NL1040531C2 - Inrichting voor het beademen van patiã«nten. - Google Patents

Description

Inrichting voor het beademen van patiënten.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het beademen van patiënten, meer in het bijzonder voor anesthesie en gebruik bij een intensive care unit, welke inrichting is voorzien van middelen voor het in één richting circuleren van beademingsgas, narcosegas of een therapeutisch gas in een leidingsysteem, dat is voorzien van een aansluiting voor de patiënt en van verdere aansluitingen voor het toevoeren van de verschillende bestanddelen van het gas en van middelen voor het onttrekken van de door de patiënt in het leidingsysteem uitgeademde kooldioxide, waarbij de inrichting is voorzien van middelen met behulp waarvan de druk in het leidingsysteem volgens een bepaald beademingspatroon kan worden gevarieerd, en waarbij de middelen een primair gedeelte omvatten, dat is aangesloten op middelen voor het voortbrengen van een werkfluïdum, waarvan de variërende druk het variëren van de druk in het leidingsysteem kan bewerkstelligen, en een secundair gedeelte omvatten, dat deel uitmaakt van of is aangesloten op het leidingsysteem.

In een bekende inrichting beschreven in de Nederlandse terinzagelegging 8301191 worden de middelen voor het volgens een bepaald beademingspatroon variëren van de druk in het leidingsysteem gevormd door een pomp met daarachter een volumeverplaatsingsmeter in de vorm van een cilinder waarin een klokvormige zuiger onder tussenplaatsing van een rolmembraan heen en weer verplaatsbaar is. Deze bekende inrichting heeft het bezwaar gecompliceerd te zijn. Verder is het schoonmaken van de pomp niet goed mogelijk.

Uit de Europese octrooiaanvrage EP-A 0 281 180 is bekend een inrichting met een pomp met een aantal parallel geschakelde, gelijktijdig bedienbare, pompkamers die door een pompmembraan worden gescheiden in een primair gedeelte, dat is aangesloten op middelen voor het voortbrengen van een werkfluïdum, waarvan de variërende druk het variëren van de druk in het leidingsysteem kan bewerkstelligen, en een secundair gedeelte, dat deel uitmaakt van of is aangesloten op het leidingsysteem.

Deze bekende inrichting heeft het bezwaar dat het niet goed mogelijk is om het volume van het primaire gedeelte of dat van het secundaire gedeelte, waarop de patiënt is aangesloten, tijdens het gebruik aan te passen door middel van het in- of uitschakelen van de kamers. Verder kunnen bij deze bekende inrichting de kamers niet worden geopend voor schoonmaken daarvan.

De inrichting volgens de uitvinding beoogt dit bezwaar van de bekende inrichtingen te ondervangen en een inrichting te verschaffen, met behulp waarvan het mogelijk is om het samendrukbare volume in het gesloten leidingsysteem optimaal te regelen, terwijl verder het schoonmaken op eenvoudige wijze kan plaatsvinden.

De inrichting volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat een cilinder is voorzien die door een ten opzichte van de binnenwand daarvan heen en weer beweegbare schijf wordt verdeeld in een deel dat aansluit op het primaire gedeelte en een deel dat aansluit op het secundaire gedeelte.

Volgens een kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding ligt het oppervlak van de wand van de schijf nauw aan tegen het oppervlak van de binnenwand van de cilinder, zodanig dat de schijf afdichtend in de cilinder beweegbaar is.

Volgens nog een verder kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding zijn de cilinder en de schijf geheel of gedeeltelijk vervaardigd uit een ceramisch materiaal, waarbij dit volgens nog een kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding hetzelfde ceramisch materiaal is en, volgens nog een verder kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding bestaat uit aluminiumoxide.

Eventueel is dit voorzien van een kunststof coating, bijvoorbeeld teflon, om glij-eigenschappen te verbeteren en weerstand nog verder te verlagen, hetgeen gunstig is voor zowel een patiënt die spontaan ademt, als een patiënt die wordt beademd.

Volgens nog een ander kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding wordt het werkfluïdum gevormd door een gas en zijn de middelen voor het variëren van de druk gevormd door een stromingspomp dan wel worden deze gevormd door een persluchtvoorziening die via een of meer ventielen op het leidingsysteem is aangesloten.

Volgens de uitvinding is het samenstel van cilinder en schijf vormgegeven .en vervaardigd, geheel of gedeeltelijk, uit een ceramisch materiaal, waarbij het oppervlak van de wand van de schijf nauw passend aanligt tegen het oppervlak van de binnenwand van de cilinder, op zodanige wijze dat de schijf in de cilinder afdichtend heen en weer beweegbaar is, zonder dat daarvoor enige verdere maatregel, zoals een ter afsluiting in de ruimte tussen de schijf en de cilinder te plaatsen middel, zoals bijvoorbeeld een membraan, is vereist. Met het door middel van een stromingspomp tot stand brengen van een variërende druk kan op zeer nauwkeurige wijze de heen en weergaande verplaatsing van de schijf in de cilinder tot stand worden gebracht en daarmee een nauwkeurige regeling van de druk in het gesloten leidingsysteem, naar de patiënt toe, worden verkregen. Omdat er geen verbinding is van de schijf met de cilinder is deze uitneembaar en kan het schoonmaken op eenvoudige wijze plaatsvinden.

Volgens nog een kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding is de cilinder verticaal opgesteld en is de schijf daarin op en neer beweegbaar.

Volgens een ander kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding is de cilinder horizontaal opgesteld en is de schijf daarin heen en weer beweegbaar.

Volgens nog een verder kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding vormt het gedeelte in de cilinder onder de schijf het secundaire gedeelte en vormt het gedeelte in de cilinder boven de schijf het primaire gedeelte.

Verdere kenmerken en bijzonderheden van de uitvinding zullen worden beschreven aan de hand van de tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.

De figuur toont schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding.

Zoals in de figuur is weergegeven, is de inrichting 1 voorzien van een circulatiepomp 2 voor het in één richting circuleren van het beademingsgas, narcosegas of therapeutisch gas in een gesloten leidingsysteem 3, dat is voorzien van een aansluiting 4 voor de patiënt en van verdere aansluitingen 5,6 voor het toevoeren van de verschillende bestanddelen van het gas, en van een absorberinrichting 7 voor het onttrekken van de door de patiënt in het leidingsysteem 3 uitgeademde kooldioxide. De inrichting is voorzien van een in dit uitvoeringsvoorbeeld verticaal opgestelde cilinder 8 met daarin een vrij op en neer beweegbare schijf 9 die de cilinder verdeelt in een primair gedeelte 10, dat is aangesloten op, in dit uitvoeringsvoorbeeld, een verdere circulatiepomp 11, met behulp waarvan de druk van een werkfluïdum in het primaire gedeelte 10 kan worden gevarieerd, en een secundair gedeelte 12 dat deel uitmaakt van of aansluit op het leidingsysteem 3. Met het variëren van de druk van het werkfluïdum in het primaire gedeelte 10 wordt een op en neergaande beweging van de schijf 9 in de cilinder 8 bewerkstelligd, en waarmee de druk in het leidingsysteem 3 volgens een bepaald beademingspatroon kan worden gevarieerd. De wand 13 van de schijf 9 heeft een bepaalde hoogte. In het getoonde voorbeeld heeft deze een hoogte gelegen tussen 30 mm tot 35 mm. De diameter van de schijf in het getoonde voorbeeld is 133 mm en de slag 200 mm. Het oppervlak van de wand 13 van de schijf 9 ligt over deze hoogte nauw aan tegen het oppervlak van de binnenwand 14 van de cilinder, zodanig dat de schijf afdichtend in de cilinder beweegbaar is.

De cilinder en de schijf zijn vervaardigd uit eenzelfde materiaal, bij voorkeur een ceramisch materiaal, bijvoorbeeld aluminiumoxide. Of beiden van eenzelfde compositie, bijvoorbeeld aluminium met een aluminiumoxide ceramische laag.

De inrichting is verder voorzien van niet in de tekening weergegeven middelen met behulp waarvan de bewegingsbaan van de schijf naar boven toe, naar het primaire gedeelte, en naar beneden naar het secundaire gedeelte toe, in een eindstand kan worden begrensd. Door middel hiervan kan het totale volume van het primaire en secundaire gedeelte aangepast, d.w.z. verkleind of vergroot, worden. Verder is de inrichting voorzien van niet in de tekening weegegeven middelen met behulp waarvan de eindstanden instelbaar zijn. Verder kan een contactloze opnemer zijn voorzien waarmee de positie van de schijf kan worden bepaald (bijvoorbeeld ultrasoon of optisch).

Hiermee wordt bereikt dat een optimale regeling mogelijk is van de volumes van de primaire en secundaire gedeelten, meer in het bijzonder een optimale regeling van het samendrukbaar volume in het gesloten leidingsysteem, naar de patiënt toe.

Claims (12)

1. Inrichting voor het beademen van patiënten, meer in het bijzonder voor anesthesie, welke inrichting is voorzien van middelen voor het in één richting circuleren van beademingsgas, narcosegas of een therapeutisch gas in een gesloten leidingsysteem, dat is voorzien van een aansluiting voor de patiënt en van verdere aansluitingen voor het toevoeren van de verschillende bestanddelen van het gas, van middelen voor het meten van de stroom en de samenstelling van het gas en van middelen voor het onttrekken van de door de patiënt in het leidingsysteem uitgeademde kooldioxide, waarbij de inrichting is voorzien van middelen met behulp waarvan de druk in het leidingsysteem volgens een bepaald beademingspatroon kan worden gevarieerd, en waarbij de middelen een primair gedeelte omvatten, dat is aangesloten op middelen voor het voortbrengen van een werkfluïdum, waarvan de variërende druk het variëren van de druk in het leidingsysteem kan bewerkstelligen, en een secundair gedeelte omvatten, dat deel uitmaakt van of is aangesloten op het leidingsysteem, met het kenmerk, dat een cilinder is voorzien die door een ten opzichte van de binnenwand daarvan heen en weer beweegbare schijf wordt verdeeld in een deel dat aansluit op het primaire gedeelte en een deel dat aansluit op het secundaire gedeelte.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het oppervlak van de wand van de schijf nauw aanligt tegen het oppervlak van de binnenwand van de cilinder, zodanig dat de schijf afdichtend in de cilinder beweegbaar is.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 , met het kenmerk, dat de cilinder en de schijf geheel of gedeeltelijk zijn vervaardigd uit een ceramisch materiaal.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het ceramisch materiaal bestaat uit aluminiumoxide.

5. Inrichting volgens conclusie 1,2,3 of 4, met het kenmerk, dat de cilinder en de schijf zijn voorzien van een teflon coating.

6. Inrichting volgens conclusie 1, 2,3,4 of 5 , met het kenmerk, dat de cilinder verticaal is opgesteld en de schijf daarin op en neer beweegbaar is.

7. Inrichting volgens conclusie 1, 2,3,4,5 of 6, met het kenmerk, dat de cilinder horizontaal is opgesteld en de schijf daarin heen en weer beweegbaar is.

8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het gedeelte in de cilinder onder de schijf het secundaire gedeelte vormt en het gedeelte in de cilinder boven de schijf het primaire gedeelte vormt.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, dat het werkfluïdum wordt gevormd door een gas en de middelen voor het variëren van de druk worden gevormd door een stromingspomp.

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, dat het werkfluïdum wordt gevormd door een gas en de middelen voor het variëren van de druk worden gevormd door een persluchtvoorziening die via een of meer ventielen op het leidingsysteem is aangesloten.

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat middelen zijn voorzien met behulp waarvan de bewegingsbaan van de schijf naar het primaire gedeelte en het secundaire gedeelte in een eindstand kan worden begrensd.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de middelen zijn voorzien met behulp waarvan de eindstanden instelbaar zijn.