NL1026952C2 - Inrichting en werkwijze voor het doen veranderen van de temperatuur van lichaamsdelen. - Google Patents

Description

*· «

Inrichting en werkwijze voor het doen veranderen van de temperatuur van lichaamsdelen

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het doen veranderen van de 5 temperatuur van lichaamsdelen. De uitvinding heeft tevens betrekking op een mantel ten gebruike in een inrichting overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het doen veranderen van de temperatuur van lichaamsdelen.

10 Het is bekend om milde hypothermiebehandelingen toe te passen ingeval acuut hersenletsel is opgelopen, Door plaatsselectieve koeling van de schedel ter plaats van de (zware) hersenbeschadiging kan herstel van de hersenen worden bevorderd, waarbij eventuele zwellingen in de schedel teniet kunnen worden gedaan. Uit studie is gebleken dat de hypothermiebehandeling zo spoedig mogelijk na het ontstaan van het hersenletsel 15 geïnitieerd dient te worden om effectief te kunnen zijn. Het afkoelen dient daarbij bij voorkeur relatief langdurig, id est tussen 12 en 48 uur, te geschieden, waarbij een streeftemperatuur van de hersenen van de 33 graden Celsius wordt aangehouden. Teneinde de hersenen voldoende en relatief langdurig te kunnen koelen wordt de patiënt doorgaans gebracht in een koelruimte om de lichaamstemperatuur van de patiënt te 20 laten zakken tot de streeftemperatuur. Nadeel van deze bekende methode is dat de patiënt in zijn volledigheid wordt gekoeld, hetgeen relatief snel resulteert in algehele onderkoeling van de patiënt. Teneinde dit nadeel op te heffen worden recentelijk experimenten uitgevoerd, waarvan de resultaten openbaar toegankelijk zijn, waarbij gebruik wordt gemaakt van een koelhelm voorzien van een in een pakking van de helm 25 opgenomen leiding waardoorheen een vloeibaar koelmiddel, veelal glycol, kan worden geleid. Alzo kunnen de hersenen plaatsselectief worden gekoeld, hetgeen de kans op algehele onderkoeling van de patiënt significant vermindert. Een belangrijk nadeel van de bekende koelhelm is dat de plaatsselectieve koeling van de hersenen relatief traag verloopt, onderwijl een vroegtijdige effectieve koeling juist bijzonder voordelig is voor 30 spoedig en volledig herstel van de hersenen van de patiënt.

De uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterd inrichting van het in aanhef genoemde type, met behulp waarvan op relatief snelle en effectieve wijze de temperatuur van lichaamsdelen kan worden veranderd.

1026952 i h. 1 2 |

De uitvinding verschaft daartoe een inrichting van het in aanhef genoemde type, omvattende: ten minste één mantel ingericht voor nauwe aansluiting op ten minste een deel van een lichaamsdeel, zodanig dat de mantel en het lichaamsdeel onderling een 5 circulatiekamer voor een in hoofdzaak gasvormig medium insluiten, met de mantel gekoppelde toevoermiddelen voor toevoer van het in hoofdzaak gasvormige medium aan de circulatiekamer, met de mantel gekoppelde afVoermiddelen voor afvoer van het aan de circulatiekamer toegevoerde in hoofdzaak gasvormige medium, en een ten minste met de toevoermiddelen gekoppelde pomp voor het onder druk aan de 10 circulatiekamer toevoeren van het in hoofdzaak gasvormige medium. Doordat de circulatiekamer wordt begrenst door het lichaamsdeel kan het medium direct - zonder tussenkomst van een (enigszins) isolerende tussenlaag - en daardoor actief langs het lichaamsoppervlak van het lichaamsdeel stromen, hetgeen resulteert in een relatief effectieve, efficiënte en onvertraagde warmteoverdracht tussen het medium en het 15 lichaamsdeel. Aldus kunnen lichaamsdelen met behulp van de inrichting overeenkomstig de uitvinding relatief snel en effectief worden afgekoeld en/of worden afgekoeld om eventuele lichaamsschade te beperken en in het bijzonder, althans gedeeltelijk, ongedaan te maken. Bovendien is de inrichting constructief relatief eenvoudig, hetgeen de kostprijs van de inrichting overeenkomstig de uitvinding 20 doorgaans ten goede komt. Naast het uitvoeren van een hypothermiebehandeling middels de inrichting overeenkomstig de uitvinding kan de inrichting tevens worden ingezet tijdens een hyperthermiebehandeling, waarbij lichaamsdelen plaatsselectief dienen te worden opgewarmd tot een temperatuur van tussen 40 en 50 graden Celsius.

Alzo kunnen bijvoorbeeld zich onder de huid bevindende kankercellen, althans 25 gedeeltelijk, worden gedood, onderwijl naastgelegen gezonde cellen niet worden ' aangetast. Doorgaans zullen de medische behandelingen zich beperken tot oppervlakkige behandelingen tot een diepte van 4 centimeter onder de huid. Doch het is situationeel eveneens mogelijk om diepere hypothermie- of hyperthermiebehandelingen uit te voeren, teneinde dieperliggende tumoren, ontstekingen en/of letsels op relatief 30 effectieve wijze te kunnen bestrijden.

Veelal zullen eisen worden gesteld aan de stromingssnelheid en de inlaattemperatuur van het medium, teneinde de rechtstreekse warmteoverdracht tussen het medium en het lichaamsdeel te kunnen optimaliseren. De inlaattemperatuur van het medium kan 1026952 λ * 3 daarbij zijn gelegen op kamertemperatuur, waarbij veelal geen actieve voorkoeling of voorverwarming van het medium nodig is. Doch doorgaans zal het medium een andere inlaattemperatuur dan kamertemperatuur dienen te hebben, teneinde de warmteoverdracht tussen het medium en het lichaamsdeel te kunnen optimaliseren.

5 Derhalve omvat de inrichting bij voorkeur een warmtewisselaar voor het opwarmen respectievelijk afkoelen van het aan de circulatiekamer toe te voeren medium. Middels de warmtewisselaar kan op relatief accurate wijze de inlaattemperatuur van het medium worden geoptimaliseerd, teneinde de opvolgende warmteoverdracht te kunnen optimaliseren. De warmtewisselaar kan daarbij koelmiddelen dan wel 10 verwarmingsmiddelen omvatten om het medium te kunnen afkoelen respectievelijk te kunnen opwarmen tot een meest optimale inlaattemperatuur. Bij voorkeur heeft het aan de circulatiekamer toegevoerde medium een inlaattemperatuur die is gelegen tussen -10 en+50 graden Celsius. Afhankelijk van de aard en locatie van het te verhelpen letsel kan de ideale temperatuur van het medium worden bepaald. Alzo zal voor het 15 verhelpen, of althans gedeeltelijk verhelpen, van hersenletsel doorgaans een medium met een temperatuur van 6 a 7 graden Celsius benodigd zijn om op optimale wijze te kunnen koelen. Voor het koelen van dieper gelegen organen, zoals bijvoorbeeld de lever ingeval van een leverontsteking, zullen doorgaans relatief koude temperaturen worden toegepast van -5 tot -10 graden Celsius. Bij kankerbestrijding zal echter doorgaans een 20 medium met een relatief hoge temperatuur van tussen 40 en 50 graden Celsius worden toegepast, teneinde de tumor, althans gedeeltelijk, te kunnen bestrijden.

In een andere voorkeursuitvoering zijn de afvoermiddelen via de pomp gekoppeld met de toevoermiddelen. Alzo ontstaat een min of meer gesloten circuit voor recirculatie van 25 het in hoofdzaak gasvormige medium. Het medium zal daarbij doorgaans worden gevormd door een inert gas of een andersoortig (gezuiverd) gas, zoals bijvoorbeeld lucht. Teneinde het gas voldoende te kunnen zuiveren om infecties en dergelijke te voorkomen, of althans tegen te gaan, is de inrichting bij voorkeur voorzien van fïltermiddelen voor het filteren van het medium. Daarbij kan worden gestreefd naar het 30 bereiken van een in hoofdzaak volledige steriliteit van het in hoofdzaak gasvormig medium.

De dimensionering en geometrie van de mantel is doorgaans afhankelijk van het althans gedeeltelijk te omsluiten lichaamsdeel, teneinde de mantel nauw, bij voorkeur in 1026952 tl' 4 hoofdzaak mediumdicht, te kunnen laten aansluiten op het lichaamsdeel of althans een deel daarvan. Teneinde het aanbrengen van de mantel op of om het lichaamsdeel te kunnen faciliëren is de mantel bij voorkeur ten minste gedeeltelijk flexibel uitgevoerd. De mantel is daarbij bij voorkeur voorzien van ten minste één elastische band voor het 5 realiseren van de nauwe aansluiting tussen de mantel en het lichaamsdeel. De nauwe aansluiting van tussen de mantel en het lichaamsdeel is doorgaans van belang om een optimale warmteoverdracht tussen het lichaamsdeel en het medium te kunnen realiseren. Ingeval een plaatsselectieve hypothermiebehandeling van de hersenen bij hersenletsel wordt toegepast, wordt de mantel bij voorkeur gevormd door een helm, 10 teneinde het contactoppervlak tussen de schedel en het medium, en alzo de effectiviteit van de warmteoverdracht, te kunnen maximaliseren.

De mantel kan duurzaam zijn uitgevoerd, waarbij de mantel is ingericht om meermaals te worden toegepast. Doch ingeval onderhouds- en/of vervangingswerkzaamheden 15 dienen te worden uitgevoerd aan de mantel is het voordelig indien de toevoermiddelen en de afvoermiddelen losneembaar zijn gekoppeld met de mantel, teneinde de mantel relatief eenvoudig te kunnen verwijderen van de inrichting, en eventueel te kunnen vervangen door een ander mantel. Bovendien is een dergelijke losneembare koppeling voordelig ingeval de inrichting wordt toegepast om verschillende soorten lichaamsdelen 20 dienen te worden behandeld met warmte en/of koude, waarbij elk lichaamsdeel kan worden omsloten door een eigen, specifiek op het lichaamsdeel afgestemde mantel. Een op een lichaamsdeel afgestemde mantel kan op relatief nauwe en solide wijze aangrijpen op dat lichaamsdeel, waarbij doorgaans slechts dat lichaamsdeel, en niet andere naastgelegen lichaamsdelen, worden onderworpen aan de warmte- en/of 25 koudebehandeling. Daardoor kan de inrichting relatief snel gereed worden gemaakt voor opvolgende behandelingen van verschillende lichaamsdelen. Vanuit hygiënisch oogpunt is het voordelig dat de mantel wegwerpbaar is uitgevoerd, waarbij de mantel is ingericht voor éénmalig gebruik. Daarbij kan de in hoofdzaak mediumdichte wegwerpbare mantel doorgaans relatief eenvoudig en goedkoop worden vervaardigd uit 30 kunststof en/of textiel. Bij voorkeur heeft de mantel daarbij evenwel een zeker isolerend vermogen, teneinde warmteverliezen via de mantel te kunnen minimaliseren. In een alternatieve voorkeursuitvoering is het denkbaar dat de inrichting gelijktijdig is voorzien van meerdere mantels voor het gelijktijdig al dan niet therapeutisch opwarmen dan wel afkoelen van verschillende lichaamsdelen.

102 69 ö 2 t · 5

Het is veelal van belang om een optimale mediumbeweging, in het bijzonder luchtverplaatsing, in de circulatiekamer te genereren. Alzo kan het medium op optimale wijze langs het met warmte en/of koude te behandelen lichaamsdeel stromen, teneinde 5 het betreffende lichaamsdeel voorts op optimale wijze te kunnen opwarmen respectievelijk te kunnen afkoelen. De optimale mediumbeweging kan onder bepaalde omstandigheden worden gerealiseerd door het spreiden van het in de circulatiekamer geblazen gasvormig medium middels meerdere in de circulatiekamer uitmondende blaasmonden. De dimensionering en geometrie van de blaasmonden, alsook het aantal 10 in de circulatiekamer uitmondende blaasmonden zijn doorgaans afhankelijk van de situationele omstandigheden.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een mantel ten gebruike in een inrichting overeenkomstig de uitvinding. Veelal wordt de mantel tevens aangeduid als zijnde een 15 manchet.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het doen veranderen van de temperatuur van lichaamsdelen, omvattende de stappen: A) het ten minste een deel van een lichaamsdeel nauw laten omsluiten door een mantel onder insluiting van een 20 circulatiekamer, B) het onder druk aan de circulatiekamer toevoeren van een relatief koud respectievelijk warm in hoofdzaak gasvormig medium, C) het laten uitwisselen van warmte tussen het lichaamsdeel en het langs het lichaamsdeel stromende medium, en D) het uit de circulatiekamer verwij deren van het na de warmte-uitwisseling opgewarmde respectievelijk afgekoelde medium. Veelal zal het uit de circulatiekamer 25 verwijderde medium worden gerecirculeerd in de inrichting, waarbij het medium, na het " (opnieuw) op een gewenste temperatuur brengen van het medium, wederom zal worden toegevoerd aan de circulatiekamer. Eventueel kan daarbij een filtering van het medium plaatsvinden, teneinde het ontstaan van infecties te voorkomen, of althans tegen te gaan. De werkwijze kan daarbij worden beschouwd als een plaatsselectieve hypothermie-30 en/of hyperthermiebehandeling van lichaamsdelen teneinde redres van het lichaam te bevorderen. Echter, de werkwijze kan tevens worden toegepast voor cosmetische doeleinden, teneinde het lichaam plaatsselectief bijvoorbeeld te voorzien van een revitaliserende koudebehandeling of warmtebehandeling.

10269 ü 2 *. » 6

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur la een perspectivisch aanzicht op een inrichting overeenkomstig de uitvinding, figuur lb een perspectivisch aanzicht op een deel van de inrichting volgens figuur 1 a en 5 een persoon figuur 2 een perspectivisch aanzicht op een mantel overeenkomstig de uitvinding, figuur 3a een schematisch aanzicht op een inrichting overeenkomstig de uitvinding, en figuur 3b een schematisch aanzicht op een alternatieve inrichting overeenkomstig de uitvinding.

10

Figuur la toont een perspectivisch aanzicht op een inrichting 1 overeenkomstig de uitvinding. De inrichting 1 omvat een koeleenheid 2 waarin een compressor (niet weergegeven) is opgenomen. De koeleenheid 2 is ingericht voor het koelen van een gasvormig medium voor teneinde geblesseerde lichaamsdelen te kunnen onderwerpen 15 aan een hypothermiebehandeling. De inrichting 1 omvat tevens een manchet 3 ingericht voor nauwe aansluiting op althans een deel van de schedel (zie figuur lb). De manchet 3 is daarbij losneembaar gekoppeld met een verdeelkap 4 voor het medium. Via toevoèrleidingen 5 kan het afgekoelde medium vanuit de koeleenheid 2 naar de verdeelkap 4 en daarmee naar een door de manchet 3 ingesloten koelkamer 6 worden 20 geleid, teneinde de schedel te kunnen koelen. Na circulatie van het relatief koude medium zal het enigszins opgewarmde medium via afVoerleidingen 7 weer terug naar de koeleenheid 2 worden geleid, alwaar het medium opnieuw kan worden gekoeld, en voorts wederom naar de verdeelkap 4 kan worden geleid. Aldus ontstaat min of meer een gesloten circuit waarin het medium kan worden rondgepompt. Het gasvormig 25 medium kan daarbij bijvoorbeeld worden gevormd door stikstof of door atmosferische ‘ lucht en wordt bij voorkeur gekoeld tot een temperatuur van circa 6 a 7 graden Celsius. Bij het gedurende langere tijd (doorgaans meerdere uren) blootstellen van de hersenen, in het bijzonder een acuut hersenletsel, aan deze temperatuur kan het hersenletsel worden gekoeld en alzo op optimale wijze redresseren. De manchet 3 is losneembaar 30 gekoppeld met de verdeelkap 4, waarbij de manchet 3 wegwerpbaar is uitgevoerd, hetgeen vanuit hygiënisch oogpunt veelal voordelig is. De manchet 3 kan daarbij relatief goedkoop zijn vervaardigd uit, een bij voorkeur isolerend, kunststof en/of textiel.

1026952 I l 7

Figuur lb toont een perspectivisch aanzicht op een deel van de inrichting 1 volgens figuur la en een persoon 8. In het bijzonder is de nauwe aansluiting van de manchet 3 op het hoofd van de persoon 8 getoond. De manchet 3 voorzien van een elastisch koord 9 alsook een nekband 10, teneinde de nauwe aansluiting op het hoofd te kunnen 5 realiseren. De koelkamer 6 (niet weergegeven) wordt thans op in hoofdzaak, mediumdichte wijze ingesloten door de manchet 3 en het hoofd van de persoon 8. Door het medium in de koelkamer 6 te laten circuleren kan het medium direct en rechtstreeks - zonder een vaste intermediaire laag - in contact komen met het te koelen lichaamsdeel, in casu de hersenpan van de persoon 8, waardoor de efficiency en 10 effectiviteit van de warmteoverdracht kan worden geoptimaliseerd, en waarbij opwarming van het medium anders dan door de persoon 8 kan worden geminimaliseerd. Het medium zal daarbij de hoofdharen van de persoon 8 relatief onbelemmerd kunnen doorstromen en alzo de hoofdhuid relatief eenvoudig kunnen bereiken, hetgeen de warmteoverdracht ten goede komt.

15

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht op een mantel 11 overeenkomstig de uitvinding. De mantel 11 is daarbij ingericht voor het omsluiten van (een deel van) een ledemaat. Alzo kan de manchet 11 bijvoorbeeld worden aangebracht om een arm of een been van een persoon. Middels twee ringvormige elastische banden 12 kan de mantel 11 20 nauw aansluiten op de ledemaat, waarbij zich tussen de ledemaat en de mantel 11 een compartiment 13 vormt ingericht voor doorstroming door een gas. De mantel 11 is daarbij losneembaar gekoppeld met een toevoerleiding 14 alsook een afvoerleiding 15 voor het gas. Door het gas vooraf op te warmen dan wel af te koelen tot een bepaalde temperatuur kan de betreffende ledemaat tevens worden opgewarmd respectievelijk 25 worden afgekoeld. De gasbeweging direct langs de ledemaat resulteert daarbij in een relatief efficiënte warmteoverdracht van de ledemaat naar het gas of vice versa. De mantel 11 kan worden toegepast voor het bewust en plaatsselectief verwarmen of afkoelen van de ledemaat, teneinde ziekelijke zwellingen, zoals bijvoorbeeld tumoren, of andersoortige oppervlakkige of diepere kwetsuren te bestrijden, of teneinde optimale 30 condities te verschaffen voor de kwetsuur om spoedig herstel van de kwetsuur te bevorderen.

Figuur 3a toont een schematisch aanzicht op een inrichting 16 overeenkomstig de uitvinding. De inrichting 16 omvat daarbij een pomp 17 voor het via een toevoerleiding 1026952 I i 8 18 pompen van een al dan niet bevochtigd of ontvochtigd gas 19 naar een circulatiekamer 20 die worden ingesloten door een lichaamsdeel 21 en een op het lichaamsdeel 21 aansluitende manchet 22. De inrichting 16 omvat tevens een warmtewisselaar 23 voor het vooraf opwarmen respectievelijk afkoelen van het gas 19 5 tot een beoogde streeflemperatuur. Het relatief warme dan wel koude gas 19 zal warmte afgeven aan respectievelijk warmte opnemen van het lichaamsdeel 20 en alzo het lichaamsdeel 20 doen opwarmen respectievelijk doen afkoelen. Vanuit therapeutisch en/of cosmetisch oogpunt kan een dergelijke hyperthermiebehandeling respectievelijk hypothermiebehandeling bijzonder voordelig zijn, waarbij de warmteoverdracht tussen 10 het gas 19 en het lichaamsdeel 21 kan worden gemaximaliseerd. Na een gemiddelde verblijfstijd van het gas 19 in de circulatiekamer 20 zal het gas 19 via een afvoerleiding 24 worden verwijderd uit de circulatiekamer 20 en hernieuwd in de warmtewisselaar 23 worden geleid. Het alzo gesloten systeem is doorgaans vanuit thermodynamisch oogpunt doorgaans gunstig, daar de enthalpie van het gas 19 (nagenoeg) slechts zal 15 worden uitgewisseld met de enthalpie van het lichaamsdeel 21.

Figuur 3b toont een schematisch aanzicht op een alternatieve inrichting 25 overeenkomstig de uitvinding. De inrichting 25 omvat een pomp 26 voor het aanzuigen van atmosferische lucht 27. De pomp 26 zal vervolgens de aangezogen lucht via 20 successievelijk een luchtfilter 28 en een warmtewisselaar 29 de lucht 27 verplaatsen naar een verdeeleenheid 30, alwaar de luchtstroom 27 wordt gesplitst en vervolgens naar twee verschillende (delen van) lichaamsdelen 31, 32 wordt geleid. Daar de luchtstroom 27 wordt verwarmd dan wel wordt gekoeld in de warmtewisselaar 29 tot een bepaalde streeftemperatuur kunnen de lichaamsdelen 31,32 tevens worden 25 verwarmd respectievelijk worden afgekoeld tot een beoogde eindtemperatuur. Teneinde " de luchtstroom 27 intensief contact te kunnen laten maken met de lichaamsdelen 31,32 is elk lichaamsdeel 31, 32 omgeven door een mantel 33, waarbij tussen elk lichaamsdeel 31, 32 en elke mantel 33 een circulatiekamer 34 voor lucht is gevormd, teneinde de lichaamsdelen 30, 31 op relatief efficiënte wijze te kunnen opwarmen respectievelijk te 30 kunnen afkoelen. Elke mantel 33 is daarbij evenwel voorzien van een afvoer 35 voor het na warmteoverdracht uit de circulatiekamer 34 kunnen verwijderen van de lucht 27. De dimensionering alsook de geometrie van de mantels 33 kunnen onderling, afhankelijk van het te, althans ten minste gedeeltelijk, ommantelen lichaamsdeel 31, 32 afwijken.

1026952 9 I *

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.

5 1026952

Claims (14)

1. Inrichting voor het doen veranderen van de temperatuur van lichaamsdelen, omvattende: j 5. ten minste één mantel ingericht voor nauwe aansluiting op ten minste een deel j van een lichaamsdeel, zodanig dat de mantel en het lichaamsdeel onderling een circulatiekamer voor een in hoofdzaak gasvormig medium insluiten, - met de mantel gekoppelde toevoermiddelen voor toevoer van het in hoofdzaak gasvormige medium aan de circulatiekamer, 10. met de mantel gekoppelde afvoermiddelen voor afvoer van het aan de circulatiekamer toegevoerde in hoofdzaak gasvormige medium, en - een ten minste met de toevoermiddelen gekoppelde pomp voor het onder druk aan de circulatiekamer toevoeren van het in hoofdzaak gasvormige medium.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting een warmtewisselaar omvat voor het opwarmen respectievelijk afkoelen van het aan de circulatiekamer toe te voeren medium.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het aan de circulatiekamer 20 toegevoerde medium een temperatuur heeft van tussen -10 en +50 graden Celsius.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afvoermiddelen via de pomp zijn gekoppeld met de toevoermiddelen.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de " mantel ten minste gedeeltelijk flexibel is uitgevoerd.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de mantel is voorzien van ten minste één elastische band voor het realiseren van de nauwe 30 aansluiting tussen de mantel en het lichaamsdeel.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de mantel wordt gevormd door een helm. 1026952 V *

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de toevoermiddelen en de afvoermiddelen losneembaar zijn gekoppeld met de mantel.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de mantel wegwerpbaar is 5 uitgevoerd.

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van filtermiddelen voor het filteren van het medium.

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de toevoermiddelen zijn voorzien van meerdere in de circulatiekamer uitmondende blaasmonden.

12. Mantel ten gebruike in een inrichting volgens een der conclusies 1-11. 15

13. Werkwijze voor het doen veranderen van de temperatuur van lichaamsdelen, omvattende de stappen: A) het ten minste een deel van een lichaamsdeel nauw laten omsluiten door een mantel onder insluiting van een circulatiekamer,

20 B) het onder druk aan de circulatiekamer toevoeren van een relatief koud respectievelijk warm in hoofdzaak gasvormig medium, C) het laten uitwisselen van warmte tussen het lichaamsdeel en het langs het lichaamsdeel stromende medium, en D) het uit de circulatiekamer verwijderen van het na de warmte-uitwisseling 25 opgewarmde respectievelijk afgekoelde medium. 1026952