[go: up one dir, main page]

NL2002988C2 - Warmtewisselaar voor een doucheinrichting. - Google Patents

Warmtewisselaar voor een doucheinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL2002988C2
NL2002988C2 NL2002988A NL2002988A NL2002988C2 NL 2002988 C2 NL2002988 C2 NL 2002988C2 NL 2002988 A NL2002988 A NL 2002988A NL 2002988 A NL2002988 A NL 2002988A NL 2002988 C2 NL2002988 C2 NL 2002988C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
heat exchanger
gutter
waste water
longitudinal direction
built
Prior art date
Application number
NL2002988A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacob Heidemans
Original Assignee
Hei Tech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hei Tech Bv filed Critical Hei Tech Bv
Priority to NL2002988A priority Critical patent/NL2002988C2/nl
Priority to EP10165128A priority patent/EP2273223A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2002988C2 publication Critical patent/NL2002988C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28DHEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
    • F28D1/00Heat-exchange apparatus having stationary conduit assemblies for one heat-exchange medium only, the media being in contact with different sides of the conduit wall, in which the other heat-exchange medium is a large body of fluid, e.g. domestic or motor car radiators
    • F28D1/06Heat-exchange apparatus having stationary conduit assemblies for one heat-exchange medium only, the media being in contact with different sides of the conduit wall, in which the other heat-exchange medium is a large body of fluid, e.g. domestic or motor car radiators with the heat-exchange conduits forming part of, or being attached to, the tank containing the body of fluid
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D17/00Domestic hot-water supply systems
    • F24D17/0005Domestic hot-water supply systems using recuperation of waste heat
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B30/00Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]
    • Y02B30/18Domestic hot-water supply systems using recuperated or waste heat

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Heat-Exchange Devices With Radiators And Conduit Assemblies (AREA)

Description

P88425NL00
Titel: Warmtewisselaar voor een doucheinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een warmtewisselaar voor een doucheinrichting, ingericht voor warmteoverdracht van afvalwater dat uit de doucheinrichting wordt afgevoerd aan leidingwater dat aan de doucheinrichting wordt toegevoerd.
5 Uit NL1009927 is een dergelijke warmtewisselaar bekend die in hoofdzaak horizontaal onder een bodem van een doucheinrichting geplaatst wordt. Met deze bekende warmtewisselaar wordt beoogd om maximaal gebruik te maken van het vloeroppervlak van de doucheinrichting waaronder de warmtewisselaar is aangebracht. Een belangrijk bezwaar van 10 deze bekende warmtewisselaar is dat deze niet of nauwelijks geschikt is voor een doucheinrichting die een tegelvloer heeft. Zo is, om te beginnen, reeds het plaatsen van de bekende warmtewisselaar onpraktisch doordat bij het opbouwen van de doucheinrichting de tegels van de tegelvloer pas gezet kunnen worden nadat de warmtewisselaar in de vloer geplaatst is. Een nog 15 belangrijker bezwaar is dat de bekende warmtewisselaar, wanneer deze eenmaal in de vloer geplaatst en met tegels bedekt is, min of meer ontoegankelijk is voor onderhoud of vervanging. Daartoe zou de tegelvloer immers opengebroken moeten worden.
Voorts is uit NL1014030 een dergelijke warmtewisselaar bekend. 20 Deze bekende warmtewisselaar is buisvormig en wordt verticaal geplaatst in een ruimte onder de verdieping waar een doucheruimte zich bevindt. Hierdoor kan uit de doucheruimte afkomstig afvalwater, zonder toepassing van een pomp, onder invloed van de zwaartekracht door de warmtewisselaar naar beneden stromen. Een bezwaar van deze bekende 25 buisvormige warmtewisselaar is dat deze veel verticale ruimte in een gebouw of woning inneemt, hetgeen de toepassingsmogelijkheden van deze buisvormige warmtewisselaar beperkt. Zo is bij woningen waarbij op de 2 begane grond gedoucht wordt een dergelijke buisvormige warmtewisselaar veelal niet praktisch toepasbaar. Genoemd bezwaar is deels op te heffen door het afvalwater naar de warmtewisselaar te pompen, zoals bijvoorbeeld bekend is uit NL1028249. Indien gepompt wordt, hoeft de buisvormige 5 warmtewisselaar immers niet meer geplaatst te worden onder de verdieping waar een doucheruimte zich bevindt. De buisvormige warmtewisselaar kan dan bijvoorbeeld ook op dezelfde verdieping als de doucheruimte verticaal geplaatst worden, waarbij afvalwater omhoog gepompt kan worden naar de bovenkant van de warmtewisselaar. Bezwaarlijk is dan echter nog steeds 10 dat deze buisvormige warmtewisselaar veel verticale ruimte inneemt. Bovendien is bezwaarlijk dat het omhoog pompen van afvalwater energie kost. Voorts is bezwaarlijk dat het plaatsen, onderhouden en vervangen van deze buisvormige warmtewisselaar bewerkelijk is.
Het is een doel van de uitvinding om tenminste een alternatieve 15 dergelijke warmtewisselaar te verschaffen, en, meer in het bijzonder, om een der gelijke warmtewisselaar te verschaffen die eenvoudig te plaatsen, onderhouden en vervangen is, ook bij een doucheinrichting die voorzien is van een tegelvloer.
Daartoe wordt volgens de uitvinding een warmtewisselaar volgens 20 conclusie 1 verschaft.
Bij een der gelijke warmtewisselaar volgens de uitvinding wordt derhalve het afvalwater opgevangen in een afvoergoot, is de warmteuitwisselende scheidingsconstructie in hoofdzaak gelegen in een onder de afvoergoot gelegen verticale projectieruimte van de afvoergoot, en 25 wordt het door de afvoergoot opgevangen afvalwater op een in de gootlangsrichting verdeelde wijze naar de warmteuitwisselende scheidingsconstructie geleid. Een afvoergoot is zeer geschikt voor toepassing bij een tegelvloer, ook in het geval waar tegels met grote afmetingen worden toegepast. De warmtewisselaar volgens de uitvinding is eenvoudig te 30 plaatsen, onderhouden en vervangen omdat deze handelingen verricht 3 kunnen worden in een smalle doosvormige uitsparing in de vloer op de plaats van de afvoergoot. Deze handelingen worden niet gehinderd door de aanwezigheid van een tegelvloer omdat de tegelvloer vanzelfsprekend onderbroken is ter plaatse van de afvoergoot. De benodigde verticale diepte 5 van de doosvormige vloeruitspanng is beperkt omdat de warmteuitwisselende scheidingsconstructie zich in de gootlangsrichting uitstrekt. De lengte van de afvoergoot wordt dus benut om warmteuitwisselend oppervlak te creëren voor de warmtewisselaar. Door genoemde beperkte verticale diepte kan de warmtewisselaar volgens de 10 uitvinding bijvoorbeeld uitstekend worden toegepast bij een doucheinrichting op de begane grond van een woning of gebouw, zonder dat daarbij een pomp nodig is om afvalwater omhoog te pompen. Wanneer bijvoorbeeld de lengte van de afvoergoot in de grootte-orde van 70 a 80 centimeter is, zal doorgaans een vloeruitsparing met een diepte in de 15 grootte-orde van 30 a 50 centimeter volstaan om de warmtewisselaar te plaatsen. Dit is bij veel woningen en gebouwen ruimschoots toereikend om een doucheinrichting op de begane grond te realiseren omdat de rioolaansluiting van veel woningen en gebouwen zich doorgaans meer dan 50 centimeter onder het vloeroppervlak van de begane grond bevindt.
20 Een afvoergoot als hier bedoeld heeft in bovenaanzicht een langwerpige vorm. Daaronder wordt hier verstaan dat, gezien in de ingebouwde bedrijfstoestand, de maximale lengte van de afvoergoot in de gootlangsrichting minimaal viermaal zo groot is als de maximale horizontaal gemeten breedte van de afvoergoot dwars op de 25 gootlangsrichting.
Specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn neergelegd in de afhankelijke conclusies.
Bij voorkeur is de maximale lengte van de scheidingsconstructie in de gootlangsrichting minimaal driemaal zo groot als genoemde maximale 30 breedte van de afvoergoot.
4
Bij voorkeur omvat de afvalwaterverdeelconstructie, gezien in de ingebouwde bedrijfstoestand, tenminste één overstromingsdeel voor het afvalwater, welk tenminste ene overstromingsdeel in bovenaanzicht langgerekt in de gootlangsrichting gevormd is voor het realiseren van 5 genoemde m de gootlangsrichting verdeelde wijze van afvalwatergeleiding naar de scheidingsconstructie.
In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft het tenminste ene overstromingsdeel in de gootlangsrichting afwijkingen ten opzichte van een rechte overstromingslijn voor het in stand houden van genoemde in de 10 gootlangsrichting verdeelde wijze van afvalwatergeleiding naar de scheidingsconstructie voor het compenseren van een eventueel in de gootlangsrichting niet waterpas geplaatste afvalwaterverdeelconstructie. Zonder toepassing van dergelijke afwijkingen ten opzichte van een rechte overstromingslijn zou bij een niet waterpas geplaatste 15 afvalwaterverdeelconstructie risico bestaan dat bij bepaalde volumestromen van het afvalwater slechts een deel van de overstromingslijn overstroomd zou worden door het afvalwater, waardoor in die gevallen slechts een deel van de scheidingsconstructie benut zou worden voor warmteoverdracht.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de 20 warmtewisselaar voorts een stankwerende waterslotconstructie die, gezien in de ingebouwde bedrijfstoestand en in de zin van de stroming van het afvalwater, stroomopwaarts van de scheidingsconstructie gesitueerd is en waarbij het langgerekte tenminste ene overstromingsdeel deel uitmaakt van de stankwerende waterslotconstructie in de zin dat via het langgerekte 25 tenminste ene overstromingsdeel het afvalwater uit zijn waterslottoestand geraakt. Dit bevordert de compactheid van de warmtewisselaar, waarbij vooral voordelig is dat daarmee bevorderd wordt dat, gezien in de ingebouwde bedrijfstoestand, de verticale afmeting van de warmtewisselaar beperkt blijft.
5
Bij voorkeur is de maximale lengte van het langgerekte tenminste ene overstromingsdeel in de gootlangsnchting minimaal driemaal zo groot als genoemde maximale breedte van de afvoergoot.
In het volgende wordt de uitvinding nader toegelicht met 5 verwijzing naar de schematische figuren in de bijgevoegde tekening.
Fig. 1 toont in perspectivisch en deels opengewerkt aanzicht een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een warmtewisselaar volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont het voorbeeld van Fig. 1 nogmaals, echter in een deels 10 uiteengenomen toestand.
Fig. 3 toont een verticale dwarsdoorsnede van de warmtewisselaar van Fig. 1 in een in een vloer ingebouwde bedrijfstoestand.
Fig. 4 toont een deel van de warmtewisselaar van Fig. 1 in meer detail.
15 Fig. 5 toont een dwarsdoorsnede van de warmtewisselaar van Fig.
1, welke dwarsdoorsnede genomen is volgens het in Fig. 3 met I aangeduide horizontale vlak.
Fig. 6 toont een soortgelijke horizontale dwarsdoorsnede als Fig. 5, echter waarbij de warmtewisselaar voorzien is van een andere 20 uitvoeringsvorm van de warmteuitwisselende scheidingsconstructie.
Fig. 7 toont eveneens een soortgelijke horizontale dwarsdoorsnede als Fig. 5, echter waarbij de warmtewisselaar voorzien is van nog een andere uitvoeringsvorm van de warmteuitwisselende scheidingsconstructie.
Fig. 8 toont de warmteuitwisselende scheidingsconstructie van Fig. 25 7 in een dwars op de gootlangsrichting genomen zijaanzicht.
Fig. 9 toont een andere uitvoeringsvorm van een warmtewisselaar volgens de uitvinding in een dwarsdoorsnede soortgelijk aan die van Fig. 3.
Fig. 10 toont nog een andere uitvoeringsvorm van een warmtewisselaar volgens de uitvinding in een dwarsdoorsnede soortgelijk 30 aan die van Fig. 3.
6
Fig. 11 toont nog een andere uitvoeringsvorm van een warmtewisselaar volgens de uitvinding in een dwarsdoorsnede soortgelijk aan die van Fig. 3.
Fig. 12 toont nog een andere uitvoeringsvorm van een 5 warmtewisselaar volgens de uitvinding m een dwarsdoorsnede soortgelijk aan die van Fig. 3.
Fig. 13 toont nog een andere uitvoeringsvorm van een warmtewisselaar volgens de uitvinding in een dwarsdoorsnede soortgelijk aan die van Fig. 3.
10 Opgemerkt wordt dat, in de verschillende figuren, delen en aspecten die soortgelijk zijn voor de verschillende getoonde uitvoeringsvormen soms aangeduid worden met dezelfde referentiecijfers.
Verwezen wordt nu eerst naar het voorbeeld van de Figuren 1 t/m 5. Daarin is getoond een warmtewisselaar 1 voor een doucheinrichting. De 15 warmtewisselaar 1 is ingericht voor warmteoverdracht van afvalwater 2, dat uit de doucheinrichting wordt afgevoerd, aan leidingwater 3 dat aan de doucheinrichting wordt toegevoerd. De warmtewisselaar 1 is ingericht voor inbouw in een vloer 4 van de doucheinrichting. Fig. 3 toont een ingebouwde bedrijfstoestand. In het getoonde voorbeeld is de vloer 4 voorzien van 20 vloertegels 14.
Gezien in de ingebouwde bedrijfstoestand omvat de warmtewisselaar 1 een verdiept in de vloer liggende afvoergoot 5 voor het opvangen van het afvalwater 2. De afvoergoot 5 heeft een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende gootlangsrichting L (zie Fig. 2). Fig. 3 toont met 25 streeplijnen een losneembaar afdekelement 15 van deze afvoergoot 5. Het afdekelement 15 is voorzien van een rastervormige configuratie van doorlaten voor het afvalwater 2.
Gezien in de ingebouwde bedrijfstoestand omvat de warmtewisselaar 1 voorts een warmteuitwisselende scheidingsconstructie 7 30 die het afvalwater 2 en het leidingwater 3 van elkaar gescheiden houdt. Via 7 deze scheidingsconstructie 7 vindt genoemde warmteoverdracht plaats. De scheidingsconstructie 7 is in hoofdzaak gelegen in een onder de afvoergoot 5 gelegen verticale projectieruimte 8 van de afvoergoot 5. In het getoonde voorbeeld wordt deze neerwaartse projectieruimte 8 gevormd door een 5 smalle doosvormige uitsparing 8 (zie Fig. 3) in de vloer 4. De door de vloertegels 14 gevormde tegelvloer is ter plaatse van de vloeruitsparing 8 onderbroken. De scheidingsconstructie 7 strekt zich in de vloeruitsparing 8 in hoofdzaak zowel in de gootlangsrichting L als in verticale richting uit.
Figuren 3 en 5 tonen de warmteuitwisselende 10 scheidingsconstructie in meer detail. De getoonde scheidingsconstructie is opgebouwd uit twee in hoofdzaak vlakke en onderling parallel geplaatste dergelijke warmteuitwisselende scheidingsconstructies 7. De scheidingsconstructies 7 hebben elk een eerste wand 21 waarlangs het nog warme afvalwater 2 naar beneden stroomt. Fig. 3 toont dat het te 15 verwarmen leidingwater 3 aan de onderzijden van de constructies 7 daaraan wordt toegevoerd en aan de bovenzijden van de constructies 7 daaruit wordt afgevoerd. De scheidingsconstructies 7 hebben elk een tweede wand 22 waarlangs het te verwarmen leidingwater 3 stroomt. Deze tweede wand 22 is via een aantal vinnen 23 (zie Fig. 5) met de eerste wand 21 verbonden. De 20 vinnen 23 kunnen bijvoorbeeld gesoldeerd zijn aan de eerste wand 21 en aan de tweede wand 22. Tussen de eerste wand 21 en de tweede wand 22 bevinden zich voorts tussenruimten met daarin lucht 24. Warmte van het afvalwater 2 wordt aan het leidingwater 3 overgedragen via achtereenvolgens de eerste wand 21, de vinnen 23 en de tweede wand 22.
25 Het aldus voorverwarmde leidingwater 3 kan bijvoorbeeld geleid worden naar een mengkraan van de douche-inrichting en/of naar een verwarmingsketel voor verdere verwarming van het voorverwarmde water. Vanuit de verwarmingsketel kan het verder verwarmde leidingwater bijvoorbeeld naar de mengkraan geleid worden.
8
De constructie bestaande uit de eerste wand 21, de tweede wand 22 en de vinnen 23 (zie Fig. 5) vormt een zogenoemde “dubbele scheiding” tussen het afvalwater 2 en het leidingwater 3. Een dergelijke dubbele scheiding vermindert het risico dat afvalwater en leidingwater met elkaar 5 kunnen mengen in het eventuele geval dat één of meer lekkagedoorgangen zouden ontstaan in de eerste wand 21 en in de tweede wand 22. De vinnen 23 hebben de functie om de genoemde tussenruimten met lucht 24 te creëren tussen de eerste wand 21 en de tweede wand 22. De aanwezigheid van deze tussenruimten maakt het mogelijk dat bij het ontstaan van een 10 lekkagedoorgang in de eerste wand 21 of in de tweede wand 22 een doorgang voor lekkend afvalwater of lekkend leidingwater naar de tussenruimten ontstaat nog voordat afvalwater en leidingwater met elkaar kunnen mengen. Naar de tussenruimten stromend afvalwater of leidingwater kan dan tijdig gedetecteerd worden in de zin dat de 15 tussenruimten fungeren als (deel van) een lekdetectiekanaal. Detectie van lekkend water kan bijvoorbeeld door visuele waarneming plaatsvinden, maar bijvoorbeeld ook door middel van een van de diverse bekende of anderszins te realiseren lekdetectoren of lekdetectiemechanismen die voorzien kunnen zijn van diverse soorten alarmeringsmiddelen. Bij 20 voorkeur zijn de dikten van de vinnen 23 kleiner dan 2,0 millimeter. Deze dikten blijken klein genoeg te zijn om in de praktijk genoegzaam te voorkomen dat een doorgaande lekdoorgang gevormd zou worden die zich via het inwendige van de vinnen 23 zou uitstrekken door zowel de eerste wand 21 als de tweede wand 22 zonder dat daarbij de gevormde lekdoorgang 25 eerst een tussenruimte met lucht 24 zou bereiken. Indien de dikten van de vinnen 23 tussen 1,0 en 2,0 millimeter bedragen, blijken deze dikten in het algemeen groot genoeg te zijn om een goede warmteoverdracht via de vinnen 23 mogelijk te maken.
Diverse andere uitvoeringsvormen van de warmteuitwisselende 30 scheidingsconstructie zijn mogelijk. Een voorbeeld van een dergelijke andere 9 uitvoeringsvorm is getoond in Fig. 6 die twee in hoofdzaak vlakke en onderling parallel geplaatste dergelijke warmteuitwisselende scheidingsconstructies 607 toont. De getoonde scheidingsconstructie 607 omvat drie met elkaar verbonden platen, bijvoorbeeld aan elkaar 5 gesoldeerde platen. Deze platen kunnen bijvoorbeeld van koper zijn. De eerste plaat 621 en de tweede plaat 622 fungeren respectievelijk als de bovengenoemde eerste wand 21 en tweede wand 22 van Fig. 5. Te zien is dat de tweede plaat 622 een aantal vinnen heeft waarmee de tweede plaat 622 aan de eerste plaat 621 gesoldeerd is. Tussen de eerste plaat 621 en de 10 tweede plaat 622 worden aldus weer tussenruimten gevormd voor lucht 24. De derde plaat 623 heeft een aantal vinnen waarmee de derde plaat 623 aan de tweede plaat 622 gesoldeerd is. Tussen de tweede plaat 622 en de derde plaat 623 worden aldus kanalen gevormd voor leidingwater 3. Laatstgenoemde kanalen kunnen een kanalenstelsel vormen dat kan 15 worden aangesloten op een toevoer en afvoer voor leidingwater naar en van de scheidingsconstructie. Op deze wijze wordt eveneens een dubbele scheiding met adequate lekdetectiemogelijkheid verkregen.
Opgemerkt wordt dat de tussenruimten voor lucht 24 en de kanalen voor leidingwater 3 natuurlijk ook op diverse andere wijzen 20 gevormd kunnen worden. Bijvoorbeeld kan de tweede plaat 622 ook niet voorzien zijn van genoemde vinnen, terwijl daarvoor in de plaats de eerste plaat 621 dergelijke vinnen heeft. Ook kan de tweede plaat 622 aan zijn andere zijde voorzien zijn van vinnen, terwijl de derde plaat 623 dan geen dergelijke vinnen heeft. Maar ook is het mogelijk dat twee naar elkaar 25 gekeerde zijden van twee met elkaar verbonden platen beide voorzien zijn van vinnen, waarbij de vinnen van de ene plaat aansluiten op de vinnen van de andere plaat. Diverse combinaties van dergelijke genoemde varianten zijn natuurlijk ook mogelijk.
Een ander voorbeeld van een dergelijke andere uitvoeringsvorm is 30 getoond in Figuren 7 en 8 die twee in hoofdzaak vlakke en onderling parallel 10 geplaatste dergelijke warmteuitwisselende scheidingsconstructies 707 toont. De getoonde scheidingsconstructie 707 omvat een eerste plaat 721 die fungeert als de bovengenoemde eerste wand 21 van Fig. 5, alsmede een buizenstelsel waarvan de buis wanden 722 elk fungeren als de 5 bovengenoemde tweede wand 22 van Fig. 5. Door het buizenstelsel stroomt het leidingwater 3. De buiswanden 722 kunnen door middel van gesoldeerde langsvinnen met de eerste plaat 721 verbonden zijn. De plaatsen van dergelijke langsvinnen zijn in Fig. 7 aangeduid met referentiecijfers 723. Ook op deze wijze wordt een dubbele scheiding met adequate 10 lekdetectiemogelijkheid verkregen.
Verwezen wordt nu weer naar het voorbeeld van de Figuren 1 t/m 5.
De getoonde warmtewisselaar 1 omvat een stankwerende waterslotconstructie 11 die, gezien in de ingebouwde bedrijfstoestand en in 15 de zin van de stroming van het afvalwater 2, stroomopwaarts van de scheidingsconstructie 7 gesitueerd is. In Fig. 3 is met referentiecijfer 16 een afdichtingselement van de waterslotconstructie 11 getoond. Voorts heeft de warmtewisselaar 1 aan zijn onderzijde nog een afvoeraansluiting 12 voor aansluiting op het riool.
20 Gezien in de ingebouwde bedrijfstoestand omvat de warmtewisselaar 1 voorts een afvalwaterverdeelconstructie die, gezien in de ingebouwde bedrijfstoestand en in de zin van de stroming van het afvalwater 2, stroomopwaarts van de scheidingsconstructie 7 gesitueerd is en het door de afvoergoot 5 opgevangen afvalwater op een in de 25 gootlangsrichting L verdeelde wijze naar de scheidingsconstructie 7 geleidt.
In het getoonde voorbeeld is dat gerealiseerd doordat de afvalwaterverdeelconstructie, gezien in de ingebouwde bedrijfstoestand, tenminste één overstromingsdeel 9 voor het afvalwater 2 omvat, welk tenminste ene overstromingsdeel in bovenaanzicht langgerekt in de 30 gootlangsrichting L gevormd is. Meer in het bijzonder, is dat in het getoonde 11 voorbeeld gerealiseerd doordat het langgerekte tenminste ene overstromingsdeel 9 deel uitmaakt van de stankwerende waterslotconstructie 11 in de zin dat via het langgerekte tenminste ene overstromingsdeel 9 het afvalwater 2 uit zijn waterslottoestand geraakt.
5 Fig. 4 toont dat het tenminste ene overstromingsdeel 9 in de gootlangsrichting L afwijkingen 10 ten opzichte van een rechte overstromingslijn heeft voor het in stand houden van genoemde in de gootlangsrichting verdeelde wijze van afval water geleiding naar de scheidingsconstructie 7 voor het compenseren van een eventueel in de 10 gootlangsrichting L niet waterpas geplaatste afvalwaterverdeelconstructie. In het getoonde voorbeeld worden deze afwijkingen gevormd door een aantal locale verhogingen 10 met daartussen doorstromingsgebieden voor afvalwater 2. Deze doorstromingsgebieden kunnen eventueel aan hun bovenzijden begrensd zijn doordat de verhogingen 10 aldaar met elkaar 15 verbonden zijn. In dit laatste geval kunnen de doorstromingsgebieden dus doorstromingsopeningen in een opstaande ribbe zijn.
Verwezen wordt nu naar de in Fig. 9 getoonde warmtewisselaar 101. De warmtewisselaar 101 heeft een scheidingsconstructie die is opgebouwd uit twee in hoofdzaak vlakke en onderling parallel geplaatste 20 warmteuitwisselende scheidingsconstructies 107. Een verschil tussen de warmtewisselaar 1 en de warmtewisselaar 101 is dat bij de warmtewisselaar 1 het afvalwater 2 langs twee van elkaar afgekeerde oppervlakken van de twee scheidingsconstructies 7 geleid wordt, terwijl bij de warmtewisselaar 101 het afvalwater 2 langs twee naar elkaar toe 25 gekeerde oppervlakken van de twee scheidingsconstructies 107 geleid wordt.
Verwezen wordt nu naar de in Fig. 10 getoonde warmtewisselaar 201. De warmtewisselaar 201 heeft een scheidingsconstructie die is opgebouwd uit twee in hoofdzaak vlakke en onderling parallel geplaatste warmteuitwisselende scheidingsconstructies 207. Een verschil tussen de 30 warmtewisselaar 1 en de warmtewisselaar 201 is dat bij de 12 warmtewisselaar 1 het afvalwater 2 langs twee van elkaar afgekeerde oppervlakken van de twee scheidingsconstructies 7 geleid wordt, terwijl bij de warmtewisselaar 201 het afvalwater 2, in aanvulling daarop, tevens langs twee naar elkaar toe gekeerde oppervlakken van de twee 5 scheidingsconstructies 207 geleid wordt. Hierdoor wordt het totale warmteoverdrachtsoppervlakte vergroot. In het getoonde voorbeeld is dit gerealiseerd doordat het overstromingsdeel 9 het afvalwater naar twee soortgelijke der gelijke overstromingsdelen 219 leidt. De overstromingsdelen 219 kunnen in de gootlangsrichting eventueel weer voorzien zijn van de 10 eerder genoemde afwijkingen ten opzichte van een rechte overstromingslijn voor het in stand houden van genoemde in de gootlangsrichting verdeelde wijze van afvalwatergeleiding naar de scheidingsconstructie voor het compenseren van een eventueel in de gootlangsrichting niet waterpas geplaatste afvalwaterverdeelconstructie.
15 Verwezen wordt nu naar de in Fig. 11 getoonde warmtewisselaar 301. De warmtewisselaar 301 heeft een scheidingsconstructie die een onder een geringe hoek met de verticaal geplaatste en in hoofdzaak vlakke warmteuitwisselende scheidingsconstructie 307 omvat. Dit bevordert een goed kontakt tussen de scheidingsconstructie en het daarover stromende 20 afvalwater 2.
Verwezen wordt nu naar de in Fig. 12 getoonde warmtewisselaar 401. De warmtewisselaar 401 heeft een scheidingsconstructie die is opgebouwd uit twee in hoofdzaak vlakke warmteuitwisselende scheidingsconstructies 407 die elk onder een geringe hoek met de verticaal 25 geplaatst zijn.
Verwezen wordt nu naar de in Fig. 13 getoonde warmtewisselaar 501. Een verschil tussen de warmtewisselaar 1 en de warmtewisselaar 501 is dat bij de warmtewisselaar 501 het langgerekte tenminste ene overstromingsdeel 509 geen deel uitmaakt van de stankwerende 30 waterslotconstructie van de warmtewisselaar 501. De getoonde 13 warmtewisselaar 501 heeft een separate stankwerende waterslotconstructie 511 die de vorm kan hebben van diverse in de handel verkrijgbare waterslotconstructies, zoals bijvoorbeeld de gebruikelijke sifon die concentrisch in elkaar grijpende waterslotwanden omvat.
5 Opgemerkt wordt dat de bovengenoemde voorbeelden van uitvoeringsvormen de uitvinding niet beperken en dat binnen de reikwijdte van de bijgaande conclusies diverse alternatieven mogelijk zijn.
Zo kan de gootlangsrichting in plaats van recht ook niet recht zijn. Bijvoorbeeld kan de gootlangsrichting, locaal of over de gehele lengte van de 10 afvoergoot, in meer of mindere mate gebogen, of op één of meer plaatsen geknikt zijn.
Andere varianten of modificaties zijn echter ook mogelijk. Deze en soortgelijke alternatieven worden geacht binnen het kader te vallen van de uitvinding zoals gedefinieerd in de bij gevoegde conclusies.

Claims (6)

1. Warmtewisselaar voor een doucheinrichting, ingericht voor warmteoverdracht van afvalwater (2) dat uit de doucheinrichting wordt afgevoerd aan leidingwater (3) dat aan de doucheinrichting wordt toegevoerd, en ingericht voor inbouw in een vloer (4) van de 5 doucheinrichting, welke warmtewisselaar (1; 101; 201; 301; 401; 501), gezien in ingebouwde bedrijfstoestand, omvat: - een verdiept in de vloer liggende afvoergoot (5) voor het opvangen van het afvalwater, welke afvoergoot een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende gootlangsrichting (L) heeft; 10. een warmteuitwisselende scheidingsconstructie (7) die het afvalwater en het leidingwater van elkaar gescheiden houdt, via welke scheidingsconstructie genoemde warmteoverdracht plaatsvindt, en welke scheidingsconstructie in hoofdzaak gelegen is in een onder de afvoergoot gelegen verticale projectieruimte (8) van de afvoergoot en zich in genoemde 15 projectieruimte in hoofdzaak zowel in de gootlangsrichting als in verticale richting uitstrekt; en - een afvalwaterverdeelconstructie (9; 219; 509) die, gezien in de ingebouwde bedrijfstoestand en in de zin van de stroming van het afvalwater, stroomopwaarts van de scheidingsconstructie gesitueerd is en het door de 20 afvoergoot opgevangen afvalwater op een in de gootlangsrichting verdeelde wijze naar de scheidingsconstructie geleidt.
2. Warmtewisselaar volgens conclusie 1, waarbij, gezien in de ingebouwde bedrijfstoestand, de maximale lengte van de afvoergoot (5) in de 25 gootlangsrichting (L) minimaal viermaal zo groot is als de maximale horizontaal gemeten breedte van de afvoergoot dwars op de gootlangsrichting, en de maximale lengte van de scheidingsconstructie (7) in de gootlangsrichting minimaal driemaal zo groot is als genoemde maximale breedte van de afvoergoot.
3. Warmtewisselaar volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 5 afvalwaterverdeelconstructie, gezien in de ingebouwde bedrijfstoestand, tenminste één overstromingsdeel (9; 219; 509) voor het afvalwater (2) omvat, welk tenminste ene overstromingsdeel in bovenaanzicht langgerekt in de gootlangsrichting (L) gevormd is voor het realiseren van genoemde in de gootlangsrichting verdeelde wijze van afvalwatergeleiding naar de 10 scheidingsconstructie (7).
4. Warmtewisselaar volgens conclusie 3, waarbij het tenminste ene overstromingsdeel (9; 219; 509) in de gootlangsrichting (L) afwijkingen (10) ten opzichte van een rechte overstromingslijn heeft voor het in stand 15 houden van genoemde in de gootlangsrichting verdeelde wijze van afvalwatergeleiding naar de scheidingsconstructie (7) voor het compenseren van een eventueel in de gootlangsrichting niet waterpas geplaatste afvalwaterverdeelconstructie.
5. Warmtewisselaar volgens conclusie 3 of 4, verder omvattende een stankwerende waterslotconstructie (11) die, gezien in de ingebouwde bedrijfstoestand en in de zin van de stroming van het afvalwater (2), stroomopwaarts van de scheidingsconstructie gesitueerd is en waarbij het langgerekte tenminste ene overstromingsdeel (9) deel uitmaakt van de 25 stankwerende waterslotconstructie in de zin dat via het langgerekte tenminste ene overstromingsdeel het afvalwater uit zijn waterslottoestand geraakt.
6. Warmtewisselaar volgens een der conclusies 3 t/m 5, waarbij, 30 gezien in de ingebouwde bedrijfstoestand, de maximale lengte van de afvoergoot (5) in de gootlangsrichting (L) minimaal viermaal zo groot is als de maximale horizontaal gemeten breedte van de afvoergoot dwars op de gootlangsrichting, en de maximale lengte van het langgerekte tenminste ene overstromingsdeel (9; 219; 509) in de gootlangsrichting minimaal driemaal 5 zo groot is als genoemde maximale breedte van de afvoergoot.
NL2002988A 2009-06-09 2009-06-09 Warmtewisselaar voor een doucheinrichting. NL2002988C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002988A NL2002988C2 (nl) 2009-06-09 2009-06-09 Warmtewisselaar voor een doucheinrichting.
EP10165128A EP2273223A1 (en) 2009-06-09 2010-06-07 Heat exchanger for a shower

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002988 2009-06-09
NL2002988A NL2002988C2 (nl) 2009-06-09 2009-06-09 Warmtewisselaar voor een doucheinrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2002988C2 true NL2002988C2 (nl) 2010-12-13

Family

ID=42124496

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2002988A NL2002988C2 (nl) 2009-06-09 2009-06-09 Warmtewisselaar voor een doucheinrichting.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2273223A1 (nl)
NL (1) NL2002988C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH709194A2 (de) 2014-01-17 2015-07-31 Joulia Ag Wärmetauscher für eine Dusche oder Badewanne.
WO2024173978A1 (en) * 2023-02-20 2024-08-29 A & K Building Co. Pty. Limited Heat exchanger for a shower
CH720600A1 (de) 2023-03-09 2024-09-30 Joulia Ag Wärmetauschereinheit und Rinnenkörper

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE20013530U1 (de) * 2000-08-05 2000-10-05 Hilbert Hoogestraat & Sohn GmbH, 26736 Krummhörn Vorrichtung zur Wärmerückgewinnung
GB2389373A (en) * 2002-06-05 2003-12-10 Paul Bancroft Shower waste trap
NL1025765C2 (nl) * 2004-03-18 2004-09-06 Jered Nijhof Goot met stankafsluiter.
FR2868796A1 (fr) * 2004-04-09 2005-10-14 Cao Fao Solutions Installation sanitaire comp0rtant un dispositif de recuperation d'energie a echangeur thermique
WO2006041320A1 (en) * 2004-10-15 2006-04-20 Garth Kennedy Mcgregor Wastewater heat recovery device and method
DE202007006050U1 (de) * 2006-10-25 2007-08-23 Dallmer Gmbh & Co. Kg Ablaufvorrichtung für die zumindest teilweise Einbringung in einen Boden eines Raumes
DE202006014959U1 (de) * 2006-09-27 2008-02-14 Viega Gmbh & Co. Kg Bodenablauf, insbesondere in Form einer Duschrinne

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1009927C2 (nl) 1998-08-21 2000-06-30 Hei Tech Bv Inrichting voor het terugwinnen van warmte uit afvalwater voor het verwarmen van leidingwater bestemd voor een douche.
NL1014030C2 (nl) 2000-01-06 2001-07-09 Hei Tech Bv Buisvormige warmtewisselaar.
NL1028249C2 (nl) 2005-02-10 2006-08-11 Hei Tech Bv Inrichting voor het terugwinnen van warmte uit afvalwater, alsmede douche- en/of badinrichting voorzien van een dergelijke inrichting.

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE20013530U1 (de) * 2000-08-05 2000-10-05 Hilbert Hoogestraat & Sohn GmbH, 26736 Krummhörn Vorrichtung zur Wärmerückgewinnung
GB2389373A (en) * 2002-06-05 2003-12-10 Paul Bancroft Shower waste trap
NL1025765C2 (nl) * 2004-03-18 2004-09-06 Jered Nijhof Goot met stankafsluiter.
FR2868796A1 (fr) * 2004-04-09 2005-10-14 Cao Fao Solutions Installation sanitaire comp0rtant un dispositif de recuperation d'energie a echangeur thermique
WO2006041320A1 (en) * 2004-10-15 2006-04-20 Garth Kennedy Mcgregor Wastewater heat recovery device and method
DE202006014959U1 (de) * 2006-09-27 2008-02-14 Viega Gmbh & Co. Kg Bodenablauf, insbesondere in Form einer Duschrinne
DE202007006050U1 (de) * 2006-10-25 2007-08-23 Dallmer Gmbh & Co. Kg Ablaufvorrichtung für die zumindest teilweise Einbringung in einen Boden eines Raumes

Also Published As

Publication number Publication date
EP2273223A1 (en) 2011-01-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2002988C2 (nl) Warmtewisselaar voor een doucheinrichting.
NL1040236C2 (nl) Tunnelopstelling.
CN203080629U (zh) 一种立管集水器
RU2694630C2 (ru) Сливное устройство в сборе, корпус сливного устройства для использования в таком устройстве в сборе и канализационный сифон для использования в таком устройстве в сборе
JP6768436B2 (ja) 排水チャンバー
KR101365935B1 (ko) 악취 방지를 위한 오수받이
CN109162339A (zh) 一种装配式建筑预埋管件
NL1015561C2 (nl) Een los in douchebak en/of douchecabinebodem geplaatste warmtewisselaar, uitneembaar, demontabel, strak sluitend en passend aan de vorm van de douchebak en/of douchecabinebodem.
KR101342860B1 (ko) 동층배관 및 층하배관용 통합 배수 시스템
CN109235609A (zh) 一种装配式建筑排水预埋管件
KR101562759B1 (ko) 우수토실용 벽체플레이트 조립체
KR101365936B1 (ko) 입상관 길이 조절을 위한 오수받이
EP2210990A2 (en) Narrow siphon
KR101328395B1 (ko) 견고한 체결을 위한 오수받이
SE2150051A1 (en) Tilaelementti
KR101351274B1 (ko) 동결 방지를 위한 오수받이
KR20170002282U (ko) 층상배관용 바닥배수장치
JP4555122B2 (ja) 排水容器
JP2010159631A (ja) 排水構造体及び床排水構造
CN111021489A (zh) 一种卫生间不降板同层排水系统
EP2302143A1 (en) Gutter drain
AU2012261627B2 (en) Trench Drainage System
KR101487394B1 (ko) 욕실용 통합 배수트랩
GB2485429A (en) Floor drain T piece comprising an internal deflector
CN106458291B (zh) 浮式结构

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150701