[go: up one dir, main page]

NL1022922C2 - Trap met uitwisselbare treden, alsmede trapboom die hierbij wordt toegepast. - Google Patents

Trap met uitwisselbare treden, alsmede trapboom die hierbij wordt toegepast. Download PDF

Info

Publication number
NL1022922C2
NL1022922C2 NL1022922A NL1022922A NL1022922C2 NL 1022922 C2 NL1022922 C2 NL 1022922C2 NL 1022922 A NL1022922 A NL 1022922A NL 1022922 A NL1022922 A NL 1022922A NL 1022922 C2 NL1022922 C2 NL 1022922C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tree
stair
steps
staircase
boom
Prior art date
Application number
NL1022922A
Other languages
English (en)
Inventor
Lambertus Oudenaarden
Johannes Ing Diekema
Bernardus Cornelis De Wissel
Henny Verheij
Original Assignee
Vereinte Holztreppen Werke V O
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vereinte Holztreppen Werke V O filed Critical Vereinte Holztreppen Werke V O
Priority to NL1022922A priority Critical patent/NL1022922C2/nl
Priority to EP04075798A priority patent/EP1457620A1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1022922C2 publication Critical patent/NL1022922C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F11/00Stairways, ramps, or like structures; Balustrades; Handrails
    • E04F11/02Stairways; Layouts thereof
    • E04F11/104Treads
    • E04F11/108Treads of wood or with an upper layer of wood
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F11/00Stairways, ramps, or like structures; Balustrades; Handrails
    • E04F11/02Stairways; Layouts thereof
    • E04F11/022Stairways; Layouts thereof characterised by the supporting structure
    • E04F11/025Stairways having stringers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Steps, Ramps, And Handrails (AREA)

Description

Η Trap met uitwisselbare treden, alsmede trapboom die hierbij wordt toegepast
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samengestelde houten 5 trap, die ten minste twee steunorganen omvat, waartussen treden zijn aangebracht die in beide organen zijn gevat, waarbij ten minste één van de organen een trapboom is die de I klimlijn volgt. Dergelijke trappen zijn algemeen bekend en worden in het algemeen van I hout en soms ook van metaal vervaardigd.
I Veel voorkomende typen zijn de rechte trap, die bijvoorbeeld (maar niet uit- 10 sluitend) tussen twee muren is geplaatst, waarbij de steunorganen uit twee rechte, schuin oplopende trapbomen bestaan waarin de treden zijn aangebracht, en de verdreven trap I die vaak tussen drie muren is geplaatst, tegen welke muren de vaste trapboom (die ook I wel "muurboom" wordt genoemd) is aangebracht en waarbij centraal tussen de drie muren I één of meer spillen zijn aangebracht waaraan de treden zijn bevestigd. De trapboom aan I 15 weerskanten van de treden kan in de richting van de klimlijn dus uit één of meerdere door- I lopende delen bestaan. Bij verdreven trappen zal doorgaans altijd sprake zijn van meer- I dere doorlopende trapbomen (aan dezelfde kant van de treden), zeker aan de muurzijde I van de trap.
I Verdreven trappen kunnen in hoofdzaak worden onderscheiden in trappen met I 20 één centrale spil en trappen met twee spillen, waarbij de spillen doorgaans door een trap- I boom zijn verbonden. Ook komen soms trappen met meer dan twee spillen voor. Ook kan I men de verdreven trappen onderscheiden in zogenaamde éénkwartstrappen, tweekwarts- I trappen en eventueel driekwartstrappen, waarbij de hoeken tussen de onderscheidenlijke I trapgedeelten meestal, maar niet noodzakelijk, 90° zijn. Een verder onderscheid kan I 25 worden gemaakt tussen trappen met een onderkwart en/of een bovenkwart. De I muurbomen zijn steeds rechtstreeks aan de muur bevestigd, d.w.z. zonder tussenlaag of I tussenlagen.
De trappen kunnen verder met achterschoften zijn uitgerust, doorgaans stootborden genoemd, waardoor een "gesloten trap" wordt gevormd, in tegenstelling tot de 30 trappen zonder dergelijke achterschoften of stootborden, die "open trap" wordt genoemd. Deze stootborden worden, indien aanwezig, meestal verticaal geplaatst en dus loodrecht op de traptreden, maar zij kunnen eventueel ook onder iedere andere gewenste hoek ten opzichte van de treden worden aangebracht.
In de trapbomen zijn gewoonlijk uitsparingen gefreesd, "nesten" genaamd, 35 waarin de treden worden opgesloten. De diepte van de nesten kan variëren, maar ligt I 2 I gewoonlijk in het traject van 10-15 mm, terwijl de dikte van de trapboom gewoonlijk 30-40 I mm bedraagt. De trapbomen zijn in de lengterichting doorgaans uit meerdere delen opge- I bouwd, zeker bij een verdreven trap, terwijl de trapboom in de breedte in wezen uit éèn I geheel bestaat, waarbij de breedte doorgaans varieert van ongeveer 25 cm tot ongeveer I 5 40 cm. De functie van een trapboom is vooral als drager van de treden en, indien aan- wezig, van de stootborden.
I De spil (resp. spillen) kan/kunnen in dwarsdoorsnede in wezen rond, vierkant of meerzijdig zijn. De spil kan ook uit staande delen worden gemaakt, bijvoorbeeld met I een dikte van ongeveer 38 mm. Volgens een zeer gebruikelijke uitvoering heeft de spil I 10 een rechthoekige dwarsdoorsnede in het traject van 50 tot 140 mm, bij voorkeur 67 tot I 114 mm (3' x 5'). Ook in de spil zijn gewoonlijk nesten gefreesd, waarin de treden van de trap zijn opgenomen. Deze hebben gewoonlijk een diepte in het traject van 10 tot 15 mm.
I De hierboven beschreven trappen volgens de stand van de techniek zijn vrij I groot en zwaar. Bij de montage worden de trappen op de vloer liggend in elkaar 15 gespijkerd en vervolgens opgericht. Dit gebeurt thans vóór het plaatsen van de belendende separatiewanden en dus in de ruwbouwfase. Wanneer de trap eenmaal is geplaatst, zijn de treden niet meer losneembaar. Een groot bezwaar hiervan is, dat de treden tijdens de bouw gemakkelijk kunnen vervuilen en/of beschadigen, met name van de zogenaamde blanke trappen (d.w.z. trappen die later niet meer dekkend worden 20 geverfd).
Een verder probleem is, dat met de inwerkingtreding van het nieuwe I Bouwbesluit per 1 januari 2003 de maat voor de optrede van een trap is gewijzigd van 210 mm in 185 mm, terwijl de aantrede is gewijzigd van 190 mm in 220 mm. Dit betekent, dat de afstand tussen de treden kleiner is geworden, terwijl het oppervlak van de treden zelf 25 groter is geworden. Ook is de afstand tussen de verdiepingen van een woning verhoogd van ongeveer 270 cm tot ongeveer 300 cm. Het totale gewicht van de trap is hierdoor met ongeveer 30-50% toegenomen, hetgeen met name voor hardhouten trappen een groot H probleem is. Daarnaast mag een werker onder de bepalingen van de Arbowet binnenkort H niet meer dan 25 kg tillen, zodat het zeker dan niet langer mogelijk is om een trap volgens H 30 de tot nu toe gebruikelijke werkwijze in een late fase van de bouw door twee monteurs te laten plaatsen.
H De uitvinding heeft tot doel om de hierboven genoemde problemen op te H lossen door een houten trap van het in de aanhef bedoelde type te verschaffen, die tijdens H de ruwbouwfase op eenvoudige wijze kan worden geplaatst, zonder overmatige belasting 35 van de monteurs en die vanaf de ruwbouw fase zonder bezwaar kan worden gebruikt 3
Gevonden werd, dat deze doelstelling kan worden bereikt door de trapboom (of trapbomen) zodanig uit te voeren, dat de trap bij de montage in de ruwbouwfase met eerste, voorlopige treden wordt uitgevoerd, welke treden in de afbouwfase door de uiteindelijke treden worden vervangen, terwijl de overige delen van de trap tijdens de bouw 5 desgewenst afdoende worden beschermd. De uitvinding heeft daartoe als kenmerk, dat de trapboom een afzonderlijke dragende boom en een afzonderlijke dekkende boom omvat, waarbij de aansluitende uiteinden van de treden op de dragende boom zijn geplaatst en de dekkende boom op de dragende boom en de genoemde uiteinden van de treden is aangebracht.
10 Opgemerkt wordt, dat men in het verleden reeds stalen trappen met uitwissel bare treden heeft voorgesteld, waarbij de definitieve treden in een later stadium kunnen worden bevestigd, doch deze constructie is in hout niet uitvoerbaar gebleken. Staal blijkt ook veel meer aansluitproblemen te geven, zodat een stalen trap ook moeilijk in dichte uitvoering te maken is. Verder bestaat er vooral in de huizenbouw doorgaans een grote 15 voorkeur voor houten trappen.
Bij voorkeur worden de beide delen van de muurboom niet rechtstreeks op de muur aangebracht, maar op een schaduwboom, waardoor de stevigheid van de trapboom wordt bevorderd. De schaduwboom is bij voorkeur in hoofdzaak uit één geheel vervaardigd, bijvoorbeeld van multiplex (met een dikte die gewoonlijk in het traject ligt van 15-30 20 mm) en wordt als zodanig tegen en/of in de muur bevestigd. Het is doelmatig gebleken om de dragende boom en de schaduwboom als één geheel aan de muur te bevestigen. Dit kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd door de twee genoemde delen vooraf op elkaar te bevestigen, bijvoorbeeld door deze te lijmen en/of te schroeven, of op een andere wijze die de vakman bekend is. Vervolgens kan de combinatie aan de muur worden bevestigd, 25 bijvoorbeeld door middel van bouten, die al of niet zijn voorzien van geluiddempend materiaal, zoals rubberen tules. Bij voorkeur heeft de schaduwboom in hoofdzaak dezelfde breedte als de combinatie van de beide delen van de trapboom. Met meer voorkeur is de schaduwboom vooral om esthetische redenen iets kleiner dan de combinatie van de beide delen van de trapboom. Dit geldt met name voor de gedeelten van de schaduw-30 boom, die anders direct voor het oog zichtbaar zouden zijn. Desgewenst kan de schaduwboom ook iets groter zijn dan de trapboom volgens de uitvinding of enige andere afmeting hebben. Het zal voor de deskundige duidelijk zijn, dat de trapboom volgens de uitvinding in principe ook zonder schaduwboom kan worden toegepast, bijvoorbeeld door de de dragende boom rechtstreeks aan een muur te bevestigen. Ook de dekkende boom 35 kan desgewenst (mede) aan de muur worden bevestigd. Deze uitvoeringsvorm heeft H echter niet de voorkeur.
I De trapboom volgens de uitvinding kan doelmatig worden vervaardigd door uit I te gaan van een conventionele trapboom, waarin zowel uitsparingen voor de treden als I voor de stootborden zijn gefreesd of gezaagd, en deze trapboom keepsgewijs (d.w.z. in I 5 de doorlopende nesten die door telkens een trede en een stootbord worden gevormd)) I door te zagen, zodat de twee afzonderlijke delen volgens de uitvinding ontstaan. Deze I werkwijze heeft zowel uit esthetisch als economisch oogpunt de voorkeur, omdat enerzijds I de trapboom uit hetzelfde materiaal is vervaardigd en de nerf dus doorloopt, anderzijds zo I weinig mogelijk materiaal door verzagen verloren gaat. Het is echter ook mogelijk om de 10 beide delen van de trapboom volgens de uitvinding uit afzonderlijke materialen te pro- I duceren.
I Een samengestelde trap volgens de uitvinding, waarin één of meer trapbomen zijn toegepast zoals hierboven gedefinieerd, wordt tijdens de ruwbouwfase volgens een I voorkeursuitvoering typisch geplaatst door eerst de combinatie van een schaduwboom en I 15 een dragende boom, die vooraf door middel van lijmen (voorkeur) en/of schroeven, of op I een andere bekende wijze aan elkaar is bevestigd, aan een muur te bevestigen, waarbij I de dragende boom in de meeste gevallen afdoende wordt beschermd door middel van foliemateriaal, e.d. De bescherming kan desgewenst achterwege blijven, bijvoorbeeld I indien de trap in een later stadium nog zal worden geverfd. Vervolgens wordt een (of de) I 20 spil geplaatst. Dit gebeurt in de praktijk door enkele treden (bij voorkeur de hoektreden) I tussen de spil en de muurboom aan te brengen, waarna de spil wordt gesteld. Indien de I trap twee of meer spillen heeft, kunnen deze vervolgens op overeenkomstige wijze worden geplaatst en gesteld, waarbij tussen de spillen doorgaans een (conventionele) I trapboom wordt aangebracht. De spil(len) en alle verdere delen van de trap, die onderdeel I 25 uitmaken van de definitieve trap, worden tijdens de bouw in het algemeen eveneens met I foliemateriaal e.d. beschermd. Nadat ook de tweede en eventuele verdere spillen gesteld I zijn, worden de overige eerste, voorlopige treden gemonteerd en is de trap gereed voor gebruik tijdens de bouw. In het algemeen worden tijdens deze fase geen stootborden I geplaatst en wordt ook de dekkende boom niet aangebracht.
I 30 De montage van een trap volgens de uitvinding zal voor een deskundige geen I problemen geven. De montage vindt in het algemeen op dezelfde of soortgelijke wijze I plaats als de montage van een conventionele trap, tenzij anders is aangegeven. Het zal I verder duidelijk zijn, dat de hier beschreven werkwijze kan worden uitgebreid of gemodi- I ficeerd, zonder dat wordt afgeweken van het inventieve concept van de uitvinding, dat I 35 door de trapboom uit twee afzonderlijke delen wordt belichaamd. De vervangbare treden H van de voorlopige trap zijn bij voorkeur van een goedkopere houtsoort vervaardigd, zoals H vurenhout of dennenhout. Ook de materialen van de trap volgens de uitvinding zijn, voorzover zij hierin niet afzonderlijk zijn besproken, in wezen gelijk aan de materialen die bij een conventionele trap worden toegepast en die de vakman bekend zijn.
H 5 In de afbouwfase worden de voorlopige treden vervangen door de definitieve treden, die evenals de rest van de trap doorgaans van een duurdere (hard)houtsoort zijn I vervaardigd, bijvoorbeeld een inlandse hardhoutsoort, zoals eikenhout of essenhout, of een tropische hardhoutsoort, zoals iroko, meranti of merbau. Ook worden in dit stadium bij een dichte trap de stootborden geplaatst, waarna tenslotte de dekkende boom wordt H 10 aangebracht. Bij een open trap worden in plaats van stootborden de ontstane openingen I tussen de dekkende en de dragende boom bij voorkeur opgevuld, bijvoorbeeld met afdek- I latjes, messing strips, en dergelijke.
Opgemerkt wordt, dat het op zichzelf niet noodzakelijk is om de treden van de trap op enig moment te vervangen, zoals hierboven is beschreven. De trap volgens de 15 uitvinding heeft tevens het voordeel boven een conventionele trap, dat deze ter plaatse in I kleine ruimten kan worden opgebouwd, desgewenst al direct met de definitieve treden.
In een bijzondere uitvoeringsvorm worden de traptreden van een trap volgens de uitvinding, anders dan de traptreden van een conventionele trap, bij voorkeur met een I uitsparing of inkeping uitgevoerd aan de voorzijde van de trede aan de zijde van de I 20 muurboom. Deze inkeping heeft het voordeel, dat de dekkende boom minder diep behoeft I te worden ingezaagd, waardoor deze minder kwetsbaar is. Verder zal de dekkende boom I tussen de schaduwboom en de treden "knellen", waardoor er een goede aansluiting I tussen de beide delen van de trapboom volgens de uitvinding en de overige delen van de I trap ontstaat. Tenslotte is het door de inkeping mogelijk, dat de afdekboom gemakkelijk I 25 van bovenaf, dus in wezen verticaal, op de dragende boom kan worden aangebracht. Dit I is vooral voordelig, indien er geen of zeer weinig ruimte is om de afdekboom langs diago nale of horizontale weg op de dragende boom te bevestigen.
Volgens een andere bijzondere uitvoeringsvorm worden de treden bij een open trap volgens de uitvinding aan de achterzijde iets breder uitgevoerd, op zodanige 30 wijze, dat het nest van de trede in de trapboom volgens de uitvinding zich verder uitstrekt dan het (fictieve) nest van het stootbord, dat uiteindelijk meestal met een afdekelement wordt afgetimmerd. Op deze wijze wordt esthetisch een beter aanzicht van de trap met de afdeklatjes verkregen.
Volgens weer een andere bijzondere uitvoeringsvorm wordt in de achterkant 35 van de treden van een dichte trap volgens de uitvinding een uitsparing aangebracht, waar- Η I * 6 I door de stootborden niet tegen of eventueel op de achterkant van de treden worden ge- I monteerd, maar verzonken in de treden, hetgeen een fraaiere aanblik aan de constructie geeft.
I De trapboom volgens de uitvinding wordt bij voorkeur, maar niet uitsluitend, als I 5 muurboom toegepast. Het is doelmatig gebleken om een vrijstaande trapboom, bijvoor- I beeld aan de onderkant van de trap, op conventionele wijze uit te voeren, d.w.z. als een I eerste vrijstaande trapboom van een goedkopere houtsoort), en deze tegelijk met vervan- ging van de eerste, voorlopige treden door de definitieve treden in zijn geheel door een definitieve vrijstaande (conventionele) trapboom te vervangen. Deze uitvoering van de I 10 vrijstaande trapboom heeft niet alleen uit technisch oogpunt (gemakkelijke vervanging, want men "kan erbij"), maar ook uit economisch (er is geen trapboom uit twee delen met eventuele schaduwboom nodig) en esthetisch oogpunt (trapboom uit één stuk zonder I eventuele schaduwboom op een zichtbare plaats "oogt" fraaier) de voorkeur. Het is I natuurlijk ook mogelijk een om de vrijstaande trapboom eventueel als trapboom volgens 15 de uitvinding uit te voeren.
De uitvinding omvat verder een trapboom als zodanig, in hoofdzaak bestaande uit een dragende boom en een dekkende boom, zoals hierboven gedefinieerd. Bij voor- I keur is deze trapboom, om redenen zoals hierboven aangegeven, afgeleid van een conventionele trapboom, met doorlopende nesten voor telkens een trede en een stoot· 20 bord, waarbij de conventionele trapboom door de nesten heen in de genoemde twee delen is gezaagd. De plaats van de zaagsnede is niet bijzonder kritisch, maar het is doelmatig gebleken om deze ongeveer midden door het nest aan te brengen of iets meer aan de kant van de afdekboom, waardoor de steunfunctie van de dragende boom voor de treden H wordt vergroot.
25 De uitvinding voorziet ook in een werkwijze voor het plaatsen van een trap met H uitwisselbare treden, zoals hierboven gedefinieerd, in een huis of gebouw, met het H kenmerk, dat men de trap tijdens de ruwbouwfase volgens op zichzelf bekende wijze en met voorlopige treden plaatst, en deze voorlopige treden tijdens de afbouwfase door de H definitieve treden vervangt, waarbij de dekkende trapboom en de eventueel aanwezige 30 stootborden desgewenst in de afbouwfase tegelijk met de definitieve treden worden aangebracht. Met ruwbouwfase wordt in dit verband gelijkgesteld het renoveren of op· knappen van een huis of gebouw.
De uitvinding wordt nu verder geïllustreerd aan de hand van de volgende tekeningen, waarin: 35 Figuur 1 een perspectivische tekening van een gedeeltelijk open en gedeelte •m 7 lijk gesloten trap volgens de uitvinding is, gezien vanaf de spilzijde;
Figuur 2 eveneens een perspectivische tekening van een gedeeltelijk open en gedeeltelijk gesloten trap volgens de uitvinding is, maar gezien vanaf een muurzijde; de Figuren 3 tot 6 detailtekeningen van de verschillende fasen van een dichte 5 trap weergeven in de volgorde van uitvoering;
Figuur 3 een dragende trapboom volgens de uitvinding toont, gemonteerd op een schaduwboom;
Figuur 4 de combinatie van een dragende trapboom en schaduwboom van Fig. 3 toont, maar thans voorzien van de eerste, voorlopige treden; 10 Figuur 5 de combinatie van een dragende trapboom en schaduwboom van
Fig. 3 toont, maar thans voorzien van de definitieve treden, met inkeping, de stootborden en de afdekboom.
Figuur 6 een gesloten trap in gemonteerde vorm toont; de Figuren 7 tot 10 detailtekeningen van de verschillende fasen van een open 15 trap weergeven in de volgorde van uitvoering;
Figuur 7 een dragende trapboom volgens de uitvinding toont, gemonteerd op een schaduwboom;
Figuur 8 de combinatie van een dragende trapboom en schaduwboom van Fig. 3 toont, maar thans voorzien van de eerste, voorlopige treden; 20 Figuur 9 de combinatie van een dragende trapboom en schaduwboom van
Fig. 3 toont, maar thans voorzien van de definitieve treden, met inkeping en de afdekboom.
Figuur 10 een open trap in gemonteerde vorm toont, waarbij thans ook de afdeklatjes zijn aangebracht.
25 Opgemerkt wordt, dat in de verschillende figuren voor dezelfde of soortgelijke onderdelen steeds dezelfde verwijzingscijfers zijn gebruikt.
Met verwijzing naar de Figuren 1 en 2, wordt een uitvoeringsvorm van een trap volgens de uitvinding getoond, met aan één kant van de treden 16, twee trapspillen 11, die door een conventionele trapboom 12 met elkaar zijn verbonden, en aan de andere 30 kant van de treden een trapboom volgens de uitvinding, die in hoofdzaak is opgebouwd uit een dragende boom 13 en een afdekboom 14. Bij voorkeur zijn de beide delen 13 en 14 van de trapboom op een schaduwboom 15 gemonteerd, die in veel gevallen aan een muur is bevestigd. De trap is in gesloten vorm verder uitgerust met de stootborden 17. Indien de trap echter in open vorm aanwezig is, wordt de verticale opening die in de toegepaste I 8 I voorkeursconstructie tussen de dragende trapboom 13 en de afdekboom 14 overblijft, bij I voorkeur opgevuld met een afdek- of vullatje 18.
I Zoals aangegeven, worden in de Figuren 3 tot 6 detaiitekeningen van de I constructie van een gesloten trap volgens de uitvinding getoond, terwijl in de Figuren 7 tot 5 10 details van de constructie van een open trap volgens de uitvinding worden getoond, in de Figuren 3 en 7 wordt een voorkeursconstructie van de dragende trapboom 13 volgens I de uitvinding getoond, gemonteerd op een schaduwboom 15. Het bovenprofiel van de I dragende boom is duidelijk zichtbaar, waaruit ook de constructie van de dragende boom I blijkt, gebaseerd op een conventionele trapboom voor een gesloten trap (d.w.z. met door- I 10 lopende nesten), waarbij de laatstgenoemde trapboom door deze nesten is doorgezaagd.
I Uit deze Figuren 3 en 7 blijkt ook, dat het doelmatig kan zijn - en in de praktijk ook I doelmatig is - om de dragende boom 13 en de schaduwboom vooraf met elkaar te verbin- I den en al één geheel te monteren. Op deze wijze wordt een grote stevigheid van de con- I structie verkregen, terwijl ook de maatvoering van de trap als geheel bij de montage beter 15 is gewaarborgd.
Verder wordt gewezen op de voorkeursuitvoering van de open trap, waarbij de I (horizontale) nesten van de treden doorlopen voorbij de verticale nesten voor de (fictieve) I stootborden, zoals het beste te zien is in Fig. 7. Op deze wijze wordt bereikt, dat de aan- I gebrachte treden doorlopen voor bij de verticale uitsparingen (zie de Figuren 8-10), die bij I 20 de afwerking van de trap bij voorkeur door de afdeklatjes 18 worden opgevuld (zie Fig.
I 10). Op deze wijze wordt een fraaier aanzicht verkregen dan wanneer de verticale uit- I sparing of het afdeklatje direct aan het einde van een trede zou lopen (hoewel een derge- I lijke uitvoeringsvorm natuurlijk niet is uitgesloten).
I Ook wordt gewezen tussen het verschil in de constructie van de eerste, voor- 25 lopige - doorgaans veel goedkopere - traptreden, zoals in Fig. 4 en Fig. 8 is getoond, en H de definitieve duurdere treden, die in de Figuren 5 en 6, resp. 9 en 10 zijn getoond. De eerstgenoemde treden hebben geen keep aan de voorzijde van de trede grenzend aan de I trapboom, terwijl de laatstgenoemde treden dat wel hebben. In het eerste geval is dat ook H niet nodig, omdat in de eerste fase - na de plaatsing van de trap met de voorlopige treden 30 - de afdekboom 14 nog niet wordt aangebracht. Bij de montage van de afdekboom is de constructie van de definitieve treden met de inkeping bijzonder voordelig, zoals hiervoor reeds uiteengezet is.
I Het zal voor een deskundige duidelijk zijn, dat modificaties en aanpassingen op de in deze aanvrage beschreven trap kunnen worden aangebracht, zonder dat wordt m 9 afgeweken van de essentie van de uitvinding. Dergelijke modificaties en aanpassingen zijn daarom mede in deze uitvinding begrepen.
1 n r\ - _

Claims (12)

1. Samengestelde houten trap, die ten minste twee steunorganen omvat, waartussen treden zijn aangebracht die in beide organen zijn gevat, waarbij ten minste één van de organen een trapboom is die de klimlijn volgt, met het kenmerk, dat de 5 trapboom een afzonderlijke dragende boom (13) en een ateonderlijke dekkende boom (14) omvat, waarbij de aansluitende uiteinden van de treden (16) op de dragende boom zijn geplaatst en de dekkende boom (14) op de dragende boom (13) en de genoemde uiteinden van de treden (16) is aangebracht.
2. Trap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beide delen (13,14) van de trapboom op een schaduwboom (15) zijn aangebracht.
3. Trap volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de dragende boom 13 en de schaduwboom (15) vooraf aan elkaar zijn bevestigd en als één geheel in het samenstei 15 van de trap worden gemonteerd.
4. Trap volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de schaduwboom (15) in wezen dezelfde afmeting heeft als de gezamenlijke delen (13, 14) van de trapboom in gemonteerde vorm of iets kleiner is. 20
5. Trap volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trapboom (13,14) op een conventionele trapboom voor een gesloten trap is gebaseerd, welke doorlopende nesten voor de treden (16) en voor stootborden (17) omvat, waarbij de conventionele trapboom door de doorlopende nesten is doorgezaagd. 25
6. Trap volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de treden (16), die deel uitmaken van het totale samenstel van de trap, aan de voorzijde grenzend aan de trapboom zijn voorzien van een inkeping, die op zodanige wijze is aangebracht, dat de dekkende boom (14) verticaal op het samenstel van de dragende 30 boom (13) en het aansluitende uiteinde van de trede (16) kan worden aangebracht.
7. Trap volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze teven stootborden (17) omvat. m V
8. Trap volgens één van de conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat in plaats van stootborden (17) een afdekelement (19) is aangebracht.
9. Trap volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in 5 de dragende boom (13) het nest voor de trede (16) doorloopt tot voorbij het nest voor het stootbord (17).
10. Trapboom, met het kenmerk, dat deze in hoofdzaak uit twee afzonderlijke delen bestaat, een dragende boom (13) en een dekkende boom (14). 10
11. Trapboom volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de trapboom op een conventionele trapboom voor een gesloten trap is gebaseerd, die doorlopende nesten voor de treden (16) en de stootborden (17) omvat, waarbij de conventionele trapboom door de doorlopende nesten is doorgezaagd. 15
12. Werkwijze voor het plaatsen van een trap met uitwisselbare treden, zoals gedefinieerd in één van de conclusies 1 tot 9, in een huis of gebouw, met het kenmerk, dat men de trap tijdens de ruwbouwfase volgens op zichzelf bekende wijze en met voorlopige treden plaatst, en deze voorlopige treden tijdens de afbouwfase door de definitieve 20 treden vervangt, waarbij de dekkende trapboom en de eventueel aanwezige stootborden desgewenst in de afbouwfase tegelijk met de definitieve treden worden aangebracht.
NL1022922A 2003-03-14 2003-03-14 Trap met uitwisselbare treden, alsmede trapboom die hierbij wordt toegepast. NL1022922C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022922A NL1022922C2 (nl) 2003-03-14 2003-03-14 Trap met uitwisselbare treden, alsmede trapboom die hierbij wordt toegepast.
EP04075798A EP1457620A1 (de) 2003-03-14 2004-03-12 Treppe mit austauschbaren Stufen sowie die dabei eingesetzte Treppenwange

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022922A NL1022922C2 (nl) 2003-03-14 2003-03-14 Trap met uitwisselbare treden, alsmede trapboom die hierbij wordt toegepast.
NL1022922 2003-03-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1022922C2 true NL1022922C2 (nl) 2004-09-16

Family

ID=32768733

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1022922A NL1022922C2 (nl) 2003-03-14 2003-03-14 Trap met uitwisselbare treden, alsmede trapboom die hierbij wordt toegepast.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1457620A1 (nl)
NL (1) NL1022922C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102020121039B4 (de) 2020-08-10 2022-03-24 Trepgo GmbH Verfahren und System zur Herstellung von Treppenstufen

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2480334A1 (fr) * 1980-04-09 1981-10-16 France Menuisiers Escalier prefabrique
FR2516136A1 (fr) * 1981-11-06 1983-05-13 Art Batiment Escalier droit
US5493823A (en) * 1994-11-17 1996-02-27 Baldi; John Three dimensional stringer pads for carpeted staircases

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2480334A1 (fr) * 1980-04-09 1981-10-16 France Menuisiers Escalier prefabrique
FR2516136A1 (fr) * 1981-11-06 1983-05-13 Art Batiment Escalier droit
US5493823A (en) * 1994-11-17 1996-02-27 Baldi; John Three dimensional stringer pads for carpeted staircases

Also Published As

Publication number Publication date
EP1457620A1 (de) 2004-09-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6397529B1 (en) Adjustable modular staircase
US6125598A (en) Modular traditional staircase
US20090293385A1 (en) Boltless Metal Stair Step System for Indoor/Outdoor Staircase Installation
AU2007329178B2 (en) Bracket for spigot or telescoping type joints between members
US4655017A (en) Wooden circular stair with balustrade and method for fabricating the same
US7159363B1 (en) Stairway and rail system
NL1022922C2 (nl) Trap met uitwisselbare treden, alsmede trapboom die hierbij wordt toegepast.
US20050081461A1 (en) Stair bracket system and method
US4627200A (en) Recessed mortise stair
US5737884A (en) Spiral stair case
KR102523690B1 (ko) 회전 가능한 알루미늄 데크 플레이트 구조체
US20220372765A1 (en) Modular staircase and method of constructing same
WO2005090705A1 (en) Stringer and step support kit for stairways
KR20100055605A (ko) 개량형 조립식 계단
KR100924619B1 (ko) 조립식 계단
BE1025942B1 (nl) Werkwijze voor het verbinden van twee balken
EP3626913A1 (en) An outdoor partition and a method for building a partition
US8973314B1 (en) Staircase newel system and method of installation
BE1023924A1 (nl) Systeem van elementen voor het samenstellen van een trap en een trap samengesteld met elementen van zulk systeem
US8112952B2 (en) Bent pole composite stairs
KR102113576B1 (ko) 기울기 조절이 가능한 휀스
CA2445172C (en) Stair bracket system and method
JP7194043B2 (ja) オープン階段の耐火構造
CN210288673U (zh) 地下室出地面楼梯间
EP1724408B1 (fr) Entretoise murale pour faux plafonds en placoplâtre

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20071001