[go: up one dir, main page]

NL1022657C2 - Afsluiter. - Google Patents

Afsluiter. Download PDF

Info

Publication number
NL1022657C2
NL1022657C2 NL1022657A NL1022657A NL1022657C2 NL 1022657 C2 NL1022657 C2 NL 1022657C2 NL 1022657 A NL1022657 A NL 1022657A NL 1022657 A NL1022657 A NL 1022657A NL 1022657 C2 NL1022657 C2 NL 1022657C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
liquid container
container according
upright
cap
closure cap
Prior art date
Application number
NL1022657A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Henricus Aloysius Kuhn
Edward Victor Burgers
Original Assignee
Sara Lee De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sara Lee De Nv filed Critical Sara Lee De Nv
Priority to NL1022657A priority Critical patent/NL1022657C2/nl
Priority to EP04710560A priority patent/EP1603808A1/en
Priority to PCT/NL2004/000107 priority patent/WO2004076308A1/en
Priority to TW93103286A priority patent/TW200420474A/zh
Application granted granted Critical
Publication of NL1022657C2 publication Critical patent/NL1022657C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D47/00Closures with filling and discharging, or with discharging, devices
    • B65D47/04Closures with discharging devices other than pumps
    • B65D47/20Closures with discharging devices other than pumps comprising hand-operated members for controlling discharge
    • B65D47/2018Closures with discharging devices other than pumps comprising hand-operated members for controlling discharge comprising a valve or like element which is opened or closed by deformation of the container or closure
    • B65D47/2056Closures with discharging devices other than pumps comprising hand-operated members for controlling discharge comprising a valve or like element which is opened or closed by deformation of the container or closure lift valve type
    • B65D47/2081Closures with discharging devices other than pumps comprising hand-operated members for controlling discharge comprising a valve or like element which is opened or closed by deformation of the container or closure lift valve type in which the deformation raises or lowers the valve port
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D47/00Closures with filling and discharging, or with discharging, devices
    • B65D47/04Closures with discharging devices other than pumps
    • B65D47/32Closures with discharging devices other than pumps with means for venting

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)

Description

Titel: Afsluiter
De uitvinding heeft betrekking op een vloeistofcontainer omvattende een afsluiter voor het afsluiten van de vloeistofcontainer, welke afsluiter een beweegbare afsluitkap omvat die is voorzien van ten minste een uitstroomopening, welke afsluiter een met de uitstroomopening 5 corresponderende staander omvat, en waarbij de afsluitkap onder invloed van overdruk in de vloeistofcontainer in axiale richting van de staander kan bewegen tussen een afsluitpositie en een uitstroompositie, in welke afsluitpositie de staander de uitstroomopening afsluit en in welke uitstroompositie de uitstroomopening vrij is ten opzichte van de staander.
10 Een dergelijke container is bekend uit het Europese octrooischrift EP700353 en dient voor het opslag en gebruik van vloeistoffen waaronder begrepen viskeuze stoffen zoals zepen en shampoos en dergelijke.
De bekende afsluitkap is gemaakt van een elastisch materiaal en bevat een aantal concentrische vouwen die zijn bedoeld om de afsluitkap een 15 betere axiale beweging langs de staander te laten uitvoeren. Hierdoor wordt bereikt dat de afsluiting beter is en de afsluitkap als een harmonica heen en weer kan bewegen. De bekende afsluitkap heeft echter als nadeel dat de doseringsgraad sterk afhankelijk is het type vloeistof dat in de houder is opgesloten. Daardoor kan bij een relatief minder viskeuze vloeistof 20 ongewenst veel vloeistof uit de houder stromen, en bij een relatief viskeuzere vloeistof minder vloeistof, of een aanzienlijk hogere druk zijn benodigd om een vereiste hoeveelheid vloeistof te kunnen doseren. De uitvinding heeft tot doel dit nadeel te vermijden en te voorzien in een vloeistofcontainer die goedkoper is te vervaardigen, minder samenstellende 25 componenten bevat en een zeer betrouwbare afsluiting biedt, waarbij de afsluiting nagenoeg onafhankelijk is van het type vloeistof dat zich in de houder bevindt of de in de houder aangebrachte druk.
1022657 H Dit doel wordt bereikt door een vloeistofcontainer van de H bovengenoemde soort, waarbij de afsluitkap een knikzone omvat om onder invloed van een relatief hoge eerste overdruk een relatief plotselinge vormverandering te ondergaan en naar de uitstroompositie te bewegen, en 5 om onder invloed van een relatief lage tweede overdruk in de H uitstroompositie te worden gehouden.
Een dergelijk "kikvors"-effect is op zich bekend en genereert een H tamelijk abrupte vormverandering door toepassing van specifieke materialen en vormen waarbij de afsluitkap twee relatief stabiele, onderling 10 van elkaar verschillende vormen kan aannemen. Dit gedrag is te vergelijken met knik (snap) in rechte, cilindrisch dunwandige voorwerpen die op druk worden belast en bij overschrijden van de knik weerstand plots bezwijken I zonder dat daar zichtbare vervorming aan vooraf gaat. In de sluittoestand is daarbij de afsluitkap onder een geringe voorspanning tegen de staander 15 gedrukt. Het voordeel van een dergelijke sluiting is dat een relatief grote I kracht benodigd is voor het openen van de container, zodat een geringe I drukverhoging niet direct een lekkage van de container tot gevolg heeft.
I Indien de fles echter is geopend, kan, door gebruik te maken van deze ontwerptechniek, een voor de gebruiker comfortabele lagere kracht worden 20 uitgeoefend om de opening geopend te houden en de vloeistof gemakkelijk te I doseren. Verder biedt een dergelijk knikeffect het voordeel, dat de afsluiter I als het ware dichtklapt en derhalve ook relatief snel gesloten wordt, zodat hinderlijk nadruppelen of dradenvorming niet of minder optreedt doordat de vloeistofstraal als het ware wordt afgesneden.
I 25 Op gemerkt wordt dat bij de afsluitkap in genoemd octrooischrift I EP700353 geen sprake is van een knikzone omdat deze afsluitkap niet I tussen een ongeknikte en een geknikte toestand beweegt maar heeft een I aantal permanente vouwen bezit.
I In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de knikzone een ringvormig I 30 middendeel, dat een welving omvat waarin gedurende het aanbrengen van I i! *3^7' 3 overdruk in de container een drukopbouw kan optreden. De knikzone kan een verzwakking omvatten. Een dergelijke verzwakking biedt de gelegenheid een betrouwbaarder en reproduceerbaarder knik tot stand te brengen, die steeds onder ruwweg dezelfde condities op nagenoeg steeds 5 dezelfde plaats optreedt.
Bij analyse blijkt daarbij een concentratie van drukkrachten op te treden, waardoor de afsluitkap bij toenemende druk spontaan van vorm van kan veranderen, nagenoeg zonder dat een geleidelijke verandering daaraan vooraf gaat. Bij voorkeur bezit de knikzone een geringere dikte dan een 10 meer naar de randen toe gelegen deel van de afsluitkap. De afsluitkap heeft bij voorkeur in de afsluitpositie een naar binnen gekeerde conische vorm en in de uitstroompositie een naar buiten gekeerde conische vorm. Door een dergelijke naar binnen gekeerde conische vorm zal bij een axiale verplaatsing de afsluitkap enigszins samengedrukt te worden, waardoor 15 genoemde drukopbouw kan worden versterkt.
Daarbij is het mogelijk, dat de afsluiter een retourventiel omvat waardoor lucht in de vloeistofcontainer kan worden gezogen ter compensatie van de uitgestroomde vloeistof. Bij de conventionele sluitingen was daarbij als regel nodig dat gebruik gemaakt werd van relatief stijve 20 containerwanden, om deze terugstroming te bevorderen. Door gebruik van het retourventiel als bovengenoemd kan de container dunner en derhalve goedkoper worden uitgevoerd omdat de terugstroming gemakkelijk tot stand komt, zonder dat het risico bestaat op lekken. Het retourventiel dient in dit verband als een zogenaamde "dubbele beluchting", waarbij lucht via de 25 uitstroomopening binnenstroomt, wanneer de overdruk in de fles wegvalt doordat een gebruiker stopt deze in te knijpen. Door de semi-stabiele openingsstand van de afsluitkap kan de lucht aanvankelijk via de uitstroomopening terugstromen, waardoor de vloeistofstraal wordt onderbroken. De beluchting wordt vervolgens overgenomen door het openen 30 van het retourventiel, waardoor de druk kan worden genormaliseerd.
') ί; ν'. · 7 H Hierdoor kan lucht in de houder stromen en wordt de vloeistofstraal in een H abrupte beweging onderbroken, zonder dat hinderlijk nadruppelen optreedt of de vorming van vloeistofdraden. Op gemerkt wordt, dat deze dubbele beluchting zelfstandig kan worden toegepast.
H 5 Het retourventiel kan zijn uitgevoerd met een sleuf die in een randstuk is aangebracht, dat aansluit op de rand van de afsluitkap, welke H sleuf kan worden afgesloten door een met de flexibele afsluitkap verbonden strip.
H In een verdere uitvoeringsvorm omvat de staander middelen voor het 10 uitvoeren van een geringe axiale beweging. Dergelijke middelen kunnen een H flexibel dwarsdeel omvatten waarop de staander is aangebracht. Een dergelijke flexibel uitgevoerde staander kan fungeren als retourventiel doordat bij het terugstromen van de lucht en door onderdruk in de houder, de staander een geringe binnenwaarts gerichte beweging uitvoert. Verder 15 kan door een dergelijke flexibele staander worden voorkomen, dat bij al te I grote drukverhogingen of versnellingen de afsluiter ongewenst zou worden geopend zodat vloeistof in een te grote dosering zou kunnen wegstromen.
Door gebruik te maken van de flexibele ophanging beweegt in zo'n geval de staander aanvankelijk met de afsluitkap mee en wordt een vertraging of I 20 afremming van dergelijke verschijnselen bewerkstelligd, zodat de afsluiter I een geringe naijlwerking heeft op de daarop aangebrachte krachten. Dit I bevordert het gebruiksgemak en verhindert dat de container ongewenst leegstroomt.
I Ter verbetering van de afsluiting en doseermogelijkheden kan de 25 staander conisch zijn uitgevoerd. Daarbij kan de uitstroomopening van de afsluitkap een opstaande rand omvatten die in afsluitpositie over een lengte passend om de staander sluit. Bij voorkeur is de opstaande rand afgekort teneinde bij de sluitbeweging de vloeistofstraal af te snijden en zo een I schone afsluiting te creëren zonder nadruppelen of trekken van I 30 vloeistofdraden.
I 1 n / ? ft ς 7 5
De uitvinding zal nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Hierin toont:
Fig. 1 een schematische weergave in zijaanzicht van de vloeistofcontainer volgens de uitvinding; 5 Fig. 2 een schematische weergave in zijaanzicht van de vloeistofcontainer volgens de uitvinding, met de afsluitkap in afsluitpositie;
Fig. 3 een schematische weergave in zijaanzicht van de vloeistofcontainer volgens de uitvinding, met de afsluitkap in uitstroompositie; 10 Fig. 4 een schematische weergave in zijaanzicht van de vloeistofcontainer volgens de uitvinding, waarbij lucht via de uitstroompositie wordt ingezogen;
Fig. 5 een schematische weergave in zijaanzicht van de vloeistofcontainer volgens de uitvinding, waarbij lucht via een retourventiel 15 wordt ingezogen;
Fig. 6 een schematische weergave van de alternatieve uitvoeringsvorm van de vloeistofcontainer volgens de uitvinding,
Fig. 7 een schematische weergave in zijaanzicht van de vloeistofcontainer van fig. 7.
20 Fig. 8 een weergave is in doorsnede van een afsluitkap volgens de voorkeursuitvoeringsvorm;
Fig. 9a een schematische weergave is van het knikgedrag van de afsluitkap van fig. 8.
Fig. 9b een kracht-weg diagram is die het knikgedrag weergeeft op 25 een positie A-A in figuur 9a;
In de figuren zijn gelijke of overeenstemmende delen met dezelfde verwijzingscijfers benoemd.
Onder verwijzing naar figuren 1 en 2 is schematisch een (deel van 30 een) vloeistofcontainer 1 weergegeven. In figuur 1 is daarbij de afsluiter 2 ί ·-,·' ^ t. o c H weergegeven in een perspectivische weergave; figuur 2 toont een weergave H in doorsnede. De vloeistofcontainer 1 is bij voorkeur van een goedkope kunststof, bijvoorbeeld: LPE of LLDPE vervaardigd en kan verder allerlei typen (niet weergegeven) vloeistoffen omvatten, waarbij met het materiaal 5 van de wand rekening kan zijn gehouden met het type vloeistof dat wordt opgesloten. In het navolgende zal onder vloeistof ook allerlei viskeuze en semi-vloeibare stoffen zoals zepen, shampoos en dergelijke worden verstaan.
De container 1 wordt afgesloten door een afsluiter 2. Omwille van de duidelijkheid zijn de container en afsluiter disproportioneel weergegeven.
H 10 De afsluiter 2 omvat een randstuk 3 van een relatief stijf materiaal. Het randstuk is langs een omtrekszijde 4 gekoppeld met een flexibele afsluitkap 5 die een centrale uitstroomopening 6 omvat. In figuur 2 is met de wand 7 een deel weergegeven dat een onderdeel vormt van de vloeistofcontainer 1.
Deze wand 7 is doorgaans enigszins versterkt of althans van een stijf 15 materiaal vervaardigd, en vormt volgens uitvoeringsvoorbeeld van fig. 2 een cilindrische holte waarin het randstuk 3 en de afsluitkap 5 kunnen worden geklemd, waarbij de afsluitkap tussen het randstuk 3 en de wand 7 wordt gehouden. Hoewel in het zijaanzicht van fig. 2 het randstuk 3 en afsluitkap 5 uit losse componenten lijken te bestaan zijn deze componenten buiten het 20 vlak van tekening met elkaar verbonden en zijn beide onderdelen elk bij I voorkeur uit één geheel gevormd. Door combinaties van een relatief stijf I randstuk 3 en een relatief meer flexibel materiaal voor de afsluitkap 5 kan I door de getoonde constructie een goede afsluiting nabij de randen 4 worden verkregen. In de voorkeursuitvoeringsvorm omvat de afsluitkap verder een I 25 lip 8 die tezamen met een sleuf 9 in het randstuk 3 een retourventiel 10 I vormt, waarvan de werking onder verwijzing naar figuur 5 nader zal I worden toegelicht.
I In het randstuk 3 is een opening 11 gevormd, d.w.z., door een I opening 11 in het randstuk kan vloeistof stromen, waarbij de omtreksrand I 30 van het randstuk althans in hoofdzaak op de wand 7 van de I :! n :·: .·: ï·. 7 7 vloeistofcontainer 1 aansluit. Naast een doorstroomopening 11 voor de vloeistof bezit het randstuk 3 verder een staander 12 die door ten minste één dwarsdeel 13 aansluit op de omtrekszijde van het randstuk 3 teneinde de staander 12 te positioneren. Volgens het voorbeeld is de staander 5 centraal in de opening 12 gepositioneerd, en kan door een stervormige configuratie van dwarsdelen 13 die aangrijpen op de staander 12, rondom vloeistof stromen. Vanzelfsprekend zijn ook ander configuraties mogelijk, bijvoorbeeld, een configuratie waarbij de staander 12 meer naar de omtrekszijde van de rand is geplaatst en slechts aan één zijde een 10 doorstroomopening biedt voor het doorstromen van vloeistof.
Zoals nader onder verwijzing naar figuren 3-5 zal worden toegelicht is de afsluitkap 5 axiaal beweegbaar over de staander 12 aangebracht. In figuur 2 is de afsluitkap weergegeven een afsluitpositie. In deze positie sluit de kap 5 de vloeistofcontainer 1 af en kan de vloeistof daar niet uit stromen 15 doordat de afsluitkap 5 passend sluit rond de staander 12. Deze positie is de rustpositie; d.w.z. slechts door het aanbrengen van een overdruk in de container 1, bijvoorbeeld, door deze samen te knijpen, kan de afsluitkap uit deze positie worden bewogen.
In figuur 3 is weergegeven hoe de afsluitkap 5 in de uitstroompositie 20 wordt gebracht. In dit geval is in de fles een relatief forse overdruk aangebracht door deze even stevig in te knijpen. Hierdoor ondergaat de afsluitkap 5 een vormverandering en beweegt van de in figuur 2 weergegeven afsluitpositie naar de in de figuur 3 weergegeven uitstroompositie. De afsluitkap 5 is nu in axiale richting langs de staander 25 12 bewogen en beweegt daarbij van de staander 12 af. Hierdoor ontstaat een ruimte 14 rond de staander waardoor vloeistof uit de vloeistofcontainer 1 kan stromen. De afsluitkap 5 is zodanig vormgegeven dat deze onder invloed van het inknijpen van de vloeistofcontainer 1 een relatief plotselinge vormverandering ondergaat en beweegt naar de getoonde tweede 30 uitstroompositie. Eenmaal in deze positie kan de afsluitkap 5 onder invloed I- (>,. / H van een relatief lage tweede overdruk in de uitstroompositie worden gehouden. Het is daardoor voor een consument niet nodig om steeds hard in de fles te knijpen.
Figuren 4 en 5 tonen vervolgens de omgekeerde beweging van de H 5 afsluitkap, wanneer, na het uitknijpen van de vloeistof, de druk weer wordt verminderd, zodat de afsluitkap weer naar de in figuur 2 weergegeven ruststand terugspringt waarin de afsluitkap 5 zich in de afsluitpositie bevindt. Alvorens deze zich in deze positie bevindt, kan echter een hoeveelheid lucht door de uitstroomopening 6 de fles instromen zoals is H 10 weergegeven volgens pijlen P. In de voorkeursuitvoeringsvorm is zoals in figuur 5 is weergegeven in het randstuk een retourventiel 10 aangebracht, waardoor lucht in de vloeistofcontainer 1 kan worden gezogen. Hoewel andere uitvoeringen mogelijk zijn, kan zo'n retourventiel 10 eenvoudig worden gevormd door een lip 8, die onderdeel uitmaakt van de afsluitkap 5.
15 De lip 8 is gestoken in een sleuf 9 en sluit naar één zijde 15 de container af van de buitenlucht. In de ruststand, of bij het aanleggen van een zekere I overdruk, of indien de vloeistof daartegen drukt, wordt de lip tegen de zijde I 15 gedrukt, waardoor de lip de container afsluit. Echter, zoals in figuur 5 is I weergegeven kan door het optreden van onderdruk in de container de lip 8 20 naar de van de zijde 15 afgekeerde zijde 16 bewegen, zodat de lucht via de sleuf 9 de container instroomt, als weergegeven door pijl Q. Doordat de lucht reeds bij een relatief geringe onderdruk in de container 1 kan worden I gezogen kan deze van minder stijf materiaal worden vervaardigd, hetgeen de productiekosten kan verminderen.
I 25 Figuren 6 en 7 tonen tenslotte een modificatie van het in de figuren 1- I 5 getoonde concept, waarbij de staander 12 eveneens flexibel kan bewegen I doordat deze is aangebracht op een flexibel dwarsdeel 17. Het flexibele deel I 17 kan een licht gewelfde, bijvoorbeeld stervormige ophanging hebben, I waardoor de stijve middenstaander 12 een geringe axiale beweging kan I 30 uitvoeren, onder invloed van bijvoorbeeld een heftige versnelling, I 1022657 9 bijvoorbeeld door een schok doordat de fles op de grond valt of doordat de fles plotseling wordt samengedrukt. Door deze uitvoeringsvorm wordt dan aanvankelijk voorkomen dat de uitstroomopening 6 wordt geopend, doordat de staander 12 in dat geval met de afsluitkap 5 meebeweegt en de 5 uitstroomopening 6 gesloten blijft. Pas nadat de staander 12 is teruggeveerd, of als de afsluitkap verder axiaal beweegt dan de staander 12 kan bewegen, wordt een uitstroomopening 6 gevormd.
In figuren 1-7 is de staander 12 weergegeven met een conische vorm. Daarbij kan de uitstroomopening van de afsluitkap een opstaande rand 18 10 omvatten die in afsluitpositie over een lengte passend om de staander sluit. Verder kan op de staander een (niet weergegeven) concentrische verdikking zijn aangebracht voor het verkrijgen van een lijnafsluiting.
In figuur 8 is een nadere perspectivische weergave getoond van een doorsnede van de afsluitkap 5 volgens de uitvinding. De afsluitkap 5 omvat 15 een knikzone 19 omvat om onder invloed van een relatief hoge eerste overdruk een relatief plotselinge vormverandering te ondergaan en naar de uitstroompositie te bewegen, en om onder invloed van een relatief lage tweede overdruk in de uitstroompositie te worden gehouden. De knikzone 19 is in de figuur weergegeven als een ringvormig middendeel, dat een welving 20 omvat waarin gedurende het aanbrengen van overdruk in de container een drukopbouw kan optreden. Hoewel in de figuur een nagenoeg uniforme ringvormige knikzone 19 is weergegeven, kunnen ook andere geometrieën, stervormige zones of dergelijke een soortgelijk effect bereiken. Uit analyse is gebleken, dat de o.a. de welving, de dikte en geometrie van de knikzone 19 25 van invloed zijn op het knikeffect in verband met de uitvinding, waarbij de vakman in de praktijk, o.a. door middel van eindige elementen analyse, in staat is door afstemming van o.a. genoemde parameters een optimaal knikgedrag van de afsluitkap 5 te controleren. Zoals in de figuur is te zien, is verder de knikzone 19 uitgevoerd met een relatief geringere dikte dan een 30 meer naar de randen toe gelegen deel 20 van de afsluitkap 5. Hierdoor Ί Q77 7^7 H kunnen de drukkrachten in de knikzone worden geconcentreerd, wat een controleerbaar en reproduceerbaar knikeffect tot gevolg heeft.
In figuren 9a en 9b is tenslotte een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de afsluitkap 5 weergegeven. Hierbij is de opstaande rand 18 afgekort.
5 Door deze afkorting wordt bij de sluitbeweging de vloeistofstraal beter afgesneden waardoor nadruppelen of het trekken van vloeistofdraden wordt H vermeden. De opstaande rand 18 sluit in de ruststand in hoofdzaak aan op de wand van de staander (niet weergegeven). De afkorting 21 omvat een bovenvlak 22 dat in hoofdzaak dwars op de opstaande rand georiënteerd.
10 Tussen het bovenvlak 22 en de opstaande rand 18 is een scherpe overgang 23 aanwezig.
In de figuur is de afsluitkap 5 in de rusttoestand 24 (sluittoestand) I weergegeven, waarbij de afsluitkap een concave conische vorm bezit. In dezelfde figuur is de uitstroompositie 25 weergegeven. In deze toestand is 15 een knik 26 ontstaan, waardoor de afsluitkap in een stabiele toestand kan worden gehouden, door het onderhouden van een relatief lichte overdruk in I de container.
I In figuur 9b is het kracht-wegdiagram weergegeven dat door eindige I elementen analyse is verkregen bij de in figuur 9a vertoonde configuratie.
20 Daarbij is ter plaatse van de lijn A-A een diktevariatie toegepast. Algemeen volgt uit figuur 9b dat een verplaatsing aanvankelijk relatief veel kracht I (weergegeven door letter F) kost, tot een knikpunt wordt overschreden, I waarna de uitgeoefende kracht relatief plotseling veel minder wordt. Door I het variëren van de dikte kan de grootte van de benodigde maximale kracht 25 worden geregeld, waarbij de bovenste lijn 27 het kracht-wegverloop bij een I relatief grote dikte van de afsluitkap, en de onderste lijn 28 het kracht- wegverloop bij een relatief minder grote dikte van de afsluitkap ter plaatse I van de lijn A-A weergeeft. Op soortgelijke wijze kan het kracht-weg diagram I worden beïnvloed door het aanbrengen van een verzwakking 29, die op een I 30 bepaalde positie langs de lijn R in de knikzone kan zijn aangebracht. Ook I '·η?2*57~ 11 het variëren van de dikte van de afsluitkap 5 ter plaatse van de randdelen B en C blijkt van invloed op het besproken knikgedrag.
Hoewel de uitvinding is beschreven aan de hand van de in de tekening weergegeven voorkeursuitvoeringsvormen, kan deze modificaties 5 bevatten zonder af te wijken van de geest en reikwijdte van de vinding. Zo is het mogelijk dat randstuk 3 en afsluitkap 5 uit één materiaal zijn gevormd door spuitgieten. Verder is ook mogelijk dat meerdere staanders zijn toegepast. Dergelijke modificaties worden geacht te zijn gelegen in het bereik van de uitvinding, zoals gedefinieerd door de navolgende conclusies.
10 1 0 2 2 R S 7

Claims (14)

  1. 2. Vloeistofcontainer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de I 15 knikzone een ringvormig middendeel omvat, dat een welving omvat waarin I gedurende het aanbrengen van overdruk in de container een drukopbouw I kan optreden.
  2. 3. Vloeistofcontainer volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de I knikzone een verzwakking omvat.
  3. 4. Vloeistofcontainer volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de knikzone geringere dikte bezit dan een meer naar de randen toe gelegen deel van de afsluitkap.
  4. 5. Vloeistofcontainer volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afsluitkap in de afsluitpositie een naar i'i 'iNj «' - binnen gekeerde conische vorm heeft en dat de afsluitkap in de uitstroompositie een naar buiten gekeerde conische vorm heeft.
  5. 6. Vloeistofcontainer volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afsluiter een retourventiel omvat 5 waardoor lucht in de vloeistofcontainer kan worden gezogen.
  6. 7. Vloeistofcontainer volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het retourventiel een sleuf omvat die in een randstuk is aangebracht dat aansluit op de rand van de afsluitkap, welke sleuf kan worden afgesloten door een met de flexibele afsluitkap verbonden strip.
  7. 8. Vloeistofcontainer volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de staander middelen omvat voor het uitvoeren van een geringe axiale beweging.
  8. 9. Vloeistofcontainer volgens conclusie 8, waarbij de middelen voor het uitvoeren van een axiale beweging een flexibel dwarsdeel omvatten waarop 15 de staander is aangebracht.
  9. 10. Vloeistofcontainer volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de staander conisch is uitgevoerd.
  10. 11. Vloeistofcontainer volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uitstroomopening van de afsluitkap 20 een opstaande rand omvat die in afsluitpositie over een axiale lengte passend om de staander sluit.
  11. 12. Vloeistofcontainer volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de op staande rand is afgekort. Η 13. Vloeistofcontainer volgens ten minste één van de voorgaande H conclusies, met het kenmerk, dat op de staander een concentrische verdikking is aangebracht voor het verkrijgen van een lijnafsluiting.
  12. 14. Vloeistofcontainer volgens ten minste één van de voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat de afsluitkap een spuitgietproduct is van een thermoplastisch elastomeer.
  13. 15. Vloeistofcontainer volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de container van een relatief dun flexibel materiaal is vervaardigd.
  14. 16. Afsluiter voor een vloeistofcontainer volgens ten minste één van voorgaande conclusies. I 1022657
NL1022657A 2003-02-12 2003-02-12 Afsluiter. NL1022657C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022657A NL1022657C2 (nl) 2003-02-12 2003-02-12 Afsluiter.
EP04710560A EP1603808A1 (en) 2003-02-12 2004-02-12 Closure device
PCT/NL2004/000107 WO2004076308A1 (en) 2003-02-12 2004-02-12 Closure device
TW93103286A TW200420474A (en) 2003-02-12 2004-02-12 Closure device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022657 2003-02-12
NL1022657A NL1022657C2 (nl) 2003-02-12 2003-02-12 Afsluiter.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1022657C2 true NL1022657C2 (nl) 2004-08-16

Family

ID=32923869

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1022657A NL1022657C2 (nl) 2003-02-12 2003-02-12 Afsluiter.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1603808A1 (nl)
NL (1) NL1022657C2 (nl)
TW (1) TW200420474A (nl)
WO (1) WO2004076308A1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2895687B1 (fr) * 2006-01-02 2008-07-04 Lvmh Rech Buse de distribution de produit fluide, dispositif de distribution comprenant une telle buse et procede de fabrication
DE102006017957B3 (de) * 2006-04-13 2007-05-16 Kunststofftechnik Waidhofen An Selbstschließendes Ventil
TWI651070B (zh) * 2013-12-06 2019-02-21 瑞士商拜耳保健消費品股份有限公司 用於施配可流動材料之施配器
WO2015149160A1 (en) * 2014-04-04 2015-10-08 Isλmi Vision Inc. Valve closures
DE102018208110A1 (de) * 2018-05-23 2019-11-28 F. Holzer Gmbh Abgabekopf und Abgabevorrichtung zur dosierten Abgabe flüssiger Präparate sowie Verwendungsmöglichkeiten

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4420101A (en) * 1981-11-18 1983-12-13 Diamond International Corp. Squeeze bottle with self-venting dispensing closure
GB2198418A (en) * 1986-10-17 1988-06-15 Hilcrest Design Ltd Cap for a flexible container
EP0700353A1 (en) 1993-06-04 1996-03-13 Billy Nilson SELF-CLOSING ARRANGEMENT
JPH0939990A (ja) * 1995-08-02 1997-02-10 Toyo Seikan Kaisha Ltd セルフシールキャップ
WO2000021851A1 (de) * 1998-10-15 2000-04-20 Georg Menshen Gmbh & Co. Kg Selbstschliessende ventilanordnung für eine behälterspendeöffnung

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4420101A (en) * 1981-11-18 1983-12-13 Diamond International Corp. Squeeze bottle with self-venting dispensing closure
GB2198418A (en) * 1986-10-17 1988-06-15 Hilcrest Design Ltd Cap for a flexible container
EP0700353A1 (en) 1993-06-04 1996-03-13 Billy Nilson SELF-CLOSING ARRANGEMENT
US5857595A (en) * 1993-06-04 1999-01-12 Nilson; Billy Self-closing apparatus
JPH0939990A (ja) * 1995-08-02 1997-02-10 Toyo Seikan Kaisha Ltd セルフシールキャップ
WO2000021851A1 (de) * 1998-10-15 2000-04-20 Georg Menshen Gmbh & Co. Kg Selbstschliessende ventilanordnung für eine behälterspendeöffnung

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1997, no. 06 30 June 1997 (1997-06-30) *

Also Published As

Publication number Publication date
EP1603808A1 (en) 2005-12-14
TW200420474A (en) 2004-10-16
WO2004076308A1 (en) 2004-09-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN108136422B (zh) 用于分配流体的泵
US3456650A (en) Blowback eliminator for collapsible tube
US6749092B2 (en) Deformable dispensing valve
RU2702403C1 (ru) Насос с полимерной пружиной
US5950878A (en) Dispensing tube valve assembly
EP0395380B1 (en) Dispensing package for fluid products and the like
US7086572B2 (en) Valve for dispensing product
CA2589778C (en) Flow control element and dispensing structure incorporating same
US9815599B2 (en) Dispensing closure
US20190076864A1 (en) Pump with a spring and valve combination
US7097077B2 (en) Fluid-dispensing pump and container provided therewith
CA3058020A1 (en) Plastomer spring with captive valve
EP1624834B1 (en) Disposable valve unit for regulating a flow of urine
NL1022657C2 (nl) Afsluiter.
EP0620802A1 (en) Squeeze bottle package
EP1614636B1 (en) Closure device
CN114929587A (zh) 用于包装和分配产品的分配装置和组件
JP6175856B2 (ja) 逆止弁および該逆止弁を備えた容器
JP2018111507A (ja) 注出口栓及び包装容器
WO2005108229A1 (en) Non-mechanical dispensing valve

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130901