrichtingen toe te passen. Dergelijke stelinrichtingen zij vrij kostbaar; daarnaast is 10 het hanteren van de lagerblokken en het fixeren daarvan in de uiteindelijke positie arbeidsintensief.

Het doel van de uitvinding is daarom een lagerbloksamenstel van het hiervoor genoemde type te verschaffen dat eenvoudiger is in gebruik en waarmee niettemin ook de gewenste nauwkeurige instelling van de walsen ten opzichte van elkaar kan worden 15 verzekerd. Dat doel wordt bereikt doordat de lagerblokken en de elastische structuur alle onderdeel uitmaken van een een geheel vormend lagerlichaam uit metaalmateriaal dat in het tussen de lageruitsparingen daarvan zich bevindende gebied sleuven omvat die uitmonden aan tegenoverliggende oppervlakken, gezien in de richting der middenlijnen of hartlijnen, van het lagerlichaam.

20 Bij het lagerbloksamenstel volgens de uitvinding zijn de lagerblokken aan elkaar verbonden door de elastische structuur of veerstructuur. Deze elastische structuur vormt een geheel met de lagerblokken, zoals bijvoorbeeld verkregen door bewerking van een blokvormig of plaatvormig metaalmateriaal. De elastische structuur kan echter ook samengesteld worden tot een geheel met de lagerblokken door lassen. Een groot 25 voordeel van een dergelijke uitvoering in een geheel van de lagerblokken is de grotere stabiliteit daarvan, in vergelijking met twee aparte, mechanisch gekoppelde lagerblokken zoals gebruikelijk was. Ook de vervaardiging van de lagerblokken, in het bijzonder de lageruitsparingen daarvan kan op zeer naar keurige wijze worden uitgevoerd zodanig dat de onderlinge positie daarvan nauwkeurig kan worden 30 vastgelegd. Een verder voordeel is dat minder componenten nodig zijn ter verkrijging van het lagerbloksamenstel, hetgeen tot lagere kosten leidt.

De sleuven zijn zo gevormd en gepositioneerd dat zij een of meer bladveren insluiten die de gewenste elasticiteit verschaffen. Het metaalmateriaal is bij voorkeur 3 staal, doch ook andere materialen zoals aluminium kunnen worden gebruikt voor het lagerlichaam.

De elastische structuur kan op verschillende manieren worden uitgevoerd door uitsparingen aan te brengen die zich door de gehele dikte van het lagerlichaam 5 uitstrekken, tussen de tegenoverliggende hoofdoppervlakken daarvan, gezien in de richting van de middenlijnen hartlijnen. In dat verband zijn bijvoorkeur meerdere elkaar overlappende sleuven voorzien. In het bijzonder kunnen de sleuven uitmonden aan een zijde, gezien in de richting dwars op de middenlijnen of hartlijnen, van het lagerlichaam. Bijvoorkeur zijn er twee van elkaar gescheiden sleuven waarvan een 10 uitmondt aan de ene zijde en de ander uitmondt aan de andere zijde, gezien in de richting dwars op de middenlijnen of de hartlijnen, van het lagerlichaam in het centrale gebied daarvan. Deze elk aan een zijde van het lagerblok uitmondende sleuven liggen bij voorkeur in eikaars verlengde en kunnen zijn gescheiden zijn door een dam.

Volgens een bijzonder de voorkeur genietende uitvoeringsvorm is er 15 tenminste een centrale sleuf die de aan beide zijden van het lagerlichaam uitmondende sleuven overlapt, welke centrale sleuf volledig is omsloten door het lagerlichaam, gezien in de richting dwars op de middenlijnen of hartlijnen. Door middel van een dergelijk samenstel uit doorgaande sleuven is in het gebied tussen beide lageruitsparingen van het lagerlichaam als het ware een elastische bladveer gevormd, 20 die elastisch vervormd wordt bij het instellen van de onderlinge positie van de lagerblokken. Door de stijfheid van de bladveer in de richting evenwijdig aan de sleuven, dan wel in de richting van de ene uitmonding naar het tegenoverliggende uitmonding van de sleuven is de stabiliteit van de lagerblokken ten opzichte van elkaar verzekerd. De stijfheid is in die richtingen namelijk relatief hoog, omdat de bladveer 25 slechts flexibiliteit verleent in die richting die gericht is van het ene lagerblok naar het andere. Verder is de torsiestijfheid van deze uitvoering van het lagerbloksamenstel, rondom een as loodrecht op beide middenlijnen of hartlijnen en liggend in het door die lijnen bepaalde vlak, hoog.

Een bijzonder eenvoudige uitvoeringsvorm wordt verkregen indien de sleuven 30 alle rechtlijnig zijn en onderling evenwijdig. In het bijzonder kunnen de beide aan de zijden uitmondende sleuven een gelijke lengte bezitten. Een betrouwbare en gelijkmatige mogelijkheid tot instellen van de onderlinge afstand van de lagerblokken 4 wordt verkregen indien het patroon zoals bepaald door de sleuven symmetrisch is ten opzichte van een symmetrievlak dat samenvalt met beide middenlijnen of hartlijnen.

In verband met het aanpassen van de onderlinge afstand van de lagerblokken ten opzichte van elkaar kunnen de steunmiddelen een instelmechanisme omvatten dat met 5 tenminste een der sleuven samenwerkt voor het onder elastische vervorming van de elastische structuur instellen van de onderlinge positie van de lagerblokken. Dat instelmechanisme kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een zich in een sleuf bevindend excentriek dat verstelbaar is voor het beïnvloeden van de breedte van de sleuf.

Nadat de breedte van de sleuf is ingesteld, kan de verkregen onderlinge afstand 10 van de lagerblokken worden vastgelegd. In dat verband kunnen de steunmiddelen een blokkering omvatten door middel waarvan de lagerblokken in een ingestelde onderlinge afstand ten opzichte van elkaar blokkeerbaar zijn. Bijvoorbeeld kunnen de blokkeermiddelen tenminste een vulelement omvatten dat zich bevindt in een sleuf. De vulelementen kunnen verschillende dikten bezitten, of ook kunnen meerdere 15 vulelementen die samen een de gewenste dikte bezitten, worden toegepast voor het blokkeren van de onderlinge afstand van de lagerblokken.

Daarbij kan er verder ervoor worden gezorgd dat de ingestelde positie gehandhaafd blijft door de lagerblokken in de richting elkaar toe aangedrukt te houden. In dat verband kan tenminste een klem element aanwezig zijn voor het naar elkaar toe 20 aangedrukt houden van de lagerblokken onder inklemming van het tenminste ene vulelement.

De lagerblokken van bekende uitvoering kunnen in het gestel van een machine worden opgehangen door daartoe bestemde ophangmiddelen. Het lagerbloksamenstel volgens de uitvinding kan op overeenkomstige wijze in een dergelijke machine worden 25 toegepast indien daaraan eveneens dergelijke ophangmiddelen zijn voorzien.

In het algemeen kan het lagerbloksamenstel ook worden gekarakteriseerd aan de hand van de elastische eigenschappen daarvan in een orthogonaal assenstelsel. Het lagerbloksamenstel is dan bepaald door een assenstelsel waarvan de x-as evenwijdig aan de middenlijnen of hartlijnen is, de z-as loodrecht is gericht op beide hartlijnen en 30 ligt in een vlak door, of evenwijdig aan, die middenlijnen of hartlijnen en de y-as loodrecht op de x-as en de z-as is gericht, waarbij de veerstructuur relatief elastisch is met betrekking tot onderlinge verplaatsingen van de lagerblokken ten opzichte van elkaar volgens de z-as alsmede met betrekking tot rotaties van beide lagerblokken ten 5 opzichte van elkaar rond de x-as en de y-as, en waarbij de veerstructuur relatief stijf is volgens onderlinge rotaties van de lagerblokken ten opzichte van elkaar volgens de z-as alsmede met betrekking tot verplaatsingen van de lagerblokken ten opzichte van elkaar volgens de x-as en de y-as.

5 De uitvinding betreft verder een lagerlichaam voor het hiervoor beschreven lagerbloksamenstel waarbij de lagerblokken en de veerstructuur een geheel vormen uit metaalmateriaal dat in het tussen de lageruitsparingen daarvan zich bevindende gebied sleuven omvat die uitmonden aan tegenoverliggende oppervlakken, gezien in de richting der middenlijnen of hartlijnen, van het lagerlichaam, welke sleuven tenminste 10 een bladveer insluiten. Tevens betreft uitvinding een machine voor het bewerken van een baan materiaal, zoals karton en dergelijke, omvattende een gestel met twee zich op afstand van elkaar bevindende opstelposities voor een lagerbloksamenstel, alsmede ter plaatse van elke opstelpositie een lagerbloksamenstel waarvan de ophangmiddelen samenwerken met steunen op de respectievelijke opstelpositie.

15 Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van het lagerbloksamenstel, het lagerlichaam en een walsmachine met dergelijke lagerbloksamenstellen.

Figuur 1 toont een machine met walsen die aan beide einden zijn ondersteund door lagerbloksamenstellen volgens de uitvinding.

20 Figuur 2 toont een paar walsen met aan beide einden lagerbloksamenstellen volgens de uitvinding.

Figuur 3 toont een lagerbloksamenstel.

De in figuur 1 weergegeven machine bestaat uit een op zich bekend gestel 1, waarop twee houders 2 zijn opgesteld in elk waarvan een lagerbloksamenstel 3 volgens 25 de uitvinding is opgenomen. De houders 2 bezitten daartoe een naar boven toe open sleuf 4 alsmede vastzetmiddelen 5 door middel van elk lagerbloksamenstel wordt vastgezet ten opzichte van de betreffende houder 2. In de in figuur 1 weergegeven toestand zijn de vastzetmiddelen 5 actief, zodanig dat de lagerblokken zijn gefixeerd in de machine. De vasthoudmiddelen 5 kunnen echter worden overgebracht naar een 30 inactieve toestand (niet weergegeven), zodanig dat de lagerbloksamenstel 3, alsmede van de daarin via de lagers 29 opgenomen walsen 6 naar boven toe verwijderd kunnen worden.

6

Aan een eind van de walsen 6 bevindt zich de tandwielkast 7, via welke de walsen 6 op gelijke omwentelingssnelheid in tegengestelde richting aandrijfbaar zijn, zodanig dat een baan materiaal (niet getoond) door de kneep 8 tussen de walsen 6 kan worden gevoerd. De walsen 6 kunnen zijn voorzien van reliëfs en verdiepingen (niet 5 getoond) in verband met het aanbrengen van rillen, sneden en dergelijke in de baan materiaal. De elektrische motor 9 dient voor het aandrijven van de walsen 6 via de tandwielkast 7.

Zoals genoemd zijn de walsen 6 elk ondersteund in een lagerbloksamenstel 3, dat op grotere schaal is weergegeven in figuur 3. Het lagerbloksamenstel bestaat uit 10 een tweetal lagerblokken 10, elk voorzien van een cirkelvormig gat 11 waarin een lager 29 voor het ondersteunen van respectievelijke walsen 6 kan worden opgenomen. De gaten 11 bezitten onderling evenwijdige, zich op afstand van elkaar bevinden de hartlijnen 12 die samenvallen met de hartlijnen van de op te hangen walsen 6. De lagerblokken 10 zijn onderling verbonden door de elastische structuur 13. Deze 15 elastische structuur 13 vormt een geheel met beide lagerblokken 10, en is verkregen door in een uitgangsmateriaal, bijvoorbeeld een blokvormige of plaatvormig stuk metaalmateriaal, de sleuven 14, 15 aan te brengen. Tussen de sleuven 14, 15 zijn een of meer elastische elementen 30 gevormd, die als bladveren 30 kunnen worden gekarakteriseerd.

20 In het weergeven uitvoeringsvoorbeeld komen twee verschillende typen sleuven voor. De sleuven 14 zijn gescheiden door een dam 17, en monden uit aan tegenoverliggende dwarszijden van het lagerbloksamenstel 3. De sleuven 14 liggen bovendien in eikaars verlengde. Evenwijdig daaraan strekt zich een centrale sleuf 15 uit, die niet uitmondt aan een van de dwarszijden en rondom gesloten is. Alle sleuven 25 14, 15 monden echter uit aan de tegenoverliggende hoofdoppervlakken 16 van het lagerbloksamenstel 3. Hoewel in het een gegeven uitvoeringsvoorbeeld in totaal drie sleuven zijn weergegeven, kunnen ook andere aantallen sleuven worden toegepast.

Onderdeel van het lagerbloksamenstel is het lagerlichaam 18, dat niet meer omvat dan de een geheel vormende lagerblokken 10 en de elastische structuur 13. In de sleuf 30 15, in het bijzonder in het verdiepte gedeelte 19 daarvan, bevindt zich een excentriek 20 door middel waarvan de breedte van de sleuf, gezien in de richting van de ene hartlijn naar de andere hartlijn, kan worden ingesteld waarbij dan de bladveren 30 worden verbogen. Als gevolg van deze instelling van de breedte van de sleuf 15 zal de 7 bovenste begrenzing daarvan meer of minder bolvormig worden, als gevolg waarvan ook de breedte van de sleuven 14, in het bijzonder aan de uitmondende einden daarvan, wordt beïnvloed. Door het excentriek 20 op de gewenste wijze te bedienen, kan de onderlinge afstand van de hartlijnen 12 worden de invloed als gevolg dat de grootte van 5 de kneep 8 tussen de walsen kan worden ingesteld.

Nadat aldus de breedte van de sleuven 14, 15 is aangepast in verband met het verkrijgen van de gewenste grootte van de sleuf 8, worden in de sleuven 14 de vulmiddelen 21 geplaatst. Deze vulmiddelen zorgen ervoor dat de onderlinge afstand van de hartlijnen 12 gehandhaafd blijft, ook wanneer het excentriek 20 naar de 10 rustpositie terugkeert. In verband met het vastleggen en fixeren van deze positie van de lagerblokken 10 ten opzichte van elkaar, kunnen de in de figuren 1 en 2 weergegeven klemmiddelen 22 worden aangebracht. Deze klemmiddelen bestaan uit een trekstang 23, het onderste einde waarvan door middel van een (niet-getoonde) schroefverbinding 24 is vastgezet in het onderste lagerblok 10. De kop 25 van de klemmiddelen 22 steunt 15 op de bovenzijde 26 van het bovenste lagerblok 10. Het bovenste lagerblok 10 bezit aan weerszijden een schouder 27 welke, zoals weergegeven in figuur 1, opligt op een steun 28 van de betreffende houder 2.

In het voorgaande is een uitvoering beschreven waarin het lagerbloksamenstel door middel van een schouder 27 is opgelegd. Het lagerbloksamenstel volgens de 20 uitvinding kan echter ook op andere wijze in de machine worden opgenomen, zonder gebruik te maken van een dergelijke schouder. Zo kan het lagerbloksamenstel bijvoorbeeld door middel van het onderste lagerblok stevig worden verankerd op het gestel van de machine.

Het lagerbloksamenstel volgens de uitvinding kan ook gekarakteriseerd worden 25 door de mechanische eigenschappen daarvan ten opzichte van het orthogonale assenstelsel met x-, y- en z-assen zoals weergegeven in figuur 3. De x-as daarvan loopt evenwijdig aan de middenlijnen of hartlijnen 12. De z-as is loodrecht gericht op die bij de middenlijnen of hartlijnen 12, en ligt in een vlak dat loopt door, of dat evenwijdig is aan, die middenlijnen of hartlijnen 12. De y-as staat loodrecht op de x-as en de z-as. De 30 elastische structuur van het lagerbloksamenstel is zodanig gekozen dat verplaatsingen van de lagerblokken 10 ten opzichte van elkaar volgens de z-as mogelijk zijn als gevolg van de relatieve elasticiteit van de elastische structuur in die richting. Datzelfde geldt voor rotaties van de lagerblokken 10 ten opzichte van elkaar rond de x-as en de y-as.

8

Daarentegen zijn rotaties van de lagerblokken ten opzichte van elkaar rond de z-as in verregaande mate onderdrukt vanwege de grote stijfheid van de elastische structuur in die richting. En datzelfde geldt voor verplaatsingen van de lagerblokken 10 ten opzichte van elkaar in de richting van de x-as en de y-as.

5 9

Lijst van verwijzingstekens 1. Machine 2. Houder 5 3. Lagerbloksamenstel 4. Opening in houder 5. Vastzetmiddel 6. Wals 7. Tandwielkast 10 8. Kneep tussen walsen 9. Elektromotor 10. Lagerblok 11. Gat in lagerblok 12. Hartlijn 15 13. Elastische structuur 14. Uitmondende sleuf 15. Rondom gesloten sleuf 16. Hoofdoppervlak lagerbloksamenstel 17. Dam 20 18. Lagerlichaam 19. Uitsparing in rondom gesloten sleuf 20. Excentriek 21. Vulstuk 22. Klemmiddel 25 23. Trekstang klemmiddel 24. Schroefverbinding klemmiddel 25. Kop klemmiddel 26. Bovenvlak lagerbloksamenstel 27. Schouder 30 28. Oplegging schouder 29. Lager 30. Bladveer

Claims (18)

1. Lagerbloksamenstel (3) voor het lageren van een, een kneep (8) insluitend, walsenpaar (6) aan een eind van dat paar, omvattende twee lagerblokken (10) die elk 5 zijn bestemd voor het lageren van een respectievelijke wals (6) en die voorzien zijn van steunorganen (27) ter ondersteuning in een gestel (1, 2, 4, 28), welke lagerblokken (10) elk een lageruitsparing (11) met een middenlijn of hartlijn (12) bezitten, steunmiddelen (13-17) door middel waarvan de lagerblokken (10) naast elkaar zijn ondersteund zodanig dat de middenlijnen of hartlijnen (12) van de lageruitsparingen (11) zich 10 evenwijdig op afstand van elkaar uitstrekken, alsmede instelmiddelen door middel waarvan de onderlinge afstand der middenlijnen of hartlijnen instelbaar is, waarbij de steunmiddelen een zich tussen de lagerblokken (10) bevindende veerstructuur (13, 30) omvatten die samenwerkt met beide lagerblokken (10) en die elastisch vervormbaar is bij het instellen van de onderling afstand der middenlijn of hartlijnen (12), met het 15 kenmerk dat de lagerblokken (10) en de veerstructuur (13, 30) onderdeel uitmaken van een een geheel vormend lagerlichaam (18) uit metaalmateriaal dat in het tussen de lageruitsparingen (11) daarvan zich bevindende gebied sleuven (14, 15) omvat die uitmonden aan tegenoverliggende oppervlakken (16), gezien in de richting der middenlijnen of hartlijnen (12), van het lagerlichaam (18), welke sleuven (14, 15) 20 tenminste een bladveer (30) insluiten.

2. Lagerbloksamenstel (3) volgens conclusie 1, waarbij meerdere elkaar overlappende sleuven (14, 15) zijn voorzien.

3. Lagerbloksamenstel (3) volgens conclusie 1 of 2, waarbij tenminste een der sleuven (14) uitmondt aan een zijde, gezien in de richting dwars op de middenlijnen of hartlijnen, van het lagerlichaam (18).

4. Lagerbloksamenstel (3) volgens conclusie 3, waarbij twee van elkaar 30 gescheiden sleuven (14) zijn voorzien waarvan een uitmondt aan de ene zijde en de ander uitmondt aan de andere zijde, gezien in de richting dwars op de middenlijnen of de hartlijnen (12), van het lagerlichaam (18) in het centrale gebied daarvan.

5. Lagerbloksamenstel (3) volgens conclusie 4, waarbij de elk aan een zijde van het lagerlichaam (18) uitmondende sleuven (14) in eikaars verlengde liggen en gescheiden zijn door een dam (17).

6. Lagerbloksamenstel (3) volgens conclusies 4 of 5, waarbij tenminste een centrale sleuf (15) is voorzien die de aan beide zijden van het lagerlichaam (18) uitmondende sleuven (14) overlapt, welke centrale sleuf volledig is omsloten door het lagerlichaam, gezien in de richting dwars op de middenlijnen of hartlijnen (12).

7. Lagerbloksamenstel (3) volgens een der conclusies 2-6, waarbij de sleuven (14, 15. alle rechtlijnig zijn en onderling evenwijdig.

8. Lagerbloksamenstel (3) volgens conclusies 6 en 7, waarbij de beide aan de zijden uitmondende sleuven (14) een gelijke lengte bezitten. 15

9. Lagerbloksamenstel (3) volgens een der conclusies 2-8, waarbij het patroon zoals bepaald door de sleuven (14, 15) symmetrisch is ten opzichte van een symmetrievlak dat samenvalt met beide middenlijnen of hartlijnen (12).

10. Lagerbloksamenstel (3) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de steunmiddelen een instelmechanisme (20) omvatten dat met tenminste een (15) der sleuven samenwerkt voor het onder elastische vervorming van de elastische structuur (13) instellen van de onderlinge positie van de lagerblokken (10).

11. Lagerbloksamenstel (3) volgens conclusie 10, waarbij het instelmechanisme een zich in een sleuf (15) bevindend excentriek (20) bezit dat verstelbaar is voor het beïnvloeden van de breedte van de sleuf (15).

12. Lagerbloksamenstel (3) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 30 steunmiddelen een blokkering (21) omvatten door middel waarvan de lagerblokken (10) in een ingestelde onderlinge afstand ten opzichte van elkaar blokkeerbaar zijn.

13. Lagerbloksamenstel (3) volgens conclusie 12 wanneer afhankelijk van een der conclusies 2-9, waarbij de blokkeermiddelen tenminste een vul element (21) omvatten dat zich bevindt in een sleuf (14).

14. Lagerbloksamenstel (3) volgens conclusie 13, waarbij tenminste een klemelement (22) is voorzien voor het naar elkaar toe aangedrukt houden van de lagerblokken (10) onder inklemming van het tenminste ene vul element (21).

15. Lagerbloksamenstel (3) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 10 nominale richting der middenlijnen of hartlijnen (12) horizontaal is en het bovenste lagerblok is voorzien van ophangmiddelen (27) bestemd om samen te werken met een machine (1) waarin de walsen (6) opneembaar zijn.

16. Lagerbloksamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een 15 assenstelsel is bepaald waarvan de x-as evenwijdig aan de middenlijnen of hartlijnen is, de z-as loodrecht is gericht op beide hartlijnen en ligt in een vlak door of evenwijdig aan die middenlijnen of hartlijnen en de y-as loodrecht op de x-as en de z-as is gericht, waarbij de veerstructuur relatief elastisch is met betrekking tot onderlinge verplaatsingen van de lagerblokken ten opzichte van elkaar volgens de z-as alsmede 20 met betrekking tot rotaties van beide lagerblokken ten opzichte van elkaar rond de x-as en de y-as, en waarbij de veerstructuur relatief stijf is volgens onderlinge rotaties van de lagerblokken ten opzichte van elkaar volgens de z-as alsmede met betrekking tot verplaatsingen van de lagerblokken ten opzichte van elkaar volgens de x-as en de y-as.

17. Lagerlichaam (18) voor een lagerbloksamenstel (3) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de lagerblokken (10) en de veerstructuur (13, 30) een geheel vormen uit metaalmateriaal dat in het tussen de lageruitsparingen (11) daarvan zich bevindende gebied sleuven (14, 15) omvat die uitmonden aan tegenoverliggende oppervlakken (16), gezien in de richting der middenlijnen of hartlijnen (12), van het 30 lagerlichaam (18), welke sleuven (14, 15) tenminste een bladveer (30) insluiten.

18. Machine (1) voor het bewerken van een baan materiaal, zoals karton en dergelijke, omvattende een gestel met twee zich op afstand van elkaar bevindende opstelposities (2, 4, 28) voor een lagerbloksamenstel (3) volgens conclusie 15 of conclusies 15 en 16, alsmede ter plaatse van elke opstelpositie een lagerbloksamenstel (3) waarvan de ophangmiddelen (27) samenwerken met de respectievelijke opstelpositie. 5