[go: up one dir, main page]

NL1007416C1 - Voorraadboiler. - Google Patents

Voorraadboiler. Download PDF

Info

Publication number
NL1007416C1
NL1007416C1 NL1007416A NL1007416A NL1007416C1 NL 1007416 C1 NL1007416 C1 NL 1007416C1 NL 1007416 A NL1007416 A NL 1007416A NL 1007416 A NL1007416 A NL 1007416A NL 1007416 C1 NL1007416 C1 NL 1007416C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tap water
water
reservoir
fluid channel
channel
Prior art date
Application number
NL1007416A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Albertus He Willemsen
Original Assignee
Vries Metaal Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vries Metaal Bv filed Critical Vries Metaal Bv
Application granted granted Critical
Publication of NL1007416C1 publication Critical patent/NL1007416C1/nl
Priority to EP98201182A priority Critical patent/EP0870993A1/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D3/00Hot-water central heating systems
    • F24D3/08Hot-water central heating systems in combination with systems for domestic hot-water supply
    • F24D3/082Hot water storage tanks specially adapted therefor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Heat-Pump Type And Storage Water Heaters (AREA)

Description

Korte aanduiding: voorraadboiler
De uitvinding heeft betrekking op een voorraadboiler volgens de aanhef van conclusie 1.
Dergelijke boilers zijn uit de praktijk bekend worden in het algemeen gestookt door een externe centrale verwar-5 mingsketel die ook dient voor het verwarmen van een medium voor het overdragen van warmte ten behoeve van ruimteverwarming. Als fluïdum voor de warmte-overdracht wordt in het algemeen water toegepast, maar in principe kunnen ook andere warmte-overdrachtsmedia, zoals olie of stoom worden toege-10 past.
Als ketel wordt bij moderne apparatuur een zogenaamde hoog-rendementsketel toegepast, die in staat is een bijzonder hoog rendement uit verstookte brandstof te halen indien water uit de verbrandingsgassen gelegenheid krijgt, te condenseren 15 tegen de warmtewisselaar van de ketel. De condensatie van waterdamp uit de verbrandingsgassen is des te sterker naarmate de temperatuur in de warmtewisselaar lager is. In de praktijk treedt in het algemeen geen condensatie meer op indien de re-tour-temperatuur van het warmte-overdrachtsmedium hoger is 20 dan 55 °C. Ook bij toepassing van andere warmtebronnen, zoals zonne-collectoren en warmtepompen is het rendement hoger naarmate de retourtemperatuur van het warmte-overdrachtsmedium lager is.
Bij het verwarmen van tapwater in een voorraadboiler 25 doet zich nu het probleem voor, dat uit hygiënisch oogpunt veelal geëist wordt, dat de watertemperatuur is de boiler hoger is dan 65 eC. Dit brengt met zich mee, dat uit een voorraadboiler terugkerend warmte-overdrachtsmedium - in de praktijk meestal water - een temperatuur van meer dan 65 eC 30 heeft. Hierdoor werkt bijvoorbeeld een verwarmingsketel bij het verwarmen van water in een voorraadboiler in een bedrijf stoestand, waarbij geen condensatie tegen de warmtewisselaar van de ketel optreedt en het rendement derhalve ongeveer 10% lager is dan het geval is indien de temperatuur van 35 uit een voorraadboiler terugkerend warmte-overdrachtsmedium 1 0 0 7 A 1 6 -2- lager is dan 55 eC. Bij verwarming van warm tapwater, waarmee in bijvoorbeeld Nederland ongeveer 30% van het energieverbruik van huishoudens bestemd voor verwarming gemoeid is, werken hoogrendementsketels derhalve niet met een rendement 5 dat de aanduiding hoogrendementsketel rechtvaardigt. Ook bij toepassing van andere warmtebronnen zou een beter rendement bij verwarming van warm water gewenst zijn.
De uitvinding heeft als doel het rendement van verwarming van water in een voorraadboiler te verbeteren zonder een 10 lagere hoogste watertemperatuur in de voorraadboiler te accepteren.
Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt door bij een voorraadboiler van de initieel aangeduide soort de kenmerkende maatregelen volgens conclusie 1 toe te passen.
15 Tijdens het aftappen van warm water uit de voorraadboi ler wordt in de tegenstroom-warmtewisselaar een bijzonder intensieve warmte-overdracht vanuit het warmte-overdragende fluïdum verkregen. Hierdoor wordt de retourtemperatuur van het warmte-overdrachtsfluïdum sterk verlaagd. Dit biedt op 20 zijn beurt het voordeel, dat het warmte-overbrengingsfluïdum met een beter rendement kan worden verwarmd. Bij verwarmen van het fluïdum door middel van een gas-gestookte hoogrendementsketel doet zich het bijzondere voordeel voor, dat de ketel kan worden gestookt in een bedrijfstoestand waarin water-25 damp uit de verbrandingsgassen condenseert tegen de warmtewisselaar van die ketel, waarbij condensatiewarmte vrijkomt die kan worden benut bij het verwarmen van het fluïdum.
Bijzondere uitvoeringen van de uitvinding blijken uit de afhankelijke conclusies.
30 Navolgend worden verdere doelen en voordelen alsmede bijzondere uitvoeringen van de uitvinding beschreven. Daarbij wordt verwezen naar de tekening, waarvans fig. 1 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede door een middenvlak van een voorraadboiler volgens een eerste uitvoe-35 ringsvoorbeeld van de uitvinding is, 1007416 -3- fig. 2 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede door een middenvlak van een voorraadboiler volgens een tweede uitvoe-ringsvoorbeeld van de uitvinding is, fig. 3 een bovenaanzicht van een tapwater-verdeler van 5 de voorraadboiler volgens fig. 2 is, fig. 4 een opengewerkt zijaanzicht van een detail van de boiler volgens fig. 2 is, en fig. 5 een aanzicht overeenkomstig fig. 1 van een voorraadboiler volgens een derde uitvoeringsvoorbeeld van de uit-10 vinding is.
De uitvinding wordt allereerst beschreven en toegelicht aan de hand van de in fig. 1 getoonde uitvoering die de op dit moment de meeste voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de uitvinding vormt.
15 In het navolgende wordt er steeds vanuit gegaan, dat als warmte-overdragend fluïdum water wordt gebruikt dat ook in een centraal verwarmingssysteem circuleert. Het warmte-overdragende fluïdum wordt hierna derhalve kortheidshalve aangeduid als CV-water. Het zal de deskundige duidelijk zijn, 20 dat dit niet wegneemt, dat in het algemeen alsook ook in de navolgend beschreven uitvoeringsmogelijkheden ook andere warmte-overdragende fluïda kunnen worden toegepast, zoals, olie, stoom of water dat uitsluitend tussen de ketel en de boiler circuleert.
25 De in fig. 1 getoonde voorraadboiler heeft een warmwa- ter-reservoir 1. Voor het verwarmen van water in het reservoir 1 is voorzien in een CV-inlaat 2 voor aanvoer van CV-water, een op de CV-inlaat aansluitend verwarmingselement 3 waardoor zich een kanaal 4 voor het geleiden van CV-water 30 uitstrekt en een CV-uitlaat 5 voor het afvoeren van CV-water dat door de verwarmingsstructuur 3 is gepasseerd en naar de warmtebron moet worden geretourneerd. Voor het aanvoeren van tapwater is voorzien in een met het reservoir 1 communicerende tapwater-inlaat 6. Voor het afvoeren van tapwater is 35 voorzien in een met het reservoir 1 communicerende tapwater-uitlaat 7. Verder steekt een temperatuur-sensor 8 van onderaf uit in het reservoir. De door de sensor 8 gedetecteerde tem- 1007416 -4- peratuur in het reservoir wordt, zoals op zich bekend is, gebruikt voor het besturen van de doorvoer van CV-water door het verwarmingselement 3.
Het verwarmingselement 4 vormt tevens een tegenstroom 5 warmtewisselaar, waarin het kanaal 4 voor het door het verwarmingselement 3 leiden van CV-water en een tapwater-gelei-ding 9 aansluitend op de tapwater-inlaat 6 in warmte-uitwis-selende relatie verlopen. De tapwater-geleiding 9 mondt via een monding 10 uit in het reservoir 1, waarbij voor de mon-10 ding een deflector 11 is aangebracht, die voorkomt, dat het aangevoerde water, dat weliswaar voorverwarmd is, maar kouder is dan het warme water bovenin het reservoir 1, zich mengt met het water bovenin het reservoir 1.
In bedrijf wordt tijdens en enige tijd ria het aftappen 15 van water uit het reservoir 1 het CV-water extra gekoeld door overdracht van warmte naar het aangevoerde, koude tapwater (pijlen 12-14). Hierdoor wordt de retour-temperatuur van het bij de warmtebron terugkerende CV-water verlaagd, hetgeen op zijn beurt resulteert in een betere warmte-overdracht vanuit 20 de warmtebron naar het CV-water en derhalve een hoger rendement door minder verlies van warmte naar de omgeving. Indien als warmtebron een gas-gestookte hoogrendementsketel wordt toegepast, doet zich het bijzondere voordeel voor, dat water tot een tapwater-temperatuur van minstens 65eC kan worden 25 verwarmd met CV-water dat een retourtemperatuur heeft die aanzienlijk lager is, bijvoorbeeld ca. 55°C, waardoor water uit de verbrandingsgassen tegen de warmtewisselaar van de ketel condenseert. De daarbij vrijkomende condensatiewarmte wordt aldus benut voor het verwarmen van het CV-water, het-30 geen bij de meeste gangbare ketels een verhoging van het rendement van de ketel met circa 10 procentpunt oplevert. De verwarming tot minstens 65 eC is van belang voor het doden van ongewenste kiemen, in het bijzonder legionella bacteriën.
Teneinde bij de warmte-overdracht vanaf vooral het nog 35 zeer hete, juist aangevoerde CV-water in een stroomopwaarts gedeelte van het kanaal 4 een effectieve verwarming van het water in het reservoir 1 tot een gelijkmatig verdeelde eind- 1007416 -5- temperatuur te bereiken, is het kanaal 4 in het reservoir 1 gelegen.
Het kanaal 4 van het verwarmingselement 3 verloopt volgens een dubbele schroeflijn door het reservoir 1. Doordat 5 het binnen het reservoir 1 verlopende gedeelte van het kanaal 4 daarbij een wand heeft die in direct contact met de binnenruimte van het reservoir 1 staat, wordt een effectieve warmteoverdracht vanuit CV-water naar het water in het reservoir 1 mogelijk gemaakt. Dit is van bijzonder belang voor warmte-10 overdracht vanaf CV-water in een stroomopwaarts gedeelte van het kanaal 4, dat nog een relatief hoge temperatuur heeft.
De tapwater-geleiding wordt gevormd door een tapwater-kanaal 9 dat coaxiaal binnen het CV-water-kanaal 4 verloopt. Aldus wordt over een lang traject een intensieve warmte-over-15 dracht van het CV-water naar het aangevoerde tapwater en naar het water in het reservoir 1 bereikt. Dit draagt verder bij aan het bereiken van een optimale verlaging van de retour-temperatuur van het CV-water. Overigens wordt een verbeterde warmte-overdracht naar water in het reservoir 1 ook bereikt 20 als door leiding 9 geen water stroomt of als de kern binnen het kanaal 4 massief is.
Ondanks de lengte van het stroomtraject van het tapwater en het CV-water waarlangs warmte-uitwisseling mogelijk is, de weerstand die het CV-water en het tapwater in de ge-25 meenschappelijk schroefvormig gewikkeld verlopende kanalen 4, 9 ondervinden toch zeer gering.
Teneinde de leidingen van het tapwater-kanaal 9 en het CV-water-kanaal 4 ten opzichte van elkaar te centreren, kan de leiding van het tapwater-kanaal 9 bijvoorbeeld zijn voor-30 zien van over de lengte daarvan verdeelde afstandhouder-ro-zetten. Er zijn echter ook diverse andere oplossingen mogelijk, zoals over de lengte en de omtrek verdeelde indeukingen in de buitenste leiding of over de lengte en de omtrek verdeelde uitstulpingen in de binnenste leiding.
35 Het CV-water-kanaal 4 vormt tevens een afscherming tus sen de binnenruimte van het reservoir 1 en de tapwater-geleiding 9. Hierdoor wordt voorkomen, dat water in het reservoir 1007416 -6- 1 wordt afgekoeld door (nog) koud tapwater, dat via genoemd de tapwater-geleiding 9 wordt aangevoerd. Dit is van bijzonder belang wat betreft een stroomopwaarts gedeelte van de tapwater-geleiding 9, waarin het water tijdens het aftappen 5 van water uit het reservoir 1 nog zeer koud is.
Doordat het CV-water in het kanaal 4 tussen het water in de tapwater-geleiding 9 en het water in het reservoir 1 is gelegen wordt bovendien enerzijds tijdens en enige tijd na het aftappen van water een effectieve warmte-overdracht naar 10 het juist aangevoerd, koude tapwater bereikt en wordt anderzijds een zeer effectieve warmte-overdracht naar het water in het reservoir bereikt voor het naverwarmen tot een gelijkmatig verdeelde eindtemperatuur.
Teneinde het tapwater in een traject binnen het CV-wa-15 ter-kanaal 4 te brengen traverseert het tapwater-kanaal 9 tweemaal een wand van het CV-water-kanaal 4. Eenmaal stroomopwaarts van het coaxiaal met het CV-water-kanaal 4 verlopende gedeelte van het tapwater-kanaal 9 en een maal stroomafwaarts van het coaxiaal met het CV-water-kanaal 4 verlo-20 pende gedeelte van het tapwater-kanaal 9. Beide posities waar het tapwater-kanaal 9 de wand van het CV-water-kanaal 4 traverseert zijn buiten het reservoir 1 gelegen. Dit biedt het voordeel, dat het gedeelte van het CV-water-kanaal 4 binnen het reservoir 1 geheel naadloos kan zijn uitgevoerd, waardoor 25 de mogelijkheid van vervuiling van tapwater in het reservoir 1 door lekkage van CV-water via naden in het CV-water-kanaal wordt uitgesloten. Doordat ook het tapwater-kanaal 9 geen naden vertoont in het gebied waar dit binnen het CV-water-ka-naal 4 verloopt, wordt de mogelijkheid van vervuiling van 30 tapwater in het tapwater-kanaal 9 door lekkage van CV-water via lasnaden of dergelijke in het tapwater-kanaal 9 eveneens uitgesloten.
De in de figuren 2-4 getoonde uitvoering van een voor-raadboiler volgens de uitvinding wordt eveneens gevormd door 35 een reservoir 20 en is eveneens voorzien van in- en uitlaten voor CV-water 22, 25 en een CV-water-kanaal 24 daartussen die deel uitmaakt van een verwarmingsstructuur 23. voor het ge- 1007416 -7- leiden van tapwater aansluitend op de tapwater-inlaat 26 is voorzien in binnengelegen en buitengelegen schotten 35, 36 die binnengelegen en buitengelegen tapwater-geleidingen 37, 38 begrenzen. Het CV-water-kanaal 24 verloopt schroeflijnvor-5 mig door de tapwater-geleidingen 37, 38. De tapwater-geleidingen 37, 38 vormen tezamen een traject, dat vanaf een onderuiteinde van de boiler kokervormig omhoog verloopt tussen een omtrekswand van het reservoir 1 en het buitengelegen van de twee schotten 36 en om een bovenrand van dat buitengelegen 10 schot 36 heen omgevouwen terug omlaag verloopt tussen het buitengelegen schot 36 en het binnengelegen schot 35. uiteindelijk mondt de tapwater-geleiding via doorlaten 30 in het binnengelegen schot 35 uit in een binnenruimte 39 van het reservoir 21, dat aan zijn bovenzijde is afgesloten door een 15 deksel 40.
Verder is ook deze voorraadboiler voorzien van een tem-peratuur-sensor 28 voor het detecteren van de temperatuur van water in het reservoir 21. Teneinde de circulatie van water langs het schroeflijnvormig verlopende kanaal 24 bij het na-20 verwarmen van water in het reservoir 1 terwijl geen water wordt afgetapt te bevorderen, is het binnenste schot 35 bovendien voorzien van doorlaten 41 nabij de bovenzijde van de binnenruimte 39. Deze doorlaten zijn bovendien voorzien van deflectors 42 die tegengaan dat tijdens het aftappen van tap-25 water door de tapwater-geleiding 37, 38 stromend vers tapwater de binnenruimte binnendringt zonder het gehele traject van de tapwater-geleiding te hebben afgelegd. Eventueel kunnen ook dergelijke circulatie-bevorderende openingen zijn aangebracht in het buitengelegen schot. Verder kunnen ook in 30 de tapwater-geleidingen deflectors zijn aangebracht die tijdens het aftappen van water tegengaat dat niet volledig voor-verwarmd water de binnenruimte 39 binnen stroomt.
In bedrijf wordt tijdens het aftappen van water uit de binnenruimte 39 via de tapwater-uitlaat 27 vers tapwater toe-35 gevoerd via de tapwater-inlaat 26. Het aangevoerde tapwater stroomt verder langs een traject, als is aangegeven door pijlen 43, 44, 45, via de tapwater-geleidingen 37, 38 en de 1 0 07 A16 -8- doorlaten 30. Tijdens het stromen door de kokervormige tussenruimtes 37, 38 van de tapwater-geleiding die begrensd worden door de schotten 35, 36 wordt het tapwater verwarmd door warmte-uitwisseling met CV-water dat door het schroeflijnvor-5 mige kanaal 24 stroomt. Daarbij koelt, evenals bij de hiervoor beschreven voorraadboiler het CV-water af tot onder de temperatuur tot welke het water in de binnenruimte wordt verwarmd, zodat een verlaagde retour-temperatuur en, dientengevolge, een hoger rendement van de warmtebron bereikt kan wor-10 den. Wanneer geen water afgetapt wordt en het water in de tapwater-geleiding 37, 38 is opgewarmd tot een temperatuur die ongeveer gelijk is aan de temperatuur van het water op hetzelfde niveau in de binnenruimte 39, wordt het water in de binnenruimte verwarmd door warmte-uitwisseling met het ver-15 warmingselement 23 via het water in de tussenruimtes 37, 38. Daarbij laten de doorlaten 41 in het binnengelegen schot circulatie tussen de binnengelegen tussenruimte 37 en de binnenruimte 39 van het reservoir 21 toe.
Ook bij deze voorraadboiler wordt een stroomopwaarts 20 gedeelte van de tapwater-geleiding 38 door twee wanden 35, 36 en een tussenruimte 37 daartussen afgeschermd van het reservoir 1, zodat afkoeling van eenmaal opgewarmd water in het reservoir 21 door koud, juist aangevoerd tapwater wordt tegengegaan .
25 Anders dan bij de hiervoor beschreven voorraadboiler wordt bij deze voorraadboiler de afscherming van het stroom-opwaartse gedeelte van de tapwater-geleiding 38 gevormd door het stroomafwaartse gedeelte 37 van een door de tapwater-geleiding bepaald stroomtraject. Bij deze uitvoering wordt de 30 afscherming op een constructief eenvoudige wijze verkregen.
Doordat het CV-water-kanaal in een richting in hoofdzaak dwars op een door de tapwater-geleiding bepaald stroomtraject in de vorm van een afgescheiden vlakke tussenruimtes 37, 38 verloopt, wordt een lange verblijftijd van het CV-wa-35 ter in de tussenruimtes 37, 38 gerealiseerd, hetgeen het verlagen van de retour-temperatuur van het CV-water verder bevordert .
1 0 07 4 1 6 -9-
In bedrijf wordt bij deze voorraadboiler, althans indien vrij regelmatig water wordt afgetapt, een gelaagde tem-peratuursverdeling verkregen, waarbij de watertemperatuur in de buitenste tussenruimte 38 tussen de buitenwand van het re-5 servoir 21 en het buitengelegen schot 38, dat een deel van de tapwater-geleiding vormt en in hoofdzaak evenwijdig aan de buitenwand van het reservoir 21 verloopt, lager is dan in de binnenruimte. Doordat aldus tendentieel het koudste water zich steeds uitstrekt langs de buitenwand van het reservoir 10 21, worden warmteverliezen door de wand van het reservoir 21 beperkt.
Het CV-water-kanaal 24 verloopt bovendien vanaf de CV-water-inlaat 22 gewikkeld volgens een eerste schroeflijn met een spoed in een eerste richting en verloopt aansluitend ge-15 wikkeld volgens een tweede, schroeflijn met een spoed in een tweede, tegengestelde richting, die op genoemde eerste schroeflijn aansluit en deze coaxiaal omhult, naar de CV-wa-ter-uitlaat 25. Daarbij verlopen de volgens een eerste en een tweede schroeflijn gewikkelde gedeeltes van het CV-water-ka-20 naai 24 door de op elkaar aansluitende coaxiale kokervormige tapwater-geleidingen 37, 38. Aldus wordt een tapwater toevoer langs binnenwaarts opeenvolgende, op elkaar aansluitende schilvormige deelruimtes 37, 38 van de voorraadboiler verkregen, waarbij tapwater in een ondergedeelte van de boiler kan 25 worden toegevoerd en ook in een ondergedeelte van de binnenruimte 39 kan uitmonden. Daarbij zorgen de volgens een eerste en een tweede schroeflijn gewikkelde gedeeltes van het CV-water-kanaal 24 enerzijds voor een lange verblijftijd en een groot contactoppervlak en derhalve een intensieve warmte-30 overdracht van het CV-water naar het tapwater en anderzijds voor een lage stromingsweerstand van het CV-water.
Teneinde het tapwater gelijkmatig verdeeld in de kokervormige tussenruimte 38 uit te laten stromen, is de tapwater-inlaat 26 uitgevoerd met een waterverdeler 46 die althans een 35 segment van een cirkel beschrijft, waarvan de diameter overeenkomt met de diameter van de kokervormige tussenruimte 38. De waterverdeler is voorzien van over zijn omtrek verdeelde 1007416 -10- uitstroom-doorlaten 47, waardoor het water gelijkmatig over de omtrek van de kokervormige tussenruimte 38 uit kan stromen (pijlen 48).
Deze voorraadboiler is verder voorzien van een tempera-5 tuurssensor49 ter plaatse van de tapwater-geleiding 38.
Hierdoor kan sneller op een vraag naar warmte ten gevolge van aftappen van water gereageerd worden dan het geval is in reactie op een gedetecteerde temperatuurverlaging in de binnenruimte 39. Dit is in combinatie met het voorverwarmen van 10 vers tapwater met restwarmte van (ίν-water van extra voordeel, omdat dan het aangevoerde tapwater, zo vroeg mogelijk, dat wil zeggen, vanaf een zo laag mogelijke temperatuur, wordt voorverwarmd. Indirecte voorverwarming door warmte-overdracht vanaf reeds verwarmd tapwater in het reservoir aldus zo be-15 perkt en vervangen door voorverwarming door het CV-water vanaf een lage temperatuur.
Bij de voorraadboiler volgens het in fig. 5 getoonde voorbeeld is voor het aanvoeren van tapwater vóórzien in een met het reservoir 1 communicerende tapwater-inlaat 56 die 20 rechtstreeks in het reservoir 1 uitmondt. Voor het afvoeren van tapwater is voorzien in een met het reservoir 1 communicerende tapwater-uitlaat 57. De tapwater-geleiding 59 sluit via een pijp 92, die zich vanaf een bovengebied van het reservoir uitstrekt, stroomafwaarts aan op het reservoir 1.
25 In bedrijf wordt tijdens en enige tijd na het aftappen van water uit het reservoir 1 het CV-water zowel door overdracht van warmte naar het uit het reservoir 1 afkomstig water als door warmte-overdracht naar water in het reservoir 1 gekoeld. Dit maakt een reductie van de retour-temperatuur van 30 het CV-water en daardoor een rendementsverbetering mogelijk. In het bijzonder indien het warmte-overdragende fluïdum als een dunne laag tussen het tapwater en het water in het reservoir door de warmte-wisselaar wordt geleid, wordt een zeer intensieve warmte-overdracht naar het water in het reservoir 35 bereikt, vooral als de warmte-wisselaar zich in een relatief koud gedeelte van het reservoir bevindt en/of als een rela- 1007416 -11- tief klein reservoir wordt gebruikt, waarvan de binnentemperatuur bij het aftappen relatief sterk daalt.
Een bijzonder voordeel van een zich door de warmte-wis-selaar uitstrekkende tapwater-geleiding 59 die aansluit op 5 het reservoir 1 is, dat door het naverwarmende effect van het warmte-overdragende fluïdum een zeer gelijkmatige afgifte-temperatuur van het tapwater wordt verkregen en in het bijzonder temperatuursdaling door daling van de temperatuur van het water in het reservoir tijdens het aftappen van veel wa-10 ter in een kort tijdsbestek wordt tegengegaan.
Verder zorgt de naverwarming en de constante temperatuur van het tapwater er bij een geschikte keuze van de temperatuur en van de tijd dat het naverwarmde water op die temperatuur blijft voor, dat gewaarborgd wordt dat ongewenste 15 kiemen zoals de legionella bacterie ook dan gedood worden als in een kort tijdsbestek dusdanig veel water wordt afgetapt uit de boiler dat temperatuursgradiënt waarachter de desbetreffende kiemen kunnen overleven de inlaat van de uitstroom-leiding 92 bereikt en de temperatuur van water dat het reser-20 voir 1 verlaat zodanig laag wordt dat niet gewaarborgd is, dat de schadelijke kiemen gedood zijn. Dit maakt het op zijn beurt mogelijk een geringere veiligheidsmarge aan te houden wat betreft de temperatuur in het reservoir en wat betreft de capaciteit van de verwarmingsmiddelen en het reservoir, het-25 geen de kosten van de installatie beperkt en rendementsverbe-tering mogelijk maakt. In het bijzonder indien een sterk verhoogde tapwater afgifte-temperatuur na na-verwarming van bijvoorbeeld 70, 75 of bij voorkeur 80 *c wordt gerealiseerd kan met een relatief korte verblijftijd van water op die tempera-30 tuur bereikt worden dat ongewenste kiemen betrouwbaar onschadelijk gemaakt worden.
Het zal de deskundige duidelijk zijn, dat binnen het kader van hetgeen hiervoor is omschreven nog vele andere varianten mogelijk zijn. De warmtewisselaar kan bijvoorbeeld 35 ook geheel of gedeeltelijk buiten het reservoir zijn gelegen. Ook het gehele verwarmingselement kan in beginsel geheel of gedeeltelijk buiten het reservoir zijn gelegen.
1007416

Claims (13)

  1. 2. Voorraadboiler volgens conclusie 1, waarbij de tap-water-geleiding (9; 37, 38) aansluit op genoemde tapwater-aanvoerdoorlaat (6; 26).
  2. 3. Voorraadboiler volgens conclusie 1 of 2, waarbij ten 25 minste een stroomopwaarts gedeelte van genoemd fluïdum-kanaal (4; 24) in genoemd reservoir (1; 21) is gelegen.
  3. 4. Voorraadboiler volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een stroomopwaarts en binnen het reservoir (1; 21) verlopend gedeelte van genoemd fluïdum-kanaal 30 (4; 24) een wand heeft die in direct contact met een binnen ruimte van het reservoir (1; 21) staat.
  4. 5. Voorraadboiler volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende een temperatuur-sensor (49) ter plaatse van genoemde tapwater-geleiding (9; 37, 38; 59). 100741« -13-
  5. 6. Voorraadboiler volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een stroomopwaarts gedeelte van de tapwater-geleiding (9; 38; 59) door ten minste' twee wanden van het reservoir (1; 21) is afgeschermd. 7. voorraadboiler volgens conclusie 6, waarbij genoemde afscherming wordt gevormd door ten minste een stroomafwaarts gedeelte van genoemd fluïdum-kanaal (4).
  6. 8. Voorraadhouder volgens conclusie 7, waarbij ten minste een stroomopwaarts gedeelte van de tapwater-geleiding 10 wordt gevormd door een tapwater-kanaal (9; 59) dat coaxiaal binnen ten minste een stroomafwaarts gedeelte van genoemd fluïdum-kanaal (4) verloopt.
  7. 9. Voorraadhouder volgens conclusie 8, waarbij het fluïdum-kanaal (4) een wand heeft en waarbij het tapwater- 15 kanaal (9; 59) de wand van het fluïdum-kanaal (4; 24) uitsluitend buiten het reservoir (1; 21) traverseert.
  8. 10. Voorraadhouder volgens conclusie 7, waarbij genoemde afscherming wordt gevormd door ten minste een stroomafwaarts gedeelte (37) van genoemde tapwater-geleiding.
  9. 11. Voorraadhouder volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij ten minste gedeeltes van de tapwater-geleiding (9; 59) en het fluïdum-kanaal (4) volgens een in hoofdzaak gemeenschappelijke schroeflijn verlopen.
  10. 12. Voorraadhouder volgens een der voorgaande conclu- 25 sies, waarbij de tapwater-geleiding (37, 38) wordt gevormd door een afgescheiden vlakke tussenruimte begrensd door ten minste een schot (35, 36), en waarbij het fluïdum-kanaal (24) in een richting in hoofdzaak dwars op een door genoemde tapwater-geleiding (37, 38) bepaald stroomtraject door genoemde 30 tussenruimte verloopt.
  11. 13. Voorraadhouder volgens conclusie 12, waarbij ten minste een tapwater-geleiding (37, 38) wordt gevormd door een tussenruimte tussen een buitenwand van het reservoir (21) en genoemd schot (36), waarbij genoemd schot (36) in hoofdzaak 35 evenwijdig aan genoemde wand verloopt.
  12. 14. Voorraadhouder volgens conclusie 13, waarbij genoemd fluïdum-kanaal (24) vanaf genoemde fluïdum-aanvoerdoor- 1007418 -14- laat (22) gewikkeld volgens een eerste schroeflijn roet een spoed in een eerste richting verloopt en aansluitend gewikkeld volgens een tweede, schroeflijn met een spoed in een tweede, tegengestelde richting, die op genoemde eerste 5 schroeflijn aansluit en deze coaxiaal omhult, naar genoemde fluïdum-afvoerdoorlaat (25) verloopt, en waarbij genoemde, volgens een eerste en een tweede schroeflijn gewikkelde gedeeltes van het fluïdum-kanaal (24) door op elkaar aansluitende coaxiale kokervormige tapwater-geleidingen (37, 38) 10 verlopen.
  13. 15. Voorraadhouder volgens een der conclusies 12-14, verder voorzien van doorlaten door of langs ten minste een van genoemde schotten voor circulatie van water door genoemde tapwater-geleiding (9; 37, 38; 59) zonder dat water uit de 15 boiler wordt afgegeven. 1007416
NL1007416A 1997-04-10 1997-10-31 Voorraadboiler. NL1007416C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP98201182A EP0870993A1 (en) 1997-04-10 1998-04-14 Storage water heater

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005786 1997-04-10
NL1005786A NL1005786C2 (nl) 1997-04-10 1997-04-10 Voorraadboiler.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1007416C1 true NL1007416C1 (nl) 1997-11-28

Family

ID=19764769

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1005786A NL1005786C2 (nl) 1997-04-10 1997-04-10 Voorraadboiler.
NL1007416A NL1007416C1 (nl) 1997-04-10 1997-10-31 Voorraadboiler.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1005786A NL1005786C2 (nl) 1997-04-10 1997-04-10 Voorraadboiler.

Country Status (1)

Country Link
NL (2) NL1005786C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1009638C2 (nl) * 1998-07-14 2000-01-18 Daalderop Bv Inrichting voor het leveren van warm tapwater.

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
LU49823A1 (nl) * 1965-11-11 1966-01-11
US3921708A (en) * 1970-10-07 1975-11-25 Ygnis Sa Heat exchanger and method of operation thereof
FR2305695A1 (fr) * 1975-03-26 1976-10-22 Bennavail Francis Appareil pour la production d'eau chaude par accumulation de l'energie solaire
AT368271B (de) * 1979-09-06 1982-09-27 Austria Email Ag Waermetauscher
AT389385B (de) * 1987-12-11 1989-11-27 Vaillant Gmbh Warmwasserspeicher
DE29612894U1 (de) * 1995-09-15 1996-09-19 Solar Diamant-Systemtechnik und Metallbau GmbH, 48493 Wettringen Warmwasserspeicher, insbesondere für Brauchwasser

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1009638C2 (nl) * 1998-07-14 2000-01-18 Daalderop Bv Inrichting voor het leveren van warm tapwater.

Also Published As

Publication number Publication date
NL1005786C2 (nl) 1998-10-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4256170A (en) Heat exchanger
DK150255B (da) Tertiaervarmeveksler
US20100218933A1 (en) Heat Exchange System and Method
CA1055479A (en) Descaling of heat exchanger
US20150323265A1 (en) Heat exchanger having a compact design
TW445366B (en) Assembly body of heat exchange coils
CN105731573A (zh) 一种太阳能蓄热系统及具有蓄热功能的海水淡化系统
EP2282140B1 (en) Heat exchanger and hot-water supply device using same
CN104596344B (zh) 用于热交换器的回水箱
US2816738A (en) Heat exchanger
EP0870993A1 (en) Storage water heater
US3590912A (en) Vertical staggered surface feedwater heater
US9404650B2 (en) Boiler with improved hot gas passages
NL1007416C1 (nl) Voorraadboiler.
CN216494879U (zh) 换热部件、饮水机和饮水系统
US3604501A (en) Heat exchanger
ES2885829T3 (es) Intercambiador de calor para un generador de vapor de sal fundida en una planta de energía solar concentrada (III)
CN105692747A (zh) 一种智能控制的太阳能系统及其海水淡化系统
NL1001374C2 (nl) Warmtewisselaar voor combiketel met centrale verbrandingsruimte.
KR200315193Y1 (ko) 온수보일러용 열교환기
CN217817449U (zh) 热交换器及燃气热水装置
KR100205274B1 (ko) 고압 급수 예열기
CN210320144U (zh) 节能空气预热器
JP2690762B2 (ja) スラリまたはエマルジョン流体の加熱供給装置
JPH0228356Y2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
SD Assignments of patents

Owner name: HEATEX B.V.

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20030501