NL1009831C2

NL1009831C2 - Hip prosthesis as well as an assembly of a hip prosthesis and a clamping tool.

Info

Publication number: NL1009831C2
Application number: NL1009831A
Authority: NL
Inventors: Nicolaas Gerard Anton Leerdam; Anton Johannes Sanders; Nico Verdonschot; Hans Kriek
Original assignee: Novarticulate Bv
Priority date: 1998-08-10
Filing date: 1998-08-10
Publication date: 2000-02-11
Also published as: KR20010082116A; CA2340158A1; EP1104269A1; WO2000009044A1; AU5295799A; JP2002522158A

Description

Titel: Heupprothese alsmede een samenstel van een heupprothese en een spangereedschapTitle: Hip prosthesis and an assembly of a hip prosthesis and a tensioning tool

De uitvinding heeft betrekking op een heupprothese = voorzien van een eerste bevestigingssamenstel dat bestemd is om te worden gemonteerd in het heupbot en een tweedeThe invention relates to a hip prosthesis = provided with a first fastening assembly which is intended to be mounted in the hip bone and a second

bevestigingssamenstel dat bestemd is om te worden Jmounting assembly intended to be J

5 gemonteerd in het boveneinde van de femur, waarbij het eerste en het tweede bevestigingssamenstel met behulp van een scharnierbare verbinding met elkaar zijn verbonden, waarbij alle onderdelen van de heupprothese zodanig klein Ί en/of slank zijn dat deze elk plaatsbaar zijn in de beoogde Ξ 10 eindpositie daarvan via een boring in de femur, welke boring zich uitstrekt vanaf een invoeropening in het corticale bot aan de laterale buitenzijde van de femur door j de femurhals in hoofdzaak in de richting van de ' denkbeeldige langshartlijn van de femurhals naar de : 15 femurkop. r5 mounted in the upper end of the femur, with the first and second fastening assemblies connected together by a hinged connection, with all parts of the hip prosthesis being small / and / or slender such that each can be placed in the intended Ξ The end position thereof via a bore in the femur, which bore extends from an insertion opening in the cortical bone on the lateral outer side of the femur through the femoral neck substantially in the direction of the imaginary longitudinal axis from the femoral neck to the femoral head. . r

Aanvraagster heeft een dergelijke prothese beschreven in de niet vóórgepubliceerde internationale IThe applicant has described such a prosthesis in the unpublished international I

octrooiaanvrage PCT/NL98/00084.patent application PCT / NL98 / 00084.

De onderhavige aanvrage beoogt de genoemde 20 internationale octrooiaanvrage aan te vullen met een aantal mogelijkheden voor het bevestigen van het tweede i bevestigingssamenstel in de femurboring. De materie van PCT/NL98/00084 is in de onderhavige aanvrage opgenomen door verwijzing daarin (engels: PCT/NL98/00084 is incorporated 25 herein by reference).The present application aims at supplementing said international patent application with a number of possibilities for fixing the second fixing assembly in the femur bore. The subject matter of PCT / NL98 / 00084 is incorporated in the present application by reference therein (English: PCT / NL98 / 00084 is incorporated 25 herein by reference).

Volgens de uitvinding wordt de heupprothese van het in de aanhef beschreven type gekenmerkt doordat het tweede bevestigingssamenstel nabij een lateraal uiteinde is 1 voorzien van borgmiddelen die vanuit een eerste stand 30 beweegbaar zijn in een tweede stand, waarbij deze “ borgmiddelen in de eerste stand de invoeropening van de Γ femurboring kunnen passeren, waarbij deze borgmiddelen in ï de tweede stand de invoeropening van de femurboring niet kunnen passeren, waarbij in een gemonteerde toestand van “ 1009831 ; 2 het tweede bevestigingssamenstel de borgmiddelen zich in de tweede stand bevinden en aangrijpen op een naar een femurbinnenruimte gekeerde zijde van de laterale corticale botwand van de femur die de invoeropening begrenst.According to the invention, the hip prosthesis of the type described in the preamble is characterized in that the second fastening assembly is provided near a lateral end with locking means which are movable from a first position in a second position, said locking means in the first position the inlet opening. of the femur bore, these securing means in the second position being unable to pass through the inlet opening of the femur bore, in a mounted condition of "1009831; 2, the second fastening assembly, the locking means is in the second position and engages a side of a femoral interior facing the lateral cortical bone wall of the femur defining the entry opening.

5 Zoals bekend bestaat de femur onder andere uit een corticale botwand die is gevuld met spongieus bot. Met name de corticale botwand is sterk en kan een goede weerstand bieden tegen daarop uitgeoefende krachten. Spongieus bot is niet geschikt voor het opnemen van daarop uitgeoefende 10 hoge, locale krachten. Aangezien het tweede bevestigingssamenstel met name wordt belast door in de langsrichting van het tweede bevestigingssamenstel gerichte drukkrachten, is het bijzonder gunstig wanneer deze drukkrachten worden opgevangen door een corticaal wanddeel. 15 Met de heupprothese volgens de uitvinding is dit beoogde effect gerealiseerd doordat de heupprothese is voorzien van borgmiddelen die in de tweede stand aangrijpen op de naar de femurbinnenruimte gekeerde zijde van de laterale corticale botwand van de femur die de invoeropening 20 begrenst. Aangezien de borgmiddelen daartoe afmetingen dienen te hebben die groter zijn dan de diameter van de invoeropening in de laterale corticale botwand van de femur, zijn de borgmiddelen zodanig uitgevoerd dat deze twee standen kunnen aannemen. In de eerste stand zijn de 25 afmetingen van de borgmiddelen nog zodanig dat de borgmiddelen de invoeropening nog kunnen passeren, terwijl in de tweede stand een dergelijke passage van de borgmiddelen door de invoeropening niet meer mogelijk is.5 As is known, the femur consists of, among other things, a cortical bone wall that is filled with cancellous bone. The cortical bone wall in particular is strong and can offer good resistance to the forces exerted on it. Spongy bone is not suitable for absorbing high local forces exerted thereon. Since the second fastening assembly is loaded in particular by compressive forces directed in the longitudinal direction of the second fastening assembly, it is particularly favorable when these compressive forces are absorbed by a cortical wall part. With the hip prosthesis according to the invention this intended effect is realized in that the hip prosthesis is provided with securing means which, in the second position, engage the side of the lateral cortical bone wall of the femur which borders the inlet opening 20, which faces the femoral interior. Since the locking means must have dimensions larger than the diameter of the insertion opening in the lateral cortical bone wall of the femur, the locking means are designed in such a way that they can assume two positions. In the first position, the dimensions of the locking means are still such that the locking means can still pass through the inlet opening, while in the second position such passage of the locking means through the inlet opening is no longer possible.

Bij het inbrengen van het tweede bevestigingssamenstel 30 worden de borgmiddelen in de eerste stand door de invoeropening gevoerd, waarna vervolgens de borgmiddelen in de tweede stand worden gebracht.When the second fastening assembly 30 is introduced, the locking means in the first position are passed through the inlet opening, after which the locking means are then brought into the second position.

Voor het van de eerste stand naar de tweede stand brengen van de borgmiddelen staat een groot aantal 35 mogelijkheden tot de beschikking. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan een principe dat bekend is bij gipsplaatpluggen 1009831 3 die, na in een geboord gat in een gipsplaat te zijn gevoerd, door aandraaien vergrote dwarsafmetingen kunnen aannemen.A large number of possibilities are available for bringing the locking means from the first position to the second position. Consider, for example, a principle known from plasterboard plugs 1009831 3 which, after being fed into a drilled hole in a plasterboard, can assume enlarged transverse dimensions by tightening.

Een andere mogelijkheid is het toepassen van een 5 tweede bevestigingssamenstel dat een pen omvat die in de femurboring opneembaar is, waarbij de borgmiddelen een anker omvatten dat verzwenkbaar met een lateraal uiteinde van de pen is verbonden, waarbij het anker in een langsrichting over een afmeting beschikt die groter is dan 10 de diameter van de pen, waarbij de langsas van het anker, wanneer het anker zich in de eerste stand bevindt, zich evenwijdig aan de langsas van de pen uitstrekt, waarbij het anker in een tweede stand zodanig is verzwenkt ten opzichte van de pen, dat de vrije uiteinden van het anker zich 15 buiten de omtrekscontour van de pen uitstrekken. Na het IAnother possibility is to use a second securing assembly comprising a pin that can be received in the femur bore, the securing means comprising an anchor pivotally connected to a lateral end of the pin, the anchor being dimensionally longitudinally greater than the diameter of the pin, wherein the longitudinal axis of the anchor, when the anchor is in the first position, extends parallel to the longitudinal axis of the pin, the anchor in a second position being pivoted relative to of the pin, that the free ends of the anchor extend beyond the circumferential contour of the pin. After the I

inbrengen van de pen in de femurboring kan vervolgens het anker vanuit de eerste stand naar de tweede stand worden verzwenkt. Wanneer de pen vervolgens onder de normale i belastingstoestand die bij lopen van de patiënt optreedt, ^ 20 wordt gebracht, zal de pen in laterale richting worden gedrukt, waarbij het anker stevig tegen de naar de femurbinnenruimte gekeerde zijde van de laterale corticale : botwand van de femur die de invoeropening begrenst komt aan : te liggen.inserting the pin into the femur bore, the anchor can then be pivoted from the first position to the second position. When the pen is subsequently brought under the normal loading condition that occurs when the patient is walking, the pen will be pushed in the lateral direction, with the anchor firmly against the side of the lateral cortical bone wall of the femoral interior facing the femoral interior. femur delimiting the inlet opening will lie on.

25 De uitvinding heeft tevens betrekking op eenThe invention also relates to a

samenstel van een heupprothese volgens het gipsplaatplug-principe en een spangereedschap voor het vanuit de eerste Iassembly of a hip prosthesis according to the plasterboard plug principle and a clamping tool for the first I

stand naar de tweede stand brengen van de borgmiddelen. :position the securing means to the second position. :

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn ~ 30 beschreven in de volgconclusies en zullen hierna aan de hand van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden, onder : verwijzing naar de tekening, verder worden verduidelijkt. 1Further elaborations of the invention are described in the subclaims and will be further elucidated hereinbelow on the basis of two exemplary embodiments, under reference to the drawing. 1

Figuur 1 toont een voor-aanzicht van een bus die ? deel uitmaakt van een tweede bevestigingssamenstel; r 35 figuur 2 toont een doorsnede-aanzicht over lijn II- - II uit figuur 1; 1 0 0 S 3 3 1 4 figuur 3 toont een achteraanzicht van het in figuur 1 weergegeven vooraanzicht van de bus/ figuur 4 toont een doorsnede-aanzicht over lijn IV-IV uit figuur 3;Figure 1 shows a front view of a bus which? is part of a second mounting assembly; Figure 2 shows a cross-sectional view along line II-II from Figure 1; Figure 3 shows a rear view of the front view of the bus shown in Figure 1 / Figure 4 shows a cross-sectional view along line IV-IV of Figure 3;

5 figuur 5 toont een doorsnede-aanzicht over lijn V-VFigure 5 shows a cross-sectional view along line V-V

uit figuur 6 van een koppelbus die deel uitmaakt van het tweede bevestigingssamenstel; figuur 6 toont een aanzicht van de laterale kopse zijde van de in figuur 5 weergegeven koppelbus; 10 figuur 7 toont een langsdoorsnede van het tweede bevestigingssamenstel, waarbij de borgmiddelen zich in de tweede stand bevinden; figuur 8 toont de bus 4 in de femur in de eerste stand; 15 figuur 9 toont de bus 4 met het daarbij behorende spangereedschap, waarbij de borgmiddelen zich in een tussen de eerste en de tweede stand gelegen stand bevinden; figuur 10 toont het tweede bevestigingssamenstel in geheel gemonteerde toestand in de femur; en 20 figuur 11 toont een doorsnede-aanzicht van de femur met daarin een tweede uitvoeringsvoorbeeld van het tweede bevestigingssamenstel van een heupprothese.from Figure 6 of a coupling bush which forms part of the second mounting assembly; Figure 6 shows a view from the lateral end face of the coupling sleeve shown in Figure 5; Figure 7 shows a longitudinal section of the second mounting assembly, wherein the locking means are in the second position; Figure 8 shows the sleeve 4 in the femur in the first position; Figure 9 shows the sleeve 4 with the associated clamping tool, wherein the locking means are in a position situated between the first and the second position; Figure 10 shows the second fastening assembly in the fully assembled state in the femur; and Figure 11 shows a cross-sectional view of the femur containing a second exemplary embodiment of the second hip prosthesis mounting assembly.

In de figuren is telkens slechts het tweede bevestigingssamenstel van een uitvoering van de 25 heupprothese volgens de uitvinding weergegeven. Voor een volledige weergave van een mogelijk uitvoeringsvoorbeeld van een heupprothese zij verwezen naar de internationale octrooiaanvrage PCT/NL98/00084 waarvan de materie hier als ingelast moet worden beschouwd. De figuren tonen een 30 tweetal uitvoeringsvoorbeelden voor het bevestigen van het tweede bevestigingssamenstel in de femur. Zoals uitgebreid beschreven in PCT/NL98/00084 dienen de onderdelen van de heupprothese zodanig te zijn uitgevoerd dat deze alle in de eindpositie kunnen worden geplaatst door een boring in de 35 femur F, welke boring zich uitstrekt vanaf de laterale buitenzijde F0 van de femur F door de femurhals Fn in 1009831 5 hoofdzaak in de richting van de denkbeeldige langshartlijn van de femurhals naar de femurkop. Bij het plaatsen van de heupprothese wordt een relatief kleine incisie in het been aangebracht die toegang verschaft tot de laterale 5 buitenzijde van de femur F. Vervolgens wordt in de femur F een boring zoals hierboven beschreven aangebracht. Via deze boring wordt met een speciaal gereedschap, dat in de hierboven genoemde internationale octrooiaanvrage is 'In the figures each time only the second fastening assembly of an embodiment of the hip prosthesis according to the invention is shown. For a complete representation of a possible exemplary embodiment of a hip prosthesis, reference is made to the international patent application PCT / NL98 / 00084, the material of which is to be regarded as incorporated herein. The figures show two exemplary embodiments for securing the second securing assembly in the femur. As described extensively in PCT / NL98 / 00084, the parts of the hip prosthesis should be designed so that they can all be placed in the end position by a bore in the femur F, which bore extends from the lateral outside F0 of the femur F through the femoral neck Fn in 1009831 5 substantially in the direction of the imaginary longitudinal axis from the femoral neck to the femoral head. When placing the hip prosthesis, a relatively small incision is made in the leg that provides access to the lateral outside of the femur F. Then, a bore as described above is made in the femur F. Through this bore, a special tool, which is described in the above-mentioned international patent application,

beschreven, de femurkop verwijderd. Vervolgens kan in het Edescribed, the femoral head removed. Then in the E

10 heupbot het eerste bevestigingssamenstel worden gemonteerd10 hip bone the first mounting assembly to be mounted

via de boring in de femur F. Na het plaatsen van het eerste Ethrough the bore in the femur F. After placing the first E

bevestigingssamenstel kan vervolgens het tweede bevesti- = gingssamenstel worden gemonteerd.mounting assembly, the second mounting assembly can then be mounted.

Bij beide uitvoeringsvoorbeelden is het tweede = 15 bevestigingssamenstel 1, 51 nabij een lateraal uiteinde ~ voorzien van borgmiddelen 2, 2', 3, 3', 52 die vanuit een i eerste stand beweegbaar zijn in een tweede stand. In de eerste stand kunnen deze borgmiddelen 2, 2 1, 3, 3 ' , 52 de l: invoeropening Fi van de femurboring passeren. In de tweede 20 stand kunnen deze borgmiddelen 2, 2', 3, 3', 52 de invoeropening Fi van de femurboring niet passeren. In een z gemonteerde stand van het tweede bevestigingssamenstel 1, 51, bevinden de borgmiddelen 2, 2', 3, 3', 52 zich in de ~ tweede stand en grijpen deze aan op een naar een ~ 25 femurbinnenruimte I gekeerde zijde C van de laterale corticale botwand C van de femur F die de invoeropening Fi = begrenst. De axiaal gerichte krachten die op het tweede = bevestigingssamenstel worden uitgeoefend, bijvoorbeeld E~ wanneer de drager van de heupprothese loopt of staat, ” 30 worden met behulp van de borgmiddelen op de stevige — laterale corticale botwand C van de femur F, welke botwand ~ C de invoeropening begrenst, overgedragen. De borgmiddelen ~ 2, 2', 3, 3', 52 drukken tegen de binnenzijde C van de ^ corticale botwand aan en kunnen zodanig zijn uitgevoerd dat ^ 35 een relatief groot drukvlak wordt gecreëerd. _ 1008831 6In both exemplary embodiments, the second = 15 mounting assembly 1, 51 is provided near a lateral end with locking means 2, 2 ', 3, 3', 52 which are movable from a first position into a second position. In the first position, these locking means 2, 2 1, 3, 3 ', 52 can pass through the inlet opening Fi of the femur bore. In the second position, these locking means 2, 2 ', 3, 3', 52 cannot pass through the inlet opening Fi of the femur bore. In a z-mounted position of the second fastening assembly 1, 51, the locking means 2, 2 ', 3, 3', 52 are in the ~ second position and engage on a side C of the femoral interior I facing the ~. lateral cortical bone wall C of the femur F delimiting the entry opening Fi =. The axially directed forces exerted on the second = fastening assembly, for example E ~ when the hip prosthesis wearer is walking or standing, "30 are applied to the firm - lateral cortical bone wall C of the femur F, which bone wall ~ using the locking means. C limits the input opening, transferred. The locking means ~ 2, 2 ', 3, 3', 52 press against the inside C of the cortical bone wall and may be designed such that a relatively large pressure surface is created. 1008831 6

Een dergelijke borging van het tweede bevestigings-samenstel 1, 51 is veel sterker dan wanneer het tweede bevestigingssamenstel 1, 51 bijvoorbeeld met een eindplaat zou worden vastgeschroefd op de laterale buitenzijde van de 5 corticale botwand van de femur ter plaatse van de invoeropening. Immers, alle axiale krachten die op het tweede bevestigingssamenstel worden uitgeoefend, dienen dan met behulp van een paar schroeven, die in de corticale botwand zijn gedraaid, te worden opgevangen. Een dergelijke 10 schroefverbinding is, met name bij wisselende belastingen, niet langdurig stabiel. Het contactoppervlak tussen de botschroeven en de corticale botwand is immers aanzienlijk kleiner dan het contactoppervlak dat kan worden gecreëerd met behulp van borgmiddelen 2, 2', 3, 3', 52 die aangrijpen 15 op een naar de femurbinnenruimte I gekeerde zijde C van de laterale corticale botwand van de femur F.Such a securing of the second securing assembly 1, 51 is much stronger than if, for example, the second securing assembly 1, 51 were screwed with an end plate to the lateral outside of the cortical bone wall of the femur at the location of the insertion opening. After all, all axial forces exerted on the second fastening assembly must then be absorbed with the aid of a few screws, which have been screwed into the cortical bone wall. Such a screw connection is not stable for a long time, especially under varying loads. After all, the contact surface between the bone screws and the cortical bone wall is considerably smaller than the contact surface that can be created with the aid of locking means 2, 2 ', 3, 3', 52 which engage on a side C of the lateral interior I facing the femoral interior I cortical bone wall of the femur F.

Het tweede bevestigingssamenstel 1 van het eerste - uitvoeringsvoorbeeld is in samengestelde toestand weergegeven in figuren 7 en 10. Het tweede 20 bevestigingssamenstel 1 is voorzien van een bus 4 en een koppelbus 8. Verder is het tweede bevestigingssamenstel 1 voorzien van een pen 15 die aan een mediaal uiteinde is voorzien van althans een aantal scharnierdelen ter vorming van de scharnierbare verbinding tussen het eerste 1 25 bevestigingssamenstel en het tweede bevestigingssamenstel.The second mounting assembly 1 of the first exemplary embodiment is shown in the assembled state in figures 7 and 10. The second mounting assembly 1 is provided with a bush 4 and a coupling bush 8. Furthermore, the second mounting assembly 1 is provided with a pin 15 which is attached to a the medial end is provided with at least a number of hinge parts to form the hinged connection between the first mounting assembly and the second mounting assembly.

In figuren 1-10 zijn deze scharnierdelen niet weergegeven, echter, de scharnierdelen kunnen bijvoorbeeld worden gevormd door een kogel van een kogelgewricht, zoals “ afgebeeld in figuur 11. Andere mogelijke scharnier- 30 verbindingen zijn beschreven in de hierboven genoemde internationale octrooiaanvrage PCT/NL98/00048. De pen 15 is via een cilindrische voering 24 in de bus 4 opgenomen. De bus 4 is nabij een lateraal uiteinde voorzien van een vervormingszone 2, 2', 3, 3' die de borgmiddelen vormt. Ten 35 behoeve van de duidelijkheid zijn in figuren 1-4 enige aanzichten van de bus 4 weergegeven. In deze aanzichten 1008831These hinge parts are not shown in figures 1-10, however, the hinge parts can for instance be formed by a ball of a ball joint, as shown in figure 11. Other possible hinge connections are described in the above-mentioned international patent application PCT / NL98 / 00048. The pin 15 is received in the sleeve 4 via a cylindrical liner 24. The sleeve 4 is provided near a lateral end with a deformation zone 2, 2 ', 3, 3' which forms the locking means. For the sake of clarity, some views of the bus 4 are shown in Figures 1-4. In these views 1008831

7 I7 I

bevinden de borgmiddelen 2, 2', 3, 3' zich in de eerste, nog niet vervormde stand. De eerste stand van de borgmiddelen correspondeert met een nog niet vervormde toestand van de vervormingszone 2, 2', 3, 3'. De tweede 5 stand van de borgmiddelen correspondeert met een vervormde toestand van de vervormingszone 2, 2', 3, 3'. In de nog niet vervormde toestand van de vervormingszone 2, 2', 3, 3' stemmen de dwarsafmetingen van de bus 4 ter plaatse van de vervormingszone 2, 2', 3, 3' in hoofdzaak overeen met de 10 busdiameter DO op de overige delen van de bus 4. In de ( vervormde toestand van de vervormingszone 2, 2', 3, 3' (figuur 7 en figuur 10) heeft de vervormingszone, ten opzichte van de overige delen van de bus in althans één richting vergrote dwarsafmetingen Dl verkregen. Zoals 15 duidelijk blijkt uit de figuren is de bus 4 voorzien van : een mediaal busdeel 5 en een lateraal busdeel 6. De : vervormingszone 2, 2', 3, 3' verbindt het mediale en het 1 laterale busdeel 5, resp. 6 met elkaar. In het onderhavige " uitvoeringsvoorbeeld omvat de vervormingszone enkele ribben ;the locking means 2, 2 ', 3, 3' are in the first, not yet deformed position. The first position of the locking means corresponds to an as yet undeformed state of the deformation zone 2, 2 ', 3, 3'. The second position of the locking means corresponds to a deformed state of the deformation zone 2, 2 ', 3, 3'. In the not yet deformed state of the deformation zone 2, 2 ', 3, 3' the transverse dimensions of the sleeve 4 at the location of the deformation zone 2, 2 ', 3, 3' correspond substantially to the sleeve diameter DO on the other parts of the sleeve 4. In the (deformed state of the deformation zone 2, 2 ', 3, 3' (figure 7 and figure 10), the deformation zone, compared to the other parts of the sleeve, has enlarged transverse dimensions D1 in at least one direction As can be clearly seen from the figures, the sleeve 4 is provided with: a medial sleeve part 5 and a lateral sleeve part 6. The deformation zone 2, 2 ', 3, 3' connects the medial and the 1 lateral sleeve part 5, respectively. 6. In the present embodiment, the deformation zone comprises some ribs;

20 2, 2', 3, 3' die elk zijn voorzien van een drietal I2, 2 ', 3, 3', each of which is provided with three I.

plaatselijke verzwakkingen 7. De verzwakkingen 7 zijn [ zodanig aangebracht dat, bij het uitoefenen van een i drukkracht op de kopse einden van enerzijds het mediale en ” anderzijds het laterale busdeel 5, resp. 6, de ribben 2, 25 2', 3, 3', naar buiten toe samenvouwen, zoals weergegeven “ in figuur 7. De vervormingszone 2, 2', 3, 3' is gezien over £ de omtrek van de bus a-symmetrisch, zodanig dat de, in 7 vervormde toestand radiaal naar buiten uitstrekkende delen van de vervormingszone 2, 2', 3, 3' in hoofdzaak aanliggen 7 30 tegen de corticale botwand C die de invoeropening Fi begrenst. Deze aanligging dient te zijn gerealiseerd in een 7 toestand waarbij de bus 4 de gewenste hoekstand ten 7local weakenings 7. The weakenings 7 are [such that, when exerting a compressive force on the front ends of the medial on the one hand and the lateral sleeve part 5 on the other hand, respectively. 6, the ribs 2, 25 ', 3, 3', fold outward as shown in Figure 7. The deformation zone 2, 2 ', 3, 3' is seen as a-symmetric about the circumference of the sleeve such that the parts of the deformation zone 2, 2 ', 3, 3' radially outwardly extending in the deformed state abut against the cortical bone wall C which delimits the input opening Fi. This abutment must be realized in a 7 position, in which the bus 4 has the desired angular position at 7

opzichte van de femur F heeft, dat wil zeggen een toestand Irelative to the femur F, i.e., a condition I.

waarin de hartlijn van de bus in hoofdzaak samenvalt met de = 35 hartlijn van de femurboring in de femur F. 1 1000831 8in which the centerline of the can substantially coincides with the = 35 centerline of the femur bore in the femur F. 1 1000831 8

Teneinde ervoor te zorgen dat de vervormingszone 2, 2', 3, 3' haar vormt behoudt, ook wanneer het tweede bevestigingssamenstel 1 wordt belast, omvat het tweede bevestigingssamenstel 1 tevens een koppelbus 8 die is 5 voorzien van mediale aangrijpmiddelen 9 bestemd voor samenwerking met het mediale busdeel 5. De koppelbus 8 is verder voorzien van laterale aangrijpmiddelen 10a die bestemd zijn voor samenwerking met het laterale busdeel 6. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld zijn de mediale 10 aangrijpmiddelen 9 uitgevoerd als uitwendige schroefdraad die samenwerkt met inwendige schroefdraad 11 die in het mediale busdeel 5 is aangebracht. De koppelbus 8 is aan het laterale uiteinde daarvan voorzien van middelen 12 voor aangrijping van een aandraaigereedschap daarop. In het 15 onderhavige uitvoeringsvoorbeeld worden deze middelen gevormd door een inwendig zeskant waarop een inbussleutel kan aangrijpen.In order to ensure that the deformation zone 2, 2 ', 3, 3' retains its shape, even when the second fastening assembly 1 is loaded, the second fastening assembly 1 also comprises a coupling sleeve 8 which is provided with medial engaging means 9 intended for cooperation with the medial sleeve part 5. The coupling sleeve 8 is further provided with lateral engaging means 10a which are intended for co-action with the lateral sleeve part 6. In the present exemplary embodiment, the medial engaging means 9 are designed as external screw threads which co-act with internal screw threads 11 which engage in the medial bush part 5 is provided. The coupling sleeve 8 is provided at its lateral end with means 12 for engaging a tightening tool thereon. In the present exemplary embodiment, these means are formed by an internal hexagon on which an Allen key can engage.

In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld zijn de laterale aangrijpmiddelen 10 uitgevoerd als een loodrecht 20 op de langsas van de koppelbus 8 gerichte borgboring 10a en een tweetal in deze borgboring inbrengbare borgpennen 10b. Het laterale busdeel 6 is voorzien van een dwarsboring 13, die in een vervormde toestand van de vervormingszone 2, 2', 3, 3' in lijn is met de borgboring 10a van de koppelbus 8. 25 De beide borgpennen 10b reiken zowel door de borgboring 10a als door de dwarsboring 13. De borgpennen 10b verzorgen derhalve de verbinding van het laterale busdeel 6 met het laterale einde van de koppelbus 8.In the present exemplary embodiment, the lateral engaging means 10 are designed as a locking bore 10a directed perpendicularly to the longitudinal axis of the coupling sleeve 8 and two locking pins 10b which can be inserted into this locking bore. The lateral sleeve part 6 is provided with a transverse bore 13, which in a deformed state of the deformation zone 2, 2 ', 3, 3' is in line with the locking bore 10a of the coupling sleeve 8. Both locking pins 10b extend through the locking bore 10a as through the transverse bore 13. The locking pins 10b therefore provide the connection of the lateral sleeve part 6 to the lateral end of the coupling sleeve 8.

Zoals hiervoor reeds beschreven, is het tweede 30 bevestigingssamenstel 1 voorzien van een pen 15 die is verbonden met scharnierdelen van de scharnierbare verbinding tussen het eerste en het tweede bevestigingssamenstel en van een voering 24. De pen 15 met de voering 24 zijn opgenomen in een boring 14 in de 35 koppelbus 8, welke boring 14 zich vanaf het mediale uiteinde 8M in langsrichting van de koppelbus 8 uitstrekt.As already described above, the second mounting assembly 1 is provided with a pin 15 which is connected to hinge parts of the hinged connection between the first and the second mounting assembly and with a liner 24. The pin 15 with the liner 24 is accommodated in a bore 14 in the coupling sleeve 8, which bore 14 extends from the medial end 8M in the longitudinal direction of the coupling sleeve 8.

1009831 91009831 9

In de koppelbus 8 is een stelschroefboring 25 aangebracht waarin een stelschroef 16 is opgenomen die aanligt tegen een van de scharnierbare verbinding afgekeerd vrij uiteinde van de pen 15. Met behulp van de stelschroef 16 kan de 5 axiale positie van de pen 15 ten opzichte van de koppelbus 8 en daarmee ten opzichte van de bus 4 en de corticale botwand C worden ingesteld.A set screw bore 25 is arranged in the coupling sleeve 8, in which a set screw 16 is arranged which abuts against a free end of the pin 15 remote from the hinged connection. Using the set screw 16, the axial position of the pin 15 with respect to the coupling sleeve 8 and thus with respect to sleeve 4 and the cortical bone wall C are adjusted.

Ten behoeve van het plaatsen van het tweede bevestigingssamenstel 1 wordt de bus 4 in de femurboring 10 geplaatst totdat de aanslagen 26 van de bus 4 aanliggen tegen de naar buiten gekeerde zijde van de lateraleFor the purpose of placing the second mounting assembly 1, the sleeve 4 is placed in the femur bore 10 until the stops 26 of the sleeve 4 abut the outwardly facing side of the lateral

corticale botwand. Het mediale uiteinde van de bus 4 strekt Icortical bone wall. The medial end of the sleeve 4 extends I.

zich daarbij uit tot in of voorbij de opening bij de " femurnek Fn die is gecreëerd doordat de femurkop van de 15 femur F is verwijderd. Deze situatie is weergegeven in : figuur 8. Vervolgens wordt met behulp van een spangereedschap 17 de vervormingszone 2, 2', 3, 3', in de - vervormde toestand gebracht. Het spangereedschap is daartoe ~extending into or beyond the opening at the "femoral neck Fn created by removing the femoral head from the femur F. This situation is shown in: FIG. 8. Then, using a clamping tool 17, the deformation zone 2, 2 ", 3, 3", brought into the deformed state. The clamping tool is used for this purpose

voorzien van een cilindrische spanpen of -bus 22. De Iequipped with a cylindrical clamping pin or bush 22. The I

20 spanpen 22 is aan het mediale uiteinde voorzien van i aangrijpmiddelen 18 die zijn ingericht voor aangrijping op ~ het mediale busdeel 5. De aangrijpmiddelen 18 zijn in het 2 onderhavige uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd als uitwendige 2 schroefdraad 18 die geschikt is voor aangrijping op de “Tension pin 22 is provided at the medial end with engaging means 18 which are adapted for engaging the medial sleeve part 5. The engaging means 18 in the present embodiment are designed as external 2 screw thread 18 which is suitable for engaging the

25 inwendige schroefdraad 11 in het mediale busdeel 5 van de IInternal screw thread 11 in the medial sleeve part 5 of the I

bus 4. De spanpen 22 is aan een lateraal uiteinde voorzien z van uitwendig schroefdraad 21 die geschikt is voorbush 4. The clamping pin 22 is provided on a lateral end z with external screw thread 21 which is suitable for

samenwerking met inwendige schroefdraad 20 van een Tco-operation with internal thread 20 of a T

drukelement 19. Het drukelement 19 is voorzien van z 30 hefboommiddelen 23 voor het uitoefenen van een aanzienlijk aandraaimoment. Ten behoeve van het vervormen van de vervormingszone 2, 2', 3, 3' wordt de spanpen 22 met behulp van de aangrijpmiddelen 18 in het mediale busdeel 5 l gedraaid. Vervolgens wordt het drukelement 19 met behulp ïpressure element 19. The pressure element 19 is provided with z 30 lever means 23 for exerting a considerable tightening torque. For the purpose of deforming the deformation zone 2, 2 ', 3, 3', the clamping pin 22 is rotated in the medial sleeve part 51 by means of the engaging means 18. The pressure element 19 is then removed with the aid of ï

3 5 van de schroefdraad 2 0 op het laterale uiteinde van de '.'I3 5 of the thread 2 0 on the lateral end of the "."

spanpen gedraaid totdat het drukelement 19 aanligt tegen 1009831 10 het laterale kopse einde van het laterale busdeel 6. Door met vergrote kracht het drukelement 19 verder op de spanpen 22 te draaien, zullen de ribben 2, 2', 3, 3' van de vervormingszone op de getoonde wijze worden samengedrukt 5 doordat het spangereedschap het mediale busdeel 5 naar het laterale busdeel 6 toetrekt. De mate van vervorming kan bijvoorbeeld door middel van röntgenbeelden worden bekeken. Ook is het mogelijk dat het spangereedschap van markeringen of dergelijke middelen is voorzien met behulp waarvan de 10 mate van vervorming kan worden bepaald. Wanneer de gewenste vervorming van de vervormingszone 2, 2', 3, 3' tot stand is gebracht, hebben de borgmiddelen de tweede stand aangenomen en kan het spangereedschap worden losgedraaid. Figuur 9 toont de bus 4 in een gedeeltelijk vervormde toestand die 15 tijdens het vervormen van de vervormingszone met behulp van het spangereedschap 17 optreedt.clamping pin rotated until the pressure element 19 abuts against 1009831 10 the lateral end of the lateral sleeve part 6. By turning the pressure element 19 further on the clamping pin 22 with increased force, the ribs 2, 2 ', 3, 3' of the deformation zone compressed in the manner shown by the tensioning tool pulling the medial sleeve portion 5 towards the lateral sleeve portion 6. The degree of deformation can be viewed, for example, by means of X-rays. It is also possible that the clamping tool is provided with markings or the like, with the aid of which the degree of deformation can be determined. When the desired deformation of the deformation zone 2, 2 ', 3, 3' has been achieved, the locking means have assumed the second position and the clamping tool can be loosened. Figure 9 shows the sleeve 4 in a partially deformed state which occurs during the deformation of the deformation zone with the aid of the tensioning tool 17.

Nadat de vervorming zoals weergegeven in figuur 7 is bereikt, kan het spangereedschap 17 worden verwijderd. Teneinde te bewerkstelligen dat de bus 4 de vervormde 20 toestand behoudt, wordt vervolgens de koppelbus 8 met behulp van de schroefdraad 9 in de schroefdraad 11 van het mediale busdeel 5 vastgezet. De koppelbus wordt zover in het mediale busdeel 5 gedraaid dat de borgboring 10a in de ' bus 8 op één lijn komt te liggen met de dwarsboring 13 in 25 het mediale busdeel 6. Vervolgens kunnen de beide borgpennen 10b worden aangebracht, zodat een verbinding tussen het laterale busdeel 6 en de koppelbus 8 is gecreëerd. Deze verbinding verhindert niet alleen een axiale verschuiving van het laterale busdeel 6 ten opzichte 30 van de koppelbus 8, maar verhindert tevens een rotatie van de koppelbus 8 ten opzichte van het mediale busdeel 5. Het spreekt vanzelf dat vóór het plaatsen van de koppelbus 8 eerst nog de pen 15 en de voering 24 in de bus 4 moet worden aangebracht. Vervolgens kan met behulp van de 35 stelschroef 16 de axiale positie van de pen 15 ten opzichte van de koppelbus 8 en de bus 4 worden ingesteld. De verdere i 1009831 » 11 fixatie van het tweede bevestigingssamenstel 1 zal ontstaan door groei van botmateriaal rond de bus 4. Eventueel kan de bus 4 hiertoe zijn voorzien van een coating of kan de bus 4 zijn vervaardigd uit poreus materiaal dat botingroei 5 mogelijk maakt. Het tweede bevestigingssamenstel 1 is in volledig gemonteerde toestand in de femur F weergegeven in figuur 10.After the deformation as shown in Figure 7 is reached, the clamping tool 17 can be removed. In order to ensure that the sleeve 4 retains the deformed state, the coupling sleeve 8 is then fixed in the screw thread 11 of the medial sleeve part 5 by means of the screw thread 9. The coupling sleeve is rotated in the medial sleeve part 5 such that the locking bore 10a in the sleeve 8 is aligned with the transverse bore 13 in the medial sleeve part 6. Then, the two locking pins 10b can be arranged so that a connection between the lateral bus part 6 and the coupling bus 8 is created. This connection not only prevents an axial displacement of the lateral bus part 6 with respect to the coupling bush 8, but also prevents a rotation of the coupling bush 8 with respect to the medial bus part 5. It goes without saying that before placing the coupling bush 8 the pin 15 and the liner 24 must still be fitted in the sleeve 4. The axial position of the pin 15 with respect to the coupling sleeve 8 and the sleeve 4 can then be adjusted by means of the adjusting screw 16. The further fixation of the second fixing assembly 1 will result from growth of bone material around the sleeve 4. Optionally, the sleeve 4 may be coated for this purpose or the sleeve 4 may be made of porous material which allows bone ingrowth 5. The second fastening assembly 1 is shown fully assembled in the femur F in figure 10.

Een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is weergegeven in figuur 11. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld is 10 het tweede bevestigingssamenstel 51 voorzien van een pen 53 die in de femurboring opneembaar is. De borgmiddelen omvatten een anker 52 dat verzwenkbaar met een lateraal uiteinde 53L van de pen 53 is verbonden. Het anker 52 beschikt in langsrichting over een afmeting L die groter is 15 dan de diameter Dp van de pen 53. Wanneer het anker zich in de eerste stand bevindt strekt het anker zich met een langsas evenwijdig uit aan de langsas van de pen 53. In een tweede stand is het anker 52 zodanig verzwenkt ten opzichte van de pen 53, dat de vrije uiteinden van het anker 52 zich 20 buiten de omtrekscontour van de pen 53 uitstrekken. De eerste stand van het anker 52 is in figuur 11 gestippeld weergegeven. De tweede stand van het anker 52 is in getrokken lijnen weergegeven. Teneinde de verzwenking van het anker 52 mogelijk te maken, is het anker verzwenkbaar 25 rond een scharnieras 54 die zich loodrecht op de pen 53 uitstrekt, en is in de pen 53 een sleuf 55 opgenomen waarin het anker 52 in de eerste stand althans ten dele is opgenomen. Bij het plaatsen van het tweede bevestigingssamenstel 51 wordt het anker 52 in de 30 gestippelde stand gebracht en wordt de pen 53 tijdelijk iets te ver in de femurboring geschoven. Vervolgens kan het anker 52 worden verzwenkt in de met getrokken lijnen aangegeven stand waarna de pen 53 enigszins in laterale richting kan worden teruggetrokken, zodat het anker 52 35 tegen de naar de femurbinnenruimte I toegekeerde zijde C van de corticale botwand aanligt.A second exemplary embodiment of the invention is shown in figure 11. In this exemplary embodiment, the second fastening assembly 51 is provided with a pin 53 which can be received in the femur bore. The locking means comprise an anchor 52 pivotally connected to a lateral end 53L of the pin 53. The armature 52 has a longitudinal dimension L greater than the diameter Dp of the pin 53. When the armature is in the first position, the armature extends with a longitudinal axis parallel to the longitudinal axis of the pin 53. in a second position, the anchor 52 is pivoted relative to the pin 53 such that the free ends of the anchor 52 extend beyond the circumferential contour of the pin 53. The first position of the anchor 52 is shown in broken lines in Figure 11. The second position of the anchor 52 is shown in solid lines. In order to allow the pivot of the anchor 52 to be pivoted, the armature is pivotable about a pivot axis 54 extending perpendicular to the pin 53, and a pin 55 is included in the pin 53 in which the anchor 52 is at least partly in the first position is included. When placing the second fastening assembly 51, the anchor 52 is brought into the dotted position and the pin 53 is temporarily slid slightly too far into the femur bore. Then, the anchor 52 can be pivoted into the position shown by solid lines, after which the pin 53 can be retracted somewhat laterally, so that the anchor 52 rests against the side C of the cortical bone wall facing the femoral interior I.

1009831 121009831 12

Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn.It is clear that the invention is not limited to the described exemplary embodiments, but that various modifications are possible within the scope of the invention.

j 1008331j 1008331

Claims

13 ί

1. Hip prosthesis provided with a first one; fastening assembly intended to be mounted in the hip bone and a second fastening assembly (1, 51) intended to be mounted in the top of the femur (F), the first and second fastening assemblies using a hinged joined together, all the parts of the hip prosthesis being small and / or slender such that they can each be placed in its arcuate end position via a bore in the femur (F), which bore extends from an inlet opening (Fi) in the I cortical bone on the lateral outer side (Fo) of the femur = (F) through the femoral neck (Fn) substantially in the direction of the imaginary longitudinal axis from the femoral neck (Fn) to the femoral head, with the second mounting assembly (1, 51) near a lateral end is provided with locking means (2, 2 ', 3, 3', 52) which are movable from a first position into a second position, these locking means (2, 2 ', = 3, 3 ', 52) in the first position the passage opening (Fi) of the ~ 20 femur bore can pass, wherein these locking means (2, 2 ', 3, 3', 52) in the second position cannot pass the inlet opening (Fi) of the femur bore, whereby in a mounted position of the second fastening assembly (1, - 51. the locking means (2, 2 ', 3, 3', 52) are in the second position and engage on a side facing a femoral interior (1) ( C) of the lateral cortical bone wall of the femur (F) defining the entry opening ^ (Fi).

Hip prosthesis according to claim 1, characterized in that the securing means of the second fastening assembly T comprise a sleeve (4), which sleeve (4) is provided with a deformation zone (2, 2 ', 3, 3) near a lateral end. '), wherein the first position of the locking means I 1009831 corresponds to an as yet undeformed state of the deformation zone (2, 2', 3, 3 '), wherein the second position of the locking means corresponds to a deformed state of the deformation zone ( 2, 2 ', 3, 3'), in which the deformation zone (2, 2 ', 3, 3') is not yet deformed, the transverse dimensions of the sleeve (4) at the location of the deformation zone (2, 2 ', 3, 3') substantially correspond to sleeve diameter (Do) on the other parts of the sleeve (4), wherein in the deformed state of the deformation zone (2, 10 2 ', 3, 3'), the deformation zone has a has obtained enlarged transverse dimensions (D1) in at least one direction relative to the other parts of the sleeve (4).

Hip prosthesis according to claim 2, characterized in that the sleeve (4) comprises a medial sleeve section (5) and a lateral sleeve section (6), the deformation zone comprising the medial and the lateral sleeve section (5, 6 respectively). joining together, the deformation zone comprising some ribs (2, 2 ', 3, 3') with a local weakening (7).

Hip prosthesis according to claim 3, characterized in that the deformation zone (2, 2 ', 3, 3') is a-symmetrical when viewed over the circumference of the sleeve (4), such that, in the deformed state, outwardly extending parts of the deformation zone (2, 2 ', 3, 3') abut against the cortical bone wall (C) delimiting the inlet opening (Fi).

Hip prosthesis according to claim 3 or 4, characterized in that the second fastening assembly (1) also comprises a coupling sleeve (8) which is provided with medial engaging means (9) intended for cooperation with the medial sleeve part (5) and provided with lateral engaging means (10a) designed to cooperate with the lateral sleeve portion (6), the engagement between the medial engagement means (9) and the medial sleeve portion (5) and the engagement between the lateral (10a) engagement means and the lateral sleeve portion (6 ) cause the 1009831 deformation zone (2, 2 ', 3, 3') to maintain its deformed position.

Hip prosthesis according to claim 5, characterized in that the medial engaging means (9) are designed as an external screw thread which interacts with an internal screw thread (11) which is arranged in the medial sleeve part (5), the coupling bush (8) on its lateral end is provided with means (12) for engaging tightening tools thereon.

Hip prosthesis according to claim 5 or 6, characterized in that the lateral engaging means (10) are designed as a locking bore (10a) oriented perpendicular to the longitudinal axis of the coupling sleeve and at least one locking pin which can be inserted into this locking bore. (10b), the lateral sleeve part (6) being provided with a transverse bore (13), which in a deformed state of the deformation zone (2, = 2 ', 3, 3') is in line with the locking bore (10a) of the 7 coupling sleeve (8), the one locking pin (10b) extending at least 7 through both the locking bore (10a) and the transverse bore (13). 7

Hip prosthesis according to any one of claims 5-7, characterized in that the coupling sleeve (8) has a bore (14) extending from the medial end (8M) in the longitudinal direction of the coupling sleeve (8), in which bore (14) a pin (15) of the second mounting assembly (1) can be accommodated, which pin (15) is connected to hinge parts of the hinged connection between the first and the second mounting assembly, wherein in the coupling bush (8 a 77 30 set screw (16) is provided which abuts against a free end of the 77 pin (15) remote from the hinged connection. _

9. Assembly of a hip prosthesis according to claims 5-7 and a clamping tool (17), wherein the clamping tool [2 (17) is provided at a medial end with Z engagement means (18) which are adapted for engagement = 1009831 7 on the medial sleeve section (5), the tensioning tool (17) at the lateral end being provided with a pressure element (19) adapted to engage the front lateral end of the lateral sleeve section (6) of the sleeve (4), the tensioning tool (17) comprising means (20, 21) for reducing the distance between the pressure member (19) and the engaging means (18) at the medial end of the tensioning tool (17) against resistance.

Assembly according to claim 9, characterized in that the means (20, 21) for decreasing the distance between the pressure element (19) and the engaging means (18) at the medial end of the clamping tool (17) against resistance , are constructed as internal threads (20) of the thrust member (19) and external threads (21) on the lateral end of a cylindrical tension pin or sleeve (22) which also carries the gripping means (18) on the medial end, the pressure element (19) being provided with 20 lever means (23) for exerting a considerable tightening torque thereon.

Hip prosthesis according to claim 1, characterized in that the second fastening assembly (51) comprises a pin (53) which can be received in the femur bore, the locking means (52) comprising an anchor (52) pivotable with a lateral end (53L) of the pin (53) is connected, the armature (52) in a longitudinal direction having a dimension (L) greater than the diameter (Dp) of the pin (53), a longitudinal axis of the armature ( 52), when the armature (52) is in the first position, I extends parallel to a longitudinal axis of the pin (53), the armature (52) in the second position being pivoted relative to the pin ( 53) that the free ends of the armature (52) extend outside the peripheral contour 35 of the pin (53). 1008831 i

Hip prosthesis according to claim 11, characterized in that the armature (52) is pivotable about a hinge axis; (54) extending perpendicular to the pin (53), the slot (53) incorporating a slot (55) in which the anchor; 5 (52) is at least partly included in the first position. 1 0 0983 1