NL1039524C2 - Zelfrijdend portaalvoertuig. - Google Patents
Zelfrijdend portaalvoertuig. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1039524C2 NL1039524C2 NL1039524A NL1039524A NL1039524C2 NL 1039524 C2 NL1039524 C2 NL 1039524C2 NL 1039524 A NL1039524 A NL 1039524A NL 1039524 A NL1039524 A NL 1039524A NL 1039524 C2 NL1039524 C2 NL 1039524C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- frame
- vehicle according
- self
- portal
- support frame
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01M—CATCHING, TRAPPING OR SCARING OF ANIMALS; APPARATUS FOR THE DESTRUCTION OF NOXIOUS ANIMALS OR NOXIOUS PLANTS
- A01M7/00—Special adaptations or arrangements of liquid-spraying apparatus for purposes covered by this subclass
- A01M7/0003—Atomisers or mist blowers
- A01M7/0014—Field atomisers, e.g. orchard atomisers, self-propelled, drawn or tractor-mounted
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01M—CATCHING, TRAPPING OR SCARING OF ANIMALS; APPARATUS FOR THE DESTRUCTION OF NOXIOUS ANIMALS OR NOXIOUS PLANTS
- A01M7/00—Special adaptations or arrangements of liquid-spraying apparatus for purposes covered by this subclass
- A01M7/005—Special arrangements or adaptations of the spraying or distributing parts, e.g. adaptations or mounting of the spray booms, mounting of the nozzles, protection shields
- A01M7/0064—Protection shields
- A01M7/0067—Protection shields with recovering of liquids
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62D—MOTOR VEHICLES; TRAILERS
- B62D49/00—Tractors
- B62D49/06—Tractors adapted for multi-purpose use
- B62D49/0678—Tractors of variable track width or wheel base
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Insects & Arthropods (AREA)
- Pest Control & Pesticides (AREA)
- Wood Science & Technology (AREA)
- Zoology (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Catching Or Destruction (AREA)
Description
ZELFRIJDEND PORTAALVOERTUIG Terrein van de uitvinding
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een zelfrijdend 5 portaalvoertuig met een traploos instelbare breedte en hoogte, voor de verzorging van relatief hoog opgaande planten in rijenculturen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een zelfrijdend portaalvoertuig bedoeld voor bewerkingen aan laagstam fruitbomen en nog meer in het bijzonder voor het uitvoeren van bespuitingen aan beide zijden van drie, door 10 tussenruimten gescheiden rijen fruitbomen.
Achtergrond van de uitvinding
Zelfrijdende portaalvoertuigen met een varieerbare breedte en hoogte, voor bewerkingen in rijenculturen zijn bekend. In de octrooiliteratuur kan men 15 deze voertuigen ondermeer vinden in de ECLA-klassen B62D49/06B (‘Straddle tractors’) en B62D49/06H ('with variable trackwidth’). Bij relatief laag opgaande gewassen worden dergelijke voertuigen gekenmerkt doordat het bedieningsplatform en de aandrijfmiddelen zich in hoofdzaak boven het cultuurgewas bevinden en het loopwerk zich bevindt in de tussenruimten tussen 20 twee gewasrijen. De hoge positie van het bedieningsplatform ten opzichte van het gewas, meestal in de vorm van een afgesloten ruimte en daarom hier verder cabine genoemd, bewerkstelligt een goed uitzicht over het te behandelen gewas. De relatief geringe hoogte van het portaalframe in relatie tot de spoorbreedte zorgt voor voldoende stabiliteit van het voertuig onder normale 25 werkcondities. Bij bekende portaalvoertuigen voor het behandelen van hoogopgaande gewassen, zoals bijvoorbeeld laagstam fruitbomen met een hoogte tot 4 m en geplant in rijen met een gangbare onderlinge afstand van 2,5 - 3 m, zijn de cabine en de aandrijfmiddelen in de ruimte tussen twee rijen geplaatst, samen met een loopwerk met aangedreven wielen. Het portaalframe 30 strekt zich uit over één of twee gewasrijen en omvat aldus één of twee portalen.
1039524 2
In een bekende toepassing worden dergelijke portaalvoertuigen gebruikt voor het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen via spuitmonden. Daartoe zijn langs de benen van de portalen spuitmonden en ventilatoren voor luchtondersteuning aangebracht. Voor het opvangen van niet op het gewas 5 neergeslagen spuitnevel zijn verder vangschermen aangebracht, waarbij de opgevangen spuitvloeistof gerecirculeerd wordt. Door deze afscherming van beide zijden en soms ook de bovenkant van een gewasrij worden dergelijke werktuigen ook wel tunnelspuiten genoemd. Kenmerkend voor de huidige stand van de techniek zijn zelfrijdende tunnelspuiten met één of twee tunnels voor elk 10 een gewasrij.
Schaalvergroting in de fruitteelt, maar meer nog hogere eisen aan de tijdigheid van behandelingen leiden tot de vraag naar zelfrijdende portaalvoertuigen voor met name bespuitingen, met een hogere capaciteit en meer slagkracht. Met slagkracht wordt hier gedoeld op het vermogen om onder 15 suboptimale omstandigheden goed werk te kunnen leveren. Hiermee samen hangend worden tevens hogere eisen gesteld aan het comfort en het bedieningsgemak voor de bestuurder. Tegen deze praktische eisen spelen op de achtergrond de randvoorwaarden die voortvloeien uit de verkeerswetgeving voor het gebruik van de openbare weg.
20 Een uitbreiding van twee naar tenminste drie tunnelsegmenten op basis van bestaande concepten biedt geen perspectief, ondermeer omdat de positie van de cabine onvoldoende zicht op de werkomgeving levert en omdat de draagkracht van de bodem een toename van het gewicht, dat via het loopwerk op één strook tussen twee gewasrijen wordt overgedragen, niet toelaat.
25 Een ontwerp op basis van het in de aanhef genoemde portaalsysteem is geen geschikt alternatief vanwege ondermeer het hoge zwaartepunt en de daarmee samenhangende lage stabiliteit.
Het eerste doel van de onderhavige uitvinding is dan ook om een zelfrijdend portaalvoertuig met 3 tunnelsegmenten voor het bespuiten van drie 30 rijen fruitbomen en dergelijke gewassen met een maximale hoogte van 4 m en een rijenafstand van tenminste 2, 5 m te verschaffen, die aanvaardbare eisen 3 aan de draagkracht van de bodem stelt, voldoende stabiel is, de bestuurder voldoende zicht op de werkomgeving biedt en geschikt is voor deelname aan het verkeer op de openbare weg. Een tweede doel van de uitvinding is, om middelen te verschaffen waardoor de kans op overbelasting van het 5 portaalframe tot aanvaardbare proporties verkleind wordt.
De toepassing van het portaalvoertuig volgens de uitvinding is in de eerste plaats gericht op het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen. Alternatieve toepassingen worden echter niet uitgesloten. Eén voorbeeld van een alternatieve toepassing wordt in deze beschrijving nader gedocumenteerd.
10
Samenvatting van de uitvinding
Een zelfrijdend portaalvoertuig van de bovenomschreven soort wordt volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het portaalvoertuig een bruggestel omvat, met daaraan gekoppeld aan een eerste langszijde een eerste 15 draaggestel met een loopwerk en aandrijfmiddelen, waaronder een aandrijfmotor en een hydropomp, aan een tweede langszijde een tweede draaggestel met een loopwerk en een vloeistoftank voor het bevatten van een vloeistof voor de behandeling van het cultuurgewas en aan de voorzijde een traploos in hoogte verstelbare cabine met bedieningsmiddelen. De genoemde 20 maatregelen zijn voordelig voor de stabiliteit van het voertuig, omdat de componenten van het portaalvoertuig met een relatief hoog gewicht in de onmiddellijke nabijheid van het loopwerk gesitueerd zijn, en verdeeld zijn over twee draaggestellen die aan weerszijden van een gewasrij afsteunen op de ondergrond.
25 Het portaalvoertuig volgens de uitvinding wordt verder gekenmerkt doordat het eerste en het tweede draaggestel elk met lagermiddelen draaibaar om een horizontale aslijn aan het bruggestel gekoppeld zijn, waarbij de respectievelijke aslijnen in de lengterichting van het bruggestel georiënteerd zijn en waarbij de draaiing om de respectievelijke aslijnen vanuit een neutrale stand 30 wordt tegengewerkt door weerstandsmiddelen en wordt begrensd door begrenzingsmiddelen. Door deze elastische koppeling tussen het bruggestel en 4 de respectievelijke draaggestellen wordt de hoogte van de piekbelasting op de koppeling tussen het bruggestel en een draaggestel gereduceerd. In de voorkeursuitvoering omvatten de weerstandsmiddelen een mechanische veer.
De door de begrenzingsmiddelen begrensde hoekverdraaiing bedraagt 5 tenminste 4°.
Het bruggestel volgens de uitvinding is voorzien van tenminste vier, haaks op de lengterichting van het bruggestel bevestigde tweede kokerprofielen, waarbij elk tweede kokerprofiel een in dat kokerprofiel telescopisch verschuifbaar derde kokerprofiel omvat, waarbij een uiteinde van 10 elk derde kokerprofiel is voorzien van een draaipunt voor het draaibaar koppelen van een draaggestel. De aanpassing van de breedte van het portaalvoertuig aan respectievelijk de werkomstandigheden op het cultuurperceel en de transportomstandigheden op de openbare weg middels een in een tweede kokerprofiel telescopisch verschuifbaar derde kokerprofiel is 15 constructief eenvoudig en qua werking effectief. Het schuifbereik van het derde kokerprofiel ten opzichte van het tweede kokerprofiel bedraagt in de voorkeursuitvoering tenminste 1,0 m.
De cabine van het portaalvoertuig is volgens de uitvinding middels hefmiddelen in hoogte verstelbaar aan het bruggestel gekoppeld. In de hoogste 20 positie biedt de cabine hierdoor de chauffeur een overzicht over de gewassen in een rijencultuur, zoals fruitbomen. In de lage positie is het portaalvoertuig geschikt voor transport over de openbare weg. Het hefbereik van de hefmiddelen bedraagt in de voorkeursuitvoering tenminste 1,50 m.
Behalve voor de wendbaarheid is het voor het veranderen van de 25 breedte van het portaalvoertuig, door het in/of uitschuiven van de telescopisch verschuifbare profielkokers, een voordeel wanneer het loopwerk van elk draaggestel tenminste twee, elk om een verticale aslijn draaibare wielgestellen omvat, met elk een hydromotor en een eindvertraging. Voor het verstellen van de hoogte van het portaalvoertuig is voorts elk wielgestel in hoogte verstelbaar 30 aan het draaggestel gekoppeld, waarbij het verstelbereik in de voorkeursuitvoering tenminste 0,30 m bedraagt.
5
Een volgend kenmerk van het portaalvoertuig is, dat de vrije hoogte van het portaalvoertuig, gemeten tussen het bruggestel en de ondergrond, tenminste 3,0 m bedraagt en bij voorkeur 4,0 m. Een dergelijke vrije hoogte garandeert een vrije doorgang voor laagstam fruitbomen met gangbare lengten.
5 Het portaalvoertuig volgens de uitvinding wordt verder gekenmerkt doordat één van de draaggestellen is voorzien van hefmiddelen voor het aankoppelen en heffen van een werktuig zoals een maaiwerktuig. Hierdoor wordt de mogelijkheid gecreëerd om twee bewerkingen in één werkgang te combineren.
10 In de voorkeursuitvoering van het portaalvoertuig volgens de uitvinding is elk draaggestel aan beide langszijden voorzien van een tangentiale ventilator, tenminste één spuitmond, een vangscherm voor het opvangen van spuitnevel en een verzamelbak voor het verzamelen van door het vangscherm opgevangen spuitnevel. Verder is elk draaggestel voorzien van een haaks op 15 de lengterichting van het draaggestel telescopisch uitschuifbaar gestel, welk gestel een tangentiale ventilator, tenminste één spuitmond, een vangscherm voor het vangen van spuitnevel en een verzamelbak voor het verzamelen van door het vangscherm gevangen spuitnevel omvat. Aldus worden, samen met de tunnel die door het bruggestel en de respectievelijke draaggestellen gevormd 20 wordt, drie in zijwaartse richting door vangschermen gesloten en in de breedte verstelbare tunnels gevormd voor het behandelen van hoogopgaande gewassen in rijenculturen.
Korte beschrijving van de tekeningen 25 De uitvinding wordt in het navolgende toegelicht aan de hand van een zevental figuren. Hierin toont: figuur 1 schematisch een perspectivisch achteraanzicht van het portaalvoertuig in de werkmodus; figuur 2 schematisch een perspectivisch vooraanzicht van het 30 portaalvoertuig in de werkmodus; 6 figuur 3 schematisch een perspectivisch vooraanzicht van het portaalvoertuig in de transportmodus; figuur 4 schematisch een perspectivisch aanzicht van het bruggestel met de cabine; 5 - figuur 5 schematisch een perspectivisch aanzicht van het linker draaggestel; figuur 6 schematisch een perspectivisch aanzicht van het rechter draaggestel; figuur 7 schematisch een perspectivisch aanzicht van detailaanzicht A 10 in figuur 1.
Uitvoerinqsvoorbeeld van een zelfriidend portaalvoertuig volgens de uitvinding De uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld nader toegelicht worden aan de hand van één, in zeven figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Het 15 uitvoeringsvoorbeeld heeft betrekking op een portaalvoertuig in de niet beperkende uitvoering als tunnelspuit voor de behandeling van laagstam fruitbomen en andere soortgelijke in rijen geteelde gewassen. De figuren 1 t/m 3 tonen schematisch perspectivische aanzichten van het portaalvoertuig 1 in de werkmodus en de transportmodus. Het portaalvoertuig 1 omvat een bruggestel 20 2, met daaraan gekoppeld aan beide langszijden, in de rijrichting R gezien, een linker en een rechter respectievelijk eerste en tweede draaggestel 3, 4 met elk een loopwerk en aan de voorzijde een cabine 5. De figuren 4 t/m 6 tonen perspectivische aanzichten van respectievelijk het draaggestel 2 met de cabine 5, het linker draaggestel 3 en het rechter draaggestel 4. Het loopwerk van 25 draaggestel 3 omvat twee wielgestellen 6, 7; het loopwerk van draaggestel 4 omvat twee wielgestellen 8, 9. Het bruggestel 2 omvat twee in de rijrichting R georiënteerde eerste kokerprofielen 21, 22, die samen de ruggengraat van het bruggestel 2 vormen. De kokerprofielen 21, 22 zijn aan de voorzijde gekoppeld met de cabine 5, die daartoe voorzien is van hefmiddelen 51. Het hefbereik van 30 de hefmiddelen 51 bedraagt tenminste 1,50 m en bij voorkeur 1,80 m.
7
Het bruggestel 2 is voorts voorzien van haaks op de rijrichting R en haaks op de eerste kokerprofielen 21, 22 georiënteerde tweede kokerprofielen 23, 24, 25, 26. In elk van deze tweede kokerprofielen 23, 24, 25, 26 is middels hydraulische cilinders 23’, 24’, 25’ en 26’ telescopisch verschuifbaar 5 opgenomen een derde kokerprofiel 23”, 24”, 25”, 26”. Het verstelbereik van de derde kokerprofielen 23”, 24”, 25”, 26” bedraagt tenminste 1,0 m en bij voorkeur 1,05 m.
De draaggestellen 3 en 4 zijn aan de voor- en achterzijde, gezien in de rijrichting R, voorzien van verticaal georiënteerde vierde, door een brugstuk 10 gepaarde kokerprofielen 31, 32, 41, 42, met daarin middels niet nader getoonde hydraulische cilinders telescopisch verschuifbaar opgenomen vijfde, eveneens door een brugstuk gepaarde kokerprofielen 31”, 32”, 41”, 42”. Het verstelbereik van de vijfde kokerprofielen bedraagt tenminste 0,3 m.
De vijfde kokerprofielen 31”, 32”, 41”, 42” omvatten elk een verticaal 15 georiënteerd lagerhuis 33, 34, 43, 44. Aan de lagerhuizen 33, 34, 43, 44 zijn middels niet getoonde lagermiddelen de respectievelijke wielgestellen 6, 7, 8, 9 draaibaar gekoppeld. De wielgestellen 6, 7, 8, 9 omvatten elk ondermeer een wielarm 61, 71, 81, 91 met een wiel 62, 72, 82, 92 en hier niet nader omschreven aandrijfmiddelen in de vorm een hydromotor en een 20 eindvertraging. De wielgestellen 5, 6, 7, 8 zijn elk door een hydraulische stuurcilinder 63, 63’, 73, 73’, 83, 83’, 93, 93’ (niet zichtbaar) draaibaar gekoppeld met de vijfde gepaarde kokerprofielen 31”, 32”, 41” en 42”.
Een wezenlijk kenmerk van het portaalvoertuig 1 volgens de uitvinding is, dat componenten met een relatief hoog gewicht, zoals de hier niet nader 25 omschreven aandrijfmotor met de hydropomp en het reservoir voor de spuitvloeistof, in een lage positie tussen de wielgestellen 6, 7, 8, 9 gesitueerd zijn en verdeeld zijn over het linker en het rechter draaggestel 3 en 4.
Voor de verzorging van de gewassen in de rijenculturen, zoals laagstam fruitbomen, zijn beide langszijden van de respectievelijke draaggestellen 3 en 4 30 voorzien van een vangscherm 35, 35’, 45, 45’ (figuur 1) voor het opvangen van spuitnevel in een hier niet nader omschreven opvangbak, een tangentiale 8 ventilator 36, 36’ (niet zichtbaar), 46 (niet zichtbaar), 46’ en niet nader omschreven spuitmonden voor de luchtuitstroomopeningen van de ventilatoren 36, 36’, 46, 46’.
De draaggestellen 3, 4 zijn aan de bovenzijde voorzien van haaks op de 5 rijrichting R georiënteerde zesde kokerprofielen 37, 47 met daarin middels hydraulische cilinders 38, 48 (niet zichtbaar in figuur 6) telescopisch verschuifbaar opgenomen zevende kokerprofielen 39, 49 en achtste kokerprofielen 39’, 49‘. Aan de achtste kokerprofielen 39’, 49’ zijn de vangschermen 35”, 45” en de tangentiale ventilatoren 36”, 46” met de 10 spuitmonden gekoppeld.
Figuur 2 toont schematisch een perspectivisch vooraanzicht van het portaalvoertuig 1 volgens de uitvinding. Hierin toont figuur 2 ondermeer een draaggestel 3 met hefmiddelen 10 voor het aankoppelen en heffen van een aanbouwwerktuig zoals een maaier 11.
15 Het portaalvoertuig 1 volgens de uitvinding kent tenminste twee operationele modi: de werkmodus en de transportmodus. In de transportmodus (figuur 3) zijn de derde 23”, 24”, 25”, 26”, vijfde 31”, 32”, 41”, 42”, zevende 39, 49 en achtste 39’, 49’ telescopisch verschuifbare kokerprofielen geheel in de daarmee samenwerkende tweede 23, 24, 25, 26, vierde 31, 32, 41, 42 en 20 zesde 37, 47 kokerprofielen geschoven middels de daartoe bedoelde hydraulische cilinders, waarvan de nummerverwijzing hier kortheidshalve achterwege is gelaten. In de transportmodus neemt de cabine 5 middels de hefmiddelen 51 (figuur 4) de laagste positie in ten opzichte van het bruggestel 2. In de transportmodus is de breedte van het portaalvoertuig 1 volgens de 25 uitvinding maximaal 3,0 m en de hoogte maximaal 4,0 m.
In de werkmodus (figuur 1 en 2) zijn de derde 23”, 24”, 25”, 26”, vijfde 31”, 32”, 41”, 42”, zevende 39, 49 en achtste 39’, 49’ telescopisch verschuifbare kokerprofielen tenminste gedeeltelijk uitgeschoven en staat de cabine 5 middels de hefmiddelen 51 in de hoogste positie ten opzichte van het 30 bruggestel 2. In de werkmodus is de vrije hoogte, gemeten onder het bruggestel 2, tenminste 3,0 m en bij voorkeur 4,0 m.
9
De besturing van het portaalvoertuig 1 volgens de uitvinding kent tenminste drie besturingsmodi: een eerste modus waarbij alleen de voorwielgestellen 6, 8 gestuurd worden en waarbij de achterwielengestellen 7, 9 door de daartoe bedoelde stuurcilinders in de neutrale, recht-uit positie 5 gehouden worden; een tweede modus waarbij de grootte van de stuuruitslag van de voorwielgestellen 6, 8 gelijk maar tegengesteld gericht is aan die van de achterwielgestellen 7, 9; een derde modus waarbij de stuuruitslag van de wielgestellen 6, 7 aan het draaggestel 3 onderling gelijk zijn en waarbij de maximale stuuruitslag tenminste 2° is en waarbij de wielgestellen 8, 9 van het 10 draaggestel 4 in de neutrale stand gehouden worden.
De eerste besturingsmodus is bedoeld voor het besturen van het portaalvoertuig 1 op de openbare weg; de tweede besturingsmodus is bedoeld voor het besturen van het portaalvoertuig tijdens het werk; de derde besturingsmodus wordt toegepast bij het wijzigen van de spoorbreedte, 15 bijvoorbeeld bij de omschakeling van de werkmodus in de transportmodus. Voor het verkleinen van de spoorbreedte worden daartoe de wielgestellen 6, 7 van draaggestel 3 naar binnen gestuurd. Daarna wordt het portaalvoertuig 1 met geringe snelheid in de rijrichting R voortbewogen. Tegelijkertijd worden, bij voorkeur automatisch, de hydraulische cilinders 23’, 24’, 25’ en 26’ (figuur 4) 20 bekrachtigd. Deze actie heeft tot gevolg dat de telescopisch verschuifbare derde profielkokers 23”, 24”, 25”, 26" in de daarmee samenwerkende tweede profielkokers 23, 24, 25, 26 schuiven, waarbij de spoorbreedte afneemt.
Tijdens de aanpassing van de spoorbreedte, maar ook in werk- en transportsituaties, kunnen hoge spanningen optreden ter plaatse van de 25 koppeling van het bruggestel 2 aan de draaggestellen 3 en 4. Met het doel om ongewenst hoge piekspanningen te vermijden is bij het portaalvoertuig 1 volgens de uitvinding het draaggestel 3, 4 draaibaar aan het bruggestel 2 gekoppeld. Een uitvoeringsvoorbeeld van deze koppeling wordt hier nader toegelicht aan de hand van figuur 7. Figuur 7 toont schematisch een 30 detailaanzicht van de koppeling tussen het derde kokerprofiel 24” van het bruggestel 2 en het draaggestel 3. Daarbij is het draaggestel 3 draaibaar om 10 een in de lengterichting georiënteerde horizontale aslijn L aan het verschuifbare kokerprofiel 24” gekoppeld. De draaiing van het bruggestel 2 ten opzichte van het derde kokerprofiel 24” wordt vanuit een neutrale stand, waarbij het bruggestel 2 en het draaggestel 3 onder een hoek van ongeveer 90° staan, in 5 beide draairichtingen tegengewerkt door weerstandsmiddelen. In het hier getoonde uitvoeringsvoorbeeld van het portaalvoertuig 1 volgens de uitvinding wordt de draaiing tegengewerkt door een mechanische veer in de vorm van een pakket schotelveren 301. Het pakket schotelveren 301 is middels een oogbout 302 draaibaar gekoppeld om een pen 303 aan het uiteinde van het 10 verschuifbare kokerprofiel 24”. Het pakket schotelveren 301 wordt door een plaat 304 in twee helften verdeeld. De plaat 304, die is voorzien van een boorgat voor het doorleiden van de oogbout 302, is een vast onderdeel van het draaggestel 3. Middels niet nader omschreven middelen op de oogbout 302 wordt op een bekende wijze een voorspanning opgelegd aan het pakket 15 schotelveren 301, waarbij de hoek tussen het draaggestel 3 en het bruggestel 2 in een onbelaste situatie bij benadering 90° is. De maximale hoekverdraaiing tussen het bruggestel 2 en één van de draaggestellen 3, 4 bedraagt volgens de uitvinding tenminste 4°.
In de voorkeursuitvoering is het portaalvoertuig 1 voorzien van niet nader 20 omschreven sensoren om de hoekverdraaiing tussen het bruggestel 2 en de respectievelijke draaggestellen 3 en 4 te meten. De daarmee ingewonnen informatie dient de chauffeur om te voorkomen dat de maximale hoekverdraaiing bereikt wordt.
Het portaalvoertuig 1 volgens de uitvinding is in de eerste plaats bedoeld 25 voor het bespuiten van relatief hoogopgaande planten in rijenculturen, zoals laagstam fruitbomen. Daartoe is het portaalvoertuig 1 ondermeer voorzien van een vloeistofreservoir en spuitmonden voor het vernevelen van oplosbare gewasverzorgingsmiddelen. Het portaalvoertuig 1 leent zich echter ook voor andere toepassingen, waarbij de relatief grote bodemvrijheid en de grote 30 werkbreedte met de daarmee samenhangende capaciteit en het overzicht dat de relatief hooggeplaatste cabine biedt, benut worden. Een voorbeeld van een 11 dergelijke toepassing is een nieuwe werkwijze en techniek voor het op een milieuvriendelijke wijze vangen van voor een teelt schadelijke insecten, zoals de roze perenluis (Dysaphis pyri) bij de teelt van peren. De nieuwe werkwijze bestaat uit het creëren van een gerichte luchtstroom middels een tangentiale 5 ventilator die langs één zijde van een rij planten gehouden wordt, in combinatie met het vangen en afvoeren van de door de luchtstroom opgenomen en meegevoerde insecten door een vloeistoffilm, welke vloeistoffilm stromend langs een oppervlak van een daartoe aangepast vangscherm is aangebracht, waarbij het vangscherm aan de andere zijde van de rij planten gehouden wordt 10 en in hoofdzaak haaks georiënteerd is op de stromingsrichting van de door de tangentiale ventilator verplaatste lucht. Voor het aan de luchtstroom onttrekken van de door die luchtstroom meegevoerde insecten omvat het vangscherm langs de van de ondergrond af gerichte bovenzijde middelen om een vloeistof, bijvoorbeeld water, aan het oppervlak van het vangscherm af te geven. 15 Dergelijke middelen kunnen bijvoorbeeld een goot omvatten met langs één lijn gesitueerde uitstroomopeningen. Voor het verzamelen van de door de vloeistofstroom meegevoerde insecten omvat het vangscherm langs de naar de ondergrond gerichte onderzijde middelen om de vloeistofstroom met de meegevoerde insecten op te vangen. Dergelijke middelen omvatten 20 bijvoorbeeld een goot met een uitloop en filtermiddelen om de insecten te scheiden van de vloeistof. Het portaalvoertuig volgens de uitvinding leent zich in het bijzonder voor de toepassing van deze werkwijze omdat een effectieve bestrijding van insectenplagen, zoals perenluis, frequent herhaalde bewerkingen in een relatief klein tijdvenster vereist.
25 Het mag duidelijk zijn, dat met het hier beschreven uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding de gestelde doelen op een effectieve en grensverleggende wijze worden bereikt.
1039524
Claims (15)
1. Zelfrijdend portaalvoertuig voor de behandeling van laagstam fruitbomen en soortgelijke in rijen geteelde en relatief hoogopgaande cultuurgewassen, met een traploos in hoogte en breedte verstelbaar 5 portaalframe, met het kenmerk, dat het portaalvoertuig een bruggestel omvat, met daaraan gekoppeld: - aan een eerste langszijde een eerste draaggestel met een loopwerk en aandrijfmiddelen, waaronder een aandrijfmotor en een hydropomp; - aan een tweede langszijde een tweede draaggestel met een loopwerk en 10 een vloeistoftank voor het bevatten van een vloeistof voor de behandeling van het cultuurgewas; - aan de voorzijde een traploos in hoogte verstelbare cabine met bedieningsmiddelen.
2. Zelfrijdend portaalvoertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste en het tweede draaggestel elk met lagermiddelen draaibaar om een horizontale aslijn aan het bruggestel gekoppeld zijn, waarbij de respectievelijke aslijnen in de lengterichting van het bruggestel georiënteerd zijn en waarbij de draaiing om de respectievelijke aslijnen vanuit een 20 neutrale stand wordt tegengewerkt door weerstandsmiddelen en wordt begrensd door begrenzingsmiddelen.
3. Zelfrijdend portaalvoertuig volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de weerstandsmiddelen een mechanische veer omvatten. 25
4. Zelfrijdend portaalvoertuig volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de door de begrenzingsmiddelen begrensde maximale hoekverdraaiing tenminste 4° bedraagt.
5. Zelfrijdend portaalvoertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bruggestel tenminste vier, haaks op de lengterichting van het bruggestel 1039524 bevestigde tweede kokerprofielen omvat, waarbij elk tweede kokerprofiel een in dat kokerprofiel telescopisch verschuifbaar derde kokerprofiel omvat, waarbij een uiteinde van elk derde kokerprofiel is voorzien van een draaipunt voor het draaibaar koppelen van een draaggestel. 5
6. Zelfrijdend portaalvoertuig volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het bereik van elk telescopisch verschuifbaar derde kokerprofiel tenminste 1,0 m bedraagt.
7. Zelfrijdend portaalvoertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de cabine middels hefmiddelen in hoogte verstelbaar aan het bruggestel gekoppeld is.
8. Zelfrijdend portaalvoertuig volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat 15 het verstelbereik van de hefmiddelen tenminste 1,50 m bedraagt.
9. Zelfrijdend portaalvoertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het loopwerk van elk draaggestel tenminste twee, elk om een verticale aslijn draaibare wielgestellen omvat, met elk een hydromotor en een 20 eindvertraging.
10. Portaalvoertuig volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat elk wielgestel in hoogte verstelbaar aan het draaggestel gekoppeld is.
11. Portaalvoertuig volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het verstelbereik van de hoogteverstelling van een wielgestel ten opzichte van het draaggestel tenminste 0,30 m bedraagt.
12. Portaalvoertuig volgens één der conclusies 1-11, met het kenmerk, 30 dat de vrije hoogte van het portaalvoertuig, gemeten tussen het bruggestel en de ondergrond, tenminste 3 m bedraagt.
13. Portaalvoertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste één der draaggestellen is voorzien van hefmiddelen voor het aankoppelen en heffen van een werktuig zoals een maaiwerktuig.
14. Portaalvoertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk draaggestel aan beide langszijden is voorzien van een tangentiale ventilator, tenminste één spuitmond, een vangscherm voor het opvangen van spuitnevel en een verzamelbak voor het verzamelen van door het vangscherm opgevangen spuitnevel. 10
15. Portaalvoertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk draaggestel is voorzien van een haaks op de lengterichting van het draaggestel telescopisch uitschuifbaar gestel, welk gestel een tangentiale ventilator, tenminste één spuitmond, een vangscherm voor het vangen van 15 spuitnevel en een verzamelbak voor het verzamelen van door het vangscherm gevangen spuitnevel omvat. 1039524
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1039524A NL1039524C2 (nl) | 2012-04-06 | 2012-04-06 | Zelfrijdend portaalvoertuig. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1039524 | 2012-04-06 | ||
NL1039524A NL1039524C2 (nl) | 2012-04-06 | 2012-04-06 | Zelfrijdend portaalvoertuig. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1039524C2 true NL1039524C2 (nl) | 2013-10-09 |
Family
ID=46319822
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1039524A NL1039524C2 (nl) | 2012-04-06 | 2012-04-06 | Zelfrijdend portaalvoertuig. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1039524C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2018050170A1 (de) * | 2016-09-16 | 2018-03-22 | Fritz Lange Gmbh | Vorrichtung zum bespritzen von obstbäumen |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2066012A6 (nl) * | 1969-10-20 | 1971-08-06 | Fontan Andre | |
US4030244A (en) * | 1976-05-14 | 1977-06-21 | The United States Of America As Represented By The Secretary Of Agriculture | Metering and spray apparatus for horticultural applications |
US5098018A (en) * | 1990-09-28 | 1992-03-24 | Kibbuts Degania Bet | Crop spray apparatus having independently controlled drive assembly, operator's cab and spray device |
FR2678888A1 (fr) * | 1991-07-09 | 1993-01-15 | Arnaud Freres Sa | Tracteur enjambeur a voie reglable. |
EP0574740A1 (de) * | 1992-05-26 | 1993-12-22 | Josef Willmes GmbH i.K. | Vorrichtung zum Ausbringen von Behandlungsflüssigkeit auf Pflanzenreihen |
DE10123469A1 (de) * | 2000-06-21 | 2002-01-10 | Lipco Gmbh | Fahrbare Tunnelspritze für Reihenkulturen, insbesondere Weinstöcke |
-
2012
- 2012-04-06 NL NL1039524A patent/NL1039524C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2066012A6 (nl) * | 1969-10-20 | 1971-08-06 | Fontan Andre | |
US4030244A (en) * | 1976-05-14 | 1977-06-21 | The United States Of America As Represented By The Secretary Of Agriculture | Metering and spray apparatus for horticultural applications |
US5098018A (en) * | 1990-09-28 | 1992-03-24 | Kibbuts Degania Bet | Crop spray apparatus having independently controlled drive assembly, operator's cab and spray device |
FR2678888A1 (fr) * | 1991-07-09 | 1993-01-15 | Arnaud Freres Sa | Tracteur enjambeur a voie reglable. |
EP0574740A1 (de) * | 1992-05-26 | 1993-12-22 | Josef Willmes GmbH i.K. | Vorrichtung zum Ausbringen von Behandlungsflüssigkeit auf Pflanzenreihen |
DE10123469A1 (de) * | 2000-06-21 | 2002-01-10 | Lipco Gmbh | Fahrbare Tunnelspritze für Reihenkulturen, insbesondere Weinstöcke |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2018050170A1 (de) * | 2016-09-16 | 2018-03-22 | Fritz Lange Gmbh | Vorrichtung zum bespritzen von obstbäumen |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US9883668B2 (en) | Self propelled agricultural application machine | |
US20180116099A1 (en) | Self-propelled merger | |
RU2305397C2 (ru) | Сельскохозяйственная косилка с несущим транспортным средством и несколькими рабочими узлами | |
CA2854762A1 (en) | High clearance adjustable sprayer | |
EP2721929B1 (en) | Agricultural sprayer | |
US5425224A (en) | Mower deck carriage | |
CA2934286C (en) | Swather tractor swath with a compressor attachment | |
EP4032396B1 (en) | Multipurpose machine for cultivating trees | |
CN1864458B (zh) | 包括动力车以及几个收割植物的工作单元的农业机械 | |
CN107455030A (zh) | 可调式行走平台 | |
NL1039524C2 (nl) | Zelfrijdend portaalvoertuig. | |
EP0142508A1 (en) | EXTENSIBLE BOOM. | |
EP2319305A1 (en) | Self-propelled application machine drive system | |
NL2011144C2 (nl) | Werkvoertuig. | |
EP1712683A2 (de) | Schneepflug | |
US20190090424A1 (en) | Swath Roller Attachment for a Swather Tractor | |
US4348856A (en) | Tractor mounted cotton harvester | |
EP1894462A1 (de) | Landwirtschaftliches Trägerfahrzeug | |
EP0113335A1 (de) | Motorfahrzeug mit lageveränderbarer Fahrerkabine | |
US6158203A (en) | Over the row tractor and crop harvester | |
US5842333A (en) | Adjustable head assembly for cotton harvester | |
NL1029929C2 (nl) | Flexibele koppeling machineraam aan front getrokken bok. | |
DE102015002236A1 (de) | Heuwerbungsmaschine | |
EP2319303B1 (en) | Self propelled agricultural application machine | |
DE8337628U1 (de) | Mehrzweckfahrzeug |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20150501 |