NL1022814C2

NL1022814C2 - Device for fixing objects in a room.

Info

Publication number: NL1022814C2
Application number: NL1022814A
Authority: NL
Inventors: Wilhelmus Hubertus Roost
Original assignee: Wilhelmus Hubertus Roost
Priority date: 2003-02-28
Filing date: 2003-02-28
Publication date: 2004-08-31
Also published as: DE102004009669A1

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het fixeren van objecten in een ruimte.Short indication: Device for fixing objects in a room.

BESCHRIJVINGDESCRIPTION

5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het fixeren van objecten in een ruimte omvattende een langwerpig spanorgaan en spanmiddelen voor het spannen van het spanorgaan, alsmede zich aan een wand van de ruimte bevindende positioneringsmiddelen met verschillende positioneringsposities voor het fixerend doen uitstrekken van het 10 spanorgaan langs een object, waarbij het spanorgaan en de spanmiddelen deel uitmaken van een spanelement dat middels tenminste één handmatig losneembaar fixatie-orgaan fixeerbaar is ter plaatse van de positioneringsposities aan de positioneringsmiddelen.The invention relates to a device for fixing objects in a space comprising an elongated tensioning member and tensioning means for tensioning the tensioning member, as well as positioning means located on a wall of the space with different positioning positions for fixing the stretching of the tensioning member. tensioning member along an object, wherein the tensioning member and the tensioning means form part of a tensioning element that can be fixed by means of at least one manually releasable fixing member at the position of the positioning positions on the positioning means.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Duitse 15 octrooiaanvrage DE 2 920 547 Al, die een inrichting beschrijft voor het vastzetten van objecten in een laadruimte van een transportvoertuig met een vasthoudband, een houder voor het vastzetten daarvan en C-profielen aan de wand van de ruimte met verschillende bevestigingsposities voor het fixerend doen uitstrekken van de spanband langs een object. De 20 vasthoudband is verder voorzien van een spanhefboom waarmee de vasthoudband kan worden gespannen en die deel uitmaakt van een spanelement. Het spanelement kan worden vastgezet door middel van een kop die aan de C-profielen fixeerbaar is met een vaste moer die door middel van een handgreep kan worden vastgedraaid. Een nadeel van een dergelijke 25 inrichting is dat de spanband aan zijn vrije uiteinde met de hand moet worden aangetrokken waarbij eventueel gebruik kan worden gemaakt van een hefboom die los tegen een aanslag van de spaninrichting kan worden geplaatst. Na het aantrekken van de spanband blijft het vrije uiteinde ongeordend in een ruimte aanwezig, hetgeen niet alleen slordig oogt maar 30 ook gevaren kan opleveren voor iemand die in de laadruimte werkzaam is. Laadruimtes van transportvoertuigen zijn in de regel slecht verlicht en ') ? 2 ö 1 4 “ 2 een persoon die tussen in de laadruimte opgeslagen goederen moet manoeuvreren zou met één van zijn ledematen achter het vrije uiteinde van de spanband kunnen haken en daardoor kunnen vallen of zich anderszins kunnen blesseren.Such a device is known from German patent application DE 2 920 547 A1, which describes a device for securing objects in a loading space of a transport vehicle with a retaining belt, a holder for securing it and C-profiles on the wall of the space with different fixing positions for fixing the tensioning band along an object. The retaining band is further provided with a tensioning lever with which the retaining band can be tensioned and which forms part of a tensioning element. The tensioning element can be fixed by means of a head that can be fixed to the C-profiles with a fixed nut which can be tightened by means of a handle. A drawback of such a device is that the tensioning strap must be tightened by hand at its free end, whereby use can optionally be made of a lever which can be placed loosely against a stop of the tensioning device. After tightening the tensioning strap, the free end remains disorderly present in a space, which not only looks sloppy but can also present dangers for someone working in the loading space. Loading spaces of transport vehicles are generally poorly lit and ')? 2 ö 1 4 “2 a person who has to maneuver between goods stored in the loading space could hook with one of his limbs behind the free end of the strap and thereby fall or otherwise injure himself.

5 De internationale octrooiaanvrage W0-A1-98/57823 beschreven bevestigingssysteem is er sprake van een spanband die zich uitstrekt door een aan een wand van een ruimte bevestigd hol profiel dat aan zijn naar de ruimte gerichte zijde op regelmatige afstanden is voorzien van openingen die in bepaalde uitvoeringsvormen van elkaar worden begrensd 10 door omhoog en omlaag verplaatsbare pennen welke de mogelijkheid bieden om achter deze pennen langs het uiteinde van een lus van de spanband te doen uitstrekken. De spanband strekt zich vanaf een wikkel rol aan één uiteinde van het profiel uit naar het tegenover gelegen uiteinde van het profiel via de holte van het profiel. De wikkel rol staat onder 15 veerspanning, waardoor deze de neiging heeft om de spanband op te rollen. Via de genoemde openingen kan een deel van de spanband in de ruimte worden getrokken waardoor een lus ontstaat waarvan het uiteinde geslagen kan worden om omslagelementen zoals bovengenoemde pennen, waarbij de lus zich als geheel om een te fixeren object uitstrekt en dit object tegen 20 het profiel aandrukt onder invloed van de veermiddelen van de wikkel rol alsmede van verdere spanmiddelen voor de spanband aanwezig tussen de wikkel rol en het bijbehorende uiteinde van het profiel.The fastening system described in the international patent application WO-A1-98 / 57823, there is a tensioning strap extending through a hollow profile attached to a wall of a space and provided on its side facing the space at regular intervals with openings which certain embodiments of each other are limited by pins which are displaceable up and down and which offer the possibility of extending behind these pins along the end of a loop of the strap. The webbing strap extends from a winding roll at one end of the profile to the opposite end of the profile through the cavity of the profile. The winding roll is under spring tension, as a result of which it tends to roll up the strap. A part of the tensioning strap can be pulled into the space via the said openings, so that a loop is created, the end of which can be wrapped around turning elements such as the above-mentioned pins, the loop extending as a whole around an object to be fixed and this object against the profile. pressed under the influence of the spring means of the winding roller as well as further tensioning means for the tensioning belt present between the winding roller and the associated end of the profile.

Een variant van de in de genoemde internationale octrooiaanvrage beschreven uitvoeringsvormen is op de markt beschikbaar 25 onder de merknaam FIXTRON®. Hierbij is er sprake van een in hoofdzaak U-vormig profiel, tussen de poten waarvan zich pennen uitstrekken die tussen de poten kunnen worden uitgenomen voor het achter deze pennen aanbrengen van het uiteinde van een lus.A variant of the embodiments described in the said international patent application is available on the market under the brand name FIXTRON®. In this case there is a substantially U-shaped profile between the legs from which pins extend which can be taken out between the legs for fitting the end of a loop behind these pins.

Alhoewel aan de bovenstaand beschreven systemen volgens W0-30 Al-98/57823 en de FIXTRON®-variant zonder meer voordelen verbonden zijn, wordt een belangrijk nadeel ervan gevormd door de relatief hoge kostprijs 1.0228 1 4" 3 ervan waardoor dergelijke systemen commercieel nooit een succes zijn geworden. Deze hoge kostprijs hangt onder andere samen met de noodzaak om gebruik te maken van een relatief lange lengte spanband met een relatief lang profiel, terwijl bovendien op iedere positioneringspositie langs het 5 profiel een omslagelement, bijvoorbeeld in de vorm van een pen, aanwezig is enerzijds voor omslag door het uiteinde van een lus van de spanband en anderzijds voor het creëren van een lus. Daarnaast is met betrekking tot het FIXTRON®-systeem geconstateerd dat toepassing van dit systeem relatief tijdrovend kan zijn en bovendien fysiek zwaar, hetgeen met name 10 voor vrouwen een bezwaar vormt.Although the above-described systems according to WO-30 A1 -98 / 57823 and the FIXTRON®-variant are unquestionably linked, a significant disadvantage is their relatively high cost price 1,0228 1 4 "3, which means that such systems are never commercially viable. This high cost price is inter alia related to the need to use a relatively long length of strap with a relatively long profile, while, moreover, at every positioning position along the profile a folding element, for example in the form of a pin, is present on the one hand for wrapping through the end of a loop of the strap and on the other hand for creating a loop.In addition, it has been observed with regard to the FIXTRON® system that application of this system can be relatively time-consuming and moreover physically demanding, 10 is an objection for women.

De uitvinding beoogt nu al dan niet in voorkeursuitvoeringsvormen ervan, een inrichting volgens de aanhef te verschaffen, waarbij het gevaar van blessures als gevolg van een rondslingerend vrij uiteinde van een spanorgaan niet meer aanwezig is, of althans in 15 belangrijke mate wordt gereduceerd, waarvan de kostprijs lager is, terwijl anderzijds het gebruiksgemak ervan ten minste gelijk of nog beter is dan de beschreven inrichtingen volgens de stand van de techniek. Hiermee wordt aan een belangrijke voorwaarde voldaan om de inrichting volgens de uitvinding tot een commercieel succes te maken. In het licht 20 van bovengenoemde doelstellingen kenmerkt de inrichting volgens de uitvinding zich in eerste instantie doordat het spanelement verder is voorzien van een roteerbare wikkel rol waaromheen het spanorgaan kan worden opgerold.The invention now has for its object, whether or not in preferred embodiments thereof, to provide a device as described in the preamble, in which the danger of injuries as a result of a free end of a tensioning element lying around is no longer present, or at least significantly reduced, of which the cost price is lower, while on the other hand its ease of use is at least equal or even better than the described devices according to the prior art. This fulfills an important condition for making the device according to the invention a commercial success. In the light of the aforementioned objectives, the device according to the invention is characterized in the first instance in that the tensioning element is further provided with a rotatable winding roller around which the tensioning element can be rolled up.

Door toepassing van een dergelijk spanelement wordt in 25 eerste instantie bereikt dat deze dusdanig kan worden gepositioneerd dat het spanorgaan zich daarvandaan direct uitstrekt om een te fixeren object en waarmee wordt voorkomen dat het spanorgaan, dat bijvoorbeeld zeer geschikt in de vorm van een spanband kan zijn uitgevoerd, ongeordend in een ruimte aanwezig is, daar waar hiertoe bij de systemen volgens de 30 stand van de techniek op iedere positioneringspositie geleidingsmiddelen bijvoorbeeld in de vorm van een pen voor de spanband aanwezig zijn.By using such a tensioning element it is achieved in the first instance that it can be positioned such that the tensioning element extends therefrom directly around an object to be fixed and with which it is prevented that the tensioning element, which can for instance be very suitable in the form of a tensioning band is arranged in an unordered manner, where for this purpose guide means are present at every positioning position in the systems according to the prior art, for example in the form of a pin for the tensioning strap.

ί 0 2 d ö ) 4 I Bovendien kan aldus de noodzakelijke lengte van de spanband worden I beperkt.Moreover, the required length of the tensioning strap can thus be limited.

I De spanmiddelen omvatten bij voorkeur veermiddelen voor het I wikkelend doen roteren van de wikkel rol. Daarnaast is het uiteraard I 5 binnen het kader van de uitvinding ook uitstekend mogelijk om de I wikkel rol wikkelend te doen roteren door handmatige bediening van de I wikkel rol, bijvoorbeeld middels een hendel.The tensioning means preferably comprise spring means for winding the winding roll. In addition, it is of course also perfectly possible within the scope of the invention to make the wrapping roll rotate in a winding manner by manual operation of the wrapping roll, for example by means of a lever.

Al dan niet in combinatie met bovengenoemde veermiddelen is I het zeer voordelig indien de spanmiddelen twee gezamenlijk om een I 10 rotatie-as door rotatiemiddelen roteerbare spanlichamen omvatten I waartussen het spanorgaan alsmede de rotatie-as zich uitstrekt. Aldus kan (extra) trekspanning in het spanorgaan worden gecreëerd door, door I rotatie van de beide spanlichamen, het spanorgaan om beide spanlichamen te wikkelen.Whether or not in combination with the above-mentioned spring means, it is very advantageous if the tensioning means comprise two tensioning bodies that are rotatable jointly about an axis of rotation by rotation means, between which the tensioning member and the axis of rotation extend. (Extra) tensile stress can thus be created in the tensioning member by winding the tensioning member around both tensioning bodies by rotating the two tensioning members.

I 15 Een constructief zeer eenvoudige uitvoeringsvorm hiertoe I wordt verkregen indien het spanelement een tandwiel, een tandheugel in I aangrijping me het tandwiel en bedieningsmiddelen voor het verplaatsen I van de tandheugel ten opzichte van het tandwiel omvat waarbij de spanlichamen zijn verbonden met het tandwiel.A constructionally very simple embodiment for this purpose is obtained if the tensioning element comprises a gearwheel, a gear rack engaging the gearwheel and operating means for moving the gear rack relative to the gearwheel, the tensioning members being connected to the gearwheel.

I 20 Voor het verplaatsen van de tandheugel en aldus doen I roteren van de spanlichamen, geniet het de voorkeur indien de bedienings- I middelen een hefboom omvatten waarvan een uiteinde is verbonden met de I tandheugel. Dergelijk uitgevoerde bedieningsmiddelen vergroten de I constructieve eenvoud.For displacing the rack and thus causing the tensioning bodies to rotate, it is preferable if the operating means comprise a lever, one end of which is connected to the rack. Operating means of this type increase the structural simplicity.

25 Teneinde de trekspanning in het spanorgaan te handhaven I maar tevens de mogelijkheid te bieden om deze trekspanning op te heffen I zijn de bedieningsmiddelen bij grote voorkeur voorzien van een verplaatsbare haak die tegen veerwerking in van een eerste positie I geschikt om te haken om een aangrijpingselement van het spanelement naar I 30 een tweede positie ongeschikt om te haken om het aangrijpingselement kan I worden verplaatst. Een dergelijke verplaatsing kan bijvoorbeeld zeer I ‘022814- 5 geschikt een kanteling zijn. Het doen verplaatsen van de haak van de eerste positie naar de tweede positie kan handmatig geschieden waarbij slechts de mechanische weerstand van het desbetreffend veerorgaan dient te worden overwonnen.In order to maintain the tensile stress in the tensioning member but also to offer the possibility of releasing this tensile stress I, the operating means are very preferably provided with a movable hook which, against spring action in a first position I, is adapted to hook around an engaging element I can be moved from the tensioning element to a second position unsuitable for hooking around the engaging element. Such a displacement can, for example, very suitably be a tilt. Moving the hook from the first position to the second position can be done manually, whereby only the mechanical resistance of the spring element in question has to be overcome.

5 Een uit het oogpunt van constructieve eenvoud zeer voordelige uitvoeringsvorm wordt verkregen indien de fixatiemiddelen een langwerpig profiel omvatten. Het is hierbij zeer voordelig indien het profiel op regelmatige afstanden van elkaar is voorzien van uitsparingen ten behoeve van het fixeren van het spanelement ten opzichte van het 10 profiel. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm vindt fixatie van het spanelement dus plaats op discrete posities langs het profiel. Alternatief is het binnen het kader van de uitvinding uiteraard ook mogelijk om door gebruikmaking van geschikte klemmiddelen als fixatieorgaan het spanelement op willekeurig welke positie langs het profiel te fixeren. Dan is 15 er in wezen dus sprake van een oneindig aantal positioneringsposities.An embodiment which is very advantageous from the viewpoint of structural simplicity is obtained if the fixing means comprise an elongated profile. It is very advantageous here if the profile is provided at regular distances from each other with recesses for fixing the tensioning element with respect to the profile. In such an embodiment, fixation of the tensioning element thus takes place at discrete positions along the profile. Alternatively, it is of course also possible within the scope of the invention to fix the tensioning element at any position along the profile by using suitable clamping means as a fixation member. Then there is essentially an infinite number of positioning positions.

Teneinde het op eenvoudige wijze correct positioneren van het spanelement ten opzichte van het profiel mogelijk te maken vormt het profiel bij voorkeur een geleiding voor het spanelement.In order to enable correct positioning of the tensioning element relative to the profile in a simple manner, the profile preferably forms a guide for the tensioning element.

Teneinde te bewerkstelligen dat het profiel en het span-20 element niet van elkaar kunnen worden gescheiden is het uitermate voordelig indien het profiel een opsluitende geleiding vormt voor het spanelement, waardoor tevens niet het risico bestaat dat het spanelement valt, bijvoorbeeld op de voeten van een gebruiker.In order to ensure that the profile and the tensioning element cannot be separated from each other, it is extremely advantageous if the profile forms a locking guide for the tensioning element, whereby there is also no risk of the tensioning element falling, for example on the feet of a tensioning element. user.

Met betrekking tot het spanorgaan wordt opgemerkt dat deze 25 zeer voordelig kan zijn voorzien van een fixatieorgaan overeenkomstig het fixatieorgaan voor het spanelement voor het fixeren van het spanorgaan aan de fixatiemiddelen. Dit fixatieorgaan van het spanorgaan kan zowel aan het uiteinde van het spanorgaan zijn voorzien als verbonden zijn met een oog dat zich om het spanorgaan uitstrekt en daarlangs verplaatsbaar 30 is. In het laatste geval is het voor de toepassing noodzakelijk dat het vrije uiteinde van het spanorgaan ergens aan is vastgemaakt.With regard to the tensioning member, it is noted that it can very advantageously be provided with a fixing member in accordance with the fixing member for the tensioning element for fixing the tensioning member to the fixing means. This fixation member of the tensioning member can be provided both at the end of the tensioning member and be connected to an eye which extends around the tensioning member and can be moved along it. In the latter case, it is necessary for the application that the free end of the tensioning member is attached to something.

66

Met name voor het fixeren van zwaardere objecten is het zeer voordelig indien een stang is voorzien die positioneerbaar en fixeerbaar is tussen fixatiemiddelen aanwezig bij twee tegenover elkaar gelegen wanden van de ruimte. Het voor het fixeren van het relatief zware 5 object aandrukken van dit object kan dan plaatsvinden tegen de betreffende stang die beter bestand kan zijn tegen de daarmee gepaard gaande mechanische belasting dan een wand van een ruimte, zoals deze ruimte bijvoorbeeld gevormd kan worden door een laadruimte van een bestelwagen.In particular for fixing heavier objects it is very advantageous if a rod is provided which is positionable and fixable between fixing means present at two opposite walls of the space. Pressing this object to fix the relatively heavy object can then take place against the relevant rod, which can be more resistant to the associated mechanical load than a wall of a space, such as this space can for instance be formed by a loading space of a van.

10 Teneinde toepassing van de stang mogelijk te maken voor ruimtes met verschillende afmetingen geniet het de voorkeur indien de lengte van de stang instelbaar is.In order to make it possible to use the rod for spaces with different dimensions, it is preferable if the length of the rod is adjustable.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting 15 volgens de uitvinding. Hierbij wordt verwezen naar de navolgende figuren:The invention will be further elucidated on the basis of a description of a preferred embodiment of a device according to the invention. Reference is made to the following figures:

Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een ruimte voorzien van een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.Figure 1 shows a perspective view of a space provided with a preferred embodiment of the device according to the invention.

Figuren 2A t/m 2C tonen in loodrechte aanzichten een 20 spanelement in aangespannen toestand al dan niet in combinatie met een deel van een geleiding.Figures 2A to 2C show perpendicular views a tensioning element in the tensioned state, whether or not in combination with a part of a guide.

Figuren 3A t/m 3C tonen in loodrechte aanzichten het spanelement in niet-aangespannen toestand inclusief een spanband al dan niet in combinatie met een deel van een geleiding.Figures 3A to 3C show the clamping element in perpendicular views in the non-tensioned condition including a tension band, whether or not in combination with a part of a guide.

25 Figuren 4A en 4B tonen delen van het spanelement respectievelijk in niet-aangespannen en aangespannen toestand.Figures 4A and 4B show parts of the tensioning element in the non-tensioned and tensioned condition, respectively.

Figuren 5A en 5B tonen respectievelijk in boven- en vooraanzicht een verdere toepassingsmogelijkheid van de eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.Figures 5A and 5B show, in top and front view, respectively, a further possibility of application of the first embodiment of the device according to the invention.

30 Figuur 6 toont een fixatiestang.Figure 6 shows a fixation bar.

Figuren 7A en 7B tonen loodrechte aanzichten van de 10228*·; 7 omgeving van de fixatiestang ten behoeve van de tweede toepassingsmogelijkheid.Figures 7A and 7B show perpendicular views of the 10228 *; 7 environment of the fixation bar for the second application option.

Figuur 7C toont het aanzicht volgens de lijn VIIC-VIIC in figuur 7B.Figure 7C shows the view along the line VIIC-VIIC in Figure 7B.

5 Figuren 8A en 8B tonen respectievelijk in bovenaanzicht en in zijaanzicht een uiteinde van een spanelement.Figures 8A and 8B show one end of a tensioning element in top view and in side view, respectively.

Van rechthoekige ruimte 1 zijn in figuur 1 bodemvlak 2, zijvlak 3 en achtervlak 4 weergegeven. Een tegenover het bodemvlak 2 gelegen dakvlak, een tegenover zijvlak 3 gelegen tweede zijvlak en een 10 tegenover achtervlak 4 gelegen voorvlak zijn niet weergegeven in figuur 1, zodat het inwendige van de ruimte 1 zichtbaar is. Een dergelijke ruimte 1 zou bijvoorbeeld zeer geschikt gevormd kunnen worden door een laadruimte van een voertuig zoals een bestelauto.Figure 1 shows bottom surface 2, side surface 3 and rear surface 4 of rectangular space 1. A roof surface located opposite the bottom surface 2, a second side surface opposite the side surface 3 and a front surface opposite the rear surface 4 are not shown in Figure 1, so that the interior of the space 1 is visible. Such a space 1 could for instance very suitably be formed by a loading space of a vehicle such as a delivery van.

Langs zijvlak 3 en achtervlak 4 zijn op gelijke afstand van 15 bodemvlak 2 zich horizontaal uitstrekkende geleidingen 5, 6 aangebracht. Bij voorkeur is ook het tegenover het zijvlak 3 gelegen verdere zijvlak voorzien van een overeenkomstige geleiding. Langs de geleiding 5 is een spanelement 7 verschuifbaar dat nog nader zal worden toegelicht aan de hand van de figuren 2A t/m 4B.Along side surface 3 and rear surface 4 horizontally extending guides 5, 6 are arranged at the same distance from bottom surface 2. Preferably, the further side surface opposite the side surface 3 is also provided with a corresponding guide. A tensioning element 7 is slidable along the guide 5, which element will be further elucidated with reference to Figures 2A to 4B.

20 Vanaf het spanelement 7 strekt zich een flexibele spanband 8 uit om de vrije buitenzijden van vier vaten 9 die in een vierkante opstelling tegen zijvlak 3 en achtervlak 4 zijn geplaatst. Het vrije uiteinde van spanband 8 is verbonden met geleiding 6 op het achtervlak 4 van ruimte 1. Vanwege een met behulp van spanelement 7 aanwezige 25 trekspanning in spanband 8 zijn vaten 9 gefixeerd tegen zijvlak 3 en achtervlak 4 zodat het risico wordt uitgesloten of tenminste aanzienlijk wordt beperkt dat vaten 9 zich vrijelijk, bijvoorbeeld onder invloed van bewegingen tijdens transport, door ruimte 1 zullen verplaatsen.From the tensioning element 7 a flexible tensioning band 8 extends around the free outer sides of four vessels 9 which are placed in a square arrangement against side surface 3 and rear surface 4. The free end of tensioning band 8 is connected to guide 6 on the rear surface 4 of space 1. Because of a tensile stress present in tensioning band 8 with the aid of tensioning element 7, vessels 9 are fixed against side surface 3 and rear surface 4 so that the risk is excluded or at least considerably it is limited that vessels 9 will move freely through space 1, for example under the influence of movements during transport.

De figuren 2A t/m 2C tonen in loodrechte aanzichten 30 spanelement 7 waarbij in de figuren 2A en 2B tevens nog (een deel van) de geleiding 5 zichtbaar is. Ten behoeve van de duidelijkheid is in deFigures 2A to 2C show tensioning element 7 in perpendicular views, with (part of) the guide 5 also being visible in Figures 2A and 2B. For the sake of clarity is in the

< Kf / / u J<Kf / / u J

I figuren 2A t/m 2C spanband 8 niet weergegeven, dit in tegenstelling tot I de figuren 3A t/m 3C.Figures 2A to 2C do not show tensioning belt 8, in contrast to Figures 3A to 3C.

I Zoals zichtbaar in figuur 2B heeft geleiding 5 in I dwarsdoorsnede de vorm van een rechthoekige C. Geleiding 5 bezit dan ook I 5 een verticaal lijf 10, van respectievelijk het bovenste uiteinde en het I onderste uiteinde van het verticale lijf 10 uitstrekkende horizontale I bovenrand 11 en onderrand 12 en zich parallel aan het verticale lijf 10 I op respectievelijk bovenrand 11 en onderrand 12 aansluitende I bovenflensrand 13 en onderflensrand 14. Geleiding 5 is met het verticale I 10 lijf 10 naar zijvlak 3 gericht bevestigd aan dit zijvlak 3, waardoor aan I de naar de ruimte 1 gerichte zijde geleiding 5 is voorzien van een sleuf I waardoorheen spanelement 7 zich uitstrekt en kan worden verplaatst.As visible in Figure 2B, guide 5 has the shape of a rectangular C cross-section. Therefore, guide 5 has a vertical body 10, horizontal top edge extending from the upper end and the lower end of the vertical body 10, respectively. 11 and lower edge 12 and parallel to the vertical body 10, upper flange edge 13 and lower flange edge 14 connecting to upper edge 11 and lower edge 12, respectively. Guide 5 is attached to this side surface 3 with the vertical body 10 facing side surface 3, so that In the side guide 5 directed towards the space 1, it is provided with a slot I through which clamping element 7 extends and can be moved.

I Spanelement 7 is aan zijn bovenzijde en onderzijde I respectievelijk voorzien van een bovenste geleidingsrib 15 en een 15 onderste geleidingsrib 16 die zich uitstrekt in de ruimten tussen I respectievelijk de bovenflensrand 13 en onderflensrand 14 enerzijds en I lijf 10 anderzijds. Hierdoor wordt spanelement 7, althans in horizontale I richting loodrecht op de verplaatsingsrichting (geleidend) opgesloten I waardoor spanelement 7 en geleiding 5 in beginsel een eenheid vormen. Om I 20 de geleiding van het spanelement 7 te verbeteren is het mogelijk om de geleidingsribben 15, 16 te vervangen door rol elementen.Clamping element 7 is provided on its upper side and lower side I respectively with an upper guide rib 15 and a lower guide rib 16 which extends in the spaces between I and the upper flange edge 13 and lower flange edge 14 on the one hand and body 10 on the other. Tensioning element 7 is hereby enclosed (at least in the horizontal direction) perpendicular to the direction of movement (conductively) so that tensioning element 7 and guide 5 in principle form a unit. To improve the guidance of the tensioning element 7, it is possible to replace the guide ribs 15, 16 by roller elements.

I De geleidingsribben 15, 16 zijn met elkaar verbonden via I een U-vormig profiel 17 dat zich uitstrekt tussen de flensranden 13 en 14 I en waarvan de open zijde gericht is naar zijvlak 3. De geleidingsribben I 25 15, 16 zijn respectievelijk verbonden met de uiteinden van poten 18, 19 I van het U-vormig profiel 17 aan de buitenzijde daarvan. Lijf 20 van het I U-vormig profiel 17 schermt de nodige mechaniek zoals met name zichtbaar I in figuur 2C af.The guide ribs 15, 16 are connected to each other via a U-shaped profile 17 which extends between the flange edges 13 and 14 I and whose open side is directed to side surface 3. The guide ribs 15, 16 are respectively connected to the ends of legs 18, 19 I of the U-shaped profile 17 on the outside thereof. Body 20 of the I-U-shaped profile 17 shields the necessary mechanism as in particular visible in Figure 2C.

I De bovenrand 11 en onderrand 12 van geleiding 5 zijn op I 30 regelmatige afstand van elkaar voorzien van boringen, waarvan boringen 21 I in bovenrand 11 in figuur 2A (en 3A) zichtbaar zijn. Spanelement 7 is I 1022814- 9 eveneens voorzien van een boring welke zich uitstrekt door geleidingsrib 15 (verwijzingscijfer 22), poten 18 en 19 en geleidingsrib 16 (verwijzingscijfer 23). Door het in lijn brengen van de beschreven boringen in spanelement 7 en tegenover elkaar gelegen boringen in 5 geleiding 5 wordt de mogelijkheid gecreëerd spanelement 7 te fixeren ten opzichte van geleiding 5 door het doen uitstrekken van een fixatiepen 24 door genoemde boringen. Fixatiepen 24 voorkomt aldus door blokkering dat spanelement 7 langs geleiding 5 kan verschuiven.The upper edge 11 and lower edge 12 of guide 5 are provided at regular intervals with bores, bores 21 of which are visible in upper edge 11 in Fig. 2A (and 3A). Tensioning element 7 is also provided with a bore which extends through guide rib 15 (reference numeral 22), legs 18 and 19 and guide rib 16 (reference numeral 23). By aligning the described bores in clamping element 7 and opposite bores in guide 5, the possibility is created to fix clamping element 7 relative to guide 5 by causing a fixing pin 24 to extend through said bores. Fixation pin 24 thus prevents blocking element 7 from sliding along guide 5 by blocking.

Om deze blokkering tijdelijk ongedaan te maken is 10 fixatiepen 24 opgebouwd uit twee in lijn met elkaar gelegen fixatiepen-delen 60, 61 (zie figuren 8a en 8b). Tussen de naar elkaar toe gerichte uiteinden van deze pen-delen 60, 61 is een drukveer 64 werkzaam die de pen-delen 60, 61 naar buiten door bovengenoemde boringen forceert. De pen-delen 60, 61 hebben voor zover gelegen tussen geleidingsribben 15, 16 15 een grotere diameter dan de diameter van boringen 22, 23 in de geleidingsribben 15, 16. Hierdoor vindt aanslag van de pen-delen 60, 61 tegen de naar elkaar gerichte zijden van respectievelijk de geleidingsribben 15, 16 plaats.In order to temporarily undo this blocking, fixation pin 24 is made up of two fixation pin parts 60, 61 that are aligned with each other (see figures 8a and 8b). A compression spring 64 is operative between the mutually facing ends of these pin parts 60, 61, which force the pin parts 60, 61 outwardly through the above-mentioned bores. The pin parts 60, 61 have a larger diameter than the diameter of bores 22, 23 in the guide ribs 15, 16 insofar as they lie between guide ribs 15, 16. As a result of this, stop of the pin parts 60, 61 against the facing one another directed sides of the guide ribs 15, 16 respectively.

Langs de pen-delen 60, 61 strekt zich tussen de 20 geleidingsribben 15, 16 een bevestigingsstrip 65 uit. In het midden van deze bevestigingsstrip is een U-vormig geleidingslichaam 66 bevestigd. In de poten 67, 68 van de U-vorm van het geleidingslichaam 66 zijn boringen aangebracht voor geleiding van de naar elkaar gerichte uiteinden van pendelen 60, 61. Nabij dezelfde uiteinden is ieder van de pen-delen 60, 61 25 respectievelijk voorzien van een aangrijpingsdeel 62, 63 die door een gebruiker met duim en wijsvinger naar elkaar toe kunnen worden gedrukt tegen de veerwerking van drukveer 64 in. Aldus kunnen de pen-delen 60, 61 binnenwaarts uit de boringen in de bovenrand 11 en onderrand 12 van geleiding 5 worden bewogen waardoor verplaatsing van spanelement 7 langs 30 geleiding 5 mogelijk is. Zodra de gewenste positie van spanelement 7 langs geleiding 5 wordt bereikt laat de gebruiker de aangrijpingsdelen 1022814- Η 62, 63 los waardoor de pen-delen 60, 61 onder invloed van de drukveer 64 weer naar buiten zullen bewegen door aldaar aanwezige boringen in de bovenrand 11 en onderrand 12 van geleiding 5.Along the pin parts 60, 61, a fastening strip 65 extends between the guide ribs 15, 16. A U-shaped guide body 66 is mounted in the center of this mounting strip. In the U-shaped legs 67, 68 of the guide body 66, bores are provided for guiding the mutually facing ends of pin parts 60, 61. Near the same ends, each of the pin parts 60, 61 is respectively provided with a engaging part 62, 63 which can be pressed towards each other by a user with thumb and forefinger against the spring action of compression spring 64. The pin parts 60, 61 can thus be moved inwards out of the bores in the upper edge 11 and lower edge 12 of guide 5, whereby displacement of tensioning element 7 along guide 5 is possible. As soon as the desired position of tensioning element 7 along guide 5 is reached, the user releases the engaging parts 1022814-162, 63 so that the pin parts 60, 61 will move out again under the influence of the compression spring 64 through bores present therein in the upper edge 11 and lower edge 12 of guide 5.

Binnen het U-vormige profiel 17 is een roteerbare wikkel rol 5 25 aangebracht (niet weergegeven in figuur 8a en 8b) die onder invloed van torsieveer 26 de neiging heeft om spanband 8 (zie ook figuur 3C) eromheen op te wikkelen. Op afstand van wikkel rol 25 zijn twee staafvormige spanlichamen 27, 28 die zich op beperkte afstand van elkaar uitstrekken tussen twee schijven 29. Tussen de spanlichamen 27, 28 10 bevindt zich een spleet 30 waardoorheen spanband 8 zich vanaf wikkel rol I 25 in de richting van ruimte 1 uitstrekt.Arranged within the U-shaped profile 17 is a rotatable winding roller 5 (not shown in Figs. 8a and 8b) which, under the influence of torsion spring 26, tends to wind up tensioning band 8 (see also Fig. 3C) around it. At a distance from winding roller 25 are two rod-shaped tensioning bodies 27, 28 that extend at a limited distance between two discs 29. Between the tensioning bodies 27, 28 there is a gap 30 through which tensioning band 8 extends from winding roller I 25 in the direction from space 1.

I Iedere schijf 29 is concentrisch verbonden met tandwiel 30 I waarvan de tanden in aangrijping zijn met die van zich parallel aan I elkaar uitstrekkende tandheugels 31 die via verbindingsstrip 32 met I 15 elkaar zijn verbonden. Voor de gezamenlijke rotatie van spanlichamen 27, 28, schijven 29 en tandwielen 30 zijn lageringsplaten 33 voorzien die I zijn bevestigd aan de binnenzijden van poten 18, 19 van het U-vormig I profiel 17. Door verplaatsing van de tandheugels 31 in de langsrichting van het spanelement 7 kan een rotatie van de tandwielen 30 en daarmee van 20 de spanlichamen 27, 28 worden bewerkstelligd waardoor spanband 8 om de buitenzijden van spanlichamen 27, 28 kan worden gewikkeld (zie figuur 4B) vanuit een toestand waarbij dit nog niet het geval is (zie figuur 4A).Each disk 29 is concentrically connected to gear 30 whose teeth are in engagement with those of toothed racks 31 extending parallel to each other and which are connected to each other via connecting strip 32. For the joint rotation of tensioning bodies 27, 28, discs 29 and gear wheels 30, bearing plates 33 are provided which are attached to the inner sides of legs 18, 19 of the U-shaped profile 17. By displacing the toothed racks 31 in the longitudinal direction of the tensioning element 7 can cause a rotation of the gear wheels 30 and hence of the tensioning bodies 27, 28, whereby tensioning band 8 can be wound around the outer sides of tensioning bodies 27, 28 (see figure 4B) from a situation where this is not yet the case (see Figure 4A).

Ervan uitgaande dat het vrije uiteinde van spanband 8 is gefixeerd, zoals bijvoorbeeld weergegeven in figuur 1, kan aldus door het 25 omwikkelen van spanband 8 om de spanlichamen 27, 28 een extra trekspanning in spanband 8 worden verkregen, althans voor wat betreft het deel van spanband 8 dat zich uitstrekt tussen het spanelement 7 en het vrije uiteinde van spanband 8.Assuming that the free end of tensioning band 8 is fixed, as for instance shown in figure 1, an additional tensile stress can be obtained in tensioning band 8 by wrapping tensioning band 8 around tensioning bodies 27, 28, at least as regards the part of tensioning band 8 that extends between the tensioning element 7 and the free end of tensioning band 8.

Voor het doen verschuiven van de tandheugels 31 teneinde 30 het bovenstaand beschreven resultaat te verkrijgen is het spanelement 7 voorzien van een bedieningshendel 34 die roteerbaar is om rotatie-as 35 1022814« 11 en nabij zijn uiteinde dat zich binnen het U-vormige profiel 17 bevindt middels een scharnierarm 36 is verbonden met verbindingsstrip 32. Bedieningshendel 34 strekt zich uit door een opening 43 in poot 18 van het U-vormige profiel 17. De figuren 2C en 4B tonen de stand van de 5 bedieningshendel 34 en tandheugels 31 waarbij de spanband 8 is aangespannen, terwijl de figuren 3C en 4A de stand van de bedieningshendel 34 en tandheugels 31 tonen waarbij dit niet het geval is.For shifting the toothed racks 31 in order to obtain the result described above, the tensioning element 7 is provided with an operating handle 34 which is rotatable about axis of rotation 35 and near its end which is located within the U-shaped profile 17. is connected by means of a hinge arm 36 to connecting strip 32. Operating handle 34 extends through an opening 43 in leg 18 of the U-shaped profile 17. Figures 2C and 4B show the position of the operating handle 34 and toothed racks 31, the tensioning band 8 3C and 4A show the position of the operating handle 34 and racks 31 where this is not the case.

Teneinde de aangespannen stand te handhaven is de bedieningshendel 34 nabij zijn onderzijde voorzien van een om kantel as 37 10 kantelbare haak 38 die in figuur 2C aangrijpt om aangrijpingspen 39 die vast is verbonden met lijf 20 van het U-vormige profiel 17. Teneinde deze fixatie ongedaan te maken om van een aangespannen toestand terug te keren naar een niet-aangespannen toestand is de haak 38 tussen kantel as 37 en aangrijpingspen 39 verbonden met een bedieningsstang 40 die in vaste 15 verbinding is met drukknop 41 aan het bovenste uiteinde van bedieningshendel 34. Door het tegen de werking van drukveer 42 in, indrukken van drukknop 41 verplaatst de bedieningsstang 40 zich neerwaarts in de langsrichting van bedieningshendel 34, waardoor haak 38 met de klok mee kantelt om kantelas 37 waardoor de aangrijping van haak 38 om 20 aangrijpingspen 39 ongedaan wordt gemaakt en de tandheugels 31 zich weer terug kunnen verplaatsen van de stand volgens figuur 4B naar de stand volgens figuur 4A teneinde de verhoogde spanning in spanband 8 weg te nemen.In order to maintain the tensioned position, the operating handle 34 is provided near its underside with a tiltable hook 38 which in Figure 2C engages an engagement pin 39 which is fixedly connected to the body 20 of the U-shaped profile 17. In order to achieve this fixation to return from a tensioned state to a non-tensioned state, the hook 38 between tilt axis 37 and engagement pin 39 is connected to an operating rod 40 which is in fixed connection with push button 41 at the upper end of operating handle 34. By pressing push button 41 against the action of compression spring 42, the operating rod 40 moves downwards in the longitudinal direction of operating handle 34, as a result of which hook 38 pivots clockwise about pivot axis 37 whereby the engagement of hook 38 about engagement pin 39 is canceled. and the racks 31 can move back again from the position according to figure 4B to the position according to figure 4A t and to remove the increased tension in the strap 8.

In de figuren 3A t/m 3C is in tegenstelling tot in de 25 figuren 2A t/m 2C spanband 8 weergegeven. Zoals met name uit de figuren 3A en 3C duidelijk is op te maken tordeert spanband 8 binnen het U- vormige profiel 17 over een hoek van 90° tussen wikkel rol 25 en spanlichamen 27, 28.In contrast to FIGS. 2A to 2C, tensioning belt 8 is shown in Figures 3A to 3C. As can be clearly seen from Figs. 3A and 3C, tensioning strap 8 twists within U-shaped profile 17 through an angle of 90 ° between winding roller 25 and tensioning bodies 27, 28.

Middels een niet nader getoonde aanslag wordt voorkomen dat 30 haak 38 onder invloed van drukveer 42 tegen de klok in wordt gekanteld wanneer drukknop 41 niet wordt bediend.By means of a stop (not shown in more detail) it is prevented that hook 38 is tilted counter-clockwise under the influence of compression spring 42 when push button 41 is not operated.

1 0228 i 4 I Figuur 3B toont daarbij het vrije uiteinde 44 van spanband I 8 waaraan via een bevestigingsplaat 45 een fixatiepen 46 is bevestigd.Figure 3B shows the free end 44 of tensioning strap I 8 to which a fixation pin 46 is attached via a mounting plate 45.

I Fixatiepen 46 is slechts schematisch weergegeven in figuur 3b, maar zou I in de praktijk vergelijkbaar kunnen worden uitgevoerd als fixatiepen 24 5 (zie m.n. figuren 8a en 8b) waarbij fixatiepen 46 twee fixatiepen-delen I omvat tussen de naar elkaar gerichte uiteinden waarvan een veer werkzaam is. Aldus kunnen de boringen 22, 23 in de bovenrand 11 en onderrand 12 I van geleiding 5 (of uiteraard 6) worden benut om het vrije uiteinde 44 I van spanband 8 met een geleiding 5, 6 te verbinden, waarna met behulp van I 10 spanelement 7 een verhoogde spanning in spanband 8 teweeg kan worden I gebracht.Fixation pin 46 is only schematically shown in Figure 3b, but could in practice be designed similarly to fixation pin 24 (see in particular Figures 8a and 8b) wherein fixation pin 46 comprises two fixation pin parts between the ends facing one another of which one is effective. The bores 22, 23 in the upper edge 11 and lower edge 12 I of guide 5 (or of course 6) can thus be utilized to connect the free end 44 I of tensioning band 8 to a guide 5, 6, whereafter with the aid of I tensioning element 7 an increased tension in tensioning band 8 can be brought about.

I Aan de hand van de figuren 5a tot en met 7c wordt nog een I tweede toepassingsmogelijkheid van de voorkeursuitvoeringsvorm van de I inrichting volgens de uitvinding beschreven waarbij zo mogelijk tot I 15 dusver gehanteerde verwijzingscijfers worden overgenomen. Hierbij is er I sprake van een telescopische stang 51 die zich uitstrekt tussen tegenover I elkaar gelegen geleidingen 5 en 52 respectievelijk aan de binnenzijde van I tegenover elkaar gelegen zijwanden 3 en 53. Stang 51 wordt benut om, in I dit voorbeeld, een achttal rechthoekige dozen 54 op te sluiten tussen I 20 zijwanden 3, 53 en achterwand 4. Desgewenst kan toepassing van de I telescopische stang 51 worden gecombineerd met die van spanelement 7, I welke zich dan bij voorkeur op geleiding 5 aan de van de dozen 54 I afgekeerde zijde van stang 51 bevindt en U-vormig geslagen is om de dozen I 54 langs achtereenvolgens zijwand 3, achterwand 4 en zijwand 5 waarbij I 25 het vrije uiteinde van de spanband 8 is vastgemaakt aan geleiding 52 op een positie gelegen aan de van dozen 54 afgekeerde zijde van stang 51.A second application of the preferred embodiment of the device according to the invention is described with reference to Figs. 5a to 7c, wherein reference numerals used so far as possible are used. In this case there is a telescopic rod 51 which extends between opposite guides 5 and 52 and on the inside of side opposite walls 3 and 53, respectively. Rod 51 is used, in this example, to have eight rectangular boxes 54 to be enclosed between side walls 3, 53 and rear wall 4. If desired, use of the telescopic rod 51 can be combined with that of tensioning element 7, which is then preferably located on guide 5 on the side remote from boxes 54 is located on the side of the rod 51 and is U-shaped about the boxes 54 along successively side wall 3, rear wall 4 and side wall 5 wherein the free end of the tensioning band 8 is fixed to guide 52 at a position located on the of boxes 54 turned side of rod 51.

I Aldus worden de reactiekrachten door het aanspannen van de spanband door I het spanelement 7 opgevangen door de stang 51, welke dusdanig kan worden I gedimensioneerd dat deze daar beter tegen bestand is dan bijvoorbeeld I 30 zijwanden 3, 53 en achtervlak 4.The reaction forces are thus absorbed by the tensioning element 7 by the tensioning element 7 by the rod 51, which can be dimensioned such that it can withstand it better than, for example, side walls 3, 53 and rear surface 4.

I De figuren 7a tot en met 7c tonen hoe de bevestiging van I 1022814· 13 stang 51 aan geleiding 5, 53 plaatsvindt. Stang 51 is hiertoe via een gehoekt koppelstuk 55 verbonden met een fixatiepen 56 (aan beide uiteinden) welke zich uitstrekken door de boringen in de bovenrand 11 en onderwand 12 van de geleiding 5, 52. Net als fixatiepen 46 kan ook 5 fixatiepen 56 vergelijkbaar met fixatiepen 24 zijn uitgevoerd.Figures 7a to 7c show how the attachment of rod 51,113 to guide 5, 53 takes place. For this purpose rod 51 is connected via a angled coupling piece 55 to a fixation pin 56 (at both ends) which extend through the bores in the top edge 11 and bottom wall 12 of the guide 5, 52. Like fixation pin 46, fixation pin 56 can also be fixation pin 24 are made.

Alhoewel bovenstaand de uitvinding slechts is beschreven aan de hand van de toepassing waarbij het vrije uiteinde van de spanband 8 wordt bevestigd aan een geleiding, is het binnen het kader van de uitvinding tevens mogelijk om de spanband 8 als een lus te vormen zoals 10 beschreven in de eerder genoemde Internationale octrooiaanvrage WO 98/57823. In dat geval is het bijvoorbeeld zeer wel denkbaar dat het uiteinde van de spanband 8 in beginsel vast is verbonden met het spanelement 7 zodat vanaf het spanelement 7 een lus kan worden gecreëerd. Om het uiteinde van deze lus nu te bevestigen aan een geleiding, zou de 15 spanband 8 voorzien kunnen zijn van een oog dat verschuifbaar is langs de spanband 8 en waarin een fixatiepen zoals fixatiepen 56 is bevestigd.Although the above invention has only been described with reference to the application in which the free end of the strap 8 is attached to a guide, it is also possible within the scope of the invention to form the strap 8 as a loop as described in the aforementioned International Patent Application WO 98/57823. In that case, for example, it is quite conceivable that the end of the tensioning band 8 is in principle fixedly connected to the tensioning element 7 so that a loop can be created from the tensioning element 7. To now attach the end of this loop to a guide, the tensioning strap 8 could be provided with an eye that is slidable along the tensioning strap 8 and in which a fixation pin such as fixation pin 56 is mounted.

i u i. l 8 I 4 ~i u i. l 8 l 4 ~

Claims

Device for fixing objects in a space comprising an elongated tensioning member 8 and tensioning means for tensioning the tensioning member 8, as well as positioning means 5,6 arranged on a wall 3, 4 of the space with different positioning positions for fixing extending the clamping member 8 along an object 9, wherein the clamping member 8 and the clamping means form part of a clamping element 7 which can be fixed by means of at least one manually releasable fixing member 24 at the position of the positioning positions 21 on the positioning means 5, 6, characterized in that the tensioning element 7 is further provided with a rotatable winding roller 25 around which the tensioning element 8 can be rolled up.

2. Device as claimed in claim 1, characterized in that the tensioning means comprise spring means for winding the winding roll.

3. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the tensioning means comprise two tensioning bodies which are jointly rotatable about a rotation axis by rotation means and between which the tensioning member and the rotation axis extend.

4. Device as claimed in claim 3, characterized in that the tensioning element comprises a gearwheel, a gear rack in engagement with the gearwheel and operating means for moving the gear rack relative to the gearwheel wherein the tensioning bodies are connected to the gearwheel.

Device as claimed in claim 4, characterized in that the operating means comprise a lever, one end of which is connected to the gear rack.

6. Device as claimed in claim 4 or 5, characterized in that the operating means are provided with a displaceable hook which, against spring action, is adapted from a first position to hook around a gripping element from the tensioning element to a second position unsuitable for hooking around the engagement element can be moved.

Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the fixation means comprise an elongated profile.

Device as claimed in claim 7, characterized in that the profile is provided at regular distances from each other with recesses for fixing the tensioning element relative to the profile.

9. Device as claimed in claim 7 or 8, characterized in that the profile forms a guide for the tensioning element.

Device as claimed in claim 9, characterized in that the profile forms a confining guide for the tensioning element.

Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the tensioning member is provided with a fixation member 15 corresponding to the fixation member for the tensioning element for fixing the tensioning member to the fixation means.

12. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that a rod is provided which is positionable and fixable between fixing means present at two opposite walls of the space.

Device as claimed in claim 12, characterized in that the length of the rod is adjustable. "! 022 8 '4 -