NL1034330C2 - Doos met hoekverstevigingen, daarvoor bestemde plano en werkwijze voor het opzetten daarvan. - Google Patents

Description

t

Titel: Doos met hoekverstevigingen, daarvoor bestemde plano en werkwijze voor het opzetten daarvan

De uitvinding heeft betrekking op een doos, in het bijzonder een uit een plano opgezette doos met hoekverstevigingen.

Dergelijke dozen zijn bekend. Zo is bijvoorbeeld uit EP 0 621 192 van aanvrager een doos bekend, waarbij hoekverstevigingen zijn gevormd 5 uit hoekpanelen die zwenkbaar met eerste zijwandpanelen zijn verbonden, langs een eerste vouwlijn. De hoekpanelen zijn elk door twee verdere, zich in hoofdzaak evenwijdig aan de eerste vouwlijn uitstrekkende vouwlijnen onderverdeeld in drie stroken. De hoekpanelen zijn met een eerste strook, grenzend aan de eerste vouwlijn, vastgelijmd aan een tweede 10 zijwandpaneel. De tweede strook is tegen de eerste strook teruggevouwen en vastgelijmd en de derde strook is tegen het eerste zijwandpaneel vastgelijmd.

Voorts zijn dozen bekend, waarbij de hoekpanelen zijn om gevouwen tot kokervormige hoekverstevigingen met bijvoorbeeld een 15 driehoekige, vierhoekige of chevron-vormige dwarsdoorsnede. In beide laatste gevallen omvatten de hoekpanelen ten minste drie vouwlijnen die het hoekpaneel onderverdelen in vier stroken.

Dergelijke hoekverstevigingen vergroten de stijfheid en sterkte van de doos, in het bijzonder de stapel- of compressiesterkte. Voorts kan 20 materiaal worden bespaard, doordat een lichtere of dunnere plano kan worden gebruikt.

Een nadeel van deze bekende dozen is dat de maximale belastbaarheid van het planomateriaal niet optimaal wordt benut. Deze maximale belastbaarheid is enerzijds afhankelijk van de belastbaarheid van 25 de snijkanten van het planomateriaal en anderzijds afhankelijk van de knikbelasting (de belasting waaronder het planomateriaal knikt). In het ontwerp van de bekende dozen is voornoemde knikbelasting de beperkende 1 034330 - 2 factor. Hierdoor wordt de belastbaarheid van de snijkanten niet ten volle benut.

Voorgesteld is reeds om de hoekpanelen meerlagig uit te voeren, dat wil zeggen, op te bouwen uit meerdere lagen planomateriaal. Hierdoor 5 neemt de knikbelasting toe en kan de belastbaarheid van de snijkanten optimaler worden benut.

Een nadeel van voornoemde oplossing is evenwel dat voor het opzetten van dergelijke dozen een relatief dure, complexe hoek-vouwinrichting nodig is, waarbij een transport- of doorvoerrichting van de 10 plano door de inrichting kan worden gewijzigd, zodat meerlagige planodelen steeds kunnen worden omgevouwen in een vouwrichting die in hoofdzaak evenwijdig is aan genoemde doorvoerrichting.

De uitvinding beoogt een doos van het hiervoor beschreven type te verschaffen, waarbij het nadeel van de bekende dozen is opgeheven, met 15 behoud van de voordelen daarvan. Meer in het bijzonder beoogt de uitvinding een doos te verschaffen, waarbij enerzijds de belastbaarheid van het toegepaste planomateriaal optimaal wordt benut en waarbij anderzijds de doos op een eenvoudige lijn-vouwinrichting kan worden opgezet, dat wil zeggen een inrichting met slechts één doorvoerrichting.

20 Daartoe wordt een doos volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.

Door de hoekpanelen ter plaatse van de vouwlijnen enkellagig uit te voeren, althans over het grootste gedeelte van genoemde vouwlijn, dat wil zeggen over meer dan 50%, behouden de hoekpanelen een relatief lage 25 vouwweerstand. Hierdoor kunnen deze hoekpanelen met relatief weinig kracht worden omgevouwen, en behoeven zij niet per se te worden omgevouwen in een vouwrichting die evenwijdig is aan een transportrichting van het betreffende paneel. Dit biedt de mogelijkheid om de dozen te vervaardigen op een eenvoudige lijn-vouwinrichting, waarbij de 30 transportrichting van het planomateriaal tijdens het doorlopen van de 3 verschillende bewerkingsstappen niet wijzigt. Daarbij zal een aantal van de vouwbewerkingen een vouwrichting hebben die in hoofdzaak evenwijdig is aan die van de transportrichting, doch zal ook een aantal vouwbewerkingen een vouwrichting hebben die afwijkt van genoemde transportrichting, in het 5 bijzonder loodrecht daarop staat.

Verrassenderwijs is gebleken, uit testen van de aanvrager, dat de enkellagig uitvoering van de vouwlijnen van de hoek verstevigingen geen noemenswaardige afbreuk doet aan de stapelsterkte van deze hoekverstevigingen en bijgevolg de dozen. Met andere woorden, de 10 stapelsterkte blijft hoog, terwijl toch de doos met aanmerkelijk eenvoudigere middelen tot stand kan worden gebracht.

Enerzijds is het hoekpaneel bij voorkeur enkellagig over een zo groot mogelijke lengte van de betreffende vouwlijnen. Immers, hierdoor kan de vouwweerstand van deze vouwlijnen minimaal blijven. Anderzijds zijn 15 aan weerszijden van deze vouwlijnen gelegen stroken van een tweede (of verdere) laag bij voorkeur onderling verbonden door ten minste één brug.

Dit vereenvoudigt het manipuleren en/of positioneren van deze lagen. Bijgevolg is het hoekpaneel bij voorkeur enkellagig over ten minste 50%, meer in het bijzonder over ten minste 75% en bij voorkeur over ten minste 20 ongeveer 90% van de lengte van de betreffende vouwlijn.

Volgens een verder voordelig aspect van de uitvinding is ter plaatse van genoemde bruggen een opening voorzien in de naastgelegen laag, althans in die gevallen waarbij de brug bij het omvouwen van het hoekpaneel aan een binnenzijde van de gerealiseerde vouw is gelegen.

25 Alsdan kan overtollig brugmateriaal in deze opening worden opgenomen. Bij bruggen die aan een buitenzijde van de gerealiseerde vouw zijn gelegen is een dergelijke opening niet nodig. Deze bruggen zullen juist materiaal te kort komen en bij het tot stand brengen van de vouw verbreken of scheuren.

Volgens een ander voordelig aspect van de uitvinding zijn een 30 eerste en tweede hoekpaneellaag zwenkbaar met elkaar verbonden, bij 4 voorkeur langs hun lange zijde. Hierdoor wordt het nauwkeurig tegen elkaar positioneren van genoemde lagen vereenvoudigd, doordat de lagen over een grote vouwlengte aan elkaar zitten.

De meerlagige hoekpanelen volgens de uitvinding kunnen 5 vervolgens tot op zichzelf bekende hoekverstevigingen worden opgezet, bijvoorbeeld kokervormige hoekverstevigingen met een driehoekige of meerhoekige dwarsdoorsnede, of hoekverstevigingen die in hoofdzaak plat aanliggen in de betreffende hoeken van de doos, tegen de aangrenzende zijwandpanelen.

10 In de verdere volgconclusies zijn nadere voordelige uitvoeringsvormen beschreven van een doos volgens de uitvinding, een daarvoor geschikte plano en een werkwijze voor het opzetten daarvan.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een doos en plano volgens de uitvinding worden 15 toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont: FIG. 1 een hoek van een plano volgens de uitvinding; FIG. 2 schematisch, in bovenaanzicht een uit de plano van Figuur 1 opgezette hoek; FIG. 3 een alternatieve uitvoeringsvorm van een plano volgens de 20 uitvinding, althans een hoek daarvan; en FIG. 4 schematisch, in bovenaanzicht een hoek van een uit de plano van Figuur 3 opgezette doos.

Figuur 1 toont een plano 1 volgens de uitvinding. De plano 1 omvat een vierhoekig bodempaneel 2, een paar tegenover elkaar gelegen eerste 25 zijwandpanelen 4 die zwenkbaar met het bodempaneel 2 zijn verbonden langs vouwlijnen 3, en een paar tegenover elkaar gelegen tweede zijwandpanelen 6 die zwenkbaar met het bodempaneel 2 zijn verbonden, langs vouwlijnen 5, die zich in hoofdzaak haaks op voornoemde vouwlijnen 3 uitstrekken. Zowel de eerste zijwandpanelen 4 en de tweede zijwandpanelen 30 6 zijn in het getoonde voorbeeld van een randpaneel 8, respectievelijk 10 t 5 voorzien, dat zwenkbaar is verbonden met een van het bodempaneel 2 afgekeerde rand van genoemde zijwandpanelen 4, 6, langs respectieve vouwlijnen 7 en 9. Deze randpanelen 8 en/of 10 vormen in opgezette toestand een zich rond de opening uitstrekkende bovenrand. Zij kunnen in 5 een alternatieve uitvoeringsvorm worden weggelaten. Voorts is elk tweede zijwandpaneel 6 in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld voorzien van twee diagonale vouwlijnen 17. Hiermee wordt de uit de plano 1 op te zetten doos 20 een zogenaamde paraatdoos. Dit is een doos die met neergeklapte zijwandpanelen 4,6 kan worden aangeleverd. Deze zijwandpanelen 4,6 10 behoeven voor gebruik slechts omhoog te worden getrokken en in deze stand te worden gefixeerd, door middel van nokken 19 die in daartoe voorziene uitsparingen 21 in het bodempaneel 2 kunnen worden gestoken. De diagonale vouwlijnen 17, nokken 19 en/of uitsparingen 21 kunnen in een alternatieve uitvoeringsvorm worden weggelaten.

15 De plano 1 omvat voorts vier hoekpanelen 12, welke elk door middel van een vouwlijn 11 in twee in hoofdzaak even grote segmenten 12A,B zijn onderverdeeld. De vouwlijnen 11 strekken zich in hoofdzaak in het verlengde uit van de vouwlijnen 7 tussen de eerste zijwandpanelen 4 en de bruggen 18. De hoekpanelen 12 zijn met een eerste segment 12A 20 zwenkbaar aan weerszijden van de eerste zijwandpanelen 4 bevestigd, langs eerste vouwlijnen 13. Elke eerste segment 12A is in twee stroken SI, S2 verdeeld door een verdere vouwlijn 15 welke zich in hoofdzaak evenwijdig aan de eerste vouwlijn 13 uitstrekt. Elk tweede segment 12B is in gelijksoortige stroken SI, S2 verdeeld door middel van een langgerekte 25 insnijding 14 die zich in het verlengde van de verdere vouwlijn 15 uitstrekt over de volle breedte van het tweede segment 12A. De zich aan weerszijden van deze insnijding 14 uitstrekkende stroken Si, S2 zijn door middel van een brug 16 onderling verbonden. Deze brug 16 is in het getoonde voorbeeld op enige afstand gelegen van een van het eerste segment 12A afgekeerde 30 langsrand van het tweede segment 12B. In een alternatieve 6 uitvoeringsvorm kan de brug 16 dichter bij deze langsrand of juist verder daar vandaan zijn gelegen. Ook is het mogelijk om genoemde stroken SI, S2 van segment 12B via meerdere bruggen 16 onderling te verbinden (niet getoond).

5 Het eerste hoekpaneelsegment 12A omvat voorts een opening 18.

Deze opening 18 is in hoofdzaak even groot als de brug 16 en is gelegen op de verdere vouwlijn 15, op eenzelfde afstand van vouwlijn 11 als de brug 16.

Figuur 2 toont in bovenaanzicht, schematisch een hoek van een doos 20 welke kan worden opgezet uit de plano 1 volgens Figuur 1. Daartoe 10 is het tweede hoekpaneelsegment 12B uit het vlak van de tekening omhoog gevouwen, langs vouwlijn 11, en tegen het eerste hoekpaneelsegment 12A vastgezet, bijvoorbeeld met lijm. Aldus is een dubbellagig hoekpaneel 12 verkregen, waarbij het eerste hoekpaneelsegment 12A een eerste hoekpaneellaag vormt en het tweede hoekpaneelsegment 12B een tweede 15 hoekpaneellaag vormt en waarbij de insnijding 14 in hoofdzaak boven de verdere vouwlijn 15 is gelegen en de brug 16 boven de opening 18.

Vervolgens wordt het hoekpaneel 12 rond de verdere vouwlijn 15 gevouwen (uit het vlak van de tekening omhoog) en tegen zichzelf vastgezet, bijvoorbeeld met lijm. Daarbij zal het overtollige planomateriaal van de 20 brug 16 door de opening 18 kunnen puilen.

Hierna kunnen de hoekpanelen 12 op conventionele wijze tegen de tweede zijwandpanelen 6 worden vastgezet, bijvoorbeeld met lijm, ter vorming van eerdergenoemde paraatdoos 20.

De aldus verkregen doos 20 is voorzien van vierlagige 25 hoekverstevigingen 22, welke zich uitstrekken tegen het tweede zijwandpaneel 6. Verrassenderwijs is gebleken dat met dergelijke hoekverstevigingen 22 een grote stapelsterkte kan worden verkregen, waarbij bovendien de belastbaarheid van het planomateriaal optimaal wordt benut.

7

Figuur 3 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een plano 101 volgens de uitvinding, althans één hoek daarvan. De overige hoeken zijn identiek, doch gespiegeld rond de X- en Y-as. In Figuur 3 zijn met de plano 1 uit Figuur 1 corresponderende delen aangeduid met corresponderende 5 verwijzingscijfers, vermeerderd met 100. Het voornaamste verschil ten opzichte van de plano 1 uit Figuur 1 is dat het eerste hoekpaneelsegment 112A een tweede verdere vouwlijn 115B omvat. Hierdoor wordt het hoekpaneelsegment 112A onderverdeeld in drie stroken S1-S3 in plaats van twee. Het tweede hoekpaneelsegment 112B omvat twee in het verlengde van 10 deze vouwlijnen 115A,B gelegen insnijdingen 114A,B. Voorts omvat het eerste hoekpaneelsegment 112A wederom een opening 118 ter plaatse waar zich in opgezette toestand brug 116A bevindt. Voor brug 116B is geen opening 118B voorzien. Deze is niet nodig omdat de derde strook S3 van het hoekpaneel 112, nadat de hoekpaneelsegmenten 112A,B tegen elkaar zijn 15 bevestigd, in tegengestelde richting langs vouwlijn 115B wordt omgevouwen, dat wil zeggen vanuit het vlak van de tekening omlaag. Dit blijkt uit de dubbele lijn waarmee vouwlijn 115B is aangeduid. Hierdoor zal brug 116B aan de buitenzijde van de aldus gevormde vouw zijn gelegen en verbreken.

20 In een alternatieve uitvoeringsvorm kan de derde strook S3 uit het vlak van de tekening omhoog worden gevouwen, rond vouwlijn 115B. In dat geval is wel een tweede opening 118B nodig om ruimte te bieden aan overtollig planomateriaal van brug 116B.

Figuur 4 toont schematisch een mogelijke uitvoeringsvorm van een 25 hoek van een doos 120 die uit de plano 101 volgens Figuur 3 kan worden opgezet. Daarbij is het tweede hoekpaneelsegment 112B op eenzelfde wijze als beschreven onder verwijzing naar Figuur 1 en 2 tegen het eerste hoekpaneelsegment 112A vastgezet. Vervolgens is het aldus verkregen dubbellagige hoekpaneel 112 met een aan de eerste vouwlijn 113 grenzende 30 eerste strook SI vastgezet tegen het tweede hoekpaneel 106. Daarna is het 8 hoekpaneel 112 tegen zichzelf teruggevouwen rond verdere vouwlijn 115A, zodat de tweede strook S2 tegen de eerste strook SI aanligt, en is het hoekpaneel 112 met de derde strook S3 vastgezet tegen het eerste zijwandpaneel 104. De tweede strook S2 kan tegen de eerste strook SI zijn 5 vastgelijmd. Alternatief kan tussen beide stroken SI, S2 een wigvormige ruimte W zijn ingesloten, als getoond.

Uiteraard zijn andere vouwwijzen mogelijk. Zo kan de derde strook S3 worden teruggevouwen en vastgezet tegen de tweede strook S2, in plaats van tegen het eerste zijwandpaneel 104. Ook kan de derde strook S3 tussen 10 de eerste strook Sl en de tweede strook S2 worden vastgezet. In beide gevallen ontstaat ter plaatse van het tweede zijwandpaneel 106 een zeslagige hoekversteviging 122. Voorts kan uit het hoekpaneel 112 een kokervormige hoekversteviging worden opgezet, met een driehoekige dwarsdoorsnede, waarbij de eerste strook Sl is vastgezet tegen het tweede 15 zijwandpaneel 106 (overeenkomstig de uitvoeringsvorm volgens Figuur 4), de tweede strook S2 zich diagonaal uitstrekt tussen het eerste en tweede zijwandpaneel 104, 106 en de derde strook S3 is vastgezet tegen het eerste zijwandpaneel 104, met laag 112A.

De hiervoor beschreven en getoonde uitvoeringsvoorbeelden hebben 20 gemeenschappelijk dat de hoekpanelen 12, 112 met relatief weinig vouwweerstand kunnen worden omgevouwen, dankzij de enkellagigheid van de respectieve vouwlijnen 15, 115A,B. De benodigde vouwkracht ligt in dezelfde orde van grootte als de vouwkracht die nodig is voor het omvouwen van de overige (enkellagige) planodelen. Hierdoor kunnen eerstgenoemde 25 vouwbewerkingen plaatsvinden haaks op een transportrichting (aangegeven door pijl A) van de hoekpanelen 12, 112. Hierdoor kan de plano 1, 101 op een zogenaamde lijninrichting worden opgezet, waarbij de plano 1, 101 het gehele opzetproces in één transportrichting A doorloopt.

Voorts zorgen de insnijdingen 14, 114 er voort voor dat de op elkaar 30 bevestigde segmenten 12A,B; 112A,B niet ten opzichte van elkaar zullen 9 verschuiven wanneer het hoekpaneel 12, 112 wordt omgevouwen rond de verschillende vouwlijnen 15; 15A,B. Hierdoor kan voor het tegen elkaar bevestigen van deze segmenten 12A,B; 112A,B een eenvoudige lijm worden gebruikt die onmiddellijk uithardt.

5 De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Alle combinaties van (delen van) beschreven en/of getoonde uitvoeringsvormen worden geacht onder de uitvindingsgedachte te vallen. Bovendien zijn vele variaties daarop mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.

10 Zo kan het tweede hoekpaneelsegment 12B, 112B zwenkbaar met een korte zijde van het eerste hoekpaneelsegment 12A, 112A zijn verbonden, in plaats van met de lange zijde als getoond in de Figuren 1 en 3. Deze tweede hoekpaneelsegmenten kunnen tegen een onderzijde van het eerste hoekpaneelsegment worden vastgezet in plaats van tegen de 15 bovenzijde, als hiervoor beschreven. Ook kan het hoekpaneel uit losse planodelen zijn opgebouwd, waarbij slechts één van deze delen zwenkbaar met een zijwandpaneel is verbonden. De overige planodelen kunnen voorafgaand aan het opzetten van de plano op elkaar zijn bevestigd, bijvoorbeeld door lijmen. Tevens kunnen de hoekpanelen 12, 112 uit meer 20 dan twee lagen zijn opgebouwd.

Het hoekpaneel kan door middel van verdere vouwlijnen in meer dan drie stroken zijn onderverdeeld. Een dergelijk hoekpaneel kan tot elke op zichzelf bekende hoekversteviging worden gevouwen, bijvoorbeeld een kokervormig hoekprofiel met een driehoekige of meerhoekige 25 dwarsdoorsnede.

Deze en vele variaties worden geacht te liggen binnen het raam van de uitvinding zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.

1034330

Claims (12)

1. Uit een plano (1; 101) opgezette doos (20; 120), omvattende een bodempaneel (2; 102) omringd door opstaande zijwandpanelen (4, 6; 104, 106) die onderling zijn verbonden door hoekpanelen (12; 112), waarbij elk hoekpaneel (12; 112) zwenkbaar met één van de zijwandpanelen is 5 verbonden via een eerste vouwlijn (13; 113) en ten minste één verdere vouwlijn (15; 115A,B) omvat die zich in hoofdzaak evenwijdig uitstrekt aan de eerste vouwlijn (13; 113), waarbij elk hoekpaneel (12; 112) voorts over althans een gedeelte van zijn oppervlak meerlagig is uitgevoerd, doch ter plaatse van de of elke verdere vouwlijn (15; 115A,B) in hoofdzaak, dat wil 10 zeggen over meer dan 50% van de lengte van de betreffende vouwlijn (15; 115A,B), enkellagig is uitgevoerd.

2. Doos (20; 120) volgens conclusie 1, waarbij de ten minste ene verdere vouwlijn (15; 115A,B) zich uitstrekt in een eerste hoekpaneellaag (12A; 112A) en waarbij een verdere hoekpaneellaag (12B; 112B) aan 15 weerszijden van de ten minste ene vouwlijn (15; 115A,B) gelegen stroken omvat, welke onderling zijn verbonden door ten minste één, zich over de betreffende vouwlijn (15; 115A,B) uitstrekkende brug (16; 116A,B).

3. Doos (20; 120) volgens conclusie 2, waarbij de eerste hoekpaneellaag (12A; 112A) een opening (18,118) omvat ter plaatse van 20 elke brug (16; 116A) die aan een binnenzijde is gelegen van een vouw die ter plaatse van de verdere vouwlijn (15; 115A) tot stand is gebracht.

4. Doos (20; 120) volgens conclusie 2 of 3, waarbij de eerste hoekpaneellaag (12A; 112A) zwenkbaar met een zijwandpaneel (4, 6; 104, 106) is verbonden, langs de eerste vouwlijn (13, 113).

5. Doos (20; 120) volgens een van de conclusies 2-4, waarbij een tweede hoekpaneellaag (12A; 112B) zwenkbaar met de eerste hoekpaneellaag (12A; 112A) is verbonden. 1 034330

6. Doos (20; 120) volgens conclusie 5, waarbij de tweede hoekpaneellaag (12B; 112B) zwenkbaar met de eerste hoekpaneellaag (12A; 112A) is verbonden langs een zich in hoofdzaak haaks op de eerste vouwlijn (13; 113) uitstrekkende zijde daarvan.

7. Doos (20; 120) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de plano (1; 101) is vervaardigd uit karton, in het bijzonder massief karton of golfkarton.

8. Doos (20; 120) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij uit de hoekpanelen (12; 112) hoekverstevigingen (22; 122) zijn gevormd die 10 in hoofdzaak plat aanliggen tegen ten minste één van de zijwandpanelen (4, 6; 104, 106).

9. Doos (20; 120) volgens een van de conclusies 1-7, waarbij uit de hoekpanelen (12; 112) kokervormige hoekverstevigingen (22; 112) zijn gevormd, met een open dwarsdoorsnede.

10. Plano (1; 101) voor een doos (20; 120) volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een in hoofdzaak vierhoekig bodempaneel (2; 102), paarsgewijs tegenover elkaar gelegen eerste en tweede zijwandpanelen (4; 104, resp. 6; 106) welke langs vouwlijnen (3; 103, resp. 5; 105) zwenkbaar met het bodempaneel (2; 102) zijn verbonden, 20 hoekpanelen (12; 112), welke langs eerste vouwlijnen (13; 113) zwenkbaar met de eerste zijwandpanelen (4; 104) zijn verbonden en welke elk ten minste een verdere vouwlijn (15; 115A,B) omvatten, waarbij de hoekpanelen (12; 112) over althans een gedeelte van hun oppervlak uit meerdere lagen zijn opgebouwd, doch ter plaatse van elke verdere vouwlijn (15; 115A,B) in 25 hoofdzaak, dat wil zeggen over meer dan 50% van de lengte van die vouwlijn (15; 115A,B) enkellagig zijn uitgevoerd.

11. Plano (1; 101) volgens conclusie 10, waarbij het hoekpaneel (12; 112. ten minste twee segmenten (12A,B; 112A,B) omvat die onderling zwenkbaar zijn verbonden en tegen elkaar kunnen worden gevouwen en 30 vastgezet ter vorming van een in hoofdzaak meerlagig hoekpaneel (12; 112), waarbij een eerste segment (12A; 112A) zwenkbaar met een eerste zijwandpaneel (4; 104) is verbonden langs de eerste vouwlijn (13; 113) en ten minste een verdere vouwlijn (15; 115A.B) omvat, en waarbij het of elk verdere segment (12B; 112B) langgerekte uitsparingen (14; 114A,B) omvat, 5 die over de verdere vouwlijnen (15; 115A,B) heen liggen wanneer de segmenten (12A,B; 112A,B) tegen elkaar worden bevestigd, zodanig dat deze vouwlijnen (15; 115A,B) over een groot deel van hun lengte vrij liggen, dat wil zeggen onbedekt zijn.

12. Werkwijze voor het opzetten van een doos (20; 120) volgens een van 10 de conclusies 1-9 uit een plano (1; 101) volgens conclusie 10 of 11, waarbij de werkwijze een aantal opeenvolgende vouwstappen omvat, waarbij de plano (1; 101) langs de diverse vouwlijnen wordt omgevouwen, waarbij althans een aantal van deze vouwlijnen zich in hoofdzaak haaks op elkaar uitstrekken, en waarbij de plano (1; 101) bij het doorlopen van deze 15 vouwstappen eenzelfde transportrichting (A) behoudt. 1034330-