NL1010163C1 - Gondolastelling en daarvoor bestemd rek. - Google Patents

Description

GONDOLASTELLING EN DAARVOOR BESTEMD REK

De uitvinding heeft betrekking op een gondolastelling, omvattende ten minste één stel van twee met hun ruggen naar elkaar gerichte rekken, elk omvattende een gestel en een aantal door dat gestel 5 gedragen dragers voor te verkopen artikelen.

Een dergelijke gondolastelling is bekend en dient voor het uitstallen en het ten verkoop aanbieden van produkten, bijvoorbeeld voedselprodukten en dergelijke, in een supermarkt.

10 Het is een doel van de uitvinding, een gondolastelling zodanig uit te voeren, dat hij zich op zeer eenvoudige wijze leent voor een geoptimaliseerd FIFO (first in first out) systeem, waarbij elk rek van achteren kan worden bijgevuld.

15 Het is een verder doel van de uitvinding, een gondolastelling zodanig uit te voeren, dat ook in de openingsperiode van een winkel het bijvullen gemakkelijk en met verwaarloosbare hinder voor het winkelende publiek kan worden bijgevuld.

20 De genoemde doelstellingen worden in het algemeen gerealiseerd met een gondolastelling van het beschreven type, die het kenmerk vertoont, dat elk gestel door middel van wielen over de grond rijdbaar is en in een zich in hoofdzaak dwars op zijn rug uitstrekkende 25 richting heen en weer aandrijfbaar is door middel van aandrijfmiddelen, omvattende ten minste één aandrijfeenheid, omvattende een motor, een schroefspindel en een daarmee samenwerkende moer, waarbij de motor de schroefspindel of de moer roterend kan aandrijven en 30 .respectievelijk de moer of de schroefspindel voor rotatie geborgd is opgesteld, alsmede een besturingseenheid voor het bekrachtigen van de aandrijfmiddelen.

Begrepen dient te worden, dat de motor en het door de motor aangedreven element, hetzij de 1010163 2 schroefspindel of de moer, ofwel met de grond is verbonden ofwel met een rek is verbonden. Het andere van de aandrijfmiddelen deel uit makende element is tegen rotatie geborgd opgesteld aan respectievelijk het rek of 5 de vloer.

Een voorkeursuitvoering vertoont de bijzonderheid dat de motor de schroefspindel aandrijft.

Om na het openen van een stelling een gangpad tussen de ruggen van de rekken te creëren zonder 10 obstakels op de vloer verdient sterk de voorkeur een uitvoering, waarin de motor en de schroefspindel aan het gestel zijn aangebracht en de moer ten opzichte van de grond op in hoofdzaak vaste positie is opgesteld.

Een specifieke uitvoering vertoont de 15 bijzonderheid dat de aandrijfmiddelen van een stel rekken door een gemeenschappelijke besturingseenheid bekrachtigbaar zijn, bijvoorbeeld in meester-/slaaf-configuratie.

Een voorkeursuitvoering omvat twee op afstand 20 van elkaar geplaatste aandrijfeenheden.

Een praktische en zeer eenvoudige uitvoering omvat twee op afstand van elkaar geplaatste aandrijfeenheden.

Voor relatief lichte rekken kan gebruik worden 25 gemaakt van slechts één aandrijfeenheid, die bijvoorbeeld 'in de middenzone tussen op afstand van de einden is geplaatst. De voorkeur echter bezit een uitvoering omvattende twee op afstand van elkaar geplaatste aandrij feenheden.

30 Deze laatste uitvoering is met grote voorkeur zodanig uitgevoerd dat de moer een beperkte bewegingsvrijheidsgraad van translatie bezit in een . richting, althans min of meer dwars op de bewegingsrichting. Hiermee wordt een ongewenste kracht 35 tussen de spindels en de bijbehorende moeren voorkomen die zou kunnen optreden in het geval van een scheefstand 1010163 3 in het geval dat twee motoren van een rek ongelijke rotatiesnelheden bezitten.

Een specifieke praktische uitvoering vertoont de bijzonderheid dat elke besturingseenheid, eventueel 5 draadloos, bedienbaar is door middel van een afstandsbediening.

Om ongewenste bediening door onbevoegden te voorkomen kan de gondolastelling volgens de uitvinding zodanig zijn uitgevoerd dat aan elke besturingseenheid 10 een individuele toegangscode is toegevoegd, bijvoorbeeld in de vorm van een cijfercombinatie.

Een zekere onderlinge beweeglijkheidstolerantie wordt verkregen met een uitvoering, waarin de schroefspindel en de moer trapeziumdraad omvatten.

15 Een zeer eenvoudige en zelfsmerende constructie wordt verkregen met een uitvoering, waarin de moer in een bronzen blok getapt is.

Om een zo hoog mogelijk aanloopkoppel te realiseren verdient die uitvoering de voorkeur, waarin de 20 motor een gelijkstroommotor is.

Deze laatste uitvoering kan in het bijzonder zeer betrouwbaar en goedkoop worden uitgevoerd als de motor een in de handel verkrijgbare ruitenwissermotor is.

Een uitvoering waarin de motor een in de handel 25 verkrijgbare ruitenwissermotor is, heeft het voordeel, - dat bij het sluiten van de stelling de stijlen elkaar aan hun bovenste zones raken en door voortgezette bekrachtiging van de motoren de ruggen met kracht tegen elkaar worden gedrukt, hetgeen de totale stijfheid van de 30 constructie en daarmee de stabiliteit van de stelling bevordert.

Een zeer praktische uitvoering vertoont de bijzonderheid dat de gestellen onderling geregistreerde .verticale stijlen omvatten, waartussen zich wandplaten 35 bevinden, waarbij de wandplaten in het rug- hoofdvlak horizontaal verplaatsbaar zijn en in gesloten stand afwisselend deel uitmaken van het ene en van het andere 1010163 4 rek. Begrepen dient te worden, dat door de afwisselende plaatsing van de rug- wandplaten van beide zijden het visuele effect wordt verkregen, dat er sprake is van één achterwand van elk van beide rekken, terwijl na het 5 openen van de stelling gemiddeld de helft van de beide stellingen onmiddellijk toegankelijk is en de andere helft na verplaatsing van de betreffende wandplaten.

Ter verkrijging van een zo groot mogelijke stijfheid en mechanische stabiliteit omvat de stelling 10 bij voorkeur verstijvingsmiddelen voor het verstijven van een rek. Dergelijke verstijvingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld omvatten verbindingsstangen, spandraden, schoren en andere op zichzelf bekende middelen.

Spandraden kunnen bijvoorbeeld zeer geschikt worden 15 toegepast voor het verstijven van de rugconstructie, waarbij in het bijzonder de rugstijlen onderling door spandraden zijn belast. De spandraden beïnvloeden door - hun geringe afmetingen de toegankelijkheid van rek vanaf de achterzijde slechts in verwaarloosbare mate.

20 Met betrekking tot de genoemde eindschakelaars wordt opgemerkt, dat zeer geschikt het vaste punt van een aandrijving, in het bijzonder een op de grond geplaatste moer, kan dienen als aanslag voor een eindschakelaar.

De in de voorkeursuitvoering aan de grond 25 aangebrachte moer is geplaatst op een verticale as, die vast is aangebracht op de vloer door middel van een vloerstrip, zodanig dat de moer ten opzichte van de as een zekere verticale beweeglijkheid bezit, waardoor oneffenheden in de vloer die bijvoorbeeld kunnen ontstaan 30 door een verticale beweging van de schroefspindel, kunnen worden opgevangen.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen. In de tekeningen tonen: ·’ Figuur 1 een gedeeltelijk weggebroken 35 perspectivisch aanzicht van een gondolastelling volgens de uitvinding in gesloten toestand; •10 10 16 3 5 figuur 2 de gondolastelling volgens figuur 1 in open toestand; en figuur 3 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een wezenlijk detail van een 5 rek, dat deel uitmaakt van een gondolastelling volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een gondolastelling 1 volgens de uitvinding.

De gondolastelling omvat twee rekken 2, 3, die 10 door middel van alle met 4 aangeduide wielen over de grond 25 rolbaar zijn. Elk rek 2, 3 omvat een gestel 5, omvattende voeten 6, waarmee de wielen 4 samenwerken, en verticale stijlen 7, die voorzien zijn van sleufgaten 8 voor het hakend dragen van alle met 9 aangeduide dragers 15 voor te presenteren en ten verkoop aan te bieden artikelen. Door middel van verbindingsstangen 9 die paarsgewijze kruislings aan de gestellen 5 zijn aangebracht in het gebied van de voeten 6, zijn deze voetstructuren essentieel verstijfd. Door middel van 20 voorgespannen spandraden 10 is de rugstructuur, omvattende de stijlen 7, verstijfd. De stijlen 7 zijn aan hun onderzijden met de voeten 6 verbonden. Aan hun bovenzijde zijn ze verbonden door middel van een balk 11. De hoekverbindingen tussen de stijlen 7 en de voeten 6 25 zijn onderling verbonden door een balk 12.

Opgemerkt wordt dat, zoals de figuren 1 en 2 duidelijk tonen, de spandraden 10 van een rek niet in kruisverband maar wel in verschillende richtingen zijn aangebracht, waardoor dezelfde werking als met een 30 kruisverband als met de stangen 9 wordt gerealiseerd, namelijk een afschuif-verstijving in twee richtingen in het betreffende vlak.

Figuur 2 toont de aanwezigheid van - verschuifbare rugplaten 13 die om en om van het rek 2 en 35 van het rek 3 deel uitmaken. Voor het beladen van een rek kan een rugplaat bijvoorbeeld tussen twee aangrenzende posities worden verplaatst, zodanig dat het gehele 1010163 6 betreffende achtervlak toegankelijk wordt voor belading. De spandraden 10 vormen in dit verband geen noemenswaardige belemmering.

Figuur 3 toont, op welke wijze de rekken 2 5 (getekend) en 3 (niet getekend) verplaatsbaar zijn.

Een ruitenwissermotor 14 drijft via een haakse overbrenging 15 een schroefspil 16 roterend aan. De schroefspil is aan de andere zijde gelagerd door middel van een lager 17. Zoals getoond, strekt de spil zich over 10 een substantieel deel van de afstand tussen de balken 11, 12 uit. Op de grond 25 is een bronzen blok 18 bevestigd via een strip 19. Doordat de strip 19 op afstand van het blok 18 door middel van een schroefbout 20 op de grond is bevestigd, vertoont het blok een zekere verticale 15 beweeglijkheid. De strip vertoont verder een sleufgat 21 waardoorheen een in de grond stekende pen 22 met een kop zich uitstrekt. Hierdoor wordt tevens een zekere langsbeweeglijkheid van het blok 19 gewaarborgd. Doordat op niet-getekende wijze het blok 18 een inwendig draadgat 20 23 vertoont met een draad voor samenwerking met de op de spil aanwezige schroefdraad, waarbij een zekere dwarsbeweeglijkheid in horizontale richting is verzekerd, bezit de aangrijpzone tussen spil 16 en draadgat 23 een zekere bewegingsvrijheid van translatie. Dit is van 25 belang in verband met het feit, dat bij het ook openen en . sluiten van de stelling 1 de mogelijkheid bestaat dat de twee aandrijvingen 26, 27 een klein onderling verschil vertonen, in het bijzonder met betrekking tot de rotatiesnelheid van de respectieve motoren, waardoor 30 enige scheefstand zou optreden die in geval van een volstrekt starre constructie ten gevolge zou hebben, dat het rek in kwestie zou vastlopen. De beschreven beweeglijkheid, in het bijzonder de horizontale - beweeglijkheid dwars op de schroefspil-richting van gat 35 23, verhindert dit.

Twee eindschakelaars 28, 29 kunnen worden bediend door het blok 18 binnen de omkasting 24, waarin 'i 0 1 0 1 6 3 7 zich de spil 16 uitstrekt, zodanig dat daarmee de eindstanden van de rekken 2, 3 worden bepaald. Niet is getekend, dat de als micro-schakelaars uitgevoerde eindschakelaars 28, 29 in het besturingscircuit van de 5 motor 14 zijn opgenomen.

0 16 3

Claims (17)

1. Gondolastelling, omvattende ten minste één stel van twee met hun ruggen naar elkaar gerichte rekken, elk omvattende een gestel en een aantal door dat gestel gedragen dragers voor te verkopen artikelen, 5 met het kenmerk, dat elk gestel door middel van wielen over de grond rijdbaar is en in een zich in hoofdzaak dwars op zijn rug uitstrekkende richting heen en weer aandrijfbaar is door middel van aandrijfmiddelen, omvattende ten minste één 10 aandrijfeenheid, omvattende een motor, een schroefspindel en een daarmee samenwerkende moer, waarbij de motor de schroefspindel of de moer roterend kan aandrijven en respectievelijk de moer of de schroefspindel voor rotatie geborgd is opgesteld, alsmede een besturingseenheid voor 15 het bekrachtigen van de aandrijfmiddelen.

2. Gondolastelling volgens conclusie 1 waarin de motor de schroefspindel aandrijft.

3. Gondolastelling volgens conclusie 1 waarin de motor en de schroefspindel aan het gestel zijn 20 aangebracht en de moer ten opzichte van de grond op in hoofdzaak vaste positie is opgesteld.

4. Gondolastelling volgens conclusie 1 waarin de aandrijfmiddelen van een stel rekken door een gemeenschappelijke besturingseenheid bekrachtigbaar zijn, 25 bijvoorbeeld in meester-/slaaf-configuratie.

5. Gondolastelling volgens conclusie 1 omvattende twee aan elk rek toegevoegde eindschakelaars ter bepaling van een uiterste gesloten stand, waarin de rekken van een stel met hun ruggen althans nagenoeg tegen elkaar rusten, 30 ‘en een uiterste openstand, waarin de rekken hun maximale onderlinge afstand bezitten.

6. Gondolastelling volgens conclusie 1 omvattende twee op afstand van elkaar geplaatste aandrijfeenheden. 1010163

7. Gondolastelling volgens conclusie 3 en 5 waarin de moer een beperkte bewegingsvrijheidsgraad van translatie bezit in een richting, althans min of meer dwars op de bewegingsrichting.

8. Gondolastelling volgens conclusie 1 waarin elke besturingseenheid, eventueel draadloos, bedienbaar is door middel van een afstandsbediening.

9. Gondolastelling volgens 8 waarin aan elke besturingseenheid een individuele toegangscode is 10 toegevoegd, bijvoorbeeld in de vorm van een cij fercombinatie.

10. Gondolastelling volgens conclusie 1 waarin de schroefspindel en de moer trapeziumdraad omvatten.

11. Gondolastelling volgens conclusie 1 waarin de 15 moer in een bronzen blok getapt is.

12. Gondolastelling volgens conclusie 1 waarin de motor een gelijkstroommotor is.

13. Gondolastelling volgens conclusie 12 waarin de motor een in de handel verkrijgbare ruitenwissermotor is.

14. Gondolastelling volgens conclusie 1 waarin althans de ruggen van de rekken van een stel enigszins achterover hellen, zodanig dat bij het sluiten van de rekken de bovenste zones elkaar het eerst raken.

15. Gondolastelling volgens conclusie 1 waarin de 25 gestellen onderling geregistreerde verticale stijlen - omvatten, waartussen zich wandplaten bevinden, waarbij de wandplaten in het rug- hoofdvlak horizontaal verplaatsbaar zijn en in gesloten stand afwisselend deel uitmaken van het ene en van het andere rek.

16. Gondolastelling volgens conclusie 1 omvattende verstijvingsmiddelen voor het verstijven van een rek.

17. Rek, kennelijk bestemd als onderdeel van een gondolastelling van een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 35 het gestel door middel van wielen over de grond rijdbaar is en het gestel in een zich in hoofdzaak dwars op zijn rug uitstrekkende richting heen en weer 'i y i U 1 6 3 aandrijfbaar is door middel van aandrijfmiddelen, omvattende ten minste één aandrijfeenheid, omvattende een motor, een schroefspindel en een daarmee samenwerkende moer, waarbij de motor de schroefspindel of de moer 5 roterend kan aandrijven en respectievelijk de moer of de schroefspindel voor rotatie geborgd is opgesteld, alsmede een besturingseenheid voor het bekrachtigen van de aandrij fmiddelen. . . V» 1 6 3