NL2001814C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement en een met die werkwijze vervaardigd woningelement. - Google Patents
Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement en een met die werkwijze vervaardigd woningelement. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2001814C2 NL2001814C2 NL2001814A NL2001814A NL2001814C2 NL 2001814 C2 NL2001814 C2 NL 2001814C2 NL 2001814 A NL2001814 A NL 2001814A NL 2001814 A NL2001814 A NL 2001814A NL 2001814 C2 NL2001814 C2 NL 2001814C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- floor
- elements
- formwork
- housing element
- tunnel
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B1/00—Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
- E04B1/348—Structures composed of units comprising at least considerable parts of two sides of a room, e.g. box-like or cell-like units closed or in skeleton form
- E04B1/34815—Elements not integrated in a skeleton
- E04B1/34823—Elements not integrated in a skeleton the supporting structure consisting of concrete
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B28—WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
- B28B—SHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
- B28B23/00—Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects
- B28B23/0025—Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects with installation or service material, e.g. tubes for electricity or water
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B28—WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
- B28B—SHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
- B28B7/00—Moulds; Cores; Mandrels
- B28B7/08—Moulds provided with means for tilting or inverting
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B28—WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
- B28B—SHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
- B28B7/00—Moulds; Cores; Mandrels
- B28B7/22—Moulds for making units for prefabricated buildings, i.e. units each comprising an important section of at least two limiting planes of a room or space, e.g. cells; Moulds for making prefabricated stair units
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Ceramic Engineering (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Architecture (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Lining And Supports For Tunnels (AREA)
- Forms Removed On Construction Sites Or Auxiliary Members Thereof (AREA)
Description
Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement en een met die werkwijze vervaardigd woningelement
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement zoals beschreven in de aanhef van conclusie 1. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een met deze werkwijze te verkrijgen woningelement, zoals beschreven in 5 conclusie 10.
De uitvinding zal hierna in hoofdzaak worden beschreven aan de hand van de vervaardiging van een U-vormig woningelement, dat kan worden vervaardigd met een gebruikelijke tunnelbekisting. De uitvinding is echter niet beperkt tot het vervaardigen van dergelijke U-10 vormige woningelementen.
Het is in de techniek algemeen bekend om woningen, of althans onderdelen daarvan, zoals bijvoorbeeld een woningelement, te vervaardigen met behulp van een tunnelbekisting.
Bijvoorbeeld wordt bij de bouw van met name rijtjeswoningen 15 etc. en appartementencomplexen gebruik gemaakt van tunnelbekistingen. Daartoe wordt een eerste tunnelelement met twee zijwanden en een de zijwanden aan de bovenkant verbindend vloergedeelte op een ondergrond gepositioneerd. Vervolgens worden op afstand van de beide zijdelen additionele wanddelen geplaatst, zodanig dat een ruimte daar tussenin 20 wordt gevormd. Aan de open einden worden de ruimtes afgedicht. Ook aan de bovenzijde vindt een afdichting rondom plaats, ten minste tot een hoogte die overeenkomt met een op het vlakke deel van de tunnelbekisting te vormen vloergedeelte. In de op deze wijze gedefinieerde ruimte wordt een wapening aangebracht.
25 Ook is het in de techniek bekend om leidingen te positioneren, bijvoorbeeld voor het doorvoeren van elektriciteitsdraden, waterleidingen, etc. In het algemeen kunnen alle leidingen die door muren, vloeren en plafonds worden gevoerd, reeds bij de vervaardiging van het woningelement in de tunnelbekisting worden aangebracht. In de 30 praktijk worden in het bijzonder sparingen en elektrawerk ingestort.
Tenslotte wordt de hiervoor gedefinieerde ruimte gevuld met een uithardend materiaal, in het algemeen beton.
Het is in de techniek bekend om, nadat het uithardbare materiaal voldoende is uitgehard, dat wil zeggen zelfdragend is geworden, 35 de tunnelbekisting te verwijderen. Het tussen de wanden en plafond 2001Q14 2 gedefinieerde tunnelbekistingsdeel wordt door middel van krimpvoor-zieningen losgemaakt van het betreffende woningelement en daaruit verwijderd. Ook de aan de buitenzijde voorziene wanddelen worden van het woningelement verwijderd.
5 De hiervoor beschreven werkwijze wordt zeer veel in de praktijk toegepast.
Wanneer een volgende woninglaag moet worden gebouwd, wordt op het verkregen tunnelvormige woningelement een volgende tunnelbekis-ting geplaatst, alsmede buitenste wanddelen, en worden de hiervoor 10 genoemde stappen herhaald. Wanneer ook van de dan verkregen volgende laag een voldoende uitharding van het uithardbare materiaal is verkregen, worden de tunnelbekisting verwijderd en de buitenste wanddelen weggenomen.
De in de hiervoor beschreven praktijk toegepaste tunnelbekis-15 tingen dienen, wanneer een bouwproject is afgerond, uit elkaar te worden gehaald en te worden getransporteerd naar de bouwplaats van een volgend bouwproject.
De mogelijkheid om op deze wijze woningen en andere gebouwen te bouwen, is afhankelijk van de weersomstandigheden. Bij vorst en over-20 eenkomstige lage temperaturen kan het uitharden van beton niet in voldoende mate geschieden.
Ook bij regenachtige weersomstandigheden of zeer harde wind bestaat de mogelijkheid dat de kwaliteit van de te bouwen woning te wensen overlaat omdat de arbeiders en de apparatuur daar sterk door 25 worden gehinderd.
In de praktijk is het derhalve niet zeker dat een constante kwaliteit wordt gewaarborgd.
Voorts wordt het nadeel verkregen dat een bovenliggende woninglaag pas dan kan worden vervaardigd wanneer de onderliggende wo-30 ninglaag in hoofdzaak volledig is uitgehard.
Bij natte weersomstandigheden zal de woning ook aan de binnenzijde zeer nat worden en zal het beton veel water opnemen. De latere afbouw van de woning kan hierdoor sterk worden gehinderd wegens een hoog vochtgehalte.
35 Een verder nadeel bestaat uit het feit dat de verkregen vloer van een woning, voor wat betreft de vlakheid, te wensen overlaat. Er dient te allen tijde, bijvoorbeeld wanneer de woning in hoofdzaak is afgebouwd, een afwerkvloer te worden aangebracht die over de ruw ge- 3 storte betonvloer heen wordt aangebracht. Dat brengt extra kosten en extra arbeidstijd met zich mee.
In de techniek zijn methoden beschreven om een ten minste deel van de hiervoor genoemde problemen op te lossen, bijvoorbeeld in 5 CA2144938, GB1456645, GB1517962, US3853452, US4890999 en US5081805.
Deze publicaties beschrijven alle het gebruik van een bekisting om een woningelement te produceren, waarbij het woningelement na de productie kan worden omgekeerd, waardoor een tijdens de vervaardiging hoogst gelegen deel als laagst gelegen deel toepassing vindt.
10 In het bijzonder beschrijft CA2144938 een dergelijke werkwijze.
Het is gebleken dat deze werkwijze voor het vervaardigen van een woning kan worden verbeterd.
De uitvinding heeft tot doel een verbeterde werkwijze te verschaffen.
15 De uitvinding heeft voorts tot doel een verbeterde werkwijze te verschaffen waarmee een constantere en hoge kwaliteit kan worden gewaarborgd.
De uitvinding heeft tevens tot doel een werkwijze te verschaffen waarmee het vervaardigen van een woning sneller kan geschieden.
20 Ook heeft de uitvinding tot doel een werkwijze te verschaffen waarmee het aantal werkzaamheden op de bouwplaats sterk wordt verminderd.
Ter verkrijging van ten minste één van de hiervoor genoemde doelen verschaft de uitvinding een werkwijze die de maatregelen van 25 conclusie 1 omvat. Met deze werkwijze volgens de uitvinding wordt ten minste het voordeel verkregen dat delen van tegen elkaar aan te leggen woningelementen tijdens de vervaardiging van de woningelementen reeds nauwkeurig aansluitend kunnen worden aangebracht in de bekisting.
30 Tevens heeft de werkwijze het voordeel dat de fabricage onder gecontroleerde omstandigheden kan plaatsvinden waardoor een constante kwaliteit kan worden gewaarborgd.
Ook heeft de uitvinding het voordeel dat de werkzaamheden in hoofdzaak in een tegen weersinvloeden afgeschermde ruimte kunnen wor- 35 den uitgevoerd, waardoor te allen tijde kan worden geproduceerd, waarbij de weersomstandigheden geen invloed op de werkzaamheden hebben.
4
Andere voordelige uitvoeringsvormen van de werkwijze volgens de uitvinding staan genoemd in de afhankelijke conclusies 2-9. De voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden aan een deskundige na het lezen van de hierna volgende beschrijving en aan de hand van de 5 bijgevoegde tekeningen.
Fig. 1 toont een schematisch stroomschema voor het vervaardigen van drie woningelementen volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een tunnelbekisting voor gebruik bij de uitvinding.
10 Fig. 3 toont een schematisch aanzicht van een tunnelbekisting voor gebruik bij de uitvinding.
Fig. 4 toont een doorsnede door een deel van twee in hoofdzaak aanliggende elementen.
Fig. 5 toont een zijaanzicht van de doorsnede volgens fig. 4.
15 Fig. 6 toont een aanzicht overeenkomstig aan fig. 5 in een vol gende vervaardigingsstap.
Fig. 7 toont enkele uitvoeringsvormen van woningelementen die kunnen worden vervaardigd met de werkwijze volgens de uitvinding.
Fig. 8 toont een vloer van een woningelement volgens de uitvin- 20 ding.
Fig. 1 toont een schematisch aanzicht van een stroomschema, stappen (1), (IA), (2), (3), (4), (5), (6) en (7), waarmee woninge lementen volgens de uitvinding kunnen worden vervaardigd. In een eerste stap (1) worden drie woningelementen A, B, C vervaardigd. A heeft 25 twee uiteinden, waarvan één uiteinde is aangeduid met a. Woningelement B heeft twee uiteinden, een eerste uiteinde a', dat aanligt tegen uiteinde a van element A, en een tweede uiteinde b. Woningelement C heeft onder andere een eerste uiteinde b', dat aanligt tegen het uiteinde b van woningelement B.
30 Deze drie woningelementen A, B en C kunnen bijvoorbeeld in hoofdzaak gelijktijdig en fysiek aansluitend worden vervaardigd. Daartoe kunnen drie tunnelbekistingen worden voorzien, elk voor het vervaardigen van één woningelement. Een dergelijke techniek is in de praktijk algemeen bekend. De elementen kunnen zeer geschikt worden 35 gemaakt van een uithardbaar materiaal, bijvoorbeeld beton. Na voldoende uitharding van het beton kunnen de bekistingselementen worden losgezet van de woningelementen, waardoor de woningelementen A, B en C worden verkregen zoals getoond in fig. 1.
5
Hierbij heeft het de voorkeur dat de vertikale bekistingsele-menten naar binnen toe worden verplaatst zodat de wanden van het tun-nelelement vrij komen te staan. Het horizontale bekistingselement wordt bij voorkeur naar beneden toe verplaatst zodat ook het horizon-5 tale deel van het tunnelelement vrij komt te staan. Daardoor kan zoveel ruimte worden verschaft dat het tunnelelement van de bekisting weg kan worden verplaatst. Het tunnelelement kan vervolgens boven een hefinrichting worden gepositioneerd, die het tunnelelement bijvoorbeeld optilt en vervolgens kantelt. Daardoor kunnen de bekistingsele-10 menten in hoofdzaak op hun plaats blijven staan en kunnen zij makkelijk gereed worden gemaakt voor het vervaardigen van een volgende serie tunnelelementen.
In stap (IA) worden de woningelementen A, B en C enigszins van elkaar verwijderd waardoor de opvolgende handelingen makkelijker kun-15 nen worden uitgevoerd. Dat is echter niet te allen tijde noodzakelijk voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding.
In eerste instantie kan woningelement A worden gekanteld, waardoor de stappen (2) en (3) achtereenvolgens worden doorlopen. Vervolgens kan het woningelement A worden verplaatst, zoals aangeduid met 20 (4) en worden verschoven, zoals aangeduid met (5). Door deze kante lende en verplaatsende stappen krijgt het woningelement A de positie zoals getoond in (5). Vervolgens kunnen de elementen B en C dezelfde kanteling en verplaatsing ondergaan, waardoor de drie woningelementen A, B en C de posities verkrijgen zoals aangeduid met (5).
25 Door een dergelijke kanteling en verplaatsing van de woningele menten wordt het voordeel verkregen dat bij de laatste stap (5) de elementen A, B en C een onderlinge positionering verkrijgen, zoals die oorspronkelijk bestond in stap (1). Uiteraard bestaan er ook andere manieren om de respectievelijke volgorde van de elementen A, B 30 en C te verkrijgen, zoals aangeduid in (5) van fig. 1, zoals bijvoorbeeld het over 180 graden roteren van het element bij de stappen (3) en (4) en het vervolgens verder verplaatsen van de respectievelijke elementen A, B en C in de richting zoals aangeduid bij (1) tot en met (3) in fig. 1, waardoor oók de gewenste en hiervoor aangeduide volg-35 orde behouden blijft.
Bij het positioneren van de elementen A, B en C in (5) van fig. 1, kan het inwendige van de betreffende elementen ten minste gedeeltelijk worden afgewerkt, bijvoorbeeld door daarin tussenwanden 32 en 6 dergelijke aan te brengen, zoals getoond in stappen (5) en (6) . De positionering van de tussenwanden kan zeer nauwkeurig plaatsvinden door in de vloeren van de elementen A, B en C uitsparingen 31 te voorzien waarin de tussenwanden 32 moeten worden geplaatst. Deze uit-5 sparingen 31 kunnen reeds tijdens de vervaardiging van de tunnelele-menten in stap 1 zijn aangebracht. Daarbij zullen deze tussenwanden van de elementen A, B respectievelijk C, op elkaar aansluiten zoals dat ook op de bouwplaats voor het bouwen van de woning het geval zal zijn. De uitlijning van in de woning aan te brengen interieuronderde-10 len, zoals wanden, etc., kan daardoor automatisch nauwkeurig geschieden .
Stappen (6) en (7) uit fig. 1 tonen het op de woningelementen aanbrengen van plafonds 33. Deze kunnen bijvoorbeeld aan de zijwanden 34 van de woningelementen en aan de tussenwanden 32 worden bevestigd. 15 Zoals getoond in fig. 1, kan een woning worden vervaardigd wel ke een lengte heeft van drie achter elkaar te positioneren woningelementen A, B en C. Bijvoorbeeld kan de breedte van een woning, gelijk zijn aan de breedte van de elementen A, B, C.
De afmetingen van de elementen A, B en C kunnen identiek zijn, 20 maar de afmetingen kunnen ook verschillend zijn.
Fig. 2 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een bekisting voor het vervaardigen van een woningelement, zoals aangeduid in fig. 1.
De tunnelbekisting 1 wordt in hoofdzaak gevormd door twee wan-25 den 2, 3, een tunneldek 4, alsmede afsluitdelen 5, 6. Aan de buitenzijde is voorzien in buitenste wanddelen 7, 8. Hierdoor wordt een ruimte gevormd die door de hiervoor genoemde onderdelen 2-8 wordt begrensd. De hoogte van de buitenste wanddelen 7, 8, zal hoger zijn dan de hoogte van het tunneldek 4. De bovenzijde 9, 10, van de buitenste 30 wanddelen 7, respectievelijk 8, dient zo veel hoger te zijn dan de bovenzijde 11 van het tunneldek 4 dat een vloergedeelte met gewenste dikte kan worden verkregen.
Het tunneldek 4 van de bekisting is voorzien van een negatieve toog (niet getoond), waardoor de vloer van het woningelement, wanneer 35 het element is gekanteld, door het eigen gewicht horizontaal komt te liggen.
7
Het uiteinde van de tunnelbekisting, aangeduid met verwijzings-cijfer 13, dient uiteraard te worden afgesloten (niet getoond) voordat een uithardbaar materiaal in de bekisting kan worden gestort.
Zoals getoond in fig. 2 is wapening 12 aangebracht, welke op 5 bekende wijze door middel van afstandhouders, op afstand van de be-kistingsonderdelen 2-8 wordt gehouden. Daardoor wordt een goede vulling met uithardbaar materiaal verkregen.
Zoals te zien in fig. 2, wordt wapening in zowel het te vormen vloerdeel als in de wanddelen aangebracht.
10 Volgens de gebruikelijke praktijk van het vormen van woningde- len met behulp van een tunnelbekisting, kan de tunnelbekisting op een begane grondvloer of op een onderliggende verdieping worden geplaatst. Volgens de onderhavige uitvinding wordt het geheel in een bekisting aangebracht, waardoor ook afsluitdelen 5, 6, zijn voorzien. 15 Wanneer het woningelement is gekanteld, zoals in fig. 1 getoond bij stap (5), kan een plafondelement op elk element A, B, C, worden aangebracht. Een dergelijk plafondelement kan zodoende elk element A, B, C, ten minste grotendeels afdekken. Eventueel kan een opening in een plafondelement zijn voorzien voor het doorheen voeren van een 20 trapopgang. Een op (het plafond van) een element A, B, C te plaatsen volgend woningelement (niet getoond) kan eveneens van een overeenkomstige opening in de vloer zijn voorzien ten behoeve van een trapdoor-voer.
Eventueel kan er in worden voorzien dat een volgend woningele-25 ment op een reeds geplaatst woningelement wordt geplaatst, zonder eerst een plafondelement op het eerder geplaatste woningelement aan te brengen.
Fig. 3 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een tunnelbekisting, in hoofdzaak overeenkomstig aan fig. 2.
30 In fig. 3 is een voorbeeld van leidingwerk getoond. Op schema tische wijze zijn twee woningelementen A, B, in hoofdzaak aansluitend getoond. Woningelement A is afgesloten aan het uiteinde 13 door middel van een afsluitplaat 27. Tussen de beide elementen A, B, is tevens een tussenafsluiting 28 voorzien.
35 De tunnelbekisting ten behoeve van woningelement A heeft een eerste overspanningsuiteinde 13 en een tweede overspanningsuiteinde 14. Overspanningsuiteinde 14 is in fig. 1 aangeduid met a. Woningele- 8 ment B heeft een eerste overspanningsuiteinde 15, dat in fig. 1 is aangeduid met a'.
De beide bekistingsvoorzieningen voor de elementen A, B, zijn gescheiden door een afsluitplaat 28.
5 In de tunnelbekisting zoals getoond in fig. 3, zijn leidingen 16, 17, 18, 25, voorzien. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld elektrici teitsdraden en dergelijke worden gevoerd. De leiding 16 is met één uiteinde verbonden met een koppeldoos 19, die in hoofdzaak aansluit op een koppeldoos die is voorzien in de tunnelbekisting ten behoeve 10 van element B. In die koppeldoos is een leiding 17 verbonden, alsmede een leiding 18. De betreffende leidingen kunnen ten minste gedeeltelijk in de koppeldoos worden gevoerd.
Leiding 18 is tevens verbonden met een koppeldoos 20 die aan de bovenzijde (zoals getoond in fig. 3) is voorzien van een aansluitlei-15 ding 21. Wanneer het uithardbare materiaal wordt gestort, kan de aan-sluitleiding 21 ten minste gedeeltelijk uit het uithardbare materiaal steken, waardoor toegang vanaf die zijde tot de koppeldoos 20 mogelijk is.
Hoewel hiervoor de leidingen 16, 17, 18, 25 en de verschillende 20 aangesloten onderdelen zijn beschreven als leidingen ten behoeve van elektriciteitsdraden, kunnen deze leidingen op overeenkomstige wijze dienst doen als leidingen voor verwarmingswater, of voor tapwater, etc. Ook kunnen leidingen ten behoeve van telefoonaansluitingen worden voorzien.
25 In fig. 3 is het hoogteverschil tussen de bovenzijde van de buitenste wanddelen 7, 8, en de hoogte van het tunneldek 4 aangeduid met H. Dit is de maximale hoogte van de te vormen vloer.
Leiding 16 is met het van de koppeldoos 19 afgekeerde uiteinde verbonden met een wandcontactdoos 22. Voorts is een wandcontactdoos 30 23 voorzien die door middel van de leiding 25 is verbonden met een aansluiting 24. Na het kantelen van het element A zal de aansluiting 24 aan de bovenzijde van de wand van het element A zijn gelegen. Een op dit element te plaatsen plafondelement kan een aansluiting of koppeling voor het vervaardigen van de verbinding met de leiding 25 35 omvatten.
Ook is op schematische wijze een krimpinrichting 26 getoond die, na uitharding van het uithardbare materiaal, de tunnelbekisting 9 kan doen krimpen, zoals in de techniek algemeen bekend is, om de tun-nelbekisting te kunnen verwijderen.
In elk geval zal in de praktijk een ontkoppeling van de wanden 2, 3, met de afsluitdelen 6, respectievelijk 5, zijn voorzien, om de 5 tunnelbekisting eenvoudig losneembaar te kunnen maken. Ook zullen de buitenste wanddelen 7, 8, losneembaar zijn van de afsluitdelen 6, respectievelijk 5.
Fig. 4 toont een bovenaanzicht van een deel van de vloer van het element A en B, ter plaatse van de koppeldoos 19.
10 In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de beide elementen A en B
op afstand van elkaar gelegen. Vanwege de koppeldoos 19 is in de vloerdelen van de elementen A, B, een uitsparing gevormd. Hierin steken de leidingen 16, 17, 18, uit.
In de figuren 5 en 6 is een zijaanzicht getoond van het de- 15 tailaanzicht volgens fig. 4. In de fig. 5 is een positionering van de elementen A, B, tegen elkaar getoond in een eerste stap, zoals die bij het positioneren van de woningelementen op de bouwplaats, bijvoorbeeld op een fundering, wordt verkregen. Vervolgens kunnen de beide leidingen 16, 18, met elkaar worden verbonden door middel van 20 een koppeling 29. Deze koppeling 29 heeft de vorm van een mof, maar kan in de praktijk elke gewenste koppeling zijn.
Wanneer de koppeling is voorzien, kan de uitsparing die in het vloerdeel is gevormd vanwege de koppeldoos 19, worden gevuld met een uithardbaar materiaal. Dat is echter niet noodzakelijk. Eventueel kan 25 een voorgevormde vulling in de opening 30 worden aangebracht, welke een hoogte heeft die na positionering ervan evenwijdig loopt aan het vloeroppervlak van de elementen A en B.
De uitvinding is niet beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren getoonde uitvoeringsvorm. Een deskundige is eenvoudig in 30 staat om equivalente uitvoeringsvormen toe te passen.
Bijvoorbeeld kan als uithardbaar materiaal gebruik worden gemaakt van elk soort beton dat momenteel in de bouw, met name van woningen en gebouwen, wordt toegepast. Echter, in het bijzonder wordt de voorkeur gegeven aan zelfverdichtend beton.
35 Bij voorkeur worden de woningelementen voorzien van een vloer 35, 38 met aan de onderzijde gelegen uitsparingen 39, bijvoorbeeld een ribbenvloer 35, 38 (zie fig. 8) . De begane grondvloer 35 kan in de uitsparingen isolatiemateriaal 36 omvatten. Een verdiepingvloer 38 10 kan in de uitsparingen kanaal- en leidingwerk 40 omvatten. Een afzonderlijke betonplaat kan als zichtbare plafondplaat 37 onder de ver-diepingvloer worden aangebracht om een vlak en esthetisch aantrekkelijk uiterlijk te verschaffen.
5 De woningelementen worden in het algemeen elk afzonderlijk in een fabriek afgewerkt, dat wil zeggen voorzien van eventuele tussenwanden 32, plafond 38, 37, wandafwerking (zoals tegels, behang; ni;et getoond) et cetera. Op de bouwplaats zullen de aldus afgewerkte woningelementen worden geplaatst en onderling worden gekoppeld. Deze 10 koppeling kan plaatsvinden door middel van in de vloer en het plafond aan te brengen en met elkaar te verbinden lasplaatjes. Hierdoor ontstaat één constructieve schijf.
Enkele equivalente uitvoeringsvormen van met de werkwijze volgens de uitvinding te verkrijgen woningelementen zijn getoond in Fig. 15 7. De hiervoor toe te passen bekistingsvormen zijn door een deskundi ge in de techniek eenvoudig te ontwerpen zonder inventieve arbeid.
2 0 0 1 8 14
Claims (10)
1. Werkwijze voor het vervaardigen van woningelementen (A; B; C) van een uithardbaar materiaal, omvattende het met een bekisting (1) vervaardigen van de woningelementen (A; B; C) met elk een verticaal wanddeel en een horizontaal aan het wanddeel verbonden vloerdeel (35; 5 38), waarbij het wanddeel zich tijdens de vervaardiging naar beneden toe uitstrekt, van het vloerdeel af gericht, en voorts omvattende de stap van het kantelen van elk element (A; B; C) na uitharding van het materiaal, zodanig dat het vloerdeel zich op een onderste positie bevindt en het wanddeel zich van het vloerdeel af naar boven toe uit-10 strekt, met het kenmerk, dat de werkwijze omvat: - het vervaardigen van ten minste twee woningelementen (A; B) met respectievelijke bekistingen (1), waarbij een eerste zijde (a) van een eerste element (A) wordt gevormd in hoofdzaak tegen een 15 eerste zijde (a') van een tweede element (B); - het kantelen van het eerste element (A); - het kantelen van het tweede element (B); - het in hoofdzaak tegen elkaar plaatsen van de elementen (A; B) op een fundering, waarbij de eerste zijde (a) van het eerste 20 element (A) is gepositioneerd tegen de eerste zijde (a' ) van het tweede element (B).
2. Werkwijze volgens conclusie 1 voor het vervaardigen van een wonin-gelement (A; B; C) van een uithardbaar materiaal, omvattende het met 25 een tunnelbekisting (1) vervaardigen van een U-vormig element (A; B; C) met twee verticale wanddelen en een horizontaal de beide wanddelen verbindend vloerdeel (35; 38), met het kenmerk, dat de wanddelen zich tijdens de vervaardiging naar beneden toe uitstrekken, van het vloerdeel (35; 38) af gericht, en voorts omvattende de stap van het kante-30 len van het element (A; B; C) na uitharding van het materiaal, zodanig dat het vloerdeel (35; 38) zich op een onderste positie bevindt en de wanddelen zich van het vloerdeel (35; 38) af naar boven toe uitstrekken. 2001814
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat deze omvat het in de bekisting (1) aanbrengen van leidingwerk (16, 17, 18) en aansluitdozen (19, 20, 22, 23, 24) voor ten minste één van elektriciteit, gas, water, verwarming, telefoon of dergelijke, en het 5 vervolgens in de bekisting (1) brengen van uithardbaar materiaal.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat deze omvat het in de tunnelbekisting (1) aanbrengen van wapening (12).
5. Werkwijze volgens één of meer der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het horizontale vlak (11) van de tunnelbekisting (1) een in hoofdzaak glad oppervlak heeft.
6. Werkwijze volgens één of meer der conclusies 1-5, met het kenmerk, 15 dat het uithardbare materiaal zelfverdichtend beton is.
7. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze tevens omvat het op het gekantelde element (A; B; C) bevestigen van een pla-fondelement (33; 37) en het voorzien van interieuronderdelen (32) in 20 het element (A; B; C).
8. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de werkwijze wordt uitgevoerd in een tegen weersinvloeden afgeschermde ruimte, bijvoorbeeld een hal of een fabriek. 25
9. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het kantelen wordt uitgevoerd met een hijskraan of met een hef-kantelinrichting.
10. Woningelement (A; B; C), vervaardigd volgens één of meer der 30 voorgaande conclusies, voorzien van een gladde vloer. 2001814
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2001814A NL2001814C2 (nl) | 2008-07-16 | 2008-07-16 | Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement en een met die werkwijze vervaardigd woningelement. |
NL1037624A NL1037624C2 (nl) | 2008-07-16 | 2010-01-15 | Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement, een woningelement verkregen met een dergelijke werkwijze, werkwijze voor het vervaardigen van een woning en de daarmee verkregen woning, een koppeldoos en een samenstel van een koppeldoos met een koppelstuk. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2001814A NL2001814C2 (nl) | 2008-07-16 | 2008-07-16 | Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement en een met die werkwijze vervaardigd woningelement. |
NL2001814 | 2008-07-16 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2001814C2 true NL2001814C2 (nl) | 2010-01-22 |
Family
ID=40386201
Family Applications (2)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2001814A NL2001814C2 (nl) | 2008-07-16 | 2008-07-16 | Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement en een met die werkwijze vervaardigd woningelement. |
NL1037624A NL1037624C2 (nl) | 2008-07-16 | 2010-01-15 | Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement, een woningelement verkregen met een dergelijke werkwijze, werkwijze voor het vervaardigen van een woning en de daarmee verkregen woning, een koppeldoos en een samenstel van een koppeldoos met een koppelstuk. |
Family Applications After (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1037624A NL1037624C2 (nl) | 2008-07-16 | 2010-01-15 | Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement, een woningelement verkregen met een dergelijke werkwijze, werkwijze voor het vervaardigen van een woning en de daarmee verkregen woning, een koppeldoos en een samenstel van een koppeldoos met een koppelstuk. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (2) | NL2001814C2 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2006263C2 (nl) | 2010-06-03 | 2011-12-06 | Laetitia Holding B V | Werkwijze voor het maken van een gebouw door plaatsen van geprefabriceerde elementen. |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3853452A (en) * | 1972-05-22 | 1974-12-10 | E Delmonte | Molding machine |
GB1456645A (en) * | 1972-12-15 | 1976-11-24 | Moreno Nieves F | Constructing buildings using prefabricated parts |
GB1517962A (en) * | 1975-06-06 | 1978-07-19 | Primus I | Method of moulding a concrete accommodation module |
US4890999A (en) * | 1988-12-20 | 1990-01-02 | Del Monte Ernest J | Molding machine |
EP0423105A1 (fr) * | 1989-10-13 | 1991-04-17 | Bvba Betonfabriek Olivier | Elément de construction préfabrique destiné à servir de cave |
US5081805A (en) * | 1989-08-23 | 1992-01-21 | Jazzar M Omar A | Precast concrete building units and method of manufacture thereof |
CA2144938A1 (en) * | 1995-03-17 | 1996-09-18 | William Teron | Method of manufacturing building modules and structures formed thereby |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL7810411A (nl) * | 1978-10-17 | 1980-04-21 | Ballast Nedam Groep Nv | Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen wand en steuninrichting voor het uitvoeren van die werkwij- ze. |
US4457116A (en) * | 1980-06-12 | 1984-07-03 | Kump Ernest J | Space module |
PL181551B1 (pl) * | 1995-06-30 | 2001-08-31 | Ralf Sebald | Sposób wznoszenia wysokich budynków i urzadzenie regulacyjne do wznoszenia wysokich budynków PL |
DE19963046B4 (de) * | 1999-12-24 | 2009-08-20 | Etzkorn, Heinz-Werner, Dr. | Bausatz zum Herstellen von mindestens einem Versorgungsleitungssystem in einem Bauwerk |
EP1662071A3 (de) * | 2004-11-26 | 2008-05-21 | Alfredo Montinaro | Verfahren und Einlegekasten zum Verlegen von Rohren oder Leitungen in einer Gebäudedecke |
DE102006053721B4 (de) * | 2006-11-15 | 2020-01-16 | Veit Dennert Kg Baustoffbetriebe | Industriell vorgefertigtes Gebäudeelement und Formvorrichtung zu dessen Herstellung |
EP1923185B1 (de) * | 2006-11-15 | 2014-08-27 | Ratec Maschinenentwicklungs- und Verwaltungs-GmbH | Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung eines einstückigen Fertigteils aus Beton |
-
2008
- 2008-07-16 NL NL2001814A patent/NL2001814C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2010
- 2010-01-15 NL NL1037624A patent/NL1037624C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3853452A (en) * | 1972-05-22 | 1974-12-10 | E Delmonte | Molding machine |
GB1456645A (en) * | 1972-12-15 | 1976-11-24 | Moreno Nieves F | Constructing buildings using prefabricated parts |
GB1517962A (en) * | 1975-06-06 | 1978-07-19 | Primus I | Method of moulding a concrete accommodation module |
US4890999A (en) * | 1988-12-20 | 1990-01-02 | Del Monte Ernest J | Molding machine |
US5081805A (en) * | 1989-08-23 | 1992-01-21 | Jazzar M Omar A | Precast concrete building units and method of manufacture thereof |
EP0423105A1 (fr) * | 1989-10-13 | 1991-04-17 | Bvba Betonfabriek Olivier | Elément de construction préfabrique destiné à servir de cave |
CA2144938A1 (en) * | 1995-03-17 | 1996-09-18 | William Teron | Method of manufacturing building modules and structures formed thereby |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL1037624C2 (nl) | 2010-09-21 |
NL1037624A (nl) | 2010-03-09 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US20100132271A1 (en) | Constructive system | |
JP2008503670A (ja) | 可変長さの壁連結部を有する隔離コンクリート型枠システム | |
US20090113820A1 (en) | Prefabricated wall panel system | |
CN106638963A (zh) | 一种快捷装配式集成房屋及其建造方法 | |
MX2008006044A (es) | Sistema de un perno-un-bloque para estructuras de mamposteria post-tensionadas, unificadas. | |
CN105951998B (zh) | 一种集成装配式住宅体系及其施工方法 | |
US4676035A (en) | Reinforced concrete panels with improved welded joint | |
CN107227870B (zh) | 一种由预制构件拼接的变电站建筑 | |
US20090113814A1 (en) | Monolithic module structure to build constructions and method for its manufacture | |
CN107893496A (zh) | 一种装配式混凝土集成楼盖及其制造方法 | |
FR2950638A1 (fr) | Systeme constructif pour batiments | |
ES2333636A1 (es) | Modulo semirresistente prefabricado para construccion y procedimiento de montaje en obra del mismo. | |
CN110387954A (zh) | 一种装配式节能新民居结构及其制作方法 | |
CN103097621A (zh) | 建筑用紧凑型模块的制作方法 | |
NL2001814C2 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement en een met die werkwijze vervaardigd woningelement. | |
KR102174760B1 (ko) | 암거주택용 지붕 구조체 | |
JP5612630B2 (ja) | コンクリート・コンテナハウス | |
KR101132334B1 (ko) | 분할골조 방식의 건축구조 및 이를 적용한 한식건축물 | |
RU2583801C1 (ru) | Способ скоростного возведения домов | |
GB2428434A (en) | Modular floor units | |
US3611533A (en) | Method of making prefabricated building unit | |
US4569178A (en) | Prefabricated plastered panels for housing | |
EP0598695B1 (fr) | Système de coffrage pour la construction d'habitations | |
US5186881A (en) | Method for manufacturing hollow concrete structures | |
NO135910B (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20140201 |
|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20150801 |