NL1005850C2 - Bouwsysteem omvattende afzonderlijke bouwelementen. - Google Patents
Bouwsysteem omvattende afzonderlijke bouwelementen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1005850C2 NL1005850C2 NL1005850A NL1005850A NL1005850C2 NL 1005850 C2 NL1005850 C2 NL 1005850C2 NL 1005850 A NL1005850 A NL 1005850A NL 1005850 A NL1005850 A NL 1005850A NL 1005850 C2 NL1005850 C2 NL 1005850C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- building
- elements
- thickening
- rod
- bore
- Prior art date
Links
- 230000008719 thickening Effects 0.000 claims description 25
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 10
- 238000004873 anchoring Methods 0.000 description 8
- 239000000853 adhesive Substances 0.000 description 6
- 230000001070 adhesive effect Effects 0.000 description 6
- 239000004568 cement Substances 0.000 description 5
- 239000000463 material Substances 0.000 description 4
- 150000001875 compounds Chemical class 0.000 description 3
- 239000004575 stone Substances 0.000 description 3
- XEEYBQQBJWHFJM-UHFFFAOYSA-N Iron Chemical compound [Fe] XEEYBQQBJWHFJM-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 2
- 239000002699 waste material Substances 0.000 description 2
- 238000005452 bending Methods 0.000 description 1
- 239000007767 bonding agent Substances 0.000 description 1
- 239000011449 brick Substances 0.000 description 1
- 238000006243 chemical reaction Methods 0.000 description 1
- 239000003795 chemical substances by application Substances 0.000 description 1
- 230000005489 elastic deformation Effects 0.000 description 1
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 1
- 238000009413 insulation Methods 0.000 description 1
- 229910052742 iron Inorganic materials 0.000 description 1
- 239000007788 liquid Substances 0.000 description 1
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 1
- 238000005259 measurement Methods 0.000 description 1
- 238000012986 modification Methods 0.000 description 1
- 230000004048 modification Effects 0.000 description 1
- 230000002441 reversible effect Effects 0.000 description 1
- 239000007787 solid Substances 0.000 description 1
- 229920001169 thermoplastic Polymers 0.000 description 1
- 229920001187 thermosetting polymer Polymers 0.000 description 1
- 239000004416 thermosoftening plastic Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B2/00—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
- E04B2/02—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
- E04B2/04—Walls having neither cavities between, nor in, the solid elements
- E04B2/06—Walls having neither cavities between, nor in, the solid elements using elements having specially-designed means for stabilising the position
- E04B2/08—Walls having neither cavities between, nor in, the solid elements using elements having specially-designed means for stabilising the position by interlocking of projections or inserts with indentations, e.g. of tongues, grooves, dovetails
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B1/00—Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
- E04B1/35—Extraordinary methods of construction, e.g. lift-slab, jack-block
- E04B2001/3583—Extraordinary methods of construction, e.g. lift-slab, jack-block using permanent tensioning means, e.g. cables or rods, to assemble or rigidify structures (not pre- or poststressing concrete), e.g. by tying them around the structure
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B2/00—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
- E04B2/02—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
- E04B2002/0202—Details of connections
- E04B2002/0243—Separate connectors or inserts, e.g. pegs, pins or keys
- E04B2002/0254—Tie rods
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T403/00—Joints and connections
- Y10T403/57—Distinct end coupler
- Y10T403/5733—Plural opposed sockets
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Joining Of Building Structures In Genera (AREA)
- Radar Systems Or Details Thereof (AREA)
- Buildings Adapted To Withstand Abnormal External Influences (AREA)
- Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)
- Conveying And Assembling Of Building Elements In Situ (AREA)
- Operation Control Of Excavators (AREA)
- Warehouses Or Storage Devices (AREA)
- Control Of Conveyors (AREA)
- Retaining Walls (AREA)
- Floor Finish (AREA)
- Working Measures On Existing Buildindgs (AREA)
Description
Bouwsysteem omvattende afzonderlijke bouwelementen.
5 De uitvinding heeft betrekking op een bouwsysteem omvattende bouwele menten met een in hoofdzaak congruent boven- en ondervlak, waarbij elk bouwelement tenminste een boring omvat die zich uitstrekt van boven- tot ondervlak, waarbij de bouwelementen in het systeem zodanig op elkaar kunnen worden gestapeld dat de boringen van twee op elkaar gestapelde bouwelementen op elkaar aansluiten.
10 In de huidige bouwsystemen worden de bouwelementen of bouwstenen op elkaar gestapeld waarbij de bouwelementen of bouwstenen met behulp van verschillende systemen met elkaar kunnen worden verbonden. Het meest traditionele systeem maakt gebruik van cement teneinde twee op elkaar en ook eventueel naast elkaar geplaatste bouwelementen met elkaar te verbinden. In andere systemen, de zogenaamde snelbouw-15 systemen wordt gebruik gemaakt van vloeibare of pasta-achtige kleefstoffen teneinde de bouwelementen onderling te verbinden. In deze systemen worden eveneens bouwelementen van het in de aanhef genoemde type gebruikt, waarbij de boringen hetzij dienen om het gewicht van de bouwelementen te verminderen en de isolatiewaarde te verhogen, hetzij voor het later opnemen van leidingen of dergelijke, hetzij voor het vergroten van het hech-20 tingsoppervlak van het kleefmiddel of de cement.
De bekende bouwsystemen hebben het nadeel dat zij niet geschikt zijn voor de ongeoefende of ongeschoolde bouwer. Immers tijdens het op elkaar plaatsen en verbinden van de bouwelementen, moeten die bouwelementen tegelijkertijd zowel nauwkeurig gepositioneerd worden ten opzichte van elkaar als met elkaar worden verbonden. Dit 25 vereist het vooraf plaatsen en positioneren van stelprofielen waartussen dan telkens een touw op de juiste hoogte wordt gespannen waarlangs een volgende laag bouwelementen wordt gepositioneerd en bevestigd. Het verbinden van de bouwelementen onderling vereist de beschikbaarheid van een verbindingsmiddel in de vorm van cement of kleefmiddel. Dit is niet steeds eenvoudig te hanteren voor de ongeschoolde of ongeoefende bouwer, aang-30 ezien er specifieke eisen gelden ten aanzien van de consistentie van dit verbindingsmiddel tijdens het aanbrengen, in het bijzonder met betrekking tot zijn visceuse eigenschappen. Dit alles heeft ertoe geleid dat het zelf optrekken van muren en dergelijke niet zonder meer tot het domein van de doe-het-zelver is gaan behoren, maar dat hiervoor in het algemeen de hulp van een vakman wordt ingeroepen. Verder hebben de traditionele bouwsystemen door 1005850 2 de aard van het verbindingsmiddel het nadeel dat de hoogte van een muur die per etmaal kan worden opgetrokken beperkt is aangezien het verbindingsmiddel een bepaalde tijd nodig heeft om uit te harden en de vereiste stevigheid aan het geheel te geven. Wanneer later een bouwwerk verkregen met de traditionele bouwelementen moet worden afgebro-5 ken, dan is het hergebruik van de bouwelementen onmogelijk of arbeidsintensief en daardoor niet lonend. De cement of het kleefmiddel moet als afval worden beschouwd, terwijl de bouwelementen slechts ten dele en dan nog met veel moeite geschikt kunnen worden gemaakt voor hergebruik, waarbij meestal een belangrijk gedeelte als afval moet worden beschouwd.
10 De uitvinding stelt zich tot doel een bouwsysteem van het in de aanhef genoemde type te verschaffen waarbij de genoemde nadelen worden vermeden.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat in elke boring een verbindingselement kan worden opgenomen waarmede het bijbehorende bouwelement met een voorafbepaalde druk met het direkt daaronder gelegen bouwelement kan worden 15 verbonden.
Door dit systeem kan het positioneren en verbinden van twee bouwelementen eenvoudig gebeuren door het verbindingselement door de boring te brengen en met het lager gelegen bouwelement te verbinden. De boringen zorgen ervoor dat er slechts minimale zijdelingse bewegingen mogelijk zijn, zodat het positioneren in zijdelingse richting een-20 voudig blijft. Door het ontbreken van een verbindingsmassa in de vorm van cement of kleefmiddel tussen twee op elkaar gestapelde bouwelementen is het positioneren in de hoogte praktisch overbodig aangezien dit automatisch tot stand komt door de hoogte van het bouwelement. Daarnaast is de verbinding een zuivere mechanische verbinding die direkt en zonder wachttijden tot stand wordt gebracht en die onafhankelijk is van chemische 25 reacties. Bij afbraak wordt het mogelijk de bouwelementen en de verbindingselementen eenvoudig van elkaar te scheiden zodat hergebruik mogelijk wordt.
Andere kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de hierna volgende beschrijving, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen, waarin: 30 figuur 1 een bovenaanzicht van een bouwelement dat kan worden gebruikt in een bouwsysteem volgens de uitvinding, figuur 2 een doorsnede volgens de lijn II - II in figuur 1, figuur 3 een schematische doorsnede is van een aantal op elkaar geplaatste bouwelementen, die met elkaar zijn verbonden met het systeem volgens de uitvinding, 1005850 3 figuur 4 een doorsnede is, op grotere schaal, van de verbindingsplaats tussen twee bouwelementen, volgens de uitvinding, figuur 5, een doorsnede overeenkomstig figuur 3 van een tweede uitvoeringsvorm van een bouwsysteem volgens de uitvinding, 5 figuur 6, een doorsnede overeenkomstig figuur 4 van de tweede uitvoerings vorm van het bouwsysteem volgens de uitvinding.
figuur 7 een bovenaanzicht van een ten opzichte van figuur 1 gewijzigde uitvoeringsvorm van een bouwelement volgens de uitvinding, figuur 8 een doorsnede volgens de lijn VIII - VIII in figuur 7, 10 figuur 9 een voorstelling overeenkomstig figuur 6 van een derde uitvoerings vorm van een verbindingssysteem voor een bouwsysteem volgens de uitvinding, voorafgaande aan het eigenlijk verbinden van twee bouwelementen, en figuur 10 een voorstelling overeenkomstig figuur 9, na het met elkaar verbinden van de twee bouwelementen.
15 In de figuren 1 en 2 is een bouwelement of bouwsteen 1 weergegeven waarmede het bouwsysteem volgens de uitvinding kan worden gerealiseerd. In de weergegeven uitvoeringsvorm heeft het bouwelement 1 de vorm van een rechthoekig parallellepipedum, met een bovenvlak 2 een ondervlak 3, twee korte zijvlakken 4 en 5 en twee lange zijvlakken 6 en 7. Dit bouwelement 1 kan uit diverse soorten materiaal worden vervaardigd, 20 zowel natuurlijke materialen zoals de traditionele steensoorten, bijvoorbeeld baksteen, als thermoplastische of thermohardende kunststoffen. Bij voorkeur is het bouwelement vervaardigd uit kalk-zandsteen of beton, aangezien deze materialen de vereiste combinatie vertonen van nauwkeurige maatvoering, geringe kostprijs en geschikte thermische, mechanische en akoestische eigenschappen.
25 Teneinde de bouwelementen 1 onderling te kunnen verbinden tot een bouwsysteem, is in elk bouwelement 1 tenminste een doorgaande boring aangebracht die zich uitstrekt vanaf het bovenvlak 2 tot het ondervlak 3. In de beschrijving en de conclusies wordt de term boring gebruikt, waarbij in de beschrijving wordt uitgegaan van een boring met cirkelvormige doorsnede. Het is evenwel duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot 30 cylindrische boringen, maar dat in principe een doorgaand gat met willekeurige doorsnede kan worden gebruikt. In de beschrijving en conclusies wordt een dergelijk gat aangeduid met de term boring. In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn twee dergelijke boringen 10 en 11 aangebracht. Het uiteinde van de boringen 10 en 11 gelegen nabij het bovenvlak 2 is voorzien van uitsparingen 12 en 13 met een diameter die groter is dan de diameter van de 1005850 4 boringen 10 en 11 en de uitsparingen 12 en 13 zijn concentrisch ten opzichte van de boringen 10 en 11. Op dezelfde wijze zijn nabij het ondervlak 3 eveneens twee uitsparingen 14 en 15 gevormd die in de weergegeven uitvoeringsvorm dezelfde vorm hebben als de uitsparingen 12 en 13, maar die in principe een afwijkende vorm kunnen hebben of in 5 bepaalde situaties zelfs volledig achterwege kunnen blijven. Op deze wijze zijn de uiteinden van de boringen 10 en 11 voorzien van schouders 16, 17, 18 en 19.
Teneinde twee bouwelementen 1 met elkaar te verbinden, worden twee dergelijke elementen 1A en 1B op elkaar geplaatst waarbij een van de boringen 10 of 11 van het ene element 1A in het verlengde ligt van een van de boringen 10 of 11 van het 10 andere element 1B, waarbij het ondervlak van de bouwelement 1A rust op het bovenvlak van het andere bouwelement 1B, een en ander zoals weergegeven in de figuren 3 en 4.
Voor het verbinden van twee aldus op elkaar gestapelde bouwelementen 1A en 1B wordt gebruik gemaakt van een verbindingselement 30, zoals weergegeven in figuur 3. Het verbindingselement 30 bestaat in de weergegeven uitvoeringsvorm uit een stang 31 15 die aan een uiteinde is voorzien van een verdikking 32, waarmede het verbindingselement 30 kan worden aangelegd tegen een van de schouders 16, 17,18 of 19 in de boringen. Daarbij kan de verdikking 32 een geheel vormen met de stang 31, maar eveneens zijn uitgevoerd als een afzonderlijk element dat tijdens het opbouwen van de muur telkens op een uiteinde van de stand 31 wordt aangebracht. De verdikking 32 is voorzien van midde-20 len voor het opnemen van het uiteinde van een andere stang 31, zodanig dat de twee stangen vast met elkaar zijn verbonden. In de weergegeven uitvoeringsvorm is daartoe de verdikking, gezien in axiale richting van de stang 31, voorzien van een boring 33 die is voorzien van inwendige schroefdraad en is de stang 31 tenminste nabij het uiteinde voorzien van schroefdraad met dezelfde spoed, waarbij de draaddiameter van de boring 33 25 correspondeert met de draaddiameter van de stang 31. De buitenkant van de verdikking 32 kan de vorm hebben van een zeskantige moer, zodat hierop gereedschap past waarmede de stang 31 kan worden vastgeschroefd. De lengte van het bevestingingselement 30 is in principe gelijk aan de hoogte van het bouwelement vermeerderd met de ingeschroefde draadlengte. De diameter van de stang is iets kleiner dan de diameter van de boringen 10 30 of 11, zodat de stang met speling door de boringen 10 of 11 kan worden gestoken.
Voor het verbinden van twee bouwelementen die op de bovenbeschreven wijze op elkaar zijn gestapeld, wordt een stang 31 door de boring 10 of 11, die ligt in het verlengde van de boring 10 of 11 van het ondergelegen bouwelement, gestoken, waarbij de verdikking aan het boveneinde uitsteekt. Ervan uitgaande dat in de boring van het onderge- 1005850 5 legen bouwelement reeds een dergelijk verbindingselement 30 is aangebracht, kan de thans ingestoken stang worden vastgeschroefd in de schroefdraad van het ondergelegen verbindingselement. Door een juiste dimensionering van het bouwelement en het bevesti-gingselement 30 kan de stang 31 zodanig worden vastgeschroefd dat het laatst aang-5 ebrachte bouwelement tussen de verdikking 32 van zijn eigen verbindingselement 1A en het bovenvlak 2 van het ondergelegen bouwelement 1B kan worden geklemd. Door gebruik te maken van geschikt gereedschap kan de kracht van deze klemming op een voorafbepaalde waarde worden ingesteld, bijvoorbeeld een kracht van 3000 N, zodanig dat de samenstelling een voldoende voorspanning loodrecht op het oplegvlak en wrijving in dat 10 vlak verkrijgt, om (naast de in stapelbouw optredende druk) ook alle te verwachten dwarskrachten, buigende momenten en lokale trek op te nemen.
In figuur 3 is schematisch weergegeven hoe een aantal bouwelementen door middel van bevestigingselementen 30 met elkaar is verbonden. Hieruit blijkt duidelijk dat op deze wijze een muur kan worden verkregen waarbij alle stenen met dezelfde kracht 15 op elkaar worden gedrukt. Metingen hebben aangetoond dat in principe een kracht van 1000 N kan volstaan om de aldus verkregen muur een voldoende weerstand te geven tegen zijdelingse belastingen. Bij voorkeur worden echter hogere waarden gebruikt, in de orde van grootte van 3000 N. Aldus wordt een stevige en verankerde muur verkregen. Ten aanzien van de verankering moet worden opgemerkt dat de onderste stenenlaag op dezelf-20 de wijze met behulp van bevestigingselementen 30 kan worden gefixeerd op een vooraf aangebracht fundament, waarin inwendig van schroefdraad voorziene holle elementen zijn bevestigd voor de opnemen van de ondereinden van de stangen 31. Indien gewenst kunnen de stangen 31 van de onderste laag daartoe een iets grotere lengte hebben.
Ingeval de hoogte van de verdikking 32 kleiner is dan de hoogte van de 25 uitsparing 12 of 13, dan valt de verdikking 32 volledig binnen de uitsparing 12 of 13 en kunnen de uitsparingen 14 en 15 aan de onderzijde van het bouwelement achterwege blijven. In verband met het positioneren van een nieuw te plaatsen bouwelement verdient het echter de voorkeur dat de verdikking 32 iets uitsteekt boven het bovenvlak 2.
In de bovenbeschreven uitvoeringsvorm kunnen problemen ontstaan wan-30 neer een van de stangen 31 breekt, waardoor de volledige voorspanning over de hoogte van de muur boven de breuk komt te vervallen. Dit kan worden verbeterd door elk bouwelement ten minste gedeeltelijk te verankeren op het bovengelegen bouwelement of bouwelementen. Hoe dit kan worden gerealiseerd zal hierna worden beschreven met betrekking tot figuur 5 en 6.
1005850 6
Het systeem zoals weergegeven in de figuren 5 en 6 is hoofdzaak identiek met het systeem zoals weeegegeven in de figuren 3 en 4, met uitzondering van een vervor-mingselement 35 dat is aangebracht tussen de bovenzijde van de verdikking 32 en de schouder 19 van de uitsparing 15. In de weergegeven uitvoeringsvorm heeft het vervor-5 mingselement de vorm van een ring in de vorm van een afgeknotte kegel. De afmetingen en de materiaalkeuze van het vervormingselement 35 zijn zodanig dat het element bij een bepaalde belasting van bijvoorbeeld 1000 N een permanente niet-elastische vervorming ondergaat. Het is evenwel duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot deze uitvoeringsvorm van het vervormingselement, maar dat talrijke ander uitvoeringsvormen mogelijk zijn.
10 Essentieel voor de werking van het vervormingselement 35 is dat het bij een bepaalde belasting een permanente niet-omkeerbare vervorming krijgt welke belasting aanmerkelijk kleiner dient te zijn dan de kracht waarmede de op elkaar gestapelde bouwelementen tegen elkaar worden gedrukt.
De afmetingen van het vervormingselement 35 zijn zodanig gekozen dat het 15 in horizontale richting volledig binnen de uitsparingen 12, 13, 14 of 15 past. De vertikale afmeting in niet vervormde toestand moet zodanig zijn dat de som van de hoogte van de verdikking 32 en de hoogte van vervormingselement 35 groter is dan de som van de hoogtes van de uitsparingen 12 en 14 of 13 en 15. Wanneer deze voorwaarde in acht wordt genomen wordt de volgende werking verkregen.
20 Er wordt vanuit gegaan dat het bouwsysteem reeds een bepaald aantal lagen omvat. Vooraleer een nieuw bouwelement met de boringen 10 en 11 in register met de boringen 10 en 11 van lager gelegen bouwelementen wordt geplaatst, wordt op elke verdikking 32 die door dit nieuwe bouwelement zal worden gebruikt voor de bevestiging een vervormingelement 35 geplaatst. Na het plaatsen van het bouwelement, worden verbin-25 dingselementen 30 door de boringen 10 en 11 gestoken die zich uitstrekken door de geplaatste vervormingselementen 35 tot in het boveneinde van de boringen 33 in de verdikkingen 32. Wanneer vervolgens een verbindingselement 30 in de boring 33 wordt geschroefd, wordt daarbij de verdikking 32 van dit verbindingselement in aanraking gebracht met de schouder 16 of 17. Vanaf dat moment zal bij verder aanschroeven van het 30 verbindingselement 30 het bouwelement in de richting van het lager gelegen bouwelement worden gedrukt. Gezien de keuze van de afmetingen zoals hierboven beschreven betekent dit dat op de eerste plaats kontakt ontstaat tussen het vervormingselement en de schouder 18 of 19. Wanneer de aanschroefkracht een bepaalde waarde bereikt, bijvoorbeeld 1000 N zal het vervormingselement beginnen te vervormen totdat het ondervlak van het nieuw i 1005850 7 geplaatste bouwelement in aanraking komt met het bovenvlak van het ondergelegen bouwelement. Verder aanschroeven van het verbindingselement 30 zal deze twee vlakken tegen elkaar drukken totdat de gewenste aandrukkracht van bijvoorbeeld 3000 N is bereikt. Op dat moment is het vervormingselement 35 vervormd en geklemd tussen de schouders 5 18 of 19 enerzijds en de bovenzijde van de verdikking 32 van het verbindingselement 30. Daarbij drukt het vervormingselement met een kracht van 1000 N tegen de schouder 18 of 19.
Op deze wijze wordt bereikt dat elk verbindingselement 30 op zichzelf verankerd is en de kracht over de hoogte van een aantal op elkaar geplaatste bouwelemen-10 ten niet steeds volledig wordt overgedragen op het lager gelegen verbindingselement. Hierdoor wordt bereikt dat wanneer om enige reden een van de verbindingselementen breekt of niet in staat is om de kracht verder naar beneden over te dragen, de vereiste trekkracht in enkele lagen toch weer voldoende is opgebouwd om een stevige verankering van het systeem te garanderen. Gezien het grote aantal verbindingselementen dat bijvoor-15 beeld aanwezig is in een muur gebouwd met behulp van het bouwsysteem volgens de uitvinding, worden in geval van een onderbreking in een van de vertikale reeks verbindingselementen de gevolgen beperkt tot een locaal verschijnsel dat zich niet kan uitstrekken over de volledige hoogte van de muur.
In een aantal situaties kan het gewenst zijn om de zijdelingse stabiliteit van 20 een muur vervaardigd met behulp van het bouwsysteem volgens de uitvinding te verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij hoge muren, of voor het verbinden van de binnen-en buitenmuren van een constructie met spouwruimte. In deze situaties kan gebruik worden gemaakt van het bouwelement zoals weergegeven in de figuren 7 en 8.
Het bouwelement 39 volgens de figuren 7 en 8 is in hoofdzaak identiek aan 25 het bouwelement volgens figuur 1 met uitzondering van het feit dat op het boven- en/of ondervlak een aantal in doorsnede half-cirkelvormige of U-vormige uitsparingen is aangebracht. De uitsparingen 40,41,42,43, 44 en 45 strekken zich uit vanaf de randen tussen het bovenvlak 2 en de zijvlakken 4, 5, 6 en 7 naar de uitsparingen 12 en 13 in het bovenvlak 2. Het is daarbij mogelijk dat de uitsparingen 40 en 41,42 en 44 en 43 en 45 in eikaars 30 verlengde liggen en eventueel in elkaar overgaan. Op dezelfde wijze is in het ondervlak 3 een aantal uitsparingen 50, 51, 52, 53, 54 en 55 aangebracht die zich eveneens uitstrekken vanaf de randen tussen het ondervlak 3 en de zijwanden 4, 5, 6 en 7. In de weergegeven uitvoeringsvorm is in elke uitsparing 40-45 en 50-55 schroefdraad gevormd. De plaats van de uitsparingen 40-45 en 50-55 is zodanig gekozen dat wanneer twee bouwelementen 39 1005850 8 op elkaar worden gestapeld zodanig dat hun boringen in eikaars verlengde liggen, tenminste één uitsparing in het ondervlak recht tegenover een uitsparing in het bovenvlak van het ondergelegen bouwelement is gelegen, waardoor als het ware een van schroefdraad voorzien gat wordt gevormd. Eventueel naastgelegen bouwelementen kunnen overeenkom-5 stige boringen vormen die in lijn liggen met deze boringen.
De werking van deze zijdelingse verankering is als volgt. Tijdens het optrekken van een muur zijn twee bouwelementen 39 naast elkaar geplaatst waarbij hun bovenvlak zich op de zelfde hoogte bevindt en bijvoorbeeld de uitsparing 41 zich recht tegenover de uitsparing 40 van het naastgelegen bouwelement bevindt. Er ontstaat als het ware een 10 gootvormige uitsparing in het gemeenschappelijke bovenvlak van de twee bouwelementen. In deze gootvormige uitsparing kan een van schroefdraad voorziene stang worden geplaatst zodanig dat deze ingrijpt in de schroefdraad van de uitsparingen 41 respectievelijk 40. Bij het plaatsen van de volgende laag bouwelementen 39 gebeurt dit zodanig dat tenminste een van de uitsparingen 50 of 51 over de van schroefdraad voorziene stang die 15 is aangebracht in de uitsparingen 41 en 40 past waardoor deze stang volledig wordt opgesloten en een zijdelingse verankering vormt tussen twee bouwelementen. Het is daarbij niet noodzakelijk dat de bouwelementen 39 direkt tegen elkaar aanliggen. Het is immers ook mogelijk om op deze wijze twee muren die samen bijvoorbeeld een spouwruimte vormen zijdelings met elkaar te verankeren. Tevens bestaat hierbij de vrijheid om het aantal zijde-20 lingse verankeringen in de hoogte aan te passen aan de omstandigheden, bijvoorbeeld door op kritische plaatsen in elke laag zijdelingse verankeringen aan te brengen, en op minder kritische plaatsen slechts om de zoveel lagen.
Het is verder mogelijk om andere vormen van zijdelingse verankering te kiezen dan het systeem met schroefdraad zoals hierboven beschreven. Zo is het mogelijk 25 om gebruik te maken van uitsparingen 40-45 respectievelijk 50-55 die op enige afstand van de randen tussen bovenvlak 2 respectievelijk ondervlak 3 en de zijvlakken 4, 5, 6 en 7 zijn voorzien van bijvoorbeeld uitsparingen met een grotere afmeting dan de doorsnede van de half-cirkelvormige uitsparingen. De verankering kan dan plaatvinden met behulp van stangen die aan beide uiteinden zijn voorzien van overeenkomstig gevormde verdikkingen. 30 In de meest eenvoudige uitvoeringsvorm kan dit worden gerealiseerd door in elke uitsparing op een bepaalde afstand van de zijvlakken een boring, dwarsholte of verdieping te vormen loodrecht op het vlak van het bovenvlak 2 respectievelijk het ondervlak 3. Het verankerings-element kan dan bestaan uit een stang met twee rechthoekig omgebogen uiteinden. Bij de keuze van dergelijke uitvoeringsvormen kan eventueel worden volstaan met het alleen 1005850 9 aanbrengen van de uitsparingen in het bovenvlak of het ondervlak. Evenzo kan het voor de draadstang bedoelde draadgat, dat wordt gevormd door twee even diepe uitsparingen in het boven- en ondervlak, asymmetrisch worden uitgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door middel van een U-vormige gleuf in de het ene bouwelement waar de 5 draadstang in haar geheel in past en wordt gefixeerd, afgesloten door de andere, geheel vlakke zijde van het volgende bouwelemetn. Een draadstang is in tegenstelling met bijvoorbeeld een spouwanker (vervaardigd uit een gebogen ijzerdraad) aan te brengen respectievelijk te verwijderen zonder demontage van de bouwelementen.
In de figuren 9 en 10 is een derde uitvoeringsvorm van het bouwsysteem 10 volgens de uitvinding weergegeven. Deze uitvoeringsvorm verschilt van de hierboven beschreven uitvoeringsvorm doordat het bevestigingselement is samengesteld uit meerdere delen en door de vorm van het vervormingselement. Tevens is de vorm van de uitsparingen in het bouwelement aangepast.
De in de figuren 9 en 10 weergegeven uitsparingen 115 en 112 in de bouw-15 elementen 101A en 101B corresponderen met de uitsparingen 15 en 12 in de bouwelementen 1A en 1B van de figuren 3 en 4. De uitsparing 115 bestaat uit een konisch buitendeel 160, een cylindrisch middendeel 161 en een konisch bodemdeel 119, dat correspondeert met de schouder 19 in figuur 2. Op dezelfde wijze is de uitsparing 112 samegesteld uit een buitendeel 170, een middendeel 171 en een bodemdeel 116.
20 Het verbindingselement omvat een stang 131 die tenminste nabij de beide uiteinden voorzien js van schroefdraad. De lengte van deze stang stemt in hoofdzaak overeen met de hoogte van het bouwelement 101. Verder omvat het verbindingselement een moer 180 met een hoogte die iets kleiner is dan de som van de dieptes van de uitsparingen 112 en 115. De inwendige schroefdraad van de moer 180 is halfweg de hoogte 25 voorzien van een aanslag of dergelijke, waardoor wordt verhinderd dat het draadeinde van de stang 131 verder in de moer kan worden geschroefd. Het vervormingselement 181 bestaat uit een ring waarvan de centrale opening een diameter heeft die nagenoeg overeenstemt met de buitendiameter van de stang 131, en waarbij rond die opening een opstaande rand 182 is gevormd, een en ander zodanig dat de ring met lichte klemming op het 30 draadeinde van de stang 131 kan worden geschoven. De buitendiameter van de ring is in hoofdzaak gelijk aan de diameter van het middendeel 161 en 171 van de uitsparing 115 respectievelijk 112. Verder wordt een sluitring 184 gebruikt die een konische vorm heeft die nagenoeg aansluit op de konische vorm van het bodemdeel 119 respectievelijk 116.
1005850 10
Voor het beschrijven van de werking van deze uitvoeringsvorm wordt uitgegaan van de situatie zoals weergegeven in figuur 9, waarbij aangenomen wordt dat het bouwelement 101b via de stang 131, de moer 180 en de sluitring 184 tegen het ondergelegen bouwelement wordt gedrukt. Voor het aanbrengen van het volgende bouwelement 5 worden stangen 131 in de boringen 110 en 111 hiervan aangebracht, waarbij over het ondereinde van deze stangen 131 telkens een ring 181 is geschoven en op het boveneinde een sluitring 184 is geschoven en een moer 180 losjes hierboven is aangedraaid. Op deze wijze blijven de verbindingselementen op hun plaats tijdens het behandelen van het bouwelement. Eventueel kan het bouwelement reeds in deze vorm ter plaatse van de produktie 10 van de bouwelementen zijn voorbereid. Het bouwelement 101A wordt vervolgens op het bouwelement 101B geplaatst zodanig dat het ondereinde van de stang 131 in de moer 180 behorende bij het bouwelement 101B kan worden geschroefd. Door middel van een geschikt gereedschap dat past op de moer 180 aangebracht op de stang 131 van de bouwsteen 101A, wordt eerst de moer verder over dat boveneinde vastgeschroefd, totdat ze de 15 inwendige aanslag bereikt, waarna de stang 131 mee gaat draaien. Tijdens het verder draaien zal eerst de sluitring 184 aanliggen tegen het bodemdeel 116. Hierdoor wordt bereikt dat de stang 131 zich goed centreert in de boring 110. Bij het verder draaien van de moer en stang, zal het boveneinde van de moer 180 gaan drukken tegen het vervormings-element 181. Bij het bereiken van een bepaalde aandrukkracht van bijvoorbeeld 1000 N 20 gaat het element 181 vervormen, zodanig dat het uiteindelijk tussen de moer 180 en het bodemdeel 119 is geklemd. Tegelijkertijd wordt daardoor het bouwelement 101A tegen het bouwelement 101B gedrukt totdat de aandrukkracht een waarde van bijvoorbeeld 3000 N wordt bereikt. Het draaien van de moer met stang wordt dan gestopt. Figuur 10 toont hoe het geheel van de sluitring, moer en vervormingselement is gepositioneerd nadat het 25 vastdraaien van de stang met moer is beëindigd.
Het is duidelijk dat op deze wijze een verankering van de bouwelementen wordt verkregen die praktisch overeenkomt met het systeem beschreven met betrekking tot de figuren 5 en 6. Het voordeel van deze derde uitvoeringsvorm is dat het verbindingselement volledig is samengesteld uit onderdelen die normaal in de handel verkrijgbaar zijn, en 30 daarom niet apart moeten worden vervaardigd. Dit kan een aanzienlijke besparing in de kostprijs van deze onderdelen betekenen.
Het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot de beschreven en weere-geven uitvoeringsvorm, maar dat talrijke wijzigingen kunnen worden aangebracht binnen et kader van de uitvindingsgedachte zoals weergegeven in de conclusies.
1005850
Claims (12)
1. Bouwsysteem omvattende bouwelementen met een in hoofdzaak congruent boven- en ondervlak, waarbij elke bouwelement tenminste een boring omvat die zich uitstrekt van 5 boven- tot ondervlak, waarbij de bouwelementen in het systeem zodanig op elkaar kunnen worden gestapeld dat de boringen van twee op elkaar gestapelde bouwelementen op elkaar aansluiten, met het kenmerk, dat in elke boring een verbindingselement kan worden opgenomen waarmede het bijbehorende bouwelement met een voorafbepaalde druk tegen het direkt daaronder gelegen bouwelement kan worden verbonden. 10
2. Bouwsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verbindingselement een stang omvat, die met één uiteinde, het ondereinde, in of aan het ondergelegen bouwelement kan worden bevestigd, en waarvan het andere uiteinde, het boveneinde, is voorzien van een verdikking die tegen het bovenvlak van het bouwelement drukt. 15
3. Bouwsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat tenminste het ondereinde van de stang is voorzien van schroefdraad.
4. Bouwsysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het boveneinde van elke stang 20 is voorzien van een verdikking, met een van schroefdraad voorziene boring, waarin het ondereinde van de.draadstang van een daarop geplaatst bouwelement kan worden opgenomen.
5. Bouwsysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat elke boring in het bouwelement 25 nabij het bovenvlak en/of ondervlak is voorzien van een uitsparing voor het opnemen van de verdikking van het boveneinde van de stang.
6. Bouwsysteem volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de positie van de uitsparing in het boven- en/of ondervlak zo nauwkeurig is bepaald, dat via de verdikking van een correc- 30 te positionering van de bouwelementen op elkaar wordt verkregen.
7. Bouwsysteem volgens een der conclusies 2-6, met het kenmerk, dat de verdikking en het verbindingselement een geheel vormen. 1005850
8. Bouwsysteem volgens een der voorgaande conclusies 3 tot 7, met het kenmerk, dat stang een vervormingselement draagt, dat plastisch wordt vervormd zodra de stang met een voorafbepaalde kracht het bouwelement tegen het onder gelegen bouwelement trekt.
9. Bouwsysteem volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het vervormingselement de vorm heeft van een ring in de vorm van een konische mantel.
10. Bouwsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het boven- en ondervlak platte vlakken vormen en de boringen loodrecht staan op deze vlakken, met het kenmerk, 10 dat elke boring nabij het boven- en/of ondervlak een uitsparing heeft met grotere doorsnede dan de boring, dat de draadstang een boveneinde heeft met een verdikking passend in de uitsparing, welke verdikking voorzien is van een uitsparing die is voorzien van schroefdraad voor het opnemen van de bovengelegen draadstang, en dat op de verdikking van de draadstang van een eerste bouwelement een vervormingselement is geplaatst dat onder 15 een bepaalde kracht wordt vervormd, waarbij dit vervormingselement zich bevindt tussen de verdikking en het bovengelegen bouwelement.
11. Bouwsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het boven- en/of ondervlak gleuven zijn aangebracht die eindigen in een van de zijvlakken, in 20 welke gleuven verbindingselementen kunnen worden geplaatst die zich uitstrekken tot in overeenkomstig gevormde gleuven aangebracht in naburige bouwelementen, teneinde een zijdelingse verbinding te vormen.
12. Bouwsysteem volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de gleuven voorzien zijn van 25 schroefdraad en de verbindingselementen worden gevormd door draadstangen. 1 o 0 5 8 5 0
Priority Applications (21)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1005850A NL1005850C2 (nl) | 1997-04-21 | 1997-04-21 | Bouwsysteem omvattende afzonderlijke bouwelementen. |
UA99116311A UA64749C2 (uk) | 1997-04-21 | 1998-02-04 | Будівельна система, яка містить окремі будівельні елементи |
HU0001932A HU224183B1 (hu) | 1997-04-21 | 1998-04-02 | Egyedi építőelemeket tartalmazó építőrendszer |
JP54494398A JP4050327B2 (ja) | 1997-04-21 | 1998-04-02 | 複数の建築部材を備えた建築システム |
CA002286743A CA2286743C (en) | 1997-04-21 | 1998-04-02 | Building system comprising individual building elements |
DE69803766T DE69803766T2 (de) | 1997-04-21 | 1998-04-02 | Bausystem mit individuellen bauelementen |
US09/403,448 US6282859B1 (en) | 1997-04-21 | 1998-04-02 | Building system comprising individual building elements |
RU99124770/03A RU2175702C2 (ru) | 1997-04-21 | 1998-04-02 | Строительная система, содержащая отдельные строительные элементы |
ES98922689T ES2171024T3 (es) | 1997-04-21 | 1998-04-02 | Sistema de construccion que comprende elementos individuales de construccion. |
PCT/EP1998/002125 WO1998048126A2 (en) | 1997-04-21 | 1998-04-02 | Building system comprising individual building elements |
AU75240/98A AU734930B2 (en) | 1997-04-21 | 1998-04-02 | Building system comprising individual building elements |
NZ500883A NZ500883A (en) | 1997-04-21 | 1998-04-02 | Building system comprising individual building elements joined by connecting elements |
CN98804370A CN1103845C (zh) | 1997-04-21 | 1998-04-02 | 包括单独建筑构件的建筑系统 |
PL98336503A PL336503A1 (en) | 1997-04-21 | 1998-04-02 | Building system employing individual building units |
TR1999/02476T TR199902476T2 (xx) | 1997-04-21 | 1998-04-02 | Tek tek in�aat elemanlar�n� i�eren in�aat sistem |
PT98922689T PT991826E (pt) | 1997-04-21 | 1998-04-02 | Sistema de construcao compreendendo elementos de construcao individuais |
BR9808609-0A BR9808609A (pt) | 1997-04-21 | 1998-04-02 | Sistema de construção. |
EP98922689A EP0991826B1 (en) | 1997-04-21 | 1998-04-02 | Building system comprising individual building elements |
RO99-01120A RO119242B1 (ro) | 1997-04-21 | 1998-04-02 | Zidărie realizată cu element de legătură |
AT98922689T ATE213042T1 (de) | 1997-04-21 | 1998-04-02 | Bausystem mit individuellen bauelementen |
US09/903,319 US6557316B2 (en) | 1997-04-21 | 2001-07-11 | Building system comprising individual building elements |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1005850A NL1005850C2 (nl) | 1997-04-21 | 1997-04-21 | Bouwsysteem omvattende afzonderlijke bouwelementen. |
NL1005850 | 1997-04-21 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1005850C2 true NL1005850C2 (nl) | 1998-10-27 |
Family
ID=19764817
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1005850A NL1005850C2 (nl) | 1997-04-21 | 1997-04-21 | Bouwsysteem omvattende afzonderlijke bouwelementen. |
Country Status (20)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US6282859B1 (nl) |
EP (1) | EP0991826B1 (nl) |
JP (1) | JP4050327B2 (nl) |
CN (1) | CN1103845C (nl) |
AT (1) | ATE213042T1 (nl) |
AU (1) | AU734930B2 (nl) |
BR (1) | BR9808609A (nl) |
CA (1) | CA2286743C (nl) |
DE (1) | DE69803766T2 (nl) |
ES (1) | ES2171024T3 (nl) |
HU (1) | HU224183B1 (nl) |
NL (1) | NL1005850C2 (nl) |
NZ (1) | NZ500883A (nl) |
PL (1) | PL336503A1 (nl) |
PT (1) | PT991826E (nl) |
RO (1) | RO119242B1 (nl) |
RU (1) | RU2175702C2 (nl) |
TR (1) | TR199902476T2 (nl) |
UA (1) | UA64749C2 (nl) |
WO (1) | WO1998048126A2 (nl) |
Families Citing this family (68)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
AU2105600A (en) | 1999-01-13 | 2000-08-01 | Franciscus Antonius Maria Van Der Heijden | Building system |
US20050240379A1 (en) * | 1999-10-30 | 2005-10-27 | Little W F | Project system and method |
NL1014082C2 (nl) | 2000-01-17 | 2001-07-18 | Franciscus Antonius Maria Van | Systeem voor het verbinden van elementen. |
JP3749825B2 (ja) * | 2000-09-06 | 2006-03-01 | 独立行政法人科学技術振興機構 | 煉瓦組積構造、煉瓦組積工法及び煉瓦 |
US6851233B2 (en) * | 2001-09-15 | 2005-02-08 | Richard Morgenstern | Cast log structure |
NL1019621C2 (nl) | 2001-12-20 | 2003-06-24 | Franciscus Antonius Ma Heijden | Werkwijze voor het vervaardigen van een bouwsteen. |
EP1548199A4 (en) * | 2002-07-31 | 2007-05-02 | Japan Science & Tech Agency | PROCESS FOR PLANNING THE CONSTRUCTION OF A BRICK WALL |
US7357460B2 (en) * | 2003-01-13 | 2008-04-15 | Raphael Schlanger | Connecting system for tensile elements |
US6973755B2 (en) * | 2003-03-03 | 2005-12-13 | Shane Pott | Column to structure attachment device |
NZ542580A (en) * | 2003-03-06 | 2007-03-30 | Japan Science & Tech Agency | Wall construction of architectural structure |
US20080175681A1 (en) * | 2004-04-05 | 2008-07-24 | Ehtesham Tataei | Hardwood flooring installation system and method |
US20050252143A1 (en) * | 2004-04-05 | 2005-11-17 | Ehtesham Tataei | Hardwood flooring assembly system and method |
US20070144098A1 (en) * | 2004-04-05 | 2007-06-28 | Ehtesham Tataei | Hardwood flooring assembly system and method |
WO2006086626A2 (en) * | 2005-02-10 | 2006-08-17 | Westblock Systems, Inc. | Masonry block wall system |
NL1028430C1 (nl) * | 2005-03-01 | 2006-09-06 | Stichting Famecon | Bouwelementen voor muren. |
KR100932609B1 (ko) * | 2005-06-28 | 2009-12-17 | 독립행정법인 과학기술진흥기구 | 조적 유닛의 성형방법 |
US7934345B2 (en) * | 2005-11-10 | 2011-05-03 | Marsh Roger F | Systems for building construction by attaching blocks with bolts and vertically spaced flat bars |
US8893447B1 (en) | 2012-12-05 | 2014-11-25 | J Kevin Harris | Use devices for mechanically secured block assembly systems |
US9206597B2 (en) * | 2006-02-13 | 2015-12-08 | 3B Construction Solutions, Inc. | Unitized post tension block system for masonry structures |
CA2537356A1 (en) * | 2006-02-15 | 2007-08-15 | Clifford E. Van Steinburg | Drywall construction method and means therefor |
WO2007126303A1 (es) * | 2006-05-02 | 2007-11-08 | Nunez Vargas Mariano | Estructura de pared con módulos huecos de plástico |
NZ549029A (en) * | 2006-08-07 | 2009-06-26 | Prestressed Timber Ltd | An engineered wood construction system for high performance structures using pre-stressed tendons and replaceable energy dissipaters |
US20080110124A1 (en) * | 2006-11-13 | 2008-05-15 | Buse Jay | Apparatus and method for interlocking blocks |
US8099918B2 (en) * | 2007-04-19 | 2012-01-24 | Marsh Roger F | Special and improved configurations for unitized post tension block systems for masonry structures |
US7765746B2 (en) * | 2007-07-24 | 2010-08-03 | Reed Robert S | Tornado resistant dome house |
US8863476B2 (en) * | 2009-12-22 | 2014-10-21 | Gary Summers | Building block system |
US8839593B2 (en) * | 2010-02-17 | 2014-09-23 | Ply Gem Industries, Inc. | Pre-cast blocks for use in column construction |
BE1019331A5 (nl) | 2010-05-10 | 2012-06-05 | Flooring Ind Ltd Sarl | Vloerpaneel en werkwijzen voor het vervaardigen van vloerpanelen. |
BE1019501A5 (nl) | 2010-05-10 | 2012-08-07 | Flooring Ind Ltd Sarl | Vloerpaneel en werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen. |
US8925275B2 (en) * | 2010-05-10 | 2015-01-06 | Flooring Industries Limited, Sarl | Floor panel |
RU2501920C2 (ru) * | 2010-05-24 | 2013-12-20 | Общество с ограниченной ответственностью КОРПОРАЦИЯ "ИННОВАЦИЯ ПРОИЗВОДСТВО ИНТЕГРАЦИЯ" (ООО Корпорация "ИПИ") | Способ строительства и многослойный универсальный облегченный блок для его реализации |
RU2011112603A (ru) * | 2011-04-01 | 2012-10-10 | Николай Викторович Карпенко (RU) | Строительные элементы такие как стеновой блок, плита перекрытия, перемычка-сейсмостойкой конструкции |
RU2464392C1 (ru) * | 2011-05-25 | 2012-10-20 | Виктор Михайлович Бельфор | Способ возведения стен, установка для автоматизированного возведения стен из строительных модулей и комплект оборудования для механизированного возведения стен из строительных модулей |
CA2844655A1 (en) | 2011-08-09 | 2013-02-14 | Tie-Cast Systems, Inc. | Masonry reinforcement system |
RU2500862C2 (ru) * | 2012-01-13 | 2013-12-10 | Виктор Михайлович Бельфор | Строительный модуль (варианты) и способ возведения стен зданий с использованием строительных модулей (варианты) |
BE1020597A3 (nl) | 2012-03-30 | 2014-01-07 | Vandenbempt Patent | Snelbouwsteen, evenals kunststof inzetstuk voor het vervaardigen van zulke snelbouwsteen. |
ITTO20121042A1 (it) * | 2012-12-04 | 2014-06-05 | Flavio Lanese | Modulo riutilizzabile per la realizzazione di almeno una porzione di una parete smontabile di una costruzione |
US9863142B2 (en) * | 2013-12-30 | 2018-01-09 | Alejandro Stein | Stiffeners for metalog structures |
US9297176B2 (en) * | 2014-01-23 | 2016-03-29 | Harvel K. Crumley | System and method for retrofitting walls with retaining ties |
US10364569B2 (en) * | 2014-01-23 | 2019-07-30 | Harvel K. Crumley | Guide device for retaining ties in masonry walls |
US10113305B2 (en) * | 2014-08-01 | 2018-10-30 | Just Biofiber Structural Solutions Corp. | Load bearing interlocking structural blocks and tensioning system |
US20160130810A1 (en) * | 2014-08-01 | 2016-05-12 | Just Biofiber Corp. | Load bearing interlocking structural blocks and modular building system |
RU2640527C2 (ru) * | 2016-03-23 | 2018-01-09 | Общество с ограниченной ответственностью "РнБ Хауз" | Способ сооружения стеновой конструкции |
IT201600124054A1 (it) * | 2016-12-06 | 2018-06-06 | Marco Citro | Modulo per la realizzazione di strutture edili |
US10533338B2 (en) | 2017-05-11 | 2020-01-14 | Katerra, Inc. | Connector for use in inter-panel connection between shear wall elements |
AU2018203645B2 (en) * | 2017-05-26 | 2023-08-17 | Timber Inventions Pty Ltd | Connection system |
US10267053B2 (en) * | 2017-06-19 | 2019-04-23 | Katerra, Inc. | Method and apparatus to minimize and control damage to a shear wall panel subject to a loading event |
US10617969B2 (en) * | 2017-07-25 | 2020-04-14 | BJ Trading LLC | Toy building blocks set and cooperating screws |
RU2668890C1 (ru) * | 2017-09-14 | 2018-10-04 | Нара Энд Тек Ко., Лтд. | Сейсмостойкий блок сейсмоизолирующего типа и сейсмостойкая структура, в которой он используется |
CN108867983B (zh) * | 2018-06-19 | 2020-07-07 | 隆生国际建设集团有限公司 | 一种预制装配式墙体砌块 |
CA3105981A1 (en) | 2018-07-19 | 2020-01-23 | Energy Vault, Inc. | Energy storage system and method |
RU2692055C1 (ru) * | 2018-07-20 | 2019-06-20 | Станислав Васильевич Николаев | Способ повышения живучести крупнопанельного строения при экстремальных воздействиях путём предотвращения прогрессирующего разрушения |
JP6526301B1 (ja) * | 2018-08-08 | 2019-06-05 | 屋根裏株式会社 | 納骨施設 |
KR102190324B1 (ko) | 2018-11-12 | 2020-12-11 | 김태명 | 조립식 벽돌 세트 |
RU2715770C1 (ru) * | 2019-06-10 | 2020-03-03 | Евгений Николаевич Михальченко | Строительный блок для кладки без раствора и способ его укладки без раствора для быстрого монтажа и демонтажа зданий и сооружений |
US11702837B2 (en) | 2019-08-01 | 2023-07-18 | Mercer Mass Timber Llc | Shear wall assembly |
GB2584739B (en) * | 2019-11-29 | 2021-06-09 | Vistafolia Ltd | Modular wall unit |
US11820629B2 (en) | 2020-01-22 | 2023-11-21 | Energy Vault, Inc. | Damped self-centering mechanism |
CZ34494U1 (cs) * | 2020-05-19 | 2020-11-03 | HON a.s. | Akustický modulový segment a sestava akustických modulových segmentů |
WO2022006584A1 (en) | 2020-06-30 | 2022-01-06 | Energy Vault, Inc. | Energy storage and delivery system and method |
RU200968U1 (ru) * | 2020-08-05 | 2020-11-20 | федеральное государственное бюджетное образовательное учреждение высшего образования "Белгородский государственный технологический университет им. В.Г. Шухова" | Кладка стен из ячеистобетонных блоков с их фиксацией по шву |
US12132312B2 (en) | 2020-12-24 | 2024-10-29 | Energy Vault, Inc. | Energy storage system with elevator lift system |
CN115485227A (zh) | 2021-02-02 | 2022-12-16 | 能源库公司 | 具有升降机提升系统的能量储存系统 |
US12215676B2 (en) | 2021-07-07 | 2025-02-04 | Energy Vault, Inc. | Lift drive system for energy storage and delivery system |
CN116262588A (zh) | 2021-12-13 | 2023-06-16 | 能源库公司 | 能量储存和输送系统及方法 |
US11982261B1 (en) | 2023-04-10 | 2024-05-14 | Energy Vault, Inc. | Energy storage and delivery system and method |
WO2025023870A1 (ru) * | 2023-07-27 | 2025-01-30 | Евгений Юрьевич БОНДАРЕВ | Способ соединения конструкционных деталей |
CN117449510B (zh) * | 2023-12-22 | 2024-09-17 | 山东鑫业森幕墙工程有限公司 | 一种大面积玻璃幕墙安装结构 |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1487332A (fr) * | 1966-02-14 | 1967-07-07 | Raymonde Mazon | Liaison d'éléments préfabriqués de béton à une armature par manchon élastique |
FR2473590A1 (fr) * | 1980-01-09 | 1981-07-17 | Tadema Cornelis | Procede et moyen de fixation juxtaposee de pierres de construction et pierre de construction permettant application de ce procede |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1062502A (fr) * | 1952-04-18 | 1954-04-23 | Construction en éléments préfabriqués | |
US2971295A (en) * | 1955-03-21 | 1961-02-14 | Phillips Petroleum Co | Prestressed concrete units and structures |
FR2565278B1 (fr) * | 1984-06-01 | 1986-08-22 | Alpha Composants | Ensemble d'elements de construction pour l'edification de murs par post-contrainte |
JPH0754052B2 (ja) * | 1988-01-14 | 1995-06-07 | 鹿島建設株式会社 | 基礎スラブ用補強筋の配筋方法 |
US5308184A (en) * | 1989-01-27 | 1994-05-03 | Techniport S.A. | Method and apparatus for mechanically joining concrete-reinforcing rods |
JP2711605B2 (ja) * | 1991-12-19 | 1998-02-10 | 日本スプライススリーブ株式会社 | モルタル充填式鉄筋継手 |
US5570549A (en) * | 1994-07-15 | 1996-11-05 | Lung; Jimmy R. | Building anchoring system |
DE19513202A1 (de) * | 1995-04-11 | 1996-10-17 | Hilti Ag | Vorrichtung zur Verankerung von Bewehrungs- bzw. Spannstählen in Verankerungsgründen |
-
1997
- 1997-04-21 NL NL1005850A patent/NL1005850C2/nl not_active IP Right Cessation
-
1998
- 1998-02-04 UA UA99116311A patent/UA64749C2/uk unknown
- 1998-04-02 ES ES98922689T patent/ES2171024T3/es not_active Expired - Lifetime
- 1998-04-02 US US09/403,448 patent/US6282859B1/en not_active Expired - Fee Related
- 1998-04-02 JP JP54494398A patent/JP4050327B2/ja not_active Expired - Fee Related
- 1998-04-02 WO PCT/EP1998/002125 patent/WO1998048126A2/en active IP Right Grant
- 1998-04-02 EP EP98922689A patent/EP0991826B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1998-04-02 RU RU99124770/03A patent/RU2175702C2/ru active
- 1998-04-02 CA CA002286743A patent/CA2286743C/en not_active Expired - Fee Related
- 1998-04-02 AT AT98922689T patent/ATE213042T1/de not_active IP Right Cessation
- 1998-04-02 BR BR9808609-0A patent/BR9808609A/pt unknown
- 1998-04-02 PT PT98922689T patent/PT991826E/pt unknown
- 1998-04-02 RO RO99-01120A patent/RO119242B1/ro unknown
- 1998-04-02 DE DE69803766T patent/DE69803766T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1998-04-02 AU AU75240/98A patent/AU734930B2/en not_active Ceased
- 1998-04-02 TR TR1999/02476T patent/TR199902476T2/xx unknown
- 1998-04-02 CN CN98804370A patent/CN1103845C/zh not_active Expired - Fee Related
- 1998-04-02 PL PL98336503A patent/PL336503A1/xx unknown
- 1998-04-02 HU HU0001932A patent/HU224183B1/hu not_active IP Right Cessation
- 1998-04-02 NZ NZ500883A patent/NZ500883A/en unknown
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1487332A (fr) * | 1966-02-14 | 1967-07-07 | Raymonde Mazon | Liaison d'éléments préfabriqués de béton à une armature par manchon élastique |
FR2473590A1 (fr) * | 1980-01-09 | 1981-07-17 | Tadema Cornelis | Procede et moyen de fixation juxtaposee de pierres de construction et pierre de construction permettant application de ce procede |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
HUP0001932A3 (en) | 2002-01-28 |
BR9808609A (pt) | 2000-05-23 |
TR199902476T2 (xx) | 2000-01-21 |
EP0991826A2 (en) | 2000-04-12 |
PL336503A1 (en) | 2000-07-03 |
AU734930B2 (en) | 2001-06-28 |
DE69803766T2 (de) | 2002-09-05 |
PT991826E (pt) | 2002-07-31 |
CN1252848A (zh) | 2000-05-10 |
US6282859B1 (en) | 2001-09-04 |
JP2001521594A (ja) | 2001-11-06 |
WO1998048126A2 (en) | 1998-10-29 |
ATE213042T1 (de) | 2002-02-15 |
JP4050327B2 (ja) | 2008-02-20 |
AU7524098A (en) | 1998-11-13 |
NZ500883A (en) | 2001-08-31 |
HUP0001932A2 (hu) | 2000-10-28 |
RU2175702C2 (ru) | 2001-11-10 |
EP0991826B1 (en) | 2002-02-06 |
CN1103845C (zh) | 2003-03-26 |
UA64749C2 (uk) | 2004-03-15 |
RO119242B1 (ro) | 2004-06-30 |
ES2171024T3 (es) | 2002-08-16 |
HU224183B1 (hu) | 2005-06-28 |
DE69803766D1 (de) | 2002-03-21 |
CA2286743A1 (en) | 1998-10-29 |
CA2286743C (en) | 2008-02-12 |
WO1998048126A3 (en) | 1999-02-18 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1005850C2 (nl) | Bouwsysteem omvattende afzonderlijke bouwelementen. | |
US6557316B2 (en) | Building system comprising individual building elements | |
US8453416B2 (en) | Apparatus and method for an adjustable column | |
CN1028442C (zh) | 构成支承架的结构件 | |
EP2394000B1 (en) | Concrete anchor | |
US6679024B2 (en) | High strength grouted pipe coupler | |
US20140260082A1 (en) | Apparatus and method for an adjustable column | |
US8240096B2 (en) | Bracket structure for increasing load-carrying capacity of concrete structure and enabling easy construction | |
EP0918114A3 (en) | Building wall for resisting lateral forces | |
US20090293422A1 (en) | Apparatus and method for an adjustable column | |
KR100585503B1 (ko) | 유공 및/또는 서로 엇갈리게 찢은 강판을 이용한 전단연결재 | |
US20060144008A1 (en) | Shear wall attachment assembly and method of use | |
CN212358856U (zh) | 一种通过上弦顶伸装置抗下挠的钢筋桁架结构 | |
CN209011316U (zh) | 一种新型装配式主、次梁连接节点 | |
AU2018267583A1 (en) | Connection System | |
KR100549986B1 (ko) | 교량 빔의 내하력 보강을 위한 조립식 보수보강장치 및이를 이용한 시공방법 | |
RU2228405C2 (ru) | Анкерное устройство | |
JP2968504B2 (ja) | 緊張材の定着方法およびその定着装置 | |
WO2020222131A1 (en) | A mechanical nut coupler for single rebar | |
KR100449688B1 (ko) | 콘크리트 구조물 보강용 패널 | |
US20070062019A1 (en) | Assembly for joining structural components without welding | |
RU2184187C1 (ru) | Соединительное устройство сборной железобетонной плиты со стальной балкой сталежелезобетонного моста | |
KR200247465Y1 (ko) | 슬라브 거프집 설치대의 연결부재 | |
KR101541322B1 (ko) | 와이드빔의 중공구조 | |
KR200328853Y1 (ko) | 교량 빔의 내하력 보강을 위한 조립식 보수보강장치 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20011101 |