NL2001884C2 - Inrichting en werkwijze voor het prikkelen van een menselijk lichaam. - Google Patents

Description

Inrichting en werkwijze voor het prikkelen van een menselijk lichaam

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 inrichting voor het prikkelen van een menselijk lichaam.

De inrichting kan worden gebruikt om een persoon te laten ontspannen door stimulatie van de huid. De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het prikkelen van het lichaam.

10

Apparaten voor het activeren van het menselijk lichaam zijn bekend, zoals bijvoorbeeld massageapparaten. Hierbij kan de gebruiker bijvoorbeeld een massageband om het lichaam plaatsen, en het apparaat activeren waarbij de 15 massageband gaat trillen. Verder zijn massageapparaten bekend waar een gebruiker op kan plaats nemen, en waarbij de voeten worden gemasseerd. Een massage heeft een ontspannende werking op de persoon, ook wanneer de massage wordt uitgevoerd door een apparaat.

20 Een andere manier om een persoon te laten ontspan nen is door die persoon te kriebelen. Kriebelen wordt door veel mensen als zeer aangenaam ervaren. Een persoon kan gekriebeld worden door bijvoorbeeld zeer licht met de vingers over de blote huid te strelen. Ook kan gebruik ge-25 maakt worden van bijvoorbeeld een veer, zoals een duiven-veer, om de huid te stimuleren. Iemand kan zichzelf kriebelen, maar de meeste mensen geven de voorkeur aan gekriebeld worden. Hierbij is dus altijd een tweede persoon noodzakelijk en zeker wanneer moeilijk bereikbare plekken 30 zoals de rug gekriebeld moeten worden. Helaas is niet altijd een tweede persoon aanwezig of bereid om een ander te kriebelen.

2

Er is dus een behoefte aan een apparaat waarmee een persoon kan worden geprikkeld zonder dat een tweede persoon nodig is.

Aan deze behoefte wordt voldaan door een inrich-5 ting voor het prikkelen van een menselijk lichaam, omvattende : - een prikkelorgaan voor het contact maken met het lichaam; - een bewegingsorgaan voor het automatisch bewegen 10 van het prikkelorgaan zodat, althans in gebruik, het lichaam op verschillende plaatsen wordt geprikkeld.

De gebruiker wordt automatisch geprikkeld door de inrichting hoeft zelf niets te doen, en hij heeft verder ook niemand nodig. Door het prikkelen van de huid van de 15 gebruiker zal'de gebruiker een licht gekriebel ervaren en op een aangename manier kunnen ontspannen.

In een uitvoeringsvorm is het prikkelorgaan afneembaar gekoppeld aan het bewegingsorgaan. Hierdoor is het mogelijk om persoonlijke voorkeur(en) te gebruiken.

20 Het prikkelorgaan omvat in een uitvoeringsvorm één of meer van de volgende elementen omvat: - een nylon draad; - een veer; - een borsteltje; 25 - een strookje stof; - een langwerpige haren borstel.

De nylondraad, als voorbeeld, wordt door het bewegingsorgaan op een bepaalde snelheid over het lichaam bewogen. Er vindt daarbij slechts heel zacht contact plaats, 30 waardoor de persoon de aanraking ervaart als gekriebel.

In een uitvoeringsvorm omvat het bewegingsorgaan een gebogen geleidingsorgaan waarlangs het prikkelorgaan heen en weer kan bewegen. De gebruiker kan onder de boog 3 gaan liggen, waarna het prikkelorgaan van verschillende kanten het lichaam kan aanraken. Ook aan de zijkant van het lichaam kan dus gekriebeld worden.

In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting een 5 tweetal parallelle geleidingsorganen, waarbij het gebogen geleidingsorgaan beweegbaar is gekoppeld met ieder van de parallelle geleidingsorganen. Hierdoor kan het prikkelorgaan over een bepaald gebied bewogen worden, waarbij bijvoorbeeld de hele rug van de gebruiker benaderd kan wor-10 den.

In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting een tweetal verbindingsorganen die de parallelle geleidingsorganen met elkaar verbinden. Hierdoor ontstaat een frame-werk dat gemakkelijk te plaatsen is op bijvoorbeeld een 15 vloer en dat ook makkelijk te verplaatsen is. Ook meer of minder dan twee verbindingsorganen zijn denkbaar.

In een uitvoeringsvorm omvat ieder van de verbindingsorganen een geleidingsmechanisme, waarbij tussen de respectieve geleidingsmechanisme van de twee verbindings-20 organen, een overbrenging aanwezig is die is ingericht voor het overbrengen van een beweging van de geleidingsme-chanismen naar het prikkelorgaan. In deze uitvoeringsvorm is geen aandrijving nodig op het beweegbare gebogen geleidingsorgaan. De aandrijving kan op of aan de verbindings-25 organen worden aangebracht die zelf niet bewegen. De overbrenging kan bestaan uit een gespannen koord waarbij het prikkelorgaan een lus omvat waar door het koord is aangebracht. Het koord kan de beweging van de geleidingsmecha-nismen op de verbindingsorganen overbrengen op het prik-30 kelorgaan dat langs het gebogen geledingsorgaan beweegt. Het voordeel van een koord is dat deze zelf licht en dun is, waardoor de gebruiker het koord nauwelijks ziet. Hierdoor blijft de hele constructie licht en transparant.

4

Het gebogen geleidingsorgaan kan twee gebogen metalen platen omvatten die op afstand van elkaar zijn ingericht. Tussen de metalen platen is een sleuf waar het 5 prikkelorgaan in ka worden bevestigd.

In een uitvoeringsvorm kan het prikkelorgaan roteren. Het prikkelorgaan kan hierbij bijvoorbeeld een borstel omvatten dat ronddraait. Dit geeft de gebruiker een aangename ervaring.

10 In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting een be sturingseenheid die is ingericht om een beweging van het prikkelorgaan te besturen. Het besturingsorgaan is gekoppeld, eventueel draadloos, met de aandrijvingen van de verschillende onderdelen. Met de besturingseenheid kan 15 bijvoorbeeld de snelheid van de beweging van het prikkelorgaan worden besturen/veranderd.

In een uitvoeringsvorm is de besturingseenheid ingericht om bepaalde zones te definiëren, waarbij in een bepaalde zone de beweging en/of snelheid van het prikkel-20 orgaan specifiek is voor de zone.

In een verdere uitvoeringsvorm is de besturingsin-richting ingericht voor het bepalen van een traject dat het prikkelorgaan, tijdens gebruik, aflegt. Het traject kan hierbij een willekeurige ondefinieerbare (random) rou-25 te omvatten.

In een uitvoeringsvorm omvat het bewegingsorgaan een elektrische aandrijving voor het automatisch bewegen van het prikkelorgaan.

In nog een verdere uitvoeringsvorm omvat de in-30 richting een afstandmeter voor het meten van een afstand tussen de afstandmeter en het lichaam waarbij het bewegingsorgaan een toenaderingsmechanisme omvat ingericht om het prikkelorgaan richting het lichaam te brengen, waarbij 5 de afstand van het prikkelorgaan tot het lichaam afhankelijk is van de afstand gemeten door de afstandmeter.

In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting één of meerdere bruiningslampen. Dit levert een apparaat op dat 5 een combinatie is van een kriebelapparaat en een zonnebank .

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het prikkelen van een menselijk lichaam, omvattende : 10 - het verschaffen van de bovenbeschreven inrich ting; - het laten bewegen van het prikkelorgaan zodanig dat het prikkelorgaan in aanraking komt met het lichaam van een gebruiker.

15

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen in het navolgende in meer detail worden beschreven aan de hand van enkele voorkeursuitvoeringsvormen. Hierbij wordt verwezen naar de aange-20 hechte figuren, waarbij: - Figuur 1 schematisch een aanzicht in perspectief toont van een inrichting voor het prikkelen van een menselijk lichaam volgens een eerste uitvoeringsvorm; - Figuur 2 een schematisch bovenaanzicht is van 25 het apparaat van Figuur 1, met de contouren van een lichaam van een gebruiker; - Figuur 3 een meer gedetailleerd voorbeeld is van een contactorgaan; - Figuur 4 het ontspanningsapparaat met een bestu-30 ringseenheid toont volgens een uitvoeringsvorm; - Figuur 5 een voorbeeld toont van een spoor/tra-ject gezien vanaf de bovenzijde van het apparaat 6 - Figuur 6 een aanzicht in perspectief toont van een verdere uitvoeringsvorm; - Figuur 7 toont schematisch een dwarsdoorsnede van het geleidingsmechanisme in een van de bogen.

5

Figuur 1 toont schematisch een aanzicht in perspectief van een inrichting 1 voor het prikkelen van een menselijk lichaam volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. De inrichting 1, hier verder ontspannings-10 apparaat 1 genoemd, omvat een prikkelorgaan 2 voor het contact maken met het lichaam. Verder omvat het kriebelap-paraat 1 een bewegingsorgaan voor het bewegen van het prikkelorgaan 2 zodat het lichaam op verschillende plaatsen wordt geprikkeld. In de uitvoeringsvorm van Figuur 1 15 bestaat het bewegingsorgaan uit een gebogen geleidingsor-gaan 4, dat beweegbaar is bevestigd aan een tweetal parallelle rails 5,6. De rails 5,6 zijn aan hun uiteindes met elkaar verbonden via bogen 7,8, die ook wel verbindingsor-ganen 7,8 worden genoemd. In Figuur 1 zijn typische afme-20 tingen van het apparaat 1 weergegeven. Opgemerkt wordt dat het apparaat 1 vele verschillende afmetingen kan hebben.

De bogen 7,8 en het geleidingsorgaan 4 hebben een zodanig afmeting en kromming, dat een persoon onder het apparaat 1 kan gaan liggen. Al naar gelang de wens is dit 25 op de buik dan wel op de rug. In Figuur 2 is schematisch een bovenaanzicht van het apparaat 1 getoond, met de contouren van een lichaam 21 van een gebruiker.

Het contact met het lichaam 21 vindt plaats met behulp het contactorgaan 2. In Figuur 3 is een voorbeeld 30 van een contactorgaan 2 in meer detail getoond. Het contactorgaan 2 bestaat uit een koppelstuk 33 en een kriebel-element 34 bevestigd aan het koppelstuk 33. Het contactorgaan 2 is afneembaar gekoppeld aan een geleidingsblok 31 7 dat tussen twee metalen bogen 4 kan schuiven. Op het ge-leidingsblok 31 is een geleidingslus 32 aanwezig waarvan de werking later wordt besproken. Voorbeelden van het kriebelelement 34 zijn: 5 - een stuk nylondraad - een veer - een borsteltje - een stukje stof - een langwerpige haren borstel.

10 Nu kan voor een bepaalde tinteüng/kriebel gekozen worden uit één van de bovengenoemde elementen. Door een bepaald contactorgaan 2 met een specifiek kriebelelement 34 te koppelen aan het geleidingsblok 31, is het voor de gebruiker zeer eenvoudig om een element van zijn persoon-15 lijke voorkeur te gebruiken. Koppeling van het contactorgaan 2 aan het geleidingsblok 31 kan op verschillende wijzen. Een mogelijkheid is om een magneetverbinding te gebruiken zodat het contactorgaan 2 snel te verwijderen is. Andere wijzen bekend bij de vakman zijn mogelijk zoals 20 bijvoorbeeld schroeven, klikken of schuiven.

In een uitvoeringsvorm is het contactorgaan 2 roteerbaar gekoppeld aan het geleidingsblok 31. In deze uitvoeringsvorm is in het geleidingsblok 31 een aandrijving (niet getoond) ingericht voor het eventueel ronddraaien 25 van het contactorgaan 2. Indien hierbij nu bijvoorbeeld een borsteltje als kriebelelement 34 wordt gekozen, dan zal de gebruikers een aangenaam kriebelen van het borsteltje ondervinden.

In een uitvoeringsvorm is de beweging van het con-30 tactorgaan 2 in te stellen. Hiervoor omvat het ontspan- ningsapparaat 1 een besturingseenheid 41, zie Figuur 4. De besturingseenheid 41 omvat een processor en een geheugen en is ingericht om een aantal software-instructies op te 8 slaan en uit te voeren. Via een uitgang van de besturingseenheid 41 worden stuursignalen naar aandrijvingen 42,43 gestuurd die zijn ingericht om bijvoorbeeld aandrijfkettingen of aandrijfdraden in of op de rails 5,6 aan te 5 drijven, zie Figuur 4. Op deze wijze kan het gebogen ge-leidingsorgaan 4 via de rails 5,6 heen en weer bewegen.

Ook is in een uitvoeringsvorm op het geleidingsorgaan 4 een aandrijving 44 die is ingericht om het geleidingsblok 31 heen en weer langs het gebogen geleidingsorgaan 4 te 10 bewegen. Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat door geschikt aansturen van de aandrijvingen 42,43 en 44 het contactorgaan 2 op iedere gewenste plek liggend op een gebogen oppervlak gedefinieerd door de rails 5,6 en het gebogen geleidingsorgaan 4, kan komen.

15 Het contactorgaan 2 en dus het kriebelelement 34 kan zo worden bewogen dat een bepaald traject wordt afgelegd met een bepaalde snelheid. De gebruiker kan hierbij door middel van programmering van de besturingseenheid zijn lichaam 'bewerken' op een zelf in te stellen snelheid 20 via een bepaald 'spoor'. Figuur 5 toont een voorbeeld van een spoor/traject gezien vanaf de bovenzijde van het apparaat 1. In een uitvoeringsvorm kan door de besturingseenheid 41 te programmeren een willekeurig ongedefinieerd (random) traject worden doorlopen. De gebruiker zal nu een 25 kriebelen ervaren met een onverwacht patroon.

Door het gebruik van een licht en flexibel kriebelelement zoals een nylondraad vindt slechts een heel zacht contact met de huid plaats. Zoals boven al genoemd kan de beweging worden ingesteld op een aantal voorkeuren. 30 De voorkeuren kunnen bij elk gebruik ook nog gevari- eerd/afgewisseld worden. Daarnaast is er in een uitvoeringsvorm de mogelijkheid om bepaalde zones te definiëren waarbij in elke zone een zonespecifiek gedrag van het con- 9 tactorgaan 2 kan worden geprogrammeerd, zoals bijvoorbeeld hoge/lage snelheid, meer/minder kriebelen per oppervlakte-eenheid, vormen van het traject (rondjes versus vierhoeken, en andere mogelijk varianten. Indien het contactor-5 gaan 2 roteerbaar is ingericht kan ook het rotatiegedrag van het contactorgaan 2 worden gevarieerd per zone.

Bijvoorkeur werkt het apparaat 1 op 230V 50Hz (lichtnet) en heeft het een transformator voor de interne laagspanningsbehoefte van de aandrijvingen 42,43,44. In 10 een uitvoeringsvorm bestaan de aandrijvingen uit motoren die zijn geïntegreerd in een stroomtoevoereenheid.

Figuur 6 toont een aanzicht in perspectief van een uitvoeringsvorm waarbij het apparaat 1 een aantal poten 61.62.63.64 heeft. Hierdoor komen de rails 5,6 van de 15 grond af. In een uitvoeringsvorm is de lengte van de poten 61.62.62.64 instelbaar zodat de hoogte van het apparaat kan worden aangepast aan de lichaamsbouw van de gebruiker.

Verder is te zien dat tussen de verbindingsorganen 7.8 (bogen) een overbrenging 68 aanwezig is in de vorm van 20 een koord, zoals een nylon koord. Het koord 68 is aan ieder uiteinde verbonden met een geleidingsmechanisme (niet getoond) aanwezig in ieder van de bogen 7,8. Figuur 7 toont schematisch een dwarsdoorsnede van het geleidingsmechanisme in een van de bogen 7,8. De boog 7,8 heeft een 25 (eventueel metalen) L-profiel waarin een kunststoffen profiel 71 is aangebracht. Het profiel 71 loopt in de boog 7.8 van de ene rail 5 naar de andere rail 6, zie Figuur 6. In het profiel 71 is op een plaats een klem 71 geplaatst die kan verschuiven in het profiel 71. De klem is bijvoor- 30 keur ook van kunststof en heeft een lage wrijvingscoëffi-ciënt met het profiel 71. De klem 72 omvat een lus 73 waar het koord 68 aan is bevestigd. In het profiel 71 is een kabel 75 aangebracht die is gekoppeld met een aandrijving, 10 zoals een elektromotor (niet getoond). De klem 72 is vastgemaakt aan de kabel 75 zodat indien aan de kabel 75 getrokken wordt, de klem 72 gaat verschuiven in het profiel 71. Op deze wijze kan het koord 68 heen en weer worden 5 bewogen waarbij het koord 68 steeds parallel blijft met de twee rails 5,6. Het koord 68 loopt door de lus 32 die is verbonden met het geleidingsblok 31, zie ook Figuur 3. Omdat het koord 68 door de lus 32 loopt en het geleidingsblok beweegbaar is gekoppeld met de twee platte stangen 4, 10 kan de beweging van geleidingsmechanisme worden overgebracht naar het contactorgaan 2. Het voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat op het geleidingsorgaan 4 geen aandrijving hoeft te worden gemonteerd zodat geen stroomtoevoer nodig is richting het geleidingsorgaan. Dit vereen-15 voudigt de constructie van het apparaat 1. Verder is, door het gebruik van een relatief dun koord, de overbrenging bijna niet zichtbaar. Het geleidingsblok 31 kan worden gefabriceerd uit een kunststof blok met een sleuf waardoorheen de stangen 4 komen. Door het gebruik van een geschikt 20 kunststof, zoals een kunststof met een zeer lage wrij- vingscoëfficiënt (zogenaamde HPP), is de wrijving tussen het geleidingsblok 31 en de stangen 4 makkelijk te overwinnen door het koord 68. Opgemerkt wordt dat andere overbrengingen 68 denkbaar zijn zoals een stang van metaal.

25 In een uitvoeringsvorm omvat het apparaat 1 één of meerdere bruiningslampen. Dit maakt een combinatie mogelijk van een kriebelapparaat en een zonnebank.

De uitvinding kan gebruikt worden door elk individu die behoefte heeft aan ontspanning op een moment en 30 tijdsduur dat door het individu wordt bepaald. In beginsel zal dit in huis zijn, maar het apparaat 1 kan in principe overal geplaatst worden. In de bovengenoemde uitvoeringsvormen is het apparaat 1 zo ontworpen dat een persoon er 11 onder kan liggen. Het apparaat 1 kan dan bijvoorbeeld op een bed of op de vloer worden geplaatst. Op bed kan er eenvoudig en veilig een deken, laken of slaapzak overheen gelegd worden om een aangename lichaamstemperatuur te hou-5 den/krijgen. Een aangename temperatuur is wenselijk bij een kriebeling. Het apparaat 1 is eventueel ook te gebruiken in de buitenlucht, bijvoorbeeld in de tuin of op een balkon. Het apparaat is ook goed te gebruiken in ontspan-ningcentra (fitnessclubs, sauna's en zonnebankstudio's).

10 Ook valt te denken aan kuuroorden, bejaardencentra, gehandicaptencentra, revalidatiecentra, ziekenhuizen, e.d.

Om het gehele lichaam te kunnen behandelen is het denkbaar dat een tweede frame (lees:apparaat) aan een eerste wordt gekoppeld. Daarmee zijn twee beweegbare contact-15 organen 2 gelijktijdig in beweging. De ene voor bijvoorbeeld de bovenste helft van het lichaam, de andere voor de onderste helft.

Het apparaat 1 is ook goed te gebruiken om de sensibiliteit van de huid te testen bij bijvoorbeeld revali-20 datie van personen. De besturingseenheid kan dan zo worden geprogrammeerd dat bepaalde zones worden behandeld, waarbij bijvoorbeeld met een camera opnames worden gemaakt voor diagnose doeleinden.

Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet beperkt is 25 tot een apparaat dat liggende personen kan prikkelen. De vakman zal begrijpen dat een persoon ook zittend of staand geprikkeld kan worden en dat daarvoor bepaalde modificaties aan het apparaat 1 moeten worden uitgevoerd.

In het voorgaande is de onderhavige uitvinding be-30 schreven aan de hand van enkele voorkeursuitvoeringsvormen. Verschillende aspecten van verschillende uitvoeringen worden beschreven geacht in combinatie met elkaar waarbij alle combinaties die op basis van dit document door een 12 vakman kunnen worden gemaakt dienen te worden meegelezen. Deze voorkeursuitvoeringsvormen zijn niet beperkend voor de beschermingsomvang van deze tekst. De gevraagde rechten worden bepaald in de aangehechte conclusies.

5

Claims (19)

1. Inrichting voor het prikkelen van een menselijk lichaam, omvattende: 5. een prikkelorgaan (2;34) voor het contact maken met het lichaam; - een bewegingsorgaan voor het automatisch bewegen van het prikkelorgaan zodat, althans in gebruik, het lichaam op verschillende plaatsen wordt geprikkeld. 10

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het prikkelorgaan afneembaar is gekoppeld aan het bewegingsorgaan .

3. Inrichting volgens één of meer van de voorgaan de conclusies, waarbij het prikkelorgaan één of meer van de volgende elementen omvat: - een nylon draad; - een veer; 20. een borsteltje; - een strookje stof; - een langwerpige haren borstel.

4. Inrichting volgens één of meer van de voorgaan- 25 de conclusies, waarbij het bewegingsorgaan een gebogen ge- leidingsorgaan (4) omvat waarlangs het prikkelorgaan heen en weer kan bewegen.

5. Inrichting volgens conclusie 4, verder omvat- 30 tend een tweetal parallelle geleidingsorganen (5,6), waarbij het gebogen geleidingsorgaan (4) beweegbaar is gekoppeld met ieder van de parallelle geleidingsorganen.

6. Inrichting volgens conclusie 5, verder omvattend een tweetal verbindingsorganen die de parallelle ge-leidingsorganen met elkaar verbinden.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij ieder van de verbindingsorganen een geleidingsmechanisme omvat en waarbij tussen de respectieve geleidingsmechanisme van de twee verbindingsorganen (7,8), een overbrenging (68) aanwezig is die is ingericht voor het overbrengen van een 10 beweging van de geleidingsmechanismen naar het prikkelor-gaan (2).

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de overbrenging een gespannen koord omvat en het prikkelor- 15 gaan een lus omvat waardoor het koord is aangebracht.

9. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 4-8, waarbij het gebogen geleidingsorgaan twee gebogen metalen platen omvat die op afstand van elkaar zijn 20 ingericht.

10. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het prikkelorgaan kan roteren.

11. Inrichting volgens één of meer van de voor gaande conclusies, waarbij de inrichting een besturingseenheid omvat die is ingericht om een beweging van het prikkelorgaan te besturen.

12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de besturingseenheid is ingericht om de snelheid van de beweging te besturen.

13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, waarbij de besturingseenheid is ingericht om bepaalde zones te definiëren, waarbij in een bepaalde zone de beweging en/of snelheid van het prikkelorgaan specifiek is voor de zone. 5

14. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 11-13, waarbij de besturingsinrichting is ingericht voor het bepalen van een traject dat het prikkelorgaan, tijdens gebruik, aflegt. 10

15. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 11-13, waarbij het traject een willekeurige ondefinieerbare route omvat.

16. Inrichting volgens één of meer van de voor gaande conclusies, waarbij het bewegingsorgaan een elektrische aandrijving (42,43,44) omvat voor het automatisch bewegen van het prikkelorgaan.

17. Inrichting volgens één of meer van de voor gaande conclusies, verder omvattend een afstandmeter voor het meten van een afstand tussen de afstandmeter en het lichaam waarbij het bewegingsorgaan een toenaderingsmecha-nisme omvat ingericht om het prikkelorgaan richting het 25 lichaam te brengen, waarbij de afstand van het prikkelorgaan tot het lichaam afhankelijk is van de afstand gemeten door de afstandmeter.

18. Inrichting volgens één of meer van de voor- 30 gaande conclusies, verder omvattend één of meerdere brui-ningslampen.

19. Werkwijze voor het prikkelen van een menselijk lichaam, omvattende: - het verschaffen van een inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies; 5. het laten bewegen van het prikkelorgaan zodanig dat het prikkelorgaan in aanraking komt met het lichaam van een gebruiker. ^ Q *********