NL193750C - Inklapbare tussendraagbodem voor een verplaatsbare container. - Google Patents

Description

1 193750

Inklapbaar schap voor een verplaatsbare container

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inklapbaar schap voor een verplaatsbare container, die uit een verticale achterwand, twee elk op een zijkant daarvan aansluitende onderling evenwijdig verlopende 5 verticale zijwanden en een deze wanden verbindende in hoofdzaak horizontale draagbodem bestaat, welk schap in de gebruikstand op afstand evenwijdig boven de draagbodem is opgesteld, en bestaat uit ten minste een voorste en een achterste in hoofdzaak rechthoekig deel, waarbij het achterste deel met de achterrand scharnierbaar is om een horizontale evenwijdig aan de achterwand van de container verlopende eerste scharnieras en het voorste deel met de achterrand scharnierbaar om een evenwijdig aan de eerste 10 scharnieras verlopende tweede scharnieras met de voorrand van het achterste deel is verbonden, waarbij het voorste deel ter hoogte van de voorrand is voorzien van een evenwijdig aan de beide schamierassen en in de gebruikstand in hoofdzaak verticaal verlopende tegenhoudwand, waarbij in de ingeklapte stand van het schap zowel het achterste deel ten opzichte van en rond de eerste scharnieras omhoog is bewogen als het voorste deel ten opzichte van en rond de tweede scharnieras omlaag is bewogen vanuit de in hoofd-15 zaak horizontale naar een in hoofdzaak verticale stand. Dergelijke schappen worden bijvoorbeeld in verplaatsbare containers toegepast voor het vervoeren van bijvoorbeeld melk of fruitsappakken. De pakken zijn in lagen op de betreffende schappen van de verplaatsbare container gerangschikt en kunnen laagsgewijs worden uitgenomen, waarbij de lege schappen kunnen worden ingeklapt teneinde de toegang tot de onderliggende pakken te vereenvoudigen.

20 Een dergelijke verplaatsbare container is uit de internationale PCT aanvrage W086/02610 bekend. De delen van elk schap zijn onderling scharnierbaar met elkaar verbonden. Het voorste deel heeft een vaste opstaande tegenhoudwand die, na inklappen zich in het horizontale vlak uitstrekt. Een belangrijk nadeel van dit schap is, dat in deze ingeklapte stand de tegenhoudwand zich zodanig in het horizontale vlak uitstrekt dat de toegang tot de artikelen op het daaronder liggend schap of op de draagbodem wordt belemmerd.

25 Het doel van de onderhavige uitvinding is een schap te verschaffen dat het eerdergenoemde nadeel niet bezit.

De onderhavige uitvinding verschaft hiertoe een schap van de bovengenoemde soort, waarbij de tegenhoudwand scharnierbaar om een evenwijdig aan de beide schamierassen verlopende derde scharnieras vanuit de in hoofdzaak verticale gebruikstand in een richting naar het voorste deel en terug met het 30 voorste deel van het schap Is verbonden.

Door het inklapbaar maken van de tegenhoudwand kan het schap in zijn geheel, zonder uitsteeksels, tegen de achterwand van de container worden ingeklapt en wordt de toegang tot de goederen op het onderliggend schap verbeterd.

In het bijzonder is het schap zodanig uitgevoerd dat de derde scharnieras ligt ter hoogte van de 35 onderrand van de tegenhoudwand. Hierdoor klapt de tegenhoudwand altijd omhoog en terug naar het schap dat ingeklapt dient te worden.

Met voordeel wordt het schap zodanig uitgevoerd, dat de tegenhoudwand aan de onderrand is bevestigd aan een verlengdeel, dat in de gebruikstand in hoofdzaak in het vlak van het voorste en achterste deel van het schap ligt en welk verlengdeel met de achterrand via de derde scharnieras scharnierbaar is verbonden 40 met de voorrand van het voorste deel van het schap.

Op deze wijze wordt de tegenhoudwand vastgehouden tegen het ongewenste kantelen door goederen, die op het verlengdeel liggen. Om deze reden is de afstand tussen de tegenhoudwand en de scharnieras met voordeel niet groter dan de kleinste voorwerpen waarvoor het schap is ontworpen. Indien de scharnieras zo dicht mogelijk aan het vlak van de tegenhoudwand is geplaatst, wordt voorkomen dat deze een 45 ongewenst uitsteeksel vormt door de hiervoor genoemde verlenging.

Het heeft de voorkeur het schap zodanig uit te voeren dat de afstand tussen de derde scharnieras en de onderrand van de tegenhoudwand kleiner is dan de hoogte van deze wand. Hierdoor blijft de afstand van het verlengdeel dat zich na inklappen in het horizontale vlak uitstrekt, altijd kleiner dan wanneer een starre tegenhoudwand zich in dit vlak zou uitstrekken.

50 Indien op bekende wijze het schap aan elke zijrand wordt ondersteund door een in hoofdzaak horizontale, geleiding, welke geleidingen onderling evenwijdig verlopen en deel uitmaken van de verticale zijwanden van de verplaatsbare container, dan heeft de onderrand van de tegenhoudwand omlaag gerichte uitsteeksels, die in de gebruikstand naar beneden staan en samenwerken met de respectievelijke vooreinden van de geleidingen, teneinde het ongewenst inklappen van het schap te belemmeren.

Voor een duidelijk begrip van de uitvinding, zal nu bij wijze van voorbeeld worden verwezen naar de tekening, waarin: 55 193750 2 figuur 1A een schematisch perspectivisch aanzicht toont van een deel van een verplaatsbare container, die een inklapbaar schap heeft in een volledig uitgeklapte stand, figuur 1B is een met figuur 1A overeenkomend aanzicht maar toont het schap gedeeltelijk ingeklapt, figuur 1C is een met figuur 1A overeenkomend aanzicht, maar toont het schap in een nagenoeg volledig 5 ingeklapte stand, figuur 2 is een perspectivisch aanzicht van een deel van de voorkant van de container met het volledig uitgeklapt schap, figuur 3 toont een zijaanzicht van het gedeelte met het schap volledig uitgeklapt, figuur 4 toont een met figuur 3 overeenkomend aanzicht, maar met ingeklapte tegenhoudwand.

10

Het vouwbare schap 1 is aan de betreffende tegenover elkaar gelegen zijden hiervan ondersteund door twee horizontale buizen 2 met rechthoekige dwarsdoorsnede van de betreffende zijframedelen van de verplaatsbare container. Het schap is aan zijn achterkant schamierbaar verbonden met een (niet weergegeven) achterframe van de container en bestaat uit drie rechthoekige gedeelten 3, 4 en 5, die alle de vorm 15 hebben van draadroosters. De gedeelten 3 en 4 van het schap 1 zijn bij het verwijzingscijfer 6 onderling schamierbaar verbonden langs de betreffende aan elkaar grenzende randen hiervan en zijn vouwbaar óm deze schamierverbinding 6 tussen een volledig uitgevouwen stand zoals weergegeven in de figuren 1A, 2 en 3, waarin de gedeelten 3, 4 en 5 in hoofdzaak in een horizontaal vlak liggen en een ingevouwen stand, die is weergegeven in figuur 1C waarin de gedeelten 3, 4 en 5 in hoofdzaak dwars op dat vlak staan. De 20 gedeelten 4 en 5 zijn uitgevoerd om telescopisch ten opzichte van elkaar te bewegen. Het gedeelte van het schap heeft langs zijn buitenranddeel in hoofdzaak evenwijdig aan de onderlinge verbinding 6 een tegenhoudwand 7 voor het tegenhouden van de goederen, welke wand rechtop staat in de gebruikstand van het schap. De wand 7 is weer in hoofdzaak gevormd uit een draadrooster en omvat aan zijn beide zijeinden respectievelijk naar beneden gerichte uitsteeksels 8 die grijpen in openingen voor de betreffende voorste 25 einden van de buizen 2 teneinde het ongewenst telescopisch bewegen en/of vouwen van het schap 1 te belemmeren.

De verplaatsbare container omvat een aantal schappen, elk volgens de figuren 1A t/m 4, die met verticale tussenruimten zijn aangebracht boven een vaste niet vouwbare onderste draagbodem op de bodem van de container.

30 Het aanbrengen van een tegenhoudwand 7 op elk van de schappen 1 van de container heeft het voordeel dat de noodzaak wordt vermeden een voorste doorgang aan te brengen bij containers voor het transporteren van relatieve kleine goederen, bijvoorbeeld pakken melk of orange-juice.

De wand 7 is draaibaar verbonden met het gedeelte 3 van het schap. De draaias van deze draai-verbinding bevindt zich direct aan de onderkant van de wand 7 en in het achterste grensvlak van de wand. 35 De wand 7 wordt, teneinde het schap 1 vanuit zijn volledig uitgevouwen stand, die is weergegeven in figuur 1A, te vouwen naar achteren gekanteld om zijn draaias teneinde zijn uitsteeksels 8 feitelijk uit hun verbindende stand te brengen en vervolgens wordt de wand 7 naar voren gedrukt om het gedeelte 4 in het gedeelte 5 te schuiven (zie figuur 1B), en de gedeelten 3 en 4, 5 worden om de onderlinge verbinding 6 gevouwen teneinde het schap 1 in de in figuur 1C weergegeven stand te brengen. In de in de figuren 2 t/m 40 4 weergegeven uitvoering, ligt de scharnieras 9 niet in het vlak van de achtergrens van de wand 7 maar ligt vanaf dat vlak op een afstand naar achteren. In dit geval heeft de wand 7 een kort horizontaal verlengdeel 10 waarmee het is verbonden met het gedeelte 3. De afstand van de as 9 vanaf dat vlak is in hoofdzaak niet groter dan de hoogte van de wand 7 in zijn in de figuren 2 en 3 weergegeven verticale stand. Met voordeel is de afstand niet groter dan de onderste breedte van het smalste pak waarvoor de container is 45 ontworpen. Een bijzonder voordeel van de in de figuren 1 t/m 4 weergegeven uitvoering is dat in de volledig ingevouwen toestand van het schap 1, de wand 7 neigt in zijn gevouwen toestand tegen het gedeelte 3 te blijven staan omdat in deze toestand de uitsteeksels 8 rusten op de buizen 2. Met de scharnierbare tegenhoudwand draait een naar achteren gerichte duw op de wand 7 deze wand 7 niet alleen buiten de door de uitsteeksels 8 verschafte verbinding maar veroorzaakt tegelijkertijd dat het schap telescopisch 50 beweegt. Dientengevolge kunnen de achterste delen van de uitsteeksels 8 stijler worden gemaakt teneinde het gevaar te verminderen dat de schappen los raken, bijvoorbeeld vanwege botsingen op de transportlijnen, die zouden kunnen resulteren in het openen van de containers en verwarringen op de transportlijnen en vulmachines. De wand 7 van de figuren 1 t/m 4, neigt in de volledig uitgevouwen stand van het schap altijd in zijn verbindende stand te blijven totdat een klant besluit deze naar achteren te draaien om zijn 55 scharnieras 9.

Door de draaibare verbinding van de wand 7 met het schap 1 wordt in een volledig ingevouwen toestand van dit schap de toegang tot de goederen op een daaronder opgestelde draagbodem niet of nauwelijks

Claims (5)

1. Inklapbaar schap voor een verplaatsbare container, die uit een verticale achterwand, twee elk op een zijkant daarvan aansluitende onderling evenwijdig verlopende verticale zijwanden en een deze wanden verbindende in hoofdzaak horizontale, draagbodem bestaat, welk schap in de gebruikstand op afstand evenwijdig boven de draagbodem is opgesteld, en bestaat uit ten minste een voorste en een achterste in 10 hoofdzaak rechthoekig deel, waarbij het achterste deel met de achterrand schamierbaar is om een horizontale evenwijdig aan de achterwand van de container verlopende eerste schamieras en het voorste deel met de achterrand schamierbaar om een evenwijdig aan de eerste scharnieras verlopende tweede schamieras met de voorrand van het achterste deel is verbonden, waarbij het voorste deel ter hoogte van de voorrand is voorzien van een evenwijdig aan de beide scharnierassen en in de gebruikstand in 15 hoofdzaak verticaal verlopende tegenhoudwand, waarbij in de ingeklapte stand van het schap zowel het achterste deel ten opzichte van en rond de eerste scharnieras omhoog is bewogen als het voorste deel ten opzichte van en rond de tweede scharnieras omlaag is bewogen vanuit de in hoofdzaak horizontale naar een in hoofdzaak verticale stand, met het kenmerk, dat de tegenhoudwand (7) schamierbaar om een evenwijdig aan de beide scharnierassen verlopende derde schamieras (9) vanuit de in hoofdzaak verticale 20 gebruikstand in een richting naar het voorste deel (3), en terug, met het voorste deel (3) van het schap (1) is verbonden.

2. Schap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de derde schamieras ligt ter hoogte van de onderrand van de tegenhoudwand (7).

3. Schap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tegenhoudwand (7) aan de onderrand is bevestigd 25 aan een-verlengdeel (10) dat in de gebruikstand in hoofdzaak in het vlak van het voorste en achterste deel van het schap (1) ligt en welk verlengdeel (10) met de achterrand via de derde schamieras (9) schamierbaar is verbonden met de voorrand van het voorste deel (3) van het schap (1).

3 193750 belemmerd. 5

4. Schap volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de afstand tussen de derde schamiersas (9) en de onderrand van de tegenhoudwand (7) kleiner is dan de hoogte van deze wand (7).

5. Schap volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het schap aan elke zijrand wordt ondersteund door een in hoofdzaak horizontale geleiding, welke geleidingen onderling evenwijdig verlopen en deel uitmaken van de verticale zijwanden van de verplaatsbare container, met het kenmerk, dat de onderrand van de tegenhoudwand (7) omlaag gerichte uitsteeksels (8) heeft die in de gebruikstand naar beneden staan en samenwerken met de respectievelijke vooreinden van de geleidingen (2). Hierbij 2 bladen tekening