[go: up one dir, main page]

NL1010023C2 - Verrijdbare inrichting voor het mengen van voer. - Google Patents

Verrijdbare inrichting voor het mengen van voer. Download PDF

Info

Publication number
NL1010023C2
NL1010023C2 NL1010023A NL1010023A NL1010023C2 NL 1010023 C2 NL1010023 C2 NL 1010023C2 NL 1010023 A NL1010023 A NL 1010023A NL 1010023 A NL1010023 A NL 1010023A NL 1010023 C2 NL1010023 C2 NL 1010023C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mixing
vertical
horizontal
mixing chamber
vehicle part
Prior art date
Application number
NL1010023A
Other languages
English (en)
Inventor
Nicolaas Van Der Plas
Original Assignee
Trioliet Mullos
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Trioliet Mullos filed Critical Trioliet Mullos
Priority to NL1010023A priority Critical patent/NL1010023C2/nl
Priority to EP99202697A priority patent/EP0985342B1/en
Priority to DE69916191T priority patent/DE69916191T2/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1010023C2 publication Critical patent/NL1010023C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/001Fodder distributors with mixer or shredder
    • A01K5/002Fodder distributors with mixer or shredder with mixing or shredding element rotating on horizontal axis
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/001Fodder distributors with mixer or shredder
    • A01K5/004Fodder distributors with mixer or shredder with mixing or shredding element rotating on vertical axis
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F27/00Mixers with rotary stirring devices in fixed receptacles; Kneaders
    • B01F27/80Mixers with rotary stirring devices in fixed receptacles; Kneaders with stirrers rotating about a substantially vertical axis
    • B01F27/85Mixers with rotary stirring devices in fixed receptacles; Kneaders with stirrers rotating about a substantially vertical axis with two or more stirrers on separate shafts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F33/00Other mixers; Mixing plants; Combinations of mixers
    • B01F33/50Movable or transportable mixing devices or plants
    • B01F33/502Vehicle-mounted mixing devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F33/00Other mixers; Mixing plants; Combinations of mixers
    • B01F33/50Movable or transportable mixing devices or plants
    • B01F33/502Vehicle-mounted mixing devices
    • B01F33/5021Vehicle-mounted mixing devices the vehicle being self-propelled, e.g. truck mounted, provided with a motor, driven by tracks
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F33/00Other mixers; Mixing plants; Combinations of mixers
    • B01F33/80Mixing plants; Combinations of mixers
    • B01F33/83Mixing plants specially adapted for mixing in combination with disintegrating operations
    • B01F33/833Devices with several tools rotating about different axis in the same receptacle
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F35/00Accessories for mixers; Auxiliary operations or auxiliary devices; Parts or details of general application
    • B01F35/30Driving arrangements; Transmissions; Couplings; Brakes
    • B01F35/32Driving arrangements
    • B01F35/323Driving arrangements for vertical stirrer shafts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F35/00Accessories for mixers; Auxiliary operations or auxiliary devices; Parts or details of general application
    • B01F35/30Driving arrangements; Transmissions; Couplings; Brakes
    • B01F35/32Driving arrangements
    • B01F35/323Driving arrangements for vertical stirrer shafts
    • B01F35/3231Driving several stirrer shafts, e.g. about the same axis
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01GWEIGHING
    • G01G19/00Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups
    • G01G19/08Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups for incorporation in vehicles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F2101/00Mixing characterised by the nature of the mixed materials or by the application field
    • B01F2101/06Mixing of food ingredients
    • B01F2101/18Mixing animal food ingredients

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Apparatuses For Bulk Treatment Of Fruits And Vegetables And Apparatuses For Preparing Feeds (AREA)
  • Processing And Handling Of Plastics And Other Materials For Molding In General (AREA)

Description

Verrijdbare inrichting voor het mengen van voer 5 De uitvinding heeft betrekking op een verrijdbare inrichting voor het mengen van voer, in het bijzonder veevoer, voorzien van een mengkamer met daarin een verticaal meng-orgaan dat om een in een hoofdzaak verticale as roteerbaar is en het voer bovenwaarts kan verplaatsen en met daarin 10 een horizontaal mengorgaan dat het voer in in hoofdzaak horizontale richting kan verplaatsen, en voorzien van aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de mengorganen, waarbij de mengkamer een mengkamerdeel heeft vóór het verticale mengorgaan, gezien in de rijrichting van de 15 inrichting, en een mengkamerdeel achter het verticale mengorgaan heeft, waarbij in beide mengkamerdelen een horizontaal mengorgaan is aangebracht dat het voer in de richting van het verticale mengorgaan kan verplaatsen. Een dergelijke inrichting is bekend uit GB-A-1 381 024.
20
Een verrijdbare inrichting voor het mengen van voer kan zijn voorzien van een mengkamer die aan de bovenzijde open is, waarbij het te mengen voer door middel van laadmid-delen, die al of niet zijn bevestigd aan de inrichting, van 25 bovenaf in de mengkamer wordt gestort. Ook kunnen laadmid-delen aanwezig zijn die het te mengen voer via een opening in de zijwand in de mengkamer brengen. Daarbij kunnen stukken kuilvoer in de mengkamer worden gebracht, welk kuilvoer door de mengorganen wordt losgemaakt. Bovendien kunnen 30 verdere bestanddelen van het voer worden toegevoegd, die door middel van de mengorganen met de overige componenten van het voer wordt gemengd, zodat een homogene massa ontstaat.
35 Een dergelijke inrichting voor het mengen van voer kan voorts zijn voorzien van middelen om het gemengde voer gedoseerd af te geven. Deze afgifte van gemengd voer kan JO 1 ü 0 2 3 2 gebeuren nadat de inrichting is gereden naar de plaats waar het voer door het vee wordt genuttigd.
Om economische redenen is het gewenst om de inrichting te 5 voorzien van een grote mengkamer, bij voorkeur zodanig groot dat het voer voor een groot koppel vee in één cyclus kan worden gemengd en vervolgens op verschillende plaatsen kan worden gedoseerd. Een grote mengkamer bemoeilijkt het mengproces in die zin dat enerzijds onevenredig veel tijd 10 voor het mengen nodig is terwijl dat anderzijds onevenredig veel vermogen vraagt.
De uitvinding beoogt een verrijdbare inrichting voor het mengen van voer waarbij het voer efficiënt en relatief snel 15 tot een homogene massa wordt gemengd.
Hiertoe liggen volgens de uitvinding het verticale mengorgaan en de twee horizontale mengorganen in hoofdzaak in hetzelfde verticale vlak. In de praktijk is gebleken dat 20 op deze wijze een efficiënt mengproces wordt verkregen, waarbij met name het verticale mengorgaan relatief weinig vermogen vraagt, en waarbij een goede uitwisseling van mengende voer tussen de beide mengkamerdelen plaatsvindt.
25 Bij voorkeur is de afmeting van de mengkamer in rijrichting groter, bij voorkeur meer dan twee-en-een-halve keer, meer bij voorkeur meer dan drie keer, zo groot als de afmeting van de mengkamer dwars op de rijrichting. Omdat de zijwanden van de mengkamer naar boven vaak schuin 30 buitenwaarts verlopen, moet het begrip breedte en lengte van de mengkamer als gemiddelde van respectievelijk de breedte en de lengte van de mengkamer worden opgevat. Door deze langgerekte vorm van de mengkamer is het mogelijk een verrijdbare inrichting te maken die ondanks een geringe 35 breedte toch een zeer groot mengkamervolume kan hebben.
j j 10 1 0 0 2 3 3
Bij voorkeur is de verticale rotor voorzien van een schroeflijnvormige schoep en, meer bij voorkeur, wordt een dubbele schroeflijnvormige schoep toegepast, dat wil zeggen dat twee schroeflijnvormige schoepen binnen elkaar aanwezig 5 zijn, waarmee de capaciteit van de schoep kan worden vergroot. In de praktijk is bovendien gebleken dat, wanneer vanaf twee kanten nabij de bodem van de mengkamer voer wordt opgestuwd in de richting van de verticale rotor, een rotor met een relatief kleine diameter kan worden toegepast 10 voor het verkrijgen van een bevredigende mengwerking. Uiteraard kunnen in de mengkamer meerdere verticale mengorganen worden aangebracht.
In een voorkeursuitvoering is in elk mengkamerdeel een 15 afzonderlijk, om een in hoofdzaak horizontale as roteerbaar, schroeflijnvormig horizontaal mengorgaan aanwezig. Daarbij kunnen de twee horizontale mengorganen in eikaars verlengden liggen en zijn zij bij voorkeur aangebracht op een gemeenschappelijke roteerbare as. Beide mengorganen 20 kunnen dan een tegengesteld gerichte spoed hebben.
Bij voorkeur drijven de aandrijfmiddelen een uiteinde van een horizontaal mengorgaan aan, welk mengorgaan aan het andere uiteinde aandrijfbaar verbonden is met het verticale 25 mengorgaan en/of met het andere horizontale mengorgaan. Hierdoor is het mogelijk op efficiënte wijze alle mengorganen vanaf de voorzijde van de mengkamer aan te drijven.
Bij voorkeur verloopt een deel van de bodem van de meng-30 kamer in de richting van het verticale mengorgaan schuin naar boven, zodat het door de horizontale mengorganen voortgestuwde voer bij het bereiken van het verticale mengorgaan reeds een schuin bovenwaartse gerichte snelheid heeft.
Bij voorkeur heeft het horizontale mengorgaan, in de richting van het verticale mengorgaan, althans gedeeltelijk I *' i t ' ' v; Kv 35 4 een afnemende buitendiameter. Deze afnemende buitendiameter correspondeert bij voorkeur met een schuin naar boven lopend deel van de bodem van de mengkamer, zodat het voer op efficiënte wijze naar het verticale mengorgaan kan 5 worden toegevoerd.
In een andere voorkeursuitvoering omvat het horizontale mengorgaan een bodemketting met meenemers die langs de bodem van de mengkamer worden verplaatst. Bij voorkeur is 10 de bodemketting een in hoofdzaak in een horizontaal vlak verplaatsbaar eindloos orgaan waaraan zich in hoofdzaak in een horizontaal vlak uitstrekkende meenemers zijn aangebracht, welke meenemers bij voorkeur achterwaarts zwenken als het orgaan een bocht maakt. Dit zal nader worden 15 toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld.
Bij voorkeur is in elk mengkamerdeel een bodemketting aanwezig en drijven de aandrijfmiddelen het verticale mengorgaan aan en zijn de horizontale mengorganen aandrijfbaar 20 verbonden met het verticale mengorgaan, zodat zij via dat verticale mengorgaan worden aangedreven. Op deze wijze wordt een effectieve aandrijving van alle mengorganen bereikt.
25 Bij voorkeur is de inrichting voorzien van een afsluitbare afvoeropening voor het afvoeren van het voer uit de mengkamer, waarbij het horizontale mengorgaan hoger reikt dan het laagste punt van de afvoeropening. Wanneer de afvoeropening zich nabij de plaats bevindt waarheen een horizon-30 taal mengorgaan het voer opstuwt, kan op een effectieve verplaatsing van het voer door de afvoeropening worden bewerkstelligd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting een 35 eerste voertuigdeel met een aandrijfmotor en een zitplaats voor een bestuurder en een tweede voertuigdeel met een laadruimte, bijvoorbeeld zijnde een mengkamer, welke 5 voertuigdelen om een in hoofdzaak verticale as ten opzichte van elkaar kunnen scharnieren, welke voertuigdelen elk voorzien zijn van twee of meer wielen, waarbij voorts het ene voertuigdeel ten opzichte van het andere voertuigdeel 5 om een in hoofdzaak horizontale as, loodrecht op de as van de wielen van dat andere voertuigdeel, kan scharnieren, waarbij bij voorkeur genoemd ander voertuigdeel de laadruimte omvat.
10 Een dergelijke inrichting, bestaande uit twee voertuigdelen, zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, en een dergelijke inrichting kan, los van de aanwezigheid van een mengkamer, als afzonderlijke uitvinding worden beschouwd, al of niet in combinatie met 15 andere genoemde kenmerken.
Bij voorkeur ligt de plaats waar de voertuigdelen om de verticale as scharnierbaar zijn verbonden hoger dan de plaats waar de voertuigdelen om de horizontale as schar-20 nierbaar met elkaar zijn verbonden. Het zwenken van de twee voertuigdelen ten opzichte van elkaar om de verticale as kan bijvoorbeeld worden bewerkstelligd door middel van een hydraulische cilinder, en door middel van dit zwenken kan het voertuig worden bestuurd.
25
Bij voorkeur is tussen het ene voertuigdeel en het andere voertuigdeel een roteerbare aandrijfas aangebracht, via welke as de aandrijfmotor, die zich op het ene voertuigdeel bevindt, aandrijfbaar verbonden is met aangedreven 30 werktuigen op het andere voertuigdeel, waarbij genoemde horizontale as samenvalt met de aandrijfas ter plaatse waar de beide voertuigdelen om de verticale as onderling scharnierbaar zijn verbonden.
35 De aandrijfas omvat bij voorkeur een homokinetische koppeling ter plaatse van genoemde verticale as, bij voorkeur een dubbele kruiskoppeling, waarbij het centrum 10 1 0 0 2 3 6 van de koppeling in hoofdzaak op de verticale as ligt. Daarmee is een efficiënte vermogensoverdracht tussen de twee voertuigdelen verzekerd.
5 Bij voorkeur is elk voertuigdeel voorzien van wielen die roteren om een enkele, vast ten opzichte van het betreffende voertuigdeel gepositioneerde wielas. De wielen zijn derhalve niet verend met het voertuigdeel verbonden, zodat ! het voertuigdeel laag kan worden gebouwd, tot vlak bij de 10 wielen en/of tot tegen de wielas. In geval een voertuigdeel is voorzien van een mengkamer voor het mengen van voer, kan de bodem van de mengkamer laag bij de grond liggen, zodat een grote mengkamer kan worden bereikt. Wanneer een voertuigdeel is voorzien van een cabine met een zitplaats 15 voor een bestuurder, kan deze cabine zodanig met een lage vloer worden uitgerust dat er voldoende beenruimte aanwezig - is dat de bestuurdersstoel met bestuurder honderdtachtig graden kan draaien, zodat de bestuurder zowel bij het rijden in de ene richting als bij het rijden in de andere 20 richting steeds naar voren is gericht.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting voorzien \ van middelen voor het meten van het gewicht van het tweede i voertuigdeel, bijvoorbeeld om het gewicht van de belading 25 van dat voertuigdeel te bepalen, waarbij middelen aanwezig zijn om de kracht te meten die het tweede voertuigdeel op de wielas van dat voertuigdeel uitoefent en waarbij kracht-metende verbindingselementen zijn aangebracht in een in hoofdzaak verticaal vlak door de wielas van het eerste I 30 voertuigdeel. Daarbij worden verbindingselementen toegepast j die in slechts één richting een kracht meet en daardoor de j vertikaal gerichte kracht kan meten die het aan de ene kant | van dat verticale vlak liggende deel van de inrichting uitoefent op het aan de andere kant van dat vlak liggende 35 deel. Wanneer dat verticale vlak door de wielas gaat, welke wielas aan een van de twee genoemde delen van de inrichting is bevestigd, kan de neerwaartse kracht die het andere deel 10 1 0 0 2 3 7 van de inrichting uitoefent ter plaatse van genoemde wielas worden gemeten. Daarbij blijft het eventuele koppel dat het eerste voertuigdeel rond de wielas tot stand brengt buiten beschouwing, waardoor het gewicht van het eerste 5 voertuigdeel geen invloed heeft op het wegen.
Verbindingselementen die een kracht in slechts één richting meten zijn in de handel verkrijgbaar.
10 Het eerste voertuigdeel kan twee gedeelten omvatten, die onderling zijn verbonden door middel van de krachtmetende verbindingselementen. Bij voorkeur omvat het ene gedeelte van het eerste voertuigdeel de aandrijfmotor, de zitplaats en de wielen van het eerste voertuigdeel en omvat het 15 andere gedeelte van het eerste voertuigdeel een deel van een verbindingsorgaan waarmee het eerste voertuigdeel is verbonden met het tweede voertuigdeel. Dit zal aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld nog nader worden uitgelegd.
20 In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de krachtmetende verbindingselementen zowel boven de wielas als onder de wielas aangebracht en wel op in hoofdzaak gelijke afstand van de wielas.
25 Het gewicht van de belading van het tweede voertuigdeel kan worden bepaald door de bovengenoemde meting uit te voeren, waarbij in feite het koppel wordt gemeten dat het tweede voertuigdeel met zijn belading uitoefent om de wielas van het tweede voertuigdeel. Daaruit kan vrij nauwkeurig het 30 gewicht van de belading worden afgeleid, vooral wanneer de wielas van het tweede voertuigdeel aan het van de krachtmetende verbindingselementen afgekeerde uiteinde van dat voertuigdeel ligt.
35 De som van de kracht die de meetmiddelen bij de wielas van het tweede voertuigdeel meten en de kracht die de verbindingselementen meten is gelijk aan het gewicht van
.15 f i * 7 T
c V· ; '· Λ 8 het tweede voertuigdeel inclusief de belading, zodat het gewicht van de belading gemakkelijk kan worden bepaald.
Het op bovenbeschreven wijze bepalen van het gewicht van de 5 belading van een voertuig, dat uit twee delen bestaat, kan op zichzelf als een uitvinding worden beschouwd.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het in een verrijdbare inrichting mengen van voer, waarbij 10 voer wordt gemengd in een mengkamer met daarin een verticaal mengorgaan dat om een in hoofdzaak verticale as roteert en het voer bovenwaarts verplaatst en met daarin een horizontaal mengorgaan dat het voer in in hoofdzaak 1 horizontale richting verplaatst, waarbij aandrijfmiddelen 15 de mengorganen aandrijven, waarbij de mengkamer een mengkamerdeel heeft voor het verticale mengorgaan, gezien in rijrichting van de inrichting, en een mengkamerdeel heeft achter het verticale mengorgaan, waarbij in beide mengkamerdelen een horizontaal mengorgaan is aangebracht 20 dat het voer in de richting van het verticale mengorgaan verplaatst, waarbij het verticale mengorgaan en de twee horizontale mengorganen in hoofdzaak in hetzelfde verticale vlak zijn aangebracht.
25
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder verwijzing naar de tekening enige uitvoeringsvoorbeelden worden toegelicht. De figuren zijn slechts schematische weergaven, waarbij overeenkomende delen met gelijke 30 verwijzingscijfers zijn aangegeven.
Figuur 1 is een langsdoorsnede van een uitvoeringsvoor-beeld; figuur 2 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II in 35 figuur 1; figuur 3 is een bovenaanzicht van de mengkamer van dat " uitvoeringsvoorbeeld; i I ' · .
i $ 9 figuur 4 is een langsdoorsnede van een andere mengkamer; figuur 5 is een bovenaanzicht van de mengkamer volgens figuur 4; figuren 6 en 7 zijn perspectivische aanzichten van een 5 verbindingsorgaan; figuur 8 is een zijaanzicht van het verbindingsorgaan volgens de figuren 6 en 7/ figuur 9 is een doorsnede van het verbindingsorgaan volgens de figuren 6 en 7; 10 figuren 10 en 11 tonen details van figuur 1 waarin krachtmetende verbindingselementen aanwezig zijn.
Figuur 1 toont zeer schematisch een verticale langsdoorsnede van een inrichtingen die bestaat uit een eerste 15 voertuigdeel 31 met een aandrijfmotor 33, een zitplaats 34 voor de bestuurder van de inrichting en wielen 35, en voorts uit een tweede voertuigdeel 32 voorzien van een mengkamer 1 en wielen 36.
20 De mengkamer 1 voor het mengen van voer en/of ander materiaal heeft een verticaal mengorgaan in de vorm van een rotor 2 die voorzien is van een schroeflijnvormige schoep 3. De mengkamer heeft een mengkamerdeel 4 dat zich voor rotor 2 bevindt en een mengkamerdeel 5 dat zich achter de 25 rotor 2 bevindt, ervan uitgaande dat de inrichting volgens figuur 1 een naar links gerichte rijrichting heeft. Nabij de bodem 6 van de mengkamer is in mengkamerdeel 4 een horizontaal mengorgaan in de vorm van een rotor 7 aangebracht en in mengkamerdeel 5 is een rotor 8 30 aangebracht. Beide rotors 7,8 zijn voorzien van een schroeflijnvormige schoep 9,10, zodat bij rotatie van de rotors 7,8 het voer dat zich in mengkamer 1 bevindt in horizontale richting wordt verplaatst.
35 De rotors 7,2,8 worden aangedreven via een aandrijfas 11 aan de voorzijde van mengkamer 1. Aandrijfas 11 is verbonden met het voorste uiteinde van rotor 7, terwijl het 101 o 02 3 10 andere uiteinde van rotor 7 is verbonden met een tandwielkast 12. Via tandwielkast 12 worden de rotors 2 en 8 aangedreven door rotor 7.
5 De draairichting van de rotors 2,7,8 zijn zodanig dat beide horizontale rotors 7,8 het te mengen materiaal in de richting van rotor 2 verplaatsen, terwijl rotor 2 dat materiaal bovenwaarts verplaatst. In beide mengkamerdelen 4,5 is daarbij een rondlopende stroom materiaal aanwezig 10 hetgeen een goede mengwerking tot gevolg heeft, terwijl een uitwisseling van het materiaal tussen de twee mengkamerdelen 4,5 tot stand wordt gebracht ter plaatse van de verticale rotor 2.
15 De bodem 6 van de mengkamer 1 heeft nabij de vertikale rotor 2 een schuin naar boven verlopend delen 38. Daarbij neemt de diameter van schoep 9,10 van de horizontale rotor 7,8 zodanig in de richting van de verticale rotor 2 af, dat deze steeds aansluit aan de bodem 6, ook in het deel 38 van 20 bodem 6.
In de zijwand van mengkamer 1 is nabij de verticale rotor 2 een afsluitbare afvoeropening 51 aanwezig om het gemengde : voer af te geven op de plaats waar het door het vee wordt 25 genuttigd.
Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede door mengkamer 1 waarbij getoond is dat de mengkamer, en met name het bodemgedeelte van de mengkamer 1, nabij de verticale rotor 2 breder is 30 dan nabij de rotors 7,8. In het bredere deel is de afvoeropening 51 (figuur 1) aanwezig die is afgesloten door een schuif 52 die door middel van hydraulische cilinder 53 I naar boven kan worden geschoven teneinde de afvoeropening te openen.
De bovenkant van rotor 2 is gelagerd in een dwarsbalk 13 die is aangebracht in dwarsrichting van de mengkamer 1 en ; 35 10 1 0 0 2 3 11 is bevestigd nabij de bovenrand van de zijwand van de mengkamer.
Figuur 3 is, op een kleinere schaal, een schematische 5 bovenaanzicht van de mengkamer volgens de figuren 1 en 2.
De verticale rotor 2, die in de figuren 1,2 en 3 is weergegeven, is voorzien is van een dubbele schoep 14 die bestaat uit twee binnen elkaar aangebrachte schroeflijn-10 vormige delen. Bij een bepaald toerental is de transportcapaciteit van een dergelijke rotor groter, in beginsel verdubbeld, waardoor sneller een mengsel kan worden gegenereerd.
15 Figuren 4 en 5 tonen een uitvoeringsvoorbeeld van een mengkamer 1, waarin de horizontale mengorganen bestaan uit twee bodemkettingen 16,17, die zich in hoofdzaak in een horizontaal vlak nabij de bodem van mengkamer 1 verplaatsen. De bodemkettingen 16,17 bewegen in het aanzicht van 20 figuur 6 rechtsom. Zij zijn voorzien van meenemers 18 die scharnierbaar met de bodemketting zijn verbonden. Bovendien zijn de meenemers 18 door middel van verbindingsstaven 19 met de bodemketting 17,18 verbonden, zodat de meenemers 18 zich enigszins uit het te mengen materiaal terugtrekken 25 wanneer de bodemketting 17,18 rond het keerwiel 20,21 loopt.
Het zal duidelijk zijn dat in het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 4 en 5 het te mengen materiaal niet 30 alleen in de richting van het verticale mengorgaan 2 wordt verplaatst, maar ook, aan de andere zijkant van de mengkamer, in tegengestelde richting. Dit bevordert de uitwisseling van het te mengen materiaal tussen de twee mengkamerdelen 4,5.
35
De aandrijving bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 4 en 5 geschiedt via tandwielkast 22 die door mid- 'if) 1 ' ' ? 12 del van aandrijfas 11 wordt aangedreven en die de verticale rotor 2 aandrijft. De bodemkettingen 16,17 hebben beide een keerwiel 23,24 die op de as van rotor 2 is aangebracht en derhalve via tandwielkast 22 wordt aangedreven.
5
De twee voertuigdelen 31,32 volgens figuur 1 zijn onderling verbonden met een verbindingsorgaan 37, waardoor de twee voertuigdelen 31,32 ten opzichte van elkaar scharnierbaar zijn om een verticale as en om een horizontale as. De 10 inrichting kan in bochten worden gestuurd door het eerste voertuigdeel 31 te laten roteren om de verticale as ten opzichte van het tweede voertuigdeel 32, waartoe een : hydraulische cilinder tussen de twee voertuigdelen 31,32 aanwezig is, welk hydraulische cilinder overigens niet in 15 de figuren is weergegeven.
Doordat de twee voertuigdelen 31,32 tevens om een in hoofdzaak horizontale as ten opzichte van elkaar kunnen bewegen, kunnen de wielassen van de wielen 35,36 vast in 20 het betreffende voertuigdeel 31,32 zijn aangebracht. De , vloer in de cabine 38 van het eerste voertuigdeel 31 kan 5 daardoor laag worden uitgevoerd, zodat de zitplaats 34 voor de bestuurder rond een verticale as kan roteren waarbij de - bestuurder voldoende ruimte voor zijn benen heeft. Door het 25 roteren van de zitplaats 34 kan de positie van de zittende bestuurder worden aangepast aan de rijrichting van de inrichting, zodat de inrichting zowel bij het vooruit rijden (in de figuren naar links), als bij het achteruit rijden in de figuren naar rechts) gemakkelijk kan worden 30 bestuurd.
In de figuren 6-9 is het verbindingsorgaan 37 weergegeven. Deze figuren tonen een bevestigingselement 41 dat voorzien is van gaten 42 voor het bevestigen van het bevestigings-35 element 41 aan het tweede voertuigdeel 32. Het j bevestigingselement 41 heeft een cilindrisch gedeelte 43 waar omheen een tussenelement 44 roteerbaar is gelagerd.
{ 10 1 0 0 2 3 13
Tussenelement 44 kan worden aangebracht om het cilindrische gedeelte 43 doordat het is opgebouwd uit twee aan elkaar bevestigbare gedeelten, hetgeen overigens niet in de figuren is weergegeven.
5
Het tussenelement 44 is om een verticale as roteerbaar verbonden met het eerste voertuigdeel 31 door middel van de twee bevestigingselementen 45 die aan het eerste voertuigdeel 31 zijn aangebracht. Dit zwenken gebeurt om verticale 10 as 46. Het zal duidelijk zijn dat op deze wijze door middel van het bevestigingsorgaan 37 zowel een zwenking om een verticale as als een zwenking om een horizontale as tussen de twee voertuigdelen in 31,32 mogelijk is.
15 De figuren 6-9 tonen voorts een aandrijfas 47 die voorzien is van een dubbele kruiskoppeling 48. Het midden van de dubbele kruiskoppeling 48 valt in hoofdzaak samen met de hartlijn van as 46, zodat een optimale overbrenging van een roterende beweging via aandrijfas 47 mogelijk is.
20
Figuren 10 en 11 zijn vergrote weergaven van delen van figuur 1, aan de hand waarvan de middelen voor het meten van het gewicht van het tweede voertuigdeel 32 nader zal worden toegelicht.
25
Figuur 10 toont het tussenelement 44, dat om een horizontale as roteerbaar met het tweede voertuigdeel 32 is verbonden. Tussenelement 44 is om een verticale as 46 roteerbaar bevestigd aan een gedeelte 54 van het eerste 30 voertuigdeel 31, welk gedeelte 54 met de rest van het eerste voertuigdeel 31 is verbonden door middel van krachtmetende verbindingselementen 55. Daartoe zijn de verbindingselementen 55 enerzijds 'bevestigd aan gedeelte 54 en anderzijds aan bevestigingen 56 die onderdeel zijn van 35 het eerste voertuigdeel 31.
14
Figuur 11 toont schematisch de wielen 36 van het tweede voertuigdeel 32, en wel op een nog grotere schaal dan de afbeelding van figuur 10. Het tweede voertuigdeel 32 is voorzien van bevestigingen 57 waarin een krachtmetend 5 verbindingselement 58 is bevestigd, welk verbindingselement 58 anderzijds met de wielas 59 is verbonden. Verbindingselement 58 meet de verticaal gerichte kracht die het tweede voertuigdeel 32 op de wielas 59 uitoefent.
10 De som van de verticaal gerichte krachten die worden gemeten door de verbindingselementen 55 (figuur 10) en verbindingselementen 58 (figuur 11) is gelijk aan het ; gewicht van het tweede voertuigdeel 32 inclusief de belading ervan. Omdat de krachtmetende verbindingselementen 15 55 in een verticaal vlak door de as van de wielen 35 van het eerste voertuigdeel 31 liggen, heeft het gewicht van het eerste voertuigdeel 31, en de ligging van het zwaartepunt van het eerste voertuigdeel 31 geen invloed op de meting van het gewicht van het tweede voertuigdeel 32.
I 10 1 0 0 2 3

Claims (23)

1. Verrijdbare inrichting voor het mengen van voer, voorzien van een mengkamer met daarin een verticaal 5 mengorgaan dat om een in hoofdzaak verticale as roteerbaar is en het voer bovenwaarts kan verplaatsen en met daarin een horizontaal mengorgaan dat het voer in in hoofdzaak horizontale richting kan verplaatsen, en voorzien van aandrijfmiddelen voor het aandrijven 10 van de mengorganen, waarbij de mengkamer een meng- kamerdeel heeft vóór het verticale mengorgaan, gezien in de rijrichting van de inrichting, en een mengkamer-deel achter het verticale mengorgaan heeft, waarbij in beide rnengkamerdelen een horizontaal mengorgaan is 15 aangebracht dat het voer in de richting van het verticale mengorgaan kan verplaatsen, met het kenmerk, dat het verticale mengorgaan en de twee horizontale mengorganen in hoofdzaak in hetzelfde verticale vlak liggen. 20
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afmeting van de mengkamer in rijrichting groter is, bij voorkeur meer dan twee-en-een-half keer, meer bij voorkeur meer dan drie keer, zo groot is als de 25 afmeting van de mengkamer dwars op de rijrichting.
3. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verticale rotor is voorzien van een schroeflijnvormig schoep, bij voorkeur twee 30 schroeflijnvormige schoepen in elkaar.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een deel van de bodem van de mengkamer in de richting van het verticale mengorgaan 35 schuin naar boven verloopt. Λ ‘ , , ·, · " ' · t - \i ; J • 16
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in elk mengkamerdeel een afzonderlijk, om een in hoofdzaak horizontale as roteerbaar, schroeflijnvormig horizontaal mengorgaan aanwezig is. 5
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de twee horizontale mengorganen in hoofdzaak in eikaars verlengde liggen en bij voorkeur een tegengesteld gerichte spoed hebben. 10
7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen een uiteinde van een horizon- j taal mengorgaan aandrijven, welk mengorgaan aan het : andere uiteinde aandrijfbaar verbonden is met het ’ 15 verticale mengorgaan en/of met het andere horizontale mengorgaan.
8. Inrichting volgens een der conclusies 5-7, met het kenmerk, dat een horizontaal mengorgaan in de 20 richting van het verticale mengorgaan, althans gedeeltelijk, een afnemende buitendiameter heeft.
* 9. Inrichting volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het horizontale mengorgaan een bodem- 25 ketting omvat met meenemers die langs de bodem van de mengkamer worden verplaatst.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de bodemketting een zich in hoofdzaak in een 30 horizontaal vlak verplaatsbaar eindloos orgaan is ; waaraan zich in hoofdzaak in een horizontaal vlak uitstrekkende meenemers zijn aangebracht, welke 1 meenemers achterwaarts zwenken als het orgaan een bocht maakt. 35
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat in elk mengkamerdeel een bodemketting aanwezig is. 10 1 0 0 2 3 • 17
12. Inrichting volgens een der conclusies 9-11, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen het verticale meng-orgaan aandrijven en dat het horizontale mengorgaan aandrijfbaar is verbonden met het verticale 5 mengorgaan.
13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een afsluitbare afvoeropening voor het afvoeren van het voer uit de mengkamer, waarbij het 10 horizontale mengorgaan hoger reikt dan het laagste punt van de afvoeropening.
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting een eerste voertuigdeel 15 met een aandrijfmotor en een zitplaats voor een bestuurder en een tweede voertuigdeel met een laadruimte, bijvoorbeeld zijnde een mengkamer, omvat, welke voertuigdelen om een in hoofdzaak verticale as ten opzichte van elkaar kunnen scharnieren, welke 20 voertuigdelen elk voorzien zijn van twee of meer wielen, waarbij voorts het ene voertuigdeel ten opzichte van het andere voertuigdeel om een in hoofdzaak horizontale as, loodrecht op de as van de wielen van dat andere voertuigdeel, kan scharnieren. 25
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat genoemd ander voertuigdeel de laadruimte omvat.
16. Inrichting volgens conclusie 14 of 15, met het 30 kenmerk, dat de plaats waar de voertuigdelen om de verticale as scharnierbaar zijn verbonden hoger ligt dan de plaats waar de voertuigdelen om de horizontale as scharnierbaar zijn verbonden.
17. Inrichting volgens een der conclusies 14-16, met het kenmerk, dat tussen het ene voertuigdeel en het andere voertuigdeel een roteerbare aandrijfas is aangebracht, . 18 waarbij genoemde horizontale as samenvalt met de aandrijfas ter plaatse waar de beide voertuigdelen om de horizontale as scharnierbaar met elkaar zijn verbonden. 5
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de aandrijfas voorzien is van een dubbele kruiskoppeling ter plaatse van genoemde verticale as.
19. Inrichting volgens een der conclusies 14-18, met het kenmerk, dat elk voertuigdeel voorzien is van wielen die roteren om een enkele, vast ten opzichte van het betreffende voertuigdeel gepositioneerde wielas.
20. Inrichting volgens een der conclusies 14-19, gekenmerkt door middelen voor het meten van het gewicht van genoemd tweede voertuigdeel, of het gewicht van de belading ervan, waarbij middelen aanwezig zijn voor het meten van de kracht die door 20 het tweede voertuigdeel op de wielas van dat voertuigdeel wordt uitgeoefend en waarbij krachtmetende verbindingselementen zijn aangebracht in een in hoofdzaak verticaal vlak door de wielas van genoemd eerste voertuigdeel. 25
21. Inrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat genoemd eerste voertuigdeel twee gedeelten omvat die onderling zijn verbonden door middel van de krachtmetende verbindingselementen, waarbij de wielas is 30 verbonden met een van die twee gedeelten en waarbij het andere gedeelte is verbonden met het tweede voertuigdeel.
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat I 35 het ene gedeelte de aandrijfmotor, de zitplaats en de wielen van het eerste voertuigdeel omvat en dat het i i X .· i andere gedeelte een verbindingsorgaan omvat dat met genoemd ene gedeelte is verbonden.
23. Werkwijze voor het in een verrijdbare inrichting 5 mengen van voer, waarbij voer wordt gemengd in een mengkamer met daarin een verticaal mengorgaan dat om een in hoofdzaak verticale as roteert en het voer bovenwaarts verplaatst en met daarin een horizontaal mengorgaan dat het voer in in hoofdzaak horizontale 10 richting verplaatst, waarbij aandrijfmiddelen de mengorganen aandrijven, waarbij de mengkamer een mengkamerdeel heeft vóór het verticale mengorgaan, gezien in rijrichting van de inrichting, en een mengkamerdeel achter het verticale mengorgaan heeft, 15 waarbij in beide mengkamerdelen een horizontaal mengorgaan is aangebracht dat het voer in de richting van het verticale mengorgaan verplaatst, met het kenmerk, dat het verticale mengorgaan en de twee horizontale mengorganen in hoofdzaak in hetzelfde 20 verticale vlak zijn aangebracht. 10. o 023
NL1010023A 1998-09-08 1998-09-08 Verrijdbare inrichting voor het mengen van voer. NL1010023C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010023A NL1010023C2 (nl) 1998-09-08 1998-09-08 Verrijdbare inrichting voor het mengen van voer.
EP99202697A EP0985342B1 (en) 1998-09-08 1999-08-19 Mobile device for mixing fodder
DE69916191T DE69916191T2 (de) 1998-09-08 1999-08-19 Fahrbares Gerät zum Mischen von Futter

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010023 1998-09-08
NL1010023A NL1010023C2 (nl) 1998-09-08 1998-09-08 Verrijdbare inrichting voor het mengen van voer.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1010023C2 true NL1010023C2 (nl) 2000-03-09

Family

ID=19767764

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010023A NL1010023C2 (nl) 1998-09-08 1998-09-08 Verrijdbare inrichting voor het mengen van voer.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0985342B1 (nl)
DE (1) DE69916191T2 (nl)
NL (1) NL1010023C2 (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2001082694A1 (en) 2000-04-28 2001-11-08 Ecolab Inc. Antimicrobial composition
US6409376B1 (en) * 2000-05-02 2002-06-25 William Knight Mixer apparatus
US7165880B2 (en) * 2003-11-17 2007-01-23 Kuhn Knight Inc. Mixing apparatus with non-symmetrical sides
GB2446378B (en) * 2007-02-06 2012-03-07 Harry West Prees Ltd Bulk material mixing and distribution apparatus
DE202010013493U1 (de) * 2010-09-22 2010-11-25 Trioliet Holding B.V. Selbstfahrender Futtermischer
EP3379222B1 (en) 2017-03-22 2020-12-30 Methode Electronics Malta Ltd. Magnetoelastic based sensor assembly
US11084342B2 (en) 2018-02-27 2021-08-10 Methode Electronics, Inc. Towing systems and methods using magnetic field sensing
US11135882B2 (en) 2018-02-27 2021-10-05 Methode Electronics, Inc. Towing systems and methods using magnetic field sensing
US10670479B2 (en) 2018-02-27 2020-06-02 Methode Electronics, Inc. Towing systems and methods using magnetic field sensing
US11221262B2 (en) 2018-02-27 2022-01-11 Methode Electronics, Inc. Towing systems and methods using magnetic field sensing
US11491832B2 (en) 2018-02-27 2022-11-08 Methode Electronics, Inc. Towing systems and methods using magnetic field sensing

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2576177A (en) * 1948-12-30 1951-11-27 Herr Joseph Stanley Feed mixing apparatus
GB1381024A (en) * 1972-05-26 1975-01-22 Farmhand Uk Ltd Mobile equipment for milling and mixing animal foodstuffs
US4432499A (en) * 1980-12-15 1984-02-21 Owatonna Manufacturing Company, Inc. Portable feed grinder-mixer
EP0709022A1 (en) * 1994-10-25 1996-05-01 STORTI INTERNATIONAL S.r.l. Fodder mixer-mincer truck equipped with archimedean screws

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2576177A (en) * 1948-12-30 1951-11-27 Herr Joseph Stanley Feed mixing apparatus
GB1381024A (en) * 1972-05-26 1975-01-22 Farmhand Uk Ltd Mobile equipment for milling and mixing animal foodstuffs
US4432499A (en) * 1980-12-15 1984-02-21 Owatonna Manufacturing Company, Inc. Portable feed grinder-mixer
EP0709022A1 (en) * 1994-10-25 1996-05-01 STORTI INTERNATIONAL S.r.l. Fodder mixer-mincer truck equipped with archimedean screws

Also Published As

Publication number Publication date
EP0985342A3 (en) 2000-05-10
EP0985342B1 (en) 2004-04-07
EP0985342A2 (en) 2000-03-15
DE69916191D1 (de) 2004-05-13
DE69916191T2 (de) 2004-11-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1010023C2 (nl) Verrijdbare inrichting voor het mengen van voer.
US4538916A (en) Motor mounting arrangement on a mixing auger
US3995836A (en) Material mixing and feeding apparatus
US4601629A (en) Fine and coarse aggregates conveying apparatus
US6881022B2 (en) Combined dump truck and spreader apparatus
US4579459A (en) Mixing auger mounting and storage arrangement
US6905238B2 (en) Mixer with dissimilar augers
IE55052B1 (en) Apparatus for mixing and dispensing material
US3482821A (en) Utility farm vehicle for mixing and discharging bulk material
US5645345A (en) Apparatus for mixing fibrous type material
NL9401662A (nl) Inrichting en werkwijze voor het mengen van voer.
US5630665A (en) Feed mixer apparatus
NL8400954A (nl) Machine voor het naar buiten voeren van materiaal.
US3197075A (en) Variable volume auger assembly
US5967657A (en) Mixer vehicle with helical sweep bars and a return auger
NL8600868A (nl) Inrichting voor het verspreiden van materiaal en werkwijze voor het opvangen van materiaal.
NL2000293C2 (nl) Inrichting voor het doseren van veevoer.
EP0438823A1 (en) Device and method for spreading granular or powdered material
NL7907396A (nl) Inrichting voor het uitstrooien van materiaal.
JPH0228646Y2 (nl)
CA2282569C (en) Combined dump truck and spreader apparatus
NL1004995C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het mengen van veevoer.
GB2247631A (en) Mixer apparatus
IES61800B2 (en) "Apparatus for mixing fibrous type material"
DE1708678A1 (de) Vorrichtung an auf Raedern verfahrbaren Streuern fuer gekoerntes oder pulverfoermiges Gut

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050401