NL1033480C2 - Verbeterde vuilverwijderaar. - Google Patents

Description

5

Korte aanduiding: Verbeterde vuilverwijderaar

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vuilverwijderaar voor een leidingsysteem.

Beschrijving van de stand der techniek 10 In leidingsystemen zoals voor verwarmingsdoeleinden komen in de vloeistof in de leiding, zoals water, vaak kleine vuildeeltjes terecht. Deze vuildeeltjes dienen verwijderd te worden, om het water in het systeem voldoende zuiver te houden. De vuildeeltjes kunnen bijvoorbeeld zijn: zand , overblijfselen van lasbewerkingen, 15 metaaldeeltjes (magnetiet), verfdeeltjes, teflondeeltjes, bezinksel uit het water zelf en andere vuildeeltjes.

De vuildeeltjes kunnen leiden tot corrosie, verstoppingen van leidingen, een verhoogde weerstand van de leidingen door een nauwere doorstroomopening of door ruwere wanden.

20 Deze problemen kunnen leiden tot het onvoldoende functioneren van de installatie.

In de stand der techniek zijn verschillende manieren bekend om vuildeeltjes te verwijderen. Een daarvan is filtratie. Een belangrijk nadeel van filtratie is dat het gebruikte filter regelmatig gereinigd 25 of verwisseld moet worden.

Een andere manier van vuil verwijderen is bezinking door snelheidsvermindering van de vloeistof. Een vloeistof die langzaam beweegt kan minder vuildeeltjes in suspensie houden dan een vloeistof die snel beweegt. Een afname van de snelheid van de vloeistof leidt 30 aldus tot bezinking van de vuildeeltjes.

De vloeistofsnelheid kan worden verminderd door vergroting van het doorstroomde oppervlak en/of door het aanbrengen van obstakels in de stroombaan.

Bekende vuilverwijderaars maken gebruik van dit principe. Zij 35 omvatten doorgaans een verzamelgebied (of vuilverzamelkamer) waar het vuil zich verzamelt en een afvoerpunt, zoals een kraan, om het bezonken vuil uit de vuilverwijderaar te verwijderen.

Een probleem van bekende vuilverwijderaars is dat het vuil zich ophoopt om het afvoerpunt heen, en daarbij vaak kleeft aan het 1073460 - 2 binndenzijdeoppervlak in de buurt van het afvoerpunt. De vuildeeltjes koeken daarbij ook vast aan elkaar. Bij het openen van het afvoerpunt zal het vuil daardoor niet of slechts gedeeltelijk afgevoerd worden.

Na verloop van tijd zal de vuilverwijderaar voor een belangrijk 5 deel gevuld zijn met vuil, wat de werking doet verminderen. De vuilverwijderaar kan na enige tijd zelfs geheel verstopt raken.

In dat geval dient de gehele vuilverwijderaar geopend te worden om deze te reinigen, wat erg kostbaar kan zijn.

10 De uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft als doel om ten minste een van de hierboven genoemde nadelen op te heffen.

Hiertoe verschaft de uitvinding een vuilverwijderaar voor een leidingsysteem, de vuilverwijderaar omvattende: 15 - een ingang en een uitgang om de vuilverwijderaar aan te sluiten op het leidingsysteem; - een afvoerorgaan voor het uit het leidingsysteem verwijderen van vuildelen; - een beweegbaar losmaakorgaan dat ingericht is om door de 20 beweging vuil los te maken dat aanwezig is aan de binnenzijde van de vuilverwij deraar.

In een aspect van de uitvinding is het losmaakorgaan via een bedieningselement van buiten de vuilverwijderaar af beweegbaar. Het losmaakorgaan kan zo eenvoudig bediend worden door een gebruiker.

25 In een uitvoeringsvorm is het losmaakorgaan ingericht om vuil los te maken in de buurt van het afvoerorgaan. Doorgaans koekt het vuil juist in dit gebied vast.

In een aspect van de uitvinding is het losmaakorgaan ingericht om vuil los te maken door aan de binnenzijde langs of over het 30 oppervlak van de vuilverwijderaar te bewegen. De beweging langs of over het oppervlak is een efficiënte wijze om het vuil los te maken.

Bij voorkeur is het losmaakorgaan roteerbaar. In een geschikte uitvoeringsvorm kan het losmaakorgaan om het afvoerpunt heen bewogen worden, zodat vuil rondom het afvoerpunt losgemaakt kan worden 35 In een aspect van de uitvinding is althans een deel van het afvoerorgaan beweegbaar, waarbij het losmaakorgaan gekoppeld is met dat deel van het afvoerorgaan zodat het losmaakorgaan beweegbaar via een beweging van het beweegbare deel van het afvoerorgaan. Bij voorkeur omvat het beweegbare deel van het afvoerorgaan het - 3 afsluitorgaan.

Bij voorkeur omvat het losmaakorgaan een schraapblad dat is ingericht om langs het oppervlak van de vuilverwijderaar te schrapen.

Schrapen is een erg effectieve wijze om het vuil los te maken 5 van het binnenzijdeoppervlak van de vuilverwijderaar.

In een aspect van de uitvinding loopt een deel van het binnenzijdeoppervlak van de vuilverwijderaar af naar het aftappunt toe, waarbij het losmaakorgaan langs of over dit deel beweegbaar is. In deze uitvoeringsvorm zal het losgemaakte vuil vanzelf naar het 10 afvoerpunt bewegen.

Verdere voorkeursuitvoeringsvormen van de inrichting en werkwijze zijn beschreven in de afhankelijke conclusies.

Figuurbeschrijving 15 De genoemde en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze onder verwijzing naar 20 de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke onderdelen aanduiden, en waarin:

Figuur 1 een schematische dwarsdoorsnede van een deel van een vuilverwijderaar volgens de stand der techniek met daarin vuil toont;

Figuur 2 een schematische dwarsdoorsnede van een deel van een 25 door vuil verstopte vuilverwijderaar volgens de stand der techniek toont;

Figuur 3 een schematische dwarsdoorsnede van een deel van een vuilverwijderaar volgens de uitvinding toont;

Figuur 4 een aanzicht in perspectief van een deel van een 30 vuilverwijderaar volgens de uitvinding toont;

Figuur 5 een schematische dwarsdoorsnede van een vuilverwijderaar volgens de uitvinding toont;

Figuur 6 een dwarsdoorsnede van een afvoerorgaan volgens de uitvinding toont langs de lijn B-B in figuur 7; 35 Figuur 7 een zijaanzicht van een afvoerorgaan volgens de uitvinding toont;

Figuur 8 een ander zijaanzicht van een afvoerorgaan volgens de uitvinding toont;

Figuur 9 een dwarsdoorsnede van een detail uit figuur 6 toont; - 4 en

Figuur 10 een onderaanzicht van een afvoerorgaan volgens de uitvinding toont.

Figuren 1 en 2 tonen een vuilverzamelkamer 10 van een 5 vuilverwijderaar 12 volgens de stand der techniek. Vuil 14 verzamelt zich in de vuilverzamelkamer 10, in het bijzonder nabij de onderzijde 16 daarvan, in het gebied 18 van een afvoerorgaan of afvoerpunt 20.

Het vuil 14 kan de vuilverwi jderaar 12 volledig \^erstoppen, zoals getoond is in figuur 2. In dat geval functioneert de 10 vuilverwijderaar 10 niet meer, wanneer een afvoerkraan 22 van het afvoerorgaan 20 wordt geopend.

Figuren 3 tot en met 10 tonen de vuilverwijderaar 12 volgens de uitvinding. De vuilverwijderaar omvat een losmaakorgaan 26, dat roteerbaar is zoals is aangegeven met pijl 24. Het losmaakorgaan 26 15 is via een verbinding 28 verbonden met de kraan 22 van het afvoerorgaan 20. Het losmaakorgaan 26 omvat een langwerpig schraapblad 30, dat zich in hoofdzaak evenwijdig aan de binnenwand 32 van de vuilverzamelkamer 10 uitstrekt, in het bijzonder evenwijdig aan de onderzijde 34 daarvan uitstrekt.

20 In bedrijf zal het losmaakorgaan 26 geroteerd worden, en aldus het vuil 14 losmaken. Wanneer vervolgens de kraan 22 wordt geopend, dan zal het vuil 14 afgevoerd worden uit de vuilverwijderaar 12.

Figuur 5 toont de vuilverwijderaar 12, die een aanvoer 36 en een afvoer 38 heeft, die het mogelijk maken de vuilverwijderaar in-25 line in een leidingsysteem (niet getoond) te plaatsen, zoals een leidingsysteem voor een centrale verwarming. De vuilverzamelkamer 10 strekt zich over een verticale afstand uit, en nabij een onderste punt daarvan bevindt zich een afvoerpunt 20. Het afvoerpunt 20 omvat een conisch deel 40, dat verbonden is met de verzamelkemer 10.

30 Figuren 6, 7, 8 en 10 tonen het afvoerorgaan 20, dat een doorgaand afvoerkanaal definieert tussen het binnenste van de vuilverzamelkamer 10 en de buitenwereld. Een kraan 20 is verschaft om het afvoerkanaal naar keuze te openen of af te sluiten.

Het afvoerorgaan 20 heeft een gefixeerd deel 44 en een 35 roteerbaar deel 46, dat vast verbonden is met het verbindingselement 28 en met de afvoerkraan 22.

Het roteerbaar deel 46 steunt via een taatsring 48 af op het gefixeerde deel 44. Een o-ring 58 is verschaft voor het vormen van - 5 een vloeistofdichte verbinding tussen het vaste deel 44 en het roteerbare deel 46.

Het afvoerorgaan 20 omvat een schroefdraad 54 voor bevestiging aan de vuilverzamelkamer 10 en een o-ring 52 voor het vormen van een 5 vloeistofdichte verbinding daarmee.

Het losmaakorgaan 26 heeft een bepaalde lengte en strekt zich van bovenaf gezien radiaal uit vanaf de hartlijn 56 van het afvoerkanaal 42.

Een borgmoer 50 is verschaft om een vaste verbinding te vormen 10 tussen een kraandeel 60 en het roteerbare deel 46.

De omvang van de onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen, maar diverse wijzigingen en modificaties daarvan zijn mogelijk zonder af te wijken van de beschermingsomvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de 15 aangehechte conclusies.

1 ¢3 3 4 80

Claims (9)

1. Vuilverwijderaar voor een leidingsysteem, de 5 vuilverwijderaar omvattende: - een ingang en een uitgang om de vuilverwijderaar aan te sluiten op het leidingsysteem; - een afvoerorgaan voor het uit het leidingsysteem verwijderen van vuildelen; 10. een beweegbaar losmaakorgaan dat ingericht is om door de beweging vuil los te maken dat aanwezig is aan de binnenzijde van de vuilverwijderaar.

2. Vuilverwijderaar volgens conclusie 1, waarbij het losmaakorgaan via een bedieningselement van buiten de 15 vuilverwijderaar af beweegbaar is.

3. Vuilverwijderaar volgens conclusie 1, waarbij het losmaakorgaan ingericht is om vuil los te maken in de buurt van het afvoerorgaan.

4. Vuilverwijderaar volgens conclusie 1 of 2, waarbij het 20 losmaakorgaan ingericht is om vuil los te maken door aan de binnenzijde langs of over het oppervlak van de vuilverwijderaar te bewegen.

5. Vuilverwijderaar volgens een van de conclusies 1-3, waarbij het losmaakorgaan roteerbaar is.

6. Vuilverwijderaar volgens een van de conclusies 1-4, waarbij althans een deel van het afvoerorgaan beweegbaar is, en waarbij het losmaakorgaan gekoppeld is met een beweegbaar deel van het afvoerorgaan zodat het losmaakorgaan beweegbaar is via een beweging van het beweegbare deel van het afvoerorgaan.

7. Vuilverwijderaar volgens conclusie 5, waarbij het beweegbare deel van het afvoerorgaan het afsluitorgaan omvat.

8. Vuilverwijderaar volgens een van de conclusies 1-6, waarbij het losmaakorgaan een schraapblad omvat dat is ingericht om langs het oppervlak van de vuilverwijderaar te schrapen.

9. Vuilverwijderaar volgens conclusie 1, waarbij een deel van het binnenzijdeoppervlak van de vuilverwijderaar afloopt naar het aftappunt toe, en waarbij het losmaakorgaan langs of over dit deel beweegbaar is. 1033480