NL1010422C1

NL1010422C1 - Persinrichting voor het samenpersen van afval in een afvalcontainer.

Info

Publication number: NL1010422C1
Application number: NL1010422A
Authority: NL
Inventors: Petrus Anthonius Andreus Laat; Petrus Jozef Maria Leijdekkers
Original assignee: Petrus Anthonius Andreus De La; Petrus Jozef Maria Leijdekkers
Priority date: 1998-10-29
Filing date: 1998-10-29
Publication date: 2000-05-03

Description

Korte aanduiding: Persinrichting voor het samenpersen van afval in een afvalcontainer.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het samenpersen van huishoudelijk en/of tuinafval in een voor gebruik door het publiek bestemde afvalcontainer van het type met een door een bodem en zijwanden begrensde 5 afvalopnameruimte en een door een bijbehorend deksel afsluitbare vulopening aan de bovenzijde, in het bijzonder van het type met langs een zijde van de bodem opgestelde wielen voor het verrijden van de container. Dergelijke, gewoonlijk uit kunststof vervaardigde containers, worden in 10 Nederland aan het publiek ter beschikking gesteld voor het inzamelen van afval dat afkomstig is uit de huishouding en de tuin, welke containers dan aan de rand van de straat worden gezet en door een afvalinzamelbedrijf worden geleegd in een afvalinzamelvoertuig.

15 Het is algemeen bekend dat bij het publiek de behoefte bestaat om het afval in de containers samen te persen om zo al het af te voeren afval in de container te krijgen. Hiertoe drukt men meestal met de hand op het afval in de container. Dit is een onwenselijke handelswijze omdat 20 men gemakkelijk vuile handen krijgt maar bovendien een aanzienlijk risico bestaat dat men zich verwondt aan scherpe delen in het afval, zoals scherpe randen van blikken, glaswerk en scherpe delen van tuinafval. Bij de publieke inzameling van afval worden in een aantal regio's de kosten 25 voor elke gebruiker berekend op basis van het aantal gevulde afvalcontainers dat in een bepaald tijdvak wordt aangeboden aan de afval inzamelaar. Dit leidt tot een verdere toename van de neiging bij het publiek om het afval in de container samen te persen en dus tot een aanzienlijk toename van de 30 kans op letsel bij het publiek met de daarbij behorende kosten, ook voor de overheid, en nadelen voor de betreffende persoon.

De onderhavige uitvinding beoogt derhalve de bovengenoemde nadelen te vermijden en een persinrichting te - 2 - verschaffen waarmee het publiek zonder problemen en kans op letsel het afval in een afvalinzamelcontainer kan samenpersen.

De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een 5 persinrichting volgens conclusie 1. Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de persinrichting zijn beschreven in de volgconclusies en in de navolgende beschrijving aan de hand van de tekening. In de tekening toont ·.

fig. 1 een voorkeursuitvoeringsvorm van de 10 persinrichting volgens de uitvinding geplaatst op een afvalcontainer van een algemeen bekende uitvoering, fig. 2 de persinrichting van figuur 1.

In figuur 1 is een algemeen bekende kunststof container 1 te 15 herkennen, die door afvalinzamelbedrijven aan het publiek ter beschikking wordt gesteld om huishoudelijk en/of tuinafval in te verzamelen, welke container dan aan de rand van de straat wordt gezet om door het afvalinzamelbedrijf te worden geleegd.

20 Deze bekende container 1, die bijvoorbeeld onder de merknaam "Kliko'1 wordt aangeboden, heeft een bodem en zijwanden begrensde afvalopnameruimte 2 en een door een bijbehorend klapdeksel 3 afsluitbare vulopening 4 voor het afval aan de bovenzijde. Verder heeft deze bekende container 25 aan de onderzijde twee wielen 6, die dienen voor het verrijden van de container 1.

De container 1 een langs een bovenrand daarvan, boven de zijde met de wielen 6, een handrail 7 voor het met de hand grijpen van de container 1, zodat men de container 1 30 kan kantelen en vervolgens gesteund op de twee wielen 6 kan verrijden. Tevens heeft de container 1 in dit voorbeeld een naar buiten stekende omtreksrand 8 langs de bovenrand van de wanden van container 1, waarbij zich aan de buitenrand van de omtreksrand een naar beneden stekende kraag 9 uitstrekt. 35 Te herkennen is dat het klapdeksel 3 ten opzichte van het door de bodem en de wanden gevormde deel van de container 1 zwenkbaar is om een zwenkas 10, die in hoofdzaak - 3 - samenvalt met de handrail 7.

Deze in figuur 1 getoonde container 1 is zoals reeds eerder genoemd algemeen bekend en wordt op grote schaal gebruikt.

5 Voor het samenpersen van in de container 1 gebracht afval is voorzien in een met de hand bedienbare persinrichting 20, die in detail is te herkennen in figuur 2 en hierna zal worden beschreven.

De persinrichting 20 omvat een door de vulopening 4 10 van de container 1 passend afvalaangrijporgaan 21, dat hier is uitgevoerd als een plaat, bij voorkeur een kunststof plaat. Zoals getoond kunnen de afmetingen van de plaat duidelijk kleiner zijn dan binnenafmetingen van de container 1. In plaats van een plaat zou bijvoorbeeld ook een rooster 15 of een anders gevormd aangrijporgaan kunnen zijn voorzien.

De persinrichting 20 omvat voorts een hefboom 22 en bij de hefboom 22 behorende koppelmiddelen 23, die zijn ingericht voor het losneembaar koppelen van de hefboom 22 met de container 1. Deze koppelmiddelen 23 zijn zo 20 uitgevoerd dat zij een in hoofdzaak horizontale, bijvoorkeur in hoofzaak evenwijdig aan een zijde van de container 1, gelegen zwenkas vormen voor het zwenken van de hefboom 21 ten opzichte van de container 1.

In de getoonde voorkeursuitvoering omvatten de 25 koppelmiddelen 23 een dwarsbeen 24, dat aan een uiteinde van de hefboom 22 is bevestigd, welk dwarsbeen 24 is voorzien van twee op een afstand naast elkaar gelegen haakorganen 25, die om de handrail 7 van de container 1 kunnen grijpen, zoals in figuur 1 is getoond.

30 De hefboom 22 is hier een in hoofdzaak L-vormig gebogen metalen buisprofiel, waarbij het van de koppelmiddelen 23 afgekeerde einde 26 dient als handvat om de hefboom 22 vast te grijpen, en zoals figuur 1 toont, naar beneden te trekken om het afval te comprimeren.

35 De hefboom 22 is via stangmiddelen verbonden met het afvalaangrijporgaan. Vanaf de hefboom 22 strekt zich een vast daarmee verbonden dwarsstang 27 uit, aan het uiteinde -4- waarvan een scharnier 28 is voorzien met een scharnieras evenwijdig aan de door de koppelmiddelen 23 gevormde scharnieras, met welk scharnier 28 een verbindingsstang 29 scharnierend is verbonden, welke verbindingsstang 29 tevens 5 is verbonden met de plaat 21.

Zoals in figuur 1 duidelijk te herkennen is, is een en ander zodanig gedimensioneerd dat indien de plaat 21 zich nabij de bovenzijde van de container 1 bevindt, de hefboom 22 vanaf de handrail 7 omhoog steekt met het handvatgedeelte 10 ervan boven de tegenover de handrail gelegen zijde van de container 1, binnen het grijpbereik van de gebruiker. Door de hefboom 22 met de hand krachtig naar beneden te zwenken, waarbij deze zwenkt om de handrail 7, wordt de plaat 21 op het afval in de container 1 gedrukt en wordt dat afval 15 samengeperst.

De losneembare koppeling met de handrail 7 maakt het eenvoudig mogelijk, na het openen van het deksel 3, de persinrichting 20 aan de handrail 7 aan te brengen en na het samenpersen van het afval weer te verwijderen, zodat de 20 deksel 3 weer kan worden gesloten.

Het zal duidelijk zijn dat de getoonde persinrichting 20 eenvoudig is uitgevoerd en dus tegen een acceptabele kostprijs kan worden vervaardigd en tevens is duidelijk dat de persinrichting 20 eenvoudig door het 25 publiek kan worden bediend en na gebruik gemakkelijk kan worden opgeborgen.

Verder zal duidelijk zijn dat de koppelmiddelen 23 ook anders uitgevoerd kunnen zijn. Zo is het bijvoorbeeld denkbaar dat de koppelmiddelen aangrijpen op de omtreksrand 30 8 van de container 1 of op een ander uitsteeksel van de container 1, bijvoorbeeld op een uitsteeksel dat is bestemd voor de hantering van de container door een mechanische beladingsinrichting van een afvalinzamelvoertuig.

In een niet getoonde variant is de hefboom zodanig 35 uitgevoerd dat deze bestemd is voor bediening met de voet, hetgeen bijvoorbeeld mogelijk is door in figuur 1 het gedeelte dat boven de stang 27 uitsteekt weg te laten en in - 5 - plaats daarvan een hefboomdeel aan te brengen dat langs een zijkant van de hefboom naar beneden is gericht met aan het uiteinde een voetpedaal. Nadelig van die constructie is echter de omvang van de inrichting, hetgeen het hanteren en 5 opslaan bemoeilijkt.

In weer een andere variant is er in voorzien dat de koppelmiddelen een integraal met de hefboom verbonden onderdeel vormen maar uit een eerste koppelmiddel bestaan, dat permanent wordt verbonden met de container en een 10 daarmee koppelbaar tweede koppelmiddel- bijvoorbeeld met een insteekkoppeling- , welk tweede koppelmiddel integraal is met de hefboom. Hierbij kan de scharnierfunktie in elk van beide koppelmiddelen zijn voorzien of door koppeling van beide worden verkregen.

15 Zo is het bijvoorbeeld denkbaar dat het deel 24 niet aan de hefboom zit maar - in een aangepaste uitvoering-permanent aan de container is aangebracht zodanig dat het deksel 3 nog steeds kan worden geopend en gesloten. Bijvoorbeeld wordt het permanent bevestigde koppelmiddel om 20 de handrail 7 aangebracht of vastgeschroefd aan de container.

In weer een andere uitvoering zit aan het uiteinde van de hefboom 22 een koord of ketting met een voetpedaal, zodat men met de voet extra kracht kan leveren.

25 Opgemerkt wordt dat de afvalopenameruimte 2 van de bekende containers van dit type gewoonlijk naar boven toe wijder worden om het vastklemmen van het afval te vermijden, waarbij de containers door de beladingsinrichting van het afvalinzamelvoertuig tevens stevig wordt heen en weer 30 geschud om het afval los te maken uit de container. De onderhavige uitvinding voorziet in de mogelijkheid om de met de persinrichting op het afval uit te oefenen kracht tot een bepaald maximum te beperken om problemen met het legen van de container te vermijden, alhoewel bij de in de figuren 35 getoonde persinrichting de uit te oefenen kracht en samenpersing van het afval, gezien vanuit het legen van de container, acceptabel is. De perskracht zou evenwel kunnen - 6 - worden beperkt door toepassing van veren of andere constructies, die boven een bepaalde kracht meegeven.

Volgens een verder aspect van de uitvinding kan zijn voorzien in een persinrichting zoals beschreven in conclusie 5 10, waarvan voorkeursuitvoeringsvormen zijn beschreven in de conclusies 11 en 12. Een mogelijke uitvoering omvat bijvoorbeeld een juk, dat twee tegenover elkaar gelegen bovenranden overbrugt en aan die randen kan worden vastgezet met de genoemde koppelmiddelen. Centraal in het juk zou dan 10 een met de hand bedienbare schroefspindel kunnen zijn geplaatst, waarmee een afvalaangrijporgaan, bijvoorbeeld de getoonde plaat 21, op en neer kan worden bewogen. Het juk wordt dan bij voorkeur op de container geplaatst na het openen van het deksel daarvan en vervolgens kan met de 15 schroefspindel de plaat op het afval worden gedrukt. Om het gewicht te reduceren zouden de schroefspindel en/of het juk uit kunststof kunnen zijn vervaardigd.

Claims

1. Persinrichting voor het samenpersen van huishoudelijk en/of tuinafval in een voor gebruik door het publiek bestemde container (1) van het type met een door een bodem en zijwanden begrensde afvalopnameruimte (2) en een 5 door een bijbehorend deksel (3) afsluitbare vulopening (4) voor het afval aan de bovenzijde, in het bijzonder van het type met wielen (6) voor het verrijden van de container (1), welke persinrichting (20) omvat: - een door de vulopening van de afvalcontainer passend 10 afvalaangrijporgaan (21), - een hefboom (22), - koppelmiddelen (23), die zijn ingericht voor het losneembaar koppelen van de hefboom met de container, welke koppelmiddelen (23) verder een in hoofdzaak horizontale 15 zwenkas vormen voor het zwenken van de hefboom (22) ten opzichte van de container, - waarbij de hefboom (22) is verbonden met het afvalaangrijporgaan (21), een en ander zodanig dat door het naar beneden zwenken van de hefboom (22) het 20 afvalaangrijporgaan (21) in de richting van de bodem van de container (1) beweegbaar is en het daarin aanwezige afval kan samendrukken.

2. Persinrichting volgens conclusie 1, waarbij de 25 koppelmiddelen (23) zijn ingericht voor het koppelen van de hefboom (22) met in het bovenste randgebied van de container onderdelen van die container.

3. Persinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 30 container (1) een handrail (7) heeft voor het met de hand grijpen van de container, in het bijzonder voor het verrijden van de container indien deze container is voorzien van wielen (6), en waarbij de koppelmiddelen (23) zijn ingericht voor het losneembaar koppelen van de hefboom (22) 35 met de handrail (7). - 8 -

4. Persinrichting volgens conclusie 3, waarbij de koppelmiddelen (23) een of meer haken (25) omvatten, die om de handrail (7) kunnen grijpen.

5. Persinrichting volgens conclusie 1, waarbij de container (1) van het type is met een naar buiten stekende omtreksrand (8) langs de bovenrand van de container, waarbij de koppelmiddelen zijn ingericht voor het losneembaar koppelen van de hefboom met de omtreksrand. 10

6. Persinrichting volgens conclusie 1, waarbij een en ander zodanig is uitgevoerd dat - indien het afvalaangrijporgaan (21) zich nabij de bovenzijde van de container (1) bevindt- de hefboom (22) ten opzichte vanaf de 15 koppelmiddelen omhoog wijst en is ingericht om, bij voorkeur met de hand, naar beneden te worden getrokken

6. Persinrichting volgens conclusie l, waarbij een en ander zodanig is uitgevoerd dat - indien het afvalaangrijporgaan (21) zich nabij de bovenzijde van de container (1) bevindt- de hefboom (22) ten opzichte vanaf de 15 koppelmiddelen omhoog wijst en is ingericht om, bij voorkeur met de hand, naar beneden te worden getrokken

7. Persinrichting volgens conclusie 6, waarbij hefboom is ingericht om voor het samenpersen van het afval met de 20 voet naar beneden te worden gedrukt.

8. Persinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de hefboom (22) een in hoofdzaak L-vormig gebogen buis is, waarvan het ene uiteinde dient als 25 handvat en het andere uiteinde is voorzien van de koppelmiddelen (23), en waarbij zich vanaf de L-vormige hefboom een vast daarmee verbonden dwarsstang (27) uitstrekt, aan het uiteinde waarvan een scharnier (28) is voorzien met een scharnieras evenwijdig aan de door de 30 koppelmiddelen gevormde scharnieras, met welk scharnier (28) een verbindingsstang (29) scharnierend is verbonden, welke verbindingsstang (29) tevens is verbonden met het afvalaangrijporgaan (21).

9. Persinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het afvalaangrijporgaan (21) plaatvormig, in het bijzonder een kunststof plaat, is. - 8 -

9. Persinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het afvalaangrijporgaan (21) plaatvormig, in het bijzonder een kunststof plaat, is.