NL1034052C2 - Systeem voor het vervangen van een tankveiligheid, werkwijze voor het vervangen van een tankveiligheid. - Google Patents

Description

Systeem voor het vervangen van een tankveiligheid, werkwijze voor het vervangen van een tankveiligheid.

De uitvinding heeft betrekking op een systeem en werkwijze voor het 5 vervangen van een tankveiligheid.

Gastanks, zoals tanks voor LPG en andere gassen, bevatten een tankveiligheid. Deze tankveiligheid dient ervoor om gevaarlijke situaties, zoals het ontstaan van een gevaarlijke overdruk in de tank te voorkomen. Hiertoe bevatten zij een veiligheidventiel 10 (safety valve).

Dergelijke tankveiligheden dienen zelf uiteraard ook veilig te zijn, dat wil zeggen, men moet op de betrouwbaarheid hiervan kunnen vertrouwen. Dergelijke tankveiligheden zijn, als ieder ander apparaat, aan mogelijke verouderingsverschijnselen, met als gevolg een verminderde betrouwbaarheid, onderhevig.

15 Ten einde de betrouwbaarheid te kunnen verzekeren worden tankveiligheden met een bepaalde regelmaat, meestal een x aantal jaren, getest.

Een systeem voor het testen van tankveiligheidinstallaties is bijvoorbeeld bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US 44282231. Hierin is een systeem voor het 20 testen van veiligheidinstallaties beschreven waarin in gecontroleerde omstandigheden de werking van het veiligheidventiel, door belasting van het ventiel, gemeten wordt.

Hoewel hiermee de veiligheid vergroot wordt door controle van het ventiel, blijven er problemen ontstaan.

25

Voor het testen dient men het ventiel te belasten en gas te laten ontsnappen, welke ontsnapping op zichzelf een gevaar kan opleveren.

Het ventiel wordt tijdens het testen mechanisch belast wat een probleem kan opleveren.

30 - De test is slechts nuttig voor langzaam optredende verschillen in werking; men test het ventiel bijvoorbeeld na 6 jaren; dan vindt men eventueel gebreken die zich in de werking van het ventiel na 6 jaren uiten. Gebreken die wel als gevolg van ouderdomsverschijnselen optreden, maar plotseling optreden worden hiermee niet gevonden.

1034052 2

De uitvinding heeft als doel een systeem en werkwijze te verschaffen dat een of meer van bovenstaande problemen wegneemt of ten minste vermindert.

5 Hiertoe bevat het systeem volgens de uitvinding een gasdichtafsluitbare behuizing, waarbij de afsluitbare behuizing een eerste en een tweede uiteinde heeft, waartussen zich een afsluitbare kraan bevindt, waarbij het eerste uiteinde van middelen voorzien is voor het boven een tankveiligheid plaatsen van de behuizing, en aan een tweede eind van de afsluitbare behuizing een in een richting van het eerste naar het tweede uiteinde en door de kraan te 10 steken beweegbaar onderdeel voorzien is, aan het uiteinde van het beweegbare onderdeel een kleminrichting vastmaakbaar is voor het aanvatten van een tankveiligheid, waarbij het beweegbare onderdeel voorzien is van roteermiddelen voor het roteren van de kleminrichting.

De werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt door de volgende stappen: 15

Het systeem wordt over de tankveiligheid geplaatst, de behuizing wordt gasdicht afgesloten, de kraan wordt geopend, het beweegbare onderdeel wordt door de geopende kraan gestoken, 20 de kleminrichting aangevat wordt, de tankveiligheid met kleminrichting wordt losgemaakt, en door de kraan gehaald, de kraan wordt dichtgedaan.

De tankveiligheid bevindt zich nu achter de gesloten kraan en kan vrijelijk 25 geïnspecteerd of getest worden en, indien gewenst, vervangen worden.

De tankveiligheid wordt niet belast, en kan eenvoudig vervangen worden. Voor de vervanging van de tankveiligheid behoeft de tank niet ontgast te worden. De vervanging kan snel een eenvoudig gebeuren.

30

Het systeem bevat bij voorkeur een veiligheid, voorzien in een gedeelte van de behuizing tussen de kraan en het eerste uiteinde.

3

Als de te inspecteren of te vervangen tankveiligheid van de tank wordt losgenomen, neemt de veiligheid van het systeem de functie van de losgenomen tankveiligheid van de tank over.

5 Bij voorkeur bevat het systeem twee regelbare gasaansluitingen aan beide zijden van de kraan gelegen. Dit maakt het mogelijk de atmosfeer in de behuizing te regelen en door te spoelen.

Bij voorkeur is het beweegbare onderdeel een spindelinrichting, waarbij de 10 spindelinrichting een buitenspindel en een binnenspindel bevat, en de binnenspindel voorzien is van middelen voor het vastmaken aan de kleminrichting.

Dit maakt het op eenvoudige wijze mogelijk de tankveiligheid los te halen.

15 Deze en verdere aspecten van de uitvinding worden hier volgend beschreven en geïllustreerd aan de hand van de tekening:

In de tekening toont: 20 Figuur 1 een systeem volgens de uitvinding voor een binnenliggende veiligheid;

Figuur 2 een detail van figuur 1;

Figuur 3 een kleminrichting voor een systeem volgens de uitvinding;

Figuur 4 een systeem volgens de uitvinding voor een buitenveiligheid;

Figuur 5 een dop voor een systeem met een enkelvoudige spindelinrichting; 25 Figuur 6 een enkelvoudige spindelinrichting voor een binnenliggende tankveiligheid;

Figuur 7 een systeem voor een binnenliggende tankveiligheid met een enkelvoudige spindelinrichting;

Figuur 8 een enkelvoudige spindelinrichting voor een buitenliggende tankveiligheid en een systeem voor een buitenliggende tankveiligheid met een enkelvoudige spindelinrichting.

30

De figuren zijn voorbeeldfiguren, gelijke onderdelen worden in de regel met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.

4

Figuur 1 toont in 1 een tankaansluiting. Op flens 2 is een deel 3 geplaatst dat van een buitenschroefdraad is voorzien. In dit deel 3 is in gebruik een tankveiligheid F geplaatst. De veiligheid ligt hier in deel 3 en wordt daarom een binnenliggende veiligheid genoemd. De tankveiligheid F is in deze figuur voor de duidelijkheid naast de tankaansluiting getekend 5 waarbij de positie van de tankveiligheid door middel van een pijl is aangegeven.

Het systeem bevat een eerste uiteinde 4, en een tweede uiteinde 5, waartussen zich een kraan C bevindt. Het ene uiteinde is voorzien van middelen om het systeem op de tankafsluiting, over de tankveiligheid te plaatsen. Hiertoe is in dit voorbeeld uiteinde 4 van 10 een binnen schroefdraad voorzien. Uiteraard kunnen de tankafsluiting en het systeem op verschillende wijze, zoals door schroefdraad of door een flens met O-ring onderling verbonden worden. Het deel van de behuizing onder de kraan C is hier door A aangeduid. Dit deel is voorzien van een veiligheid B.

Het uiteinde 5 is voorzien van een beweegbaar onderdeel, in dit voorbeeld 15 spindelinrichting 6. Deze spindel is door de kraan C te steken en kan tankveiligheid F

bereiken. Het systeem is in dit voorbeeld ook voorzien van twee gastoevoeren 7a en 7b. Het onderstuk A bevat in dit voorbeeld een kijkglas 8.

Figuur 2 toont een detail van het systeem volgens de uitvinding. De spindelinrichting 6 20 is aan een uiteinde voorzien van een interne schroefdraad S, in dit voorbeeld aan het uiteinde van de binnenspindel 6. Op schroefdraad kan rond een schroef aan de kleminrichting 9 gedraaid worden, zodat de binnenspindel aan de kleminrichting 9 vast- of losgeschroefd kan worden. Onder “kleminrichting” 9 wordt in het kader van de uitvinding ieder middel verstaan waarmee de tankveiligheid F kan worden aangevat en vastgehouden. Dit kan door klemmen, 25 of bijvoorbeeld magnetisch, of door een bajonetsluiting. De buitenspindel 6a bevat een dopsleutel II die past over een zeskantige kop 12 van de tankveiligheid F. Door middel van de buitenspindel kan de veiligheid worden losgedraaid, maar niet worden vastgenomen. De grofheid van de buitenspindel maakt het mogelijk om relatief grote krachten uit te oefenen.

Dit is vooral nuttig bij het losdraaien. De binnenspindel kan worden vastgemaakt aan de 30 kleminrichting 9. De binnenspindel maakt het mogelijk kleine krachten te zetten en nauwkeurig te draaien en de veiligheid vast te maken aan de spindel en deze omhoog en omlaag te brengen.

5

De kleminrichting 9 klemt een uiteinde van de tankveiligheid F vast, vervolgens wordt de binnenspindel rondgedraaid om de tankveiligheid los te draaien.

Figuur 3 geeft de kleminrichting 9 in meer detail weer. De kleminrichting bevat een bout 10. Het in- en uitdraaien van deze bout doet delen 11 bewegen. Deze delen klemmen 5 zich tegen een wand 12 van de tankveiligheid bij een buitenwaartse beweging.

Een voorbeeld van een praktische werkwijze voor het vervangen van een binnenliggende veiligheid is: 10

Monteer kleminrichting 9 op tankveiligheid F Monteer onderstuk A op deel 3 Monteer veiligheid B op onderstuk A Monteer kogelkraan C op onderstuk A 15 Monteer bovenstuk D op onderstuk A Open kogelkraan C Monteer spindelinrichting 6

Pers de behuizing van het systeem en tankaansluiting middels stikstofaansl uiting 7a en 7b af op 13,8 bar en controleer de dichtheid middels afzepen.

20 Blaas de druk van het systeem nu zover af, dat de druk gelijk is aan de tankdruk. Controleer dit middels de manometer. Bij twijfel dient deze manometer te worden vernieuwd.

Controleer middels het kijkglas 8 de tankveiligheid visueel

Druk de spindelinrichting 6 naar beneden tot net boven de tankveiligheid. Zie kijkglas Druk de binnenspindel 6b naar beneden en draai deze rechtsom op kleminrichting 9 25 Druk de buitenspindel 6a naar beneden toe, zodanig dat deze over de zeskantige top van de veiligheid F schuift tot aan de aanslag Draai de tankveiligheid nu linksom los met de spindelinrichting

Trek de veiligheid 6 middels de buiten en binnen spindel zover omhoog totdat deze niet verder kan

30 Sluit kogelkraan C

Blaas de stikstof van bovenstuk D af Demonteer de bouten van de spindelinrichting 6 Neem de spindelinrichting uit bovenstuk D

6

Demonteer de bestaande tankveiligheid van de spindelinrichting 6 Monteer een nieuwe goedgekeurde tankveiligheid op de spindelinrichting 6 Monteer spindelinrichting 6 met de nieuwe tankveiligheid op bovenstuk D Pers spindelinrichting E af middels stikstofaansluiting 7 op 13,8 bar en controleer de 5 dichtheid middels afzepen

Open kogelkraan C, zodat de druk in bovenstuk D en onderstuk A vereffend wordt.

Blaas de stikstof middels stikstofaansluiting 7 nu zover af totdat deze gelijk is aan de tankdruk. Controle middels de manometer.

Druk de spindelinrichting naar beneden tot net boven de fitting voor de tankveiligheid 10 Druk met de binnenspindel 6b met tankveiligheid F naar beneden tot op de fitting voor de tankveiligheid

Draai de veiligheid met behulp van de binnenspindel 6b rechtsom enkele gangen in schroefdraad van de fitting voor de tankveiligheid

Druk de buitenspindel 6a met dopsleutel naar beneden toe, zodanig totdat deze over de 15 zeskant van de veiligheid schuift tot aan de aanslag Draai de tankveiligheid nu rechtsom vast

Controleer middels het kijkglas of de tankveiligheid op de juiste afstand in het de fitting is gedraaid

Draai de binnenspindel linksom los van klemstuk F 20 Trek buiten en binnen spindel zover omhoog totdat deze niet verder omhoog kunnen Blaas de stikstof uit het systeem af middels stikstofaansluiting 7

Contoleer of de gasdichtheid van de tankveiligheid middels afzepen van de nagenoeg gesloten stikstofaansluiting 7 Demonteer het systeem 25 Controleer de gasdichtheid van de tankveiligheid nogmaals middels afzepen

Figuur 4 geeft een systeem volgens de uitvinding weer waarbij een buitenliggende veiligheid wordt gebruikt. Vele van de onderdelen zijn gelijk of identiek. Een buitenliggende veiligheid heeft als bijzonderheid dat er geen deel 3 met een schroefdraad is. Daarom wordt 30 eerst klem K op de tank aansluiting gemonteerd en rubberen ringen 14 met drukringen worden over de draadsok van de veiligheid gemonteerd. Het onderdeel A over de veiligheid F geplaatst en aan klem K bevestigd. De drukringen van rubberen ringen 14 worden stevig vast gedraaid en zorgen voor een gasdichte afsluiting. Verder dient de vorm van de kleminrichting aangepast te zijn aan de vorm van de tankaansluiting 7

Verder is de werkwijze voor het vast en losdraaien van een veiligheid vrijwel identiek als voor een binnenliggende tankveiligheid.

5 Als voorbeeld van een werkwijze voor het vervangen van een buitenliggende tankveiligheid kan worden gegeven:

Demonteer bestaande vuurvaste steen, afblaaspijp en verloopsok van de tankveiligheid Monteer afdichtklem K, kleminrichting 13, onderstuk A, veiligheid B, kogelkraan C en bovenstuk D 10 Open kogelkraan C

Monteer spindelinrichting 6

Pers het systeem en tankaansluiting middels stikstofaansluiting 2 af op 13,8 bar en controleer de dichtheid middels afzepen.

Blaas de druk van het systeem af totdat de druk gelijk is aan de tankdruk.

15 Controleer middels het kijkglas hoe ver de bestaande tankveiligheid in het laspasstuk is gedraaid

Druk de spindelinrichting 6 naar beneden tot net boven de tankveiligheid.

Druk de binnenspindel 6b naar beneden en draai deze rechtsom op een adapter van de veiligheid.

20 Druk de buitenspindel 6a met dopsleutel II naar beneden toe, zodanig dat deze over de zeskantige dop van de veiligheid F schuift tot aan de aanslag Draai de tankveiligheid nu linksom los

Trek de veiligheid middels de buiten en binnen spindel zover omhoog totdat deze niet verder kan

25 Sluit kogelkraan C

Blaas de stikstof van bovenstuk D af Demonteer de bouten van de spindelinrichting 6 Neem de spindelinrichting uit bovenstuk D Demonteer de bestaande tankveiligheid van de spindelinrichting 6 30 Monteer een nieuwe goedgekeurde tankveiligheid op de spindelinrichting 6 Monteer spindelinrichting 6 met de tankveiligheid op bovenstuk D

Pers spindelinrichting 6 af middels stikstofaansluiting 2 op 13,8 bar en controleer de dichtheid middels afzepen

Breng de druk in onderstuk A en bovenstuk D middels de stikstofaansluitingen 8

nu gelijk aan de tankdruk Open kogelkraan C

Blaas de stikstof in het systeem middels stikstofaansluiting 2 nu zover af totdat deze gelijk is aan de tankdruk.

5 Druk de spindelinrichting 6 naar beneden tot net boven het laspasstuk van de tankveiligheid Druk met de binnenspindel 6b met tankveiligheid naar beneden tot op het laspasstuk van de tankveiligheid

Draai de veiligheid F met behulp van de binnenspindel rechtsom enkele gangen in schroefdraad 10 Druk de buitenspindel met dopsleutel naar beneden toe, zodanig tot dat deze over de zeskant van de veiligheid schuift tot aan de aanslag Draai de tankveiligheid nu rechtsom vast

Controleer middels het kijkglas of de tankveiligheid op de juiste afstand in het laspastuk is gedraaid 15 Draai de binnenspindel linksom los van klemstuk 13

Trek buiten en binnen spindel zover omhoog totdat deze niet verder omhoog kunnen Sluit kogelkraan C

Blaas de stikstof uit het systeem af middels beide stikstofaansluitingen Controleer de gasdichtheid van de tankveiligheid middels afzepen van de nagenoeg gesloten 20 stikstofaansluiting van onderstuk A Demonteer het systeem

Controleer de gasdichtheid van de tankveiligheid nogmaals middels afzepen Plaats de vuurvaste steen over de veiligheid

Monteer de afblaaspijp op de veiligheid en smeer deze af met vuurvaste watten 25 en vuurvaste cement.

Bovenstaande figuren tonen systemen zowel voor binnenliggende als buitenliggende tankveiligheden waarin de spindelinrichting een buiten- en binnenspindel bevat. Hoewel dit in omstandigheden voordelen biedt omdat met voordeel van de eigenschappen van de binnen- en 30 buitenspindel gebruik kan worden gemaakt, kleven er ook nadelen aan, met name doordat de spindelinrichting iets langer is, wat in bepaalde situaties lastig kan zijn, en de spindelinrichting twee verschillende draaiende systemen bevat en dus veel verschillende onderdelen en veel verschillende gasdichte afdichtingen nodig maakt.

9

Figuur 5 toont een dop voor een kleminrichting voor een geprefereerde uitvoeringsvorm van de uitvinding. De dop 14 is voorzien van veren 15. De spindelinrichting is aan het uiteinde voorzien van een onderdeel die, via een bajonetsluiting in de veren kan worden gestoken. Door het uiteinde van de spindel van in de dop te klikken is een verbinding 5 tussen de spindel en de dop te maken, waardoor de noodzaak van binnen en buitenspindel vervalt. De dop zelf is verbonden met de kleminrichting.

Figuur 6 toont een spindelinrichting voor een dergelijk systeem. De dop is voorzien van een borgpen 15 waardoor onderdeel 9 in de dop gezekerd kan worden. Onderdeel 9 is 10 daartoe voorzien van een uitstekend gedeelte met een gat voor de borgpen.

Figuur 7 toont een systeem met een enkelvoudige spindelinrichting voor een binnenliggende tankveiligheid.

Een werkwijze voor het vervangen van de tankveiligheid is bijvoorbeeld: 15 Demonteer bestaande vuurvaste steen, afblaaspijp en verloopsok van de tankveiligheid

Monteer afdichtklem K Monteer kleminrichting 9 in de veiligheid Plaats dop 14 over de veiligheid Borg kleminrichting 9 met borgpen 15 20 Monteer onderstuk A, veiligheid B, kogelkraan C en bovenstuk D Open kogelkraan C Monteer spindelinrichting 6

Pers het systeem en tankaansluiting middels stikstofaansluiting 2 af op 13,8 bar en controleer de dichtheid middels afzepen.

25 Blaas de druk van het systeem af zodat deze gelijk is aan de tankdruk.

Controleer middels het kijkglas hoe ver de bestaande tankveiligheid in het laspasstuk is gedraaid

Druk de spindelinrichting 6 naar beneden tot in de dop.

Druk de spindelinrichting 6a verder naar beneden zodat de veren in de dop zover mogelijk 30 naar beneden gaan en draai de spindel 90 graden rechtsom.

Trek de spindelinrichting ca. 10 mm. omhoog zodat deze in de borging van de dop valt.

Draai de tankveiligheid nu linksom los

Trek de veiligheid middels de spindelinrichting zover omhoog totdat deze niet verder kan Sluit kogelkraan C

10

Blaas de stikstof van bovenstuk D af Demonteer de bouten van de spindelinrichting 6 Neem de spindelinrichting uit bovenstuk D

Demonteer de bestaande tankveiligheid van de spindelinrichting 6 en monteer een nieuwe 5 goedgekeurde tankveiligheid op de spindelinrichting 6

Monteer spindelinrichting 6 met de tankveiligheid op bovenstuk D

Pers systeem af middels stikstofaansluiting 2 op 13,8 bar en controleer de dichtheid middels afzepen

Breng de druk in onderstuk A en bovenstuk D middels de stikstofaansluitingen 10 nu gelijk aan de tankdruk Open kogelkraan C

Druk met de spindelinrichting met tankveiligheid F naar beneden tot op het laspasstuk van de tankveiligheid

Draai de veiligheid rechtsom vast in het laspasstuk 15 Controleer middels het kijkglas of de tankveiligheid op de juiste afstand in het laspastuk is gedraaid

Druk de spindelinrichting uit de borging ca. 10 mm. naar beneden en draai de spindelinrichting 90 graden linksom

Trek de spindelinrichting zover omhoog totdat deze niet verder omhoog kan 20 Sluit kogelkraan C

Blaas de stikstof uit het systeem af middels beide stikstofaansluitingen Contoleer de gasdichtheid van de tankveiligheid middels afzepen van de nagenoeg gesloten stikstofaansluiting van onderstuk A Demonteer het systeem 25 Demonteer de dop

Demonteer afdichtklem K

Controleer de gasdichtheid van de tankveiligheid nogmaals middels afzepen Plaats de vuurvaste steen over de veiligheid

Monteer de afblaaspijp op de veiligheid en smeer deze af met vuurvaste watten 30 en vuurvaste cement.

Figuur 8 toont tot slot een enkelvoudige spindelinrichting voor een buitenliggende tankveiligheid en een systeem voor een buitenliggende tankveiligheid met een enkelvoudige 11 spindelinrichting. In dit voorbeeld wordt de veiligheid voorzien van een adapter AD AP. Hierover wordt de dop 14 gezet. Verder is het systeem grotendeels gelijk aan dat van figuur 4.

Kort samengevat kan de uitvinding worden omschreven door: 5

Een systeem voor het vervangen van een tankveiligheid bevat een gasdichtafsluitbare behuizing bevat met een eerste (4) en een tweede uiteinde (5), waartussen zich een afsluitbare kraan (C) bevindt. Het eerste uiteinde wordt boven een tankveiligheid (F) plaatsen van de behuizing. Het tweede uiteinde is voorzien van in een richting van het eerste 10 naar het tweede uiteinde en door de kraan te steken beweegbaar onderdeel (6). Een uiteinde van het beweegbaar onderdeel wordt aan een kleminrichting (9) vastgemaakt die aan de tankveiligheid is vastgemaakt. Het beweegbare onderdeel (6) kan roteren voor het los-en vastschroeven van de tankveiligheid. Het beweegbaar onderdeel kan omhoog en omlaag geschoven worden door de kraan (C). Hierdoor is op een gecontroleerde en veilige manier de 15 tankveiligheid los te maken, te controleren en eventueel te vervangen.

Het zal duidelijk zijn dat binnen het kader van de uitvinding vele variaties mogelijk zijn.

Zo is in dop 14 gebruik gemaakt van een bajonetsluiting. Iedere eenvoudig losneembare sluiting kan voor een zelfde doel gebruikt worden. De spindelinrichtingen die getoond worden 20 werken op spierkracht. Deze krachtbron is eenvoudig en letterlijk altijd voor handen. De draaibeweging kunnen ook gemechaniseerd worden door gebruik te maken van ingebouwde motoren.

1034052

Claims (9)

1. Systeem voor het vervangen van een tankveiligheid, met het kenmerk, dat het 5 systeem een gasdichtafsluitbare behuizing bevat, waarbij de afsluitbare behuizing een eerste (4) en een tweede uiteinde (5) heeft, waartussen zich een afsluitbare kraan (C) bevindt, waarbij het eerste uiteinde van middelen (4) voorzien is voor het boven een tankveiligheid (F) plaatsen van de behuizing, en aan een tweede uiteinde van de afsluitbare behuizing een in een richting van het eerste naar het tweede uiteinde en door de kraan te steken beweegbaar 10 onderdeel (6) voorzien is, aan het uiteinde van het beweegbare onderdeel (6) een kleminrichting (9) vastmaakbaar is voor het aanvatten van een tankveiligheid, waarbij het beweegbare onderdeel (6) voorzien is van roteermiddelen (6a, 6b) voor het roteren van een kleminrichting.

2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het systeem een veiligheid 15 (B) bevat, voorzien in een gedeelte van de behuizing (A) tussen de kraan (C) en het eerste uiteinde (4).

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het systeem twee regelbare gasaansluitingen (7a, 7b) bevat aan beide zijden van de kraan gelegen.

4. Systeem volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het beweegbare 20 onderdeel een spindelinrichting (6) is, waarbij de spindelinrichting een buitenspindel (6a) en een binnenspindel (6b) bevat, en de binnenspindel voorzien is van middelen voor het vastmaken aan de kleminrichting.

5. Systeem volgens conclusie 1,2 of 3, met het kenmerk, dat de spindelinrichting een enkelvoudige spindelinrichting bevat.

6. Spindelinrichting voor gebruik in een systeem volgens conclusie 4 of 5.

7. Kleminrichting voor gebruik in een systeem volgens een der conclusies 1, 2,3 of 4.

8. Kleminrichting volgens conclusie 7 waarbij de kleminrichting een dop omvat voorzien van veren.

9. Werkwijze voor het losmaken van een tankveiligheid met een systeem volgens een der bovenstaande conclusies, waarbij systeem over de tankveiligheid geplaatst wordt, de behuizing gasdicht wordt afgesloten, de kraan geopend wordt, het beweegbare onderdeel door de geopende kraan gestoken wordt, 1034052 de kleminrichting aangevat wordt, de tankveiligheid met kleminrichting wordt losgemaakt, en door de kraan gehaald, de kraan wordt dichtgedaan. 1034052