[go: up one dir, main page]

NL192557C - Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed. Download PDF

Info

Publication number
NL192557C
NL192557C NL8302420A NL8302420A NL192557C NL 192557 C NL192557 C NL 192557C NL 8302420 A NL8302420 A NL 8302420A NL 8302420 A NL8302420 A NL 8302420A NL 192557 C NL192557 C NL 192557C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
roller
carrier
scraper
scraper elements
axis
Prior art date
Application number
NL8302420A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192557B (nl
NL8302420A (nl
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8302420A priority Critical patent/NL192557C/nl
Priority to GB08417048A priority patent/GB2142811B/en
Priority to FR848410620A priority patent/FR2548514B1/fr
Priority to DE3424917A priority patent/DE3424917C2/de
Publication of NL8302420A publication Critical patent/NL8302420A/nl
Publication of NL192557B publication Critical patent/NL192557B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192557C publication Critical patent/NL192557C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B29/00Rollers
    • A01B29/04Rollers with non-smooth surface formed of rotatably-mounted rings or discs or with projections or ribs on the roller body; Land packers
    • A01B29/045Rollers with non-smooth surface formed of rotatably-mounted rings or discs or with projections or ribs on the roller body; Land packers the soil-pressing body being a drum
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B29/00Rollers
    • A01B29/06Rollers with special additional arrangements

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

1 192557
Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed, voorzien van een aantal grondbewerkingsorganen en een achter de grond-5 bewerkingsorganen aangebrachte pakkerrol, waarvan de draaiingsas zich evenwijdig aan het bodem-oppervlak en althans in hoofdzaak loodrecht op de beoogde bewegingsrichting van de machine uitstrekt, welke pakkerrol een gesloten cilindervormige mantel bezit, waarop naar buiten gerichte uitsteeksels zijn aangebracht, die in op afstand naast elkaar gelegen zich in hoodzaak loodrecht op de draaiingsas van de rol uitstrekkende kransen staan opgesteld en tussen welke kransen, nabij de onderste helft van de 10 rolmantelomtrek en, gerekend in de beoogde bewegingsrichting, aan de achterzijde van de rol, verstelbare afstrijkelementen zijn aangebracht, welke afstrijkelementen zijn bevestigd aan de onderzijde van zich althans in hoofzaak opwaarts uitstrekkende armen, die gerekend in de beoogde bewegingsrichting aan de achterzijde van een nabij de bovenzijde van de rol aangebrachte, zich in hoofdzaak evenwijdig aan de draaiingsas van de rol uitstrekkende drager zijn bevestigd via klembeugels, die met behulp van ten minste 15 één moer om de drager zijn vastgezet en waarbij de binnenomtrek van de klembeugels in hoofdzaak passend om de buitenomtrek van de drager is aangebracht.
Een dergelijke machine is bekend uit de niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 8203047.
De daarin beschreven constructie heeft het voordeel dat de afstrijkelementen zelf na slijtage op vrij gunstige wijze verstelbaar zijn en slechts in geringe mate vatbaar zijn voor aankoeken van aarde. Een 20 dergelijke constructie bevordert een vrij vlotte nastelling en vervanging van de afstrijkelementen. Deze constructie heeft echter het nadeel vatbaar te zijn voor schade, omdat tussen twee naburige kransen uitsteeksels ingeklemde en meegenomen stenen een afstrijkelement kunnen beschadigen.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel te komen tot een gunstige constructie, waarin onder behoud van de genoemde voordelen van de beschreven constructie het nadeel van beschadiging van de afstrijk-25 elementen is ondervangen.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt wanneer de drager een althans nagenoeg ronde buitenomtrek heeft. Bij deze constructie zal een afstrijkelememt, bij tussen de tandkransen ingeklemde stenen, onder invloed van zo’n steen achterwaarts uitwijken vanwege de draaiingsmogelijkheid van de klembeugel om de drager. Deze uitwijking van een afstrijkelement wordt veroorzaakt door het draaimoment, dat wordt gevormd 30 door de kracht in de lengterichting van de arm van dat afstrijkelement en de arm, die wordt gevormd door de straal van de drager. De armen van de afstrijkelementen kunnen met behulp van een momentsleutel, juist zo vastgezet worden dat onder normale werkomstandigheden geen verdraaiing van de klembeugels optreedt, echter wel zodra overbelasting van de afstrijkelementen dreigt door stenen, die zich tussen de tandenkransen hebben vastgezet. Bovendien wordt met deze constructie tevens een nog gunstiger 35 nastelmogelijkheid voor de afstrijkelement verkregen, omdat na slijtage van een afstrijkelement, de arm daarvan, na het enigszins losmaken van de klembeugel, gemakkelijk om de drager kan worden verdraaid, totdat het afstrijkelement weer de juiste afstand inneemt ten opzichte van de mantel van de pakkerrol.
Opgemerkt wordt dat uit het Duitse Gebrauchsmuster 8.026.581 een van een afstrijkinrichting voorziene pakkerrol bekend is, waarbij de afstrijkelementen in hun langsrichting ten opzichte van een opwaarts 40 gerichte en vast aan een drager bevestigde arm beweegbaar en verstelbaar zijn. Bij deze constructie is de verstelmogelijkheid voor de afstrijkelementen moeilijk bereikbaar en kan deze sterk vervuild raken. Om deze reden is de drager in deze constructie scharnierbaar aangebracht, zodat de afstrijkelementen vanuit een werkzame stand, ten behoeve van onderhoud, c.q. verstelling, in een achterwaarts verzwenkte, buiten het bereik van de uitsteeksels gelegen, onwerkzame stand verplaatst kunnen worden. De afstrijkinrichting wordt 45 in beide standen vergrendeld.
Uit het Duitse Offenlegungsschrift 2.856.298 is een constructie bekend waarbij de afstrijkelementen na afslijten van het naar de rolmantelomtrek toegekeerde uiteinde nabestelbaar zijn met behulp van een uit twee delen bestaande arm, waarvan het onderste deel, na het losdraaien van twee bouten, ten opzichte van het bovenste deel van de arm in opwaartse richting kan worden verschoven. Dit deel wordt weer vastgezet 50 zodra het afstrijkelement in zijn opwaartse beweging wederom tegen of althans nabij de mantelomtrek van de rol is komen te liggen. De afstrijkelementen zijn nabij de onderste helft van de rolomtrek gelegen, bij voorkeur zo dicht mogelijk nabij het bodemoppervlak, zodat de van de rol af te schrapen aarde in zo klein mogelijke delen van de rol afvalt. Bij deze constructie is de verstelmogelijkheid van de afstrijkelementen lastig toegankelijk omdat de verstelmogelijkheid zich tussen de kransen uitsteeksels van de rol bevindt.
55 Bovendien heeft deze constructie het nadeel dat de verstelmogelijkheid voor de afstrijkelementen zo vervuild raken, dat een tijdrovende schoonmaakactie nodig is voordat een verstelsleutel op een moer of bout kan worden aangebracht.
/ 192557 2
Aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeid zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed weer, uitgerust met een pakkerrol volgens de uitvinding.
5 Figuur 2 geeft op grotere schaal een aanzicht volgens de lijn II—II in figuur 1 weer.
Figuur 3 geeft een aanzicht volgens de pijl III in figuur 2 weer, terwijl
Figuur 4 een aanzicht weergeeft volgens pijl IV in figuur 2.
De grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed, heeft een zich dwars op 10 de voortbewegingsrichting A uitstrekkend kokervormig gesteldeel 1. In het kokervormig gesteldeel 1 zijn op onderling gelijke afstand van bij voorkeur 25 cm van elkaar assen 2 gelegerd, die zich in opwaartse, bij voorkeur verticale richting, uitstrekken. Elk van de assen 2 is direct onder het gesteldeel 1 voorzien van een grondbewerkingsorgaan, dat een zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekkende drager omvat, met tanden die aan de einden van de drager zijn bevestigd en zich naar beneden uitstrekken. De einden 15 van het gesteldeel 1 zijn voorzien van platen 3, die zich in opwaartse richting uitstrekken en tot boven het gesteldeel reiken. Nabij de voor- en bovenzijde is elke plaat 3 voorzien van een tap 4, waarom een arm 5 verzwenkbaar is, die zich langs de binnenzijde van de plaat 3 naar achteren uitstrekt. Nabij de achterzijde heeft elke arm 5 een schuin naar beneden en naar achteren gericht deel dat overgaat in een kort gedeelte dat zich althans nagenoeg evenwijdig uitstrekt aan het zich langs de plaat uitstrekkende gedeelte van de 20 arm. Door middel van bouten is aan het korte gedeelte van elke arm 5 een zich schuin naar beneden en naar achteren uitstrekkende steun 6 aangebracht. Tussen de einden van de steunen 6 is door middel van legers, die zijn ondergebracht in legerhuizen 7 vrij draaibaar een pakkerrol 8 aangebracht. De pakkerrol 8 omvat een cilindervormige drager of mantel 9, die bij dit uitvoeringsbeeld een diameter heeft van ± 30 cm. Aan de omtrek van de cilindervormige drager 9 zijn op elkaar aansluitende paren tandvormige uitsteeksels 25 10 gelast, een en ander zodanig, dat kransen tandvormige uitsteeksels zijn gevormd, die op althans nagenoeg gelijke afstand van elkaar zijn gelegen. De breedste zijde van de tandvormige uitsteeksels 10 waarvan er bij dit uitvoeringsvoorbeeid telkens twee uit één stuk plaat zijn gevormd, strekt zich althans nagenoeg evenwijdig uit aan een vlak loodrecht op de draaiingsas a van de pakkerrol 8. De vorm van de tandvormige uitsteeksels 10 is in figuur 2 nader weergegeven. Alhoewel niet weergegeven kunnen ook meer 30 dan twee tandvormige uitsteeksels 10, bijvoorbeeld vijf, uit één stuk plaat zijn gevormd, waardoor minder laswerk voor het bevestigen van de uitsteeksels noodzakelijk is en tevens op materiaal kan worden bespaard. Indien een tandvormig uitsteeksel 10 zich aan de onderzijde van de pakkerrol 8 bevindt, is de voorzijde althans nagenoeg radiaal gelegen en heeft de achterzijde vanaf de omtrek van de cilindervormige drager 9 een S-vormig verloop (figuur 2). Tussen de opvolgende kransen tandvormige uitsteeksels 10 zijn in 35 groepen van vijf, afstrijkelementen 11 aangebracht. Elk afstrijkelement 11 wordt gevormd door een rechthoekige plaat, die bij voorkeur uit verenstaal is vervaardigd. De plaat is met behulp van een voet 12 bevestigd aan de onderzijde van een recht naar boven verlopende in dwarsdoorsnede U-vormige arm 13, waarvan de benen ten opzichte van de voortbewegingsrichting A naar achteren zijn gericht. Vijf armen 13 van naast elkaar gelegen afstrijkelementen 11 zijn aan de bovenzijde door middel van een plaat 14 met 40 elkaar verbonden. Elk rechthoekig afstrijkelement 11 omvat twee openingen waarvan een onderste opening dient voor het aanbrengen van een bout 15 ter bevestiging van het afstrijkelement aan de voet 12, terwijl een bovenste uitsparing 16 kan samenwerken met een pen 17, op de voet 12, een en ander zodanig dat na het losmaken van de bout 15 de rechthoekige plaat kan worden omgekeerd, waarbij de opening voor de bout 15 met de pen 17 kan samenwerken en de uitsparing 16 voor de pen 17 dient voor het doorvoeren 45 van de bevestigingsbout 15. De voet 12 maakt met de langshartlijn van de arm 13 een hoek van bij voorkeur ± 108°. De korte zijde van het afstrijkelement 11, die zich praktisch over de gehele afstand tussen twee kransen tandvormige uitsteeksels 10 uitstrekt, vormt een werkzaam deel van het afstrijkelement 11. De beide buitenste armen 13 en de middelste arm 13 van een groep afstrijkelementen 11, zijn aan de bovenzijde voorzien van twee onder elkaar gelegen gaten waardoor de van schroefdraad voorziene einden 50 van een klembeugel 18 gestoken kunnen worden. De benen van de beugel 18, welke benen in gemonteerde toestand althans nagenoeg horizontaal zijn gelegen, zijn door middel van moeren 19 klembaar om een zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekkende drager 20, die evenwijdig is gelegen aan de draaiingsas a van de pakkerrol 8 en een ronde dwarsdoorsnede heeft.
Elke plaat 14 is aan de einden voorzien van een paar boven elkaar gelegen klemschoenen 21, die met 55 de achterzijde van de drager 20 samenwerken.
De drager 20 is aan de einden voorzien van naar voren gerichte steunen 22, die aan de voorzijde met behulp van de bouten 23, die tevens dienen voor de bevestiging van de steunen 6 ten opzichte van de 3 192557 armen 5, zijn vastgezet. De drager 20 vormt tezamen met de steunen 22 een draaggestel voor de groepen afstrijkelementen 11. Juist achter de drager 20 is elk van de steunen 22 door middel van een bout verbonden met een schuin naar beneden en naar voren gerichte arm 23A. De onderzijde van de arm 23A is door middel van een bout, die tevens voor de bevestiging van een legerhuis 7 dient, ten opzichte van de 5 steun 6 vastgezet. Voor het afstellen van de afstrijkelementen 11 kan bij het monteren van de pakkerrol 8 op de volgende wijze te werk worden gegaan.
Voor alle groepen afstrijkelementen 11 worden de beugels 18 om de ronde drager 20 verzwenkt tot de voorzijden van de resp. afstrijkelementen 11, praktisch tegen de cilindervormige drager 9 komen te rusten. Hierna worden de moeren 19 op de beugels 18 vastgedraaid. Hierbij worden de moeren 19 zodanig 10 vastgedraaid dat tijdens normaal bedrijf de afstrijkelementen 11 hun stand behouden; komt echter een hard voorwerp, zoals een steen klem te zitten tussen twee kransen tandvormige uitsteeksels 10, waardoor te grote krachten op de afstrijkelementen 11 of de armen 13 zouden gaan werken, dan moeten de beugels 18 om de ronde drager 20 kunnen verdraaien, waarbij de urnen 13 van de afstrijkelementen 11 naar achteren kunnen uitwijken. Na het uitwijken kan men dan de groep afstrijkelementen 11 in de oorspronkelijke stand 15 terugdraaien en de moeren 19 opnieuw op de gewenste wijze vastzetten. Door middel van deze bevestiging van de afstrijkelementen 11 kan men niet alleen een juiste instelling resp. nastelling van de afstrijkelementen verkrijgen, doch tevens op simpele wijze een effectieve beveiliging tegen beschadiging, bij voorbeeld door stenen, die tussen de tanden van naast elkaar gelegen kransen klemraken. Voor het op de juiste wijze vastzetten kan men na het vaststellen van de gewenste spanning een momentsleutel gebruiken. 20 Na het op de bovenbeschreven wijze instellen van de afstrijkelementen 11 laat men de pakkerrol 8 ronddraaien, waarbij gecontroleerd kan worden of de speling voor de afstrijkelementen 11 van elk van de groepen correct is. Een minimum speling van praktisch 0 mm is hierbij toelaatbaar.
Bij slijtage van de afstrijkelementen 11 kan door een verdraaiing van de armen 13 van een groep om de drager 20 een bijstelling worden verkregen. Indien de slijtage te groot wordt, kan door het losmaken van de 25 bout 15 een afstrijkelement 11 van de voet 12 worden afgenomen en na 180° te zijn gekeerd op de reeds beschreven wijze weer worden vastgezet. De armen 5 kunnen elk met behulp van een schroefspindei 24 door verzwenken om de tap 4 in verschillende standen worden gebracht en door een arreteerinrichting 25 worden vastgezet, ter instelling van de werkdiepte van de grondbewerkingsorganen.
De einden van het gesteldeel 1 zijn voorzien van een verzwenkbare plaat 26, die door middel van een 30 arm om een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as verzwenkbaar zijn en tijdens het bedrijf met de buitenste grondbewerkingsorganen samenwerken. Binnen het kokervormig gesteldeel 1 is elke as 2 voorzien van een tandwiel 27, een en ander zodanig dat de tandwielen op de assen 2 van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen met elkaar in aandrijvende verbinding staan. Nabij het midden is de as 2 van een grondbewerkingsorgaan verlengd en reikt tot in een tandwielkast 28, die op de bovenzijde van het 35 gesteldeel 1 is aangebracht. Binnen de tandwielkast 28 is het verlengde van de genoemde as via een conische tandwieloverbrenging in aandrijvende verbinding met een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as, die aan de achterzijde reikt tot in een huis van een toerenvariator 29 en binnen dit huis via wisselwielen in aandrijvende verbinding staat met een daarboven gelegen, zich eveneens in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 30, die aan de voorzijde buiten de tandwielkast 28 uitsteekt. De as 30 40 kan met behulp van een tussenas 31 met de aftakas van een trekker worden verbonden. Nabij de voorzijde is het gesteldeel 1 voorzien van een bok 32 voor aankoppeling van de machine aan de driepunts-hefinrichting van een trekker.
De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt:
Tijdens het bedrijf is de machine met behulp van de bok 32 met de driepuntshefinrichting van een trekker 45 verbonden en kan vanaf de aftakas van de trekker via de beschreven overbrenging elk van de grondbewerkingsorganen in draaiing worden gebracht, een en ander zodanig, dat naast elkaar gelegen grondbewerkingsorganen in tegengestelde richting roteren, waarbij hun tanden ten minste aan elkaar grenzende stroken grond bewerken. Met behulp van de pakkerrol 8 kan - zoals reeds vermeld - tevens de werkdiepte van de bewegingsorganen worden ingesteld. De pakkerrol 8 wordt tijdens de voortbeweging van de 50 machine met behulp van de in kransen aangebrachte tandvormige uitsteeksels 10 in rotatie gebracht, waarbij de cilindervormige drager 9 een verdichtende werking op de verse, pas bewerkte aarde heeft. Op deze wijze kan men een bij uitstek geschikt, enigszins verdicht zaaibed creëren, waarin het zaad optimale kiemomstandigheden vindt.
Met behulp van de in groepen opgestelde afstrijkelementen 11 kan worden voorkomen dat tijdens het 55 bedrijf zich aarde tussen de kransen tandvormige uitsteeksels 10 vastzet waardoor de werking van de rol verloren zou gaan. De onderzijde van de afstrijkelementen 11 rust tegen de omtrek van de cilindervormige drager of mantel 9 op een punt, zodanig dat een lijn door de rotatieas a en dit punt een hoek van ten

Claims (3)

192557 4 minste 10° en bij voorkeur 30° insluit met een horizontaal vlak door de rotatieas a van de pakkerrol 8. Op deze wijze wordt bereikt dat de afstrijkelementen 11 afgeschraapte aarde in kleine hoeveelheden losmaken, welke aarde binnen het bereik van de tandvormige uitsteeksels 11 blijft, waardoor een verdere verkruimeling kan plaatsvinden. Indien - zoals reeds vermeld - slijtage van de uit verenstaal vervaardigde afstrijk-5 elementen 11 optreedt, kan een groep met behulp van de een geleiding vormende klembeugels 18 om de ronde drager 20 worden verzwenkt, tot de afstrijkelementen wederom de gewenste stand innemen. In geval van een ernstige slijtage kan op de in het voorgaande besproken wijze een afstrijkelement 11 worden afgenomen en na 180° te zijn gedraaid met de tegenover gelegen werkzame zijde weer worden aangebracht. Op deze wijze wordt bereikt dat elk afstrijkelement 11 twee keer kan worden benut.
10 De in het voorgaande beschreven afstelling van de afstrijkelementen 11 van de respectieve groepen kan op eenvoudige, snelle en efficiënte wijze plaatsvinden, terwijl door middel van de specifieke bevestiging eveneens op eenvoudige wijze een effectieve beveiliging tegen beschadiging door stenen is gecreëerd.
15 Conclusie Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed, voorzien van een aantal grondbewerkingsorganen en een achter de grondbewerkingsorganen aangebrachte pakkerrol, waarvan de draaiingsas zich evenwijdig aan het bodemoppervlak en althans in hoofdzaak loodrecht op de beoogde 20 bewegingsrichting van de machine uitstrekt, welke pakkerrol een gesloten cilindervormige mantel bezit, waarop naar buiten gerichte uitsteeksels zijn aangebracht, die in op afstand naast elkaar gelegen zich in hoofdzaak loodrecht op de draaiingsas van de rol uitstrekkende kransen staan opgesteld en tussen welke kransen, nabij de onderste helft van de rolmantelomtrek en, gerekend in de beoogde bewegingsrichting, aan de achterzijde van de rol, verstelbare afstrijkelementen zijn aangebracht, welke afstrijkelementen zijn 25 bevestigd aan de onderzijde van zich althans in hoofdzaak opwaarts uitstrekkende armen, die gerekend in de beoogde bewegingsrichting aan de achterzijde van een nabij de bovenzijde van de rol aangebrachte, zich in hoofdzaak evenwijdig aan de draaiingsas van de rol uitstrekkende drager zijn bevestigd via klembeugels, die met behulp van ten minste één moer om de drager zijn vastgezet en waarbij de binnenomtrek van de klembeugels in hoofdzaak passend om de buitenomtrek van de drager is aangebracht, met 30 het kenmerk, dat de drager (20) een althans nagenoeg ronde buitenomtrek heeft. Hierbij 3 bladen tekening
NL8302420A 1983-07-07 1983-07-07 Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed. NL192557C (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302420A NL192557C (nl) 1983-07-07 1983-07-07 Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.
GB08417048A GB2142811B (en) 1983-07-07 1984-07-04 Soil cultivating implements
FR848410620A FR2548514B1 (nl) 1983-07-07 1984-07-04
DE3424917A DE3424917C2 (de) 1983-07-07 1984-07-06 Bodenbearbeitungsmaschine, insbesondere Kreiselegge zur Saatbettbereitung

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302420A NL192557C (nl) 1983-07-07 1983-07-07 Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.
NL8302420 1983-07-07

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8302420A NL8302420A (nl) 1985-02-01
NL192557B NL192557B (nl) 1997-06-02
NL192557C true NL192557C (nl) 1997-10-03

Family

ID=19842123

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8302420A NL192557C (nl) 1983-07-07 1983-07-07 Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE3424917C2 (nl)
FR (1) FR2548514B1 (nl)
GB (1) GB2142811B (nl)
NL (1) NL192557C (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9214279U1 (de) * 1992-10-22 1992-12-10 RDZ Dutzi GmbH, 7521 Ubstadt-Weiher Abstreifer für rotierendes Bodenbearbeitungswerkzeug
CN111316774B (zh) * 2020-04-29 2021-05-18 简胜坚 一种小面积田地的松土装置

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2454002A (en) * 1948-03-09 1948-11-16 Nick A Paluck Wheel scraper
DE2438374A1 (de) * 1974-08-09 1976-02-26 Amazonen Werke Dreyer H Packerwalze
NL181703B (nl) * 1976-12-03 1987-05-18 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
DE8003473U1 (de) * 1980-02-09 1980-05-29 Maschinenfabrik Rau Gmbh, 7315 Weilheim Kruemelwalze
DE8026581U1 (de) * 1980-10-04 1981-02-12 Maschinenfabrik Rau Gmbh, 7315 Weilheim Krümelwalze

Also Published As

Publication number Publication date
DE3424917A1 (de) 1985-01-17
NL192557B (nl) 1997-06-02
GB8417048D0 (en) 1984-08-08
FR2548514A1 (nl) 1985-01-11
FR2548514B1 (nl) 1989-03-17
GB2142811B (en) 1986-07-02
GB2142811A (en) 1985-01-30
DE3424917C2 (de) 1994-07-21
NL8302420A (nl) 1985-02-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8500396A (nl) Grondbewerkingsinrichting.
NL8401507A (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.
NL8301254A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192557C (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.
NL7903571A (nl) Rol voor het aandrukken van aarde.
NL8601048A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203047A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8204655A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8400269A (nl) Rolconstructie voor een grondbewerkingsmachine.
NL193433C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8300709A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8300154A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL7907081A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602005A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8300913A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8501212A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9401156A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9002567A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8204259A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0189957B1 (en) Soil cultivating machine
NL8801489A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8303089A (nl) Rol, in het bijzonder een pakkerrol, die in het bijzonder bestemd is om te worden gebruikt bij een grondbewerkingsmachine voorzien van aangedreven bewerkingsorganen.
NL8801012A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192769C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8803046A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20030201