[go: up one dir, main page]

NL1013709C2 - Telecommunicatiesysteem. - Google Patents

Telecommunicatiesysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL1013709C2
NL1013709C2 NL1013709A NL1013709A NL1013709C2 NL 1013709 C2 NL1013709 C2 NL 1013709C2 NL 1013709 A NL1013709 A NL 1013709A NL 1013709 A NL1013709 A NL 1013709A NL 1013709 C2 NL1013709 C2 NL 1013709C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
telecommunication
power line
signal
coupled
core
Prior art date
Application number
NL1013709A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacobus Petrus Maria Pennings
Edwin Robert Otter
Original Assignee
Ericsson Telefon Ab L M
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ericsson Telefon Ab L M filed Critical Ericsson Telefon Ab L M
Priority to NL1013709A priority Critical patent/NL1013709C2/nl
Priority to PCT/NL2000/000874 priority patent/WO2001041325A2/en
Priority to AU25582/01A priority patent/AU2558201A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1013709C2 publication Critical patent/NL1013709C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04BTRANSMISSION
    • H04B3/00Line transmission systems
    • H04B3/54Systems for transmission via power distribution lines
    • H04B3/56Circuits for coupling, blocking, or by-passing of signals
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04BTRANSMISSION
    • H04B2203/00Indexing scheme relating to line transmission systems
    • H04B2203/54Aspects of powerline communications not already covered by H04B3/54 and its subgroups
    • H04B2203/5404Methods of transmitting or receiving signals via power distribution lines
    • H04B2203/5425Methods of transmitting or receiving signals via power distribution lines improving S/N by matching impedance, noise reduction, gain control
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04BTRANSMISSION
    • H04B2203/00Indexing scheme relating to line transmission systems
    • H04B2203/54Aspects of powerline communications not already covered by H04B3/54 and its subgroups
    • H04B2203/5429Applications for powerline communications
    • H04B2203/5433Remote metering
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04BTRANSMISSION
    • H04B2203/00Indexing scheme relating to line transmission systems
    • H04B2203/54Aspects of powerline communications not already covered by H04B3/54 and its subgroups
    • H04B2203/5429Applications for powerline communications
    • H04B2203/5441Wireless systems or telephone
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04BTRANSMISSION
    • H04B2203/00Indexing scheme relating to line transmission systems
    • H04B2203/54Aspects of powerline communications not already covered by H04B3/54 and its subgroups
    • H04B2203/5462Systems for power line communications
    • H04B2203/5483Systems for power line communications using coupling circuits
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04BTRANSMISSION
    • H04B2203/00Indexing scheme relating to line transmission systems
    • H04B2203/54Aspects of powerline communications not already covered by H04B3/54 and its subgroups
    • H04B2203/5462Systems for power line communications
    • H04B2203/5491Systems for power line communications using filtering and bypassing

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Cable Transmission Systems, Equalization Of Radio And Reduction Of Echo (AREA)

Description

T elecommunicatiesy steem.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een telecommunicatiesysteem omvattende eerste- en tweede telecommunicatiemiddelen die door tussenkomst van een 5 telecommunicatieverbinding onderling met elkaar zijn verbonden, waarbij de telecommunicatieverbinding een vermogensleiding omvat, omvattende een buitenmantel die ten minste één stroom voerende ader omringt, welke ader is gekoppeld aan de telecommunicatiemiddelen om een telecommunicatiesignaal over te brengen.
10 Een dergelijk telecommunicatiesysteem is met name toepasbaar voor al of niet openbare elektriciteitsbedrijven die gewoonlijk over een uitgebreid en fijn vertakt elektriciteitsdistributienetwerk beschikken voor de levering van elektriciteit aan huishoudens, bedrijven en instellingen. De vermogensleidingen waaruit een dergelijk netwerk is opgebouwd, lenen zich echter behalve voor elektriciteitslevering in beginsel 15 tevens voor telecommunicatiediensten, wat een meervoudige exploitatie van het netwerk mogelijk maakt. Daarbij dient niet alleen te worden gedacht aan telefonie maar bijvoorbeeld ook aan diverse vormen van telemetrie en datacommunicatietoepassingen, zoals internet. Daar komt bij dat elektriciteitslevering in toenemende mate in handen zal worden gelegd van verscheidene private partijen, waardoor een additionele behoefte 20 ontstaat om meterstanden op afstand uit te kunnen lezen. Het moge duidelijk zijn dat een dergelijke uitlezing van de meterstanden bij voorkeur over het eigen distributienetwerk plaats vindt.
Een elektriciteitsdistributienetwerk is tot aan de gebruiker opgebouwd uit 25 vermogensleidingen variërend van hoogspanningsleidingen voor elektriciteitslevering over grotere afstanden tot vermogensleidingen tussen een distributiecentrum en een meterkast van de eindgebruiker. Deze laatste categorie van leidingen omvat gewoonlijk een (grond)kabel met een metalen buitenmantel, waarin een aantal aders is opgenomen die zorgen voor de elektriciteitslevering bij de gangbare netspanning. De buitenmantel 30 beschermt daarbij de aders tegen mechanische inwerking van buitenaf.
Bij een bekend telecommunicatiesysteem van de in de aanhef genoemde soort word een telecommunicatiesignaal tussen twee van deze aders aangeboden. Aan de zijde van de eindgebruiker wordt dit signaal van de leiding gefilterd en aan de 35 telecommunicatiemiddelen toegevoerd. Aldus wordt voorzien in een symmetrische signaaloverdracht over de aders van de vermogensleiding.
101 3709
, I
-2-
Een bezwaar van een dergelijk systeem blijkt echter de verzwakking en de vervorming van het signaal bij het transport over de leidingen van het distributienetwerk. Hierdoor komt het signaal vaak slechts gebrekkig door, wat met name voor telemetrie en datacommunicatie ontoelaatbaar is. Met de uitvinding wordt beoogd in een 5 teelcommunicatiesysteem van de in de aanhef genoemde soort te voorzien, waarin dit althans in belangrijke mate wordt vermeden.
Om het beoogde doel te bereiken heeft een telecommunicatiesysteem van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat de dat de 10 telecommunicatiemiddelen aan de genoemde ader en aan de buitenmantel van de vermogensleiding zijn gekoppeld om het telecommunicatiesignaal daartussen aan te bieden. Aldus wordt het signaal niet tussen de aders onderling maar steeds tussen een ader en de buitenmantel aangeboden. Doordat de buitenmantel actief wordt betrokken in de doorgifte van het telecommunicatiesignaal fungeert de vermogensleiding als het 15 ware als een co-axiale kabel met een relatief stabiele impedantie, die een asymmetrisch signaaltransport mogelijk maakt. De buitenmantel zorgt bovendien voor een adequate afscherming tegen externe interferenties, waardoor een aanmerkelijk geringere distorsie van het signaal optreedt dan bij het bekende systeem wordt ervaren.
20 Niet zelden omvat het openbare deel van de vermogensleiding die naar de eindgebruiker voert een aantal aders die niet alle worden benut voor de doorsnee eindgebruiker. Zo omvat in Nederland de vermogensleiding die bij een eindgebruiker diens meterkast in komt vier aders, te weten een nul en drie fasen. Gewoonlijk wordt slechts één van deze fases aangesloten, waarbij de specifieke fase die wordt aangesloten van eindgebruiker 25 tot eindgebruiker varieert om de belasting daarover te verdelen. Om er zeker van te zijn dat iedere eindgebruiker een mee getransporteerd telecommunicatiesignaal kan ontvangen, heeft een voorkeursuitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding als kenmerk dat de vermogensleiding een aantal stroom voerende aders omvat die in staat zijn om een in hoofdzaak identiek telecommunicatiesignaal te 30 voeren ten opzichte van de buitenmantel en dat althans één van beide telecommunicatiemiddelen aan al deze aders is gekoppeld om daarmee het telecommunicatiesignaal uit te wisselen. Doordat aan althans één van beide zijden het telecommunicatiesignaal aldus aan alle aders wordt aangeboden, zal het aan de andere zijde van het telecommunicatiepad steeds beschikbaar zijn.
35 1013709 -3-
De superponering van het telecommunicatiesignaal in het electriciteitsnetwerk kan op zichzelf op verschillende wijzen geschieden. Een bijzondere uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft in dit opzicht als kenmerk dat althans één van de telecommunicatiemiddelen door tussenkomst van ten minste één 5 condensator capacitief aan de ten minste ene ader van de vermogensleiding zijn gekoppeld. Hierbij wordt het telecommunicatiesignaal capacitief op de vermogensleiding overgebracht c.q. daarvan afgenomen. Een voorkeursuitvoeringsvorm van het telecommunicatienetwerk heeft in dit opzicht bovendien als kenmerk dat de telecommunicatiemiddelen door tussenkomst van ten minste twee condensatoren op 10 verschillende locaties aan de ten minste ene ader van de vermogensleiding zijn gekoppeld. Door aldus de telecommunicatiemiddelen met ten minste twee condensatoren op onderscheiden plaatsen aan de vermogensleiding te koppelen, zullen twee gelijke telecommunicatiesignalen met een onderling faseverschil gezamenlijk worden getransporteerd. Dit faseverschil zal afhangen van het weglengteverschil van de 15 beide signalen dat wordt veroorzaakt door de verschillende plaatsen waarop de condensatoren op de vermogensleiding aangrijpen. Hiervan kan aan de ontvangerzede dankbaar gebruik worden gemaakt door beide signalen te onderscheppen en het sterkste van beide te gebruiken voor het herwinnen van de daarin besloten informatie. Een dergelijke techniek wordt wel aangeduid als ‘antenna diversity’.
20
In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm heeft het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding als kenmerk dat de althans één van de telecommunicatiemiddelen door tussenkomst van een antenne radiografisch aan de ten minste ene ader van de vermogensleiding zijn gekoppeld. Hierbij wordt gekozen voor een volledig ontkoppelde 25 signaaloverdracht tussen de telecommunicatiemiddelen en het netwerk, waarvan de vermogensleiding deel uitmaakt. Een voorkeursuitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem heeft hierbij volgens de uitvinding als kenmerk dat de antenne een dipoolantenne omvat waarvan een stralingsveld althans in hoofdzaak in een axiale richting van de ten minste ene ader van de vermogensleiding ligt. Door het veld 30 van de dipoolantenne aldus in de axiale richting van de vermogensleiding te leggen, wordt een grotere overlap en dus inkoppeling bereikt dan wanneer de dipoolantenne onder een andere hoek zou zijn gericht, wat de kwaliteit van het telecommunicatiesignaal ten goede komt.
101 37 09 -4-
Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat althans een van beide telecommunicatiemiddelen door tussenkomst van een bandfilter aan de vermogensleiding zijn gekoppeld en dat de telecommunicatiemiddelen in staat zijn tot bedrijf binnen een door het bandfilter 5 doorgelaten frequentiebereik. Het bandfilter laat slechts een specifiek frequentiebereik door, waarop de frequenties van de toegepaste draaggolven voor het telecommunicatiesignaal alsmede de telecommunicatiemiddelen zijn afgestemd. Door aldus binnen een strikt frequentiebereik te opereren, is het mogelijk om signalen buiten dit frequentiedomein uit te sluiten waardoor het telecommunicatiesignaal onvermengd 10 kan worden benut. Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft in dit verband als kenmerk dat het frequentiebereik althans nagenoeg ligt tussen 5 en 25 MHz. Dit frequentiebereik is in althans veel elektriciteitsdistributienetwerken nog onbenut in tegenstelling tot lagere frequenties waarop in sommige gevallen reeds signalen worden verzonden. Hogere 15 frequenties leiden daarentegen tot meer verzwakking tijdens het transport en zijn onder meer om die reden minder aantrekkelijk.
In tegenstelling tot zeer hoge frequenties, is het hiervoor aangegeven frequentiebereik nog betrekkelijk gevoelig voor distorsie als gevolg van interferenties. Mede met het oog 20 daarop heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem . volgens de uitvinding als kenmerk dat de telecommunicatiemiddelen in staat zijn tot bedrijf volgens het DECT-protocol. DECT staat voor Digital Enhanced Cordless Telephony en is uitvoerig omschreven in de desbetreffende door het Europees Telecommunicatie Standaardisatie Instituut (ETSI) uitgevaardigde standaard, welke 25 voor zover nodig hierin geacht wordt te zijn opgenomen. Het daaraan ten grondslag liggende protocol is evenwel binnen het kader van de onderhavige uitvinding ook buiten het gebied van draadloze telefonie toepasbaar en is uitermate geschikt om met verstoringen om te gaan, doordat het is gebaseerd op het zogenaamde ‘make before brake’-principe. Indien binnen een bepaalde frequentieband teveel interferentie 30 aanwezig is om het signaal in stand te houden, zal op basis van dit protocol eerst naar een betere frequentieband worden gezocht, om het signaal eventueel daarin voort te zetten, voordat de verbinding wordt verbroken. Aldus wordt optimaal gebruik gemaakt van de aanwezige bandbreedte om het telecommunicatiesignaal over te dragen. Dit protocol leent zich voor telefonie als voor data-overdracht, waardoor het voor alle thans 35 denkbare toepassingsmogelijkheden geschikt is.
1 01 3709 -5-
Een verdere maatregel om hoogfrequente ruis en andere hoogfrequente verstoringen aan het nuttige signaal te onderdrukken wordt geboden door een verdere uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding dat is gekenmerkt doordat de vermogensleiding ten minste een smoorspoel, welke in staat is om hoog-frequente 5 interferenties althans ten dele te onderdrukken.
In een hybride netwerk van de hier beschreven soort is het van groot belang dat de veelal op laagspanning functionerende telecommunicatieapparatuur is ontkoppeld van het hoogspanningsdeel van het elektriciteitsnetwerk. Hiertoe heeft een bijzondere 10 uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding als kenmerk dat althans één van beide telecommunicatiemiddelen aan een secundaire stroomkring van een transformator zijn gekoppeld, waarvan een primaire stroomkring de vermogensleiding omvat. Door de tussenkomst van de transformator wordt een effectieve scheiding van het vermogensnetwerk en het telecommunicatienetwerk bereikt 15 die de mogelijkheid Iaat om een hoog-frequent telecommunicatiesignaal te laten passeren, zodat de telecommunicatiemiddelen op een veilige wijze kunnen functioneren.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: 20 figuur 1 schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding;
De tekening is zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name zijn ter wille van de duidelijkheid sommige dimensies sterk overdreven weergegeven. Overeenkomstige delen zijn zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.
25
Het telecommunicatiesysteem van figuur 1 is gebaseerd op een el of niet bestaand electriciteitsdistributienetwerk dat is opgebouwd uit een aantal vermogensleidingen waarover elektriciteit aan huishoudens, bedrijven en instellingen wordt geleverd. Het hier getoonde gedeelte van het systeem is geïnstalleerd in het laatste deel van het 30 distributienetwerk waaraan deze eindgebruikers rechtreeks zijn aangesloten. Het netwerk eindigt daarbij in een meterkast 10 bij de eindgebruiker. Gewoonlijk zijn enkele honderden eindgebruikers aldus door middel van afzonderlijke vermogensleidingen 30 aangesloten Op een gemeenschappelijk sub-centrum 20 dat typisch een afstand van de orde van grootte van 300 meter verwijderd ligt. Het sub-centrum wordt gevoed vanuit 35 gemeenschappelijke stamkabels die op een hogere spanning worden bedreven.
1 01 37 09 -6-
De vermogensleiding die naar de eindgebruikers voert, omvat vier aders, te weten drie fasen R,S.T die ieder een wisselspanning van circa 220 Volt (RMS) voeren en een nul N. De aders R,S,T,N zijn omgeven door een mechanische afscherming in de vorm van een metalen mantel 31. Deze mantel beschermt de leiding 30, die gewoonlijk als 5 grondkabel op een zekere diepte onder het maaiveld ligt begraven, tegen lichte graafwerkzaamheden en andere mechanische inwerkingen van buitenaf. Om de afscherming is tot slot een kunststof isolatie 32 aangebracht van bijvoorbeeld polyvinylchloride (PVC) of polypropyleen (PP). Deze kunststof isolatie zorgt niet alleen voor een elektrische isolatie van de kabel, maar sluit bovendien de kabel hermetisch af 10 voor vocht.
In de meterkast 10 bevinden zich drie hoofdzekeringen 11,12,13. Bij een eenvoudig huishouden is hiervan er slechts één aangesloten aan de kabel 30. De nul N is rechtstreeks doorverbonden door middel van een geschikt aansluitblok 14. Aldus 15 beschikt het huishouden over één fase S en een nul N, die door tussenkomst van een gebruikelijke, hier niet getekende, zekeringkast verder worden verdeeld over de diverse stopcontacten en andere aansluitpunten in het huis.
Het hier getoonde distributienetwerk is niet alleen geschikt voor elektriciteitslevering 20 maar leent zich ook voor telecommunicatie ten behoeve van in beginsel willekeurige telecommunicatiemiddelen 40, die hier schematisch zijn weergegeven. De telecommunicatiemiddelen zijn aan de zijde van de eindgebruiker door tussenkomst van een DECT-interface 41 en een frequentieconvertor 42 aan de vermogensleiding 30 gekoppeld. Dit deel van het telecommunicatienetwerk is door middel van een 25 transformator 43 ontkoppeld van het vermogensgedeelte om een verschil in impedantie tussen beide delen van het netwerk op te vangen. In het gebruikersdeel 40 van het netwerk heerst een standaard impedantie van 50 ohm, terwijl het signaal in de praktijk in het vermogensdeel een impedantie ondervindt die typisch tussen 3 en 10 ohm ligt. Dankzij de tussenschakeling van de transformator 43 kunnen beide delen van het 30 netwerk niettemin probleemloos met elkaar communiceren.
DECT staat voor Digital Enhanced Cordless Telephony en is gebaseerd op een standaard communicatieprotocol dat door het Europees Telecommunicatie Standaardisatie Instituut (ETSI) als zodanig is vastgelegd (ETS 300 175). Hoewel de 35 naamgeving anders doet vermoeden, leent dit protocol zich in beginsel voor alle vormen 1 0 1 3709 -7- van telecommunicatie, dus niet alleen voor draadloze telefonie maar bijvoorbeeld ook voor draadgebonden telefonie, telemetrie en datacommunicatie. Het DECT-protocol wordt in het onderhavige voorbeeld geïmplementeerd op dragerffequenties van circa 5-25 MHz waarmee telecommunicatiesignalen in het netwerk worden getransporteerd.
5 Omdat DECT in principe is gebaseerd op bedrijf bij frequenties rond 1880 MHz, zorgen de frequentieconversiemiddelen 42 voor de noodzakelijke frequentie omschakeling. In dit voorbeeld wordt uitgegaan van het navolgende frequentieschema: DECT-kanaal dragerfrequentie 9_ 6,912 10 8 8,640 7 10,368 6 12,096 5 13,824 4 15,552 15 3 17,280 2 19,008 1 20,736 _0__22,464 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 1013709 DECT is een protocol dat ontworpen is om om te gaan met interferenties en andere 2 storingen op de leidingen. Het zogenaamde ‘make before break’ mechanisme zorgt 3 ervoor dat bij te grote verstoringen van het signaal wordt uitgeweken naar een ander 4 kanaal om het signaal daarin voort te zetten. Op overeenkomstige wijze past DECT zich 5 aan aan het momentane communicatieverkeer op het netwerk, waardoor 6 frequentiebanden automatisch worden gealloceerd en niet voortdurend vooraf behoeven 7 te worden gepland. Aldus levert DECT een communicatiesignaal van een aanmerkelijk 8 betere en betrouwbaarder kwaliteit dan een normale open lijnverbinding. Dit is met 9 name in het onderhavige systeem van voordeel omdat het niet op de normale hoge 10 DECT-frequentie rond 1880 MHz wordt bedreven maar uitgaat van dragerfrequenties 11 in het bereik van 5-25 MHz dat aanmerkelijk gevoeliger is voor interferenties.
-8-
Het telecommunicatiesignaal wordt conform de uitvinding tussen althans één van de aders R,S,T,N van de vermogensleiding en de metalen afscherming 31 gelegd. Hiertoe zijn de telecommunicatiemiddelen 40 door tussenkomst van een condensator 44 en een bandfilter 45 aan in de meterkast 10 aan één van de fasen S en aan de afscherming 31 5 gekoppeld. Het bandfilter 45 selecteert daarbij het hiervoor genoemde frequentiegebied van 5-25 MHz en laat dit louter door aan de telecommunicatiemiddelen. De daaronder gelegen banden van 0-5 MHz worden doorgegeven aan de meterkast 10 en zijn aldus nog beschikbaar voor simpele telemetrische toepassingen, zoals het schakelen en uitlezen van een in de meterkast aanwezige, doch niet getekende, verbruiksmeter.
10 Signalen bij frequenties boven 25 MHz worden door het filter 45 niet doorgelaten. Bovendien zorgen ook smoorspoelen 46 in de leidingen R,S,T voor een adequate onderdrukking van hoog-frequente signaalcomponenten die anders met het nuttig signaal zouden kunnen interfereren. De condensator 44 zorgt voor de gewenste uitwisseling van het telecommunicatiesignaal met de vermogensleiding S en bovendien 15 voor een ontkoppeling van het gebruikersgedeelte 40 van het netwerk van het vermogensdeel. Dit laatste is met name vanuit veiligheidsoogpunt van belang.
Door aldus de mechanische afscherming 31 en althans één van de aders S te gebruiken voor een asymmetrisch transport van het telecommunicatiesignaal fungeert de 20 vermogenskabel als een co-axiaalkabel en zorgt zo zelf voor een elektrische afscherming van het telecommunicatiesignaal tegen interferenties. Aldus wordt een aanmerkelijke kwaliteitswinst geboekt ten opzichte van bestaande systemen waarbij wordt getracht telecommunicatie via een elektriciteitsnetwerk te laten verlopen. De impedantie van de voedingskabel is betrekkelijk stabiel en ligt in de praktijk tussen 3 en 25 10 ohm. Door de ontkoppeling dankzij de transformator 43 wordt een eventule impedantie-mismatch opgevangen en kunnen de telecommunicatiemiddelen 40 niettemin worden bedreven met verbindingen met een meer gangbare impedantie van 50 ohm.
30 In het sub-centrum 20 bevindt zich een stelsel van transformatoren 23 die in het vermogensnetwerk zorgen voor de gewenste spanningsomzetting van hoogspanning naar de gewenste openbare netspanning. Hier wordt conform de uitvinding het telecommunicatiesignaal door tussenkomst van een ffequentieconvertor 22, een transformator 23 en een condensator 24 uitgewisseld met de vermogensleiding 30, zij 35 het dat hier alle fasen R,S,T in de kabel 30 parallel worden aangesloten opdat in iedere 1013709 -9- meterkast 10 het telecommunicatiesignaal op iedere fase beschikbaar is. Het telecommunicatiesignaal wordt aldus aangeboden tussen de respectieve ader R,S,T en de gemeenschappelijke mantel 31 van de vermogensleiding 30. Door tussenkomst van een DECT-interface 21 is het sub-centrum 20 gekoppeld aan een netwerkcentrale. Dit 5 kan via het elektriciteitsnetwerk geschieden of via een separate, daarop toegesneden hoogwaardige telecommunicatieverbinding. De transformatoren 23 fungeren overigens tevens als smoorspoel en dempen aldus hoog-frequente interferenties, waardoor een separate plaatsing van smoorspoelen 46 zoals aan de gebruikerszijde 40 hier achterwege kan blijven. Al met al is behalve elektriciteitsdistributie tevens telecommunicatie tussen 10 de verschillende eindgebruikers binnen het netwerk mogelijk. Op op zichzelf bekende wijze kan het netwerk worden gekoppeld aan één of meer andere netwerken opdat ook communicatie met gebruikers van die netwerken mogelijk is.
De inkoppeling van het telecommunicatiesignaal op de vermogensleiding kan op 15 zichzelf op verschillende wijzen tot stand worden gebracht. De figuren 2 tot en met 5 geven hiervan voorbeelden. In de figuren 2 en 3 wordt uitgegaan van een capacitieve inkoppeling, terwijl bij figuur 4 en 5 de uitwisseling van het telecommunicatiesignaal met de vermogensleiding 30 geschiedt met behulp van een dipoolantenne.
20 In figuur 2 wordt het telecommunicatiesignaal RF via een gemeenschappelijke leiding aan een viertal condensatoren 24 aangeboden, c.q. daarvan afgenomen, die in de kabel 30 aan de respectieve aders N,R,S,T daarvan zijn gesoldeerd of anderszins verbonden. Aldus is het DECT-signaal RF op alle aders beschikbaar. Voor een adequate signaaloverdracht en tevens een veilige ontkoppeling van het laagspanningssignaal RF 25 met de vermogensleiding 30 worden hier bij voorkeur betrekkelijk zware condensatoren 24 toegepast met een capaciteit van ten minste circa.. mF. Desgewenst kunnen per ader N,R,S,T meer van dergelijke condensatoren naast elkaar worden toegepast.
Een verbetering van de signaal/ruisverhouding kan worden bereikt door toepassing van 30 het zogenaamde diversity-principe, hetgeen in figuur 3 wordt getoond. Hierbij wordt het telecommunicatiesignaal RF vanuit verschillende bronnen RF1,RF2 door afzonderlijke condensatoren 24,24' op de respectieve aders N,R,S,T ingekoppeld. Het positieverschil d tussen de condensatoren resulteert in een weglengteverschil van beide signalen RF1,RF2 en daarmee in een faseverschil. Aan de ontvangerzede worden beide signalen 35 RF1,RF2 benut door daaruit steeds het sterkste signaal te selecteren opdat een hogere 1 01 3709 -10- signaal/ruisverhouding en signaalsterkte wordt behouden dan bij gebruik van slechts een enkelvoudige inkoppeling. De hiervoor noodzakelijke elektronica is commercieel beschikbaar en wordt daarom hier niet nader uiteengezet.
5 In plaats van capacitief kan het telecommunicatiesignaal ook inductief met de vermogensleiding worden uitgewisseld. Hiertoe kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een dipool-antenne 25, zoals in figuur 4 is weergegeven. De dipool-antenne 25 wordt tussen de aders van de vermogensleiding 30 geplaatst zodanig dat het dipoolveld 26 van de antenne, dat in de figuur schematisch is weergegeven, althans een 10 deel van de aders omvat. Het telecommunicatiesignaal RF wordt via een hoog-frequente leiding 27 naar de antenne geleid, c.q. daarvan afgenomen, en aldus inductief met de vier aders R,S,T,N uitgewisseld.
Hoewel de opzet van figuur 4 geschikt is, wordt de voorkeur gegeven aan die van figuur 15 5 waarbij de oriëntale van de dipoolantenne 25 in de kabel 30 circa 90° verschilt. Door deze draaiing van de dipoolantenne 25 wordt een grotere overlap met de aders R,S,T,N bereikt en daardoor een sterkere koppeling van het dipoolveld. Het moge duidelijk zijn dat dit de signaalsterkte ten goede komt.
20 Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter een aantal uitvoerings- voorbeelden nader werd toegelicht, zal het duidelijk zijn dat de uitvinding geenszins tot de gegeven voorbeelden is beperkt. Integendeel zijn voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk zonder te verlangen buiten het kader van de onderhavige uitvinding te treden.
25
In het algemeen verschaft de uitvinding een oplossing voor telecommunicatie over een elektriciteitsdistributienetwerk.
30 101 37 09

Claims (11)

1. Telecommunicatiesysteem omvattende eerste- en tweede telecommunicatiemiddelen die door tussenkomst van een telecommunicatieverbinding 5 onderling met elkaar zijn verbonden, waarbij de telecommunicatieverbinding een vermogensleiding omvat, omvattende een buitenmantel die ten minste één stroom voerende ader omringt, welke ader is gekoppeld aan de telecommunicatiemiddelen om een telecommunicatiesignaal over te brengen met het kenmerk dat de telecommunicatiemiddelen aan de genoemde ader en aan de buitenmantel van de 10 vermogensleiding zijn gekoppeld om het telecommunicatiesignaal daartussen aan te bieden.
2. Telecommunicatiesysteem volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de vermogensleiding een aantal stroom voerende aders omvat die in staat zijn om een in 15 hoofdzaak identiek telecommunicatiesignaal te voeren ten opzichte van de buitenmantel en dat althans één van beide telecommunicatiemiddelen aan al deze aders is gekoppeld om daarmee het telecommunicatiesignaal uit te wisselen.
3. Telecommunicatiesysteem volgens conclusies 1 of 2 met het kenmerk dat 20 althans één van de telecommunicatiemiddelen door tussenkomst van ten minste één condensator capacitief aan de ten minste ene ader van de vermogensleiding zijn gekoppeld.
4. Telecommunicatiemiddelen volgens conclusie 3 met het kenmerk dat de 25 telecommunicatiemiddelen door tussenkomst van ten minste twee condensatoren op verschillende locaties aan de ten minste ene ader van de vermogensleiding zijn gekoppeld.
5. Telecommunicatiesysteem volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de 30 althans één van de telecommunicatiemiddelen door tussenkomst van een antenne radiografisch aan de ten minste ene ader van de vermogensleiding zijn gekoppeld.
6. Telecommunicatiemiddelen volgens conclusie 5 met het kenmerk dat de antenne een dipoolantenne omvat waarvan een stralingsveld althans in hoofdzaak in een axiale 35 richting van de ten minste ene ader van de vermogensleiding ligt. 1 01 3709 -12-
7. Telecommunicatiesysteem volgens een der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat althans een van beide telecommumcatiemiddelen door tussenkomst van een bandfilter aan de vermogensleiding zijn gekoppeld en dat de telecommumcatiemiddelen in staat zijn tot bedrijf binnen een door het bandfilter doorgelaten frequentiebereik. 5
8. Telecommumcatiemiddelen volgens conclusie 7 met het kenmerk dat het frequentiebereik althans nagenoeg ligt tussen 5 en 25 MHz.
9. Telecommunicatiesysteem volgens een der voorafgaande conclusies met het 10 kenmerk dat de telecommumcatiemiddelen in staat zijn tot bedrijf volgens het DECT- protocol.
10. Telecommunicatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de vermogensleiding ten minste een smoorspoel, welke in staat is om hoog- 15 frequente interferenties althans ten dele te onderdrukken.
11. Telecommunicatiesysteem volgens een der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat althans één van beide telecommumcatiemiddelen aan een secundaire stroomkring van een transformator zijn gekoppeld, waarvan een primaire stroomkring 20 de vermogensleiding omvat. 1 01 3709
NL1013709A 1999-12-01 1999-12-01 Telecommunicatiesysteem. NL1013709C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1013709A NL1013709C2 (nl) 1999-12-01 1999-12-01 Telecommunicatiesysteem.
PCT/NL2000/000874 WO2001041325A2 (en) 1999-12-01 2000-11-29 Telecommunication system
AU25582/01A AU2558201A (en) 1999-12-01 2000-11-29 Telecommunication system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1013709 1999-12-01
NL1013709A NL1013709C2 (nl) 1999-12-01 1999-12-01 Telecommunicatiesysteem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1013709C2 true NL1013709C2 (nl) 2001-06-05

Family

ID=19770342

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1013709A NL1013709C2 (nl) 1999-12-01 1999-12-01 Telecommunicatiesysteem.

Country Status (3)

Country Link
AU (1) AU2558201A (nl)
NL (1) NL1013709C2 (nl)
WO (1) WO2001041325A2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NO316149B1 (no) * 2002-01-23 2003-12-15 Wireless Reading Systems Asa Antenneanordning, fjernavlesningsinnretning, fremgangsmåte for å tilveiebringe en antenne, samt anvendelse av en elektrisk forsyningsledning
FR2835668B1 (fr) * 2002-02-06 2004-05-14 Electricite De France Procede de transmission d'informations par signaux cpl hf dans un cable souterrain de transport d'energie electrique triphase, et dispositif de couplage pour sa mise en oeuvre
DE102010043031A1 (de) * 2010-10-28 2012-05-03 Endress + Hauser Flowtec Ag Funk-Feldgerät

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4507646A (en) * 1981-11-16 1985-03-26 P.S. Paging System, A.B. Radio communication system
US5684450A (en) * 1992-10-22 1997-11-04 Norweb Plc Electricity distribution and/or power transmission network and filter for telecommunication over power lines
WO1998006187A1 (en) * 1996-08-06 1998-02-12 Northern Telecom Limited Power line communications

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4507646A (en) * 1981-11-16 1985-03-26 P.S. Paging System, A.B. Radio communication system
US5684450A (en) * 1992-10-22 1997-11-04 Norweb Plc Electricity distribution and/or power transmission network and filter for telecommunication over power lines
WO1998006187A1 (en) * 1996-08-06 1998-02-12 Northern Telecom Limited Power line communications

Also Published As

Publication number Publication date
WO2001041325A2 (en) 2001-06-07
AU2558201A (en) 2001-06-12
WO2001041325A3 (en) 2001-11-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6282405B1 (en) Hybrid electricity and telecommunications distribution network
EP0667067B1 (en) Transmission network and filter therefor
US5949327A (en) Coupling of telecommunications signals to a balanced power distribution network
US6417762B1 (en) Power line communication system using anti-resonance isolation and virtual earth ground signaling
EA006177B1 (ru) Индуктивное ответвление сигнала данных в кабель передачи мощности
EP0975097A2 (en) Method and device for bi-directional data exchange over low and medium voltage electric power lines
BRPI0106656B1 (pt) Communication apparatus for communication of electrical signs through one or more electrical lines and coupler for use thereof.
US11689346B2 (en) Switched amplifier for data transmission
EP0756785B2 (en) Hybrid electricity and telecommunications distribution network
NL1013709C2 (nl) Telecommunicatiesysteem.
US11450936B2 (en) Transmission of data over conducting wires
MXPA96004961A (en) Hybrid network of electricity and telecommunication distribution

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070701