NL1021755C2 - Vaarhuis. - Google Patents

Description

Vaarhuis.

De onderhavige uitvinding betreft een vaartuig met een romp en een daarop aangebrachte opbouw.

5 In de stand van de techniek zijn zeer veel verschillende varianten bekend van een vaartuig dat voorzien is van een romp met een daarop aangebrachte opbouw. De opbouw kan de vorm hebben van een opstaand scherm die de gebruiker van het vaartuig beschermt tegen wind en regen. Bij grotere vaartuigen kan de opbouw een afgesloten binnenruimte of kajuit omsluiten. Volgens de uitvinding is de opbouw zo uitgevoerd 10 dat aan de binnenzijde van de opbouw een afgesloten leefruimte wordt gevormd.

Het vaartuig volgens de onderhavige uitvinding is met name geschikt als recrea-tievaartuig. De gebruiker kan met het vaartuig naar een gewenste plaats toe varen en daar het vaartuig vastleggen. Volgens de stand van de techniek is het gebruikelijk om het vaartuig ofwel vast te leggen op een vaste constructie zoals bijvoorbeeld een steiger 15 of een dam. Als dergelijke vaste objecten niet aanwezig zijn, kan het vaartuig met behulp van een anker en een ankerlijn op de bodem worden verankerd.

Het vastleggen van een vaartuig aan een vast object vereist de nodige handigheid van de gebruiker. Zeker wanneer het waait, zal het vaartuig ofwel naar het vaste object toe ofwel van het vaste object af worden geblazen. Ook het gebruik van een anker ver-20 eist de nodige training en vaardigheid.

Volgens de uitvinding wordt ernaar gestreefd om een vaartuig te voorzien van het in de aanhef genoemde soort dat op een eenvoudige wijze op een daartoe bestemde plaats kan worden verankerd op de bodem.

Dat doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het vaartuig ten minste een 25 spudpaal omvat, beweegbaar van een eerste, vaarstand, waarin de spudpaal omhoog is bewogen, naar een tweede, ankerstand, waarin de spudpaal omlaag is bewogen voor het met behulp van een spudpaal verankeren van het vaartuig in de bodem, waarbij de afmetingen van de opbouw en de spudpaal zodanig op elkaar zijn afgestemd, dat de spudpaal in de eerste stand daarvan in hoofdzaak valt binnen de contouren van de op-30 bouw.

Vanaf de buitenzijde van het vaartuig is het niet te zien dat het vaartuig is voorzien van spudpalen. De spudpalen zijn immers in hoofdzaak omsloten door de opbouw zelf. Door de aanwezigheid van de spudpalen kan een gebruiker op een zeer eenvoudi-

5 0 ^ I t 5 D

I ge wijze het vaartuig op iedere geschikte plek verankeren. Het enige dat daarvoor hoeft te gebeuren, is het bewegen van de spudpalen van de eerste naar de tweede stand daar- van.

I Volgens de uitvinding is het mogelijk dat het vaartuig is voorzien van een voor- I 5 stuworgaan, zoals een schroef, een aandrijven voor het aandrijven van dat voortstuwor- I gaan, waarbij de aandrijfmiddelen tevens zijn ingericht voor het bewegen van de spud- I paal tussen de eerste en de tweede stand daarvan.

Door de aanwezigheid van een voortstuworgaan en aandrijfmiddelen is het mo- gelijk om het vaartuig zonder tussenkomst van andere hulpmiddelen, naar een gewenste 10 positie te varen. Het is dus niet noodzakelijk om het vaartuig te slepen of te duwen. Het I voortstuworgaan heeft bijvoorbeeld de vorm van een schroef. Deze wordt bekrachtigd I met aandrijfmiddelen. Door de aanwezigheid van deze aandrijfmiddelen is het mogelijk om ook het bewegen van de spudpalen van de eerste naar de tweede stand daarvan met I de aandrijfmiddelen uit te voeren.

15 Volgens de uitvinding is er verder in voorzien dat de aandrijfmiddelen voor het aandrijven van het voortstuworgaan zijn voorzien van een bedieningspaneel, welk be- dieningspaneel losneembaar met het vaartuig is verbonden.

Het feit dat de bediening van de aandrijfmiddelen losneembaar met het vaartuig is I verbonden wil zeggen dat de gebruiker van het vaartuig vrij over het vaartuig kan be- 20 wegen op een moment dat de aandrijfmiddelen worden bediend. Dat wil zeggen dat de gebruiker zelf een positie op het vaartuig kan kiezen waarop deze een optimaal over- zicht heeft over de bewegingen van het vaartuig ten opzichte van de vaste wereld.

Volgens een eerste uitvoeringsvorm is het mogelijk dat de aandrijfmiddelen een generator omvatten, waarbij de aandrijving van de spudpalen en/of het voortstuworgaan 25 een elektrische aandrijving omvatten.

Volgens deze uitvoeringsvorm is er een generator aanwezig die bijvoorbeeld draait op diesel. De generator zal elektrische energie opwekken die vervolgens kan worden gebruikt voor ofwel het aandrijven van het voortstuworgaan en/of het verplaat- sen van de spudpalen tussen de eerste en de tweede stand daarvan.

30 Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm is het mogelijk dat de aandrijving van de spudpalen en/of het voortstuworgaan een hydraulische aandrijving omvatten.

Het is natuurlijk mogelijk dat de aandrijving van het voortstuworgaan hydraulisch plaatsvindt terwijl de bediening van de spudpalen elektrisch plaatsvindt. Andere com- **·~ϊ f—1 ƒ"* 3 binaties van aandrijvingen van de spudpalen en het voortstuworgaan zijn natuurlijk ook mogelijk.

Volgens een bijzonder, de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm van de uitvinding is erin voorzien dat de opbouw de vorm heeft van een huis met vier in hoofdzaak verti-5 caal geplaatste buitenwanden, die aan de bovenzijde daarvan zijn voorzien van een dak.

Door het uitvoeren van de opbouw in de vorm van een huis ontstaat een drijvende vakantiewoning. Deze drijvende vakantiewoning is dus voorzien van een eigen aandrijving om de vakantiewoning naar een geschikte positie te varen. Zoals hierboven al is aangegeven is de vakantiewoning bovendien voorzien van eenvoudig te bedienen 10 spudpalen waarmee de vakantiewoning op een gebruikersvriendelijke manier op de bodem kan worden verankerd. Deze vakantiewoning is door de gebruikersvriendelijkheid van het vaartuig niet alleen te bedienen door ervaren schippers, maar ook door recreanten. Het feit dat de aandrijving van het schip met behulp van een afstandbediening kan plaatsvinden, zodat de gebruiker zelf zijn positie op het vaartuig kiest tijdens 15 het manoeuvreren van het vaartuig, en het feit dat het vaartuig makkelijk is te verankeren op iedere geschikte positie maakt het vaartuig bijvoorbeeld ook geschikt voor ouderen.

Volgens een uitvoeringsvorm is het mogelijk dat het dak is uitgevoerd als puntdak.

20 Daarbij is het mogelijk dat de nok van het dak in hoofdzaak gericht is in de langs- richting van het vaartuig.

Verder is het volgens de uitvinding mogelijk dat de romp in hoofdzaak vlak is uitgevoerd, waarbij de buitenomtrek van de romp is voorzien van een reling. En daarbij is het voordelig dat de oppervlakte van de opbouw kleiner is dan de oppervlakte van de 25 romp, waarbij de vrije ruimte aan de buitenzijde van de opbouw op de romp is uitgevoerd als terras.

Door het uitvoeren van de romp als een in hoofdzaak vlak drijflichaam, bijvoorbeeld uitgevoerd in staal, en door het vrijhouden van een gedeelte van de bovenzijde van de romp naast de opbouw, ontstaat aan de rand van de romp een terras. Het is bij-30 voorbeeld mogelijk om een terras rondom de opbouw vrij te laten. De aanwezigheid van het terras maakt het mogelijk om rondom de opbouw op het vaartuig te lopen. Dat betekent dat wanneer het vaartuig op de plaats van bestemming is vastgelegd, de gebruiker alle vrijheid heeft om op een door hem of haar gewenste positie plaats te ne- *1 021 7 5 5 H men. Verder vergemakkelijkt de aanwezigheid van het terras rondom het huis de toe- I gankelijkheid van het vaartuig. Zoals is het bijvoorbeeld mogelijk om aan de achterzij- I de van het vaartuig een zwemtrap te laten uitkomen op het terras. Aan de voorzijde is I het bijvoorbeeld mogelijk om een entree van de kant naar het schip aan te brengen.

5 Een mogelijke uitvoeringsvorm van het vaartuig volgens de uitvinding zal in de- I tail worden beschreven met verwijzing naar de bijgaande figuren, waarin: I Figuur 1 een zijaanzicht weergeeft van een mogelijke uitvoeringsvorm van het H vaartuig volgens de onderhavige uitvinding.

I De figuren 2a en 2b respectievelijk een vooraanzicht en een achteraanzicht van I 10 het vaartuig volgens figuur 1 tonen.

I Figuur 3 een langsdoorsnede toont van het vaartuig volgens de figuren 1, 2a en I 2b.

Figuur 4 een bovenaanzicht toont van de onderste verdieping van een mogelijke I uitvoeringsvorm van het vaartuig volgens de uitvinding.

I 15 Figuur 5 een plattegrond weergeeft van een tweede verdieping van het vaartuig I volgens figuur 4.

Figuur 6 een dwarsdoorsnede weergeeft van het vaartuig volgens de doorsnede Η A-A in figuur 4.

In figuur 1 is een zijaanzicht weergegeven van een mogelijke uitvoeringsvorm I 20 van het vaartuig 1 volgens de onderhavige uitvinding. Het vaartuig 1 omvat een romp 2 I waarvan de bovenzijde in hoofdzaak vlak is. De romp 2 is bijvoorbeeld vervaardigd uit staal. Zoals in figuur 3 te zien is, heeft de romp 2 een binnenruimte die voor een deel de I leefruimte vormt in de opbouw van het vaartuig. Op de romp 2 is een opbouw 3 ge- I plaatst. Deze opbouw heeft bij voorkeur het uiterlijk van een huis.

I 25 Het is duidelijk dat het huis op het vaartuig 1 op zeer veel verschillende manieren I kan worden uitgevoerd.

I Volgens een in het bijzonder de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm heeft het I huis 3 op het vaartuig 1 een romantische uitstraling. Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld I gewerkt wordt met verticale houten wanden waarop een dak geplaatst worden met bij- I 30 voorbeeld een rieten kap. Door het gebruik van dergelijke materialen krijgt het huis 3 en daarmee het vaartuig 1 een vriendelijke en romantische uitstraling.

In figuur 1 is te zien dat de afmetingen van de romp 2 groter zijn dan de afmetin- gen van het huis 3. Daardoor is er aan de voorzijde van het vaartuig een open ruimte 4

I v 1 Π O 1 7 C R

5 uitgespaard. Deze open ruimte 4 kan bijvoorbeeld worden benut als terras. Ook aan de achterzijde van het huis 3 bevindt zich een dergelijke open ruimte 5. In deze open ruimte is bijvoorbeeld een terras aanwezig waarop een zwemtrap 6 aansluit. Ook aan de zijkant van het huis 3 zijn dergelijke terrassen of gangboorden aanwezig. Dit blijkt on-5 der meer uit de figuren 2a en 2b. De buitencontouren van de romp 2 worden aan de bovenzijde daarvan omsloten door een reling 7. Aan de voorzijde van het schip zit aan de reling 7 een mast 8 gekoppeld waarin bijvoorbeeld een ankerbal 9 kan worden bevestigd.

Door de uitvoering van het vaartuig volgens de uitvoeringsvorm die is weergege-10 ven in figuur 1 ontstaat een vaartuig dat een directe combinatie lijkt te zijn van een boot en een vakantiewoning. Daarom zou ook wel gesproken kunnen worden van een Flark of vaarhuis.

Gezien het feit dat aan de onderzijde van de romp 2 een voortstuworgaan aanwezig is, voldoet het vaartuig volgens de onderhavige uitvinding aan alle eisen waaraan 15 een vaartuig moet voldoen. Dat wil zeggen dat het voor de Nederlandse wetgeving sprake is van een boot of vaartuig. Wat betreft het comfort en het gebruiksgemak is sprake van een vakantiewoning met alle gemakken vandien. De gebruikelijke beperkte ruimte (die kruipen en bukken vereist) die aanwezig is op een boot, blijft op het vaartuig volgens de onderhavige uitvinding achterwegen. Dat wil zeggen dat het vaartuig 20 volgens de onderhavige uitvinding zeer comfortabel is en daarom ook geschikt is voor mensen die minder mobiel zijn of bijvoorbeeld wat ouder zijn.

Aan de achterzijde van het vaartuig wordt een schroef gemonteerd die over 180° draaibaar is. Verder kan de schroef in twee richtingen draaien. Dat wil zeggen dat het vaartuig met de aandrijving in principe iedere gewenste richting op kan varen. Om de 25 manoeuvreerbaarheid van het schip verder te verbeteren is het vaartuig bovendien aan de voorzijde voorzien van een boegschroef.

Een mogelijk vooraanzicht van het vaartuig volgens de onderhavige uitvinding is weergegeven in figuur 2a. In figuur 2b is een mogelijk achteraanzicht weergegeven van het vaartuig volgens de onderhavige uitvinding.

30 In figuur 3 is een langsdoorsnede weergegeven van de uitvoeringsvorm die is afgebeeld in de figuren 1, 2a en 2b. In figuur 3 is te zien dat het vaartuig 1 aan de binnenzijde van de opbouw 3 ook leefruimte heeft die zich uitstrekt onder het niveau van de bovenzijde van de romp 2. In zijaanzicht zijn aan de binnenzijde van de opbouw 3 0 2175 5 I van links naar rechts respectievelijk een woonruimte 10 met daarin onder meer een eettafel 11 en een bank 12 te zien. Verder is een toegang 13 weergegeven waar bij- I voorbeeld een toilet of een badruimte. Ook is een trap 14 te onderscheiden met behulp I waarvan een bovenverdieping bereikbaar is. Verder is in de opbouw 3 aan de voorzijde 5 een trap 15 aanwezig voor het bereiken van de buitenruimte op de romp. Aan de ach- I terzijde is een vergelijkbare trap 16 aanwezig. De indeling van de benedenverdieping en de bovenverdieping van het vaartuig 1 blijkt uit respectievelijk de figuren 4 en 5.

I In figuur 4 is een bovenaanzicht weergegeven van een mogelijke indeling van een benedenverdieping die aanwezig is in het vaartuig 1. Van links naar rechts zijn op- I 10 nieuw een woonvertrek 10, een keuken 17, een badkamer 18 en een trap 14 te onder- I scheiden. Uit figuur 4 blijkt dat ook aan de zijden trappen 19 en 20 aanwezig zijn voor I het bereiken van de vrije ruimte rondom de opbouw 3. Door de indeling die is weerge- I geven in figuur 4 heeft het vaartuig 1 volgens de onderhavige uitvinding zeer veel ge- I bruiksgemakken.

15 Aan de buitenzijde van de opbouw is er relatief veel ruimte aanwezig om rondom I het huis te wandelen. Zoals hierboven al vermeld is, is aan de achterzijde een relatief I ruim terras 5 aanwezig en ook aan de voorzijde is een relatief ruim terras 4 aanwezig.

I Aan de onderzijde van het terras 4 is voldoende ruimte voor het daarin onderbrengen I van aandrijfiniddelen, zoals bijvoorbeeld een generator. Verder kunnen hier bijvoor- I 20 beeld tanks worden aangebracht voor het daarin verzamelen van water en andere beno- I digde voorraden.

Verder zijn in figuur 4 schematisch een eerste 31 en een tweede 32 spudpaal I weergegeven. Deze spudpalen worden gebruikt voor het verankeren van het vaartuig 1 I op een gewenste positie. De spudpalen zijn dus aangebracht in hoofdzaak centraal in 25 het vaartuig 1. De spudpalen zijn beweegbaar van een eerste of vaarstand waarin de I spudpalen binnen de omtrek van het vaartuig zijn gebracht, zodat de spudpalen geen I weerstand uitoefenen tijdens het varen met het vaartuig 1. Vanuit deze eerste stand kunnen de spudpalen omlaag worden gebracht om de spudpalen in contact te brengen I met de bodem. Op deze manier worden de spudpalen gebruikt voor het verankeren van I 30 het vaartuig 1.

Het gebruik van de spudpalen blijkt onder meer uit figuur 6. Figuur 6 is een I dwarsdoorsnede door het vaartuig 1 volgens de doorsnede A-A in figuur 4. In figuur 6 zijn met streeplijnen zowel de eerste als de tweede stand van een spudpaal weergege- 7 ven. In de eerste stand zal de spudpaal met de onderzijde daarvan vallen binnen de contouren van de romp 2 van het vaartuig 1. In die stand zal ook de bovenzijde in hoofdzaak vallen binnen de contouren van de opbouw 3. De bovenzijde van de spudpaal steekt niet uit boven het dak van de opbouw 3. Wanneer de spudpaal omlaag ge-5 bracht, wordt deze omlaag gebracht totdat de onderzijde daarvan op zijn minst voor een gedeelte in de bodem 40 is beland. Wanneer er sprake is van twee spudpalen zal met een geringe inbrengdiepte al een stabiele situatie gecreëerd worden. Het vaartuig 1 kan op dat moment niet meer verplaatsen en ook niet meer roteren ten opzichte van de ondergrond.

10 In figuur 5 is een verder bovenaanzicht te zien van een tweede verdieping die in het vaartuig 1 volgens de onderhavige uitvinding kan worden aangebracht. Deze tweede verdieping heeft volgens figuur 5 de vorm van een vide. De ruimtes boven de trappen 19 en 20 (zie figuur 4) worden vrijgelaten. Op deze manier ontstaat een zeer open ruimte waardoor ook de bovenverdieping, hoewel deze beperkte afmetingen heeft, een 15 ruimtelijke indruk zal geven.

Een vaartuig volgens de onderhavige uitvinding kan afmetingen krijgen zoals die door de gebruikers worden gewenst. In een de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm heeft het vaartuig een lengte van bijvoorbeeld 11 meter. De breedte van het vaartuig is in dat geval bijvoorbeeld 4,20 meter. Bij een dergelijke grootte van het vaartuig kan de 20 opbouw een lengte krijgen van 7,50 meter. De breedte van de opbouw is in dat geval bijvoorbeeld 3 meter. De totale hoogte van het vaartuig kan in dat geval op 4 meter en 35 centimeter worden gesteld. Door de gebruikte afmetingen ontstaat een vaarhuis waarvan de afmetingen zo beperkt zijn dat de bewegingsvrijheid met het vaartuig zeer hoog is. Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld het vaartuig volgens de onderhavige uitvin-25 ding in een gebruikelijke box van een haven kan worden gevaren.

In figuur 6 tenslotte wordt een dwarsdoorsnede volgens de lijn A-A in figuur 4 weergegeven. Zoals hierboven al is aangegeven, blijkt uit figuur 6 vooral de werking van de spudpalen 31 en 32 (in figuur 6 is alleen de laatste weergegeven).

»10217 55

Claims (10)

1. Vaartuig met een romp en een daarop aangebrachte opbouw, met het kenmerk. dat het vaartuig ten minste een spudpaal omvat, beweegbaar van een eerste, vaarstand, 5 waarin de spudpaal omhoog is bewogen, naar een tweede, ankerstand, waarin de spud- paal omlaag is bewogen voor het met behulp van een spudpaal verankeren van het vaartuig in de bodem, waarbij de afmetingen van de opbouw en de spudpaal zodanig op I elkaar zijn afgestemd, dat de spudpaal in de eerste stand daarvan in hoofdzaak valt bin- I nen de contouren van de opbouw. I 10

2. Vaartuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vaartuig is voorzien I van een voorstuworgaan, zoals een schroef, een aandrijven voor het aandrijven van dat I voortstuworgaan, waarbij de aandrijfmiddelen tevens zijn ingericht voor het bewegen I van de spudpaal tussen de eerste en de tweede stand daarvan.

3. Vaartuig volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen voor I 15 het aandrijven van het voortstuworgaan zijn voorzien van een bedieningspaneel, welk I bedieningspaneel losneembaar met het vaartuig is verbonden.

4. Vaartuig volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen een generator omvatten, waarbij de aandrijving van de spudpalen en/of het voortstuw- I orgaan een elektrische aandrijving omvatten.

5. Vaartuig volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de aandrijving van de I spudpalen en/of het voortstuworgaan een hydraulische aandrijving omvatten.

6. Vaartuig volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de I opbouw de vorm heeft van een huis met vier in hoofdzaak verticaal geplaatste buiten- I wanden, die aan de bovenzijde daarvan zijn voorzien van een dak. I 25

7. Vaartuig volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het dak is uitgevoerd als I puntdak.

8. Vaartuig volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de nok van het dak in I hoofdzaak gericht is in de langsrichting van het vaartuig.

9. Vaartuig volgens een van de conclusies 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat de 30 romp in hoofdzaak vlak is uitgevoerd, waarbij de buitenomtrek van de romp is voorzien van een reling. μ λ n *? C

10. Vaartuig volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de oppervlakte van de opbouw kleiner is dan de oppervlakte van de romp, waarbij de vrije ruimte aan de buitenzijde van de opbouw op de romp is uitgevoerd als terras. Pi 021T 55