NL1031577C2 - Inrichting en werkwijze voor een verdiepte wegconstructie en aanleginrichting daarvoor. - Google Patents

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR EEN VERDIEPTE WEGCONSTRUCTIE EN AANLEGINRICHTING DAARVOOR

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 werkwijze voor het aanleggen van een in de bodem verdiepte wegconstructie. Voorts heeft de uitvinding betrekking op een constructie voor het houden van een verdiepte weg en/of een tunnel. Voorts heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze en/of 10 het aanleggen van de inrichting.

Het is bekend om voor het besparen van ruimte aan het aardoppervlak gebruik te maken van tunnels. Bekend zijn bijvoorbeeld boortunnels of tunnels die worden aangelegd in een sleuf die bovenop de aangelegde tunnel weer 15 wordt volgestort. Een nadeel van dergelijke bekende tunnels is dat de aanleg daarvan, met name ten opzichte van normale bovengrondse wegen, relatief kostbaar is. Een nadeel van bijvoorbeeld een tunnel die volgens de stand van de techniek middels ontgraving wordt aangelegd is dat veel 20 overlast ontstaat voor het omliggende gebied.

Teneinde een ten opzichte van de stand van de techniek verbeterde en minder kostbare oplossing te verschaffen, verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het aanleggen van een in een bodem verdiepte weg-25 constructie, omvattende stappen voor: - het in de bodem aanbrengen van ten minste twee zich in hoofdzaak parallel uitstrekkende funderingen; - het op de funderingen aanbrengen van steunorga- nen; 30 - het tussen de funderingen en/of steunorganen verwijderen van bodemmateriaal middels een ontgravingsdeel van een aanleginrichting die plaatsbaar en/of verplaatsbaar is op de steunorganen; - het aanbrengen van een constructielichaam; 35 - het aanbrengen van het bedmateriaal of het bal- lastmateriaal, waarbij: 1 0 3 1 577, 2 - de werkwijze stappen omvat voor het verschaffen van weerstandsmiddelen voor het verschaffen van weerstand tegen zijdelingse bodemdruk tegen het constructielichaam.

Een voordeel van een dergelijke werkwijze is dat 5 de weerstandsmiddelen het mogelijk maken een dergelijke wegconstructie een grote stevigheid te geven onder toepassing van een constructie die relatief licht kan worden uitgevoerd, en/of op voordelige wijze kan worden aangelegd. Hierbij kan een snelle en stille uitvoeringswerkwij-10 ze worden geboden, is beperkte hoeveelheid bouwruimte vereist en wordt, ondanks lage investeringskosten, veel functionaliteit geboden.

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm worden weerstandsmiddelen verschaft door het verschaffen van 15 drukbestendige verbindingsmiddelen tussen in hoofdzaak twee bovenzijden van het constructielichaam en/of de steunorganen. Een voordeel van deze voorkeursuitvoeringsvorm is dat ter fundering van de wegconstructie kan worden volstaan met een beperkte hoeveelheid funderingsmiddelen 20 zoals funderingspalen. Hierbij kan worden gedacht aan het plaatsen van slechts in hoofdzaak verticale funderingspalen die in hoofdzaak geen naar binnen gerechte drukkrach-ten behoeven te compenseren.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm worden de 25 weerstandsmiddelen verschaft door het plaatsen van de bovenzijde van het constructielichaam in hoofdzaak ter hoogte van of boven het bodemniveau of het verschaffen van een fundering die zowel longitudinale versteviging verschaft als een overdwarse versteviging, zoals bijvoorbeeld een 30 damwand. Een voordeel van een dergelijke uitvoeringsvorm is dat bijvoorbeeld door de relatief hoge plaatsing de relatief weinig zijdelingse bodemdruk aanwezig zal zijn waarbij de overblijvende bodemdruk door de overdwarse stevigheid van de bijvoorbeeld damwand als overdwarse verste-35 viging wordt opgevangen. Een verder voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de overgang van een lager gelegen, bij voorbeeld zelfs ondergronds gelegen deel van een verdiepte 3 wegconstructie volgens de onderhavige uitvinding, kan worden aangelegd met een uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van dezelfde aanleginrichting waardoor een traject kan worden 5 aangelegd in één doorlopend proces, hetgeen de complexiteit vermindert en discontinuïteiten voorkomt. Met andere woorden kan er middels de aanleginrichting die wordt toegepast volgens de onderhavige uitvinding zowel een midden-grondse als ondergrondse wegconstructie worden aangelegd 10 en kan dit tevens in een continu proces. Een middengrondse constructie bevindt zich tussen grond aan beide zijden daarvan en is derhalve open aan de bovenzijde.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de stappen voor het plaatsen van het constructielichaam 15 stappen voor het plaatsen van schaaldelen als deel van het constructielichaam die zich in hoofdzaak dwars op de lengterichting langs de omtrek van de wegconstructie tussen twee steunorganen uitstrekken. De toepassing van dergelijke schaaldelen ofwel schaalelementen biedt een aantal 20 voordelen, waaronder dat de werkwijze relatief snel kan worden uitgevoerd en derhalve de wegconstructie relatief snel kan worden aangelegd, dat goedkoper kan worden gewerkt dan in bijvoorbeeld een systeem waarbij na-spanning dient te worden uitgevoerd in het werk ofwel op de loca-25 tie, dat de dikte en de stabiliteit van de schaalelementen voor de specifieke vereisten van een locatie kunnen worden geoptimaliseerd terwijl bij in situ storten door een grotere mate van onnauwkeurigheid veel meer grondstof is vereist .

30 Een verder voordeel is dat een vlakke voeg kan worden toegepast hetgeen op relatief eenvoudige wijze is te vervaardigen en relatief ongevoelig is voor schade. Bij voorkeur omvatten de schaaldelen voorgespannen prefab betonnen elementen die in zijaanzicht bij voorkeur een boog-35 vorm omvatten. Als een verder voordeel naast de voordelen die zijn beschreven bij de vorige uitvoeringsvorm, bieden dergelijke schaaldelen de mogelijkheid om in een rotatie- 4 beweging te worden geplaatst. Hierbij kan een schaaldeel met de boog naar boven op een plaatsingswiel worden geplaatst, bij voorbeeld middels vacuümkrachten worden gefixeerd en middels een rotatiebeweging van het plaatsings-5 wiel zodanig worden geroteerd dat de boog zich aan de onderzijde bevindt en deze in hoofdaak in deze positie kan worden bevestigd of gepositioneerd.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de stappen voor het verschaffen van het constructieli-10 chaam, stappen voor het verschaffen van een foliemateriaal als deel van het constructielichaam. Een voordeel hiervan is dat een dergelijk foliemateriaal bijdraagt aan de waterdichtheid van de constructie. Op alternatieve wijze kan tussen de betonnen schaaldelen worden voorzien in een 15 vloeistofremmend materiaal zoals bijvoorbeeld een kit of rubber. Een combinatie van dergelijke maatregelen is evenzeer mogelijk.

Bij voorkeur omvat de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding stappen voor het verschaffen van een 20 drainage-inrichting in het bedmateriaal of het ballastma-teriaal. Een voordeel hiervan is dat regenwater of opkruipend grondwater kan worden afgevoerd waardoor een weg of spoorweg binnen de wegconstructie op eenvoudige wijze stabiel kan worden gehouden.

25 Bij voorkeur wordt de aanleg uitgevoerd in een continu of semicontinu proces hetgeen bijdraagt aan een efficiënte vervaardigingswerkwijze.

Een verder aspect van de onderhavige uitvinding betreft een constructie voor het houden van een verdiepte 30 weg, omvattende: - ten minste twee in de bodem aanbrengbare zich in hoofdzaak parallel uitstrekkende funderingen; - op de funderingen aanbrengbare steunorganen; - tussen de funderingen en/of steunorganen rang-35 schikbaar constructielichaam; en - een bedlichaam of ballastlichaam voor het dragen van een weg of spoorweg; waarbij 5 - de constructie middelen omvat voor het verschaffen van weerstand tegen zijdelingse bodemdruk tegen ten minste het constructielichaam.

Een dergelijke constructie heeft voordelen zoals 5 in het voorgaande is beschreven aan de hand van de werkwijze. Verdere aspecten van de uitvinding zijn uitgewerkt in de respectieve afhankelijke conclusies.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt aan 10 de hand van de beschrijving van enkele voorkeursuitvoeringsvormen onder verwijzing naar de aangehechte figuren, waarin: - Fig. 1 een weergave is in perspectief van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige 15 uitvinding; - Fig. 2 een weergave is in perspectief van een tweede voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding; - Fig. 3 een weergave is in perspectief van een 20 verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding; - Fig. 4 een schematische weergave is in perspectief van een aanleg in de richting volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvin- 25 ding.

Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm (Fig. 1) betreft een dubbele ondergrondse tunnelbak 1 waarmee het mogelijk is een snelweg en/of een spoorlijn ondergronds te situeren onder een afdeklaag 16 van ter plaatse normaal 30 bodemmateriaal ofwel kunstmatig aan te brengen materiaal. Hierdoor wordt het mogelijk bijvoorbeeld een snelweg aan te leggen onder een woongebied dan wel een natuurgebied.

Er is bijvoorbeeld zelfs ruimte boven de weg voor ter plaatse bestaande waterpartijen zoals afwateringen zoals 35 sloten. De wegconstructie 1 omvat twee parallel aangelegde tunnelbakken met daartussen een koker 13 die toepasbaar is voor het geleiden van bijvoorbeeld kabels en buizen voor 6 een technische infrastructuur. Voorts is deze koker geschikt te maken als vluchtweg voor personen uit de tunnel-bakken. Hiertoe kan worden voorzien in nooduitgangen in de tunnelbakken die dienen als ingang in de koker 13. Elke 5 tunnelbak omvat een gebogen constructielichaam 2 omvattende voorgespannen betonnen segmenten 7 met aan de buitenzijde een folielaag 3. Voor het ondersteunen van de gebogen constructielichamen 2, is de ruimte aan de buitenzijde hiervan tussen het lichaam en de bodem opgevuld met een 10 laag grout 15 ten behoeve van de stabiliteit en draagkracht en eventueel verdere waterdichtheid. De genoemde folie biedt een verdere bijdrage aan de waterdichtheid van het systeem.

Aan weerszijden van het gebogen constructielichaam 15 2 bevinden zich reeksen van funderingspalen 14. Elke reeks van dergelijke palen 14 ondersteunt een steunbalk 8,9,10,11. Deze steunbalk heeft ten minste twee belangrijke functies, namelijk het bieden van een geleiding voor de aanlegmachine tijdens de aanleg van de wegconstructie en 20 voorts dienen steunbalken als verbinding van het gebogen constructielichaam met de funderingspalen.

De funderingspalen dienen onder meer voor het opvangen van opwaartse krachten die door de bodem en/of het grondwater wordt uitgeoefend op het gebogen constructieli-25 chaam.

Een verdere functie van de steunbalken 8,9,10,11 aan de bovenzijde van de gebogen constructielichamen is het dragen van afdekplaten 12 die aan de bovenzijde de tunnelbakken afsluiten. De gebogen constructielichamen 30 zijn vanaf de buitenzijde onderhevig aan drukkrachten van de bodem. De afdekplaten dienen hierbij voor het opvangen van deze drukkrachten. Hierdoor is het mogelijk de fundering te beperken tot een fundering die in hoofdzaak verticale opdrijfkrachten kan neutraliseren. Hierdoor kan de 35 toepassing van zich aan weerszijden van de constructielichamen uitstrekkende trekorganen worden voorkomen, hetgeen als voordeel heeft dat de breedte van de verdiepte wegcon- 7 structie als geheel kan worden geminimaliseerd ten opzichte van een gewenste breedte van het wegdekoppervlak 6.

Het wegdekoppervlak 6 wordt aangelegd op een bo-demvulling 5. Voor deze bodemvulling 5 wordt bij voorkeur 5 volgens de onderhavige uitvinding bodemmateriaal zoals klei of zand gebruikt dat eerder is verwijderd voor de aanleg van de verdiepte wegconstructie. Hierdoor kan de hoeveelheid af te voeren bodemmateriaal worden beperkt. In het bodemmateriaal 5 is voorzien in een drainage 18. Deze 10 drainage dient om ten opzichte van een optimale situatie van de vochtigheidsgraad van het bodemmateriaal overtollig vocht af te voeren. Dergelijk overtollig vocht kan in dit bodemmateriaal terechtkomen vanuit bijvoorbeeld het grondwater en/of neerslag. Voorts kan worden voorzien in een 15 primaire vochtafvoer vanaf het wegdek teneinde de belasting van deze drainage 18 te beperken. Buiten de inrichting bevinden zich greppels 17.

De betonnen segmenten 7 die in deze uitvoeringsvorm zijn toegepast voor het vormen van het gebogen con-20 structielichaam 2, zijn bij voorkeur geprefabriceerde schaalelementen, omvattende bij voorkeur voorgespannen beton. Indien bijvoorbeeld voorgespannen prefab schaalelementen met een uitwendige diameter van 15,1 meter en een breedte van 2 meter worden toegepast, kan de dikte van de 25 schaal worden beperkt tot 0,4 meter waarbij een moment kan worden bereikt van 140 kN/m (in BGT) waarbij een normaal-kracht in de ring kan worden bereikt van 1120 kN/m. Hierbij wordt bijvoorbeeld een voorspanning toegepast van 5 strengen van 15,9 millimeter (Aben is 749 mm2). Hierbij 30 treedt bijvoorbeeld een vervorming op aan de zijkant met een wijking naar binnen van 14 mm.

Ten behoeve van een voorbeeldsituatie is voorts middels simulaties bepaald dat de krachten die bijvoorbeeld tijdens de bouwfase dienen te worden opgevangen door 35 de paalfundering zich kunnen bevinden in een ordegrootte van 200 kN/m (BGT) in het geval dat er elke vier meter een paal wordt toegepast en aan de bovenzijde van de construe- 8 tie nog geen bodemterugplaatsing op de afdekdelen 12 is gerealiseerd.

In de uitvoering van fig. 2 bevindt zich het con-structielichaam 22 met de bovenzijde boven de oppervlakte 5 van de omliggende aarde. Er wordt in deze uitvoering voor het opvangen van de hierdoor enigszins mindere samendrukkende krachten van de bodem gebruik gemaakt van horizontale stempels 32 tussen de prefab betonnen randen 28,29,30,31 aan de bovenzijde van de in hoofdzaak halfron-10 de lichamen in plaats van de afdekplaten 12 van de uitvoering van Fig. 1. Dit is tevens mogelijk omdat er geen aarden afdeklaag wordt toegepast.

Ook bevindt zich in deze uitvoering een wegdek 26 op een grondlaag 25 in het halfronde lichaam 22 dat in de-15 ze uitvoering is opgebouwd uit een folie 23 die tijdens het vervaardigen wordt aangebracht na het uitsleuven van de grond middels de uitsleuver die in het navolgende wordt beschreven aan de hand van figuur 4. Direct na het uitrollen van de folie wordt de grondlaag 25 geplaatst tegen op-20 drijven van de folie. In de grondlaag is evenals in de eerdere uitvoering een drainage 38 aanwezig.

Als fundering zijn hier damwanden 32,34 toegepast. Deze damwanden zijn op zichzelf in staat tot het opvangen van zijwaarts gerichte krachten ter versteviging van de 25 constructie. Ook in deze uitvoering is een vluchttunnel 31 geplaatst die tevens kan dienen als houder voor leidingen voor infrastructuur die in de tunnelbak of verdiepte weg wordt gebruikt. Op de damwanden 54 bevinden zich steunbalken 68.

30 De uitvoering van Fig. 3 wordt bij voorkeur in een nog hogere positie ten opzichte van de omliggende bodem aangebracht dan de uitvoering van Fig. 2 maar dat is geen vereiste. In deze uitvoering is de zelfstandige stevigheid van de damwandfundering 54 belangrijker dan bij de uitvoe-35 ring van Fig. 2 omdat er geen afdekplaten of stempels worden toegepast voor het opvangen van bodemdruk. De bodem-druk is hier echter geringer vanwege de relatieve hoogte.

9

Het gebogen lichaam 42 is uitgevoerd als een folie evenals in de vorige uitvoering. Onder het wegdek 46 bevindt 'zich een van drainage 58 voorziene laag 45 uit bodemmateriaal. Tevens bevinden zich aan weerszijden van het wegdek 5 vangrails 57. Buiten de inrichting bevinden zich greppels 55.

In figuur 4 is op schematische wijze een uitsleu-ver 61 ofwel aanleginrichting getoond die wordt toegepast bij het aanleggen van de tunnelbakken. Deze uitsleuver kan 10 middels wielen 67 rijden over de steunbalken nadat deze zijn geplaatst op de fundering. De richting van de uitsleuver wordt hiermee bepaald door een juiste positionering van de fundering en de steunbalken. De uitsleuver zet zich voor een voorwaartse beweging af met vijzels tegen 15 achter de uitsleuver aanwezige en reeds geplaatste schaal-delen 7.

De uitsleuver beweegt tijdens het aanleggen van de tunnelbakken in de richting van de pijl B. Het beweegbare mondstuk ofwel cutterzuiger 62 maakt aan de voorzijde de 20 grond los. Aan de losgewoelde grond wordt water toegevoegd en de resulterende modder wordt vervolgens afgezogen onder het middendeel van de uitsleuver. De voorzijde van de uitsleuver kan zijn voorzien van een kraan voor het verwijderen van obstakels zoals keien of puin of andere niet los 25 te woelen objecten.

De modder wordt gedeeltelijk ingedroogd en tijdelijk opgeslagen en gedeeltelijk afgevoerd omdat niet alle grond na aanleg van de tunnelbakken ter plaatse meer nodig zal zijn. In het middendeel 63 van de inrichting bevindt 30 zich een aansturing voor de uitsleuver en een motorisch gedeelte dat de vakman zich zal kunnen voorstellen op basis van de in dit document beschreven materie.

Aan de achterzijde van de inrichting bevindt zich een portaalkraan 66 voor het heffen van de schaaldelen 7 35 voor de tunnelbak. Deze portaalkraan plaatst de schaaldelen 7 op een montagewieldeel 64,65 waarop de schaaldelen tijdelijk worden bevestigd middels bijvoorbeeld vacuümzui- 10 gen. Vervolgens wordt het montagewiel geroteerd in de richting van de pijl A zodat het schaaldeel op de gewenste positie terecht komt. De buitenzijde van het schaaldeel wordt vervolgens middels de groutlaag gefixeerd. Middels 5 een afdichtende slab wordt een waterwerende overgang tussen de buitenzijde van de uitsleuver en de achter de uit-sleuver reeds geplaatste schaaldelen gevormd.

Een voordeel van de wijze van aanbrengen van de constructie volgens de onderhavige uitvinding is dat mid-10 dels een continue proces een tunnelbak volgens de uitvinding en de langzaam aflopende toeritten kunnen worden aangelegd, waarbij de uitvoeringen van Fig. 2 en 3 kunnen worden toegepast als toeritten maar tevens afzonderlijk kunnen worden aangelegd over grotere afstand als de situa-15 tie en de vereisten hiertoe aanleiding geven. Vanzelfsprekend kan de uitvoering van Fig. 1 ook worden voorzien van andersoortige toeritten dan die volgens de uitvoeringen van Fig. 2 en 3.

In het voorgaande is de onderhavige uitvinding be-20 schreven aan de hand van enkele voorkeursuitvoeringsvormen. Verschillende aspecten van verschillende uitvoeringen worden beschreven geacht in combinatie daarvan waarbij alle combinaties die op basis van dit document door een vakman kunnen worden gemaakt dienen te worden meegelezen. De-25 ze voorkeursuitvoeringsvormen zijn niet beperkend voor de beschermingsomvang van deze tekst. De gevraagde rechten worden bepaald in de aangehechte conclusies.

1031577]

Claims (24)

1. Werkwijze voor het aanleggen van een in een bodem verdiepte wegconstructie, omvattende stappen voor: 5. het in de bodem aanbrengen van ten minste twee zich in hoofdzaak parallel uitstrekkende funderingen; - het op de funderingen aanbrengen van steunorganen; - het tussen de funderingen en/of steunorganen 10 verwijderen van bodemmateriaal middels een ontgravingsdeel van een aanleginrichting die plaatsbaar en/of verplaatsbaar is op de steunorganen; - het aanbrengen van een constructielichaam; - het aanbrengen van het bedmateriaal of het bal-15 lastmateriaal, waarbij: - de werkwijze stappen omvat voor het verschaffen van weerstandsmiddelen voor het verschaffen van weerstand tegen zijdelingse bodemdruk tegen het constructielichaam.

2. Werkwijze volgens conclusie 1 waarbij de weer standsmiddelen worden verschaft door het verschaffen van drukbestendige verbindingsmiddelen tussen in hoofdzaak twee bovenzijden van het constructielichaam.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2 waarbij de weerstandmiddelen worden verschaft door het plaatsen van de bovenzijde van het constructielichaam in hoofdzaak ter hoogte van of boven het bodemniveau of het verschaffen van een fundering die zowel longitudinale versteviging ver-30 schaft als een overdwarse versteviging, zoals bijvoorbeeld een damwand.

4. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de stappen voor het plaatsen van het 35 constructielichaam stappen omvatten voor het plaatsen van schaaldelen als deel van het constructielichaam die zich in hoofdzaak dwars op de lengterichting langs de omtrek 1 0 3 1 577 . van de wegconstructie tussen twee steunorganen uitstrekken .

5. Werkwijze volgens conclusie 4 waarbij de 5 schaaldelen voorgespannen prefab betonnen elementen omvatten die in zijaanzicht bij voorkeur een boogvorm omvatten.

6. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de stappen voor het verschaffen van het 10 constructielichaam stappen omvatten voor het verschaffen van een foliemateriaal als deel van het constructielichaam.

7. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande 15 conclusies omvattende stappen voor het verschaffen van een drainage-inrichting in het bedmateriaal of het ballastma-teriaal.

8. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande 20 conclusies waarbij het aanleggen wordt uitgevoerd in een continue of semi-continue proces.

9. Werkwijze volgens een of meer van.de voorgaande conclusies waarbij een aanleginrichting wordt toegepast 25 omvattende respectieve ontgravingsmiddelen, transport en aansturing van de inrichting, en een plaatsingseenheid voor het plaatsen van het constructielichaam.

10. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaan-30 de conclusies waarbij de ontgravingsmiddelen middelen omvatten voor het verwijderen van bodemmateriaal middels een baggermethode.

11. Constructie voor het houden van een verdiepte 35 weg, omvattende: - ten minste twee in de bodem aanbrengbare zich in hoofdzaak parallel uitstrekkende funderingen; - op de funderingen aanbrengbare steunorganen; - tussen de funderingen en/of steunorganen rang-schikbaar constructielichaam; en - een bedlichaam of ballastlichaam voor het dragen 5 van een weg of spoorweg; waarbij - de constructie middelen omvat voor het verschaffen van weerstand tegen zijdelingse bodemdruk tegen ten minste het constructielichaam.

12. Constructie volgens conclusie 11 omvattende drukbestendige verbindingsmiddelen die zijn gerangschikt tussen in hoofdzaak twee bovenzijden van het constructielichaam en/of de steunorganen.

13. Constructie volgens conclusie 11 of 12 waarbij de weerstand is verschaft door het plaatsen van de bovenzijde van het constructielichaam in hoofdzaak ter hoogte van of boven het bodemniveau en/of een fundering is verschaft die zowel longitudinale versteviging verschaft als 20 een overdwarse versteviging, zoals bijvoorbeeld een dam-wand.

14. Constructie volgens conclusie 11, 12 of 13 waarbij het constructielichaam schaaldelen omvat die zich 25 in hoofdzaak dwars op de lengterichting langs de omtrek van de wegconstructie tussen twee steunorganen uitstrekken .

15. Constructie volgens een of meer van de conclu-30 sie 11-14 waarbij de schaaldelen voorgespannen prefab betonnen elementen omvatten die in zijaanzicht bij voorkeur een boogvorm omvatten.

16. Constructie volgens conclusie 15 waarbij het 35 constructielichaam tussen aanliggende schaaldelen een vlakke voeg omvat.

17. Constructie volgens een of meer van de conclusie 11-16 waarbij het constructielichaam een foliemateri-aal omvat.

18. Constructie volgens een of meer van de conclu sie 11-17 waarbij de fundering een reeks in hoofdzaak recht in de bodem aanbrengbare palen, zoals schroefpalen met bijvoorbeeld een tijdelijke behuizing of een damwand omvat. 10

19. Constructie volgens een of meer van de conclusie 11-18 waarbij het constructielichaam een geluidsdem-pingsorgaan omvat.

20. Constructie volgens een of meer van de conclu sie 11-19 omvattende een vulmiddel zoals een grout tussen de bodem en het constructielichaam.

21. Constructie volgens een of meer van de conclu- 20 sie 11-20 omvattende een tunnel voor gebruik als faciliteitendrager .

22. Constructie volgens een of meer van de conclusie 11-21 omvattende een luchtzuiveringssysteem. 25

23. Constructie volgens een of meer van de conclusie 11-22 omvattende een drainage-inrichting in het bedma-teriaal of het ballastmateriaal.

24. Aanleginrichting voor het aanleggen van een constructie volgens een of meer van de conclusies 1-10 en of voor toepassing van een werkwijze volgens een of meer van de conclusies 11-23, omvattende ontgravingsmiddelen, transport- en aansturingsmiddelen, en een plaatsingseen- 35 heid voor het plaatsen van het constructielichaam. 1031577