NL1008241C1

NL1008241C1 - Excavator combination and an implement coupled to an excavator boom.

Info

Publication number: NL1008241C1
Application number: NL1008241A
Authority: NL
Inventors: Gertrudis Maria Gerardus Gier; Adrianus Matheus Cl Doornmalen
Original assignee: Verachtert A P Metaalfab
Priority date: 1998-02-06
Filing date: 1998-02-06
Publication date: 1999-08-09
Also published as: WO1999042670A1; AU1986799A

Description

Korte aanduiding : Combinatie van een graafmachine en een aan een giek van een graafmachine gekoppeld werktuig.Short designation: Combination of an excavator and an implement attached to an excavator boom.

De uitvinding heeft betrekking op een combinatie van een 5 graafmachine en een aan een giek van een graafmachine gekoppeld werktuig, waarbij het werktuig is voorzien van een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende aankoppel pennen en een scharnierend met de giek gekoppeld verbindingsorgaan is voorzien van een tweetal op de aankoppel pennen aangrijpende aankoppelhaken, en 10 waarbij een van de aankoppelhaken in een richting dwars op de lengte richting van de aankoppel pennen ten opzichte van de andere een vaste stand ten opzichte van het overige deel van het aankoppel orgaan innemende aankoppel haak verschuifbaar is.The invention relates to a combination of an excavator and an implement coupled to an excavator boom, wherein the implement is provided with two coupling pins extending parallel to each other and a connecting member hingedly coupled to the boom is provided with two coupling hooks engaging the coupling pins, and wherein one of the coupling hooks is displaceable in a transverse longitudinal direction of the coupling pins relative to the other a fixed position with respect to the rest of the coupling member receiving coupling hook.

Een dergelijke combinatie is bekend uit de Europese 15 octrooiaanvrage 0 674 053. Bij deze bekende combinatie zijn de aan koppelhaken aan de van elkaar afgekeerde zijden open voor het opnemen van de aankoppelpennen en kan voor het vastzetten van de aankoppelhaken op de aankoppelpennen de verschuifbare aankoppelhaak in een van de vaste aankoppelhaak afgekeerde richting worden verschoven, terwijl 20 voor het loskoppelen van het werktuig van de graafmachine de ver schuifbare aankoppelhaak in de richting van de vaste aankoppelhaak moet worden verschoven.Such a combination is known from European patent application 0 674 053. In this known combination, the coupling hooks on the sides facing away from each other are open for receiving the coupling pins and for sliding the coupling hooks onto the coupling pins, the sliding coupling hook can be be moved in a direction away from the fixed coupling hook, while in order to disconnect the implement from the excavator the sliding coupling hook must be shifted in the direction of the fixed coupling hook.

Zoals in de Europese octrooiaanvrage 0 674 053 afgebeeld zijn werktuigen in de vorm van graafbakken in vele gevallen aan de 25 naar het verbindingsorgaan toegekeerde buitenzijde voorzien van een tussen de aankoppelpennen gelegen versterkingsbalk, die zich uitstrekt in de bewegingsbaan van de verschuifbare aankoppelhaak. Dit brengt in het algemeen mee, dat het verbindingsorgaan moet zijn aangepast aan de aan te koppelen werktuigen hetgeen een universele toepassing van het 30 verbindingsorgaan bij graafmachines van verschillende capaciteit en/of fabrikaat en verschillende werktuigen praktisch onmogelijk maakt.As shown in European patent application 0 674 053, excavator bucket tools are in many cases provided on the outside facing the connector with a reinforcing beam located between the coupling pins, which extends in the path of movement of the sliding coupling hook. This generally implies that the connector must be adapted to the implements to be coupled, which makes universal application of the connector to excavators of different capacities and / or make and different implements practically impossible.

Men zou kunnen overwegen om een dergelijke uitvoering zodanig te treffen, dat de open zijden van de aankoppelhaken naar elkaar toegekeerd zijn. Hierbij ontstaat echter het nadeel, dat de 35 aankoppel ing van het werktuig aan de graafmachine moeilijk zo al niet praktisch onmogelijk wordt, daar bij aankoppelen van het werktuig met 1 0 - j ' 4 t 2 de ene haak en vervolgens relatief ten opzichte van elkaar zwenken van werktuig en verbindingsorgaan voor het tot stand brengen van een verbinding tussen het verbindingsorgaan en de tweede haak het gevaar groot is, dat de in de eerste haak opgenomen aankoppelpen weer uit de 5 desbetreffende haak schuift.One could consider to make such an arrangement such that the open sides of the coupling hooks face each other. However, this has the drawback that coupling the implement to the excavator becomes difficult, if not practically impossible, since when coupling the implement with 1 0 - 1 4 t 2 the one hook and then relative to each other pivoting tool and connecting member for establishing a connection between the connecting member and the second hook there is a great risk that the coupling pin included in the first hook will slide out of the relevant hook again.

Volgens de uitvinding zijn de beide aankoppel haken in dezelfde richting open, waarbij de vaste aankoppelhaak aangrijpt op de naar de verschuifbare aankoppelhaak toegekeerde zijde van de met de vaste haak samenwerkende aankoppelpen en de verschuifbare aankoppel-10 haak aangrijpt op de van de vaste aankoppelhaak afgekeerde zijde van - de met de verschuifbare aankoppelhaak samenwerkende aankoppelpen, terwijl een verplaatsbaar blokkeerorgaan is aangebracht, dat aangrijpt op de van de vaste aankoppelhaak afgekeerde zijde van de met de vaste aankoppelhaak samenwerkende aankoppelpen.According to the invention, both coupling hooks are open in the same direction, the fixed coupling hook engaging the side of the coupling pin cooperating with the fixed hook facing the sliding coupling hook and the sliding coupling hook engaging the side remote from the fixed coupling hook. of the coupling pin co-operating with the sliding coupling hook, while a movable blocking member is provided which engages the side of the coupling pin cooperating with the fixed coupling hook remote from the fixed coupling hook.

15 Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding zal de met de vaste aankoppelhaak samenwerkende aankoppelpen zijn opgesloten tussen de vaste aankoppelhaak en het blokkeerorgaan, terwijl een effectieve vastklemming van het werktuig aan het verbindingsorgaan kan worden bewerkstel!igd, door de verplaatsbare aankoppelhaak in de 20 richting van de vaste aankoppelhaak te bewegen. Bij deze constructie . wordt de verschuifbare aankoppelhaak bij het aan- en afkoppel en van het werktuig niet verplaatst in de ruimte tussen de beide aankoppel-j pennen van het werktuig, maar aan de zijde van de met de verschuifbare aankoppelhaak samenwerkende aankoppelpen, die van de met de vaste 25 aankoppelhaak samenwerkende aankoppelpen is afgekeerd. Daardoor is tussen de beide aankoppel pennen meer ruimte aanwezig voor het opnemen van deel van het werktuig uitmakende onderdelen. Verder kan in de tussen de aankoppel haken beschikbare ruimte gemakkelijk een verstel-cilinder voor het verplaatsen van de verschuifbare haak met een 30 relatief grote slag worden opgenomen, zodat verhoudingsgewijs grote variaties in de hartafstand tussen de aankoppel pennen op de werktuigen kunnen worden opgenomen. Dientengevolge kan het verbindingsorgaan op eenvoudige wijze worden toegepast in combinatie met verschillende afmetingen bezittende graafmachines en/of verschillende fabrikaten 35 graafmachines en/of met verschillende vormen en afmetingen bezittende " werktuigen van verschillende fabrikaten.When using the construction according to the invention, the coupling pin co-operating with the fixed coupling hook will be enclosed between the fixed coupling hook and the blocking member, while an effective clamping of the tool to the connecting member can be effected by the movable coupling hook in the 20 direction of the fixed coupling hook. With this construction. The sliding coupling hook is not moved in the space between the two coupling jaws of the implement during coupling and uncoupling of the implement, but on the side of the coupling pin co-operating with the sliding coupling hook, that of the fixed 25 coupling hook cooperating coupling pin is turned. As a result, there is more space between the two coupling pins for receiving parts forming part of the implement. Furthermore, in the space available between the coupling hooks, an adjustment cylinder for moving the sliding hook with a relatively large stroke can easily be accommodated, so that relatively large variations in the center distance between the coupling pins can be accommodated on the tools. As a result, the connecting member can be used in a simple manner in combination with excavators of different sizes and / or different makes of excavators and / or with different shapes and sizes of tools of different makes.

H 008241 3H 008241 3

Een verder belangrijk voordeel van de constructie volgens de uitvinding is, dat er tijdens bedrijf geen tengevolge van op het werktuig uitgeoefende krachten veroorzaakte hoge reactiekrachten op een voor het verplaatsen van de verschuifbare aankoppel haak gebruikte 5 verstelcilinder of dergelijke worden uitgeoefend. Dergelijke krachten worden grotendeels opgevangen door het blokkeerorgaan.A further important advantage of the construction according to the invention is that during operation no high reaction forces are exerted on an adjustment cylinder or the like used for displacing the sliding coupling hook as a result of forces exerted on the tool. Such forces are largely absorbed by the blocking member.

Opgemerkt wordt, dat uit het Amerikaanse octrooi schrift 4.436.477 een combinatie van bovengenoemd type bekend is, waarbij de open uiteinden van de aankoppel haken zich ongeveer haaks op elkaar 10 uitstrekken en bij een van de aankoppelhaken een verzwenkbaar opsluit-orgaan is aangebracht. Bij deze bekende constructie kan geen goede aanklemming van beide aankoppelhaken tegen de met de aankoppelhaken samenwerkende aankoppel pennen worden bewerkstelligd doordat zeker na optreden van enige slijtage geen hechte onbeweeglijke verbinding 15 tussen het verbindingsorgaan en het werktuig te bewerkstelligen zal zijn. Een verder nadeel is, dat het verbindingsorgaan slechts kan worden gebruikt in combinatie met op een en dezelfde afstand van elkaar gelegen aankoppel pennen.It is noted that a combination of the above-mentioned type is known from United States Patent Specification 4,436,477, wherein the open ends of the coupling hooks extend approximately at right angles to each other and a pivoting locking element is arranged at one of the coupling hooks. In this known construction, a good clamping of the two coupling hooks against the coupling pins co-operating with the coupling hooks cannot be effected, because no firm immovable connection between the connecting member and the tool will be effected, certainly after some wear has occurred. A further drawback is that the connecting member can only be used in combination with coupling pins which are at the same distance from each other.

Verder is uit het Amerikaanse octrooi schrift 5.332.353 een 20 combinatie van bovengenoemd type bekend, waarbij de open uiteinden van de aankoppelhaken eveneens onder een hoek van 90° ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en waarbij bij een van de aankoppelhaken een blokkeerblok is aangebracht, dat verzwenkbaar is om een zwenkas, die de met de desbetreffende aankoppel haak samenwerkende aankoppel pen 25 loodrecht kruist.Furthermore, from US patent 5,332,353 a combination of the above-mentioned type is known, wherein the open ends of the coupling hooks are also arranged at an angle of 90 ° relative to each other and in which a blocking block is arranged at one of the coupling hooks, pivotable about a pivot axis perpendicularly crossing the coupling pin 25 cooperating with the relevant coupling hook.

Ook hierbij bestaat de reële mogelijkheid, dat geen goede vastklemming van het verbindingsorgaan aan het werktuig te bewerkstelligen is, dit te meer, daar het verzwenkbare blokkeerorgaan in hoofdzaak tegen de met dit blokkeerorgaan samenwerkende aankoppel pen 30 zal aanliggen aan het van de zwenkas van het blokkeerorgaan afgekeerde uiteinde van het blokkeerorgaan. Verder heeft ook deze uitvoering het nadeel, dat een en dezelfde afstand tussen de aankoppel pennen van aan het verbindingsorgaan te koppelen werktuigen wordt vereist.Here too, there is a real possibility that a good clamping of the connecting member to the tool cannot be effected, all the more so, since the pivotable blocking member will abut against the coupling pin 30 cooperating with this blocking member on the pivot axis of the blocking member. turned end of the blocking member. This embodiment also has the drawback that one and the same distance between the coupling pins of tools to be coupled to the connecting member is required.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de 35 hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvorm van de constructie volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to an embodiment of the construction according to the invention schematically shown in the accompanying figures.

'1008241 41008241 4

Figuren 1-5 tonen een uiteinde van een giek met daaraan aangekoppeld verbindingsorgaan alsmede een werktuig in de vorm van een graafbak in verschillende fasen van het aankoppelen van het werktuig aan de giek van de graafmachine.Figures 1-5 show one end of a boom with a connecting linkage attached thereto, as well as a bucket-type implement at various stages of coupling the implement to the excavator boom.

5 Figuur 6 toont het verbindingsorgaan gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede in een stand, waarin de beide aankoppel haken uit elkaar zijn geschoven.Figure 6 shows the connecting member partly in elevation and partly in section in a position in which the two coupling hooks are pushed apart.

Figuur 7 toont een met figuur 6 overeenkomend aanzicht van het verbindingsorgaan met de aankoppel haken naar elkaar toe geschoven. 10 Figuur 8 toont een doorsnede over figuur 7 gezien volgens . de lijn VIII-VIII in figuur 7.Figure 7 shows a view corresponding with figure 6 of the connecting member with the coupling hooks pushed together. Figure 8 shows a cross-section over figure 7 as seen in the line VIII-VIII in figure 7.

Figuur 9 toont een doorsnede over figuur 7 gezien volgens ] de lijn IX-IX in figuur 7.Figure 9 shows a cross-section over figure 7 as seen along the line IX-IX in figure 7.

Figuur 10 toont een aanzicht op een tweetal aankoppel pennen 15 van een werktuig.Figure 10 shows a view of two coupling pins 15 of a tool.

i In figuren 1-5 is schematisch het uiteinde van een giek 1 ! van een gebruikelijke graafmachine of dergelijke inrichting weer- j gegeven. Met behulp van een zich loodrecht op de lengterichting van de giek 1 uitstrekkende scharnierpen 2 is een verbindingsorgaan 3 zwenk-20 baar met het uiteinde van de giek 1 gekoppeld. p Met behulp van een zich evenwijdig aan de pen 2 uit strekkende pen 4 is een koppelstang 5 met het verbindingsorgaan 3 gekoppeld. Het vanaf het verbindingsorgaan 3 afgekeerde uiteinde van de koppelstang 5 is met behulp van een zich evenwijdig aan de pennen 2 25 en 4 uitstrekkende pen 6 gekoppeld met een verdere koppelstang 7. Het van de pen 6 afgekeerde uiteinde van de koppelstang 7 is met behulp van een zich evenwijdig aan de pen 5 uitstrekkende pen 8 met de giek 1 gekoppeld. Op de pen 5 kan een met de giek 1 gekoppelde verstel-cilinder aangrijpen. Met behulp van deze verstelcilinder kan het 30 verbindingsorgaan 3 ten opzichte van de giek 1 om de pen 2 worden verzwenkt. Dergelijke aankoppelingen van verbindingsorganen aan de uiteinden van een giek zijn op zich algemeen bekend, zoals onder meer blijkt uit de hierboven genoemde octrooi schriften.i In figures 1-5 the end of a boom is schematically 1! of a conventional excavator or the like device. By means of a hinge pin 2 extending perpendicular to the longitudinal direction of the boom 1, a connecting member 3 is pivotally coupled to the end of the boom 1. p A coupling rod 5 is coupled to the connecting member 3 by means of a pin 4 extending parallel to the pin 2. The end of the coupling rod 5 remote from the connecting member 3 is coupled by means of a pin 6 extending parallel to the pins 2 and 4 to a further coupling rod 7. The end of the coupling rod 7 remote from the pin 6 is connected by means of a pin 8 extending parallel to the pin 5 coupled to the boom 1. An adjusting cylinder coupled to the boom 1 can engage on the pin 5. With the aid of this adjusting cylinder the connecting member 3 can be pivoted about the pin 2 relative to the boom 1. Such couplings of connectors at the ends of a boom are generally known per se, as is apparent, inter alia, from the aforementioned patents.

Zoals meer in het bijzonder uit de figuren 6-8 blijkt zijn 35 de scharnierpennen 2 en 4 gelegen in bussen 9, die zijn bevestigd aan zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende ophangplaten 10. Deze ophang- . 1 008241 ί * \ 5 platen 10 zijn bevestigd aan een zich loodrecht op deze ophangplaten 10 uitstrekkende basisplaat 11, die versterkt is door een tussen de ophangplaten aangebrachte in doorsnede V-vormige verstijvingsbalk 12.As is more particularly apparent from Figures 6-8, the hinge pins 2 and 4 are located in sleeves 9, which are attached to suspension plates 10 extending parallel to each other. The plates 10 are attached to a base plate 11 extending perpendicular to these suspension plates 10, which is reinforced by a stiffening beam 12 in cross section arranged between the suspension plates.

Aan de van de ophangplaten 10 afgekeerde zijde van de 5 basisplaat 11 zijn een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uit strekkende geleidingsplaten 13 bevestigd, waarvan de van de basisplaat 11 afgekeerde delen dikker zijn uitgevoerd dan de op de basisplaat 11 aansluitende uiteinden, zodanig, dat aan de naar elkaar toegekeerde zijden van de geleidingsplaten zich evenwijdig aan de basisplaat 10 uitstrekkende glijvlakken 14 zijn gevormd. De verbinding tussen de basisplaat 11 en de geleidingsplaten 13 is versterkt met behulp van schetsplaten 13’.On the side of the base plate 11 remote from the suspension plates 10, two guide plates 13 extending parallel to each other are fastened, the parts of which face away from the base plate 11 are made thicker than the ends connecting to the base plate 11, such that the sides of the guide plates facing each other, which extend parallel to the base plate 10, are formed. The connection between the base plate 11 and the guide plates 13 is reinforced by means of gusset plates 13 ".

Gezien in figuren 6 en 7 zijn de geleidingsplaten 13 voorzien van een geheel met deze geleidingsplaten 13 vormende uit- 15 stekende haakvormige delen, die onderling zijn verbonden door zich tussen deze haakvormige delen uitstrekkende verbindingsplaten 16, waarbij deze haakvormige delen een aankoppel haak 15 vormen.Seen in figures 6 and 7, the guide plates 13 are provided with protruding hook-shaped parts forming a whole with these guide plates 13, which are mutually connected by connecting plates 16 extending between these hook-shaped parts, these hook-shaped parts forming a coupling hook 15.

Tussen de geleidingsplaten 13 zijn een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende haakplaten 17, die zijn voorzien 20 van uitstekende haakvormige delen, die onderling zijn verbonden door een zich tussen de haakplaten 17 uitstrekkend verbindingsblok 19 en samen een aankoppelhaak 18 vormen. Aan de van de aankoppelhaak 18 afgekeerde zijde zijn zich tegen de basisplaat afsteunende uiteinden van de haakplaten 17 onderling verbonden door verbindingsstrippen 20 25 (figuur 6).Between the guide plates 13 are two hook plates 17 extending parallel to each other, which are provided with projecting hook-shaped parts, which are mutually connected by a connecting block 19 extending between the hook plates 17 and together form a coupling hook 18. On the side remote from the coupling hook 18, ends of the hook plates 17 resting against the base plate are mutually connected by connecting strips 20 (figure 6).

Verder zijn, zoals in het bijzonder uit figuur 8 blijkt, de haakplaten 17 aan hun van elkaar afgekeerde zijden voorzien van uitstekende ruggen 21, welke aanliggen tegen de glijvlakken 14. Zoals in het bijzonder uit figuren 6 en 7 duidelijk zal zijn is daarbij de 30 uitvoering zodanig, dat gezien in deze figuren zowel de aankoppelhaak 15 als de daaronder gelegen aankoppelhaak 18 aan de bovenzijde open is.Furthermore, as appears in particular from Figure 8, the hook plates 17 are provided on their facing sides with projecting ridges 21, which abut against the sliding surfaces 14. As will be particularly apparent from Figures 6 and 7, the 30 design such that, seen in these figures, both the coupling hook 15 and the coupling hook 18 located below it are open at the top.

In de boveneinden van de geleidingsplaten 13 is op enige afstand boven de bovenste aankoppelhaak 15 een scharnierpen 22 ge-35 legen. Om deze scharnierpen 22 is een een tweetal ongeveer haaks op elkaar staande armen 23 en 24 omvattend blokkeerorgaan 25 verzwenk- - 4 Λ Λ •«', t < / i u UQ r: = ; 6 baar. Aan het van de scharnierpen 22 afgekeerde uiteinde van de arm 24 is met behulp van een zich evenwijdig aan de scharnierpen 22 uitstrekkende scharnierpen 26 het uiteinde van het cilinderhuis 27 van een verstelcilinder 28 gekoppeld. Het vrije uiteinde van een zuiger-5 stang 29 van de verstelcil inder 28 is met behulp van een zich evenwijdig aan de scharnierpen 26 uitstrekkende scharnierpen 30 gekoppeld met de ondereinden van de haakplaten 17.In the upper ends of the guide plates 13, a hinge pin 22 is positioned some distance above the upper coupling hook 15. Around this hinge pin 22 a blocking member 25 comprising approximately perpendicular to each other arms 23 and 24 is pivotable - 4 <Λ • «', t </ u uQ r: =; 6 bar. The end of the cylinder housing 27 of an adjusting cylinder 28 is coupled to the end of the arm 24 remote from the hinge pin 22 by means of a hinge pin 26 extending parallel to the hinge pin 22. The free end of a piston-rod 29 of the adjusting cylinder inder 28 is coupled to the lower ends of the hook plates 17 by means of a hinge pin 30 extending parallel to the hinge pin 26.

Zoals verder nog uit de figuren 6 en 7 blijkt is tussen de boveneinden van de geleidingsplaten 13 nog een aanslagpen 31 aange-10 bracht, welke verzwenkbewegingen van het blokkeerorgaan 25 in de beide in figuren 6 en 7 weergegeven eindstanden van dit blokkeerorgaan . begrenst.As furthermore appears from Figures 6 and 7, a stop pin 31 is arranged between the upper ends of the guide plates 13, which pivoting movements of the blocking member 25 in the two end positions of this blocking member shown in Figures 6 and 7. limited.

Een aan te koppelen werktuig, zoals een graafbak 32 of a dergelijke is gebruikelijk voorzien van een tweetal zich evenwijdig ^ 15 aan elkaar uitstrekkende aankoppel platen 33, waartussen zich aan- koppelpennen 34 uitstrekken (figuur 1).A tool to be coupled, such as a digging bucket 32 or the like, is usually provided with two coupling plates 33 extending parallel to each other, between which coupling pins 34 extend (figure 1).

ii

Zoals nu in figuur 1 is weergegeven zal voor het aankoppelen van een dergelijk werktuig aan de giek 1 de giek 1 in de Η, richting van het op de grond of dergelijke liggende werktuig 32 worden !tj 20 verzwenkt, terwijl de verschuifbare aankoppelhaak 18 in een van de f vaste aankoppelhaak 15 afgekeerde richting is verschoven.As is now shown in Figure 1, for coupling such a tool to the boom 1, the boom 1 will be pivoted in the direction of the tool 32 lying on the ground or the like, while the sliding coupling hook 18 is in a direction has shifted away from the fixed coupling hook 15.

De vaste aankoppelhaak wordt dan achter de bovenste L aankoppelpen 34 gehaakt, zoals weergegeven in figuur 2, waarna het t werktuig met behulp van de giek 1 kan worden opgetild. Vervolgens kan t 25 het aankoppelorgaan 3 verder in de richting van het werktuig 32 worden verzwenkt in de richting volgens pijl A, zoals afgebeeld in figuur 2, waarbij op een gegeven moment de verschuifbare aankoppelhaak 18 zich onder de andere aankoppelpen 34 zal bevinden, zoals weergegeven in figuur 3. Hierop kan de verstelcilinder 28 in werking worden gesteld 30 om de verschuifbare aankoppelhaak te verplaatsen in de richting van de vaste aankoppelhaak (pijl B). Bij het in werking stellen van de tussen het blokkeerorgaan 25 en de verschuifbare haak 18 aangebrachte verstelcil inder 28 zal echter eerst met behulp van de verstelcilinder 28 een verzwenking van het blokkeerorgaan 25 om de pen 22 worden bewerk-35 steiligd, daar, zeker indien de verschuifbare aankoppelhaak 18 tegen de daarmede samenwerkende aankoppelpen 34 komt te liggen een ver- I ; i ;; 4 1 1 y -ij 'W 1 1 7 zwenking van het blokkeerorgaan 25 minder kracht zal vereisen dan een verschuiving van de verschuifbare aankoppelhaak 18.The fixed hitch hook is then hooked behind the top L hitch pin 34 as shown in Figure 2, after which the implement can be lifted using boom 1. Subsequently, the coupling member 3 can be pivoted further in the direction of the tool 32 in the direction according to arrow A, as shown in figure 2, at which point the sliding coupling hook 18 will be located under the other coupling pin 34, as shown. in figure 3. The adjusting cylinder 28 can then be actuated 30 to move the sliding coupling hook in the direction of the fixed coupling hook (arrow B). When the adjusting cylinder inder 28 arranged between the blocking member 25 and the sliding hook 18 is actuated, however, a pivoting of the blocking member 25 around the pin 22 will first be effected with the aid of the adjusting cylinder 28, especially if the sliding coupling hook 18 rests against coupling pin 34 co-operating therewith; i ;; 4 1 1 y -ij 'W 1 1 7 pivot of the blocking member 25 will require less force than a displacement of the sliding coupling hook 18.

Door deze verzwenking van het blokkeerorgaan 25 komt het vrije uiteinde van de arm 23 van het blokkeerorgaan 25 boven de door 5 de vaste aankoppelhaak 15 ondersteunde aankoppelpen 34 te liggen, zodat deze aankoppelpen 34 ligt opgesloten tussen de vaste aankoppelhaak 15 en het blokkeerorgaan 25. Daar in deze stand het blokkeerorgaan 25 tegen verdere verzwenking geblokkeerd is door de pen 31 zal nu met behulp van de verstelcilinder 28 de verschuifbare aankoppelhaak 10 18 tegen de daarmede samenwerkende aankoppelpen 34 kunnen worden getrokken om zo een stevige vastklemming van het verbindingsorgaan 3 op de beide aankoppel pennen 34 van het werktuig te bewerkstelligen.As a result of this pivoting of the blocking member 25, the free end of the arm 23 of the blocking member 25 lies above the coupling pin 34 supported by the fixed coupling hook 15, so that this coupling pin 34 is enclosed between the fixed coupling hook 15 and the blocking member 25. There in this position the blocking member 25 is blocked against further pivoting by the pin 31, it will now be possible, with the aid of the adjusting cylinder 28, to pull the sliding coupling hook 10 18 against the coupling pin 34 co-operating therewith, so as to secure the connecting member 3 firmly on the two coupling pins 34 of the tool.

Het zal duidelijk zijn, dat het loskoppelen van het werktuig kan worden bewerkstelligd door de verplaatsbare aankoppelhaak 15 18 met behulp van de dubbelwerkende verstelcil inder 28 weer in een van de vaste aankoppelhaak 15 afgekeerde richting te verschuiven.It will be clear that the tool can be disconnected by moving the movable coupling hook 15 18 again in a direction away from the fixed coupling hook 15 by means of the double-acting adjusting cylinder inder 28.

De basisplaat 11 met de daaraan bevestigde geleidingsplaten 13 en de tussen deze geleidingsplaten opgenomen delen, zoals de verplaatsbare aankoppelhaak 18, de verstelcilinder 28 en dergelijke 20 van het aankoppel orgaan 3 kunnen voor nagenoeg alle graafmachines en aan te koppelen werktuigen standaard worden toegepast en op voorraad worden gemaakt en samengebouwd.The base plate 11 with the guide plates 13 attached thereto and the parts received between these guide plates, such as the movable coupling hook 18, the adjustment cylinder 28 and the like 20 of the coupling member 3, can be used as standard for almost all excavators and attachments to be coupled and in stock are made and assembled.

De vorm van de ophangplaten 10 kan worden aangepast aan het type graafmachine in combinatie waarmede het aankoppel orgaan 3 zal 25 worden gebruikt, waarbij ook de afstand tussen deze ophangplaten 10 bij het aanbrengen van deze ophangplaten aan de basisplaat 11 kan worden aangepast aan het desbetreffende type graafmachine.The shape of the suspension plates 10 can be adapted to the type of excavator in combination with which the coupling member 3 will be used, the distance between these suspension plates 10 also being adaptable to the base plate 11 when these suspension plates are fitted to the respective type. excavator.

De breedte van de beide aankoppel haken, d.w.z. de afstand tussen de buitenzijden van de de aankoppel haken 15 en 18 vormende 30 haakvormige delen van de platen 13 resp. 17 ligt vast en zal in het algemeen niet overeenkomen met de lengte van de tussen de aankoppel-platen 33 van het werktuig liggende delen van de aankoppel pennen 34.The width of the two coupling hooks, i.e. the distance between the outer sides of the coupling hooks 15 and 18, forming hook-shaped parts of the plates 13 and 18 respectively. 17 is fixed and will generally not correspond to the length of the parts of the coupling pins 34 lying between the coupling plates 33 of the tool.

Zoals nu weergegeven in figuur 10 kunnen aankoppel pennen 34 van verschillende werktuigen gemakkelijk aan de breedte van de aan-35 koppel haken 15 en 18 en aan de holte van de uitsparingen in de aankoppel haken worden aangepast, door op de aankoppel pennen 34 bussen 35 r-1 00824 1 8 aan te brengen, die aan hun uiteinden zijn voorzien van uitstekende flenzen 36. De uitwendige diameter van dergelijke bussen 35 kan zijn aangepast aan de holtes in de aankoppelhaken 15 resp. 18, terwijl de afstand tussen de naar elkaar toegekeerde zijden van de flenzen 36 kan 5 zijn aangepast aan de breedtes van de aankoppelhaken 15 resp. 18.As shown in Figure 10, coupling pins 34 of different implements can be easily adjusted to the width of the coupling hooks 15 and 18 and to the recess cavities in the coupling hooks, by pressing on the coupling pins 34 bushings 35 r -1 00824 1 8, which are provided at their ends with protruding flanges 36. The external diameter of such sleeves 35 can be adapted to the cavities in the coupling hooks 15 and 10, respectively. 18, while the distance between the facing sides of the flanges 36 may be adapted to the widths of the coupling hooks 15, respectively. 18.

Het zal duidelijk zijn, dat op deze wijze een aankoppel-orgaan is verkregen, dat op eenvoudige wijze geschikt uit te voeren is ! voor aankoppeling van een werktuig aan een graafmachine of dergelijke inrichting van een bepaald type en/of fabrikaat, terwijl anderzijds de 10 diverse werktuigen door aanbrengen van geschikte bussen op de aankoppel pennen van deze werktuigen gemakkelijk kan worden aangepast aan ! de uitvoering van de aankoppelhaken 15 en 18.It will be clear that in this way a coupling member has been obtained, which can easily be designed in a simple manner! for coupling a tool to an excavator or similar device of a certain type and / or make, while on the other hand the various tools can easily be adapted to the coupling pins of these tools by fitting suitable bushes! the execution of the coupling hooks 15 and 18.

- Hoewel de uitvinding hierboven is uiteengezet aan de hand T van het aankoppelen van een graafbak zal het duidelijk zijn dat de : 15 uitvinding ook toepasbaar is bij andere aan te koppelen werktuigen.Although the invention has been explained above with reference to the coupling of a bucket, it will be clear that the invention can also be applied to other attachable implements.

ï ] -i3 P1 008241P1 008241

Claims

1. Combination of an excavator and an implement coupled to an excavator boom, wherein the implement is provided with two coupling pins extending parallel to each other and a connecting member hingedly coupled to the boom is provided with two coupling pins engaging docking hooks, and wherein one of the docking hooks is slidable in a direction transverse to the lengthwise direction of the docking pins relative to the other 10 with respect to the rest of the docking member receiving docking hook, with characterized in that both coupling hooks are open in the same direction, the fixed coupling hook engaging on the side of the coupling pin cooperating with the sliding coupling hook facing the sliding coupling hook and the sliding coupling hook engaging on the of the of the fixed coupling hook turned side of the cooperating with the sliding coupling hook a coupling pin, while a movable blocking member is provided, which engages on the side of the coupling pin cooperating with the fixed coupling hook 20 facing away from the fixed coupling hook.

Combination according to claim 1, characterized in that an adjusting cylinder for sliding the sliding coupling hook is arranged between the sliding coupling hook and the blocking member displaceable relative to the coupling member.

Combination according to claim 1 or 2, characterized in that the blocking member is pivotable about a hinge pin extending parallel to the coupling pins, while a stop member is provided, which limits pivoting of the blocking member to the blocking position.

Combination according to claim 3, characterized in that the stop member limits both pivoting of the blocking member in one direction and in an opposite direction.

5. Combination according to any one of the preceding claims, characterized in that guide means are arranged for effecting a rectilinear displacement of the sliding coupling hook. r1 0 0824 1

6. Combination according to any one of the preceding claims, characterized in that the connecting member is provided with a base plate to which two guide plates extending parallel to each other and perpendicular to the base plate are mounted, between which the movable coupling hook is located.

Combination according to claim 6, characterized in that the guide plates and the movable coupling hook are provided with guide parts which engage one behind the other.

8. Combination according to any one of the preceding claims, characterized in that the slidable coupling hook comprises two spaced plates between which an adjusting cylinder for sliding the sliding coupling hook is arranged.

9. Combination as claimed in any of the claims 6-8, characterized in that the guide plates, between which the sliding coupling hook is received, are provided with hook-shaped parts, which form the fixed coupling hook.

10. Combination according to any one of the preceding claims, characterized in that the coupling pins of the implement are provided with the coupling pins surrounding the coupling pins, which are provided at their ends with protruding flanges.

Connecting element evidently intended for use in a combination according to any one of the preceding claims. * 1 008241