NL1026230C1 - Stelkozijn, alsmede werkwijze voor het plaatsen van een montagekozijn in een wand. - Google Patents

Description

Stelkozijn, alsmede werkwijze voor het plaatsen van een montagekozijn in een wand.

I 1 I

j BESCHRIJVING: > i : 5

Gebied van de uitvinding.

De uitvinding heeft betrekking op een stelkozijn. Een stelkozijn is eenkozijn dat nauwkeurig in een mum* wordt aangebracht, waarna een montagekozijn in het stelkozijn 10 geplaatst kan worden.

Stand van de techniek.

Een dergelijk stelkozijn is algemeen bekend. Bij het bouwen van een muur 15 worden in het algemeen eerst montagekozijnen gesteld waarna de muur eromheen gebouwd wordt, of wordt eerst een muur gebouwd met uitsparingen erin voor montagekozijnen waarna de montagekozijnen in de uitsparingen aangebracht worden en uitgericht worden alvorens ze in de muur vastgezet worden.

Bij een andere bekende bouwwij ze wordt niet een montagekozijn in de muur 20 gesteld maar een stelkozijn, waarbij later het montagekozijn in het stelkozijn aangebracht wordt. Voordeel hiervan is dat het glas vooraf reeds in het montagekozijn aangebracht kan worden en niet pas geplaatst dient te worden nadat het montagekozijn in de muur is aangebracht

Bij alle bekende bouwwijzen dienen daarna de dagkanten van de 25 kozijnopening in de muur afgewerkt te worden, dit zijn de zichtbare zijden die de kozijnopening begrenzen. Voorts wordt meestal daarna een buitenmuur voor de muur gebouwd, waarbij eerst metselprofielen aangebracht worden als maatvoering voor het metselwerk van de buitenmuur. Tenslotte worden raamdorpelstenen aangebracht 30 Samenvatting van de uitvinding.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een stelkozijn van de in 1026230 2 de aanhef omschreven soort waarmee tijd bespaard kan worden tijdens de bouw van een muur. Hiertoe is het stelkozijn volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat het stelkozijn een draagkozijn omvat, waarin een montagekozijn aangebracht kan worden, alsmede afwerklatten, die bevestigd zijn aan het draagkozijn en bij aanwezigheid van het stelkozijn S in een wand de dagkanten van de kozijnopening in de wand afdekken. Doordat afwerklatten voor het afwerken van de dagkanten reeds vooraf op het draagkozijn zijn aangebracht hoeven de dagkanten na het aanbrengen van het stelkozijn niet meer afgewerkt te worden, waardoor tijd bespaard kan worden.

Een uitvoeringsvorm van het stelkozijn volgens de uitvinding waarmee 10 verder tijd bespaard wordt, is gekenmerkt, doordat het stelkozijn voorts aanslaglatten omvatten die losneembaar verbonden zijn met het draagkozijn en fungeren als maatvoering voor een buitenwand en/of raamdorpelstenen. Hierdoor kan tijd bespaard worden bij het uitrichten van een te bouwen buitenmuur en bij het uitrichten van aan te brengen raamdorpelstenen.

IS Een verdere uitvoeringsvorm van het stelkozijn volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat het stelkozijn voorts clips omvat die op binnenomtrekszijden van het draagkozijn zijn aangebracht. Hierdoor kan later een montagekozijn eenvoudig en snel in het stelkozijn aangebracht worden. Bij voorkeur zijn de clips in hoofdzaak V-vormig, waarbij een poot van de V-vorm is bevestigd op de binnenomtrekszijden van het 20 draagkozijn. De andere poot haakt dan in een in de buitenomtrekszijde van het montagekozijn aanwezige uitsparing.

Om een eenmaal in het stelkozijn aangebracht montagekozijn nadien nog eenvoudig te kunnen verwijderen, is nog een verdere uitvoeringsvorm van het stelkozijn gekenmerkt, doordat de vrije uiteinden van de poten van de V-vorm van de clips gericht 25 zijn naar die zijde van het draagkozijn die, bij aanwezigheid van het draagkozijn in een wand, naar de buitenzijde van de wand is toegekeerd. Er kan dan van binnen uit met een strip tussen het draagkozijn en het montagekozijn gestoken worden waarbij een poot van de clip uit de uitsparing in het montagekozijn wordt gedrukt en het montagekozijn vrijgegeven wordt.

30 De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het plaatsen van een montagekozijn in een wand. Voor wat betreft de werkwijze is de uitvinding gekenmerkt, doordat een stelkozijn, dat een draagkozijn omvat alsmede daaraan bevestigde I 026230 3 afwerklatten, in een opening in een wand wordt aangebracht of tijdens het oprichten van de wand in de te vormen wand wordt geplaatst, waarna een montagekozijn in het draagkozijn wordt aangebracht

Een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt, S doordat alvorens het stelkozijn in de wand wordt aangebracht aanslaglatten losneembaar op het draagkozijn worden aangebracht, welke aanslaglatten dienst doen bij het oprichten van een buitenmuur, en welke aanslaglatten na het oprichten van een buitenmuur weer verwijderd worden.

Een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is 10 gekenmerkt, doordat alvorens het montagekozijn wordt aangebracht in het draagkozijn, eerst clips op binnenomtrekszijden van het draagkozijn worden aangebracht, en daarna het montagekozijn vanaf de buitenzijde van de wand in het draagkozijn wordt geklikt.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat aanbrengen van het stelkozijn in een opening in een wand 15 plaatsvindt door bij het gieten van een betonnen wand het stelkozijn te gebruiken als bekisting voor de opening in de wand.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het nemen van een montagekozijn uit een, in een volgens de werkwijze volgens de uitvinding in een wand geplaatst draagkozijn waarbij in hoofdzaak V-vormige clips met een poot van de V-vorm 20 zijn bevestigd op de buitenomtrekszijden van het montagekozijn. Voor wat betreft deze werkwijze is de uitvinding gekenmerkt, doordat een strip tussen het draagkozijn en het montagekozijn gestoken wordt, waarbij een poot van de V-vormige clip naar de andere poot toegedrukt wordt en de klikverbinding opgeheven wordt.

25 Beknopte omschrijving van de tekeningen.

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van in de tekeningen weergegeven verschillende fasen van een uitvoeringsvoorbeeld van de werkwijze voor het aanbrengen van een stelkozijn volgens de uitvinding. Hierbij toont: 30 Figuur 1 een eerste fase van de werkwijze waarin een binnenmuur met stelkozijn wordt gevormd;

Figuur 2 een tweede fase van de werkwijze waarin een buitenmuur en 1026230 4 raamdorpelstenen worden aangebracht;

Figuur 3 een derde fase van de werkwijze waarin een montagekozijn wordt geplaatst;

Figuur 4 een uitvoeringsvorm van een in een muur aangebracht stelkozijn S volgens de uitvinding met daarin aangebracht een montagekozijn; en

Figuur 5 een fase in een verdere werkwijze waarbij het montagekozijn uit het stelkozijn genomen wordt

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen.

10

In figuren 1,2 en 3 zijn verschillende fasen van een uitvoeringsvooxbeeld van de werkwijze voor het aanbrengen van een stelkozijn volgens de uitvinding weergegeven. In figuur 1 is de situatie na een eerste fase van de werkwijze weergegeven, waarbij een binnenmuur 1 met stelkozijn 3 is gevormd.

15 In een gietproces wordt eerste een binnenmuur 1 voorzien van een uitsparing 5 voor een raam uit beton gegoten. Het deel van de bekisting voor het vormen van de uitsparing is hierbij gevormd door het stelkozijn. Dit heeft als voordeel dat het stelkozijn niet nadien nog een keer aangebracht hoeft te worden en dat er geen extra bekisting nodig is voor het vormen van de uitsparing.

20 Het stelkozijn 3 heeft een draagkozijn 7 waarin een montagekozijn aangebracht kan worden. Het stelkozijn 3 is voorts voorzien van afwerklatten 9a-9c en aanslaglatten 1 la en 1 lb, die aan het draagkozijn 7 bevestigd zijn. Na het gieten van het beton vormen de afwerklatten 9a-9c een goede afwerking van de dagkanten 13 van de kozijnopening 5. Nadat de betonwand 1 rechtop geplaatst is fungeren de aanslaglatten 1 la 25 en 1 lb,dielosneembaarzijnverbondenmethetdraagkozijn7,alsmaatvoeringvoorhienia aan te brengen buitenwand en raamdorpelstenen.

In het draagkozijn 7 is tijdelijk een raamwerk 15 aangebracht waarin folie 17 is gespannen om de opening 5 in de binnenmuur 1 tijdelijk te dichten. Het raamwerk 15 is tijdelijk met spijkers 19 vastgezet. Aan het stelkozijn 3 is voorts een verdere folie 21 30 aangebracht, die later fungeert als afscherming tegen door de buitenmuur sijpelend regenwater.

In figuur 2 is de situatie na een tweede fase van de werkwijze getoond, 1026230 5 waarbij de buitenmuur 23 is opgebouwd en de raamdoipelstenen 25 zijn aangebracht. De onderste aanslaglat 11 a heeft gefungeerd als aanslag voor de raamdoipelstenen 25 en tegen t > de bovenste aanslaglat 1 lb is een afwerklal 27 aangebracht.

Figuur 3 toont de werkwij zestap waarin een montagekozijn 29 wordt < i 5 geplaatst Alvorens het montagekozijn wordt aangebracht, zijn eerst de aanslaglatten verwijderd en een aantal V-vormige clips 31 op de binnenomtrekszijden 33 van het draagkozijn 7 aangebracht. Hieibij is een poot van de V-vorm is bevestigd op de binnenomtrekszijden van het draagkozijn en fungeert de andere poot als een verende weerhaak, die na plaatsing van het montagekozijn 29, in een in het montagekozijn 10 aanwezige uitsparing 35,37 klikt en achter een begrenzingsrand 39,41 van de uitsparing haakt, zie figuur 4, waarin het in de muur aangebrachte stelkozijn 3 is weergegeven met het daarin aangebrachte montagekozijn 29.

In figuur 5 is nogmaals het in de muur aangebrachte stelkozijn 3 weergegeven met het daarin aangebrachte montagekozijn 29, maar hierbij zijn de clips 31 15 anders georiënteerd. De vrije uiteinden van de poten van de V-vorm van de clips 31 zijn hierbij naar die zijde 43 van het draagkozijn 7 gericht, die naar de buitenzijde 43 van de wand is toegekeerd, en de clips 31 zijn nu niet op de binnenomtrekszijde van het draagkozijn 7 aangebracht maar op de buitenomtrekszijde van het montagekozijn 29. Dit heeft als voordeel dat de vergrendeling van het montagekozijn 29 door de clips 31 20 eenvoudig van binnenuit ongedaan gemaakt kan worden. Dit geschiedt door ter plaatse van de clips strippen 47 tussen het montagekozijn 29 en het draagkozijn 7 te steken waardoor de poot van de V-vormige clip 31 die als weerhaak fungeert naar de andere poot toegedrukt wordt en de klikverbinding opgeheven wordt. Daarna kan het montagekozijn zonder problemen uit het draagkozijn genomen worden.

25 Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader. Zo kan het stelkozijn ook aangebracht worden in een 30 uitsparing in een gemetselde muur of in houtskeletbouw in plaatst van als deel van een mal voor een gegoten betonwand gebruikt te worden.

1026230

Claims (10)

1. Stelkozijn, met het kenmerk, dat het stelkozijn een draagkozijn omvat, waarin een montagekozijn aangebracht kan worden, alsmede afwerklatten, die bevestigd zijn aan het draagkozijn en bij aanwezigheid van het stelkozijn in een wand de dagkanten 5 van de kozijnopening in de wand afdekken.

2. Stelkozijn volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het stelkozijn voorts aanslaglatten omvatten die losneembaar verbonden zijn met het draagkozijn en fungeren als maatvoering voor een buitenwand en/of raamdoipelstenen.

3. Stelkozijn volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het stelkozijn 10 voorts clips omvat die op binnenomtrekszijden van het draagkozijn zijn aangebracht.

4. Stelkozijn volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de clips in hoofdzaak V-vormig zijn, waarbij een poot van de V-vorm is bevestigd op de binnenomtrekszijden van het draagkozijn.

5. Stelkozijn volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de vrije uiteinden van 15 de poten van de V-vorm van de clips gericht zijn naar die zijde van het draagkozijn die, bij aanwezigheid van het draagkozijn in een wand, naar de buitenzijde van de wand is toegekeerd.

6. Werkwijze voor het plaatsen van een montagekozijn in een wand, met het kenmerk, dat een stelkozijn, dat een draagkozijn omvat alsmede daaraan bevestigde 20 afwerklatten, in een opening in een wand wordt aangebracht of tijdens het oprichten van de wand in de te vormen wand wordt geplaatst, waarna een montagekozijn in het draagkozijn wordt aangebracht.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat alvorens het stelkozijn in de wand wordt aangebracht aanslaglatten losneembaar op het draagkozijn worden 25 aangebracht, welke aanslaglatten dienst doen bij het oprichten van een buitenmuur, en welke aanslaglatten na het oprichten van een buitenmuur weer verwijderd worden.

8. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat alvorens het montagekozijn wordt aangebracht in het draagkozijn, eerst clips op binnenomtrekszijden van het draagkozijn worden aangebracht, en daarna het montagekozijn vanaf de buitenzijde 30 van de wand in het draagkozijn wordt geklikt.

9. Werkwijze volgens conclusie 6,7 of 8, met het kenmerk, dat aanbrengen van het stelkozijn in een opening in een wand plaatsvindt door bij het gieten van een betonnen 1026230 wand het stelkozijn te gebruiken als bekisting voor de opening in de wand.

10. Werkwijze voor het nemen van een montagekozijn uit een in een volgens | 1 de werkwijze volgens conclusie 8 in een wand geplaatst draagkozijn waarbij in hoofdzaak i V-vormige clips met een poot van de V-vorm zijn bevestigd op de buitenomtrekszijden van 5 het montagekozijn, met het kenmerk, dat een strip tussen het draagkozijn en het montagekozijn gestoken wordt, waarbij een poot van de V-vormige clip naar de andere poot toegedrukt wordt en de klikverbinding opgeheven wordt 1 0-262.30