NL1003729C2

NL1003729C2 - Folding chair with locking mechanism

Info

Publication number: NL1003729C2
Application number: NL1003729A
Authority: NL
Inventors: Wine Krol; Bernardus Johannes Mari Heuvel
Original assignee: Unimeta Nederland B V
Priority date: 1996-08-01
Filing date: 1996-08-01
Publication date: 1998-02-05

Abstract

The chair (1) comprises a seat (2) on which the backrest (4) and front and rear legs (7,5) hinge. An armrest (9) hinges (10) on the backrest, and is coupled in an adjustable position clear of the hinge to a protrusion on the rear leg (5). A pull-rod (13) can be coupled between the front and rear legs and clear of the hinges (6,8) between them and the seat. The hinge between the front leg and seat can be closer to the rear leg than the bottom end of the front leg bearing against the floor.

Description

Opklapbare stoel en vergrendelinrichtingFolding seat and locking device

De uitvinding heeft betrekking op een opklapbare stoel omvattende een zitvlak, een zwenkbaar met het zitvlak verbonden rugsteun, ten minste één zwenkbaar met het zitvlak verbonden voorpoot, ten minste 5 één zwenkbaar met het zitvlak verbonden achterpoot en ten minste een armlegger aan een ene zijde zwenkbaar verbonden met de rugsteun. Een dergelijke opklapbare stoel wordt zeer algemeen toegepast als tuinstoel.The invention relates to a folding chair comprising a seat, a backrest which is pivotally connected to the seat, at least one front leg pivotally connected to the seat, at least one rear leg pivotally connected to the seat and at least one armrest pivotable on one side. connected to the backrest. Such a folding chair is very commonly used as a garden chair.

De uitvinding heeft tot doel het verschaffen 10 van een stoel van het in de aanhef genoemde type dat een afwijkend uiterlijk heeft van de zeer algemeen toegepaste tuinstoel onder handhaving van de voordelen van de bestaande opklapbare stoel.The object of the invention is to provide a chair of the type mentioned in the preamble, which has a different appearance from the very generally used garden chair, while maintaining the advantages of the existing folding chair.

De uitvinding verschaft daartoe een opklapbare 15 stoel waarbij de armlegger, op afstand van het scharnierpunt met de rugsteun, slechts met een uitkragend deel van de achterpoot op een instelbare positie verbindbaar is. Bij de bestaande inklapbare stoelen zijn een uitkragend deel van de voorpoot en een uitkragend 20 deel van de achterpoot, daar waar zij op de armlegger aangrijpen met elkaar verbonden. Hierdoor vormen zij samen met het zitvlak, waarmee ze beiden zijn verbonden een driehoekige constructie die de stoel in uitgeklapte toestand de gewenste stevigheid verschaft. Door nu het 25 uitkragend deel van de voorpoot weg te laten, ontstaat een stoel met een ander, luxueuzer, uiterlijk. Een nadeel daarbij is echter dat de stevigheid verschaffende driehoekige constructie in de uitgeklapte stoel niet meer aanwezig is. Toch blijkt ook deze stoel over voldoende 30 stabiliteit te beschikken.To this end, the invention provides a folding chair in which the armrest, at a distance from the hinge point with the backrest, can only be connected to an adjustable position with a protruding part of the rear leg. In the existing folding chairs, a cantilever part of the front leg and a cantilever part of the rear leg are connected where they engage the armrest. As a result, together with the seat to which they are both connected, they form a triangular construction that provides the chair with the desired strength when folded out. By now omitting the protruding part of the front leg, a chair is created with a different, more luxurious, appearance. A drawback here, however, is that the firmness-providing triangular construction is no longer present in the folded-out chair. However, this chair also appears to have sufficient stability.

In een voorkeursuitvoering is tussen de voorpoot en de achterpoot een trekstang opgenomen die, op afstand van de scharnierpunten met het zitvlak, aan een ene zijde zwenkbaar is verbonden met de voorpoot en aan 1003729.In a preferred embodiment a tie rod is included between the front leg and the rear leg, which is pivotally connected on one side to the front leg, at a distance from the hinge points with the seat, and on 1003729.

2 een andere zijde zwenkbaar is verbonden met de achterpoot. Door deze stang wordt bij het inklappen van de opklapbare stoel naar een ingeklapte stand getrokken, waarbij de voorpoot in hoofdzaak evenwijdig ligt aan de 5 achterpoot.2 another side is pivotally connected to the hind leg. When the folding chair is collapsed, this rod is pulled to a collapsed position, wherein the front leg is substantially parallel to the rear leg.

Het scharnierpunt van de voorpoot en zitting is bij voorkeur dichter bij de achterpoot gelegen dan de op de bodem af te steunen onderzijde van de voorpoot. Tevens is bij voorkeur de afstand tussen scharnierpunt van 10 zitting en voorpoot en scharnierpunt van trekstang en voorpoot kleiner dan de afstand tussen scharnierpunt van zitting en achterpoot en scharnierpunt van trekstang en achterpoot. Deze maatregelen hebben tot gevolg dat bij het van uitgeklapte toestand naar ingeklapte toestand 15 verplaatsen van de stoel, mits de poten contact blijven houden met de bodem, het zitvlak zich over beperkte afstand naar boven zal verplaatsen. Door de zwaartekracht uitgeoefend op het zitvlak en eventueel de kracht uitgeoefend van een persoon die gezeten is op het zitvlak 20 heeft het zitvlak echter de neiging zich naar beneden te verplaatsen. Hierdoor wordt de gewenste stabiliteit van de stoel verkregen.The pivot point of the front leg and seat is preferably closer to the rear leg than the bottom of the front leg to be supported on the bottom. Also, preferably the distance between the pivot point of the seat and the front leg and the pivot point of the pull rod and the front leg is smaller than the distance between the pivot point of the seat and the rear leg and the pivot point of the pull rod and the rear leg. As a result of these measures, when the chair is moved from the folded-out position to the folded-in position, provided that the legs remain in contact with the bottom, the seat will move upwards over a limited distance. However, due to gravity exerted on the seat and possibly the force exerted by a person seated on the seat 20, the seat tends to move downwards. The desired stability of the chair is hereby obtained.

De voorpoot en het zitvlak zijn bij voorkeur van samenwerkende grendelmiddelen voorzien, voor het in 25 werkzame stand vergrendelen van de voorpoot ten opzichte van het zitvlak. Ook deze maatregel vergroot de stabiliteit van de stoel in uitgeklapte toestand aangezien de vergrendeling eerst verbroken dient te worden voordat de stoel ingeklapt kan worden. Bij 30 vergrendeling kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een klempassing waardoor bij het uitoefenen van een beperkte kracht de vergrendeling niet verbroken wordt maar bij het overschrijden van een drempelwaarde de vergrendeling wel verbroken wordt.The front leg and the seat are preferably provided with co-operating locking means for locking the front leg in an active position relative to the seat. This measure also increases the stability of the chair when unfolded, since the lock must first be broken before the chair can be folded. Locking can for instance be a clamping fit, whereby the locking is not broken when a limited force is exerted, but the locking is broken when a threshold value is exceeded.

35 Het zitvlak is bij voorkeur van een aanslag voorzien waartegen de voorpoot in werkzame stand afsteunt. Ter versterking van de constructie maakt de uitslag het mogelijk relatief grote krachten uitgeoefend 1 0 0 3 7 L 9 .The seat is preferably provided with a stop against which the front leg rests in active position. In order to strengthen the construction, the deflection makes it possible to exert relatively large forces 1 0 0 3 7 L 9.

3 op het zitvlak door te leiden naar de voorpoot zonder de scharnierpunten van de voorpoot overmatig te belasten.3 on the seat to the front leg without overloading the pivot points of the front leg.

Het is bijvoorbeeld mogelijk deze aanslag van veerkrachtig materiaal uit te voeren waardoor er een 5 beperkte verende ondersteuning van het zitvlak ontstaat.For example, it is possible to make this stop of resilient material, so that there is a limited springy support of the seat.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een vergrendelinrichting voor het op een instelbare positie aan een geleiding bevestigen van een contra-lichaam.The invention also relates to a locking device for attaching a counter-body to an guide in an adjustable position.

Een dergelijke constructie, in het bijzonder de 10 constructie toegepast in een armlegger van een opklapbare stoel, bestaat doorgaans uit een aangrijpelement en een geleiding met op afstand voor elkaar gelegen ribben. Met een dergelijke vergrendelinrichting kan op een vooraf bepaalt aantal discrete posities een vergrendeling 15 gerealiseerd worden.Such a construction, in particular the construction used in an armrest of a folding chair, usually consists of a gripping element and a guide with spaced apart ribs. With such a locking device, a locking 15 can be realized at a predetermined number of discrete positions.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterde vergrendelinrichting waarmee op iedere positie, dat wil zeggen continue, een vergrendeling gerealiseerd kan worden, dit onder 20 handhaving van de voordelen van de bestaande vergrendelinrichting.The object of the present invention is to provide an improved locking device with which a locking can be realized at any position, ie continuous, while maintaining the advantages of the existing locking device.

De uitvinding verschaft daartoe een vergrendelinrichting zoals beschreven in conclusie 7. Voorkeursuitvoeringen van deze vergrendelinrichting 25 worden beschreven in de conclusies 8 en 9. Deze vergrendelinrichting maakt een traploze vergrendeling mogelijk waardoor bijvoorbeeld een armlegger van een opklapbare stoel op iedere gewenste positie kan worden vergrendeld. Dit vergroot de gebruiksmogelijkheden van 30 het object waarin de vergrendelinrichting is opgenomen.To this end, the invention provides a locking device as described in claim 7. Preferred embodiments of this locking device are described in claims 8 and 9. This locking device enables a stepless locking, whereby for instance an armrest of a folding chair can be locked at any desired position. This increases the possibilities of use of the object in which the locking device is incorporated.

De werking van deze inrichting zal navolgend verder worden verduidelijkt aan de hand van de figuurbeschrijving.The operation of this device will be further elucidated hereinafter on the basis of the figure description.

De contactpunt kunnen gevormd worden door 35 evenwijdige pennen die in hoofdzaak loodrecht aan ten minste één plaat zijn bevestigd en die aangrijpen op een geleidingslichaam dat langwerpig is uitgevoerd met uitwendige geleidingsvlakken. Het is ook mogelijk de 1003729.The contact tip may be formed by parallel pins attached substantially perpendicular to at least one plate and engaging a guide body elongated with external guide surfaces. It is also possible the 1003729.

4 contactpunten uit te voeren als de hoeken van een blokvormig deel van het klemlichaam en het geleidingslichaam hol langwerpig uit te voeren met twee inwendige geleidingsoppervlakken. Afhankelijk van de 5 gebruikssituatie kan op deze wijze een geleiding met uitwendige geleidingsoppervlakken worden toegepast, die waarschijnlijk goedkoper is in constructie danwel een geleidingslichaam met twee inwendige geleidingsoppervlakken welke weliswaar duurder zal zijn 10 in constructie maar als voordeel heeft dat de vergrendelinrichting in hoofdzaak is afgeschermd van de omgeving.4 contact points to be formed as the corners of a block-shaped part of the clamping body and the guide body to be hollow elongated with two internal guide surfaces. Depending on the situation of use, in this way a guide with external guide surfaces can be used, which is probably cheaper in construction or a guide body with two internal guide surfaces, which, although it will be more expensive in construction, has the advantage that the locking device is substantially shielded from Area.

In weer een andere voorkeursuitvoering veert het geleidingslichaam zodanig dat bij grote belasting van 15 het geleidingslichaam ten opzichte van het contra-lichaam het geleidingslichaam zich ten minste daar waar het wordt aangegrepen door het geleidingslichaam zodanig verplaatst dat het klemlichaam in plaats van op het geleidingslichaam op het geleidingslichaam ondersteunend 20 draaglichaam afsteunt. De verende constructie kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door het geleidingslichaam uit ten minste één zijde met behulp van een veerconstructie aan te laten grijpen op het draaglichaam. Een andere mogelijkheid is de geleiding 25 zodanig dun uit te voeren dat de veerkracht van het materiaal waaruit de geleiding is vervaardigd hiertoe wordt aangewend. Het voordeel van deze maatregel is dat bij overmatige belasting de geleiding niet zal beschadigen of zal bezwijken.In yet another preferred embodiment, the guide body springs such that with a high load on the guide body relative to the counter-body, the guide body moves at least where it is engaged by the guide body such that the clamping body instead of the guide body on the guide body supporting support body. The resilient construction can for instance be realized by having the guide body engage on the support body from at least one side by means of a spring construction. Another possibility is to make the guide 25 so thin that the resilience of the material from which the guide is made is used for this purpose. The advantage of this measure is that with excessive load the guide will not be damaged or collapse.

30 Een bijzonder voordelige voorkeursuitvoering van de opklapbare stoel overeenkomstig de uitvinding wordt verkregen door de stoel te voorzien van armleggers waarin de vergrendelinrichting zoals bovengaand beschreven is opgenomen.A particularly advantageous preferred embodiment of the folding chair according to the invention is obtained by providing the chair with armrests in which the locking device as described above is included.

35 De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in navolgende figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: 1003729.The present invention will be further elucidated on the basis of the exemplary embodiments shown in the following figures. Herein shows: 1003729.

5 figuur l een zij-aanzicht op een opklapbare stoel overeenkomstig de uitvinding met vergrendelinrichting opgenomen in een armlegger overeenkomstig de uitvinding, 5 figuur 2 een zij-aanzicht op de opklapbare stoel getoond in figuur 1 in uitgeklapte positie, figuur 3 een zij-aanzicht op de stoel uit figuur 2 in gedeeltelijk opgeklapte toestand, figuur 4 een zij-aanzicht op de stoel getoond 10 in de figuren 2 en 3 in volledig opgeklapte toestand, figuur 5 een zij-aanzicht op de vergrendelinrichting overeenkomstig de uitvinding in geblokkeerde toestand, figuur 6 een zij-aanzicht op de 15 vergrendelinrichting getoond in figuur 5 in actief gedeblokkeerde toestand, figuur 7 een zij-aanzicht op de vergrendelinrichting uit de figuren 5 en 6 in in-actief gedeblokkeerde toestand, 20 figuur 8 een perspectivisch aanzicht op een deel van de vergrendelinrichting zoals getoond in figuren 5-7, figuur 9 een perspectivisch aanzicht op een alternatief uitgevoerde vergrendelinrichting 25 overeenkomstig de uitvinding en figuur 10 een perspectivisch aanzicht op weer een andere variant van de vergrendelinrichting overeenkomstig de uitvinding.Figure 1 a side view of a folding chair according to the invention with locking device incorporated in an armrest according to the invention, figure 2 a side view of the folding chair shown in figure 1 in unfolded position, figure 3 a side view the chair of figure 2 in a partially folded-up state, figure 4 a side view of the chair shown in figures 2 and 3 in a fully folded-up state, figure 5 a side view of the locking device according to the invention in a locked state, figure 6 a side view of the locking device shown in figure 5 in the active unlocked state, figure 7 a side view of the locking device of figures 5 and 6 in the inactive unlocked state, figure 8 a perspective view of a part of the locking device as shown in figures 5-7, figure 9 a perspective view of an alternatively designed locking device 25 according to the invention and figure 10 shows a perspective view of yet another variant of the locking device according to the invention.

Een in figuur l getoonde opklapbare stoel l 30 omvat een zitvlak 2 door een scharnierpunt 3 zwenkbaar verbonden met een rugsteun 4. Een achterpoot 5 is middels een scharnierpunt 6 eveneens zwenkbaar met het zitvlak 2 verbonden. Tot slot is ook een voorpoot 7 middels een scharnierpunt 8 met het zitvlak 2 verbonden.A folding chair 1 shown in figure 1 comprises a seat 2 pivotally connected by a hinge point 3 to a backrest 4. A rear leg 5 is also pivotally connected to the seat 2 by means of a hinge point 6. Finally, a front leg 7 is also connected to the seat 2 by means of a hinge point 8.

35 Een armlegger 9 is middels een scharnierpunt 10 aan één zijde zwenkbaar verbonden met de rugsteun 4. Op afstand van het scharnierpunt 10 is de armlegger 9 door middels van een vergrendelinrichting 11, die navolgend 1003729.An armrest 9 is pivotally connected on one side to the backrest 4 by means of a hinge point 10. At a distance from the hinge point 10, the armrest 9 is connected by means of a locking device 11, which is hereinafter 1003729.

6 nader zal worden verduidelijkt, op een instelbare positie verbindbaar met een uitkragend deel 12 van de achterpoot 5 .6 will be further elucidated, connectable in an adjustable position to a protruding part 12 of the hind leg 5.

Een gangbare opklapbare stoel wijkt af van de 5 opklapbare stoel 1 overeenkomstig de uitvinding doordat de voorpoot 7 van de stoel l geen uitkragend deel omvat dat scharnier verbonden is met het uitkragend deel 12 van de achterpoot 5. In de gangbare stoelen zijn voor- en achterpoot nabij de vergrendelinrichting 11 met elkaar 10 verbonden waardoor een stevigheid verschaffende driehoeksconstructie wordt gerealiseerd. De stoel 1 overeenkomstig de uitvinding heeft echter een voorpoot 7 die niet tot boven het zitvlak 2 uitkraagt en ook niet verbonden is met de achterpoot 5 hetgeen de stoel l een 15 uiterlijk verschaft met een esthetisch gewenste uitstraling.A conventional folding chair differs from the folding chair 1 according to the invention in that the front leg 7 of the chair 1 does not comprise a cantilever part that is hingedly connected to the cantilever part 12 of the rear leg 5. In the conventional chairs, the front and rear legs are connected to each other near the locking device 11, whereby a rigid triangular construction is realized. However, the chair 1 according to the invention has a front leg 7 that does not protrude above the seat 2 and is not connected to the rear leg 5 either, which gives the chair 1 an appearance with an aesthetically desirable appearance.

Voor het automatisch inklappen van de stoel 1, dat wil zeggen voor het bij het inklappen van zitvlak 2 en rugsteun 4 automatisch inklappen van de voorpoot 7, is 20 de stoel l voorzien van een trekstang 13. De trekstang 13 grijpt middels een scharnierpunt 14 aan één zijde zwenkbaar aan op de voorpoot 7 en aan de andere zijde middels een scharnierpunt 15 is de trekstang 13 zwenkbaar verbonden met de achterpoot 5. Voor een goede stabiliteit 25 van de stoel 1 is de afstand tussen de scharnierpunten 8 en 14, beide van de voorpoot 7, kleiner dan de afstand tussen de scharnierpunten 6 en 15, beide van de achterpoot 5. Zitvlak 2, achterpoot 5, trekstang 13 en voorpoot 7 vormen een vierstangenstelsel en verschaffen 30 de stoel 1 naast de gewenste stabiliteit tevens de eigenschap dat de voorpoot 7 automatisch wordt opgeklapt.For the automatic folding of the chair 1, that is to say for the automatic folding of the front leg 7 when folding the seat 2 and backrest 4, the chair 1 is provided with a pull rod 13. The pull rod 13 engages by means of a hinge point 14 on one side pivotally on the front leg 7 and on the other side by means of a pivot 15, the pull rod 13 is pivotally connected to the rear leg 5. For a good stability of the chair 1, the distance between the pivot points 8 and 14, both of the front leg 7, smaller than the distance between the pivot points 6 and 15, both of the rear leg 5. Seat 2, rear leg 5, tie rod 13 and front leg 7 form a four-link system and, in addition to the desired stability, provide the chair 1 with the property that the front leg 7 automatically folds up.

In de zitting 2 is eveneens een aanslag 16 opgenomen waarmee de voorpoot 7, in uitgeklapte toestand van de stoel 1, afsteunt op het zitvlak 2. Ook is aan de 35 zitting 2 een klemrol 17 bevestigd die samenwerkt met een daartoe in de voorpoot 7 aangebrachte uitsparing 18 waardoor een vergrendeling kan worden gerealiseerd tussen zitting 2 en voorpoot 7. De klemrol 17 kan bijvoorbeeld 1003729.In the seat 2 there is also included a stop 16 with which the front leg 7, in the unfolded condition of the chair 1, rests on the seat 2. Also, a clamping roller 17 is attached to the seat 2, which cooperates with a for that purpose arranged in the front leg 7. recess 18 through which a locking can be realized between seat 2 and front leg 7. The clamping roller 17 can for instance be 1003729.

7 zijn vervaardigd uit een veerkrachtig materiaal. Het is tevens mogelijk de klemrol 17 tevens als aanslag 16 te laten fungeren.7 are made of a resilient material. It is also possible to have the clamping roller 17 also function as stop 16.

Figuur 2 toont een zij-aanzicht van stoel 1 uit 5 figuur 1 waarbij door het uitoefenen van krachten overeenkomstig de pijlen F1 en F2 op respectievelijk het zitvlak 2 en de rugsteun 4 de stoel opgeklapt kan worden. Daarbij is het wel een voorwaarde dat de krachten F1 en F2 voldoende groot zijn voor het overwinnen van de 10 drempelwaarde van de vergrendeling gevormd door de klemrol 17 en de uitsparing 18 in de voorpoot 7.Figure 2 shows a side view of chair 1 of figure 1, whereby the chair can be folded up by exerting forces in accordance with the arrows F1 and F2 on the seat 2 and the backrest 4, respectively. It is, however, a condition that the forces F1 and F2 are sufficiently large to overcome the threshold value of the locking formed by the clamping roller 17 and the recess 18 in the front leg 7.

Figuur 3 toont de stoel 1 in gedeeltelijk opgeklapte toestand waarbij het zichtbaar is dat allereerst de rugsteun 4 in hoofdzaak evenwijdig komt te 15 staan aan de achterpoot 5. Daarbij is het tevens zichtbaar dat de vergrendeling 11 ten opzichte van de armlegger 9 naar achteren wordt verplaatst. De voorpoot 7 bevindt zich in de in deze figuur weergegeven situatie nog steeds in de vergrendelde positie. Pas bij het 20 doorzetten van het inklappen vanuit de positie weergegeven in figuur 3 zal de vergrendeling tussen voorpoot 7 en de zitting 2 middels de krachten Fl en F2 verbroken worden. Daartoe wordt middels de trekstang 13 een trekkracht op de voorpoot 7 uitgeoefend.Figure 3 shows the chair 1 in a partially folded-up position, where it is visible that first of all the backrest 4 is positioned substantially parallel to the rear leg 5. It is also visible that the locking 11 is moved backwards relative to the armrest 9 . The front leg 7 is still in the locked position in the situation shown in this figure. Only when the folding is continued from the position shown in figure 3 will the locking between front leg 7 and the seat 2 be broken by means of the forces F1 and F2. For this purpose, a pulling force is exerted on the front leg 7 by means of the pull rod 13.

25 Figuur 4 geeft de situatie weer waarin de stoel 1 volledig is opgeklapt. De voorpoot 7, de zitting 2, de achterpoot 5 en rugsteun 4 zijn nu in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar geplaatst. Duidelijk zichtbaar in deze figuur is de uitsparing 18 aangebracht in voorpoot 7 30 voor samenwerking met klemrol 17.Figure 4 shows the situation in which chair 1 is fully folded up. The front leg 7, the seat 2, the rear leg 5 and the backrest 4 are now placed substantially parallel to each other. Clearly visible in this figure, the recess 18 is provided in front leg 7 for cooperation with clamping roller 17.

Figuur 5 toont een vergrendelinrichting 19 overeenkomstig de uitvinding voor het in één richting weergegeven door de pijl R aan een geleiding 20 vergrendelen van een contra-lichaam 23, bijvoorbeeld een 35 uitkragend deel 12 van een achterpoot 5 voor een opklapbare stoel 1 waarbij de geleiding 20 aan één uiteinde zwenkbaar verbonden is aan bijvoorbeeld de rugleuning 4 van de stoel 1. De lineaire geleiding 20 is 1003729.Figure 5 shows a locking device 19 according to the invention for locking a counter-body 23 in one direction represented by the arrow R on a guide 20, for instance a protruding part 12 of a rear leg 5 for a folding chair 1, wherein the guide 20 is pivotally connected at one end to, for example, the backrest 4 of the chair 1. The linear guide 20 is 1003729.

δ voorzien van twee geleidingsvlakken 21, 22 die evenwijdig aan elkaar verlopen.δ provided with two guiding surfaces 21, 22 which run parallel to each other.

Aan het contra-lichaam 23 is middels een scharnierpunt 24 een klemlichaam 25 verbonden dat 5 aangrijpt op de lineaire geleiding 20. Daar het zwaartepunt van het klemlichaam 25 zich rechts ten opzichte van het scharnierpunt 24 bevindt heeft het klemlichaam 25 de neiging naar rechts te zwenken. Het klemlichaam 25 omvat een eerste contactpen 26 die zich 10 aan de bovenzijde van de lineaire geleiding 20 bevindt en een tweede contactpen 27, die evenwijdig is opgesteld aan de eerste contactpen 26 maar zich aan de onderzijde van de lineaire geleiding 20 bevindt. De onderlinge afstand tussen de eerste contactpen 26 en de tweede contactpen 27 15 is in beperkte mate groter dan de afstand tussen de geleidingsvlakken 21 en 22 van de lineaire geleiding 20. Door kanteling van het klemlichaam 25 grijpt de eerste en tweede contactpen 26, 27 aan op de lineaire geleiding 20. Hierbij oefenen zij een beperkte klemkracht uit op de 20 lineaire geleiding 20. Bij het uitoefenen van een kracht in de vergrendelde richting R, bijvoorbeeld door het tegen de rugsteun 4 leunen van een op een stoel 1 gezeten persoon heeft het klemlichaam 25 de neiging verder naar rechts te kantelen waardoor er door de eerste en tweede 25 contactpen 26, 27 een grotere klemkracht wordt uitgeoefend.A clamping body 25 is connected to the counter-body 23 by means of a hinge point 24, which engages on the linear guide 20. Since the center of gravity of the clamping body 25 is located to the right with respect to the hinge point 24, the clamping body 25 tends to pivot to the right . The clamp body 25 includes a first contact pin 26 located at the top of the linear guide 20 and a second contact pin 27 disposed parallel to the first contact pin 26 but located at the bottom of the linear guide 20. The mutual distance between the first contact pin 26 and the second contact pin 27 is to a limited extent greater than the distance between the guide surfaces 21 and 22 of the linear guide 20. By tilting the clamp body 25, the first and second contact pin 26, 27 engage on the linear guide 20. In doing so, they exert a limited clamping force on the linear guide 20. When a force is applied in the locked direction R, for instance by leaning a person seated on a chair 1 against the backrest 4, the clamp body 25 tends to tilt further to the right, causing greater clamping force to be applied by the first and second contact pins 26, 27.

De vergrendelinrichting 19 is bij voorkeur zo uitgevoerd dat in vergrendelde toestand de horizontale afstand (q) tussen de middelpunten van de eerste 30 contactpen 26 en de tweede contactpen 27 kleiner is dan twee maal de wrijvingsweerstand tussen de contactpennen 26, 27 en lineaire geleiding 20 maal de verticale afstand (p) tussen het midden van de twee geleidingsoppervlakken 21, 22 en het midden van het scharnierpunt 24 (q<2/zp) .The locking device 19 is preferably designed such that in the locked position the horizontal distance (q) between the centers of the first contact pin 26 and the second contact pin 27 is less than twice the frictional resistance between the contact pins 26, 27 and linear guide 20 times the vertical distance (p) between the center of the two guide surfaces 21, 22 and the center of the pivot point 24 (q <2 / zp).

35 De eerste contactpen 26 en de tweede contactpen 27 zijn bevestigd op een plaat 28 die tevens het scharnierpunt 24 omvat.The first contact pin 26 and the second contact pin 27 are mounted on a plate 28 which also includes the hinge point 24.

V00 3729.V00 3729.

99

Bij het uitoefenen van een kracht op de geleiding 20 in tegenovergestelde richting aan de pijl R heeft het klemlichaam 25 de neiging tegen de klok in te draaien waardoor de klemkracht uitgeoefend door de eerste 5 en tweede contactpen 26, 27 op lineaire geleiding 20 verminderd wordt. Hierdoor is de geleiding 20 niet in de richting overeenkomstig de pijl R te verschuiven maar wel in tegengesteld richting. Deze functionaliteit wordt nadrukkelijk gezocht in de vergrendeling aangebracht in 10 een armlegger 9 van een opklapbare stoel 1. Om de lineaire geleiding 20 toch naar rechts te kunnen verplaatsen overeenkomstig de pijl R is het benodigd een zodanige kracht F3 op de geleiding 20 uit te oefenen dat het klemlichaam 25 overeenkomstig de pijl D wil 15 verdraaien vanwege de op de eerste contactpen 26 uitgeoefende kracht doorgeleid door de geleiding 20. Door kanteling van het klemlichaam 25 overeenkomstig de pijl D wordt klemmende werking van de eerste en tweede contactpen 26, 27 ongedaan gemaakt en kan de geleiding 20 20 naar rechts bewogen worden overeenkomstig de pijl R. Om overmatige kanteling van het klemlichaam 25 tegen te gaan is op de plaat 28 een derde contactpen 29 aangebracht die vergaande kanteling van het klemlichaam 25 in de richting D voorkomt daar deze na reeds beperkte kanteling van het 25 klemlichaam 25 aangrijpt op het bovenste geleidingsvlak 21. De tweede contactpen 27 komt hierdoor los van het onderste geleidingsvlak 22 of oefent althans geen klemkracht meer uit op de geleiding 20. Ook deze functionaliteit wordt gezocht in de armlegger 9 van een 30 opklapbare stoel 1 waarbij voor het naar achteren verplaatsen van de rugleuning 4 de armleggers 9 enigszins opgetild dienen te worden. Dit optillen van de armleggers 9 komt overeen met het uitoefenen van een kracht F3 zoals weergegeven in deze figuur.When a force is applied to the guide 20 in the opposite direction to the arrow R, the clamp body 25 tends to rotate counterclockwise, thereby reducing the clamping force exerted by the first 5 and second contact pin 26, 27 on linear guide 20. As a result, the guide 20 cannot be displaced in the direction corresponding to the arrow R, but can be moved in the opposite direction. This functionality is expressly sought in the lock arranged in an armrest 9 of a folding chair 1. In order to be able to move the linear guide 20 to the right in accordance with the arrow R, it is necessary to exert such a force F3 on the guide 20 that the clamping body 25 wants to rotate in accordance with the arrow D because of the force exerted on the first contact pin 26 passed through the guide 20. Tilting of the clamping body 25 in accordance with the arrow D cancels clamping action of the first and second contact pin 26, 27 and the guide 20 can be moved to the right according to the arrow R. In order to prevent excessive tilting of the clamping body 25, a third contact pin 29 is arranged on the plate 28, which prevents extensive tilting of the clamping body 25 in the direction D since it already after limited tilting of the clamping body 25 engages the upper guide surface 21. The second contact pin 27 ko As a result, this is separate from the lower guide surface 22 or at least no longer exerts a clamping force on the guide 20. This functionality is also sought in the armrest 9 of a folding chair 1, whereby the armrests 9 are lifted slightly to move the backrest 4 backwards. should be. This lifting of the armrests 9 corresponds to the application of a force F3 as shown in this figure.

35 Figuur 7 toont de situatie waarin het klemlichaam 25 verder naar rechts gekanteld is dan in de situatie weergegeven in figuur 5. Dit is mogelijk doordat de geleiding 20 hier dunner is uitgevoerd waardoor de 1 00 3 72 δ .Figure 7 shows the situation in which the clamping body 25 is tilted further to the right than in the situation shown in figure 5. This is possible because the guide 20 is made thinner here, so that the 1 00 3 72 δ.

10 geleidingsvlakken 21 en 22 op kortere afstand van elkaar zijn gelegen. Door de verdere kanteling van het klemlichaam 25 is een vierde contactpen 30 gelegen aan de onderzijde van de geleiding 20 in contact gekomen met het 5 onderste geleidingsoppervlak 22. De vierde contactpen 30 is evenwijdig aan de overige contactpennen 26, 27, 29 bevestigt aan de plaat 28. De situatie zoals weergegeven in deze figuur maakt een vrije beweging van de geleiding 20 ten opzichte van het klemlichaam 25 mogelijk. Deze 10 functionaliteit wordt gewenst in een armlegger 9 over een deel van de geleiding 20 in de nabijheid van de rugleuning 4. Daar dient de vergrendelinrichting immers een vrije beweging mogelijk te maken van de armlegger 9 bij het in- en uitklappen van de stoel 1. Deze situatie 15 wijkt af van de actieve ontgrendeling zoals beschreven aan de hand van figuur 6 voor het verstellen van de rugleuning 4. Om deze vrije beweegbaarheid van de geleiding 20 ten opzichte van het klemlichaam 25 mogelijk te maken dient de geleiding 20 dus dunner uitgevoerd te 20 worden. In het geval van de opklapbare stoel 1 zal de geleiding 20 nabij de rugleuning 4 dus dunner zijn uitgevoerd dan vanaf de positie waar de vergrendelinrichting een daadwerkelijk klemmende werking dient te verrichten.Guide surfaces 21 and 22 are located at a shorter distance from each other. Due to the further tilting of the clamping body 25, a fourth contact pin 30 located on the underside of the guide 20 has come into contact with the lower guide surface 22. The fourth contact pin 30 is fixed to the plate parallel to the other contact pins 26, 27, 29 28. The situation as shown in this figure allows free movement of the guide 20 relative to the clamp body 25. This functionality is desired in an armrest 9 over a part of the guide 20 in the vicinity of the backrest 4. After all, there the locking device must allow free movement of the armrest 9 when folding the chair 1 in and out. This situation 15 differs from the active unlocking as described with reference to figure 6 for adjusting the backrest 4. In order to enable this free movement of the guide 20 relative to the clamping body 25, the guide 20 must therefore be made thinner 20. In the case of the folding chair 1, the guide 20 near the backrest 4 will thus be made thinner than from the position where the locking device is to perform an actual clamping action.

25 Figuur 8 toont de vergrendelinrichting 19 in perspectivisch aanzicht, waarbij de contactpennen 26, 27, 29, 30 voor een vergrote stevigheid zijn aangebracht tussen twee evenwijdige platen 31, 32.Figure 8 shows the locking device 19 in perspective view, wherein the contact pins 26, 27, 29, 30 are arranged between two parallel plates 31, 32 for increased strength.

Figuur 9 toont een variant 33, waarbij een 30 centrale plaat 34 de contactpennen 26, 27, 29, 30 draagt die aan de beide zijden van de plaat 34 uitsteken. Een lineaire geleiding 35 wordt gevormd door een aan de onderzijde geopend kokerprofiel 36, dat twee door geopende onderzijde vormende benen 37, 38 omvat. De 35 contactpennen 26, 27, 29, 30 grijpen aan op boven- en onderzijden van de benen 37, 38.Figure 9 shows a variant 33, in which a central plate 34 carries the contact pins 26, 27, 29, 30 protruding on both sides of the plate 34. A linear guide 35 is formed by a box section 36 opened at the bottom, which comprises two legs 37, 38 formed by an open bottom section. The contact pins 26, 27, 29, 30 engage the top and bottom sides of the legs 37, 38.

Figuur 10 tenslotte toont een vergrendelinrichting 39, omvattende een klemlichaam 40 1003729.Figure 10 finally shows a locking device 39, comprising a clamping body 40 1003729.

11 waarvan de bovenzijde blokvormig is uitgevoerd en de hoeken van deze blokvormige bovenzijde van het klemlichaam 40 vormen respectievelijk een eerste contactlijn 41, een tweede contactlijn 42, een derde 5 contactlijn 43 en een vierde contactlijn 44 waarvan de functie overeenkomt met de respectievelijke contactpennen 26, 27, 29, 30. De contactlijnen 41, 42, 43, 44 grijpen aan op een bovenste binnenvlak 45 en een onderste binnenvlak 46 die deel uit maken van een geopend 10 kokerprofiel 47 dat daarmee de geleiding 48 vormt.11, the top of which is block-shaped and the corners of this block-shaped top of the clamping body 40 form a first contact line 41, a second contact line 42, a third contact line 43 and a fourth contact line 44, the function of which corresponds to the respective contact pins 26, respectively. 27, 29, 30. The contact lines 41, 42, 43, 44 engage an upper inner surface 45 and a lower inner surface 46 which form part of an open box section 47 which forms the guide 48 therewith.

Hierbij wordt opgemerkt dat in tegenstelling tot de in figuur 9 weergegeven situatie het klemlichaam 40 volledig aangrijpt op de binnenzijde van het kokerprofiel 47 terwijl in de vergrendelinrichting 33 zoals getoond in 15 figuur 9 aangrijpt op één binnenvlak en één buitenvlak van het kokerprofiel 36.It is noted here that, in contrast to the situation shown in figure 9, the clamping body 40 engages fully on the inner side of the box profile 47, while in the locking device 33 as shown in figure 9 it engages on one inner surface and one outer surface of the box profile 36.

Opgemerkt wordt dat de vergrendelinrichtingen 19, 33, 39 zodanig uitgevoerd kunnen worden dat zich aan de onderzijde slechts een zeer smalle sleuf bevindt 20 waardoor het risico van bekneld raken in de vergrendelinrichting 19, 33, 39 voorkomen kan worden.It is noted that the locking devices 19, 33, 39 can be designed in such a way that at the bottom there is only a very narrow slot 20, so that the risk of becoming trapped in the locking device 19, 33, 39 can be avoided.

1 00 37 2 9 .1 00 37 2 9.

Claims

1. Folding chair 1 comprising a seat 2, a backrest 4 pivotally connected to the seat 2, at least one front leg 7 pivotally connected to the seat 2, at least one rear leg 5 pivotally connected to the seat 2 and at least one armrest 9 on one side pivotally connected to the backrest 4, wherein the armrest 9, at a distance from the hinge point 10 with the backrest 4, can only be connected in an adjustable position to a projecting part 12 of the rear leg 5.

Folding chair 1 according to claim 1, wherein between the front leg 7 and the rear leg 5 a drawbar 13 is included which, at a distance from the hinge points 6, 8 with the seat 2, is pivotally connected on one side to the front leg 7 and on another side is pivotally connected to the hind leg 5.

Folding chair 1 according to claim 1 or 2, wherein the hinge point 8 of front leg 7 and seat 2 is located closer to the rear leg 5 than the bottom of the front leg 7 to be supported on the bottom.

Folding chair 1 according to claim 2 or 3, wherein the distance between hinge point 8 of seat 2 and front leg 7 and hinge point 14 of pull rod 13 and front leg 7 is smaller than the distance between hinge point 6 of seat 2 and rear leg 5 and hinge point 15 of 25 tie rod 13 and rear leg 5.

Folding chair 1 according to any one of the preceding claims, wherein the front leg 7 and the seat surface 2 are provided with co-operating locking means 17, 18, for locking the front leg 7 in operative position relative to the seat surface 2.

Folding chair 1 according to any one of the preceding claims, wherein the seat surface 2 is provided with a stop 16 against which the front leg 7 rests in active position. 4 Λ Λ T o f ·

Locking device 19, 33, 39 for locking a counter-body 23 in an adjustable position, in one direction R, on a guide 20, 35, 48, comprising an elongate guide body 20, 35, 5 48 with at least two substantially parallel guiding surfaces 21, 22, 45, 46 at different heights, a counter-body 23 which can be displaced relative to the guiding body 20, 35, 48 and which can be fixed in the longitudinal direction, which counter-body 23 is pivotally connected with a clamping body 25, 40 engaging on the guide 20, 35, 48, wherein a perpendicular through the center of gravity of the clamping body 25, 40 in the unloaded state in the unloaded state does not intersect the hinge point of the clamping body 25, 40 and counter-body 23 , which clamping body 25, 40 is provided with at least three contact points 26, 27, 29, 41, 42, 43 for engagement with the guide body 20, 35, 48, a first first contact point 26 engaging on the guide surface 21, 45 , 41, 20 such a second contact point 27, 42 engaging the lower guide surface 22, 46 that the mutual distance between the first and second contact point 26, 27, 41, 42 is greater than the distance between the guide surfaces 21, 22, 45, 46, which first and second contact points 26, 27, 41, 42 are both located on the side of the hinge point 24 between clamping body 25, 40 and counter-body 23 where the resultant of the forces exerted on the clamping body 25, 40 are also in the locking position of the clamping body 25, 30, and a third contact point 29, 43 which engages the guide surface 21, 45 and is located relative to the first contact point 26, 41 such that when the guide surface 21, 45 engages by the first and third contact points 26, 29, 41, 43 the first and second contact points 26, 27, 41, 42 do not exert clamping force on the guide body 20, 35, 48. 1003729.

Locking device 19, 33, 39 according to claim 7, wherein the mutual distance between the guiding surfaces 21, 22, 45, 46 is not constant and the clamping body 25, 40 comprises a fourth contact point 30,44 for engagement on the guiding surface 22, 46 where the mutual distance between the guide surfaces 21, 22, 45, 46 is such that the clamping body 25, 40 has more freedom of movement and before it would be clamped between the first and second by extensive pivoting of the guide body 20, 35, 48 contact point 26, 27, 41, 42 already abuts against first and fourth contact point 26, 30, 41, 44, which prevents further pivoting of the clamping body 25, 40.

Locking device 19, 33, 39 according to claim 7 or 8, wherein in the state that the first and second contact points 26, 27, 41, 42 exert a clamping force on the guide body 20, 35, 48 the horizontal distance (q) between contact points 26, 27 20 is less than twice the frictional resistance (μ) between the contact points 26, 27, 41, 42 and the guide surface 21, 22, 45, 46 times the vertical distance (p) between the center of the two guide surfaces 21, 22, 45, 46 to the hinge point 24 between clamping body 25, 40 and counter-body 23 (ς <2μρ).

Locking device 19, 33, 39 according to any one of claims 7 to 9, wherein the contact points 26, 27, 29, 30 are formed by parallel pins 26, 27, 29, 30 which are substantially perpendicular to at least one plate 28, 31, 32, 34 are attached, and the guide body 20, 35, 48 is an elongated member 20 with external guide surfaces 21, 22.

Locking device 19, 33, 39 according to any one of claims 7 to 9, wherein the contact points 41, 42, 43, 44 are formed by the corners 41, 42, 43, 44 of a block-shaped part of the clamping body 40 and the guide body 48 is a hollow elongated member 47 with two internal guide surfaces 45, 46.

Locking device 19, 33, 39 according to any one of claims 7 to 11, wherein the guide body 20, 35, 48 springs in such a way that, when the guide body 20, 35, 48 is subjected to a high load, the guide body 20 guide body 20, 35, 48 moves at least where it is engaged by the clamping body 20, 35, 48 in such a way that the clamping body 25, 40 instead of on the guide body 20, 35, 48 on a guide body 20, 35, 48 supports support body 9.

Folding chair 1 according to any one of claims 1 to 6, provided with an armrest 9 and a protruding part 12 of the rear leg 5 in which the locking device 19, 33, 39 according to any one of claims 7-12 is included. > 1 ü 0 3 7 2 9.