NL1009325C2

NL1009325C2 - Loading device for refuse collection device

Info

Publication number: NL1009325C2
Application number: NL1009325A
Authority: NL
Inventors: Heinrich Johannes Elbrink
Original assignee: Geesink Bv
Priority date: 1998-06-05
Filing date: 1998-06-05
Publication date: 2000-02-01

Abstract

The loading device comprises a pick-up device (1) with a pick-up arm (2) which engages beneath a downwardly openable pick-up part (3) of a loading container. A control mechanism automatically controls the loading device and is coupled to a locking member (7) which is arranged in the vicinity of the pick-up member (5) and moves into action by the control mechanism in the event certain predefined unsafe states of the loading device occurs. When the locking member is moved into an active position, it prevents the pick-up member from engaging the pick-up part, and when moved into an inactive part the pick-up arm can engage the pick-up part.

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het legen van afval- houders in een verzamelhouder.Short designation: Device for emptying waste containers into a collection container.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting volgens de aanhef van conclusie 1.The invention relates to a device according to the preamble of claim 1.

Een dergelijke inrichting is bekend. De afschermele-menten hebben tot doel tijdens bedrijf het bewegingsgebied 5 van de beladingsinrichting aan de zijkant af te schermen, teneinde te voorkomen dat personen, die met de inrichting werken, ongemerkt in het bewegingsgebied van de beladingsinrichting komen. Anderzijds is het (om verkeerstechnische redenen) vereist dat de af schermelementen in een stand 10 gebracht kunnen worden waarin ze niet uitsteken, maar waarin ze het bewegingsgebied van de beladingsinrichting ook niet meer afschermen.Such a device is known. The purpose of the shielding elements is to shield the movement area 5 of the loading device from the side during operation, in order to prevent persons who work with the device from entering the loading area of the loading device unnoticed. On the other hand (for traffic reasons) it is required that the shielding elements can be brought into a position in which they do not protrude, but in which they also no longer shield the movement area of the loading device.

De uitvinding heeft tot doel een inrichting van het bovengenoemde type te verschaffen, waarbij de beladingsin-15 richting praktisch onbruikbaar is wanneer de afschermele-menten zich in de niet-afschermende stand bevinden.The object of the invention is to provide an apparatus of the above-mentioned type, wherein the loading device is practically useless when the shielding elements are in the non-shielding position.

Dit doel wordt bereikt met de inrichting volgens conclusie l.This object is achieved with the device according to claim 1.

Door de maatregelen volgens de uitvinding is het in de 20 situatie waarin de af schermelementen zich in de niet-afscher-mende stand bevinden, niet mogelijk een afvalhouder door de beladingsinrichting te laten opnemen, aangezien dit wordt verhinderd door het beveiligingsorgaan. Om met de inrichting te kunnen werken is men gedwongen de afschermelementen in de 25 afschermende stand te brengen.Due to the measures according to the invention, in the situation in which the shielding elements are in the non-shielding position, it is not possible to have a waste container picked up by the loading device, since this is prevented by the security member. In order to be able to work with the device, it is forced to bring the shielding elements into the shielding position.

Voorkeursuitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding zijn vastgelegd in de afhankelijke conclusies.Preferred embodiments of the device according to the invention are defined in the dependent claims.

De uitvinding zal in de hiernavolgende beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht aan de hand 30 van de tekening, waarin: fig. 1 schematisch een bepaalde uitvoeringsvorm van een afschermelement in de afschermende stand is weergegeven, 1009325 -2- fig. 2 en 3 het scharnier van een afschermelement volgens fig. 1 meer in detail weergeven in combinatie met een schermvergrendelorgaan, in de vergrendelstand (fig. 2) resp. de niet-vergrendelstand (fig. 3), en 5 fig. 4 schematisch een opneemorgaan met een randver- grendelorgaan en bedieningsmiddelen voor het randvergrendel-orgaan weergeeft.The invention will be further elucidated in the following description of an exemplary embodiment with reference to the drawing, in which: Fig. 1 schematically shows a specific embodiment of a shielding element in the shielding position, 1009325 -2- Figs. 2 and 3 hinge of a shielding element according to fig. 1 show in more detail in combination with a screen locking member, in the locking position (fig. 2) resp. the non-locking position (Fig. 3), and Fig. 4 schematically shows a receiving member with an edge locking member and operating means for the edge locking member.

In fig. 1 is schematisch een afschermelement 1 voor het afschermen van het bewegingsgebied van een beladingsin-10 richting van een inrichting voor het legen van afvalhouders in een verzamelhouder weergegeven. Dergelijke inrichtingen voor het legen van afvalhouders zijn voor een vakman bekend en daarom hier niet verder weergegeven en beschreven. In het algemeen zal een inrichting voor het legen van afvalhouders 15 gemonteerd zijn aan de achterzijde of de zijkant van een afvalinzamelvoertuig en zal aan weerszijden van de bela-dingsinrichting een afschermelement zijn aangebracht. De afschermelementen dienen ervoor het bewegingsgebied van de beladingsinrichting tijdens bedrijf vanaf de zijkant af te 20 schermen, teneinde te voorkomen dat personen ongemerkt vanaf de zijkant in het bewegingsgebied van de beladingsinrichting komen, waardoor onveilige situaties zouden kunnen ontstaan.Fig. 1 schematically shows a shielding element 1 for shielding the area of movement of a loading device of a device for emptying waste containers in a collection container. Such devices for emptying waste containers are known to a person skilled in the art and are therefore not further shown and described here. Generally, a waste container emptying device 15 will be mounted on the rear or side of a waste collection vehicle and a screening element will be provided on either side of the loading device. The shielding elements serve to shield the area of movement of the loading device from the side during operation, in order to prevent persons entering the area of movement of the loading device unnoticed from the side, which could lead to unsafe situations.

In de weergegeven uitvoeringsvorm bestaat het afschermelement 1 uit een beugel 2 die door middel van een scharnier 25 3 met een horizontale scharnieras, scharnierend is verbonden met de inrichting voor het legen van afvalhouders. In fig. 1 is het afschermelement 1 in de afschermstand weergegeven, d.w.z. de stand waarin het afschermelement het bewegingsgebied van de beladingsinrichting aan een zijkant afschermt. 30 In de niet-afschermstand staat het afschermelement 1 in een stand waarin het ten opzichte van de in fig. 1 weergegeven afschermstand in de richting van de pijl 4 over ca. 90° is gedraaid. In deze stand wordt het bewegingsgebied van de beladingsinrichting niet afgeschermd.In the shown embodiment the shielding element 1 consists of a bracket 2 which is hingedly connected to the device for emptying waste containers by means of a hinge 3 with a horizontal pivot axis. In Fig. 1 the shielding element 1 is shown in the shielding position, i.e. the position in which the shielding element shields the area of movement of the loading device on a side. In the non-shielding position, the shielding element 1 is in a position in which it is rotated by approximately 90 ° in the direction of the arrow 4 relative to the shielding position shown in Fig. 1. In this position, the area of movement of the loading device is not shielded.

: 35 Het afschermelement volgens fig. 1 is voorzien van een paneel 5 dat voorzien is van bedieningsknoppen voor het ! bedienen van de beladingsinrichting.: 35 The shielding element according to fig. 1 is provided with a panel 5 which is provided with operating buttons for the! operating the loading device.

1 Nabij het scharnier 3 van het afschermelement 1 zijn signaleringsmiddelen aangebracht voor het signaleren van de 1009325 -3- stand van het afschermelement. Deze signaleringsmiddelen zijn in fig. 2 en 3 nader weergegeven. In fig. 2 en 3 is te zien dat een vast met de beugel 2 verbonden scharnierbus 7 van het scharnier 3 is voorzien van een uitsparing 8. De scharnierbus 5 7 is draaibaar om een met de inrichting voor het legen van afvalhouders verbonden scharnierpen 9. Nabij het scharnier 3 is een voeler 10 aangebracht die signaleert of het af-schermelement 1 in de afschermstand (fig. 2) of in de niet-afschermstand (fig. 3) staat. In de afschermstand (fig. 2) 10 is de uitsparing 8 in de scharnierbus 7 over een hoekafstand van ca. 90° verwijderd van de voeler 10. In de niet-afschermstand (fig. 3) staat de uitsparing 8 recht tegenover de voeler 10. In deze beide situaties geeft de voeler 10 een verschillend signaal af.1 Signaling means are provided near the hinge 3 of the shielding element 1 for signaling the 1009325 -3 position of the shielding element. These signaling means are shown in more detail in Figures 2 and 3. Figures 2 and 3 show that a hinge bush 7 of hinge 3 fixedly connected to the bracket 2 is provided with a recess 8. The hinge bush 5 7 is rotatable about a hinge pin 9 connected to the device for emptying waste containers. A sensor 10 is arranged near the hinge 3 to indicate whether the shielding element 1 is in the shielding position (fig. 2) or in the non-shielding position (fig. 3). In the shielding position (fig. 2) 10, the recess 8 in the hinge bush 7 is angled 90 ° away from the sensor 10. In the non-shielding position (fig. 3), the recess 8 is directly opposite the sensor 10 In both these situations, the sensor 10 gives a different signal.

15 Het afschermelement kan ook anders uitgevoerd zijn en de stand van het af schermelement zou op een andere wijze gesignaleerd kunnen worden, bijvoorbeeld op de wijze zoals is beschreven en weergegeven in EP-A-0 671 346 ten name van aanvraagster.The shielding element can also be designed differently and the position of the shielding element could be signaled in a different manner, for instance in the manner as described and shown in EP-A-0 671 346 in the name of the applicant.

20 De beladingsinrichting is voorzien van een opneemorgaan dat onder een naar beneden omgebogen rand van een afvalhouder kan grijpen. In fig. 4 is schematisch een dergelijk opneemorgaan weergegeven en aangeduid met het verwijzingscijfer 21. In fig. 4 is eveneens met een onderbroken lijn 22 schematisch 25 een omgebogen rand van een afvalhouder aangegeven. De beladingsinrichting is tevens voorzien van een randvergren-delorgaan 23 dat vanuit een niet-vergrendelstand in een vergrendelstand gebracht kan worden waarin het zich ten minste gedeeltelijk boven het opneemorgaan 21 bevindt en een 30 door het opneemorgaan 21 opgenomen rand 22 van een afvalhouder op het opneemorgaan 21 vasthoudt. In fig. 4 is het randvergrendelorgaan 23 in de vergrendelstand weergegeven. In de niet-vergrendelstand is het randvergrendelorgaan 23 in de richting van de pijl 24 over een bepaalde hoek gedraaid, 35 zodanig dat een rand 22 van een afvalhouder over het opneemorgaan 21 geplaatst kan worden. Tijdens normaal gebruik van de beladingsinrichting dient het randvergrendelorgaan 23 ervoor te voorkomen dat een afvalhouder tijdens het legen, 1009325 -4- waarbij de afvalhouder gekanteld wordt, van het opneemorgaan 21 kan vallen.The loading device is provided with a receiving member which can grip under a downwardly bent edge of a waste container. Fig. 4 schematically shows such a receiving member and is indicated with the reference numeral 21. In fig. 4 also a broken line 22 schematically shows a bent edge of a waste container. The loading device is also provided with an edge locking member 23 which can be brought from a non-locking position to a locking position in which it is at least partly above the receiving member 21 and an edge 22 of a waste container on the receiving member received by the receiving member 21. 21. In Fig. 4, the edge locking member 23 is shown in the locking position. In the non-locking position, the edge locking member 23 is rotated by a certain angle in the direction of the arrow 24, such that an edge 22 of a waste container can be placed over the receiving member 21. During normal use of the loading device, the edge locking member 23 should prevent a waste container from falling off the receiving member 21 during emptying, whereby the waste container is tilted.

Het randvergrendelorgaan 23 is voorzien van bedienings-middelen om het randvergrendelorgaan 23 vanuit de niet-ver-5 grendelstand in de vergrendelstand te brengen. In de in fig. 4 weergegeven uitvoeringsvorm omvatten de bedienings-middelen een pneumatische balg 26 met een daarop aangesloten luchtleiding 27 waarin een tweewegklep 28 is opgenomen en die is aangesloten op een luchtdrukbron 27a. De tweewegklep 28 10 is elektromagnetisch bediend (spoel 29) . Als de spoel 29 niet bekrachtigd is, wordt de klep 28 door een veer 30 in de in fig. 4 weergegeven stand gedrukt, waarbij de balg 26 onder druk staat en het randvergrendelorgaan 23 zich in de vergrendelstand bevindt.The edge locking member 23 is provided with operating means for bringing the edge locking member 23 from the unlocked position to the locked position. In the embodiment shown in Fig. 4, the operating means comprise a pneumatic bellows 26 with an air pipe 27 connected thereto, in which a two-way valve 28 is received and which is connected to an air pressure source 27a. The two-way valve 28 10 is operated electromagnetically (coil 29). When the coil 29 is not energized, the valve 28 is pressed by a spring 30 into the position shown in Figure 4, the bellows 26 being under pressure and the edge locking member 23 being in the locking position.

15 De bedieningsmiddelen kunnen ook anders uitgevoerd zijn, bijvoorbeeld hydraulisch of electromagnetisch.The operating means can also be designed differently, for instance hydraulic or electromagnetic.

Volgens de uitvinding zijn de afschermelementen 1 en het randvergrendelorgaan 23, in dit geval via signalerings-middelen (voeler 10) en de bedieningsmiddelen 26-30 van het 20 randvergrendelorgaan 23, zodanig met elkaar gekoppeld, dat als een of beide af schermelementen 1 zich in de niet-af-schermstand bevinden (fig. 3), het randvergrendelorgaan 23 zich in de vergrendelstand (fig. 4) bevindt, waarbij het randvergrendelorgaan 23 het opneemorgaan 21 afschermt, zodat 25 er geen rand 22 van een afvalhouder op het opneemorgaan 21 kan worden aangebracht. Het randvergrendelorgaan fungeert dan als beveiligingsorgaan. De beladingsinrichting kan wel bewegen, maar er kan geen afvalhouder worden opgenomen, zodat de beladingsinrichting praktisch onbruikbaar is.According to the invention, the shielding elements 1 and the edge locking member 23, in this case via signaling means (sensor 10) and the operating means 26-30 of the edge locking member 23, are coupled to each other such that if one or both shielding elements 1 are in the non-shielding position (fig. 3), the edge locking member 23 is in the locking position (fig. 4), the edge locking member 23 shielding the receiving member 21, so that no edge 22 of a waste container can be placed on the receiving member 21 to be applied. The edge locking member then functions as a security member. The loading device can move, but a waste container cannot be accommodated, so that the loading device is practically unusable.

30 De bovenzijde 31 van het randvergrendelorgaan 23 is bij voorkeur afgeschuind, waardoor het onmogelijk wordt een rand 22 van een afvalhouder op het randvergrendelorgaan 23 te hangen.The top 31 of the edge lock member 23 is preferably chamfered, making it impossible to hang an edge 22 of a waste container on the edge lock member 23.

Als de beladingsinrichting niet is voorzien van een 35 direct met het opneemorgaan samenwerkende randvergrendelorgaan 23 of als het niet gewenst is het randvergrendelorgaan 23 tevens de hierboven beschreven beveiligingsfunctie te laten vervullen, kan de beladingsinrichting voorzien zijn van een afzonderlijk, nabij het opneemorgaan aangebracht beveili- 1009325 -5- gingsorgaan. Dit beveiligingsorgaan dient dan beweegbaar te zijn tussen een werkzame stand waarin het verhindert dat een afvalhouder door het opneemorgaan wordt opgenomen, en een niet-werkzame stand waarbij het opneemorgaan een afvalhouder 5 kan opnemen. Dit beveiligingsorgaan is dan gekoppeld met de signaleringsmiddelen van de afschermelementen 1 zodanig dat als gesignaleerd wordt dat als een of beide af schermelementen zich in de niet-afschermstand bevinden, het beveiligingsor-gaan zich in de werkzame stand bevindt.If the loading device is not provided with an edge locking member 23 directly cooperating with the receiving member or if it is not desired to have the edge locking member 23 also perform the above-described safety function, the loading device can be provided with a separate locking device arranged close to the receiving member. -5- organ. This security member should then be movable between an active position in which a waste container is prevented from being picked up by the receiving member and a non-active position in which the receiving member can receive a waste holder 5. This security member is then coupled to the signaling means of the shielding elements 1 such that if it is signaled that if one or both shielding elements are in the non-shielding position, the security member is in the operating position.

10 Om de veiligheid verder te verhogen en te voorkomen dat een afschermelement 1 eenvoudig in de niet-afschermstand kan worden gebracht, is bij elk af schermelement 1 een met de hand bedienbaar schermvergrendelorgaan aangebracht dat beweegbaar is tussen een niet-vergrendelstand en een vergrendelstand 15 waarin het schermvergrendelorgaan het afschermelement 1 in de afschermstand vergrendelt.In order to further increase safety and to prevent a shielding element 1 from being easily brought into the non-shielding position, each shielding element 1 is provided with a manually operable screen locking member which is movable between a non-locking position and a locking position 15 in which the screen lock means locks the shield element 1 in the shield position.

In de weergegeven uitvoeringsvorm (fig. 2 en 3) is het met 32 aangeduide schermvergrendelorgaan uitgevoerd als een om een scharnierpunt 33 draaibare hefboom 34 die aan de 20 bovenzijde voorzien is van een knop 35 voor de handbediening. De hefboom 34 is verder voorzien van een nok 3 6 die in de uitsparing 8 van de scharnierbus 7 van het scharnier 3 van het afschermelement 1 kan vallen, wanneer het afschermelement 1 zich in de afschermende stand bevindt (fig. 2), teneinde 25 een draaibeweging van het afschermelement 1 te blokkeren. De hefboom 34 is verbonden met een veer 37 (hier een trekveer) die het schermvergrendelorgaan 32 naar de vergrendelstand dwingt. In de in fig. 2 weergegeven toestand trekt de veer 37 de nok 36 in de uitsparing 8 van de scharnierbus 7. Om het 30 afschermelement 1 naar de niet-afschermende stand te kunnen bewegen, moet het schermvergrendelorgaan 32 met de hand en tegen de kracht van de veer 37 in naar de in fig. 3 weergegeven stand (niet-vergrendelstand) bewogen worden. Eerst dan kan het afschermelement naar de niet-vergrendelstand (fig. 35 3) worden bewogen.In the shown embodiment (Figs. 2 and 3), the screen locking element indicated by 32 is designed as a lever 34 rotatable about a pivot point 33 and provided at the top with a button 35 for manual operation. The lever 34 is further provided with a cam 36 which can fall into the recess 8 of the hinge bush 7 of the hinge 3 of the shielding element 1 when the shielding element 1 is in the shielding position (fig. 2), so as to provide a block the rotary movement of the shielding element 1. The lever 34 is connected to a spring 37 (here a tension spring) which forces the screen locking member 32 to the locking position. In the position shown in Fig. 2, the spring 37 pulls the cam 36 into the recess 8 of the hinge bush 7. In order to be able to move the shielding element 1 to the non-shielding position, the shield locking member 32 must be pressed manually and against the force from the spring 37 into the position (non-locked position) shown in Fig. 3. Only then can the shielding element be moved to the non-locking position (fig. 35 3).

Nabij de hefboom 34 is een tweede voeler 38 aangebracht die signaleert of de hefboom 34, en dus het schermvergrendelorgaan 32, in de vergrendelstand (fig. 2) of de niet-vergrendelstand (fig. 3) staat. De voeler 38 is een zelfde 1 0 0 Q Q o r -6- soort voeler als de voeler 10. Via deze voeler 38 is het schermvergrendelorgaan 32 gekoppeld met het randvergrendel-orgaan 23 via de bedieningsmiddelen ervan, zodanig dat als de voeler 38 signaleert dat het schermvergrendelorgaan 32 5 zich in de niet-vergrendelstand (fig. 3) bevindt, het randvergrendelorgaan 23 zich in de vergrendelstand (fig. 4) bevindt.A second sensor 38 is arranged near the lever 34, which signals whether the lever 34, and thus the screen locking member 32, is in the locking position (fig. 2) or the non-locking position (fig. 3). The sensor 38 is the same sensor type as the sensor 10. Via this sensor 38, the screen locking member 32 is coupled to the edge locking member 23 via its operating means, such that when the sensor 38 signals that it screen locking member 32 is in the non-locking position (Fig. 3), the edge locking member 23 is in the locking position (Fig. 4).

De besturing van de beladingsinrichting is verder zodanig ingericht, dat als tijdens een normaal verlopende 10 bewegingscyclus van het legen van een door de beladingsinrichting opgenomen afvalhouder, een afschermelement in de niet-afschermstand wordt gebracht de normale cyclus van de beladingsinrichting wordt onderbroken en de beladingsinrichting met veilige (lage) snelheid terugkeert naar zijn 15 ruststand. Het randvergrendelorgaan 23 zal tijdens de neerwaartse beweging van de beladingsinrichting wel op enig moment naar de niet-vergrendelstand bewegen om het mogelijk te maken dat de afvalhouder van het opneemorgaan 21 wordt genomen, maar zal in de ruststand weer automatisch naar de 20 vergrendelstand bewegen om de beveiligingsfunctie te kunnen uitoefenen. De beladingsinrichting kan daarna wel weer bewegen, maar er kan geen afvalhouder worden opgenomen, tenzij de afschermelementen weer in de afschermstand worden gebracht.The control of the loading device is further arranged such that, during a normal running cycle of emptying a waste container received by the loading device, a screening element is brought into the non-screening position, the normal cycle of the loading device is interrupted and the loading device with safe (low) speed returns to its 15 rest position. The edge locking member 23 will move to the non-locking position at some point during the downward movement of the loading device to allow the waste container to be removed from the receiving member 21, but in the rest position it will automatically move to the locking position again to be able to perform a security function. The loading device can move again afterwards, but no waste container can be picked up, unless the screening elements are brought back into the screening position.

25 De hefboom 34 van het schermvergrendelorgaan 32 kan verder gekoppeld zijn met een enkelwerkend blokkeerorgaan, bijvoorbeeld in de vorm van een enkelwerkende cilinder 41 met zuigerstang 42, dat als de beladingsinrichting werkzaam is, bekrachtigd is en het schermvergrendelorgaan 32 in de 30 vergrendelstand (fig. 2) houdt en alleen als de beladingsinrichting zich in de ruststand bevindt, niet bekrachtigd is. Hierdoor wordt bereikt dat het schermvergrendelorgaan alleen in de situatie waarin de beladingsinrichting zich in de ruststand bevindt, handmatig uit de vergrendelstand gebracht 35 kan worden.The lever 34 of the screen locking member 32 can further be coupled to a single-acting locking member, for example in the form of a single-acting cylinder 41 with piston rod 42, which is actuated as the loading device, and the screen locking member 32 in the locking position (fig. 2) and is not energized only when the loading device is in the rest position. This achieves that the screen locking member can be manually released from the locking position only in the situation where the loading device is in the rest position.

Het is ook mogelijk een enkelwerkend blokkeerorgaan, dat bijvoorbeeld een enkelwerkende cilinder omvat, rechtstreeks te laten inwerken op een afschermelement 1, parallel aan het schermvergrendelorgaan 32. Een dergelijk blokkeerorgaan zou 10093?^ -7- voorzien kunnen zijn van een nok die in een uitsparing van de scharnierbus 7 kan vallen, zoals de nok 36 die in de uitsparing 8 kan vallen, en op deze wijze het afschermelement 1 in de afschermende stand blokkeert.It is also possible to have a single-acting blocking member, which comprises, for example, a single-acting cylinder, act directly on a shielding element 1, parallel to the screen-locking member 32. Such a blocking member could be provided with a cam in a recess can fall from the hinge bush 7, such as the cam 36, which can fall into the recess 8, and in this way blocks the shielding element 1 in the shielding position.

5 Met de bovenbeschreven maatregelen wordt een optimale veiligheid bereikt. De afschermelementen 1 kunnen alleen in de niet-afschermstand worden gebracht als de beladingsinrich-ting geheel buiten werking is en zich in de ruststand bevindt. Om met de beladingsinrichting te kunnen werken, 10 d.w.z. afvalhouders te kunnen opnemen en te legen, is het noodzakelijk de afschermelementen 1 in de afschermstand te brengen teneinde het randvergrendelorgaan 23 in de niet-vergrendelstand te brengen, zodat een afvalhouder kan worden opgenomen. Wanneer dit eenmaal is gebeurd, kunnen de af-15 schermelementen alleen opnieuw in de niet-afschermstand worden gebracht als de beladingsinrichting buiten werking wordt gesteld.5 The measures described above ensure optimum safety. The shielding elements 1 can only be brought into the non-shielding position if the loading device is completely out of operation and is in the rest position. In order to be able to work with the loading device, i.e. to be able to receive and empty waste containers, it is necessary to place the protective elements 1 in the protective position in order to bring the edge locking member 23 into the non-locking position, so that a waste container can be received. Once this has been done, the shielding elements can only be brought back to the non-shielding position if the loading device is deactivated.

Verder wordt de werking van de voelers 10 en 38 gecontroleerd door het besturingssysteem. Als de toestand van de 20 voelers gedurende een bepaalde tijd (bijvoorbeeld een half uur of korter indien gewenst) niet is gewijzigd, treedt de opneembeveiliging in werking. Als deze tijd verstrijkt tijdens het verloop van een normale bewegingscyclus van de beladingsinrichting, wordt deze cyclus op de normale wijze 25 afgewerkt. Echter pas op het moment dat een volgende afvalhouder wordt aangeboden, komt het randvergrendelorgaan 23 in de vergrendelstand. Dit geldt ook als de genoemde tijd verstrijkt als de beladingsinrichting zich in de ruststand bevindt. Hierdoor wordt voorkomen dat het randvergrendelor-30 gaan 23 op een onverwacht moment in werking komt.Furthermore, the operation of the sensors 10 and 38 is controlled by the control system. If the condition of the 20 sensors has not changed for a certain period of time (for example, half an hour or less if desired), the pick-up protection is activated. When this time elapses during the course of a normal movement cycle of the loading device, this cycle is completed in the normal manner. However, the edge locking member 23 only comes into the locking position when a next waste container is presented. This also applies if the said time elapses when the loading device is in the rest position. This prevents the edge lock member 30 from actuating unexpectedly.

Verder kan nog als extra veiligheid worden ingebouwd dat bij het vanuit de niet-afschermstand in de afschermstand bewegen van de afschermelementen 1, het randvergrendelorgaan 23 niet direct in de niet-vergrendelstand komt, maar eerst 35 na het bedienen van een knop (bijvoorbeeld de "neer"-knop van de beladingsinrichting).Furthermore, it can also be built in as extra safety that when the shielding elements 1 move from the non-shielding position to the shielding position, the edge locking member 23 does not immediately come into the non-locking position, but only after pressing a button (for example the " down "button of the loader).

10093251009325

Claims

1. Device for emptying waste containers into a collection container, comprising at least one loading device which is provided with a receiving member for receiving a waste container which can grip under a downwardly bent edge of a waste container, and screening elements arranged on either side next to the loading device each movable between a shielding position, in which the shielding element shields the movement area of the loading device 10 on a side and a non-shielding position, in which the shielding element does not shield this area, characterized in that the loading device is further provided with a nearby the receiving member arranged a security member which is movable between an active position in which a waste container is prevented from being picked up by the receiving member, and an inactive position in which the receiving member can receive a waste container, and that the protective member is coupled to the shielding elements in such a manner that as at least one of the shielding elements is in the non-shielding position, the protection member is in the operating position.

2. Device as claimed in claim 1, characterized in that the security member is formed by an edge locking member already present on the loading device, which can be brought from a non-locking position into a locking position in which it is at least partially above the receiving member, such that when a waste container is received by the receptacle, the edge locking member retains the edge of the waste container on the receptacle.

Device as claimed in claim 2, characterized in that the top side of the edge locking member slopes downwards.

Device according to any one of claims 1 to 3, characterized in that each shield element is provided with a manually operable screen lock member which is movable between a non-lock position and a lock position in which the screen lock member engages the shield element. locks the shield position. 5

Device as claimed in claim 4, characterized in that a spring acts on the screen locking member which forces the screen locking member to the locking position.

Device according to claim 4 or 5, characterized in that the screen locking member is coupled to the security member such that when the screen locking member is in the non-locking position, the security member is in the operating position. 15

7. Device as claimed in any of the claims 4-6, characterized in that the screen locking member is coupled to a unidirectional locking member which acts as the loading device, is actuated and keeps the screen locking member in the locking position and only when the loading device is in rest position.

8. Device as claimed in any of the claims 4-6, characterized in that each shielding element is provided with a unidirectional blocking member which is activated when the loading device is active, and blocks the shielding element in the shielding position and only if the loading device is in the rest position is not energized.

Device according to claim 7 or 8, characterized in that the unidirectional blocking member comprises a single-acting cylinder. 1009325