NL192858C - Werkwijze voor het vervaardigen van platte rotoren voor elektromotoren. - Google Patents

Description

1 192858

Werkwijze voor het vervaardigen van platte rotoren voor elektromotoren

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van platte rotoren voor elektromotoren.

5 De uitvinding ligt op het gebied van elektrische machines en elektromotoren, meer in het bijzonder motoren met een platte rotor in de vorm van een schijf of een kegelvormige rotor. Uit het Franse Octrooi-schrift 2.040.039 is een vlakke rotor voor een collectormotor bekend, waarbij het verbinden van de spoel met de collector plaatsvindt in een bewerkingsstap, waarin de einden van de spoelconstructie met de lamellen van de collector worden verbonden. De lamellen zijn hoekig omgebogen en in een kunststofdrager 10 gevat, die bestaat uit een gegoten of gespoten kunststof.

De uitvinding beoogt de fabricage van rotoren voor elektromotoren meer in het bijzonder platte of schijfvormige rotoren te rationaliseren en meer rendabel te maken waarbij de mogelijkheid bestaat de wikkeling te controleren voordat de rotor volledig gereed is terwijl tevens de juiste stand van de wikkelingen ten opzichte van de collector rechtstreeks kan worden verzekerd.

15 De uitvinding verschaft een werkwijze die is gekenmerkt, doordat de binnenhuis of naaf van de rotor en de collector in de juiste hoekstand in een vorm worden geplaatst, tussen bedoelde huis en de collector een geschikte kunsthars wordt gegoten, de wikkeling spoel voor spoel met de collector wordt verbonden, de lamellen van de collector onderling worden gescheiden waarna het aldus gevormde samenstel in de juiste hoekstand in een tweede vorm wordt geplaatst waarin eveneens een kunsthars wordt gegoten om de 20 wikkeling te omhullen.

Verdere kenmerken van de uitvinding worden onder verwijzing naar de tekening besproken. Daarin toont: figuur 1 een doorsnede weergevende de eerste fase van de montage en de vorming van de rotor; figuur 2 een deelaanzicht waaruit de montage van de wikkeling op de collector blijkt; 25 figuur 3 een gedeeltelijke doorsnede weergevende de tweede vormfase van de rotor.

In figuur 1 is een vorm 1 voorzien van een ruimte 1a voor het opnemen van de buitenrand 2a van de collector 2 en een ringvormige ruimte 1b voor het opnemen van de binnenhuis of naaf 3 van de rotor waarin de as wordt gemonteerd, welke huls in de vorm wordt vastgezet door middel van ten minste een pen of 30 uitsteeksel 4 die in de vorm is vastgezet en reikt in een opening 3a van de huls. In het algemeen zijn drie pennen of uitsteeksels 4 regelmatig verdeeld aanwezig om de huls in de vorm 1 zijn juiste stand te geven.

De collector 2 is eveneens in de vorm vastgezet ten opzichte van de uitsteeksels 4 door middel van een of meer doorgaans drie uitsteeksels of pennen 5, welke deel uitmaken van de vorm en die tussen de lamellen van de collector reiken.

35 In de groef 2b welke na het vormen op het binnenvlak van de collector ontstaat, wordt een versterkings-ring 6 voor de collector geplaatst, die is omgeven door geïmpregneerde glasvezels, teneinde gemakkelijk te hechten aan het te vormen product.

Men giet vervolgens in de ringvormige ruimte, gevormd door de collector 2, het deksel 7 van de vorm, de huls 3 en de wand van de vorm 1, een kunsthars, welke in de handel bekend is onder de naam ’’araldiet" of 40 een ander product dat de gewenste mechanische en elektrische eigenschappen heeft.

In de kunsthars 8 zijn bij voorkeur warmtegeleidende deeltjes zoals koolstof aangebracht teneinde de afvoer van calorieën, welke van de collector naar de motoras stromen bij het in bedrijf zijn van de motor, te begunstigen.

Het samenstel huls-collector wordt uit de vorm genomen om de spoel 13, wikkeling na wikkeling op de 45 gevormde collector (figuur 2) vast te zetten.

Dit vastzetten geschiedt in twee fasen, namelijk eerst door het warm vastzetten onder hoge druk met behulp van een daartoe geschikte machine zodat de isolatie welke de draden omgeeft breekt op de plaats van vastzetten, teneinde een goede elektrische verbinding te verzekeren zonder dat de draden chemisch of mechanisch gestript behoeven te worden en vervolgens door bij lage temperatuur te solderen.

50 Het samenstel wordt vervolgens mechanisch bewerkt om de lamellen van de collector onderling te scheiden, hetgeen op zichzelf bekend is, waarna het stelsel naar een controle-apparaat of naar een machine voor het beproeven van de rotoren kan worden gevoerd teneinde eventuele kortsluitfouten te kunnen vaststellen.

Het stelsel wordt tenslotte in een tweede vorm (figuur 3) geplaatst welke een ondervormdeel 9 heeft voor 55 het opnemen van het samenstel bestaande uit collector-huls-wikkeling in de natuurlijke stand en een bovenste vormdeel 10 dat is aangepast aan de vorm van het samenstel en enerzijds een of meer pennen 11 heeft voor het vaststellen van de huls zoals in de eerste vorm en anderzijds een of meer wiggen 12 om

Claims (5)

192858 2 de hoekstand van de wikkelingen van de spoel vast te zetten ten opzichte van de pennen 11 zoals in figuur 2 weergegeven. Een kunstharsmassa 14 van het type zoals ook gebruikt in de eerste fase wordt vervolgens om de wikkeling en tegen de kunsthars 8 gegoten waarna de rotor gereed is. Door de relatieve oriëntatie van de spoel ten opzichte van de naaf welke tijdens de eerste fase is 5 georiënteerd ten opzichte van de lamellen van de collector, verkrijgt men tenslotte de juiste stand van de spoelen ten opzichte van de lamellen van de collector. Op deze wijze wordt automatisch een juiste commutatie verzekerd zonder dat in hoekrichting verstelbare borstelhouders nodig zijn en derhalve een dergelijke verstelling achterwege kan blijven. De voordelen van de uitvinding blijken duidelijk uit het bovenstaande waarbij gewezen wordt op de 10 doelmatigheid van de fabricage als gevolg van de toepassing van eenvoudige gietvormen, het automatisch vastzetten van de spoelen ten opzichte van de lamellen van de collector waardoor regelbare borstels komen te vervallen, terwijl de wikkelingen vóór de montage gecontroleerd kunnen worden waardoor reparatie mogelijk is dan wel afkeuren van nog niet gerede rotoren, hetgeen een kleiner verlies betekent. 15

1. Werkwijze voor het vervaardigen van platte rotoren voor elektromotoren, met het kenmerk, dat de binnen huls of naaf (3) van de rotor en de collector (2) in de juiste hoekstand in een vorm worden geplaatst, tussen 20 bedoelde huls (3) en de collector (2) een geschikte kunsthars (8) wordt gegoten, de wikkeling spoel voor spoel met de collector wordt verbonden, de lamellen van de collector onderling worden gescheiden waarna het aldus gevormde samenstel in de juiste hoekstand in een tweede vorm (9-10) wordt geplaatst waarin eveneens een kunsthars (14) wordt gegoten om de wikkeling te omhullen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het in de juiste hoekstand brengen van de 25 binnennaaf (3) van de collector (2) in de eerste vorm (1) geschiedt door middel van een of meer pennen, welke deel uitmaken van de vorm, waarbij een of meer pennen (4) reiken in overeenkomstige openingen van de binnennaaf (3) en een of meer pennen (5) tussen de lamellen van de collector (2) reiken, teneinde deze ten opzichte van de pennen (4) van de naaf (3) te oriënteren.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het in de juiste hoekstand brengen van de 30 collector-naaf-combinatie (2-3) in de tweede vorm (9-10) geschiedt door middel van een of meer wiggen (12), die met de tweede vorm zijn verbonden en tussen de spoelen reiken, teneinde deze ten opzichte van de indexeerpennen (4) van de naaf (3) te oriënteren.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vastzetten van de draden van elke spoel op de lamellen van de collector in twee stappen geschiedt, zijnde het koud vastzetten met behulp van daartoe 35 geschikt gereedschap, vervolgens het warm vastzetten met behulp van een machine, welke dient om de isolatie van de draad op de plaats van bevestiging te breken.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat vóór het verbinden van de naaf (3) met de collector (2) door ingieten een versterkingsring (6) in de groef met de collector wordt geplaatst, welke ring is omgeven door geïmpregneerde glasvezels voor het verkrijgen van een goede hechting aan de gietmassa. Hierbij 1 blad tekening