NL193315C - Tot een doos met opstaande driehoekige hoekpilaren vouwbare kartonnen plano. - Google Patents

Description

1 193315

Tot een doos met opstaande driehoekige vouwbare kartonnen plano

De uitvinding betreft een tot een doos met opstaande driehoekige hoekpilaren vouwbare kartonnen plano, waarbij de plano een in hoofdzaak rechthoekige bodemwand heeft, waaraan aan twee tegenoverliggende 5 zijden, door middel van een vouwlijn, een zijwand zit, waarbij de zijwand om de vouwlijn naar een opstaande stand kan worden gevouwen; waarbij aan de overige twee tegenoverliggende zijden van de bodemwand een eindwand zit, door middel van een vouwlijn, waarom de eindwand naar een opstaande stand kan worden gevouwen; waarbij de eindwand en de zijwand nabij elke hoek een uitstekend deel hebben; waarbij aan het verlengde van de eindwand, met het uitstekende deel, een lange flap zit die grenst 10 aan een snijlijn in het verlengde van de vouwlijn van de eindwand, welke flap drie flapdelen vormt, die ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de eindwand op elkaar aansluiten door evenwijdige vouwlijnen, waarom deze delen kunnen worden gevouwen.

Een dergelijke plano is bekend uit het Franse octrooiaanvrage 2.514.323. Bij de bekende plano wordt de zijwand los tegen het omgebogen einde van de eindwand geplaatst en vormt daarmee niet één geheel. Dat 15 betekent dat de zijwand gemakkelijk kan uitsteken ten opzichte van de eindwand, en dat zich tussen het einde van de eindwand en het einde van de zijwand gemakkelijk een spleet kan vormen. Met andere woorden, bij het in een opstaande stand vouwen van de zijwand en de eindwand, ontstaat geen afgeronde gladde hoek aan de buitenzijde van de vouwdoos. Bij het manipuleren van een vouwdoos volgens de genoemde Franse octrooiaanvrage kan dus een voorwerp raken in de spleet tussen de eindwand en de 20 vouwdoos, of haken achter het uitstekende einde van de zijwand. Dat betekent dat de vouwdoos tijdens het manipuleren gemakkelijk kan beschadigen, hetgeen nadelig is.

Het doel van de onderhavige uitvinding is om enkele verbeteringen aan te brengen aan een vouwdoos met driehoekige hoekpilaren, waarbij niet alleen de bestendigheid tegen vervorming van de hoekpilaar wordt vergroot, maar dat tevens een kartonnen vouwdoos wordt verkregen, die in het gebruik veel minder gevoelig 25 is voor beschadigingen van de hoekpunten daarvan.

Dat doel wordt in de onderhavige uitvinding bereikt, doordat in de vouwlijn tussen de zijwand en de bodemwand vanaf het snijpunt van de vouwlijnen van de zijwand en de eindwand een snijlijn is aangebracht, waarvan de lengte in hoofdzaak overeenkomt met de breedte van het uitstekende deel aan de zijwand; en dat in de zijwand, dwars op de langsrichting, een vouwlijn is aangebracht, zodanig dat tussen 30 die vouwlijn en de snijlijn in het verlengde van de vouwlijn van de eindwand een flap wordt gevormd, die naar binnen kan worden gevouwen; en dat het eerste en het tweede flapdeel aan de eindwand om de respectieve vouwlijnen daarvan naar binnen kunnen worden gevouwen, waarbij het derde flapdeel om de vouwlijn daarvan naar buiten kan worden gevouwen.

35 Door de gekozen constructie wordt bereikt dat de flap die is bevestigd aan de zijwand, wordt gestoken in en mechanisch wordt vastgezet tussen twee naar elkaar toe gevouwen flapdelen die zijn bevestigd aan de eindwand. Bovendien wordt door de gekozen constructie de buitenzijde van de hoek van de vouwdoos gevormd door de eindwand en het eerste flapdeel dat ten opzichte van de eindwand omgevouwen is. Daardoor ontstaat een gladde buitenzijde van de hoek, die geen uitstekende delen omvat, en kan geen 40 spleet worden gevormd waarin voorwerpen kunnen vastraken. Op deze wijze wordt een hypotenusa verkregen van de holle prismatische driehoekige pilaar, die is samengesteld uit drie diktes materiaal. Op het boveneinde van deze driehoekige pilaar, dat uitsteekt boven zowel de zijwand als de eindwand, kan een samenhoudcassette geplaatst worden.

Uit de Nederlandse terinzagelegging 7003864 is een vouwdoos bekend, die driehoekige hoekpilaren 45 omvat, waarbij de hypotenusa van de gevormde driehoekige hoekpilaar bestaat uit drie lagen materiaal. Om tot de driehoekige pilaar te komen is een relatief complexe plano noodzakelijk. Bovendien is de plano volgens deze terinzagelegging te vouwen tot een doos met dubbele wanden. De combinatie van enkele wanden en een hoekpilaar met een driedubbele hypothenusa is uit de terinzagelegging niet bekend. 1 2 3 4 5 6

De uitvinding wordt in het volgende toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, met verwijzing 2 naar de tekening waarin: 3 figuur 1 een bovenaanzicht is van één van de vier hoeken van de plano van de vouwdoos; 4 figuur 2 een perspectivische schets is van de hoek van figuur 1, gedurende het vouwproces; 5 figuur 3 een bovenaanzicht is van de hoek volgens figuur 2, na voltooiing van het vouwproces; en 6 figuur 4 een perspectivische schets is van één van de vier hoeken van de vouwdoos uit karton met de samenhoudcassette bevestigd op de driehoekige hoekpilaar.

Claims (3)

193315 2 In figuur 1 is één van de vier hoeken van de plano voor de vouwdoos te zien, die bestaat uit een rechthoekige bodemwand 20, waaraan vouwbaar door middel van een vouwlijn 6 een zijwand 1 zit. Aan de bodemwand 20 zit vouwbaar door middel van een vouwlijn bovendien een eindwand 2. De eindwand 2 is nabij de hoek voorzien van een uitstekend deel 10. Op de eindwand met het uitstekende deel 10 sluit 5 zijdelings, vouwbaar om de vouwlijn 6 een lange flap aan, die drie flapdelen 3, 4, 5 vormt. De flapdelen 3, 4 en 5 zijn ten opzichte van elkaar vouwbaar door met de vouwlijn 6 evenwijdige vouwlijnen 7, en 8. Het einde van de zijwand 1 is door middel van een vouwlijn verbonden met een flap 11. De flap 11 heeft ten opzichte van de zijwand 1 een uitstekend deel 9 van gelijke hoogte als het uitstekende deel 10 van de eindwand 2.

10 Bij het vouwen van de vouwdoos uit de plano wordt de zijwand 1 over een hoek van ongeveer 90° gevouwen om de vouwlijn 6. De eindwand 2 wordt eveneens over een hoek van ongeveer 90° om de vouwlijn daarvan gevouwen in een opstaande stand. Het eerste flapdeel 3, dat wil zeggen het flapdeel dat zich bevindt het dichtst bij de eindwand 2, wordt om de vouwlijn 6 over een hoek van ± 90° naar binnen gevouwen. Het tweede flapdeel 4 wordt vervolgens over een hoek van ongeveer 45° ten opzichte van het 15 flapdeel 3 verder gevouwen naar binnen. Het flapdeel 5 tenslotte wordt over een hoek van ± 180° om de vouwlijn 8 gevouwen in tegengestelde richting ten opzichte van de vouwrichting van de flapdelen 3 en 4. De flap 11 wordt om de vouwlijn over een hoek van ± 45° gevouwen. Dit alles leidt ertoe, zoals in de figuren 2 en 3 is te zien, dat het flapdeel 3, in gevouwen toestand, samen met het eindgedeelte van de eindrand 2 de benen vormen van de driehoekige hoekpilaar op de hoek van de doos. De flapdelen 4 en 5, met daartussen 20 geklemd de flap 11 vormen gezamenlijk de hypotenusa van de driehoekige hoekpilaar. Om dit mogelijk te maken zijn de flapdelen 4 en 5 enigszins breder uitgevoerd dan het flapdeel 3. Dit blijkt ondermeer uit figuur 3. Wanneer de vouwhandeling is afgerond, zoals weergegeven in figuur 3, kan op de bovenzijde van de driehoekige hoekpilaar een samenhouddop 16 geplaatst worden. Dit is weergegeven in figuur 4.

25 De samenhouddop is aan de bovenkant daarvan voorzien van een afgeknot kegelvormig uitsteeksel 18. Bij het op elkaar plaatsen van vouwdozen, die zijn voorzien van samenhouddoppen 16, zullen afgeknot kegelvormige uitsteeksels 18 komen te steken in de gaten 19 (zie figuren 1 en 3) die zijn aangebracht in de bodemwand 20 van de vouwdoos er boven. Om te voorkomen dat de samenhouddop 16 per ongeluk van de vouwdoos kan afvallen, is deze 30 samenhouddop aan de binnenzijde daarvan voorzien van vasthoudtanden. Het uitstekende deel 10 van de eindwand 2 en het flapdeel 3 zijn daarbij voorzien van hoekvormig uitgesneden gedeelten 17. De hoekvormig uitgesneden gedeelten 17 werken samen met de vasthoudtanden van de samenhouddop 16, waarbij deze vasthoudtanden in horizontale richting in de hoekvormig uitgesneden gedeelten 17 grijpen. De samenhouddop 16 is bij voorkeur gemaakt van kunststof. 35 Tot een doos met opstaande driehoekige hoekpilaren vouwbare kartonnen plano, waarbij de plano een in 40 hoofdzaak rechthoekige bodemwand heeft, waaraan aan twee tegenoverliggende zijden, door middel van een vouwlijn, een zijwand zit, waarbij de zijwand om de vouwlijn naar een opstaande stand kan worden gevouwen; waarbij aan de overige twee tegenoverliggende zijden van de bodemwand een eindwand zit, door middel van een vouwlijn, waarom de eindwand naar een opstaande stand kan worden gevouwen; waarbij de eindwand en de zijwand nabij elke hoek een uitstekend deel hebben; waarbij aan het verlengde 45 van de eindwand, met het uitstekende deel, een lange flap zit die grenst aan een snijlijn in het verlengde van de vouwlijn van de eindwand, welke flap drie flapdelen vormt, die ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de eindwand op elkaar aansluiten door evenwijdige vouwlijnen, waarom deze delen kunnen worden gevouwen, met het kenmerk, dat in de vouwlijn (6) tussen de zijwand (1) en de bodemwand (20) vanaf het snijpunt van de vouwlijnen van de zijwand (1) en de eindwand (2) een snijlijn is aangebracht, 50 waarvan de lengte in hoofdzaak overeenkomt met de breedte van het uitstekende deel (9) aan de zijwand (1); en dat in de zijwand (1), dwars op de langsrichting, een vouwlijn is aangebracht, zodanig dat tussen die vouwlijn en de snijlijn in het verlengde van de vouwlijn van de eindwand (2) een flap wordt gevormd, die naar binnen kan worden gevouwen; 3 193315 en dat het eerste en het tweede flapdeel (3, 4) aan de eindwand (2) om de respectieve vouwlijnen (6, 7) daarvan naar binnen kunnen worden gevouwen, waarbij het derde flapdeel (5) om de vouwlijn (8) daarvan naar buiten kan worden gevouwen. Hierbij 1 blad tekening