NL1016924C2

NL1016924C2 - Motorised cart for moving objects on wheels, has steering device cooperating with two sets of wheels with variable steering ratio

Info

Publication number: NL1016924C2
Application number: NL1016924A
Authority: NL
Inventors: Dirk Gerard Van Driel; Cornelis Van Dam
Original assignee: D D Elan V O F
Priority date: 2000-12-20
Filing date: 2000-12-20
Publication date: 2002-06-21

Abstract

The steering device for the cart cooperates with two sets of wheels (2, 5). An adjustable mechanism is provided for setting the steering ratio between the two sets of wheels. The cart comprises a frame (1) with at least one driven wheel and at least one steerable wheel, a steering device, receiving devices (23, 24) for the wheels or other supporting parts of the object being moved by the cart, and a mechanism for lifting and lowering the receiving devices. An Independent claim is also included for a second cart, in which the receiving devices have a two-part construction and a mechanism is provided for moving these parts together and apart.

Description

-1--1-

Inrichting voor het verrijden van op wielen staande objecten .Device for moving objects on wheels.

De onderhavige aanvrage heeft betrekking op een inrich-5 ting voor het verplaatsen van ten minste voor een deel op wielen staande objecten, waarbij de inrichting een gestel omvat voorzien van ten minste één aangedreven wiel, ten minste één bestuurbaar wiel, een stuurorgaan, opneemorga-nen voor het kunnen opnemen van wielen of andere steunor-10 ganen van een te verplaatsen object en middelen voor het kunnen heffen en neerlaten van de opneemorganen.The present application relates to a device for displacing at least partially wheeled objects, the device comprising a frame provided with at least one driven wheel, at least one steerable wheel, a control member, pick-up means means for receiving wheels or other support members of an object to be moved and means for being able to lift and lower the pick-up members.

Dergelijke inrichtingen zijn in een aantal verschillende uitvoeringsvormen bekend. Echter al de bekende inrichtin-15 gen hebben als belangrijke nadeel dat het lastig is de inrichting aan een te verrijden object te koppelen, alsmede een moeilijke bestuurbaarheid van het samenstel van inrichting en object als ook meestal van de inrichting op zich. Bij het koppelen van een inrichting aan bijvoor-20 beeld een ziekenhuisbed is het bij de bekende inrichtingen zaak dat de op te nemen zwenkwielen evenwijdig en in de lengterichting van het bed staan, hetgeen vaak zal in-houden dat een ziekenhuisbed eerst handmatig verreden moet worden om de wielen in de gewenste oriëntatie te 25 krijgen. Verder zal bij het besturen van het samenstel vaak een grote uitzwaaiing van het vrije uiteinde, doorgaans het hoofdeinde van het bed, hetgeen veel ruimte vraagt en bepaalde manoeuvres bemoeilijkt.Such devices are known in a number of different embodiments. However, all the known devices have the important disadvantage that it is difficult to connect the device to an object to be moved, as well as a difficult controllability of the assembly of device and object as well as usually of the device per se. When coupling a device to, for example, a hospital bed, it is important in the known devices that the swiveling wheels to be accommodated are parallel and in the longitudinal direction of the bed, which often means that a hospital bed must first be moved manually to get the wheels in the desired orientation. Furthermore, when controlling the assembly, there will often be a large swing-out of the free end, usually the head end of the bed, which requires a lot of space and makes certain maneuvers more difficult.

30 Het doel van de uitvinding is in een inrichting te voorzien die deze nadelen niet kent en waarmee het mogelijk is een te verplaatsen object gemakkelijk op te nemen en waarmee het samenstel gemakkelijk te besturen en nauwkeurig te manoeuvreren is.The object of the invention is to provide a device which does not have these disadvantages and with which it is possible to easily pick up an object to be moved and with which the assembly can be easily controlled and accurately maneuvered.

3535

Dienovereenkomstig wordt er volgens de uitvinding in voorzien dat het stuurorgaan aangrijpt op eerste en twee- a Λ O O A '3Sft 1 ü i oy d 4* -2- de wielgroepen, waarbij een wielgroep één of meer wielen omvat, en waarbij in instelbare stuurmiddelen is voorzien voor het kunnen instellen van een optimale stuurverhou-ding tussen ten minste eerste en tweede wielgroepen.Accordingly, according to the invention, it is provided that the control member engages first and second wheel groups, wherein one wheel group comprises one or more wheels, and wherein adjustable steering means are provided. provided for being able to adjust an optimum steering ratio between at least first and second wheel groups.

55

De wielgroepen kunnen in principe uit alle mogelijke configuraties bestaan van elke groep twee wielen tot elke groep één wiel in combinatie met zwenkbare steunwielen.The wheel groups can in principle consist of all possible configurations from each group of two wheels to each group of one wheel in combination with pivotable support wheels.

10 De achterliggende gedachte is om met een instelbare stuurverhouding tussen eerste en tweede wielgroep het draaipunt van het samenstel van inrichting en het te verrijden object bij benadering op een lijn loodrecht op het midden van de symmetrie-as van het samenstel te krijgen. 15 Hiermee wordt een natuurlijk aandoende besturing van het samenstel verkregen, waarbij grote uitzwaaien van het vrije uiteinde van een te verrijden object voorkomen worden. Daarbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan ziekenhuisbedden, voedseltransportwagens en vergelijkbare ob-20 jecten die met elkaar gemeen hebben dat deze relatief moeilijk te verplaatsen zijn vanwege gewicht, afmetingen en het ontbreken van stuurhulpmiddelen. Dit laatste is vooral van belang bij ziekenhuisbedden, te meer daar de inrichting bij voorkeur bij het voeteneinde aangebracht 25 zal worden zodat de bestuurder oogkontakt met de patiënt kan houden.The underlying idea is that with an adjustable steering ratio between first and second wheel group, the pivot point of the assembly of device and the object to be moved is approximately approximate to a line perpendicular to the center of the axis of symmetry of the assembly. Hereby a natural looking control of the assembly is obtained, wherein large swinging out of the free end of an object to be moved is prevented. For example, hospital beds, food transport trolleys and similar objects that have in common that they are relatively difficult to move due to weight, dimensions and the lack of steering aids. The latter is especially important with hospital beds, all the more so since the device will preferably be fitted at the foot end so that the driver can keep eye contact with the patient.

Door de stuurinrichting instelbaar te maken kan deze op de lengte van het te verrijden object ingesteld worden.By making the control device adjustable, it can be adjusted to the length of the object to be moved.

30 Dit is vooral belangrijk indien met de inrichting naast relatief lange ziekenhuisbedden ook beduidend kortere objecten verreden moeten worden.This is especially important if the device has to be used to transport significantly shorter objects alongside relatively long hospital beds.

Volgens een eerste uitvoeringsvorm wordt er volgens de 35 uitvinding in voorzien dat de instelbare stuurmiddelen een mechanische koppeling omvatten tussen de eerste en tweede wielgroep, waarbij het aangrijpingspunt ten op- 1 0 2 4¾ -3- zichte van het draaipunt of de draaipunten van ten minste één wielgroep ingesteld kan worden. Een dergelijke mechanische koppeling kan op eenvoudige wijze bestaan uit bijvoorbeeld een in lengte verstelbare koppelingsstang die 5 binnen een bepaald bereik ten opzichte van ten minste één draaipunt vastgezet kan worden. Ook mogelijk is om met een aantal koppelingsstangen met bepaalde standaardlengten te werken die alleen op een aantal vaste punten kunnen aangrijpen.According to a first embodiment, according to the invention, it is provided that the adjustable steering means comprise a mechanical coupling between the first and second wheel group, wherein the point of engagement with respect to the pivot point or pivots of at least one wheel group can be set. Such a mechanical coupling can in a simple manner consist of, for example, a length-adjustable coupling rod which can be fixed within a certain range with respect to at least one pivot point. It is also possible to work with a number of coupling rods with certain standard lengths that can only engage at a number of fixed points.

1010

Volgens een verdere uitvoeringsvorm kan er ook in voorzien worden dat de instelbare stuurmiddelen detectiemid-delen omvatten voor het detecteren van de hoekverdraaiing van ten minste één van de wielgroepen, de andere wiel-15 groep voorzien is van een stuuraandrijving voor het verdraaien van het wiel of de wielen en waarbij voorzien is in een regelbaar besturingsorgaan om in afhankelijkheid van het signaal van de detectiemiddelen de stuuraandrij-ving voor de andere wielgroep aan te sturen. Met deze 20 uitvoeringsvorm kan de stuurkarakteristiek geheel naar wens ingesteld worden en bovendien tijdens het verrijden van een object nog bijgesteld of zonodig voor het uitvoeren van een bepaalde manoeuvre geheel veranderd worden.According to a further embodiment it can also be provided that the adjustable steering means comprise detection means for detecting the angular rotation of at least one of the wheel groups, the other wheel group is provided with a steering drive for turning the wheel or the wheels and wherein an adjustable control member is provided to control the steering drive for the other wheel group in dependence on the signal from the detection means. With this embodiment, the steering characteristic can be set entirely as desired and, moreover, can still be adjusted during the movement of an object or, if necessary, completely changed for the execution of a specific maneuver.

25 Voor het verrijden van objecten hebben de instelbare re-gelmiddelen een eerste instellingsbereik zodanig dat de eerste en tweede groep wielen bij aansturing in een zelfde richting verdraaid worden, waarbij de tweede groep wielen over een kleinere hoek verdraaid wordt dan de eer-30 ste groep wielen en waarbij de eerste groep wielen bestemd is een buitenste groep wielen te vormen van een samenstel van inrichting en een te verrijden object. De eerste wielgroep wordt hierbij met behulp van een stuurstang verdraaid door degene die de inrichting bedient. De 35 stuurstang grijpt daarbij bij voorkeur direkt op de te besturen wielgroep aan, dat wil zeggen de uitslag van de stuurstang komt overeen met de uitslag van de wielen.For moving objects, the adjustable control means have a first setting range such that the first and second group of wheels are turned in the same direction when driving, the second group of wheels being turned through a smaller angle than the first group wheels and wherein the first group of wheels is intended to form an outer group of wheels of an assembly of device and an object to be moved. The first wheel group is hereby rotated by means of a control rod by the person operating the device. The steering rod herein preferably engages directly with the wheel group to be steered, that is to say the travel of the steering rod corresponds to the travel of the wheels.

·' l -4-· 'L -4-

Daarbij heeft het de voorkeur dat voor het verkrijgen van een zo groot mogelijke stabiliteit van een samenstel van de inrichting en een te verrijden object van belang dat de wielgroepen van de inrichting zo ver mogelijk onder 5 en/of nabij het object gepositioneerd kunnen worden. De opneemorganen voor het opnemen van wielen of andere steunorganen zijn daartoe eveneens bij voorkeur tussen de eerste en de tweede wielgroep aangebracht.It is thereby preferred that in order to achieve the greatest possible stability of an assembly of the device and an object to be moved, it is important that the wheel groups of the device can be positioned as far as possible below and / or near the object. The receiving members for receiving wheels or other supporting members are therefore preferably also arranged between the first and the second wheel group.

10 Aangezien de inrichting ook zonder object verreden zal worden is er eveneens in voorzien dat de instelbare re-gelmiddelen een tweede instelling of instellingsbereik hebben zodanig dat de eerste en tweede groep wielen bij aansturing in tegengestelde richting verdraaid worden.Since the device will also be driven without an object, it is also provided that the adjustable control means have a second setting or setting range such that the first and second group of wheels are turned in the opposite direction when driven.

15 Het draaipunt komt daarbij te liggen op een lijn die loodrecht op de symmetrie-as van de inrichting verloopt en zich tussen de eerste en tweede wielgroep bevindt. Hierdoor kan snel en gemakkelijk met de inrichting zonder te verrijden object gemanoeuvreerd worden.The pivot point hereby comes to lie on a line which runs perpendicular to the axis of symmetry of the device and which is situated between the first and second wheel group. This makes it possible to maneuver quickly and easily with the device without moving objects.

2020

Voor het bedieningsgemak van de inrichting is naast een goed te controleren besturing het eveneens van belang dat de inrichting ook makkelijk met het te verrijden object gekoppeld kan worden. Hiertoe is er in voorzien dat de 25 opneemorganen ieder uit twee delen bestaan, waarbij in middelen is voorzien om de delen van de opneemorganen uit elkaar en naar elkaar te kunnen bewegen. Volgens een nadere uitwerking bestaat een opneemorgaan uit twee ten opzichte van elkaar scharnierbare helften die in een eerste 30 positie opening bieden voor het kunnen omsluiten van een wiel of een ander steundeel en in een tweede positie wiel of steundeel ondersteunen of inklemmen.For the ease of operation of the device, in addition to a control that can be properly controlled, it is also important that the device can also be easily coupled to the object to be moved. To this end it is provided that the pick-up members each consist of two parts, wherein means are provided for moving the parts of the pick-up members apart and towards each other. According to a further elaboration, a pick-up member consists of two halves which are pivotable relative to each other and which offer openings in a first position for enclosing a wheel or another support part and supporting or clamping a wheel or support part in a second position.

Hierbij is er bij voorkeur nog in voorzien dat de helften bij benadering komvormig zijn of bij benadering de vorm 35 van delen van een kom hebben. Vooral deze laatste variant heeft het voordeel dat voor het opnemen van een wiel of een geheel of ten dele bolvormig steunorgaan het niet no- -5- dig is de delen van een opneemorgaan geheel onder het wiel of steunorgaan te brengen, maar dat volstaan kan worden met het tegen het wiel of steunorgaan aan brengen daarvan.In this case it is preferably further provided that the halves are approximately cup-shaped or approximately the shape of parts of a cup. This last variant in particular has the advantage that for receiving a wheel or a wholly or partly spherical support member it is not necessary to place the parts of a receiving member entirely under the wheel or support member, but that it is sufficient to bringing it against the wheel or support member.

55

Een verder belangrijk voordeel is dat de positie van de op te nemen wielen ten opzichte van de inrichting als ook de onderlinge positie van de wielen van geen belang is. Hierdoor is het derhalve niet noodzakelijk om eerst hand-10 matig een object te verrijden om de wielen in een vooraf-bepaalde positie te verkrijgen.A further important advantage is that the position of the wheels to be accommodated relative to the device, as well as the mutual position of the wheels is of no importance. As a result, it is therefore not necessary to first manually move an object in order to obtain the wheels in a predetermined position.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is er in voorzien dat de scharnierpunten van de helften gepositioneerd zijn 15 aan één zijde van de middellijn door de helften loodrecht op het symmetrievlak daarvan en dat de uiteinden van de helften die het meest nabij de scharnierpunten zijn gelegen, van een in elkaar grijpende vertanding zijn voorzien, waarvan de afzonderlijke delen concentrisch verlo-20 pen met de respectievelijke scharnierpunten. Deze constructie zorgt er voor dat een opneemorgaan aan één zijde wijd kan openen waardoor ook een dwars geplaatst wiel opgenomen kan worden. Het in aangrijping blijven van de aan de andere zijde gelegen uiteinden waarborgt een symmetri-25 sche beweging van de opnemerdelen en voorkomt dat een wiel tussen deze uiteinden ingeklemd zou kunnen worden.According to a preferred embodiment, it is provided that the pivot points of the halves are positioned on one side of the centerline through the halves perpendicular to the plane of symmetry thereof and that the ends of the halves that are closest to the pivot points are of one another interlocking teeth are provided, the individual parts of which run concentrically with the respective pivot points. This construction ensures that a pick-up member can open wide on one side, so that a transverse wheel can also be received. The remaining engagement of the ends on the other side ensures symmetrical movement of the pickup parts and prevents a wheel from being clamped between these ends.

Verder is er in voorzien dat de opneemorganen verschuifbaar aangebracht zijn op een gemeenschappelijke hefbalk, 30 waardoor de onderlinge afstand in te stellen is op de onderlinge afstand van wielen of steunorganen van het te verrijden object. De verplaatsing van de opneemorganen langs de hefbalk kan zodanig uitgevoerd zijn dat dit handmatig dient te geschieden, of dat dit met een apart 35 daartoe dienende aandrijving kan. Bij voorkeur zijn daarbij maatregelen getroffen zodat de verplaatsing ten opzichte van het midden van de hefbalk steeds gelijk is en 101 SM 2 -6- dat de opneemorganen in elke gekozen positie vastgezet kunnen worden.It is further provided that the pick-up members are slidably mounted on a common lifting beam, whereby the mutual distance can be adjusted to the mutual distance of wheels or support members of the object to be moved. The displacement of the pick-up members along the lifting beam can be designed such that this must be done manually, or that this can be done with a separate drive for that purpose. Measures are preferably taken in this case so that the displacement relative to the center of the lifting beam is always the same and that the pick-up members can be fixed in any chosen position.

De verschuifbare opneemorganen maken het ook mogelijk om 5 bij bijvoorbeeld een in voor het opnemen van een stel wielen moeilijke positie staand ziekenhuisbed de inrichting eerst schuin onder het bed te rijden en in die positie de wielen op te nemen. Het samenstel kan vervolgens zover verreden worden dat er wel voldoende ruimte is en 10 kan de inrichting in de normale positie gebracht worden zonder dat daarvoor de wielen uit de opneemorganen gelaten moeten worden.The slidable receiving members also make it possible for a hospital bed, for example, in a position that is difficult for receiving a set of wheels, to first drive the device obliquely under the bed and to receive the wheels in that position. The assembly can then be moved to such an extent that there is sufficient space and the device can be brought into the normal position without the wheels having to be left out of the pick-up members for this.

Ten slotte is er nog in voorzien dat de uiteinden van de 15 hefbalk met de opneemorganen scharnierpunten hebben met het middendeel van de hefbalk, zodanig dat de opneemorganen met de uiteinden van de hefbalk opgeklapt kunnen worden. Hierdoor kan de breedte van de inrichting tot een minimum beperkt worden, hetgeen van belang is bij het 20 wegzetten van de inrichting of het naar een te verplaatsen object rijden van de inrichting.Finally, it is also provided that the ends of the lifting beam with the pick-up members have pivot points with the middle part of the lifting beam, such that the pick-up members can be folded up with the ends of the lifting beam. The width of the device can hereby be limited to a minimum, which is important when the device is put away or the device is moved to an object to be moved.

De uitvinding wordt verder toegelicht aan de hand van het in de tekening gegeven voorbeeld, waarin 25 fig.l een perspectivisch aanzicht toont van de inrich ting, fig.2 een zijaanzicht toont van de inrichting, fig.3 schematisch een bovenaanzicht toont van een op- 30 neemorgaan, fig.4 schematisch een doorsnede toont van de hefbalk met een kokerdeel, fig.5 een perspectivisch aanzicht toont van een opnee- morgaan in gesloten stand met een opengewerkte 35 hefbalk, fig.6 een perspectivisch aanzicht toont van een opnee- morgaan in geopende stand met een opengewerkte -7- hefbalk, en fig.7A,B,C een zij-aanzicht/doorsnede van een deel van een hefbalk met kokerdeel toont.The invention is further elucidated on the basis of the example given in the drawing, in which fig. 1 shows a perspective view of the device, fig. 2 shows a side view of the device, fig. 3 schematically shows a top view of a device Fig. 4 schematically shows a cross-section of the lifting beam with a tubular part, Fig. 5 shows a perspective view of a pick-up member in closed position with an open-worked lifting beam, Fig. 6 shows a perspective view of a pick-up means in the open position with a cut-away lift beam, and Figs. 7A, B, C show a side view / section of a part of a lift beam with tubular part.

5 Het perspectivische aanzicht volgens fig.l toont de inrichting met een gestel 1 voorzien van een eerste wiel-groep 2 met wielen 3,4 en een tweede wielgroep 5 met wielen 6,7. De wielen 3,4 van de eerste wielgroep zijn draaibaar om de respectievelijk assen 8,9 en kunnen be-10 stuurd worden met de stuurstang 10. De stuurstang 10 is via een horizontale as 11 (zie fig.2) gekoppeld met een om een vertikale as draaibaar besturingsdeel 12 dat via stuurstangen 13 de stuurbeweging overbrengt op de wielen 3,4.The perspective view according to Fig. 1 shows the device with a frame 1 provided with a first wheel group 2 with wheels 3,4 and a second wheel group 5 with wheels 6,7. The wheels 3,4 of the first wheel group are rotatable about the respective axles 8,9 and can be steered with the steering rod 10. The steering rod 10 is coupled via a horizontal axis 11 (see Fig. 2) to a vertical axis rotatable control part 12 which transmits the steering movement to the wheels 3,4 via steering rods 13.

1515

De wielen 6,7 van de voorste wielgroep 5 worden aangedreven met aandrijforgaan 14, hetgeen bij voorkeur een elektromotor is. Het aandrijforgaan 14 sluit aan op een tussen de wielen 6,7 aangebrachte tandwielkast 15. Het sa-20 menstel van aandrijforgaan 14, tandwielkast 15 en wielgroep 5 is bevestigd aan een in het gestel 1 gelagerde, om een vertikale as draaibare plaat 16.The wheels 6, 7 of the front wheel group 5 are driven with drive member 14, which is preferably an electric motor. The drive member 14 connects to a gear box 15 arranged between the wheels 6, 7. The assembly of drive member 14, gear box 15 and wheel group 5 is attached to a plate 16 mounted in the frame 1 and rotatable about a vertical axis.

In het gedeelte van het gestel 1 tussen de wielen 3,4 25 zijn accu's 17,17', en delen van een regel- en besturingssysteem 18,18' ondergebracht. Ten minste een deel van de besturingssignalen kunnen vanaf de handgreep 19 op het uiteinde van de stuurstang 10 aan het besturingssysteem toegevoerd worden 30In the part of the frame 1 between the wheels 3,4, batteries 17, 17 'and parts of a control and control system 18, 18' are accommodated. At least a part of the control signals can be supplied to the control system from the handle 19 on the end of the control rod 10

De overbrenging van wieluitslagen van de eerste wielgroep 2 naar de tweede wielgroep 5 kan mechanisch gebeuren met behulp van een verbindingsstang tussen de wielgroepen. De verhouding tussen de wieluitslag van de wielen van de 35 eerste en tweede wielgroep kan daarbij ingesteld worden door verandering van de afstanden tussen de aangrijpingspunten van de verbindingsstang en de respectievelijke -8- draaipunten van de wielgroepen.The transfer of wheel turns from the first wheel group 2 to the second wheel group 5 can be done mechanically with the aid of a connecting rod between the wheel groups. The ratio between the wheel deflection of the wheels of the first and second wheel group can thereby be adjusted by changing the distances between the points of engagement of the connecting rod and the respective turning points of the wheel groups.

Echter heeft het de voorkeur de overbrenging elektronisch te regelen. Daartoe is aan de onderzijde van de draaibare 5 plaat 16 een tandkrans 20 aangebracht en op het gestel 1 een aandrijforgaan 21 met een op de tandkrans 20 aangrijpend rondsel 22. Door aansturing van het aandrijforgaan 21 kan het samenstel met de tweede wielgroep 5 verdraaid worden. Het aandrijforgaan 21 wordt hierbij bestuurd van-10 uit het regel- en besturingssysteem 18,18', waarbij het afgegeven besturingssignaal afhankelijk is van de hoek-verdraaiing van de wielen 3,4 van de eerste wielgroep 2 en van de elektronisch ingestelde besturingsregeling tussen de eerste en t,weede wielgroep 2,5. Hoewel met een in-15 stelbare mechanische koppeling eveneens een goed werkende besturingregeling verwezenlijkt kan worden, heeft een dergelijke te programmeren regeling de voorkeur, aangezien een preciezere instelling mogelijk is en snel en makkelijk gekozen kan worden tussen een aantal verschil-20 lende instellingen. Dit laatste kan bij moeilijke manoeuvres een uitkomst zijn.However, it is preferable to control the transfer electronically. To this end, a toothed ring 20 is arranged on the underside of the rotatable plate 16 and a drive member 21 with a pinion 22 which engages on the toothed ring 20 can be rotated by driving the drive member 21 and the assembly with the second wheel group 5. The drive member 21 is thereby controlled from -10 from the control and control system 18,18 ', the control signal output being dependent on the angular rotation of the wheels 3,4 of the first wheel group 2 and on the electronically adjusted control control between the first and t, second wheel group 2.5. Although a properly functioning control control can also be realized with an adjustable mechanical coupling, such a controllable control is preferred, since a more precise adjustment is possible and a number of different settings can be quickly and easily selected. The latter can be a solution for difficult maneuvers.

Tussen de wielgroepen 2,5 zijn opneemorganen 23,24 aangebracht die in hoofdzaak bestaan uit twee opneemdelen 25 25,26 die met de assen 27,28 scharnierbaar bevestigd zijn aan een kokerdeel 29. De kokerdelen 29 zijn verschuifbaar aangebracht op een hefbalk 30. De hefbalk 30 kan omhoog en omlaag gebracht worden met een hef orgaan 31 dat via een arm 32 op een in het gestel 1 aangebrachte as 33 aan-3 0 grijpt en via de as 33 en armen 34,35 op de hef balk 30.Arranged between the wheel groups 2.5 are pick-up members 23, 24 which essentially consist of two pick-up parts 25, 26 which are pivotally attached to a tubular member 29 with the shafts 27,28. The tubular members 29 are slidably mounted on a lifting beam 30. The lifting beam 30 can be raised and lowered with a lifting member 31 which engages via an arm 32 on a shaft 33 arranged in the frame 1 and via the shaft 33 and arms 34,35 on the lifting beam 30.

De armen 32,34,35 zijn vast op de as 33 bevestigd en zijn respectievelijk via een scharnierpunt verbonden met heforgaan 31 en op de hefbalk 30 aangebrachte bevesti-gingsstukken 36,37. Verder zijn tussen het gestel l en de 35 hefbalk 30 nog armen 38,39 aangebracht die aan beide uiteinden via scharnierpunten aangrijpen op het gestel 1 en op de hefarm 30 aangebrachte verdere bevestigingsstukken '101 6 j 2 ii -9- 40,41. Daarbij zijn de scharnierpunten en de lengtes van de armen 34,35 en 38,39 zodanig gekozen dat de hefbalk 30 bij de vertikale beweging ook een kanteling maakt om een horizontale as. Hierdoor komen de opneemorganen bij het 5 neerlaten iets schuin naar voren te hellen, hetgeen het opnemen van wielen of steunorganen vergemakkelijkt naar in de praktijk gebleken is.The arms 32,34,35 are fixedly mounted on the shaft 33 and are connected via a pivot point respectively to lifting member 31 and mounting pieces 36,37 arranged on lifting beam 30. Arms 38.39 are furthermore arranged between the frame 1 and the lifting beam 30 which at both ends engage via hinge points on the frame 1 and further fastening pieces arranged on the lifting arm 30. The pivot points and the lengths of the arms 34, 35 and 38, 39 are herein chosen such that the lifting beam 30 also makes a tilt about a horizontal axis during the vertical movement. As a result, the pick-up members come to tilt slightly forward when they are lowered, which has been found to be easier in practice to pick up wheels or support members.

In het zij-aanzicht volgens fig.2 zijn de verhoudingen 10 tussen de verschillende afmetingen van het getoonde voorbeeld van de inrichting goed te zien. Bij de meeste verrijdbare ziekenhuisbedden staan de wielen op enige afstand van de uiteinden. De inrichting is daar zodanig op aangepast dat het gestel geheel onder het ziekenhuisbed 15 komt te liggen en de stuurstang 10 met handgreep 19 in vertikale positie tot vlak nabij het uiteinde van het bed komt te staan.In the side view according to Fig. 2, the relationships between the different dimensions of the shown example of the device are clearly visible. With most mobile hospital beds, the wheels are at some distance from the ends. The device is adapted to this in such a way that the frame comes to lie entirely under the hospital bed 15 and the control rod 10 with handle 19 comes in vertical position to close to the end of the bed.

Fig.3 toont een bovenaanzicht van de hefbalk 30 en opnee-20 morgaan 23. De helften 25,26 van het opneemorgaan 23 zijn draaibaar om de assen 27,28, die zodanig gepositioneerd zijn dat de op uiteinden van de helften 25,26 aangebrachte, in elkaar grijpende vertandingen 42,43 met elkaar in aangrijping blijven in zowel de gesloten als de geopende 25 stand van het opneemorgaan 23. Hiermee wordt bereikt dat de beweging van de helften 25,26 steeds gelijk loopt en dat een op te nemen wiel niet tussen deze uiteinden vast kan komen te zitten.Fig. 3 shows a top view of the lifting beam 30 and pick-up member 23. The halves 25, 26 of the pick-up member 23 are rotatable about the shafts 27,28, which are positioned such that the ends arranged on the ends of the halves 25, 26 interlocking teeth 42, 43 remain in engagement with each other in both the closed and open position of the pick-up member 23. Hereby is achieved that the movement of the halves 25, 26 always runs the same and that a wheel to be picked up is not can get stuck between these ends.

30 Door de vertandingen 42,43 is het eveneens goed mogelijk om de helften met een klik-sluitsysteem te laten sluiten door tegen op te nemen wielen aan te rijden met geopende opneemorganen 23,24. Hierbij maakt het door de komvormige helften 25,26 en de positie van de scharnierpunten 27,28 35 niet uit in welke stand een op te nemen wiel ten opzichte van het opneemorgaan staat. Bovendien is het hierdoor ook mogelijk om wielen op te nemen met een diameter die overThrough the teeth 42,43 it is also quite possible to have the halves closed with a snap-closing system by driving against wheels to be picked up with open pick-up members 23,24. The bowl-shaped halves 25, 26 and the position of the hinge points 27, 28 make no difference in which position a wheel to be received is positioned relative to the pick-up member. Moreover, it is also possible to accommodate wheels with a diameter that is over

i j: .* V* V

-10- een groot bereik kan variëren.-10- a wide range can vary.

De helften 25,26 van het opneemorgaan 23 zijn voor het klik-sluitsysteem voorzien van armdelen 44,45 die aan de 5 andere kant van de scharnierpunten 27,28 via openingen in de kokerdeel 29 en de hefbalk 30 tot binnen de hefbalk uitsteken. De armdelen 44,45 zijn voorzien van nokken 46,47 met daartussen een uitsparing 48. De nokken 46,47 zijn bestemd samen te werken met de in de hefbalk aange-10 brachte strip 49. De strip 49 is bevestigd op een as 50 die aan de uiteinden draaibaar aangebracht is op eindvlak 51 van het kokerdeel 29 en plaat 52. De strip 49 wordt met veerorgaan 53 rechtovereind tegen de binnenzijde van de hefbalk 30 gehouden (zie ook fig.4), waarbij de strip 15 tegen nokken 47, 47' aanligt. Op deze wijze kunnen de armdelen en daarmee de helften 25,26 van een opneemorgaan in een dichte of geopende stand gehouden worden. In de tekening zijn de standen respectievelijk met ononderbroken en onderbroken lijnen aangegeven.The halves 25, 26 of the receptacle 23 are provided with arm parts 44, 45 for the snap closure system, which arm protrudes through openings in the sleeve part 29 and the lifting beam 30 to the inside of the lifting beam on the other side of the hinge points 27,28. The arm parts 44, 45 are provided with cams 46, 47 with a recess 48 between them. The cams 46, 47 are intended to cooperate with the strip 49 arranged in the lifting beam. The strip 49 is mounted on a shaft 50 which is arranged rotatably at the ends on end face 51 of the tube part 29 and plate 52. The strip 49 is held straight with spring member 53 against the inside of the lifting beam 30 (see also Fig. 4), the strip 15 being against cams 47, 47 'is on. In this way, the arm parts and thus the halves 25, 26 of a receiving member can be held in a closed or open position. The positions are indicated in the drawing by continuous and broken lines.

2020

Aan de buitenzijde is op het kokerdeel 29 een solenoïde 54 aangebracht die met een arm 55 op de strip 49 aangrijpt. Door bekrachtiging van de solenoïde 54 wordt de strip 49 tegen de werking van de veer 53 in om de as 50 25 gekanteld en komt deze vrij van de nokken 47,47' van de armdelen 44,45.On the outside, a solenoid 54 is provided on the sleeve part 29 which engages the strip 49 with an arm 55. By energizing the solenoid 54, the strip 49 is tilted about the action of the spring 53 about the axis 50 and is released from the cams 47, 47 'of the arm members 44, 45.

In fig.3 is eveneens nog een verbindingsstang 56 aangegeven die aan een uiteinde verbonden is met de eindplaat 51 30 van het kokerdeel 29 en met het andere uiteinde verbonden is met een nog te beschrijven uitzetmechaniek voor het kokerdeel 29.Fig. 3 also shows a connecting rod 56 which is connected at one end to the end plate 51 of the sleeve part 29 and is connected at the other end to an expansion mechanism for the sleeve part 29, to be described later.

In de doorsnede van fig.4 is duidelijk te zien dat de 3 5 strip 4 9 met as 50, het veerorgaan 53 en de verbindingsstang 56 binnen de hefbalk 30 zijn gelegen. Aan het over de hefbalk 30 verschuifbare kokerdeel 29 zijn ondèr en i ; -11- boven bevestigingsplaten 57,58 aangebracht waartussen de assen 27,28 voor de opneemdelen 25,26 aangebracht zijn.It can be clearly seen in the cross-section of Fig. 4 that the strip 4 with axle 50, the spring member 53 and the connecting rod 56 are located within the lifting beam 30. The section 29 slidable over the lifting beam 30 has parts and i; 11 above mounting plates 57, 57 are provided, between which shafts 27, 28 are arranged for the receiving parts 25, 26.

De solenoïde 54 is ook aan de buitenzijde van het koker-deel 29 bevestigd en steekt door openingen in kokerdeel 5 29 en de hefbalk 30 (30a) tot binnen de hefbalk. De arm- delen 44,45 steken eveneens door openingen tot binnen de hefbalk 30 (30a). De openingen in de hefbalk 30 (30a) zetten zich over een voorafbepaalde lengte uit voor het over de hefbalk 30 (30a) kunnen verschuiven van het ko-10 kerdeel 29.The solenoid 54 is also attached to the outside of the box member 29 and extends through openings in box member 29 and the lifting beam 30 (30a) into the lifting beam. The arm parts 44.45 also protrude through openings to within the lifting beam 30 (30a). The openings in the lifting beam 30 (30a) extend over a predetermined length before being able to move the frame part 29 over the lifting beam 30 (30a).

In fig.5,6 zijn respectievelijk de bedieningselementen voor de opneemorganen 23,24 getoond alsmede het uitzetme-chaniek voor het kokerdeel 29 met weglating van de hef-15 balk 30 (30a) en het kokerdeel 29.Fig. 5,6 shows the operating elements for the pick-up members 23, 24, respectively, as well as the expansion mechanism for the tubular member 29 with omission of the lifting beam 30 (30a) and the tubular member 29.

In fig.5 is het opneemorgaan 23 in gesloten stand, waarbij de strip 49 tussen de armdelen 44,45 tegen de nokken 47en 47' aanligt. Door bekrachtiging van de solenoïde 54 20 wordt via de arm 55 strip 49 tegen de werking van veer 53 in naar achteren getrokken. De veer 53 en de arm 55 zijn in deze figuur anders uitgevoerd dan in de voorgaande figuren 3 en 4, de werking is echter gelijk. De armdelen 44,45 worden nu door aan weerszijden daarvan aangebrachte 25 verdere veermiddelen 59,60, hier als bladveren uitgevoerd, naar elkaar toe gedwongen. De afstand waarover de armdelen 44,45 naar elkaar toe gedwongen worden is daarbij zodanig groot dat bij het opheffen van de bekrachtiging van solenoïde 54 de strip 49 met de uiteinden voor-30 bij de nokken 47 en 47' steekt. Onder werking van veer 53 wordt strip 49 naar de oorspronkelijke stand teruggebracht en daarmee de armdelen naar een stand waarbij het opneemorgaan maximaal geopend is (zie fig.6).In Fig. 5, the receiving member 23 is in the closed position, the strip 49 lying between the arm parts 44,45 against the cams 47 and 47 '. By energizing the solenoid 54, strip 49 is pulled backwards via the arm 55 against the action of spring 53. The spring 53 and the arm 55 are designed differently in this figure than in the previous figures 3 and 4, but the operation is the same. The arm parts 44,45 are now forced towards each other by further spring means 59,60, arranged here on either side thereof, here as leaf springs. The distance over which the arm parts 44, 45 are forced towards each other is such that, when the excitation of solenoid 54 is canceled, the strip 49 protrudes with the ends in front of the cams 47 and 47 '. Under the action of spring 53, strip 49 is returned to its original position and thereby the arm parts to a position in which the receiving member is maximally opened (see Fig. 6).

35 Wanneer de opneemorganen 23,24 in geopende stand tegen een stel wielen gereden worden van bijvoorbeeld een ziekenhuisbed, worden de helften 25,26 van de opneemorganen 101 89 24^ -12- naar elkaar toe gedwongen. Daarbij wordt de strip 49 door de daar tegenaan gelegen nokken 47 en 47" tegen de werking van veer 53 in naar achteren geduwd, totdat de nokken voorbij de uiteinden van de strip 49 komen en strip 5 49 naar de uitgangspositie terug schiet. In deze stand van strip 49 zijn de armdelen 44,45 en daarmee de helften 25,26 van de opneemorganen 23,24 geblokkeerd.When the pick-up members 23, 24 in an open position are driven against a set of wheels of, for example, a hospital bed, the halves 25, 26 of the pick-up members 101 89 24 ^ -12- are forced towards each other. The strip 49 is thereby pushed backwards by the cams 47 and 47 "against the action of spring 53, until the cams pass the ends of the strip 49 and strip 49 shoots back to the starting position. In this position of strip 49 the arm parts 44, 45 and thus the halves 25, 26 of the pick-up members 23, 24 are blocked.

Verder zijn in de figuren 5 en 6 delen van het uitzetme-10 chaniek voor de kokerdelen 29 aangegeven. Het uitzetme-chaniek omvat aandrijfmiddelen bestaande uit een aan de buitenzijde van de hefbalk 30 aangebrachte verstelmotor 61 die via een worm 62 en een wormwiel 63 een spindel 64 aandrijft. De spindel strekt zich aan weerszijden van de 15 aandrijfmiddelen uit, waarbij de aan weerszijden gelegen delen van de spindel een ten opzichte van elkaar tegengestelde draad hebben. Op spindel 64 is een binnen de hef-balk 30 verschuifbaar moerblok 65 aangebracht dat via de verbindingsstang 56 met het kokerdeel 29 gekoppeld is. In 20 het gegeven voorbeeld is het moerblok 65 niet direkt met de verbindingsstang 56 gekoppeld maar met tussenkomst van een scharnierbaar armstelsel 66 en plaat 52 met een vast armstelsel 66a. Door verdraaiing van de spindel kunnen de aan weerszijden van de hefbalk 30 (30a) aangebrachte ko-25 kerdelen 29 gelijktijdig en over gelijke afstand naar binnen of buiten bewogen worden.Furthermore, in figures 5 and 6 parts of the expansion mechanism for the tube parts 29 are indicated. The expansion mechanism comprises drive means consisting of an adjusting motor 61 arranged on the outside of the lifting beam 30, which motor drives a spindle 64 via a worm 62 and a worm wheel 63. The spindle extends on either side of the drive means, the parts of the spindle situated on either side having a thread opposite to each other. Mounted on spindle 64 is a nut block 65 which is slidable within the lifting beam 30 and which is coupled to the sleeve part 29 via the connecting rod 56. In the example given, the nut block 65 is not directly coupled to the connecting rod 56 but with the intervention of a pivotable arm assembly 66 and plate 52 with a fixed arm assembly 66a. By turning the spindle, the frame parts 29 arranged on either side of the lifting beam 30 (30a) can be moved inwards or outwards at the same distance and equally.

De hefbalk 30 is bij voorkeur voorzien van buitenste hef-balkdelen 30a die scharnierbaar zijn om een scharnier-as 30 67 (zie fig.1,7). Hierdoor is het mogelijk om de buiten ste hefbalkdelen met opneemorganen omhoog te klappen waardoor de breedte van de inrichting aanzienlijk kleiner wordt en de inrichting makkelijker verreden en opgeborgen kan worden. Voor het omhoog kunnen klappen van de hef-35 balkdelen 30a is voorzien in het scharnierbare armstelsel 66, dat uit twee enkelvoudige armen bestaat. De uiteinden van het armstelsel 66 zijn middels scharnierpunten 68,69 /- i L i . · -13- gekoppeld met respectievelijk het moerblok 65 en de vast met plaat 52 verbonnden armen 66a. De vaste armen 66a, de plaat 52 en de verbindingsstang 56 vormen tezamen één drijfarm die vast met het uiteinde 51 van het kokerdeel 5 29 is verbonden. In het buitenste hefbalkdeel 30a is een stuit 70 (zie fig.7) aangebracht. De stuit 70 bestaat in hoofdzaak uit een vast in hefbalkdeel 30a bevestigde plaat die voorzien is van een doorgang die groot genoeg is voor het kunnen laten passeren van de vaste armen 66a 10 maar te klein voor het kunnen laten passeren van de scharnierbare armen 66. Bij het bereiken van de uiterste positie van een kokerdeel 29 op een buitenste hefbalkdeel 30a komen de uiteinden van de scharnierbare armen 66 tegen de stuit 70 en wordt het hefbalkdeel 30a bij verdere 15 verplaatsing van het moerblok 65 langs de spindel 64 om de scharnier-as 67 omhoog gebracht.The lifting beam 30 is preferably provided with outer lifting beam parts 30a that are pivotable about a pivot axis 30 (see Fig. 1,7). This makes it possible to fold up the outer lifting beam parts with pick-up members, as a result of which the width of the device becomes considerably smaller and the device can be moved and stored more easily. In order to be able to fold up the lifting beam parts 30a, the hinged arm assembly 66 is provided, which consists of two single arms. The ends of the arm system 66 are pivot points 68,69. -13- coupled to the nut block 65 and the arms 66a fixedly connected to plate 52, respectively. The fixed arms 66a, the plate 52 and the connecting rod 56 together form one driving arm which is fixedly connected to the end 51 of the sleeve part 29. A stop 70 (see Fig. 7) is provided in the outer lifting beam part 30a. The stopper 70 consists essentially of a plate fixedly fixed in lifting beam part 30a, which plate is provided with a passage large enough to allow the fixed arms 66a 10 to pass but not too small to allow the hinged arms 66 to pass. reaching the extreme position of a sleeve part 29 on an outer lifting beam part 30a, the ends of the hinged arms 66 touch the stopper 70 and the lifting beam part 30a becomes further displaced from the nut block 65 along the spindle 64 about the pivot axis 67 brought up.

De fig.7A,B,C tonen opeenvolgende aanzichten van de ach-20 terzijde van een deel van de hefarm 30 met een kokerdeel 29. In fig.7A en 7B zijn de kokerdelen 29 met de opnee-morganen 23,24 respectievelijk op de onderling kleinste en onderling grootste afstand gebracht. Hiermede is de inrichting aan te passen aan objecten met een groot be-25 reik wat betreft de afstand tussen op te nemen wielen of steunorganen.7A, B, C show successive views of the rear side of a part of the lifting arm 30 with a sleeve part 29. In Figs. 7A and 7B the sleeve parts 29 with the pick-up members 23, 24 are respectively on the the smallest and mutual greatest distance. The device can hereby be adapted to objects with a large range with regard to the distance between wheels or supporting members to be received.

Door de spindel 64 verder te verdraaien na het bereiken van de in fig.7B gegeven stand, wordt door het aanliggen 30 van de uiteinden van de scharnierbare armen 66 tegen stuit 70 het buitenste hefbalkdeel 30a omhoog gebracht om de scharnier-as 67 en kan een stand zoals aangegeven in fig.7C, of verder, bereikt worden.By further turning the spindle 64 after reaching the position shown in Fig. 7B, the outer lifting beam part 30a is raised about the pivot axis 67 by abutment 30 of the ends of the hinged arms 66 against the stop 70 position as shown in Fig. 7C, or further.

Claims

2. Device as claimed in claim 1, characterized in that the adjustable control means comprise a mechanical coupling between first and second wheel groups, wherein the point of engagement can be adjusted relative to the pivot point or the pivot points of at least one wheel group.

3. Device as claimed in claim 1, characterized in that the adjustable steering means comprise detection means for detecting the angular rotation of at least one of the wheel groups, the other wheel group is provided with a steering drive for turning the wheel or the wheels and wherein an adjustable control means is provided for controlling the steering drive for the other wheel group in dependence on the signal from the detection means.

4. Device as claimed in claims 1-3, characterized in that the adjustable control means have a first setting range such that the first and second group of wheels are turned in the same direction when driven, wherein the second group of wheels is moved through a smaller angle. Then the first group of wheels is driven and wherein the first group of wheels is intended to form an outer group of wheels of an assembly of device and an object to be moved. 5

5. Device as claimed in claims 1-3, characterized in that the adjustable control means have a second adjustment or adjustment range such that the first and second group of wheels are turned in opposite direction when driven.

Device as claimed in claims 1-5, characterized in that the receiving members are arranged between the first and the second group of wheels.

7. Device for moving objects at least partly on wheels, the device comprising a frame provided with wheels of which at least one wheel can be steered, a drive for being able to move the device, a control member, pick-up members for the ability to receive wheels or other support members of an object to be moved and lifting means for being able to lift and lower the pick-up members, characterized in that the pick-up members each consist of two parts and in which means are provided for the parts of the pick-up members move apart and towards each other.

8. Device as claimed in one or more of the claims 1-6 and / or 7, characterized in that a receiving member comprises two halves which are pivotable relative to each other and which offer opening in a first position for receiving a wheel or another supporting or clamping a supporting part and in a second position a wheel or supporting part.

9. Device as claimed in claim 8, characterized in that the halves are approximately cup-shaped or approximately in the form of parts of a cup.

Device as claimed in claims 8-9, characterized in that the pivot points of the halves are positioned on one side of the center line through the halves perpendicular to the plane of symmetry thereof and that the ends of the halves that are closest to the pivot points are provided with an interlocking toothing, the individual parts of which are concentric with the respective pivot points.

11. Device as claimed in claims 8-10, characterized in that mechanical means are provided for opening and closing the pick-up members.

Device as claimed in claims 8-11, characterized in that a drive is provided for opening and closing the pick-up members. 20

Device as claimed in claims 8-12, characterized in that the receiving members are slidably mounted on a common lifting beam.

Device as claimed in claims 8-13, characterized in that the ends of the lifting beam with the pick-up members have pivot points with the middle part of the lifting beam, such that the pick-up members can be folded up with the ends of the lifting beam. 30

Device according to claims 8-14, characterized in that | that a drive is provided for being able to move the pick-up members along the lifting beam.

Device as claimed in claim 15, characterized in that the drive also serves for folding up the ends of the lifting beam. !