NL1010251C2 - Montage-inrichting voor een doos voor schakelmateriaal. - Google Patents

Description

Montage-inrichting voor een doos voor schakelmateriaal

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het monteren van een doos voor schakelmateriaal op een montagerail met parallelle randen, welke rail bijvoorbeeld in een wand, vloer of plafondgoot of in een 5 goot van een zuil is opgenomen, welke goot een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede heeft en dient voor het opnemen van leidingen.

Het is bekend om goten voor het opnemen van leidingen van algemene aard, meer in het bijzonder voor 10 elektriciteit, telefoon, computersystemen en dergelijke. Telkens moet op een bepaalde plaats in de goot schakelmateriaal worden aangebracht, zoals contactdozen, schakel-dozen, enzovoort. Veelal gebeurt dit aanbrengen van de dozen door middel van schroefverbindingen, die slechts 15 bereikbaar zijn als nog geen schakelmateriaal is ingebouwd (ledig) of als de afdekplaten van het schakelmateriaal nog niet zijn geplaatst. Hierdoor kan het schakelmateriaal alleen op de bouwplaats (af)gemonteerd worden.

De uitvinding beoogt bovengenoemd bezwaar te 20 ondervangen en verschaft daartoe een inrichting die zich onderscheidt door tenminste twee op afstand van elkaar staande verende lippen die zich vanaf de doosbodem naar buiten toe en onder een hoek ten opzichte van elkaar uitstrekken, welke lippen elk een werkzaam deel en een 25 ten opzichte daarvan schuingesteld zoekdeel hebben, zodanig dat bij het plaatsen de zoekdelen tegen de rail oplopen en de veerlip vervormt en het werkzame deel daarvan in de montagestand tegen de randen van de rail liggen.

30 Het voordeel van de door de uitvinding voorge stelde klikverbinding is dat de doos vooraf kan worden voorzien van schakelmateriaal met leidingen, waarna de compleet gemonteerde doos in de rail van de goot wordt f 0 1 o ? 51 2 geklikt. De plaats van de doos kan nauwkeurig worden vastgesteld, omdat het klikken in de rail mede met zich brengt dat er een zijdelings verplaatsing mogelijk is. Daardoor is de montagetijd op de plaats van gebruik aan-5 zienlijk verminderd en kan het afwerken sneller plaatsvinden door de nauwkeurige stelmogelijkheid.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm zit de verende lip vast aan een L-vormige drager, waarvan het ene been aan de doosbodem te koppelen is en het einde van 10 het andere been overgaat in het zoekdeel van de verende lip.

Een dergelijke lusvormige constructie van de verende lip verzekert een grotere veeruitslag, waardoor onnauwkeurigheden gemakkelijk kunnen worden opgevangen.

15 Voor een eenvoudige vervaardiging kunnen twee L-vormige dragers tot één U-vormig stuk zijn verenigd, waarbij volgens een verdere gedachte van de uitvinding zowel de verende lippen als de drager uit één strookvormig metalen deel zijn vervaardigd en gevormd, waarbij tevens middelen 20 zijn voorzien voor het qua vorm vastkoppelen van de U-vormige drager aan middelen van de doosbodem.

Het principe van de klikverbinding volgens de uitvinding is zowel geschikt voor randen van de rail in de montagegoot, die naar elkaar toewijzen (het zogenaamde 25 C-profiel), alswel van elkaar afwijzen (het zogenaamde ω-profiel). Het veerelement is eenvoudig op de montagedoos te klikken en klemt zich door de ontstane voorspanning nog vaster aan de montagedoos als deze in het C-profiel wordt geklikt. Ten slotte heeft de uitvinding ook betrek-30 king op een doos voor schakelmateriaal voorzien van een montage-inrichting volgens de uitvinding, alsmede een samenstel van een doos voor schakelmateriaal met een goot voor inbouw in een wand, vloer, plafond of zuil.

De uitvinding wordt hieronder nader toegelicht 35 aan de hand van een tekening van enkele uitvoeringsvoor-beelden. In de tekening toont: 1010251 3

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een wandgootprofiel met een daarin gemonteerde doos voor schakelmateriaal respectievelijk een ongemonteerde doos; fig. IA een zijaanzicht van de goot met gemon-5 teerde doos uit fig. 1; fig. 2 en 3, telkens een perspectivisch aanzicht van een doos voor schakelmateriaal toepasbaar bij de wandgoot uit fig. 1, waarbij het element van de verende lippen los respectievelijk gemonteerd van de doos is 10 getekend; fig. 4A, B, C een perspectivisch aanzicht van een goot met te monteren doos, die vooraf is bedraad; fig. 5 een gemonteerde respectievelijk losse doos voor schakelmateriaal geschikt voor een variant van 15 een montagerail; fig. 6 een zijaanzicht van de onderzijde van de doos gemonteerd op de rail uit fig. 5.

In de figuren zijn dezelfde verwijzingscijfers 20 voor dezelfde onderdelen toegepast.

Met het cijfer 1 is een doos voor schakelmateriaal aangegeven, welke van willekeurige vorm kan zijn en in hoofdzaak bestaat uit een bodemdeel 2 met langs de omtreksranden daarvan opstaande wanden 3, waarbij de 25 tegenoverliggende wanden een toevoeropening 4 hebben voor het doorvoeren van leidingen. Het zal duidelijk zijn dat de doos elke willekeurige passende vorm mag hebben.

Een dergelijke door voor schakelmateriaal kan worden gemonteerd op een montagerail 5, welke bijvoor-30 beeld in een qua dwarsdoorsnede C-vormig wandgootprofiel 6 is geplaatst. De maatvoering van de rail 5 en de wandgoot 6 is zodanig dat bij montage de parallelle randen 7 van de doos nauwkeurig stroken met de naar binnen gerichte flenzen 8 van het wandgootprofiel.

35 Het is gebruikelijk om de doos 1 volgens de stand van techniek met schroefmiddelen en dergelijke vast te maken aan de rail 5.

1010251 4

De uitvinding beoogt dit te verbeteren door middel van een montageveer 10, zie fig. 2 en 3, welke bestaat uit een drager 11, welke in hoofdzaak U-vormig is, en waarbij de benen 12 aan de van de bodemplaat 11 5 afgekeerde zijde is voorzien van een verende lip 13, welke bestaat uit een zoekdeel 14 en een werkzaam deel 15. Het zoekdeel 14 en het werkzame deel 15 staan onder een hoek met elkaar. De benen 12 zijn eveneens voorzien van uitsparingen 16, welke dienen voor het opnemen van 10 nokken 17, welke op een opstaande rug 18 op de buitenzijde van de bodem 2 van de doos 1 zijn aangebracht. Er zijn een tweetal parallelle ruggen 18 in de uitvoeringsvorm getoond. De nokken 17 vallen telkens in de uitsparingen 16 van de drager 11. De bevestiging van de klem 14 op de 15 bodem van de doos is dus derhalve beperkt tot het aandrukken net zolang tot de nokken 17 in de uitsparingen 16 vallen, zie fig. 3.

Bij het monteren van de doos 1 op de rail 5 zal het zoekgedeelte 14 tegen de naar binnen gerichte flenzen 20 20 van de rail 5 oplopen, en bij het verder drukken zal de verende lip 13 naar binnen willen buigen, totdat de rug 21 tussen het zoekgedeelte 14 en het werkzame gedeelte 15 voorbij de rand van de flens 20 van de rail 5 gaat, zodat het werkzame deel 15 achter de rand 20 zal blijven 25 haken. Zodoende is door een enkele aandrukbeweging in de richting van de pijl A in fig. 3 de montage tot stand gebracht. Dankzij de parallelle randen 20 van de rail 5 is het mogelijk de doos nog zijdelings te verschuiven, waardoor eventueel aanpassingen kunnen plaatsvinden met 30 betrekking tot de juiste positie van de doos 1 en mede met betrekking tot de reeds vooraf op de wandgoot 6 te plaatsen dekselstrook (niet getoond).

Het losnemen van de doos 1 kan gemakkelijk gebeuren door het onder de bodemplaat 2 van de doos l 35 aanbrengen van een hefboom, bijvoorbeeld de steel van een schroevendraaier, waardoor een tegen de richting van de pijl A gerichte kracht op de doos kan worden uitgeoefend, waardoor deze losklikt.

1010251 5

Dankzij deze eenvoudige montage zijn de dozen 1 vooraf van schakelmateriaal te voorzien, zodat dit niet meer op de gebruiksplaats behoeft te gebeuren.

Dit is verbeeld in fig. 4. Een voorafbedrade, 5 en van schakelmateriaal voorziene doos l met voorplaat 1' wordt aan een zijde aangesloten, waarna het deksel 6' op de goot wordt gedrukt (fig. 4A). De doos wordt geplaatst tegen deksel 6' (fig. 4B). Ten slotte wordt aansluitend volgend deel 6" van het deksel geplaatst (fig. 40 .

10 Fig. 5 en 6 tonen een alternatieve uitvoerings vorm, waarbij de rail 5' is uitgevoerd met naar buiten wijzende flenzen 20'. Dit vraagt een aanpassing van de U-vormige drager 11, namelijk dat deze breder is en is voorzien van een relatief grote opening voor het opnemen 15 van de twee ruggen 18 en nokken 17. Een langsstrook 25 langs de tegenoverliggende zijranden van de doorlaatope-ning van de drager 11 verzorgt een klikverbinding met de nokken 17, zodat de drager 11 door een eenvoudige klikbe-weging op de bodemplaat van de doos 1 te bevestigen is.

20 De drager 11 heeft aan de buitenlangsranden ook hier een verende lip 13 met een zoekgedeelte 14 en een werkzaam deel 15. De verende lip is gekoppeld aan de vrije rand van het been 12 van de drager. Het zal duidelijk zijn dat bij het plaatsen van de doos in de richting van de pijl 25 A' in fig. 6 het zoekgedeelte 15 tegen de naar buiten wijzende rand van de flens 20' van de rail 5' oploopt, de lip naar buiten drukt, totdat het werkzame deel 15 al achter de rand haakt. Op deze wijze is ook voor een zogenaamd ω-profiel van de montagerail 5' een eenvoudige 30 bevestiging van de doos 1 daarop mogelijk. Ook hier is weer een zijdelingse verplaatsing voor nauwkeurige positiebepaling verzekerd.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. Zo behoeft de drager 11 35 niet U-vormig te zijn, maar kan bestaan uit twee L-vormi-ge delen, die op andere wijze aan de bodem van de doos 1 kunnen worden bevestigd.

10 10^^7

Claims (9)

1. Inrichting voor het monteren van een doos voor schakelmateriaal op een montagerail met parallelle randen, welke rail bijvoorbeeld in een wand, vloer of plafondgoot of in een goot van een zuil is opgenomen, 5 welke goot een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede heeft en dient voor het opnemen van leidingen, gekenmerkt door tenminste twee op afstand van elkaar staande verende lippen die zich vanaf de doosbodem naar buiten toe en onder een hoek ten opzichte van elkaar uitstrekken, welke 10 lippen elk een werkzaam deel en een ten opzichte daarvan schuingesteld zoekdeel hebben, zodanig dat bij het plaatsen de zoekdelen tegen de rail oplopen en de veerlip vervormt en het werkzame deel daarvan in de montagestand tegen de randen van de rail liggen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verende lip vastzit aan een L-vormige drager, waarvan het ene been aan de doosbodem te koppelen is en het einde van het andere been overgaat in het zoekdeel van de verende lip.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de twee L-vormige dragers tot een U-vormig stuk zijn verenigd.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de randen van de rail naar buiten zijn 25 gezet, waarbij de verende lippen telkens aan de binnenzijde van de U-vormige drager zijn aangebracht.

5. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de randen van de rail naar binnen zij gezet, waarbij de verende lippen telkens aan de buiten- 30 zijde van de U-vormige drager zijn aangebracht.

6. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de lippen en de drager uit een enkele strook van veerkrachtig materiaal zijn gevormd.

7. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het 35 kenmerk, dat het andere been van de drager en de doosbodem elk zijn voorzien van samenwerkende koppelmiddelen 1 n 1 η ? ς 1 ter verkrijging van een inklikbare, qua vorm in elkaar passende verbinding.

8. Doos voor schakelmateriaal voorzien van een montage-inrichting volgens een der voorgaande conclusies. 5

9. Samenstel van een doos voor schakelmateriaal met een goot voor inbouw in een wand, vloer, plafond of zuil. 1010251