NL1030210C2 - Houder voor het houden van een medium. - Google Patents

Description

HOUDER VOOR HET HOUDEN VAN EEN MEDIUM

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 houder voor het houden van een medium bestaande uit vloeistof en/of een vaste stof. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het houden van een dergelijk medium.

Wanneer iemand bloemen koopt worden deze in papier verpakt om de bloemen tijdens het transport te beschermen. Na 10 transport moeten de bloemen in een vaas met water geplaatst worden. Soms is echter geen vaas voorhanden, zodat de bloemen te lang zonder water blijven. Om dit probleem te ondervangen kan de verkoper van de bloemen een vaas meesturen, zodat de bloemen door de koper te allen tijde in water kunnen worden 15 gezet. Een dergelijke vaas neemt echter relatief veel ruimte in, hetgeen bij het transport van de bloemen bezwaarlijk is. Er is derhalve behoefte aan vazen die bij transport van de bloemen relatief weinig ruimte in beslag nemen, maar die toch, wanneer de bloemen eenmaal ter plaatse gearriveerd 20 zijn, een voldoende inhoud bieden om de bloemen van voldoende water te kunnen voorzien.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een houder te verschaffen waarin de bovengenoemde en andere bezwaren van de stand van de techniek zijn ondervangen.

25 Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt daartoe een houder verschaft voor het houden van een medium bestaande uit vloeistof en/of vaste stof, de houder om 1. Houder voor het houden van een medium bestaande uit vloeistof en/of vaste stof, de houder omvattende: 30 - een in- en uitvouwbare verpakking, waarbij in ingevouwen toestand de verpakking een minimaal ruimtebeslag heeft en in uitgevouwen toestand de verpakking ten minste een opstaande wand en een open zijde definieert; 1030210 2 - een aan de binnenzijde van de verpakking aan te brengen binnenzak, waarbij de binnenzak mediumdicht is uitgevoerd voor het in uitgevouwen toestand daarin kunnen houden van het medium.

5 In de ingevouwen toestand neemt de houder relatief weinig ruimte in, zodat deze bijvoorbeeld eenvoudig en efficiënt getransporteerd kan worden. Wanneer de verpakking en de binnenzak wordt uitgevouwen, ontstaat een ruimte, waarin het medium (vloeistof, zoals water, of vaste stof, 10 zoals tuinaarde) kan worden aangebracht. Wanneer de aldus uitgevouwen verpakking rechtop wordt neergezet zonder dat zich een medium in de binnenzak bevindt, is de stabiliteit van de houder onvoldoende om daarin voorwerpen, zoals bloemen en dergelijke te kunnen vasthouden. De houder heeft immers de 15 neiging automatisch teruggevouwen te worden. Wanneer echter voldoende medium via de open bovenzijde van de verpakking in de binnenzak is aangebracht, drukt dit medium als gevolg van de constructie volgens de uitvinding zodanig tegen de zijwand van de verpakking dat deze in uitgevouwen toestand blijft, 20 waardoor de stabiliteit van de verpakking verbeterd wordt.

Volgens een eerste uitvoeringsvorm is aan de bovenzijde van de opstaande wand een aantal bevestigings-flappen voorzien voor het in uitgevouwen toestand kunnen vasthouden van de verpakking. De bevestigingsflappen kunnen 25 bijvoorbeeld zodanig worden omgevouwen, dat deze het "terugveren" van de uitgevouwen verpakking tegengaan.

In een bepaalde voorkeursuitvoeringsvorm is elk van de flappen voorzien van ten minste een uitsteeksel en ten minste een uitsparing, waarbij het uitsteeksel van een 30 bevestigingsflap aan te brengen is in de uitsparing van een volgende bevestigingsflap voor het in uitgevouwen toestand fixeren van de verpakking. De uitsteeksels en uitsparingen zorgen ervoor dat de eenmaal omgevouwen bevestigingsflappen 103 0? 10 3 (waardoor voorkomen wordt dat de verpakking weer dichtgevouwen wordt) niet terug kunnen buigen. De verpakking blijft derhalve in uitgevouwen toestand gefixeerd.

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de 5 houder een aan de binnenzijde van de verpakking voorziene en met de verpakking mee in- en uitvouwbare binnenzak, waarbij de binnenzak mediumdicht is uitgevoerd voor het in uitgevouwen toestand daarin kunnen houden van het medium.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de 10 binnenzak bevestigd aan de verpakking, zodat zoveel mogelijk vermeden wordt dat de binnenzak op verkeerde wijze in de verpakking gepositioneerd is. In een bepaalde voorkeursuitvoeringsvorm is de binnenzak bovendien bevestigd aan de bovenrand van de opstaande wand van de verpakking, 15 zodat het gehele binnenoppervlak van de verpakking beschermd wordt tegen het medium. Het medium kan immers in deze uitvoeringsvorm het binnenoppervlak van de verpakking niet bereiken. De binnenzak is hierbij zodanig gevormd dat in de uitgevouwen toestand de binnenzak tegen de binnenzijde van de 20 opstaande wand drukt, wanneer althans voldoende medium in de binnenzak is aangebracht, met als doel het in uitgevouwen toestand houden van de opstaande wand, zoals reeds eerder is vermeld. Dit komt de stabiliteit van de houder ten goede.

In sommige uitvoeringsvormen is de houder bodemloos. 25 Een bodem is immers niet nodig, omdat het medium in de binnenzak wordt vastgehouden. In andere voorkeursuitvoeringen is de verpakking echter voorzien van een in- en uitvouwbare bodem. In uitgevouwen toestand van de verpakking kan de bodem de onderzijde van de houder afsluiten, en wel zodanig dat de 30 uitgevouwen bodem de opstaande wand van de houder of althans het onderste gedeelte daarvan in voldoende mate uitgevouwen houdt. Door een geschikte hoeveelheid medium in de binnenzak aan te brengen drukt de met het medium gevulde binnenzak op 1 0302 1 0 4 de bovenzijde van de bodem, waardoor voorkomen wordt dat de uitgevouwen bodem terug gevouwen wordt. De combinatie van uitvouwbare bodem en met medium opgevulde binnenzak zorgt derhalve voor extra vormvastheid van de houder en daarmee 5 voor een verbeterde stabiliteit van de houder.

Volgens een bepaalde voorkeursuitvoeringsvorm is de bevestiging van de binnenzak op de binnenzijde van de verpakking uitgevoerd in een lijmverbinding. Een lijmverbinding heeft als voordeel dat deze weinig kritisch is 10 in vergelijking met veel andere verbindingsmethoden.

Bovendien kunnen gemakkelijk verschillende materialen, aan elkaar bevestigd worden. In een andere uitvoeringsvorm is de binnenzak echter geseald met de verpakking. In een zogenaamde blisterseal-verpakking wordt een product verpakt in aan 15 kunststof vel dat door verhitting en druk tegen een geprepareerde kartonnen plaat wordt gesealed. Een voordeel van het sealen van de verpakking is dat de vervuiling minder is aangezien er geen extra toevoegingen nodig zijn om de materialen met elkaar te verbinden.

20 In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm is de verpakking vervaardigd van karton, zoals bijvoorbeeld sulfaat-karton. Karton is relatief goedkoop en is bovendien nauwelijks belastend voor het milieu. In een verdere uitvoeringsvorm is de verpakking vervaardigd van vloeistof-25 dicht gemaakt karton. In deze uitvoeringsvorm zou de binnenzak derhalve achterwege kunnen blijven, ware het niet dat een waterdichte afsluiting ter plaatse van de uitvouwbare bodem in de praktijk niet of slechts tegen veel en kostbare inspanning te realiseren is. Daarom is in een dergelijke 30 uitvoeringsvorm een kleine binnenzak aangebracht die nabij de bodem of op de bodem zelf is aangebracht. Deze binnenzak zorgt er dan voor dat de houder ter plaatse van de bodem toch vloeistofdicht kan worden afgesloten.

1030210 5

Volgens een verdere uitvoeringsvorm zijn in de verpakking één of meer vensters aangebracht. Door het aanbrengen van vensters in bijvoorbeeld de opstaande wand van de houder kan de binnenzijde van de houder geïnspecteerd 5 worden. Wanneer bovendien de binnenzak voorzien is van gedeeltelijk transparant materiaal, kan eenvoudig van buitenaf het in de binnenzak aangebrachte medium visueel geïnspecteerd worden, zodat bijvoorbeeld het vloeistofpeil in de houder gecontroleerd kan worden.

10 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de bodem aan haar onderzijde voorzien van dubbelzijdige tape ter bevestiging van de houder aan een ondergrond. Door de houder op deze wijze aan dé ondergrond vast te plakken, kan de stabiliteit van de houder verbeterd worden.

15 Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het houden van een medium in een houder zoals hierin beschreven is, de werkwijze stappen omvattende van: - het verschaffen van een dergelijke houder,· 20 - het openvouwen van de verpakking; - het gelijktijdig met het openvouwen van de verpakking openvouwen van de binnenzak; en - het langs de open zijde van de verpakking en de opening in de binnenzak aanbrengen van medium in de binnenzak 25 voor het in hoofdzaak vormvast maken van de verpakking.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van enige voorkeursuitvoeringsvormen daarvan.

30 In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen: 1030210 6 figuur IA: een doorsnede van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de houder in een ingevouwen t ranspor11 oe s t and; figuur 1B: een doorsnede van de houder van figuur IA 5 in een eerste tussenstand; figuur IC: een aanzicht in perspectief van de houder van figuur IA in een tweede tussenstand; figuur 1D: een aanzicht in perspectief van de houder in uitgevouwen toestand;

10 figuur IE: een doorsnede van de houder van figuur IA

in gebruikstoestand; figuur 2: een aanzicht in perspectief van een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 3A: een aanzicht in perspectief van een andere 15 voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, met de houder in uitgevouwen toestand en bevestigingslippen in een uitgangstoestand; figuur 3B: een aanzicht in perspectief van de uitvoeringsvorm van figuur 3A, met de houder in uitgevouwen 20 toestand én de bevestigingslippen in omgebogen toestand; en figuur 3C een detailaanzicht van uitvoering van figuur 3B.

Figuur IA toont een eerste uitvoeringsvorm van een houder 1 in geheel opgevouwen toestand. In deze toestand 25 neemt de houder een minimale ruimte en kan de houder gemakkelijk getransporteerd worden. De houder 1 omvat een kartonnen verpakking 2, aan de binnenzijde waarvan een binnenzak 3 is aangebracht. Wanneer de houder bestemd is voor het houden van vloeistof zoals water is de binnenzak 3 30 vloeistofdicht uitgevoerd, bijvoorbeeld in de vorm van vloeistofdichte kunststof. Wanneer de houder bestemd is voor het houden van vaste stof, zoals tuinaarde etc, kan volstaan worden met bijvoorbeeld een papieren binnenzak.

10302 1 0 7

Zoals hierboven is vermeld, neemt de houder 1 in de in figuur IA getoonde stand relatief weinig ruimte in (dikte bijvoorbeeld enige millimeters, lengte en breedte in de orde van grootte van een of twee decimeters). De verpakking 5 bestaat uit twee, zich parallel uitstrekkende delen, respectievelijk 16 en 17, die door middel van rilnaden of scharnieren 18,18' ten opzichte van elkaar kunnen scharnieren. Wanneer de scharnierbare delen 16,17 in de richting (figuur IA) gedraaid worden, wordt de houder 1 10 opengevouwen, totdat de in figuur 1B getoonde tussenstand bereikt is. In deze stand worden de scharnieren 18,18' van elkaar bewogen (richting P2) , zodat de verpakking langs scharnieren 19,19' uitgevouwen wordt tot de in figuur IC weergegeven stand.

15 De binnenzak 3 is bevestigd aan de binnenzijde van de verpakking 3. In de weergegeven uitvoeringsvorm is de verpakking daartoe aan de bovenzijde met behulp van een lijmverbinding bevestigd aan een bevestigingsrand 8 van de verpakking 3 (figuur 1D). Als gevolg van het feit dat de 20 binnenzak 3 binnen in de verpakking 2 is aangebracht en bovendien bevestigd is aan de binnenzijde van de verpakking wordt bij het uitvouwen van de verpakking 2 tevens de binnenzak 3 uitgevouwen.

In uitgevouwen toestand kunnen de aan de onderzijde 25 van de houder voorziene flappen van de bodem 7 in richting P3 uitgevouwen worden zodat een in hoofdzaak vlakke bodem 7 ontstaat. Deze eindtoestand is weergegeven in figuur 1D.

Het moge duidelijk zijn dat er vele typen opvouwbare bodems denkbaar zijn. De meeste bodems hebben echter het 30 bezwaar dat de flappen daarvan zich automatisch enigszins oprichten. Het gevolg hiervan is dat niet alleen de bodem in de praktijk niet meer vlak is, maar tevens dat de voor- en achterwanden 4,4' en zijwanden 5,5' van de verpakking 2 niet 1030210 8 meer door de bodem op juiste onderlinge afstanden worden gehouden. Wanneer de houder rechtop op een ondergrond is gezet, kan dit betekenen dat de houder instabiel wordt.

Doordat nu echter de waterdichte binnenzak 3 in de 5 verpakking 2 is aangebracht, kan de houder gevuld worden (P4) met aarde of water (W), zoals is weergegeven in figuur IE.

Als gevolg van de zijwaartse en neerwaartse druk van het water worden de zijwanden 4,4',5,5’ voldoende naar buiten gedrukt en wordt de bodem 7 voldoende naar beneden gedrukt om 10 een stabiele stand van de houder op de ondergrond te verzekeren.

Wanneer de houder aldus stabiel op de ondergrond is geplaatst kunnen in de houder voorwerpen, zoals een bos bloemen of een plant geplaatst worden.

15 In figuur 2 is een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven. In deze figuur zijn de wanden 11 en de bodem 12 van de houder 10 vervaardigd van waterdicht materiaal. Aangezien ter plaatse van de bodem een waterdichte afdichting van een opvouwbare bodem in de praktijk niet te 20 bereiken is zonder althans de bodem op één of andere wijze vast te plakken, is aan de onderzijde van de houder 10 een vloeistofdichte, kunststof binnenzak 14 geplaatst. Deze binnenzak 14 is op soortgelijke wijze als beschreven is in de eerdere uitvoeringsvorm bevestigd door middel van een 25 lijmverbinding 15 aan de binnenzijde van de verpakking 11.

Door de verbinding tussen de binnenzak 14 en de wanden 11 van de verpakking vloeistofdicht uit te voeren, wordt voorkomen dat vloeistof weg kan sijpelen uit de houder.

Voorts is in de in figuur 2 weergegeven 30 uitvoeringsvorm in een van de wanden 11 van de verpakking een venster 20 aangebracht, zodat de binnenzijde van de houder voor een gebruiker aan de buitenzijde zichtbaar wordt. Aangezien in de in figuur 2 weergegeven uitvoering tuinaarde 1030210 9 A in de houder is aangebracht, kan door het venster 20 de structuur van de aarde bestudeerd worden. In andere uitvoeringsvormen, bijvoorbeeld een uitvoeringsvorm waarin een verticaal venster (niet getoond) is aangebracht in de 5 uitvoeringsvorm van figuur 1, kan het venster dienen als visuele inspectiemogelijkheid voor het waterniv.eau in de houder.

Alhoewel dit niet in de figuren is weergegeven, kan aan de onderzijde van de bodem een dubbelzijdig afneembare 10 tape of een etiket aangebracht worden die hechting met de ondergrond mogelijk maakt. Op deze wijze wordt een nog stabielere constructie verkregen en wordt de kans op omvallen nog verder verkleind.

In figuur 3 A is een verdere voorkeursuitvoeringsvorm 15 van een houder 21 volgens de uitvinding weergegegen. Houder 21 komt grotendeels overeen met een eerder in verband met figuur 1 besproken uitvoeringsvorm en een gedetailleerde beschrijving van de constructie en van het open- en dichtvouwen van de houder kan achterwege blijven. Houder 21 20 is aan haar bovenzijde voorzien van een viertal langgerekte bevestigingslippen 22. Elk van de bevestigingslippen is met een buiglijn 23 buigzaam gekoppeld met de bovenrand van de opstaande wanden 24 van de houder 21. Een van de bevestigingslippen 22 is aan twee zijden voorzien van ' 25 uitsteeksels 25. Een andere bevestigingslip 22 is aan tweede zijden voorzien van uitsparingen 26. De overige twee bevestigingslippen 22 zijn elk voorzien van een uitsteeksel 25 aan een eerste zijde en een uitsparing 26 aan tweede, tegenoverliggende zijde. In figuur 3A is houder 21 in 30 uitgevouwen toestand en de bevestigingslippen in de uitgangstoestand weergegeven. In figuren 3B en 3C zijn de bevestigingslippen 22 naar beneden gevouwen en wel zodanig, dat de uitsteeksels en uitsparingen van opeenvolgende 1030210 10 bevestigingslippen 22 in elkaar grijpen. In deze toestand zorgen de omgebogen en in elkaar grijpende bevestigingslippen 22 ervoor dat de houder 21 in uitgevouwen toestand blijft (doordat de bevestigingslippen 22 het terugvouwen van de 5 houder 21 tegengaan). Hierdoor wordt, zonder gereedschap of andere bevestigingsmiddelen, zoals lijm en dergelijke, te gebruiken, de houder in haar uitgevouwen toestand gefixeerd.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierin beschreven voorkeursuitvoeringsvormen ervan. De 10 gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

1030210 ___

Claims (25)

1. Houder voor het houden van een medium bestaande uit vloeistof en/of vaste stof, de houder omvattende: - een in- en uitvouwbare verpakking, waarbij in . ingevouwen toestand de verpakking een minimaal ruimtebeslag heeft en in uitgevouwen toestand de verpakking ten minste een 10 opstaande wand en een open zijde definieert; - een aan de binnenzijde van de verpakking aan te brengen binnenzak, waarbij de binnenzak mediumdicht is uitgevoerd voor het in uitgevouwen toestand daarin kunnen houden van het medium.

2. Houder volgens conclusie 1, waarbij aan de bovenzijde van de opstaande wand een aantal bevestigingsflappen is voorzien voor het in uitgevouwen toestand kunnen vasthouden van de verpakking.

3. Houder volgens conclusie 2, waarbij de opstaande 20 wand drie of meer ópstaande wanddelen omvat en waarbij aan de bovenzijde van elk van de wanddelen een vouwbare bevestigingsflap is voorzien.

4. Houder volgens conclusie 3, waarbij elk van de flappen is voorzien van ten minste een uitsteeksel en ten 25 minste een uitsparing, waarbij het uitsteeksel van een bevestigingsflap aan te brengen is in de uitsparing van een volgende bevestigingsflap voor het in uitgevouwen toestand fixeren van de verpakking.

5. Houder volgens conclusie 1, omvattende een aan de 30 binnenzijde van de verpakking voorziene en met de verpakking in- en uitvouwbare binnenzak, waarbij de binnenzak mediumdicht is uitgevoerd voor het in uitgevouwen toestand daarin kunnen houden van het medium. 1030210

6. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de binnenzak is bevestigd aan de verpakking.

7. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de binnenzak is bevestigd aan de bovenrand van de 5 opstaande wand van de verpakking.

8. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de binnenzak een zodanige vorm heeft dat in uitgevouwen en met medium gevulde toestand de binnenzak tegen de binnenzijde van de opstaande wand drukt teneinde de 10 opstaande wand in uitgevouwen toestand te houden.

9. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verpakking is voorzien van vouwbare bodem.

10. Houder volgens conclusie 9, waarbij de binnenzak een zodanige vorm heeft dat in uitgevouwen en met medium 15 gevulde toestand de binnenzak tegen de bovenzijde van de bodem drukt teneinde de bodem en daarmee de opstaande wand in uitgevouwen toestand te houden.

11. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestiging een lijmverbinding omvat.

12. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de binnenzak gesealed is met de verpakking.

13. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verpakking is vervaardigd van karton, bij voorkeur sulfaat karton.

14. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verpakking is vervaardigd van vloeistofdicht karton.

15. Houder volgens conclusie 14, waarbij de binnenzak bevestigd is nabij de onderrand van de opstaande wand van de 30 verpakking.

16. Houder volgens conclusie 14, waarbij de binnenzak slechts bevestigd is aan de vouwbare bodem. 1030210

17. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de binnenzak is vervaardigd van vloeistofdicht kunststof, bij voorkeur een meerlaagse folie van PE, HDPE, LDPE, polyester en/of nylon.

18. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in de verpakking een of meer vensters zijn aangebracht.

19. Houder volgens conclusie 18, waarbij de binnenzak is vervaardigd van ten minste gedeeltelijk transparant 10 materiaal.

20. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de bodem is voorzien van dubbelzijdige tape ter bevestiging van de verpakking aan een ondergrond.

21. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, 15 waarbij de verpakking in uitgevouwen toestand stapelbaar is uitgevoerd.

22. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de buitenzijde van de verpakking voorzien is van decoraties.

23. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de houder een vaas, beker of emmer vormt.

24. Gebruik van een houder volgens een van de voorgaande conclusies.

25. Werkwijze voor het houden van een medium 25 bestaande uit vloeistof en/of vaste stof, de werkwijze stappen omvattende van: - het verschaffen van een houder volgens een van de conclusies 1-23; - het openvouwen van de verpakking; 30. het gelijktijdig met het openvouwen van de verpakking openvouwen van de binnenzak; 1030210 - het langs de open zijde van de verpakking en de opening in de binnenzak aanbrengen van medium in de binnenzak voor het in hoofdzaak vormvast maken van de verpakking. 1030210