NL1013245C2

NL1013245C2 - Open systeem technologie.

Info

Publication number: NL1013245C2
Application number: NL1013245A
Authority: NL
Inventors: Wilhelm Badenhop; Petrus Wilhelmus Maria Paijens
Original assignee: Nedap Nv
Priority date: 1999-10-08
Filing date: 1999-10-08
Publication date: 2001-04-10
Also published as: EP1226565B1; DE60032826T2; EP1420378A1; AU1178701A; ES2218239T3; EP2093728B1; EP1411484B1; US7405661B2; WO2001027892A1; ES2378114T3; DE60033325T2; US20060290506A1; EP1768073A1; EP1411484A1; DE60033325D1; ES2318661T3; DE60032826D1; EP2093728A1; ES2278269T3; EP1768073B1

Description

Titel: Open systeem technologie

De uitvinding heeft betrekking op een systeem voorzien van tenminste een persoons- en/of goederenregistratie-inrichting zoals een diefstalbeveili-gingssysteem omvattende tenminste een bij een doorgang 5 opgestelde zend- en ontvanginrichting voor het detecteren van antidiefstallabels die de doorgang passeren, een bij een doorgang opgesteld persoonsidentificatie- en/of registratiesysteem voor het registreren of identificeren van personen die de doorgang passeren en/of een kassablok 10 voor het registreren van af te rekenen goederen door bijvoorbeeld scannen en eventueel het deactiveren of verwijderen van aan de goederen bevestigde antidiefstallabels .

Een dergelijk systeem is op zich bekend en wordt 15 onder meer toegepast in winkels voor diefstal beveiliging en het afrekenen van gekochte goederen. Tevens wordt een dergelijk systeem toegepast bij bedrijven inclusief winkels voor het registreren en identificeren van personen.

Doel van de uitvinding is het diagnosticeren van 20 dergelijke systemen, het service verlenen voor dergelijke systemen en/of het verkrijgen van informatie uit dergelijke systemen zoals management informatie en EAS (Elektronisch Antidiefstal Systeem) informatie te verbeteren. Overeenkomstig de uitvinding is het systeem hiertoe verder 25 gekenmerkt in, dat de tenminste ene inrichting is verbonden met een lokale besturingsinrichting die een eerste communicatie-inrichting omvat waarbij het systeem verder is voorzien van een centrale besturingsinrichting die een tweede communicatie-inrichting omvat voor het uitwisselen 30 van data tussen de lokale besturingsinrichting en de centrale besturingsinrichting waarbij het systeem is ingericht voor het van de lokale besturingsinrichting aan de centrale besturingsinrichting versturen van 1 01 3245 2 diagnostische informatie over de werking van de tenminste ene inrichting, voor het van de lokale besturingsinrichting aan de centrale besturingsinrichting versturen van informatie over gedetecteerde anti-diefstallabels, voor het 5 van de lokale besturingsinrichting aan de centrale besturingsinrichting versturen van informatie over de geregistreerde goederen, voor het van de lokale besturingsinrichting aan de centrale besturingsinrichting versturen van informatie over de geregistreerde of geïdentificeerde 10 personen en/of voor het van de centrale besturingsinrichting aan de lokale besturingsinrichting versturen van informatie voor het wijzigen van instellingen van de tenminste ene inrichting en/of het bedienen van de tenminste ene inrichting.

15 De centrale besturingsinrichting kan op afstand van de lokale besturingsinrichting staan opgesteld. Hierdoor is het mogelijk op afstand diagnostische informatie van de tenminste ene inrichting te verkrijgen. Ook is het mogelijk op afstand service te verlenen door instellingen van de in-20 richting te wijzigen en/of de inrichting op afstand te bedienen. Daarnaast is het mogelijk om op afstand informatie te verkrijgen over de gescande goederen zoals de hoeveelheid goederen die zijn gescand, welke goederen zijn gescand, het tijdstip waarop de betreffende goederen zijn 25 gescand etc. Ook kan op afstand informatie worden verkregen over de gedetecteerde antidiefstallabels. Deze informatie kan wederom het aantal gedetecteerde labels betreffen, het tijdstip waarop de labels zijn gedetecteerd, het type label dat is gedetecteerd etc. Op deze wijze kunnen ook kruisver-30 banden worden gelegd tussen gescande goederen waarvan de labels niet zijn gedeactiveerd of verwijderd, goederen waarvan de labels wel zijn gedeactiveerd of verwijderd maar die niet zijn gescand etc.

Teneinde een beter en meer volledig inzicht te ver-35 krijgen in de mogelijkheden van het systeem volgens de uit- 1013245 3 vinding zal een en ander nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont:

Fig. 1 een mogelijke uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding; en 5 fig. 2 tot 12 respectievelijk scherm lay-out van een beeldscherm van de centrale besturingsinrichting van het systeem volgens fig. 1.

In fig, 1 is met verwijzingscijfer 1 een systeem volgens de uitvinding getoond. Dit systeem is voorzien van 10 een veelvoud van registratie-inrichtingen. Het gaat hierbij om zowel persoonsregistratie-inrichtingen als goederenregistratie- inrichtingen. Meer in het bijzonder is het systeem voorzien van een diefstalbeveiligingssyteem 2 dat is voorzien van twee bij respectievelijk twee doorgangen 15 opgestelde zend- en ontvanginrichtingen 4, 6. De zend- en ontvanginrichtingen 4, 6 zijn elk van een op zich bekend type voor het detecteren van antidiefstallabels die in dit voorbeeld de doorgangen 8, 10 passeren.

Voorts omvat het systeem een persoonsregistratie-20 inrichting in de vorm van een bij een doorgang 12 opgestelde op zich bekende persoonsidentificatie- en/of registratiesysteem 14 voor het registreren of identificeren van personen die de doorgang 12 passeren. In dit voorbeeld zijn de doorgangen 8 en 10 doorgangen van een winkel 16.0 25 via welke klanten de winkel kunnen betreden en verlaten. In dit voorbeeld is de doorgang 12 een doorgang voor het personeel van de winkel 16.0. Het persoonsidentificatie-systeem 14 is dan ook bedoeld om de tijdstippen te registreren waarop geïdentificeerde medewerkers de winkel 30 betreden en weer verlaten via de doorgang 12. De doorgang 12 kan via een deur 18 worden afgesloten van winkelruimte 20.

Het systeem is verder voorzien van twee op zich bekende kassablokken 22, 24 die elk zijn voorzien van 35 respectievelijk een inrichting 26, 28 voor het scannen van af te rekenen goederen en van respectievelijk deactive- 1 01 3245 4 ringsinrichtingen 30, 32 voor het deactiveren van antidief-stallabels die aan de goederen kunnen zijn bevestigd.

Het systeem van de winkel 16.0 is verder voorzien van een lokale besturingsinrichting 26 die via leidingen 28 5 met het antidiefstalsysteem 4, 6 het persoonsidentificatie-systeem 14 en de kassablokken 22, 24 is verbonden. Voorts is het systeem voorzien van een centrale besturingsinrichting 28. Zowel de lokale besturingsinrichting 26 als de centrale besturingsinrichting 28 zijn voorzien van een 10 communicatie-inrichting opdat de lokale besturingsinrichting 26 en de centrale besturingsinrichting 28 informatie, dat wil zeggen data, aan elkaar kunnen uitwisselen. De verbinding 30.0 tussen de genoemde communicatie-inrichtingen kan bestaan uit een telefoonverbinding, 15 Internet, een draadloze verbinding etc. In fig. 1 zijn voorts nog andere winkels 16.1, 16.2, ........ tot 16.n aangegeven. Elk van deze winkels is voorzien van persoons-en/of goederenregistratie-inrichtingen, alsmede een lokale besturingsinrichting zoals dit in verband met de winkel 20 16.0 is besproken. Deze lokale besturingsinrichtingen zijn respectievelijk met de verbindingen 30.1 tot 30.n met de centrale besturingsinrichting 28 verbonden.

Ten aanzien van elk van de winkels geldt dat het systeem is ingericht voor het van de lokale besturings-25 inrichting aan de centrale besturingsinrichting versturen van informatie over de door het antidiefstalsysteem 4, 6 gedetecteerde antidiefstallabels. Voorts is het systeem ingericht voor het van de lokale besturingsinrichting aan de centrale besturingsinrichting versturen van diagnosti-30 sche informatie over de werking van de hiervoor genoemde personen en goederen in de identieficatie-inrichtingen 4, 6, 14, 22, 24. Deze diagnostische informatie kan ook betrekking hebben op het aantal alarmen etc. Uiteraard dienen valse alarmen met de hand te worden ingevoerd. Dit 35 kan in dit voorbeeld geschieden bij de als een computer uitgevoerde lokale besturingsinrichting 26. Ook is het 1 01 3245 5 systeem ingericht voor het van de lokale besturingsinrich-ting aan de centrale besturingsinrichting versturen van informatie over de bij de kassablokken geregistreerde goederen en voor het van de centrale besturingsinrichting 5 aan de lokale besturingsinrichting versturen van informatie voor het wijzigen van instellingen van de genoemde inrichtingen 4, 6, 14, 22, 24 en nog voor het bedienen van deze inrichtingen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het aanpassen van de gevoeligheid van de zend- en 10 ontvanginrichtingen 4, 6 etc.

Het systeem is verder ingericht voor het van de lokale besturingsinrichting aan de centrale besturings-inrichting versturen van informatie over de geregistreerde of geïdentificeerde personen. Het gaat hierbij om infor-15 matie verkregen met behulp van de inrichting 14. Ook is het zo dat het systeem is voorzien van een veelvoud van groepen van registratie-inrichtingen. In dit voorbeeld behoren alle registratie-inrichtingen die in de winkel zijn opgenomen tot een groep. Elke registratie-inrichting van een groep 20 van de registratie-inrichtingen is zoals hiervoor reeds uiteengezet verbonden met een lokale besturingsinrichting 26 .

Zoals hierna nader uiteen zal worden gezet is de centrale besturingsinrichting ingericht voor het 25 statistisch verwerken van de diagnostische informatie, de informatie over de gedetecteerde antidiefstallabels, de informatie over de geregistreerde goederen en/of de informatie over de geregistreerde of geïdentificeerde personen. Tevens geldt, dat het systeem is ingericht voor 30 het per groep verwerken van de diagnostische informatie, de informatie over de gedetecteerde antidiefstallabels, de informatie over de geregistreerde goederen en/of de informatie over de geregistreerde of geïdentificeerde personen. Ook geldt, dat het systeem is ingericht voor het 35 in combinatie verwerken van de per groep verkregen informatie. Voorts geldt, dat het systeem verder is 1013245 6 ingericht voor het, voor het van de lokale besturings-inrichting aan de centrale besturingsinrichting versturen van informatie over de identiteit van een medewerker die een kassablok bedient. Bovendien geldt nog, dat het systeem 5 verder is ingericht voor het van de lokale besturingsinrichting aan de centrale besturingsinrichting versturen van informatie over de locatie van een groep.

Bovengenoemde maatregelen leiden ertoe dat de centrale besturingsinrichting een display omvat waarbij het 10 systeem dusdanig is ingericht dat tenminste de volgende afbeeldingen op het display kunnen worden getoond. Hierin toont fig. 2 een eerste afbeelding. Fig. 2 toont een keuzemenu waarbij bijvoorbeeld met behulp van een muis respectievelijk op een icon Customers, EAS system, POS, EAS 15 quality en Sourcetagging kan worden gedrukt. Indien met behulp van de muis de icon Customers wordt geactiveerd verschijnt op het display fig. 3. Fig. 3 toont onder meer alle klanten die deze week de winkels 16.0 tot 16.n hebben bezocht. Deze klanten zijn geregistreerd door de zend- en 20 ontvanginrichtingen 4, 6 die in dit voorbeeld eveneens dusdanig zijn ingericht dat zij een persoon die via de doorgang 8 of 10 de winkel betreedt kan registreren. Aldus zijn 628.800 personen geregistreerd. Dezelfde week in het jaar daarvoor (zie fig. 3) zijn 481.050 personen 25 geregistreerd. Op het scherm wordt dan ook aangegeven dat er sprake is van een toename van 30,7%. tevens wordt op het scherm aangegeven hoeveel van de bezoeken daadwerkelijk worden omgezet in een transactie. De 'buy/visit ratio' geeft aan 39%. Deze informatie kan worden verkregen op 30 basis van de bij het kassablok gescande artikelen en in combinatie met de bij de doorgangen 8, 10 geregistreerde personen die de winkel betraden. Tevens is dezelfde 'buy/visit ratio' aangegeven voor dezelfde week een jaar eerder. Deze bedroeg toen 34%. Er is derhalve sprake van 35 een toename van 14,7%. In dit voorbeeld is de winkel open van 09.00 tot 18.00 uur. Wanneer de klanten verspreid over 1 013245 7 de dag de winkel betreden wordt eveneens in percentages aangegeven in 'visitors of the day'.

In dit voorbeeld is sprake van onder meer winkels in Londen, Madrid, Parijs, Brussel, Berlijn, Wenen, Cairo, 5 Amsterdam, Stockholm etc. De vijf winkels die het best verkochten zijn in een bovenste rij aangegeven, terwijl de vijf winkels die het slechtst verkochten in een onderste rij zijn aangegeven. Met behulp van kleuren kunnen nog nieuwkomers in een rij worden aangegeven. In dit voorbeeld 10 zijn Amsterdam en Stockholm afwijkend aangegeven, hetgeen betekent dat deze nieuw zijn in de rij 5 slechtste winkels.

Wanneer vervolgens met de muis bijvoorbeeld Amsterdam wordt aangeklikt verschijnt het scherm volgens fig. 4. Hierin wordt nadere informatie getoond voor de 15 winkel in Amsterdam over het aantal bezoekers, de eerder besproken 'buy/visit ratio', alsmede het percentage van het totaal aantal bezoekers verspreid over de dag.

Wanneer in het scherm van fig. 2 de icon EAS met behulp van de muis wordt bekrachtigd ontstaat het scherm 20 volgens fig. 5. Hierin wordt voor alle winkels het aantal alarmen dat is verzorgd door antidiefstallabels en het aantal daadwerkelijke diefstallen van goederen getoond. Hierbij wordt in een staafdiagram onderscheid gemaakt tussen alarmen die zijn veroorzaakt door een zogenaamde 25 'sticker tag' en alarmen die zijn veroorzaakt door een 'wafer'. Dit onderscheid kan op automatische wijze worden uitgevoerd wanneer bijvoorbeeld de 'sticker tag' een andere resonantie heeft dan de 'wafer'. In het voorbeeld van de staafdiagram is het aantal alarmen niet alleen voor deze 30 week maar ook voor de vier voorgaande weken aangegeven. Voorts wordt zoals gezegd nog onderscheid gemaakt tussen het aantal alarmen en het aantal diefstallen. Dit laatste moet handmatig door een medewerker worden ingevoerd wanneer hij bij een alarm heeft vastgesteld of sprake is van 35 diefstal. Een en ander kan handmatig worden ingevoerd bij de lokale besturingsinrichting 26. Zoals duidelijk is wordt 1 °13245 8 zowel het aantal alarmen van deze week als het aantal alarmen van de voorgaande week aangeduid. Ook de stijging van het aantal alarmen wordt aangeduid. Iets dergelijks geldt voor het aantal diefstallen.

5 In fig. 5 worden tevens nog de vijf beste winkels aangegeven waar dus volgens een vooraf bepaald criterium de minste alarmen en diefstallen optreden. Tevens worden de vijf slechtste winkels aangegeven waar kennelijk de meeste alarmen en diefstallen optreden volgens een vooraf bepaald 10 criterium. De nieuwkomers bij de vijf slechtste zijn in dit geval Amsterdam en Brussel en afwijkend gekleurd. Wanneer met behulp van de muis bijvoorbeeld op het icon Amsterdam wordt gedrukt verschijnt het fig. 6. Hierin wordt het aantal gedetecteerde antidiefstallabels getoond. Zo blijkt 15 dat in de huidige week 46 alarmen zijn geweest. In de week daarvoor zijn 25 alarmen geweest. Tevens blijkt dat het aantal alarmen dat ontstond doordat een klant de winkel verliet 64% van het totaal aantal alarmen bedroeg. Om een onderscheid te kunnen maken tussen ingaande en uitgaande 20 alarmen moet bij elk alarm door een medewerker bij de lokale besturingsinrichting 26 worden aangegeven of het alarm afging voor een klant die de winkel binnenkwam dan wel de winkel verliet. Er wordt ook nog aangegeven in hoeverre het aantal alarmen deze week ten opzichte van 25 vorige week is gestegen. Het gaat hier om een stijging van 84%. Uiteraard is het zo dat bij een alarm altijd nog geen sprake hoeft te zijn van diefstal. Bij 'thefts' is aangegeven dat er vijfmaal sprake was van diefstal deze week en eenmaal sprake was van diefstal in de voorafgaande 30 week. Ook dit kan pas worden aangegeven wanneer een medewerker heeft gecontroleerd of er daadwerkelijk sprake is van diefstal. De betreffende informatie wordt wederom handmatig bij de lokale besturingsinrichting 26 aangegeven. In dit voorbeeld kan de winkel een aantal doorgangen 35 hebben. Zo kan de winkel een doorgang hebben bij een restaurant, een doorgang voor het personeel, een doorgang 1 013245 9 voor parkeren etc. Op het scherm wordt dan ook nog aangegeven bij welke doorgangen de minste alarmen worden veroorzaakt en bij welke doorgangen de meeste alarmen worden veroorzaakt. Uiteraard betekent dit dat bij elk van 5 deze doorgangen een beveiligingsinrichting 4, 6 is opgesteld.

Wanneer in het keuzemenu van fig. 2 het icon POS wordt bekrachtigd wordt het scherm volgens fig. 7 afgebeeld. Hierin zijn dan weer twee keuzes te maken 10 namelijk 'Information on deactivation' en 'Information on transaction'. Wanneer 'Information on deactivation' wordt bekrachtigd ontstaat het scherm van fig. 8. Hierin wordt voor alle winkels tezamen getoond dat deze week 80 goederen zijn gedeactiveerd maar niet gescand. Mogelijk zijn deze 80 15 goederen derhalve door medewerkers verduisterd. Tevens wordt aangegeven dat in de week daarvoor dit slechts 68 keer is gebeurd. Er is derhalve sprake van een toename van 17,6%, zoals duidelijk wordt getoond. Tevens wordt getoond het aantal gevallen waarin goederen zijn gescand maar 20 waarbij geen deactivering heeft plaatsgevonden. Dat geen deactivering heeft plaatsgevonden kan worden afgeleid aan de hand van het aantal alarmen bij de ingang. Zo blijkt dat in deze week dit 471 keer heeft plaatsgevonden en de week daarvoor 369 keer. Er wordt weer aangegeven dat er sprake 25 is van een stijging van 27,6%. Wanneer een goed wel wordt gescand maar niet wordt gedeactiveerd kan dit wijzen op het falen van een medewerker, het falen van een deactiverings-inrichting etc. Ook wordt nog aangegeven wanneer goederen worden gedeactiveerd na sluitingstijd 'deactivation after 30 closing'. Ook dit kan wijzen op mogelijke frauduleuze handelingen van medewerkers. Het blijkt dat dit deze week 45 keer is gebeurd en de week daarvoor 55 keer. Een afname van 18%. Tevens worden weer in een bovenste rij volgens een vooraf bepaald criterium de vijf beste winkels aangeduid en 35 in een onderste rij volgens een vooraf bepaald criterium de vijf slechtste winkels. Door weer op van de winkels te 1 013245 10 klikken kan detailinfomatie over de betreffende winkel worden verkregen. Wanneer aldus het icon Amsterdam wordt bekrachtigd verschijnt het scherm volgens fig. 9. Hierbij wordt voor winkel Amsterdam het aantal keren 'deactivation 5 no scanning' aangeduid voor deze week en de week ervoor. Er blijkt een toename te zijn van 50%. Tevens wordt een identificatienummer van een medewerker (529-1489) aangeduid met daarbij het aantal keren dat hij of zij heeft gedeactiveerd en niet gescand deze week (4 maal) en de week ervoor (3 10 maal). Iets dergelijks is eveneens aangegeven voor een medewerker met identificatienummer 529-0251.

Tevens wordt wederom voor de winkel in Amsterdam het aantal 'scanning-no deactivation1 voor deze week en voor de voorafgaande week aangeduid. Deze getallen worden eveneens 15 per medewerker aangegeven, in dit geval voor de medewerker met het identificatienummer 529-8219, alsmede voor de medewerker met het identificatienummer 529-6331. Tevens wordt voor de winkel in Amsterdam het aantal deactiveringen na sluitingstijd aangegeven. Dit blijken er deze week zeven 20 te zijn en in de voorafgaande week vijf Hierbij is wederom sprake van een toename van 40% zoals eveneens is aangegeven. Tevens wordt weer per medewerker aangegeven hoeveel goederen hij deze week en de voorafgaande week heeft gedeactiveerd na sluitingstijd.

25 Wanneer in fig. 7 'Information on transactions' wordt geselecteerd ontstaat het scherm volgens fig. 10. Hierin is wederom een aantal iconen zichtbaar die in dit voorbeeld zijn aangegeven met balken die kunnen worden bekrachtigd om bepaalde typen transacties te selecteren. Zo 30 kan men onderscheid maken tussen goederen die bij de kassa contant zijn betaald, via een pincode zijn betaald, met een creditcard zijn betaald etc. Ook kan men vaststellen per winkel, per kassa en/of per medewerker of weer goederen zijn teruggenomen etc. Dergelijke mogelijkheden kunnen elk 35 onder 'select transaction type' nader worden geanalyseerd.

1013245 11

Wanneer in fig. 2 de icon 'EAS quality' wordt bekrachtigd wordt het scherm volgens fig. 11 getoond. Hierin wordt per winkel diverse informatie getoond over in dit voorbeeld het diefstalbeveiligingssysteem. Zo blijkt voor 5 de winkel Berlijn op 3 mei 1999 van 13.05 uur tot 21.05 uur het betreffende systeem te zijn uitgeschakeld voor de ingangen 1, 2, 3 en 4. Voor Praag blijkt dat op 6 mei 1999 de gehele dag de persoonsidentificatie-inrichting 14 bij de ingang 12 defect is geweest.

10 Tevens blijkt een tabel te zijn opgenomen voor de deactivatie-inrichtingen 30, 32 van de kassa's. Zo blijkt dat in Parijs bij de kassa's nummer 32, 33 op 4 mei 1999 van 10.35 uur tot 17.19 uur de deactivatie-inrichting defect is geweest. Tevens blijkt bijvoorbeeld voor Oslo dat 15 de kassa nummer 8 op 3 mei 1999 van 11.07 uur tot 18.36 uur uitgeschakeld is geweest.

Wanneer in fig, 2 tenslotte de icon 1 sourcetagging' wordt bekrachtigd verschijnt het scherm volgens fig. 12.

Veelal wordt met leveranciers van producten afge-20 sproken dat zij bijvoorbeeld 75% van hun producten voorzien van een identificatielabel. Dit is voor Adidas shirt 'Agassi' met productcode 71632415, 75% zoals getoond in fig. 12 op basis van informatie uit de kassablokken 22, 24. Deze informatie bestaat bijvoorbeeld uit een gescande 25 productcode 71632415. Tevens wordt dan bij het kassablok ingegeven of het betreffende product een antidiefstallabel blijkt te hebben. In dit geval blijkt dat 34% van de gescande producten met productcode 71632415 zijn voorzien van een dergelijk label. Fig. 12 maakt dan ook duidelijk 30 dat dit veel minder is dan het vereiste niveau dat afgesproken is met de leverancier. Dit kan een reden zijn om contact op te nemen met de leverancier. Voor andere producten met andere productcodes is soortgelijke informatie op het scherm volgens fig. 12 getoond.

35 De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor geschetste uitvoeringsvoorbeelden. Zo kunnen ook schermen t 013245 12 worden getoond op basis waarvan met behulp van muishande-lingen en dergelijke instellingen van de diverse inrichtingen kunnen worden veranderd, inrichtingen kunnen worden ingeschakeld, uitgeschakeld etc. Ook is het mogelijk 5 om met behulp van de centrale besturingsinrichting 28 de betreffende registratie-inrichtingen op afstand te besturen. Ook is het mogelijk de systeem configuratie op afstand te bepalen. Het kan hier betreffen het aantal antennes, het type antenne en de breedte van een doorgang. 10 Ook is het mogelijk op afstand settings van een systeem te veranderen. Hierbij kan worden gedacht aan de gevoeligheid van de detectie bij een doorgang, het optimaliseren van het systeem voor het detecteren van bepaalde typen labels, het instellen van de lengte van een periode waarop een lamp van 15 een diefstalbeveiligingssysteem blijft branden wanneer een alarm optreedt etc. Ook kunnen dergelijke lampen, alarmen en dergelijke op afstand worden gecontroleerd. Het is zelfs mogelijk om via de centrale besturingsinrichting naar de lokale besturingsinrichting updates van software te 20 downloaden die vervolgens op afstand kunnen worden geïmplementeerd in het diefstalbeveiligingssysteem, het kassablok, het persoonsidentificatie- en registratiesysteem etc. Ook kunnen de hiervoor besproken van de lokale besturings-inrichtingen naar de centrale besturingsinrichting 25 overgezonden informatie in combinatie worden verwerkt voor het verkrijgen van alarm trends, profielen etc. Statische methodes kunnen worden toegepast. Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

1013245

Claims

1. Systeem voorzien van tenminste een persoons- en/of goederenregistratie-inrichting zoals een diefstalbeveili-gingssysteem omvattende tenminste een bij een doorgang 5 opgestelde zend- en ontvanginrichting voor het detecteren van antidiefstallabels die de doorgang passeren, een bij een doorgang opgesteld persoonsidentificatie- en/of registratiesysteem voor het registreren of identificeren van personen die de doorgang passeren en/of een kassablok 10 voor het registreren van af te rekenen goederen door bijvoorbeeld scannen en eventueel het deactiveren of verwijderen van aan de goederen bevestigde antidiefstallabels, met het kenmerk, dat de tenminste ene inrichting is verbonden met een lokale besturingsinrichting die een 15 eerste communicatie-inrichting omvat waarbij het systeem verder is voorzien van een centrale besturingsinrichting die een tweede communicatie-inrichting omvat voor het uitwisselen van data tussen de lokale besturingsinrichting en de centrale besturingsinrichting waarbij het systeem is 20 ingericht voor het van de lokale besturingsinrichting aan de centrale besturingsinrichting versturen van diagnostische informatie over de werking van de tenminste ene inrichting, voor het van de lokale besturingsinrichting aan de centrale besturingsinrichting versturen van 25 informatie over gedetecteerde anti-diefstallabels, voor het van de lokale besturingsinrichting aan de centrale besturingsinrichting versturen van informatie over de geregistreerde goederen, voor het van de lokale besturingsinrichting aan de centrale besturingsinrichting 30 versturen van informatie over de geregistreerde of geïdentificeerde personen en/of voor het van de centrale besturingsinrichting aan de lokale besturingsinrichting versturen van informatie voor het wijzigen van instellingen 1 013245 van de tenminste ene inrichting en/of het bedienen van de tenminste ene inrichting.

2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het systeem is ingericht voor het van de lokale 5 besturingsinrichting aan de centrale besturingsinrichting versturen van de informatie over de gedetecteerde antidief-stallabels, voor het van de lokale besturingsinrichting aan de centrale besturingsinrichting versturen van de diagnostische informatie over de werking van de tenminste 10 ene inrichting, voor het van de lokale besturingsinrichting aan de centrale besturingsinrichting versturen van informatie over de geregistreerde goederen en voor het van de centrale besturingsinrichting aan de lokale besturingsinrichting versturen van informatie voor het wijzigen van 15 instellingen van de tenminste ene inrichting en/of het bedienen van de tenminste ene inrichting.

3. Systeem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het systeem verder is ingericht voor het van de lokale besturingsinrichting aan de centrale besturingsinrichting 20 versturen van informatie over de geregistreerde of geïdentificeerde personen.

4. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het systeem is voorzien van een veelvoud van groepen van registratie-inrichtingen, waarbij elke 25 registratie-inrichting van een groep van registratie-inrichtingen is verbonden met een lokale besturingsinrichting.

5. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de centrale besturingsinrichting is 30 ingericht voor het statistisch verwerken van de diagnostische informatie, de informatie over de gedetecteerde antidiefstallabels, de informatie over de geregistreerde goederen en/of de informatie over de geregistreerde of geïdentificeerde personen.

6. Systeem volgens conclusies 4 en 5, met het kenmerk, dat het systeem is ingericht voor het per groep verwerken 1 01 3245 van de diagnostische informatie, de informatie over de gedetecteerde antidiefstallabels, de informatie over de geregistreerde goederen en/of de informatie over de geregistreerde of geïdentificeerde personen.

7. Systeem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het systeem is ingericht voor het in combinatie verwerken van de per groep verkregen informatie.

8. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het systeem verder is ingericht voor het, 10 voor het van de lokale besturingsinrichting aan de centrale besturingsinrichting versturen van informatie over de identiteit van een medewerker die een kassablok bedient.

9. Systeem volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het systeem verder is ingericht voor het van de lokale 15 besturingsinrichting aan de centrale besturingsinrichting versturen van informatie over de locatie van een groep.

10 1 324S