NL2001608C2 - Drukmodule voor gebruik in een offsetdrukinrichting en offsetdrukinrichting voorzien van een dergelijke drukmodule. - Google Patents

Description

5 P83348NL00

Titel: Drukmodule voor gebruik in een oÖsetdrukinrichting en offsetdrukinrichting voorzien van een dergelijke drukmodule.

De uitvinding heeft betrekking op een drukmodule voor gebruik in een offsetdrukinrichting, waarbij de drukmodule is voorzien van een offsetdrukcilinder voorzien van een op een substraat over te brengen beeld, waarbij de drukmodule verder is voorzien van een inktsysteem voor het 10 aanbrengen van inkt op de offsetdrukcilinder, althans op het daarop voorziene beeld, en van een tegendrukcilinder.

Een dergelijke drukmodule is bekend uit de praktijk. Een bekende drukmodule omvat een offsetdrukcilinder waarop een over te brengen beeld is voorzien en een in hoofdzaak tegen de offsetdrukcilinder gelegen 15 rubberdoekcilinder. De respectieve cilinders worden aangedreven via een in de module voorziene aangedreven tegendrukcilinder die zich in hoofdzaak tegen de rubberdoekcilinder bevindt. Een substraat, bijvoorbeeld een baan papier wordt in gebruik tussen de rubberdoekcilinder en de tegendrukcilinder voortbewogen. De offsetdrukcilinder omvat doorgaans een 20 stalen wals met aan een buitenste zijde daarvan een drukplaat welke is voorzien van een op het substraat over te brengen beeld. De drukmodule omvat verder een inktsysteem voor het aanbrengen van inkt op de drukcilinder om het patroon op de drukcilinder te voorzien van inkt. Om het beeld vervolgens op een substraat over te brengen wordt het beeld van de 25 drukcilinder overgebracht op een buitenste oppervlak van de rubberdoekcilinder. Vervolgens brengt de rubberdoekcilinder het beeld over op het substraat dat tussen de rubberdoekcilinder en de tegendrukwals door wordt bewogen. De tegendrukwals is een harde wals, bijvoorbeeld voorzien van ten minste een stalen of keramisch buitenste oppervlak, die tegendruk 30 biedt aan de rubberdoekcilinder om het beeld over te brengen op het substraat.

2

Bij de bekende drukmodule wordt het beeld eerst van de offsetdrukcilinder overgezet op de rubberdoekcilinder, waarna het beeld vervolgens door de rubberdoekcilinder wordt overgezet op het substraat. Doordat het beeld twee maal wordt overgezet is het drukproces met een 5 dergelijke drukmodule gevoelig voor verlies aan nauwkeurigheid. Dit is ongewenst, vooral bij offsetdrukken aangezien dat een hoge mate van nauwkeurigheid vereist vanwege het drukken van extreem fijne rasterverlopen en hoge definitie beelden.

10 Het doel van de onderhavige uitvinding is derhalve het verschaffen van een verbeterde drukmodule, welke drukmodule is ingericht voor het nauwkeurig overbrengen van het beeld van de offsetdrukcilinder naar het substraat, waarbij verlies in nauwkeurigheid zoveel mogelijk wordt beperkt.

De uitvinding verschaft hiertoe een drukmodule voor gebruik in 15 een offsetdrukinrichting volgens het bovenstaande type, gekenmerkt doordat de tegendrukcilinder is ingericht om althans in gebruik het tussen de cilinders door bewegende substraat tegen de offsetdrukcilinder te houden om het beeld van de offsetdrukcilinder rechtstreeks op het substraat over te brengen.

20 Door het beeld rechtstreeks van de offsetdrukcilinder over te brengen op het substraat, is het gebruik van een rubberdoekcilinder niet meer nodig. Het beeld wordt slechts een enkele keer overgebracht, waardoor nauwkeurig positioneren van het beeld op het substraat wordt vergroot. Wanneer zoals in de stand van de techniek een rubberdoekcilinder gebruikt 25 wordt, is het noodzakelijk om deze nauwkeurig ten opzichte van de offsetdrukcilinder te positioneren onder andere vanwege het feit dat de naad van de offsetplaat op de offsetdrukcilinder zo nauwkeurig mogelijk tegenover de naad van het rubberdoek van de rubberdoekcilinder dient te liggen. Immers, door een naad is er een niet bedrukbaar gebied. Een verder 30 voordeel van de drukmodule volgens de uitvinding is dat de kans op slip 3 tussen de verschillende cilinders wordt verminderd, aangezien er slechts twee cilinders worden gebruikt om het beeld over te brengen. Tevens is het bedienen van de drukmodule minder bewerkelijk doordat de handelingen met betrekking tot de rubberdoekcilinder, bijvoorbeeld het vaak wisselen 5 van het rubberdoek, niet uitgevoerd hoeven te worden. Tenslotte is de drukmodule door deze configuratie eenvoudig uit te voeren, hetgeen gunstig is voor de kostprijs van het product.

Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding is de 10 offsetdrukcilinder aandrijfbaar roteerbaar en is de tegendrukcilinder niet aangedreven roteerbaar. Daarbij is het bijzonder gunstig indien, volgens een nadere uitwerking van de uitvinding, ten minste een buitenste oppervlak van de tegendrukcilinder van een flexibel materiaal is, bijvoorbeeld van een rubber. Bij de bekende drukmodule waarvan de tegendrukwals is 15 aangedreven, is de maatvoering van de tegendrukcilinder, althans de omtrek van de tegendrukcilinder van belang opdat de substraatbaansnelheid overeenstemt met de omtreksnelheid van de rubberdoekcilinder. Derhalve wordt de tegendrukcilinder van een hard materiaal, bijvoorbeeld staal gemaakt. Doordat de tegendrukcilinder, 20 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, niet wordt aangedreven is de maatvoering van de tegendrukcilinder minder van belang. De tegendrukcilinder, althans ten minste het buitenste oppervlak van de cilinder, kan dus van een ander, bijvoorbeeld flexibel, materiaal zijn gemaakt. Het voordeel van een flexibele buitenste wand of geheel flexibele 25 tegendrukcilinder is dat de tegendrukcilinder in staat is om fluctuaties in de substraatdikte van het substraat, dat tussen de ofisetdrukcilinder en de tegendrukcilinder door wordt getransporteerd, op te vangen. Dit verhoogt verder de kwaliteit en de nauwkeurigheid van het overbrengen van de inkt op het substraat.

30 4

Oin een flexibele drukmodule te verschaffen is de offeetdrukcilinder volgens een verdere uitwerking van de uitvinding uitneembaar in de drukmodule voorzien teneinde de offeetdrukcilinder voor een andere drukcilinder te wisselen om variatie in patroonlengte en/of 5 druktechniek mogelijk te maken. Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding kan de offeetdrukcilinder een kern omvatten die is voorzien van een van de kern losneembare offeetdrukcilindersleeve, waardoor variatie in patroonlengte en/of druktechniek mogelijk is. Door ofwel een uitneembare offeetdrukcilinder te verschaffen ofwel een 10 offeetdrukcilinder die is opgebouwd uit een kern met een offeetdrukcilindersleeve, kan de drukmodule eenvoudig worden aangepast aan zowel een ander patroon, bijvoorbeeld met een andere patroonlengte of zelfs aan een andere druktechniek. Dit maakt dat een offeetdrukinrichting voorzien van een offeetdrukmodule volgens de uitvinding eenvoudig kan 15 worden aangepast aan andere druktechnieken zonder hele grote investeringen te doen of grote veranderingen aan de constructie van de drukinrichting door te voeren.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan de tegendrukcilinder een kern omvatten die is voorzien van een van de kern 20 losneembare tegendrukcilindersleeve. Het gebruik van een dergelijke tegendrukcilindersleeve heeft als voordeel dat bij het wisselen van de druktechniek de tegendrukcilinder ook gemakkelijk kan worden aangepast aan deze druktechniek. Immers, verschillende druktechnieken vereisen verschillende rubbersoorten. De rubbersoort kan gemakkèlijk worden 25 aangepast door slechts de tegendrukcilindersleeve van de betreffende rubbersoort om de kern aan te brengen nadat eerst de niet gewenste tegendrukcilindersleeve van de kern is verwijderd. Ook is het mogelijk om dé gehele tegendrukcilinder te wisselen, waarvoor de tegendrukcilinder hij voorkeur uitneembaar in de drukmodule is voorzien.

5

De drukmodule kan volgens een nadere uitwerking bijvoorbeeld zijn ingericht om te wisselen naar flexodruktechniek door het vervangen van de offsetdrukcilinder door een flexodrukcilinder of door het vervangen van de offsetdrukcilindersleeve door een flexodrukcilindersleeve. Ook is het 5 mogelijk dat de drukmodule volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is ingericht om te wisselen naar diepdruktechniek door het vervangen van de offsetdrukcilinder door een diepdrukcilinder of door het vervangen van de offsetdrukcilindersleeve door een diepdrukcilindersleeve. Tevens kan de drukmodule volgens een nadere uitwerking van de uitvinding zijn ingericht 10 om te wisselen naar rotatiezeefdruktechniek door het vervangen van de offsetdrukcilinder door een rotatiezeefdrukcilinder of door het vervangen van de offsetdrukcilindersleeve door èen rotatiezeefdrukcilindersleeve.

In een nadere uitwerking van de uitvinding kan de kern een lengte hebben die kleiner is dan een lengte van de rotatiezeefdrukcilindersleeve. Dit biedt 15 ruimte voor een in de rotatiezeefdrukcilindersleeve voorziene rakelinrichting en voor in de sleeve op te nemen inkt. Daarnaast wordt de kern in een dergelijke uitvoering minder snel bevuild door de inkt die zich in de rotatiezeefdrukcilindersleeve bevindt.

In een nadere uitwerking van de uitvinding is het inktsysteem 20 uitneembaar in de drukmodule voorzien. Het inktsysteem kan hierdoor op eenvoudige wijze worden uitgenomen en vervangen zodat bij een veranderde druktechniek de inktvoorziening gemakkelijk en snel op de druktechniek kan worden afgestemd. Bij voorkeur is een frame van de drukmodule derhalve ook ingericht om verschillende inktsystemen behorende bij 25 verschillende druktechnieken op te nemen.

Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding is de drukmodule voorzien van middelen voor het variëren in een hartafstand tussen de drukcilindër en de tegendrukcilinder. Dit is bijzonder gunstig wanneer de cilinders of de sleeves vaak worden gewisseld en dus cilinders 30 met verschillende diameters worden gebruikt. Doordat de hartafstand kan 6 worden versteld kan de tegendrukcilinder altijd met een gewenste druk tegen de drukcilinder worden gepositioneerd en is het tevens mogelijk om de cilinders van elkaar af te bewegen zodat de cilinders of de om een kern voorziene sleeves vrij liggen zodat deze gemakkelijk uit te nemen zijn.

5

De uitvinding heeft tévens betrekking op een offsetdrukinrichting voorzien van een hierboven beschreven drukmodule. Êen dergelijke drukinrichting biedt gelijke voordelen en effecten als die zijn beschreven bij de drukmodule.

10

Een hierboven beschreven flexibele drukmodule en flexibele offsetdrukvoorziening voorzien in een eenvoudig te bedienen en aan te passen drukmodule en drukinrichting. Doordat ook voor de offsetdruktechniek slechts twee cilinders benodigd zijn, kan de constructie 15 van de drukmodule als ook van de inrichting voorzien van een dergelijke drukmodule eenvoudiger zijn dan bij een bekende drukmodule en drukinrichting, hetgeen resulteert in lagere tooling kosten, gemakkelijke bedienbaarheid en lagere kosten voor aanschaf van de drukmodule, cq offsetdrukinrichting voorzien van een dergelijke drukmodule.

20

De onderhavige uitvinding zal aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de verschillende figuren verder worden verduidelijkt, waarbij:

Figuren la en lb respectievelijk een schematisch perspectief 25 aanzicht en een schematisch zijaanzicht tonen van een offsetdrukmodule volgens de stand van de techniek;

Figuren 2a en 2b respectievelijk een schematisch perspectief aanzicht en een schematisch zijaanzicht tonen van een drukmodule volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; 7

Figuren 3a -3c tonen schematische perspectief aanzichten van een uitvoeringsvorm van de drukmodule volgens de uitvinding ingericht voor andere druktechnieken; en

Figuren 4a-4e tonen schematische perspectief aanzichten van twee 5 uitvoeringsvormen van de drukmodule volgens de uitvinding ingericht voor weer een andere druktechniek.

Opgemerkt zij dat gelijke onderdelen in de verschillende figuren zijn voorzien van gelijke verwijzingscijfers.

10

Voor de duidelijkheid is in de Figuren la en 1b een drukmodule 1 voor een offsetdrukinrichting getoond volgens de stand van de techniek. De bekende drukmodule 1 omvat een ofisetdrukcilinder 2, een rubberdoekcilinder 3 en een tegendrukcilinder 4. Het substraat S, 15 bijvoorbeeld een papierbaan, wordt tussen de rubberdoekcilinder 3 en de tegendrukcilinder 4 door bewogen, door middel van de door een aandrijving 6 aangedreven tegendrukcilinder 4. De tegendrukcilinder 4 zorgt via bijvoorbeeld een tandwieloverbrenging voor de aandrijving van de rubberdoekcilinder 3 en voor de aandrijving van de ofisetdrukcilinder 2.

20 Voor gebruik in de drukmodule 1 wordt de ofisetdrukcilinder 2 voorzien van een beeld (niet getoond), door een met het beeld voorziene ofisetplaat op de offeetdrukcilinder 2 aan te brengen. Vervolgens wordt de ofisetdrukcilinder 2 in de drukmodule 1 gebracht. In gebruik wordt de ofisetdrukcilinder 2, althans het beeld, voorzien van inkt met behulp van het inktsysteem 5. De 25 ofisetdrukcilinder 2 brengt de inkt in de vorm van het beeld over op de rubberdoekcilinder 3, welke het beeld vervolgens weer overbrengt op het substraat S. De tegendrukcilinder 4 van de bekende drukmodule 1 is gemaakt van een hard materiaal zoals staal, chroom of keramiek. Dit is van belang voor het behoud van nauwkeurigheid van het beeld tijdens het 8 overzetten van het beeld van de ofisetdrukcilinder 2 naar de rubberdoekcilinder 3 en vervolgens naar het substraat S.

In de figuren 2a-2c is een drukmodule 1 voor gebruik in een 5 offeetdrukinrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven. Het verschil met de bekende drukmodule is dat in de drukmodule I volgens de uitvinding de tegendrukcilinder 4 is ingericht om althans in gebruik het tussen de cilinders 2, 4 door bewegende substraat S tegen de ofisetdrukcilinder 2 te houden om het beeld 10 van de 10 ofisetdrukcilinder 2 rechtstreeks op het substraat S over te brengen. De ofisetdrukcilinder 2 wordt hiervoor roteerbaar aangedreven met behulp van een aandrijving 6. De tegendrukcilinder 4 is roteerbaar en wordt met aangedreven. De tegendrukcilinder 4 zal in gebruik in een aan de rotatierichting R van de offeetdrukcilinder 2 tegengestelde richting r 15 roteren. Er is dus geen rubberdoekcilinder aanwezig, waardoor het beeld van de offeetdrukcilinder 2 rechtstreeks kan worden overgebracht op het substraat S. Bij de bekende ofisetdrukmodule is altijd een rubberdoekcilinder vereist Omdat een beeld niet nauwkeurig kan worden overgebracht van een drukcilinder met een hard buitenste oppervlak op een 20 substraat wanneer ook de tegendrukcilinder een hard oppervlak heeft. Het substraat S wordt door een Opening O getransporteerd, welke opening O wordt gedefinieerd door de ruimte tussen de buitenste oppervlakken 2a, 4a van de cilinders 2, 4. De hartlijnen h, H van de respectieve cilinders 2, 4 zijn in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar.

25 De drukmodule 1 werkt als volgt. De offeetdrukcilinder 2 wordt voorzien van een offeetplaat 2b waarin het gewenste beeld 10 is voorzien. Een dergelijke offeetplaat 2b kan bijvoorbeeld een dunne aluminium of kunststof plaat omvatten welke via een fotochemische methode is voorzien van het beeld 10. De offeetdrukcilinder 2 wordt in de drukmodule 1 30 geplaatst. De tegendrukcilinder 4 wordt tegen de offsetdrukcilinder 2 9 gebracht of vice versa met behulp van middelen die in de drukmodule 1 zijn voorzien voor het variëren in een hartafetand a tussen de offsetdrukcilinder 2 en de tegendrukcilinder 4. Aangezien de tegendrukcilinder 4 niet aangedreven roteerbaar is, beweegt deze met de verplaatsing van het 5 substraat S mee. Derhalve is de grootte van de diameter van de tegendrukcilinder 4 minder van belang bij de module 1 volgens de uitvinding dan bij de bekende module, waarbij de diameter wel van belang is opdat de substraatbaansnelheid overeenstemt met de omtreksnelheid van de rubberdoekcilinder. Dit maakt dat de tegendrukcilinder 4 minder of niet 10 hoeft te worden gewisseld bij verandering van een te drukken beeld of patroonlengte. De tegendrukcilinder 4 kan zijn uitgevoerd als een kern 9a met een daaromheen voorziene tegendrukcilindersleeve 9. De tegendrukcilinder 4 evenals de tegendrukcilindersleeve 9 kan uitneembaar in de drukmodule 1 zijn voorzien om deze bijvoorbeeld te kunnen vervangen. 15 De offsetdrukcilinder 2 wordt roteerbaar aangedreven door een aandrijving 6, hetgeen mogelijk maakt dat de offsetdrukcilinder 2 wordt bevochtigd en vervolgens van inkt wordt voorzien met behulp van het inktsysteem 5. Het inktsysteem 5 is tegen de offsetdrukcilinder 2 gelegen voor het overbrengen van inkt op het beeld 10. Het beeld 10 wordt 20 vervólgens langs het substraat S, de papierbaan, gedraaid waardoor de inkt wordt afgegeven op het substraat S en een beeld 11 op het substraat S vormt. Bij voorkeur is de tegendrukcilinder 4, althans aan een buitenste zijde 4a, voorzien van ten minste een laag flexibel materiaal, bijvoorbeeld rubber. Een dergelijke laag flexibel materiaal kan fluctuaties in de 25 substraatdikte opvangen, waardoor de kwaliteit van het gedrukte beeld hoog is. Natuurlijk is het in een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding mogelijk dat de tegendrukcilinder 4 in het geheel van een flexibel materiaal is, of ook lagen van een ander materiaal omvat. De drukmodule 1 volgens de Uitvinding heeft een relatief eenvoudige constructie. Hierdoor is de 30 drukmodule 1 gemakkelijk te bedienen en flexibel in te zetten. Door het 10 vervangen van de ofïsetdrukcilinder 2 kan op eenvoudige wijze worden voorzien in een andere druktechniek op de offsetdrukmodule 1.

In de figuren 3a-3c is bijvoorbeeld te zien dat de offsetdruktechniek 5 wordt vervangen door bijvoorbeeld diepdruk- (zie figuur 3b) of flexodruktechniek (zie figuur 3e).

De drukcilinder 2,2’,2” kan zoals te zien is in figuur 3a een kern 7 omvatten waaromheen een cilindersleeve 8,8’,8” is voorzien. De offsetdrukcilindersleeve 8 kan van de kern 7 worden verwijderd waarna 10 bijvoorbeeld een diepdrukcilindersleeve 8’ om de kern 7 wordt geschoven (zie figuur 3b). Verder kan het inktsysteem 5,5’,5”worden aangepast aan de diep druktechniek, bijvoorbeeld door het offsetdrukinktsysteem 5 uit de drukmodule 1 te nemen en er een diepdrukinktsysteem 5’ in te plaatsen. Een dergelijke diepdrukcilinder 2’ omvat een beeld 10’ gevormd uit 15 gegraveerde of geëtste holtes voorzien in een buitenste cilinderoppervlak 2a' van bijvoorbeeld een koperen of chromen cilinder. De holtes worden in gebruik gevuld met inkt, waarna een teveel aan inkt van het oppervlak 2a’ wordt afgeschraapt met een rakel alvorens het beeld 10’ op het substraat S wordt overgebracht.

20

In figuur 3c wordt de drukmodule 1 volgens de uitvinding getoond voorzien van een fiexodrukteebniek. Hiervoor is de offsetdrukcilindersleeve 8 van de ofïsetdrukcilinder 2 vervangen voor een flexodrukcilindersleeve 8”. Deze sleevé 8” is voorzien van een reliëfpatroon 10”. Het inktsysteem 5” is 25 voor de flexodruktechniek ingericht om inkt op het reliëfpatroon 10” aan te kunnen brengen. Hiervoor kan het inktsysteem 5” zijn voorzien van een rubber rol die inkt aanbrengt op een rasterwals. De rasterwals brengt de inkt, over op het reliëfpatroon 10”. De aangedreven flexodrukcilinder 2” draait vervolgens het reliëipatroon 10” langs het substraat S waardoor de 30 inkt wrordt overgebracht op het substraat S. De flexodrukcilinder 2” heeft 11 een flexibel oppervlak. Wanneer de tegendrukcilinder 4, of althans een buitenste oppervlaktelaag, tevens van een flexibel materiaal is heeft dit als voordeel dat het reliëf dat het beeld 10” op de flexodrukcilinder 2” vormt, niet wordt vervormd. Dit is gunstig voor de kwaliteit van het uiteindelijke 5 gedrukte beeld 11 op het substraat S.

In de figuren 4&-4e wordt de drukmodule 1 volgens de uitvinding getoond voorzien van een rotatie zeefdruktechniek. De oflsetdrukeilindersleeve 8 is van de kern 7 genomen en vervangen door een 10 rotatiezeefdrukcilindersleeve 8”’. Bij voorkeur is de kern 7 vervangen door een kern 7'en heeft de kern 7’ (zie fig. 4a) waaromheen de rotatiezeefdrukcilindersleeve 8’” is voorzien, een lengte 1 die kleiner is dan de lengte L van de rotatiezeefdrukcilindersleeve 8”’. Hierdoor wordt ruimte P verschaft tussen de kern 7’ en een binnenste zijde 8b’” van de sleeve 8”’ en 15 is de kans op vervuiling van de kern 7’relatief klein. Binnenin de rotatiezeefdrukcilindersleeve 8’” is een rakelinrichting 12 voorzien voor het afstrijken van in de ruimte P voorziene inkt tijdens het rotatiezeefdrukken van het beeld 10’” op het substraat S (zie figuur 4e). De rotatiezeefdrukcilindersleeve 8’” omvat een buitenste zijde 8a’” voorzien van 20 een zeefdrukpatroon 10’” omvattende een hoeveelheid gaatjes, waardoorheen inkt kan worden afgegeven aan het substraat S met behulp van de Takelinrichting 12. In de figuren 4a en 4b is een eerste uitvoeringsvorm getoond van de rotatiezeefdrukcilindersleeve 8’”. Deze omvat aan een eerste uiteinde 8c’”, dus aan de aandrijfzijde van de 25 drukmodule 1, een kernopneemopening (niet getoond). Deze kernopneemopening neemt in gebruik een gedeelte 7a’ van de kern 7 op. De rotatiezeefdrukcilindersleeve 8’” is aan een tweede uiteinde 8d’”, dus aan de bedieningszij de van de drukmodule 1, ingericht om samen te werken met een lagering 16. De rotatiezeefdrukcilindersleeve 8”' omvat een 30 rakelopneemopening 20 voor het opnemen van de rakelinrichting 12. In dit 12 uitvoeringsvoorbeeld van de rotatiezeefdrukeilindersleeve 8’” is de lagering 16 voorzien aan een van de rotatiezeefdrukeilindersleeve 8’” afgelegen eerste zijde 12a van de rakelinrichting 12. De lagering 16 is een binnensteomtrekslagering en werkt samen met een binnenste 5 omtreksoppervlak 8b’” van bet tweede uiteinde 8d”’ van de rotatiezeefdrukeilindersleeve 8’”. De lagering 12 is voorzien van een aantal lagerwielen 14 dat op een lagerframe 13 is voorzien. Het lagerframe 13 kan zodanig zijn vormgegeven dat er een opening is waardoorheen inkt in de inwendige ruimte P kan worden gebracht. Verder is het lagerframe 13 10 ingericht om samen te werken met een opnameorgaan 21 van de drukmodule 1. In gebruik beweegt het binnenste omtreksoppervlak 8bw van de rotatiezeefdrukeilindersleeve 8”’ langs de loopvlakken 14a van de respectieve lagerwielen 14. De rotatiezeefdrukeilindersleeve 8’” kan daarvoor zijn voorzien van positioneringmiddelen 17 voor het positioneren 15 van de lagerwielen 14 op de juiste positie. De rakelinrichting 12 is verder aan een tweede zijde 12b voorzien van een kernopneemorgaan 15. Dit kernopneemorgaan 15 bewerkstelligt een stabiele positionering van de tweede zijde 12b van de rakelinrichting 12 ten opzichte van het binnenste omtreksoppervlak 8b’” van de rotatiezeefdrukeilindersleeve 8”’. Hierdoor 20 wordt de rakel 19, welke bijvoorbeeld van een flexibele kunststof is, op de gewenste wijze tegen het binnenste omtreksoppervlak 8b”’ gehouden. In figuur 4c en 4d is een tweede uitvoeringsvorm van de rotatiezeefdrukeilindersleeve 8’” getoond. De kern 7” heeft in deze uitvoeringsvorm een zodanige lengte dat deze zich in axiale richting in 25 hoofdzaak door de gehele rotatiezeefdrukeilindersleeve 8’” uitstrekt. Het is duidelijk dat in een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding de kern 7” ook een relatief kleine diameter kan hebben ten opzichte van de diameter van de rotatiezeefdrukeilindersleeve 8”’. Dit resulteert in een relatief grote inwendige ruimte P. Het uiteinde Tb” van de kern 7” welke zich in gebruik 30 aan de bedieningszijde van dë drukmodule 1 bevindt, is ingericht voor 13 samenwerking met het opnameorgaan 22 van de drukmodule 1. Het uiteinde 7b” van de kern 7” strekt zich daarvoor door de basis 13' van dè lagering 16’ heen, waarbij het uiteinde 7b” van de kern 7” vervolgens roteerbaar kan worden opgenomen in het opnameorgaan 22. De lagering 16’ 5 is in dit uitvoeringsvoorbeeld een buitensteomtrekslagering en omvat lagerwielen 14’ die samenwerken met een buitenste omtreksoppervlak 8a’” van de rotatiezeefdrukcilindersleeve 8’”. Het tweede uiteinde 8d’” van de rotatiezeefdrukcilindersleeve 8’” is hiervoor voorzien van een omtreksgroef 17’ waarin de lagerwielen 14’ worden opgenomen en op de gewenste positie 10 blijven tijdens het roteren van de rotatiezeefdrukcilindersleeve 8’”. Om de Takelinrichting 12 in de rotatiezeefdrukcilindersleeve 8’” te kunnen positioneren dient de diameter tussen de verschillende lagerwielen 14’ tijdelijk te worden vergroot teneinde het mogelijk te maken deze over het uiteinde 8d’” van de rotatiezeefdrukcilindersleeve 8’” te verplaatsen totdat 15 deze de omtreksgroef 17’ hebben bereikt. De lagering 16’ kan hiervoor op verschillende wijzen zijn geconstrueerd, zolang de lagerwielen 14’ gemakkelijk in en uit de omtreksgroef 17’ kunnen worden gebracht.

Het moge duidelijk zijn dat niet alleen bovenstaand 20 uitvoeringsvoorbeeld binnen het raam van de uitvinding valt. Ook andere varianten worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen zoals gedefinieerd in de navolgende conclusies. Zo kan zpwel de drukcilinder als de tegendrukcilinder op verschillende wijzen zijn uitgevoerd. Verder kunnen deze cilinders op verschillende manieren zijn gelagerd, worden aangedreven 25 en worden ingesteld. De afstand tussen beide cilinders kan bijvoorbeeld op verschillende manieren worden ingesteld. Ook kan het wisselen van de cilinders of van de cilindersleeves op verschillende wijzen worden bewerkstelligd, onder andere afhankelijk van de constructie van de drukmodule en/of van de constructie van de offsetdrukinrichting waarin de 30 drukmodule is voorzien.

Claims (14)

1* Drukmodule voor gebruik in een offeetdrukinrichting, waarbij de drukmodule (1) is voorzien van een offsetdrukcilinder (2) voorzien van een op een substraat over te brengen beeld (10), waarbij de drukmodule (1) verder is voorzien van een inktsysteem (5) voor het aanbrengen van inkt op 5 de offsetdrukcilinder (2), althans op het daarop voorziene beeld (10), en van een tegendrukcilinder (4), met het kenmerk dat de tegendrukcilinder (4) is ingericht om althans in gebruik het tussen de cilinders (2, 4) door bewegende substraat (S) tegen de offsetdrukcilinder (2) te houden om het beeld (10) van de offsetdrukcilinder (2) rechtstreeks op het substraat (S) 10 over te brengen,

2. Drukmodule volgens conclusie 1, waarbij de offsetdrukcilinder (2) aandrijfbaar roteerbaar is en de tegendrukcilinder (4) niet aangedreven roteerbaar is. 15

3. Drukmodule volgens conclusie 1 of 2, waarbij een hartlijn (h) van de offsetdrukcilinder (2) in hoofdzaak evenwijdig is aan een hartlijn (H) van de tegendrukcilinder (4), waarbij buitenste oppervlakken (2a, 4a) van de respectieve cilinders (2, 4) een opening (O) daartussen definiëren 20 waardoorheen het substraat (S) transporteerbaar is.

4. Drukmodule volgens conclusie één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een buitenste oppervlak (4a) van de tegendrukcilinder (4) van een flexibel materiaal is, bijvoorbeeld van een rubber. 25

5. Drukmodule volgens één der conclusies 1-4, waarbij de offsetdrukcilinder (2) uitneembaar in de drukmodule (1) is voorzien teneinde de offsetdrukcilinder (2) voor een andere drukcilinder te wisselen om variatie in patroonlengte en/of druktechniek mogelijk te maken.

6. Drukmodule volgens één der conclusies 1-4, waarbij de 5 offeetdrukcilinder (2) een kern omvat die is voorzien van een van de kern (7) losneembare oösetdrukcilindersleeve (8), waardoor variatie in patroonlengte en/of druktechniek mogelijk is.

7. Drukmodule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de 10 tegendrukcilinder (4) een kern (9a) omvat die is voorzien van een van de kern (9a) losneembare tegendrukcilindersleeve (9).

8. Drukmodule volgens één der voorgaande conclusies waarbij de tegendrukcilinder (4) uitneembaar in de drukmodule (1) is voorzien.

9. Drukmodule volgens één van de conclusies 5-8, waarbij de drukmodule (1) is ingericht om te wisselen naar flexodruktechniek door het vervangen van de offsetdrukcilinder (2) door een flexodrukcilinder (2”) of door het vervangen van de offsetdrukcilindersleeve (8) door een 20 flexodrukcilindersleeve (8”).

10. Drukmodule volgens één van de conclusies 5-8, waarbij de drukmodule (1) is ingericht om te wisselen naar diepdruktechniek door het vervangen van de offsetdrukcilinder (2) door een diepdrukcilinder (2’) of 25 door het vervangen van de offsetdrukcilindersleeve (8) door een diepdrukcilindersleeve (8’).

11. Drukmodule volgens één van de conclusies 5-8, waarbij de drukmodule (1) is ingericht om te wisselen naar rotatièzeefdruktechniek 30 door het vervangen van de offsetdrukcilinder (2) door een rotatiezeefdrukcilinder (2”’) of door het vervangen van de of&etdrukcilindersleeve (8) door een rotatiezeefdrukcilindersleeve (8,M).

12. Drukmodule volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het 5 inktsysteem (5,5\ 5”, 5’”) uitneembaar in de drukmodule (1) is voorzien,

13. Drukmodule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de drukmodule (1) is voorzien van middelen voor het variëren in een hartafstand (a) tussen de drukcilinder (2,2’,2”,2’”) en de tegendrukcilinder 10 (4).

14. Offsetdrukinrichting voorzien van een drukmodule (1) volgens één der voorgaande conclusies.