NL1025659C2 - Plankdrager voor een plank in een stelling. - Google Patents

Description

*

PLANKDRAGER VOOR EEN PLANK IN EEN STELLING

De uitvinding betreft een plankdrager voor een plank in een stelling. Een dergelijke stelling is in het bijzonder bedoeld voor plaatsing langs een wand of in een vrije ruimte in een supermarkt/ zodanig dat supermarktmedewerkers of 5 kopers met een palletwagen of winkelwagen langs de stellingen kunnen lopen voor respectievelijk het bevoorraden van die stellingen of het verzamelen van daarin uitgestalde goederen.

Bekend uit het Amerikaanse octrooi nr. 5 160 051 is een stelling waarbij vier op de hoeken van een rechthoek 10 geplaatste staanders langs de lange zijden van die rechthoek worden verbonden door op verschillende hoogte geplaatste horizontale dragers. Op tegenoverliggende paren van dragers zijn rechthoekige bakken geplaatst voor het daarin uitstallen van goederen. Als gevolg van de ongelijke hoogte van de 15 dragers zijn de bakken schuin neerwaarts naar voren, d.w.z. naar de klant toe gericht, en schuiven in die bakken geplaatste goederen onder inwerking van de zwaartekracht naar voren. Bij goed functioneren van de bekende stelling wordt bereikt dat de eerst aangevoerde goederen steeds in het 20 directe bereik van de klant staan, en de meest recent aangevoerde goederen het verst van de klant verwijderd staan, wat uiteraard bevorderlijk is voor het realiseren van een goederenstroom op basis van het principe "eerst-in-eerst-uit".

25 Het is een nadeel van de bekende stelling dat daarin geplaatste goederen bij onzorgvuldig handelen van een klant kunnen omvallen, als gevolg waarvan de betreffende bak ten onrechte leeg lijkt te zijn. Bekend is bijvoorbeeld dat langwerpige, hoge en daardoor weinig stabiele pakken met 30 zuivelproducten in dergelijke schuin verlopende bakken gemakkelijk omvallen.

Het is verder een nadeel van de bekende stelling dat het voor supermarktmedewerkers lastig is de schuin verlopende bakken te vullen met nieuwe goederen, omdat naarmate een bak 1025659 2 vanaf het relatief lage voorste deel verder gevuld raakt, het relatief hoge achterste deel steeds moeilijker toegankelijk wordt. Het vullen van een dergelijke stelling is daarom arbeidsintensief, en daarmee relatief duur.

5 Het is een doel van de uitvinding een plankdrager voor een plank in een stelling te verschaffen waarmee goederen bij de aanvoer daarvan op gemakkelijke wijze buiten het directe bereik van een klant geplaatst kunnen worden, en waarmee reeds op die plank aanwezige goederen juist op gemakkelijke 10 wijze binnen het bereik van een klant kunnen worden geplaatst.

Het is tevens een doel een dergelijke plankdrager te verschaffen die op eenvoudige en doelmatige wijze te vervaardigen is.

15 Deze doelen wordt bereikt, en andere voordelen worden behaald, met een plankdrager voor een stelling die overeenkomstig de uitvinding omvat een met een staander van die stelling koppelbaar eerste console en een langs dat eerste console verplaatsbaar en daarmee gekoppeld tweede 20 console dat is ingericht voor het verplaatsbaar en over een bepaalde hoek kantelbaar dragen van een plank.

In een stelling waarbij een plank rust op ten minste twee plankdragers volgens de uitvinding is het ten behoeve van het aanvullen van de voorraad op die plank op eenvoudige wijze 25 mogelijk de plank naar voren, dat wil zeggen naar de gebruiker toe te trekken en vervolgens over een bepaalde hoek te doen kantelen, zodat die plank schuin neerwaarts gericht uit de stelling steekt.. Om te voorkomen dat op de plank geplaatste goederen in neerwaarts gerichte stand van die 30 plank daarvan af vallen, is een plank voor een drager volgens de uitvinding aan zijn voorzijde bij voorkeur voorzien van een opstaande rand. Bij het kantelen van de plank schuiven nog aanwezige goederen naar voren, waarna nieuw aangevoerde goederen, bijvoorbeeld van recentere productiedatum, achter 35 die nog aanwezige goederen geplaatst kunnen worden. Het op deze wijze aanvullen van een voorraad biedt in het bijzonder praktische voordelen bij planken die relatief hoog, dat wil 1025659 3 zeggen op menshoogte zijn aangebracht.

In een uitvoeringsvorm van een plankdrager volgens de uitvinding is het tweede console voorzien van een zich langs dat tweede console uitstrekkend en over een bepaalde hoek 5 kantelbaar daarmee gekoppeld dragerelement voor een plank.

Het eerste console is hierbij bijvoorbeeld voorzien van een geleiderail voor het daarin geleiden van ten minste een met het tweede console gekoppeld geleiderelement, welk geleiderelement bijvoorbeeld een rollager omvat.

10 In weer een uitvoeringsvorm van een plankdrager volgens de uitvinding omvat het tweede console een door omzetten van plaatmateriaal gevormd langwerpig element, dat in gebruikstoestand aan zijn bovenzijde is voorzien van een horizontale randzone en een zich daarvan schuin neerwaarts 15 uitstrekkende verticale rand voor het daarop doen steunen van het dragerelement in respectievelijk ongekantelde en gekantelde toestand.

Bij voorkeur omvat bij deze laatste uitvoeringsvorm het eerste console een door omzetten van plaatmateriaal gevormd 20 element, dat in gebruikstoestand aan zijn bovenzijde is voorzien van een horizontale randzone die zich uitstrekt onder de horizontale randzone van het tweede console, waarbij genoemde randzones zijn voorzien van samenwerkende begrenzingsmiddelen voor het begrenzen van de verplaatsing 25 van het tweede console langs het eerste console.

Een geleiderail aan een uit plaatmateriaal vervaardigd eerste console is bij voorkeur eveneens uit plaatmateriaal vervaardigd, waarbij geleiderail en eerste console bijvoorbeeld zijn gekoppeld door telkens samenwerkende lokale 30 plastische deformaties die zijn aangebracht volgens een op zich uit US-A-4 760 634 bekende werkwijze, die thans algemeen wordt aangeduid als Tox®-hechting.

Om te voorkomen dat een plank op plankdragers volgens de uitvinding onbedoeld of ongewild naar voren wordt getrokken, 35 is bij voorkeur ten minste een van deze plankdragers voorzien van eerste borgmiddelen voor het borgen tegen verplaatsing van het tweede console langs het eerste console, welke eerste

i Γ Q

' ^ «.· ; v? 4 borgmiddelen bijvoorbeeld een met· het tweede console gekoppelde in langsrichting verplaatsbare pen en een daarmee corresponderend gat in het eerste console omvatten.

In weer een uitvoeringsvorm is het dragerelement in een 5 plankdrager voorzien van tweede borgmiddelen voor het borgen van een door dat dragerelement gedragen plank tegen kantelen.

De uitvinding betreft voorts een stelling die is voorzien van ten minste twee zich op hierboven beschreven plankdragers in gebruikstoestand boven elkaar uitstrekkende planken, welke 10 stelling overeenkomstig de uitvinding is voorzien van derde borgmiddelen voor het borgen tegen verplaatsing van meer dan één plank.

Indien meer dan één plank uit een stelling naar voren kan worden getrokken, ontstaat het risico dat onder het gewicht 15 van op die planken geplaatste goederen de stelling, indien deze niet is verankerd, naar voren valt wordt. In een stelling die is voorzien van de derde borgmiddelen is dit risco afwezig.

De derde borgmiddelen omvatten in een 20 uitvoeringsvoorbeeld in gebruikstoestand een met een tweede console van de respectieve planken gekoppeld langwerpig borgelement dat aan zijn uiteinde is voorzien van een eerste wigvormig deel en een in richting daaraan tegengesteld tweede wigvormig deel, alsmede een verticaal verplaatsbare 25 actuatorstrook die is voorzien van met de respectieve eerste en tweede wigvormige delen corresponderende openingen, waarbij telkens het eerste wigvormige deel van een eerste borgelement is ingericht om bij het verplaatsen van het daarmee gekoppelde tweede console uit een eerste stand 30 waarbij de bijbehorende plank in de stelling is opgenomen naar een tweede stand waarbij die plank tenminste ten dele buiten de stelling is geplaatst, de actuatorstrook te verplaatsen van een eerste stand naar een tweede stand waarin deze actuatorstrook het tweede wigvormige deel van een tweede 35 borgelement van een daarmee gekoppeld ander tweede console borgt tegen verplaating van dat andere tweede console, en waarbij het tweede wigvormige deel van dat eerste borgelement 1025659 5 is ingericht om bij het verplaatsen van het eerstgenoemde tweede console van de tweede naar de eerste stand de actuatorstrook te verplaatsen van de tweede naar de eerste stand.

5 De uitvinding zal in het volgende worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekeningen.

In de tekeningen tonen

Fig. IA en 1B respectievelijk in perspectivisch aanzicht 10 en zij-aanzicht een uitvoeringsvorm van een plankdrager volgens de uitvinding, met uitgeschoven en gekanteld dragerelement,

Fig. 2A en 2B respectievelijk in perspectivisch aanzicht en zij-aanzicht een uitvoeringsvorm van een plankdrager 15 volgens de uitvinding, met uitgeschoven en ongekanteld dragerelement,

Fig. 3A en 3B respectievelijk in perspectivisch aanzicht en zij-aanzicht een uitvoeringsvorm van een plankdrager volgens de uitvinding, met ingeschoven en ongekanteld 20 dragerelement,

Fig. 4 in plofaanzicht de in de figuren 1A-3B getoonde plankdrager,

Fig. 5A en 5B respectievelijk .in perspectivisch en in doorsnede-aanzicht een uitvoeringsvorm van een borging tegen 25 het uitschuiven van een dragerelement van een in fig. 4 getoonde plankdrager,

Fig. 6A en 6B in respectievelijk zij-aanzicht en bovenaanzicht een borging tegen kantelen van een dragerelement in een plankdrager volgens de uitvinding, en 30 Fig. 7A, 7B en 7C in dwarsdoorsnede-aanzicht een detail van een actuatorstrook en borgelementen voor het borgen tegen verplaatsing van meer dan één plank in een stelling met dragerelementen volgens de uivinding.

In de figuren worden overeenkomstige onderdelen aangeduid 35 door dezelfde verwijzingsgetallen.

Fig. IA - Fig. 4 tonen een plankdrager 1 voor een plank in een stelling (niet getoond) die is samengesteld uit een 1025659

-- I

6 .

eerste console 2 van omgezet plaatmateriaal, een daarmee gekoppeld tweede console 3 van omgezet plaatmateriaal, dat langs dat eerste console 2 verplaatsbaar en een met het tweede console 3 gekoppeld dragerelement 4 voor een plank, 5 eveneens van omgezet plaatmateriaal. Het eerste console 2 is voorzien van haken 6 de corresponderen met daartoe gevormde openingen in een staander van een stelling, en van een geleiderail 5 (getoond in Fig. 1B en 2B), voor het daarin geleiden van twee rollagers 7 (getoond in Fig. 4) die met hun 10 assen 8 zijn gekoppeld aan het tweede console 3. Het dragerelement 4 is over een bepaalde hoek kantelbaar om een as 9 met het tweede console 3 gekoppeld. Het tweede console 3 is aan zijn bovenzijde voorzien van een horizontale randzone 10 en een zich daarvan schuin neerwaarts uitstrekkende 15 verticale rand 11 voor het daarop doen steunen van het dragerelement 4 in respectievelijk ongekantelde en gekantelde toestand. Het eerste console 2 is aan zijn bovenzijde voorzien van een horizontale randzone 12 die zich uitstrekt onder de horizontale randzone 10 van het tweede console 3, 20 waarbij genoemde randzones 10, 12 zijn voorzien van respectievelijk naar onderen schuin voorwaarts en naar boven schuin achterwaarts samenwerkende lippen 14, 13 die de verplaatsing van het tweede console 3 langs het eerste console 2 begrenzen.

25 Fig. 5A en 5B tonen een deel van een drager 1, waarbij een pen 16 met een drukveer 17 verplaatsbaar is opgesloten in een tegen het dragerelement 4 bevestigd L-profiel 19, welke pen 16 permanent door het tweede profiel 3 en losbaar door een gat 15 in het eerste profiel 2 steekt, waarmee het tweede 30 profiel 3 tegen verplaatsing geborgd is. Door aan bedieningsring 18 te trekken wordt de borging van het tweede profiel 3 gelost.

Fig. 6A toont een plankdrager 1 waarvan het dragerelement 4 is voorzien van een horizontale sleuf 20 waarin een L-35 vormig borgelement 21 losbaar is opgenomen om het dragerelement 4 te borgen tegen kanteling om de as 9.

Fig. 6B toont in bovenaanzicht het borgelement 21, dat 1025659 7 verplaatsbaar tegen de kracht van een veer 17 is opgenomen in een U-profiel 22 dat op het tweede console 3 is bevestigd.

Fig. 7A toont een staander voor een stelling, met gesloten achterzijde 23 (links in de figuur) en een voorzijde 5 24 (rechts in de figuur) waarin openingen 25 zijn aangebracht waardoor zich respectieve borgelementen 26, 27 uitstrekken die elk met een tweede console (niet getoond) van een plankdrager (niet getoond) zijn verbonden. Elk borgelement 26, 27 is aan zijn uiteinde voorzien van een eerste wigvormig 10 deel 28 en een in richting daaraan tegengesteld tweede wigvormig deel 29. In de staander 23, 24 is een verticaal verplaatsbare actuatorstrook 30 opgenomen, die is voorzien van met de eerste 28 en tweede wigvormige delen 29 corresponderende openingen 31. De actuatorstrook 30 is aan 15 zijn bovenzijde opgenomen in een losbaar klemelement (niet getoond)

Fig. 7B toont hoe bij voorwaartse verplaatsing (in de figuur volgens de horizontale pijl naar· rechts) van één plank, en daarmee bij voorwaartse verplaatsing van het 20 daarbij behorende tweede console 'en het betreffende borgelement 26, de actuatorstrook 30 door het eerste wigvormige deel 28 van het borgelement 26 omlaag wordt gedrukt (volgens de verticale pijl), als gevolg waarvan de actuatorstrook 30 voor de tweede wigvormige delen 29 van de 25 overige borgelementen 27 wordt geschoven, die aldus worden geborgd tegen verplaatsing naar voren.

Fig. 7C toont de staander in een toestand waarin een borgelement 26 geheel naar voren is verplaatst, en de actuatorstrook 30 in zijn laagste stand staat.Bij 30 terugplaatsen van de ene plank en daarmee van het daarbij behorende borgelement 26 drukt het tweede wigvormige deel 29 van dat borgelement 26 de actuatorstrook 30 omhoog, waarmee de wigvormige tweede delen 29 van de overige borgelementen 27 vrij komen, en naar keuze een van de bij die overige 35 borgelementen 27 behorende planken naar voren getrokken kan worden, en de hier beschreven cyclus zich herhaalt.

1025659

Claims (11)

1. Plankdrager (1) voor een plank in een stelling, 5 omvattend een met een staander (23, 24) van die stelling koppelbaar eerste console (2) en een langs dat eerste console (2) verplaatsbaar en daarmee gekoppeld tweede console (3) dat is ingericht voor het verplaatsbaar en over een bepaalde hoek kantelbaar dragen van een plank.

2. Plankdrager (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tweede console (3) is voorzien van een zich langs dat tweede console (3) uitstrekkend en over een bepaalde hoek kantelbaar daarmee gekoppeld dragerelement (4) voor een plank.

3. Plankdrager (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste console (2) is voorzien van een geleiderail (5) voor het daarin geleiden van ten minste een met het tweede console (3) gekoppeld geleiderelement (7).

4. Plankdrager (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk. 20 dat het geleiderelement een rollager (7) omvat.

5. Plankdrager (1) volgens een der conclusies 2-4, met het kenmerk, dat het tweede console (3) een door omzetten van plaatmateriaal gevormd langwerpig element omvat, dat in gebruikstoestand aan zijn bovenzijde is voorzien van een 25 horizontale randzone (10) en een zich daarvan schuin neerwaarts uitstrekkende verticale rand (11) voor het daarop doen steunen van het dragerelement (4) in respectievelijk ongekantelde en gekantelde toestand.

6. Plankdrager (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk. 30 dat het eerste console (2) een door omzetten van plaatmateriaal gevormd element omvat, dat in gebruikstoestand aan zijn bovenzijde is voorzien van een horizontale randzone (12) die zich uitstrekt onder de horizontale randzone (10) van het tweede console (3), waarbij genoemde randzones (10, 35 12) zijn voorzien van samenwerkende begrenzingsmiddelen (14, 13) voor het begrenzen van de verplaatsing van het tweede console (3) langs het eerste console (2). j0258SS

7. Plankdrager (1) volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat deze is voorzien van eerste borgmiddelen (15-18) voor het borgen tegen verplaatsing van het tweede console (3) langs het eerste console (2).

8. Plankdrager volgens conclusie 7., met het kenmerk, dat de eerste borgmiddelen een met het tweede console (3) gekoppelde in langsrichting verplaatsbare pen (16) en een daarmee corresponderend gat (15) in het eerste console (2) omvatten.

9. Plankdrager (1) volgens een der conclusies 2-8, met het kenmerk, dat het dragerelement (4) is voorzien van tweede borgmiddelen (20, 21) voor het borgen van een door dat dragerelement gedragen plank tegen kantelen.

10. Stelling voorzien ten minste twee zich op 15 plankdragers (1) volgens een der conclusies 1-9 in gebruikstoestand boven elkaar uitstrekkende planken, met het kenmerk, dat deze is voorzien van derde borgmiddelen (26, 27, 30) voor het borgen tegen verplaatsing van meer dan één plank.

11. Stelling volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de derde borgmiddelen in gebruikstoestand een met een tweede console (3) van de respectieve planken gekoppeld langwerpig borgelement (26, 27) omvatten dat aan zijn uiteinde is voorzien van een eerste wigvormig deel (28) en een in 25 richting daaraan tegengesteld tweede wigvormig deel (29), alsmede een verticaal verplaatsbare actuatorstrook (30) die is voorzien van met de respectieve eerste (28) en tweede wigvormige delen corresponderende openingen (31), waarbij telkens het eerste wigvormige deel (28) van een eerste 30 borgelement (26) is ingericht om bij het verplaatsen van het \ daarmee gekoppelde tweede console uit een eerste stand waarbij de bijbehorende plank in de stelling is opgenomen naar een tweede stand waarbij die plank tenminste ten dele buiten de stelling is geplaatst, de actuatorstrook (30) te 35 verplaatsen van een eerste stand naar een tweede stand waarin deze actuatorstrook (30) het tweede wigvormige deel (29) van een tweede borgelement (27) van een daarmee gekoppeld ander 1025659 tweede console borgt tegen verplaating van dat andere tweede console, en waarbij het tweede wigvormige deel (29) van dat eerste borgelement (26) is ingericht om bij het verplaatsen van het eerstgenoemde tweede console van de tweede naar de 5 eerste stand de actuatorstrook (30) te verplaatsen van de tweede naar de eerste stand. 1025659