NL192364C - Combinatie van een trekker en een samenstel van een rotorkopeg en een zaaimachine. - Google Patents
Combinatie van een trekker en een samenstel van een rotorkopeg en een zaaimachine. Download PDFInfo
- Publication number
- NL192364C NL192364C NL8203978A NL8203978A NL192364C NL 192364 C NL192364 C NL 192364C NL 8203978 A NL8203978 A NL 8203978A NL 8203978 A NL8203978 A NL 8203978A NL 192364 C NL192364 C NL 192364C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- point
- tractor
- seed drill
- roller
- whole
- Prior art date
Links
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 15
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 15
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 15
- 230000005484 gravity Effects 0.000 claims description 12
- 239000002689 soil Substances 0.000 claims description 8
- 238000003971 tillage Methods 0.000 claims description 7
- 241001236644 Lavinia Species 0.000 claims 1
- 230000005540 biological transmission Effects 0.000 claims 1
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 2
- 230000002411 adverse Effects 0.000 description 1
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 description 1
- 239000013013 elastic material Substances 0.000 description 1
- 238000003754 machining Methods 0.000 description 1
- 210000003813 thumb Anatomy 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B63/00—Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements
- A01B63/02—Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements mounted on tractors
- A01B63/10—Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements mounted on tractors operated by hydraulic or pneumatic means
- A01B63/1006—Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements mounted on tractors operated by hydraulic or pneumatic means the hydraulic or pneumatic means structurally belonging to the tractor
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Soil Working Implements (AREA)
- Agricultural Machines (AREA)
Description
I · «&vw
Combinatie van een trekker en een samenstel van een rotorkopeg en een zaaimachine
De uitvinding heeft betrekking op een combinatie van een trekker en een samenstel van een rotorkopeg en een zaaimachine, welke rotorkopeg een gestel met daarin gelegerde, in een rij dwars op de voortbewegings-5 richting opgestelde en om opwaarts gerichte assen roteerbare grondbewerkingsorganen omvat, alsmede een achter de grondbewerkingsorganen opgestelde rol en een driepuntsbok die aangekoppeld is aan een driepuntshefinrichting van de trekker, van welke driepuntshefinrichting de onderste hefarmen langer zijn dan de bovenste arm, terwijl de driepuntsbok onderste aankoppelpunten omvat die vóór de rij grondbewerkingsorganen aan een gestel zijn aangebracht, en waarbij de verbinding tussen de zaaimachine en de rotorkopeg 10 wordt gevormd door verbindingsarmen die aangrijpen op de driepuntsbok van de rotorkopeg.
Een dergelijke combinatie is bekend uit het Nederiandse octrooi 158686. Met de bekende combinatie wordt het met de rotorkopeg bereide zaadbed direct ingezaaid. Bij het op gebruikelijke wijze met de hefarmen van de driepuntshefinrichting van de trekker heffen van het bekende samenstel tot in de transportstand, wordt de driepuntshefinrichting zwaar belast en wordt de kans vergroot dat de voorwielen 15 van de trekker voor het transport onvoldoende bodemdruk behouden, omdat het zwaartepunt van het samenstel ver achterwaarts is gelegen. De onderhavige uitvinding beoogt dergelijke nadelige effecten te ondervangen. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de bovenste arm van de driepuntshefinrichting een hydraulische verstelcilinder is, welke cilinder op de rotorkopeg aangrijpt in het bovenste aankoppelpunt van de driepuntsbok dat achter het door de draaiingsassen van de bewerkingsorganen denkbare vlak is 20 gelegen, één en ander zodanig dat, na het intrekken van de cilinder, het zwaartepunt van de zaaimachine praktisch boven de rol van de rotorkopeg ligt, waarna heffen van de onderste armen van de driepuntshefinrichting het samenstel verder voorwaarts doet kantelen. De relatief ver achterwaartse aangrijping op de rotorkopeg van de als hydraulische verstelcilinder uitgevoerde bovenste arm van de driepuntshefinrichting bewerkstelligt dat bij intrekken van de verstelcilinder en nagenoeg halveren van de bovenste armlengte, het 25 samenstel om de onderste aankoppelpunten voorwaarts kantelt tot een stand waarbij het zwaartepunt van de zaaimachine praktisch boven de rol van de rotorkopeg ligt. Hierdoor is het zwaartepunt van het samenstel tot dicht bij de trekker gebracht en de belasting van de hefarmen van de driepuntshefinrichting in belangrijke mate gereduceerd. Heffen van de op de gebruikelijke wijze geconstrueerde relatief lange hefarmen, zal het samenstel nog verder voorwaarts doen kantelen en het zwaartepunt nog dichter bij de 30 trekker brengen.
Opgemerkt wordt dat uit het Duitse Auslegeschrift 1.107.011 (figuur 5) een trekker met een driepuntshefinrichting bekend is, waarvan de bovenste arm als hydraulische verstelcilinder is uitgevoeid. Dit heeft het effect dat een aangekoppeld werktuig, in het uitvoeringsvoorbeeld een ploeg, zodanig geheven kan worden dat onder het geheven werktuig ruimte ontstaat voor het aansluiten van de dissel van een landbouwwagen, 35 welke dan in combinatie met het werktuig getransporteerd kan worden. Bij een dergelijke heffing wordt, door de typische uitvoering van de driepuntshefinrichting met relatief korte hefaimen ten opzichte van de bovenste arm, slechts een geringe voorwaartse verplaatsing van het zwaartepunt van het aangekoppelde werktuig gerealiseerd.
Uit de Franse octrooiaanvrage 2.499.817 is eveneens een combinatie van een rotorkopeg met een 40 zaaimachine bekend. De verbinding tussen beide machines omvat onderste verbindingsarmen welke volgens de figuren van het octrooischrift zijn verbonden met de bovenzijde van het gestel van de rotorkopeg, en een bovenste verbindingsarm welke is uitgevoerd als hydraulische verstelcilinder. Met de bediening van de cilinder wordt de aangekoppelde zaaimachine om de onderste aankoppelpunten in de richting van de trekker gekanteld, zodat het zwaartepunt daarvan, en daarmee van de combinatie, naar de 45 trekker toe gebracht wordt.
Opgemerkt wordt nog dat uit het Amerikaanse octrooischrift 3.822.656, het op zichzelf bekend is om een driepuntshefinrichting met een bovenste arm in de vorm van een hydraulische verstelcilinder uit te voeren. Intrekken van de verstelcilinder geeft hier slechts een geringe verkorting van de bovenste arm van de driepuntshefinrichting, zodat de aangekoppelde grondbewerkingsmachine slechts over een geringe hoek 50 wordt gekanteld en van een voorwaartse verplaatsing van het zwaartepunt praktisch geen sprake is.
Aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een combinatie volgens de uitvinding weer;
Figuur 2 geeft een aanzicht weer volgens de pijl II in figuur 1; 55 Figuur 3 geeft een aanzicht weer dat overeenstemt met het aanzicht volgens figuur 2 en waarbij het samenstel zich in een transportstand bevindt;
Figuur 4 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de lijn IV—IV in figuur 1;
Figuur 5 is een uitwerking van de in figuur 3 in gestreepte lijnen weergegeven transportstand, waarbij de hefinrichting van de trekker in een hoge stand is gebracht.
Het in de figuren weergegeven samenstel betreft een rotorkopeg en een zaaimachine.
5 De rotorkopeg omvat een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkend gesteldeel 1 waarin op onderling gelijke afstand van bij voorkeur 25 cm, zich in opwaartse, bij voorkeur verticale richting urtstrek-kende assen 2 van beweikingsorganen 3 zijn gelegerd. Elk van de bewerkingsorganen 3 omvat een althans nagenoeg horizontale drager, die op het onder uit het gesteldeel stekende einde van een as is aangebracht. De drager 4 is nabij de einden voorzien van bewerkingselementen in de vorm van tanden, die zich naar 10 beneden uitstrekken. Nabij de einden is het gesteldeel 1 voorzien van zich in opwaartse richting uitstrekkende platen 6 die elk nabij de voorzijde zijn voorzien van een tap 7, met behulp waarvan een arm 8, die zich langs de binnenzijde van een plaat 6 naar achteren uitstrekt, verzwenkbaar is aangebracht. Nabij de achterzijde van elk van de armen 8 is een schroefspindel 9 aangebracht, door middel waarvan de armen ten opzichte van de platen 6 in hoogterichting verstelbaar zijn. Tussen de vrije einden van de armen 8 is vrij 15 draaibaar een rol 10 aangebracht, die bij dit uitvoeringsvoorbeeld is uitgevoerd als een pakkerroi. Binnen het gesteldeel 1 is op elk van de assen 2 een tandwiel 11 met rechte vertanding aangebracht, een en ander zodanig, dat de tandwielen 11 op de assen 2 van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen 3 met elkaar in aandrijvende verbinding staan. Nabij het midden is de as van een bewerkingsorgaan 3 verlengd en reikt tot in een tandwielkast 12, waarin deze as via een toerenvariator 13 in aandrijvende verbinding staat met een 20 as 14 die zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekt en aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt. De as 14 is door middel van een tussenas 15 met de aftakas van een trekker koppelbaar. Op gelijke afstand van de tandwielkast 12, zijn aan weerszijden van deze op de bovenzijde van het gesteldeel 1 stripvormige steunen 16 aangebracht, die zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekken en aan de voor-en achterzijde tot voorbij het gesteldeel reiken. De steunen 16 maken deel uit van een zich omhoog 25 uitstrekkend gesteldeel 17, dat als bok is uitgevoerd. De bok 17 omvat piaatdelen 18 die vanaf de steunen 16 naar boven convergeren. De piaatdelen 18 bevinden zich boven de achterzijde van het gesteldeel 1 en zijn door middel van platen 19 die zich in de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekken en een dwarsstuk met elkaar verbonden. Aan de achterzijde is elk van de piaatdelen 18 voorzien van een althans nagenoeg rechte zijde die althans nagenoeg evenwijdig verloopt aan een verticaal vlak dwars op de 30 voortbewegingsrichting A van de machine. Aan de voorzijde verloopt elk van de piaatdelen 18 vanaf zijn bevestiging aan de steunen 16 schuin naar achteren en naar boven, een en ander zodanig, dat de bovenzijde zich achter een verticaal vlerk bevindt dat door de draaiingsassen van de bewerkingsorganen aanbrengbaar is. De voorzijde van de platen 19 is door middel van steunen 21, die naar beneden divergeren met de voorzijde van het gesteldeel 1 verbonden. Tussen de platen 19 bevindt zich nabij de voorzijde 35 een aankoppelpunt 22 voor de bovenste arm van een driepuntsbevestiging, welk aankoppelpunt achter het verticale vlak door de draaiingsassen van de bewerkingsorganen 3 is gelegen. Nabij de voorzijde is elk van de steunen 16 voorzien van een sleuf 23 waarin een zich dwars op de voortbewegingsrichting A gelegen stang 24 vrij beweegbaar is. De einden van de stang 24 vormen aankoppelpunten voor de onderste armen van een driepuntsbevestiging. Ter hoogte van de voorzijde van het gesteldeel 1 is elk van de steunen 16 40 voorzien van een tap 25 (figuur 4), waarom een arm 26 verzwenkbaar is die zich langs de steunen naar achteren uitstrekt. De armen 26 reiken tot voorbij de rol en zijn ter hoogte van de rol voorzien van een naar boven gerichte kromming. Tussen de achterzijde van de platen 19 is vrij verzwenkbaar een arm 27 aangebracht waarvan de lengte instelbaar is. De beweging van de onderste armen 26 wordt begrensd door aanslagen 29A die bij voorkeur uit elastisch materiaal bestaan en achter de piaatdelen 18 aan elk van de 45 steunen 16 zijn aangebracht, een en ander zodanig dat de aimen 26 vrij blijven van de bovenzijde van het gesteldeel 1. De einden van de respectieve armen 26 en 27 vormen de aankoppelpunten voor een driepuntsbevestiging 28A van een met de grondbewerkingsmachine te combineren machine die zoals vermeld als zaaimachine 28 is uitgevoerd. De zaaimachine 28 heeft loopwielen 29 en is voorzien van een reservoir 30 waarop zaaipijpen 31 aansluiten die achter de loopwielen uitmonden. De bovenzijde van het 50 reservoir 30, dat zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekt, is voorzien van twee scharnierend ten opzichte van elkaar aangebrachte deksels 32 die elk door middel van gemakkelijk losneembare vergrendelmiddelen 33 kunnen worden vastgezet.
Bij aankoppeling van de in het voorgaande beschreven samenstel aan een trekker, wordt de bovenste arm van de driepuntsbevestiging gevormd door een hydraulisch te bedienen verstelcilinder 34. De 55 verstelcilinder 34 is met een einde, in dit geval met het zuigereinde, verzwenkbaar tussen de platen 19 aan de bovenzijde van de bok 17 aangebracht en met zijn andere einde verzwenkbaar bevestigd aan een aankoppelpunt aan de achterzijde van de trekker (figuur 2).
Claims (1)
- O I Mm Tijdens het bedrijf, waarbij het samenstel, in een stand zoals in figuur 1 is weergegeven, in een richting volgens de pijl A kan worden voortbewogen wordt via de in het voorgaande beschreven oveibrenging vanaf de aftakas van de trekker een aandrijving verkregen voor de respectieve bewerkingsorganen 3 waarbij naast elkaar gelegen bewerkingsorganen in tegengestelde zin roteren en met hun bewerkingselementen 5 5 elkaar overlappende stroken grond bewerken. Met behulp van de als pakkerrol uitgevoerde rol 10 en de voor elk van de armen 8 aanwezige schroefspindel 9 kan de werkdiepte van de respectieve bewerkingsorganen worden ingesteld. De door de bewerkingsorganen en de er achter aangebrachte pakkerwals bewerkte strook grond, die met behulp van de pakkerwals enigszins is verdicht kan met behulp van de zaaimachine die tijdens het bedrijf onafhankelijk van de grondbewerkingsmachine in hoogterichting 10 beweegbaar is in dezelfde werkgang worden ingezaaid. Voor het transport van het geheel kan de verstel-cilinder 34 die tijdens het bedrijf zijn maximaal uitgeschoven stand inneemt en in het punt 22 dat achter het verticaal vlak door de draaiingsassen van de bewerkingsorganen is gelegen (figuur 2) met het gesteldeel of de bok 17 is verbonden, in zijn kortste stand worden gebracht waarbij het geheel van grondbewerkings-machine en daarmee gecombineerde zaaimachine 28 om de aankoppelpunten 22,24 aan de voorzijde van 15 de bok 17 wordt verzwenkt in een stand die is weergegeven in figuur 3. Zoals uit deze figuur blijkt, is in de transportstand de zaaimachine 28 met haar zwaartepunt praktisch boven de rol 10 gelegen, een en ander zodanig dat het zwaartepunt van het geheel aanzienlijk naar voren is verplaatst en tijdens het transport de hefinrichting van de trekker niet of nauwelijks ongunstig wordt belast. De aanslagen 29A voorkomen een ongewenste beweging van de zaaimachine. Een en ander heeft tot gevolgd dat ondanks toepassing van de 20 in het voorgaande beschreven combinatie en het relatief grote gewicht van het geheel met relatief lichte trekkers kan worden gewerkt. De afgebeelde transportstand kan met behulp van de voorziening, die de in het voorgaande genoemde verstelcilinder 34 en zijn aankoppelpunt 22 op de machine omvat, welk aankoppelpunt nabij de bovenzijde van de bok 17 en achter een vericaal vlak door de rotatieassen van de bewerkingsorganen is gelegen worden verkregen. Op de voorgestelde wijze wordt het aankoppelpunt 22 25 voor de verstelcilinder 34 ten opzichte van de onderste aankoppelpunten 24 van de driepuntsbevestiging en de achteras van de trekker zover naar achteren verplaatst dat men de in figuur 3 weergegeven transportstand kan bereiken. Doordat de deksels 32 van het reservoir 30 van de zaaimachine zijn voorzien van de vergrendelingsmiddelen 33 die bijvoorbeeld kunnen zijn gevormd door een snelsluiting, wordt voorkomen dat ondanks de schuine stand die de zaaimachine tijdens het bedrijf inneemt tijdens het transport zaaigoed 30 wordt verloren. Voor het bereiken van de in figuur 3 weergegeven transportstand heeft slechts een verzwenken om de aankoppelpunten van de meerpuntsbevestiging plaats gevonden. Echter is het bovendien mogelijk het geheel te heffen, waarbij een verzwenken om de aankoppelpunten op de trekker plaats vindt en het zwaartepunt van het geheel nog dichter bij de trekker kan komen te liggen. Deze toestand is in figuur 3 in gestreepte lijnen en in figuur 5 uitgewerkt weergegeven. 35 Combinatie van een trekker en een samenstel van een rotorkopeg en een zaaimachine, welke rotorkopeg 40 een gestel met daarin gelegerde, in een rij dwars op de voortbewegingsrichting opgestelde en om opwaarts gerichte assen roteerbare grondbewerkingsorganen omvat, alsmede een achter de grondbewerkingsorganen opgestelde rol en een driepuntsbok die aangekoppeld is aan een driepuntshefinrichting van de trekker, van welke driepuntshefinrichting de onderste hefarmen langer zijn dan de bovenste arm, terwijl de driepuntsbok onderste aankoppelpunten omvat die vóór de rij grondbewerkingsorganen aan een gestel zijn aangebracht, 45 en waarbij de verbinding tussen de zaaimachine en de rotorkopeg wordt gevormd door verbindingsarmen die aangrijpen op de driepuntsbok van de rotorkopeg, met het kenmerk, dat de bovenste arm van de driepuntshefinrichting een hydraulische verstelcilinder (34) is, welke cilinder (34) op de rotorkopeg (1) aangrijpt in het bovenste aankoppelpunt (22) van de driepuntsbok dat achter het door de draaiingsassen (2) van de bewerkingsorganen (3) denkbare vlak is gelegen, één en ander zodanig dat, na het intrekken van de 50 cilinder (34), het zwaartepunt van de zaaimachine (28) praktisch boven de rol (10) van de rotorkopeg (1) ligt, waarna heffen van de onderste armen van de driepuntshefinrichting het samenstel verder voorwaarts doet kantelen. Hierbij 4 bladen tekening
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8203978A NL192364C (nl) | 1982-10-15 | 1982-10-15 | Combinatie van een trekker en een samenstel van een rotorkopeg en een zaaimachine. |
DE19833337193 DE3337193A1 (de) | 1982-10-15 | 1983-10-13 | Bodenbearbeitungsmaschine |
FR8316269A FR2534443A1 (fr) | 1982-10-15 | 1983-10-13 | Combinaison d'une machine pour travailler le sol avec une seconde machine, par exemple un semoir |
GB08327584A GB2128067B (en) | 1982-10-15 | 1983-10-14 | Equipment comprising a soil cultivating machine and a further machine |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8203978A NL192364C (nl) | 1982-10-15 | 1982-10-15 | Combinatie van een trekker en een samenstel van een rotorkopeg en een zaaimachine. |
NL8203978 | 1982-10-15 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8203978A NL8203978A (nl) | 1984-05-01 |
NL192364B NL192364B (nl) | 1997-03-03 |
NL192364C true NL192364C (nl) | 1997-07-04 |
Family
ID=19840407
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8203978A NL192364C (nl) | 1982-10-15 | 1982-10-15 | Combinatie van een trekker en een samenstel van een rotorkopeg en een zaaimachine. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE3337193A1 (nl) |
FR (1) | FR2534443A1 (nl) |
GB (1) | GB2128067B (nl) |
NL (1) | NL192364C (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL193084C (nl) * | 1984-03-08 | 1998-10-05 | Lely Nv C Van Der | Grondbewerkingsmachine. |
DE4042158A1 (de) * | 1990-12-28 | 1992-07-02 | Helmut Maier | Verfahren zum ernten von bodengewaechs und vorrichtung zur durchfuehrung des verfahrens |
GB2621884B (en) * | 2022-08-26 | 2025-01-29 | Teahan Patrick | A linkage system for mounting an implement to a vehicle |
Family Cites Families (19)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1068933B (de) * | 1957-09-19 | 1959-11-12 | Massey-Ferguson (Great Britain) Limited, Stretlord, Manchester, Lancashire (Großbritannien); Verir.: Dipl-Ing. F. Thielecke, Pat.-Anw., Braunschweig | Vorrichtung zum Ankuppeln von Anbaugeräten an die Dreipunktkupplun'g von Ackerschleppern |
DE1107011B (de) * | 1958-08-21 | 1961-05-18 | Nassauische Pflugfabrik Wagner | Kupplungs- und Hubvorrichtung fuer Anbaugeraete an Schleppern |
GB1071252A (en) * | 1963-02-08 | 1967-06-07 | Massey Ferguson Ltd | Improvements in or relating to hydraulic control systems for tractor-mounted agricultural implements |
GB1269041A (en) * | 1968-03-14 | 1972-03-29 | Dowdeswell C V R | Implement draw gear |
US3724721A (en) * | 1971-04-07 | 1973-04-03 | F Barr | Sack cutting attachment for a material receiving hopper |
NL7105355A (nl) * | 1971-04-21 | 1972-10-24 | ||
AT314883B (de) * | 1972-06-08 | 1974-04-25 | Prillinger Hans Fa | Vorrichtung zum Anschluß eines nachgereihten Folgegerätes an ein mit dem Hubwerk eines Ackerschleppers gekuppeltes Anbaugerät |
US3822656A (en) * | 1972-07-07 | 1974-07-09 | W Lalor | Subsoil amendment material incorporating method and apparatus |
FR2212989B2 (nl) * | 1972-09-12 | 1976-04-30 | Jerome Baert | |
US3795415A (en) * | 1972-09-29 | 1974-03-05 | Deere & Co | Multi-load tractor hitch system |
NL7416983A (nl) * | 1974-12-30 | 1976-07-02 | Lely Nv C Van Der | Grondbewerkingsmachine. |
NL7702938A (nl) * | 1977-03-18 | 1978-09-20 | Lely Nv C Van Der | Landbouwwerktuig voor het gebruik aan de hefin- richting van een trekker. |
NL185595C (nl) * | 1977-05-09 | 1990-06-01 | Lely Nv C Van Der | Koppelelement in de hefinrichting-bevestiging van een werktuig aan een trekker of dergelijk voertuig. |
NL7805544A (nl) * | 1978-05-23 | 1979-11-27 | Patent Concern Nv | Grondbewerkingsmachine. |
DE3105640A1 (de) * | 1981-02-17 | 1982-09-02 | Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen | "geraetekombination fuer die landwirtschaft" |
DE3105639C3 (de) * | 1981-02-17 | 1993-12-02 | Amazonen Werke Dreyer H | Geschlossene Gerätekombination für die Landwirtschaft |
FR2499817B1 (fr) * | 1981-02-17 | 1986-06-13 | Amazonen Werke Dreyer H | Semoir mecanique attelable a un tracteur |
DE3105638A1 (de) * | 1981-02-17 | 1982-09-02 | Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen | Geraetekombination fuer die landwirtschaft |
DE3105641A1 (de) * | 1981-02-17 | 1982-09-02 | Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen | "drillmaschine" |
-
1982
- 1982-10-15 NL NL8203978A patent/NL192364C/nl not_active IP Right Cessation
-
1983
- 1983-10-13 DE DE19833337193 patent/DE3337193A1/de active Granted
- 1983-10-13 FR FR8316269A patent/FR2534443A1/fr active Pending
- 1983-10-14 GB GB08327584A patent/GB2128067B/en not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL192364B (nl) | 1997-03-03 |
DE3337193C2 (nl) | 1987-12-17 |
GB8327584D0 (en) | 1983-11-16 |
NL8203978A (nl) | 1984-05-01 |
FR2534443A1 (fr) | 1984-04-20 |
DE3337193A1 (de) | 1984-04-19 |
GB2128067B (en) | 1986-07-09 |
GB2128067A (en) | 1984-04-26 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5398771A (en) | Grain Drill | |
CA2891703A1 (en) | Plough comprising a plurality of plough bodies attached to a plough bar | |
US4763915A (en) | Foldable implement carrier | |
NL8501109A (nl) | Landbouwwerktuig. | |
NL8204705A (nl) | Grondbewerkingsrol. | |
EP0199406B1 (en) | A plough | |
NL192364C (nl) | Combinatie van een trekker en een samenstel van een rotorkopeg en een zaaimachine. | |
NL8800800A (nl) | Combinatie van een trekker met ten minste een grondbewerking-zaaieenheid. | |
GB2127662A (en) | A soil cultivating machine | |
NL193084C (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8303381A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL193433C (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8903162A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8301074A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL192594C (nl) | Combinatie van een grondbewerkingsmachine en een daarmee te koppelen verdere machine. | |
NL9401156A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8602972A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL9101330A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8902832A (nl) | Landbouwmachine. | |
NL8403460A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL193395C (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8006776A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8700952A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
CZ2014745A3 (cs) | Stroj na obdělávání půdy | |
NL8400184A (nl) | Hefinrichting voorzien van aankoppelpunten voor het aankoppelen van een landbouwwerktuig. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20020501 |