NL1030370C2 - Werkwijze en inrichting voor het nabij een beoogd randdeel van een transportband aanbrengen van een groef die bestemd is om gevuld te worden met een vulmiddel met afdichtende eigenschappen. - Google Patents

Description

- 1 -

Titel: Werkwijze en inrichting voor het nabij een beoogd randdeel van een transportband aanbrengen van een groef die bestemd is om gevuld te worden met een vulmiddel met afdichtende eigenschappen.

5

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het nabij een beoogd randdeel van een transportband in de transportband aanbrengen van een groef die bestemd is om gevuld te worden met een vulmiddel met afdichtende eigenschappen.

10 Transportbanden vormen een bekend middel voor het verplaatsen van goederen, bijvoorbeeld grondstoffen, halfproducten of producten in een fabricageomgeving voor bijvoorbeeld etenswaren. In bekénde uitvoeringsvormen zijn dergelijke transportbanden opgebouwd uit één of meerdere lagen materiaal, waarbij iedere laag verschillende voor 15 de kwaliteit en toepasbaarheid van de transportband van belang zijnde eigenschappen heeft. Een gebruikelijke opbouw voor een transportband is een deklaag, bijvoorbeeld gevormd uit polyuretaan, waarop één of meerdere verstevigingslagen zijn aangebracht, bijvoorbeeld bestaand uit een poreuze vezelachtige structuur gevormd uit polyesterweefsel.

20 De verstevigingslagen kunnen daarbij geïmpregneerd.zijn en de transportband kan voorts voorzien zijn van een grondlaag vervaardigd uit polyuretaan. Alle lagen strekken zich, om redenen van bijvoorbeeld eenvoud van productie, over de volledige breedte, van de transportband uit.

25 Een nadeel van een aldus opgebouwde transportband is dat de verstevigingslagen met een poreuze vezelachtige structuur aan de randdelen van de transportband grenzen. Hierin kunnen tijdens het gebruik van de transportband verontreinigingen naar binnen dringen, hetgeen niet hygiënisch en daarom onwenselijk is.

30 Een bekende oplossing voor het opheffen van dit nadeel is het afdichten van de randen van de transportband met een niet-poreus materiaal. Dat kan wordt gedaan door het nabij een beoogd randdeel van de transportband daarin aanbrengen van een groef en deze groef vervolgens te vullen met een vulmiddel met afdichtende eigenschappen.

35 Voor het duurzaam hechten van het vulmiddel in de groef is vereist dat de groef in dwarsrichting een trapezium- of trapvorm heeft,· waardoor de verstevigingslagen versprongen worden afgesneden bij het 1030370 - 2 - vormen van de groef. Het vormen van de groef wordt gebruikelijkerwijs. gedaan door het gutsen van de transportband met een speciaal daartoe bestemd mes voorzien van een snij rand met de vereiste trapezium- of trapvorm. Messen voorzien van een trapezium- of een trapvormige 5 snij rand hebben als nadeel dat zij speciaal gekozen moeten worden, afgestemd op de af te dichten transportband, bijvoorbeeld op dikte en de ligging van de verstevigingslagen.. Ook hebben ze het nadeel dat ze · relatief complex zijn, duur en moeilijk na te slijpen. Verder zijn de benodigde snij krachten groot.

10 De grote snij krachten vergroten de gevoeligheid voor het beschadigen van de transportband bij een gewenste kleine resterende dikte daarvan ter hoogte van de groef, waardoor in de praktijk slechts mogelijk is om een minder diepe groef dan wenselijk is aan.te brengen.

15 De grote snij krachten vereisen voorts grote aandrijfkrachten, om de; . · .

transportband door de machine te trekken. Om deze grote aandrijfkrachten op te kunnen wekken zijn grote aanklemkrachten nodig, die de band uit de gewenste richting kunnen dwingën.Bij bekende inrichtingen wordt de transportband met de hand door de .

20 machine gevoerd. Tijdens dit doorvoeren worden met de hand kleine correcties uitgevoerd om de band recht door de machine te.laten lopen. Het is op deze wijze zeer moeilijk een voldoende rechte groef te vormen.

Vanwege het intensieve handwerk is slechts mogelijk om één 25 groef tegelijk aan te brengen in een transportband. In de. praktijk is het doorgaans wenselijk om meerdere randdelen af te dichten, waardoor de transportband tweemaal doorgevoerd dient te worden.

Het is daarom een doel van de onderhavige uitvinding om de bovengenoemde nadelen.tén minste gedeeltelijk te ondervangen, dan wel 30 om een bruikbaar alternatief verschaffen. In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een goedkope, snelle, duurzame en betrouwbare . .

werkwijze en inrichting te verschaffen voor het nabij een beoogd randdeel van een transportband aanbrengen van een groef die bestemd is om gevuld te worden met een vulmiddel met afdichtende 35 eigenschappen..

De uitvinding verschaft daartoe een werkwijze volgens conclusie 1. Hierbij wordt er.· een groef gevormd in een transportband door het verwijderen van transportbandmateriaal uit een van de oppervlakken van de transportband. Tijdens het.verwijderen van het 40 transportbandmateriaal wordt, de transportband ter plaatse van de 1030370 - 3 - nabij het beoogde randueel te vormen groef gebogen.

Met voordeel kan er nu transportbandmateriaal verwijderd worden uit het oppervlak van de transportband zonder dat daarvoor een mes mét een speciaal daartoe gevormde snij rand vereist is. Verder is het 5 voordelig, dat voor het aanbrengen van een groef in een transportband . met een willekeurige dikte geen middelen of delen van middelen voor het uitvoeren van de werkwijze verwisseld hoeven te worden.'

Een verder voórde.él treedt op omdat de vereiste snij rand door de buiging recht of enkelvoudig gekromd is, zodat het mes een 10 shijbeweging kan uitvoeren, roterend of translerend, dwars op de bewegingsrichting, van de transportband. Hierdoor worden de. op de transportband .uitgeoefende snijkrachten in belangrijke mate verlaagd...

Verder biedt het de mogelij kheid .om'transportbandmateriaal te: . verwijderen op hoge of variërende.snelheid. Ook is het hiermee 15 mogelijk, om een groef aan té brengen: in een transportband, waarbij de dikte van het 'resterende transportbandmateriaal gemeten in de groef zeer dun kan 'zi jn .. Hierdoor kan de werkwijze toegepast worden op transportbanden mét een zeer dunne deklaag, of voor het aanbrengen van èen.diepere groef, in een transportband dan op de bekende.

20 werkwijze mogelijk is. De. werkwijze volgens conclusie 1 .verschaft .. verder de mogelijkheid om gebruik te maken van een eerste, snijorgaan. dat weinig slijtagegevoelig is. Dit biedt verder het voordeel, dat er voor het vormen van de groef gebruik gemaakt kan worden van een eerste snijorgaan. waarbij snij krachten klein zijn waardoor de kans. op 25 het beschadigen van de. transportband gering 'is.·. Daarnaast biedt de uitvinding het voordeel dat het door de genoemde hogere of ..variërende snelheid waarmee het transportbandmateriaal kan worden verwijderd, aantrekkelijk wordt.om. het uitvoeren van verdere bewerkingen op de transportband .tegélijk met. de stap van het verwijderen van materiaal 30 uit te voeren op dezelfdé transportband, doordat nu slechts de verdere bewerkingen mogelijkerwijs snelheidsbepalend zijn.

Verder, heeft de uitvinding betrekking op een inrichting volgens conclusie 7, welke is voorzien van een buigorgaan voor het.buigen van de transportband, een eerste snijorgaan voor het vormen van de groef 35 en doorvoermiddelen voor het door de inrichting bewegen van.de transportband.

In een vo.orkeursuitvoeringsvorm is de. relatieve positie van het eerste snijorgaan ten opzichte van het buigorgaan instelbaar. Dit biedt het voordeel dat het aanbrengen van de groef op een 40 willekeurige plaats in de transportband gestart en gestopt kan 1030370 ______ - 4 - worden,.waardoor het systeem geschikt is voor, maar niet beperkt is tot, het bewerken van eindloos gemaakte transportbanden. In een fabricageproces voor transportbanden kan het voordelig zijn om de transportbanden eindloos te maken alvorens verdere stappen uit te 5 voeren. Daarnaast zijn doof het toepassen van een aandrijfbaar beweegbaar mes de snijkrachten die nodig zijn voor het verwijderen, van transportbandmateriaal met voordeel laag, waardoor de verwijdersnelheid hoog kan zijn,·terwijl de groef nauwkeurig aangebracht kan worden en de resterende materiaaldikte ter hoogte van 10 de groef zeer dun kan zijn.·

Daarnaast heeft de. uitvinding betrekking op een transportband volgens conclusies 17 en 18.

Verdere uitvoeringsvormen, van de uitvinding zijn vastgelegd.in de onderconc!usies.

15. De uitvinding zal hierna in detail worden toegélicht aan de hand van de bijgevoegde.tekening, die tér. verduidelijking van de uitvinding dient te worden o.pgevat, en geenszins beperkend voor de beschermingsomvang van de onderhavige, uitvinding, waarbij: -Figuur la-lf perspectieven tónen van een aantal fasen van de stap . 20 van het. buigen, snijden, vullen en afsnijden van tenminste een deel van een transportband; - Figuur 2a een perspectief.toont van een inrichting voor het aanbrengen van een groef in een transportband gezien vanaf een eerste richting; 25 - Figuur 2b wederom een perspectief toont van een inrichting voor het aanbrengen van een' groef in de transportband gezien vanaf een tweede richting;...

. - Figuur 3 .een perspectief.toont van. een inrichting voor. het vullen van een groef in de transportband; 30· -Figuur 4 een perspectief toont van een inrichting voor het afsnijden van een deel van een transportband met een gevulde groef; - Figuur 5a een perspectief toont van een gecombineerde inrichting voor het maken van een groef in een transportband, het vullen van de groef en het snijden van de transportband.

35 - Figuur 5b een- zijaanzicht toont, van een gecombineerde inrichting voor het tegelijkertijd maken van meerdere groeven in een transportband, het vullen van de groeven en het afsnijden van de transportband.

Figuur la toont slechts een strook van een transportband 100, 40 welke is opgebouwd uit een grondlaag 101, een verstevigingslaag 102 1 030370 - 5 - en een deklaag 103 en met een met een beoogd randdeel 104.. De transportband heeft een in hoofdzaak vlakke vorm, en strekt zich in lengte uit in de richting aangegeven met pijl 105.

Figuur lb toont de transportband 100 uit figuur la, waarin ter hoogte 5 van het beoogde randdeel 104 een kromming 112 met een radius 106 is aangebracht. In de praktijk heeft de kromming 112 niet noodzakelijkerwijs een vaste radius 106, maar zijn er meerdere krommingsvormen denkbaar, elk passend bij een type transportband.

Figuur lc toont het fragment van de transportband 100 uit figuur lb, 10 waarvan langs een snijlijn 107 materiaal 108 wordt verwijderd. De snijlijn 107 is hier een gebogen lijn, maar kan.ook een rechte of anders gevormde lijn zijn.

Figuur ld toont de transportband 100 uit figuur lc, waarbij het verwijderen van het materiaal 108 is voltooid, en waarbij· de buiging .

15 is opgeheven, waardoor er een groef 109 met de in figuur ld getoonde . gekromde vorm is ontstaan. De groef 109 met deze vorm heeft het voordeel dat er daarbij een groot hechtoppervlak ontstaat.voor het vulmiddel, waardoor er op deze wijze een duurzame gevulde groef 109 kan ontstaan, in het bijzonder in het geval van een transportband met 20 meerdere verstevigingslag.en, waarbij de verstevigingslagen versprongen worden doorsneden.

De deklaag 103 ter hoogte van de groef 109 heeft een resterende materiaaldikte 110. De groef 109 strekt zich uit door de gehele diepte van de verstevigingslaag 102 met poreuze eigenschappen en door 25 een deel van de deklaag 103.

Figuur le toont het fragment van de transportband 100 uit figuur ld,........

waarbij er in de groef 109 een vulmiddel 111 is aangebracht. Het : vulmiddel 111 kan de groef 109 gedeeltelijk vullen, of de groef 109 precies vullen of zich tot buiten de groef 109 uitstrekken. In de 30 praktijk zal er naar gestreefd worden om de groef 109 precies te vullen.

Figuur If toont het fragment van de transportband 100 uit figuur le, waarbij de transportband 100 in langsrichting door de groef 109 is. gesneden, waarbij een transportband 100 ontstaan is met afgedicht 35 randdeel 104. . . , .

Figuur 2a toont een inrichting 200 voor het nabij het beoogde randdeel 104 van de transportband 100 in de transportband 100 aanbrengen van een groef 109. De inrichting 200 omvat daartoe een buigorgaan 201, dat een aambeeld 202 omvat waarlangs de transportband , 40 100. met behulp van een aandrukmiddel in de vorm van een wiel 203, dat' 1030370 - 6 - de transportband 100 tegen het aambeeld 202 drukt, geleid wordt in de richting 105. De keuze voor een wiel 203 heeft de voorkeur, omdat het de transportband 100 aandrukt zonder er een grote remmende kracht in . de richting 105. In een uitvoeringsvorm werkt het wiel. 203. samen met 5 een niet getoond rollager dat is aangebracht ter hoogte van of in het aambeeld 202. Het buitenoppervlak van het wiel 203 heeft een kromming 113 welke tijdens bedrijf de kromming 112 van de transportband 100 zoals weergegeven in figuur lb bepaalt. Deze kromming 113 kan een willekeurige vorm hebben, of ëëri kromming zijn volgens een cirkéldeel 10 met een specifieke radius 114. De radius 114 van de kromming 113 van .. het wiel 203 is daarbij zodanig gekozen dat deze geschikt is. voor het buigen van verschillende soorten transportbanden. Een geschikt gebleken kromming 113 van het wiel volgens een cirkeldeel blijkt een. radius .114 jte hebben van. tussen de .10 en de 40 mm, en in het . .

15 bij zonder,rand de 20 mm. Bij deze. kromming is.de kans op scheuren of anderszins beschadigen of niet-elastisch. vervormen van diverse typen transportband gering, en is het goed mogelijk om het materiaal voor . . de groef te verwijderen.

In een uitvoeringsvorm is het 202 aambeeld verder voorzien van een. .

20 begrenzingsnok 208., voor. het . begrenzen van de positie van de transportband 100 door de inrichting 200 in een richting loodrecht op de doorvoerrichting 105.

Figuur 2b toont dezelfde inrichting 200, maar nu gezien vanaf.een andere zijde. In de tekening is - ter oriëntatie - wederom de 25 richting 105 waarin de transportband 100 geleid wordt afgebeeld. Ook zijn het aambeeld 202 en het wiel 203 wederom weergegeven. Voorts, is.. in figuur 2b een eerste snij orgaan204 weergegeven, dat in deze uitvoeringsvorm uitgevoerd is als een tijdens bedrijf in de richting 205 roterend aangedreven mes 206. Het'mes doorsnijdt de transportband.

30 100 volgens snijlijn 1.07 in fig'.lc. Een radius 215 tussen de 10 en 4.0' mm, en in het bijzonder een radius 215 van 20 mm is een voordelige .afmeting gebleken voor het mes 206.

Het aambeeld .202 . is daarbij verstelbaar ten opzichte van het wiel .

203. Hierdoor kan een transportband 100 met willekeurige dikte door 35 de inrichting 200 van een groef 109 worden voorzien.’

Het buigorgaan .201 en het roteerbaar aandrijfbare mes 206 zijn ten. opzichte van elkaar in de richting·. 207 verstelbaar. Hierdoor kan in een transportband 100 met een gegeven dikte een groef 109 met een gewenste dikte 110 van het resterende transportbandmateriaal worden 40 aangebracht.

1030370 - 7 -

Figuur 3. toont een onderdeel van de inrichting 200, betreffende een vulorgaan 300 voor het vullen van de aangebrachte groef 109 met een daartoe geschikt vulmiddel. 301. Het vulmiddel 301 bestaat uit een . willekeurig materiaal met afdichtende eigenschappen, bijvoorbeeld uit 5 een materiaal soortgelijk aan dat. waaruit de.deklaag of grondlaag van de. transportband gevormd is.. . .

In een uitvoeringsvorm omvat het vulmiddel 301 polyuretaan, in . de vorm van een strook mét een breedte en dikte in de ordegrootte van die'van de in de transportband aangebrachte groef 109. Het vulorgaan 10 omvat een. geleider 302 voor. het naar de groef 109 van een transportband 100 geleiden van het vulmiddel 301, een invoermiddel . 303 voor het in.de groef 109 voeren van.het naar de groef geleide vulmiddel 301, en een. verwarmingsmiddel 304 voor het ten minste tér . . hoogte van hét invoermiddel 303 verwarmen van het vulmiddel .3.01 en : 15 het deel van de transportband'100;dat direct aan de groef 109 grenst. Aldus wordt door middel van samensmelten, met de transportband hét vulmiddel 301 aangebracht in de groef 109. Het verwarmingsmiddel- 304 kan daarbij geconfigureerd zijn voor het toedienen van hete lucht, bijvoorbeeld' lucht. me.t een temperatuur van rond de 600 graden 20 Celsius. Tijdens bedrijf wordt het vulmiddel 301 met de transportband 100 samengevoégd in een in hoofdzaak gelijke snelheid aan die waarmee de transportband door het vulorgaan wordt geleid. Op deze wijze ontstaat een transportband 100 met een gevulde groef 109, zoals afgeheeld in figuur Ie.

25 Figuur 4 toont een onderdeel van de inrichting 200, betreffende .

een eerste snijorgaan · 40.0,'voor het doen ontstaan van een afgedicht . randdeel 104 aan de transportband 100 door het snijden van de. transportband 100 in. langsrichting van de groef 109 door het vulmiddel. 301 heen. Het eerste snijorgaan 400 omvat daarbij een mes 30 401 dat is opgesteld in èeh positie waarbij een snijtand 402 van het mes zich loodrecht op de langsrichting 105 van de transportband 100 bevindt, en waarbij het mes 401 dé transportband doorsnijdt ter hoogte van. de gevulde, groef'. 109.

Figuur 5a toont een afbeelding van de inrichting 200 met het 35 vulorgaan 300 en het eerste snijorgaan 400. De inrichting 200 is verder voorzien van doorvoermiddelen in de vorm van aandrijfbaar roterende rolgelèiders 501 voor voortbewegen van de transportband 100.

Tijdens het gebruik van de inrichting 200 wordt een 40 transportband 100 in de richting 105 door de machine geleid, waarbij 1030370 - 8 - allereerst de stap.van het aanbrengen van de groef 109 .wordt verricht. Zodra een deël van de transportband 100 waarin de groef 109 is aangebracht zover door de inrichting 200 is geleid dat het begin van de groef 109 het vulorgaan 300 heeft bereikt, kan de stap van het 5 aanbrengen van een vulmiddel in de groef 109 uit worden gevoerd.

Zodra, het deel van de transportband 100 waarin de groef 109 is gevuld het eerste snijorgaan' 400 heeft bereikt, kan de stap van het snijden worden uitgevoerd. Een.voordeel van deze inrichting 200 is aldus dat de stappen van het aanbrengert van de groef· 109, het vullen van de 10 groef 109 en het snijden van de transportband 100 tegelijk’op de. transportband 100. kunnen, worden. uitgevoe'rd. Een verder voordeel van· deze inrichting is dat de stappen van het aanbrengen van de groef 109, het vullen van de groef 109 en het snijden van de transportband 100 met behulp van één inrichting 200 kunnen worden verricht. Het in 15 één inrichting 200 uitvoeren van dé stappen van het aanbrengen van een groef. 109.in,een transportband 100 met een vulorgaan 300 en een eerste.snij orgaan 400 wordt mogelijk gemaakt doordat de uitvinding het voordeel geeft dat de optredende, snijkrachten gering zijn en dat het. aanbrengen van de groef naar.behoefte kan worden gestart en 20 gestopt en dat de snëlheid waarmee de groef 109 in de transportband. 100 gemaakt kan worden variabel.kan zijn en aldus gelijk kan zijn aan die waarmee het vulmiddel 301 kan worden aangebracht, of die waarmee de transportband 100 met.de gevulde groef 109 kan worden gesneden.

Om ervoor te zorgen dat er geen groef 109 wordt aangebracht in 25 een deel van de transportband 100 waarop de stappen van het .aanbrengen van een groef 109, vullen van een groef 109 en snijden van de transportband 100 reeds zijn uitgevoerd wordt wiel 203 tijdig van het aambeeld verwijderd waarbij de reeds behandelde transportband 100 niet nogmaals langs het snij oppervlak van het mes 206 wordt gevoerd.. 30 De inrichting 200 volgens figuur 5a kan in een verdere uitvoeringsvorm zoals weergegeven in figuur 5b ingericht zijn om dezelfde bewerking uit. te voeren ter .plaatse van een tweede beoogd randdeel., en beschikt daartoe in dat geval over een tweede' buigorgaan,- een tweede eerste snijorgaan, een tweede vulorgaan en een 35 tweede tweede snijorgaan. Het is daarbij mogelijk om de afstand 502 tussen de beoogde randdelen in te stellen. In een uitvoeringsvorm.is de afstand tussen dé beoogde randdelen in te stellen in een gebied tussen de 15 en de 200 cm.

In weer een verdere uitvoeringsvorm is de inrichting 200 40 voorzien, van een besturingssysteem voor het besturen van het 1030370 - 9 - doorvoeren van de transportband 100., het vormen van de groef .109, het vullen van de groef 109 en het snijden van de transportband.100.

Naast de getoonde uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn vele varianten van mogelijk. Zo kan de groef ook . .

5 worden aangebracht om andere redenen van die van het afdichten.en o.p plaatsen, anders dan nabij een beoogd randdeel, en kan bijvoorbeeld in plaats van een roterend mes ook een andersoortig bewegend mes worden gebruikt, danwel een andersoortig type eerste snijorgaan zoals een laser. Verder kan. er in plaats van een convexe kromming, ook een meer .. 10 geknikte vorm of andere buiging in de transportband worden aangebracht en.is het mogelijk om werkwijzestappen in verschillende inrichtingen uit te voeren..Ook kan het buigen van de transportband i met een ander middel dan een wiel of een aambeeld gebeuren, j bijvoorbeeld doordat de band langs een bepaald prof iel', gevoerd, wordt.....

15 Voorts kan het verwarmen van de transportband voor het. toevoegen van " een. vulmiddel ook zijn uitgevoerd als een infrarood verwarming, èen . . laser verwarming of anderszins.

. . Aldus zijn volgens de uitvinding, een werkwijze en inrichting : verschaft voor het nabij een beoogd randdeel van een transportband.

20 aanbrengen van een.groef die bestemd is om gevuld te worden met een vulmiddel met afdichtende eigenschappen, waarbij het aanbrengen van de groef nauwkeurig en.met grote snelheid kan geschiedèn, en waarbij . de dikte van de transportband ter.hoogte van de groef zeer gering kan. zijn. Verder zijn volgens de uitvinding een werkwijze en inrichting 25 verschaft waarbij het aantrekkelijk is om het aanbrengen van een groef in de transportband tegelijkertijd- danwel op geli.j ke. snelheid . te doen plaatsvinden met verdere bewerkingen aan de transportband.

1030370

Claims (15)

1. Werkwijze voor het nabij een beoogd randdeel van een transportband in de' transportband aanbr'engen van een groef die bestemd is om . 5. .gevuld te worden met een vulmiddel 'met afdichtende eigenschappen, omvattende de stap.van: - ' het vormen van de groef door het verwijderen'van transportbandmateriaal uit een van'de oppervlakken van de transportband; 10 gekenmerkt door de stap van: - het tijdens de stap van het verwijderen van transportbandmateriaal buigen van de transportband ter plaatse van de nabij het beoogde randdeel te vormen groef. 15 2 ; Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de stap van het buigen, van . de transportband het in een convexe'kromming buigen van de transportband omvat.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de convexe kromming een 20 radius tussen de 10 en 40 mm heeft.

4. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 - 3, verder omvattende de stap van: hét in dé groef aanbrengen van hét vulmiddel. 25

5. Werkwijze volgens conclusie 4, verder omvattende de. stap van: - het snijden van de transportband in langsrichting van de groef', en ten minste door het vulmiddel heen ter vorming van een afgedicht randdeel aan de transportband. 30

6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij de stappen van: het vormen van de groef; en het in de groef aanbrengen van een vulmiddel; en het snijden van de transportband, 35 gelijktijdig op één transportband worden uitgevoerd.

7. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één van de conclusies 1-6, omvattende: een buigorgaan voor het buigen van de transportband; 1030370 i - 11 - een eerste snij orgaan voor het vormen van de groef; doorvoermiddelen voor het door de inrichting bewegen van de transportband. i 5 8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij het eerste snijorgaan'een | aandrijfbaar beweegbaar mes omvat.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij het aandrijfbaar j beweegbaar mes·een aandrijfbaar roterend mes omvat. 10

10. Inrichting volgens, conclusie 9, waarbij het mes een radius heeft tussen de 10 en 40 mm.

11. Inrichting volgens één van de conclusies conclusie 7 - 10, 15 ver.der omvattende: een.vulórgaan voor het in de groef aanbrengen van het vulmiddel.

12. Inrichting volgens een van de conclusies 7 - 11, verder omvattende: 20. een tweede snijorgaan voor het snijden van de transportband.

13. Inrichting volgens één van de conclusies 7 - 12, waarbij het buigorgaan een gekromd deel omvat dat is ingericht voor buigen van de langs het gekromde deel gevoerde transportband. 25 14. .Inrichting volgens conclusie 13, waarbij het gekromde deel een radius heeft van'tussen de 10 en 40 mm.

15. Inrichting volgens conclusie 14, waarbij het buigorgaan eèn .. 30 roteerbaar wiel omvat.

16. Inrichting volgens eèn van de conclusies 7 - 15, verder omvattende: een instelorgaan voor het instellen van de relatieve positie van 35 het eerste snijorgaan ten opzichte van het buigorgaan voor het in afhankelijkheid daarvan instellen van een diepte van de. groef.'

17. Transportband, vervaardigd volgens de werkwijze van conclusie.5 of 6. 1030370 - 12 -

18. Transportband volgens conclusie 17, omvattende een deklaag en een daaronder gelegen laag met poreuze eigenschappen, in het bijzonder een verstevigingslaag, waarbij de groef zich ten minste 5 uitstrekt door de gehele diepte van de laag met poreuze, eigenschappen. i i . · ' ' ‘ ί i | i i 1030370