NL1003715C2 - Vouwdaksamenstel voor een voertuig. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Vouwdaksamenstel voor een voertuig.

De uitvinding heeft betrekking op een hydraulisch bediend vouwdaksamenstel voor een voertuig.

Een dergelijk vouwdaksamenstel is bijvoorbeeld bekend uit DE 38 26 789. In deze publikatie is een hydraulisch werkende 5 bedieningsinrichting voor een vouwdak beschreven met een groot aantal hydraulische 3/2-schuifkleppen voor het regelen van de werking van de hydraulische actuators. Alhoewel de 3/2-schuifkleppen zelf betrekkelijk eenvoudig zijn opgebouwd en derhalve een relatief lage kostprijs kunnen hebben, is de 10 kostprijs van dit bekende vouwdaksamenstel ongewenst hoog.

Onder andere door de onderhavige aanvrager zijn al vouwdaksamenstellen voorgesteld met een eenvoudiger en goedkoper uitgevoerde bedieningsinrichting, bijvoorbeeld zoals beschreven in EP 0 693 390.

15 De onderhavige uitvinding beoogt maatregelen voor te stellen die een verdere kostprijsverlaging van hydraulische bediende vouwdaksamenstellen mogelijk maken.

Volgens een eerste aspect verschaft de onderhavige uitvinding een vouwdaksamenstel volgens de aanhef van conclusie 20 1, welke aanhef is gebaseerd op EP 0 693 390, welk vouwdaksamenstel is gekenmerkt door het kenmerkende deel van conclusie 1.

Door het verschaffen van een omkeerbare pomp, waarvan de beide pomppoorten afhankelijk van de draairichting van de 25 elektrische aandrijfmotor ofwel als zuigpoort of als perspoort dienen, wordt in beginsel een goedkope opbouw met een gering aantal kleppen van de hydraulische bedieningsinrichting mogelijk. De opbouw volgens conclusie 1 maakt het in het bijzonder mogelijk dat de het compartiment afdekkende deksel, bij het uitvallen 30 van de pomp of het elektrische deel van de vouwdakinstallatie dat de elektrisch bedienbare kleppen aanstuurt, nog met de hand kan worden geopend, aangezien de zuiger van de dekselgrendelactuator met de hand in de bijbehorende richting kan worden verplaatst en de verplaatste vloeistof wegstroomt 35 naar het reservoir.

1003715.

- 2 -

In het bijzonder is de in conclusie 1 beschreven oplossing aanzienlijk voordeliger dan een andere, algemeen bekende, oplossing om een noodbediening te verschaffen voor een hydraulische actuator die door een omkeerbare pomp wordt bedreven, 5 welke bekende oplossing bestaat uit het in noodgevallen realiseren van een verbinding tussen beide pomppoorten van de pomp via een additionele verbindingsleiding waarin een met de hand te bedienen afsluiter is opgenomen. Met name het onder brengen van de afsluiter in het voertuig op een bereikbare plaats, is bij die 10 oplossing problematisch.

Wanneer het resterende deel van de hydraulische bedieningsinrichting zo is uitgevoerd dat onder dergelijke noodsituaties het vouwdak met de hand naar de geopende en/of gesloten stand kan worden bewogen, zoals op zich bekend is uit 15 EP 0 693 390, kan met het voertuig verder worden gereden.

Opgemerkt wordt dat het toepassen van een omkeerbare pomp in een hydraulische bedieningsinrichting voor een vouwdaksamenstel op zich reeds bekend is, bijvoorbeeld uit EP 0 425 156. Bij het vouwdaksamenstel uit die publikatie is echter 20 geen hydraulisch bediende dekselgrendel aanwezig.

Bij voorkeur is de dekselgrendel zodanig uitgevoerd dat de dekselgrendel met de hand naar de stand kan worden bewogen waarin de deksel is vergrendeld, zonder dat daarbij een verplaatsing van de zuiger van de dekselgrendelactuator 25 plaatsvindt. Dit maakt het mogelijk om veilig te kunnen rijden, zonder het risico dat de deksel onbedoeld opent. De dekselgrendel kan daartoe eenvoudig via een pen-sleuf koppeling worden verbonden met de zuiger van de dekselgrendelactuator.

Volgens een tweede aspect verschaft de onderhavige 30 uitvinding een vouwdaksamenstel volgens de aanhef van conclusie 4, welke aanhef is gebaseerd op EP 0 693 390, welk vouwdaksamenstel is gekenmerkt door het kenmerkende deel van conclusie 4. Deze uitvoering maakt een goedkope uitvoering mogelijk van een hydraulisch bediende grendel van het vouwdak 35 in de gesloten stand, in het bijzonder tussen de voorste rand van het vouwdak en de naastgelegen balk boven de voorruit van het voertuig. Opgemerkt wordt dat een hydraulische vergrendeling 1003715.

- 3 - van de voorste rand van het vouwdak aan de carrosseriebalk boven de voorruit op zich al lang bekend is, bijvoorbeeld uit DE 38 26 789.

De onderhavige uitvinding verschaft verder een 5 vouwdaksamenstel volgens de aanhef van conclusie 6, welke aanhef is gebaseerd op DE 38 26 789, welk vouwdaksamenstel is gekenmerkt door het kenmerkende deel van conclusie 6. De in het kenmerkende deel van conclusie 6 beschreven uitvoering van de bedieningsinrichting omvat zowel het hierboven beschreven eerste 10 aspect als het hierboven beschreven tweede aspect van de onderhavige uitvinding. De bedieningsinrichting volgens conclusie 6 realiseert een groot aantal, voor de werking van het vouwdak benodigde funkties tegen een lage kostprijs en is constructief eenvoudig en robuust van opbouw, met name omdat een gering aantal 15 kleppen van een algemeen gangbare en relatief goedkope uitvoering kan worden toegepast.

De onderhavige uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een aanzicht in perspectief van een voertuig van 20 het cabriolet type, waarbij het vouwdak gedeeltelijk geopend is en waarbij de hydraulische actuators van de bedieningsinrichting schematisch zijn aangeduid, fig. 2 een hydraulisch schema van de voorkeursuitvoeringsvorm van de hydraulische bedieningsinrichting 25 van het vouwdaksamenstel volgens de uitvinding, figs. 3a-3g schematisch zeven achtereenvolgende stappen van het openen van het vouwdak van het voertuig in fig.l, en figs. 4a-4g schematisch zeven achtereenvolgende stappen van het sluiten van het vouwdak van het voertuig in fig. 1. 30

Figuur 1 toont een voertuig 1 van het cabriolet-type met een carrosserie en passagiersgedeelte 2 daarin.

Het voertuig 1 heeft een vouwdaksamenstel, dat is samengesteld uit een vouwdak voor het overdekken van het passagiersgedeelte 3 5 2 en een hydraulische bedieningsinrichting voor het bewegen van het vouwdak tussen een gesloten stand, waarin het vouwdak het passagiersgedeelte 2 van het voertuig 1 overdekt, en een geopende 1003715.

- 4 - stand, waarin het passagiersgedeelte 2 niet overdekt is.

Achter het passagiersgedeelte 2 heeft de carrosserie van het voertuig 1 een compartiment 3 voor het daarin opnemen van het vouwdak in de geopende stand en verder een omhoog en 5 omlaag zwenkbaar deksel 4 voor het afsluiten van het compartiment 3.

Het vouwdak heeft een vouwbare bekleding 5 en een samenvouwbaar f ramewerk voor de bekleding 5. Het framewerk omvat onder andere een hoofdbeugel 6, die door de bedieningsinrichting 10 beweegbaar is tussen een omhooggezwenkte en omlaaggezwenkte stand, en een zwenkbare achterbeugel 7 voor het bewegen van het achterste gedeelte van de bekleding 5 het vouwdak. De achterbeugel 7 is door de bedieningsinrichting beweegbaar tussen een omhooggezwenkte stand, waarin de achterbeugel 7 min of meer naast de 15 omhooggezwenkte hoofdbeugel 6 ligt zoals is te zien in figuur 1, en een omlaaggezwenkte stand.

Voor het vergrendelen van het deksel 4 in de het compartiment 3 afsluitende stand is bij 8 een mechanische dekselgrendel (niet weergegeven) voorzien.

20 Om het vouwdak in de gesloten stand te vergrendelen, zijn aan de voorste rand van het vouwdak twee vouwdakgrendels voorzien bij 9, die kunnen samenwerken met grendeluitsparingen 10 in balk 11 boven voorruit 12 van het voertuig 1.

Het weergegeven vouwdak is van een bekend type waarvan 25 het aan de voorste rand van het vouwdak grenzende deel van het vouwdak om scharnierlijn 13 naar boven kan zwenken ten opzichte van het daarachter gelegen deel van het vouwdak. Deze zwenking van het voorste deel van het vouwdak wordt bewerkstelligd door een mechanische koppeling tussen dat voorste deel en het door 30 de achterbeugel 7 bewogen achterste deel van het vouwdak. Dit blijkt duidelijk uit de navolgende beschrijving bij de figuren 3 en 4.

De hydraulische bedieningsinrichting omvat meerdere hydraulische actuators, waaronder een paar hoofdbeugelactuators 35 C voor het zwenken van de hoofdbeugel 6, een paar achterbeugelactuators A voor het zwenken van de achterbeugel 7, een enkele vouwdakgrendelactuator B voor het bedienen van 1 0 0 3 7 1 5.

- 5 - de beide vouwdakgrendels, een paar dekselactuators D voor het bewegen van het deksel 4, en een dekselgrendelactuator E voor het bedienen van de dekselgrendel.

De hoofdbeugelactuators c, de achterbeugelactuators A, 5 de vouwdakgrendelactuator B, de dekselactuators D en de dekselgrendelactuator E zijn lineaire zuiger/cilinder-inrichtingen van het dubbel werkende type met elk een eerste arbeidskamer en een tweede arbeidskamer, die door een zuiger van de betreffende actuator van elkaar zijn gescheiden, respectievelijk aangeduid 10 met al,a2, bl,b2, cl,c2, dl,d2 en el,e2. De actuators van elk paar zijn op bekende wijze parallel aangesloten, zodat voor de eenvoud in het vervolg van de beschrijving telkens slechts één actuator van elk paar is aangeduid.

De hydraulische bedieningsinrichting omvat verder een 15 reservoir 14 voor hydraulische vloeistof en een pomp 15.

Voor een gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvorm van de hydraulische bedieningsinrichting van het in figuur l getoonde voertuig 1 wordt nu verwezen naar figuur 2.

20 In figuur 2 is te herkennen dat de pomp 15 een door elektromotor met twee draairichtingen aangedreven omkeerbare hydraulische pomp is met een eerste pomppoort 16 en een tweede pomppoort 17. De pomppoorten 16 en 17 zijn derhalve afhankelijk van de draairichting van elektromotor zuigpoort voor het aanzuigen 25 van hydraulische vloeistof uit het reservoir 14 of perspoort voor het afgeven van hydraulische vloeistof onder druk aan de actuators A-E.

De eerste pomppoort 16 is via een eerste leiding 18 verbonden met de eerste arbeidskamer el van de 30 dekselgrendelactuator E, welke eerste arbeidskamer el bij toevoer van hydraulische vloeistof daaraan het ontgrendelen van de dekselgrendel (bij 8 in fig. 1) bewerkstelligt. De eerste leiding 18 vormt een vaste verbinding, waarin geen klep is opgenomen.

De eerste pomppoort 16 is via een tweede leiding 19 35 verbonden met het reservoir 14, waarbij in de tweede leiding 19 een in de richting van het reservoir 14 afsluitende terugslagklep 20 is opgenomen.

1003715.

- 6 -

De tweede pomppoort 17 is via een derde leiding 21 verbonden met een wisselklep 22, op welke wisselklep 22 een vierde leiding 23, die in verbinding staat met de eerste leiding 18, en vijfde leiding 24 aansluiten. De wisselklep 22 bewerkstelligt 5 dat er altijd een verbinding is tussen de als perspoort werkende poort van de pomp 15 en de vijfde leiding 24 en sluit daarbij de verbinding tussen vijfde leiding 24 en de andere poort van de pomp 15 af.

Verder is de tweede pomppoort 17 via een zesde leiding 10 25 verbonden met het reservoir 14, waarbij in de zesde leiding 25 een in de richting van het reservoir 14 afsluitende terugslagklep 26 is opgenomen.

Op de vijfde leiding 24 sluit een zevende leiding 27 aan naar de eerste arbeidskamer dl van de dekselactuator D, die 15 bij het toevoeren van hydraulische vloeistof daaraan het deksel 4 (fig. 1) beweegt naar een stand waarin het compartiment 3 voor het vouwdak open is.

In de zevende leiding 27 zijn vanaf de eerste arbeidskamer dl van de dekselactuator D naar de vijfde leiding 24 achter elkaar 20 een bedienbare klep 28 en een in de richting van vijfde leiding 24 afsluitende terugslagklep 29 opgenomen. De klep 28 is een elektromagnetisch bediende 3/2-schuifklep met veerterugstelling, die in onbediende toestand die eerste arbeidskamer dl verbindt met het reservoir 14 en in bediende 25 toestand met de vijfde leiding 24.

Een achtste leiding 30 verbindt de tweede arbeidskamer d2 van de dekselactuator D met de tweede arbeidskamer e2 van de dekselgrendelactuator E.

Een negende leiding 31 verbindt de vijfde leiding 24 30 met de eerste arbeidskamer cl van de hoofdbeugelactuator C, welke eerste arbeidskamer cl bij toevoer van hydraulische vloeistof daaraan het omhoog zwenken van de hoofdbeugel 6 (zie fig. 1) bewerkstelligt. In de negende leiding 31 zijn vanaf de eerste arbeidskamer cl van de hoofdbeugelactuator C naar de vijfde 35 leiding 24 achter elkaar een bedienbare klep 32 en een in de richting van vijfde leiding 24 afsluitende terugslagklep 33 opgenomen. De klep 32 is een elektromagnetisch bediende 3/2- 1003715.

- 7 - schuifklep met veerterugstelling, die in onbediende toestand de eerste arbeidskamer cl en de eerste arbeidskamer bl verbindt met het reservoir 14 en in bediende toestand met de vi j fde leiding 24.

5 Een tiende leiding 34 verbindt de tweede arbeidskamer c2 van de hoofdbeugelactuator C met de tweede arbeidskamer d2 van de dekselactuator D. Een elfde leiding 35 verbindt de vijfde leiding 24 met de tiende leiding 34.

In de elfde leiding 35 zijn vanaf de tiende leiding 34 10 naar de vijfde leiding 24 achter elkaar een bedienbare klep 36 en een in de richting van vijfde leiding 24 afsluitende terugslagklep 37 opgenomen. De klep 36 is een elektromagnetisch bediende 3/2-schuifklep met veerterugstelling, die in onbediende toestand de tweede arbeidskamers c2, d2 en e2 verbindt met het 15 reservoir 14 en in bediende toestand met de vijfde leiding 24.

Een twaalfde leiding 38 verbindt de vijfde leiding 24 met de eerste arbeidskamer al van de achterbeugelactuator A, welke eerste arbeidskamer bij toevoer van hydraulische vloeistof daaraan het omlaag zwenken van de achterbeugel 6 (zie fig. 1) 20 bewerkstelligt. In de twaalfde leiding 38 zijn vanaf de eerste arbeidskamer al van de achterbeugelactuator A naar de vijfde leiding 24 achter elkaar een bedienbare klep 39 en een in de richting van vijfde leiding 24 afsluitende terugslagklep 40 opgenomen. De klep 39 is een elektromagnetisch bediende 3/2-25 schuifklep met veerterugstelling, die in onbediende toestand de eerste arbeidskamer al en de tweede arbeidskamer b2 verbindt met het reservoir 14 en in bediende toestand met de vijfde leiding 24.

Een dertiende leiding 41 verbindt de eerste arbeidskamer 30 cl van de hoofdbeugelactuator C met de eerste arbeidskamer bl van de vouwdakgrendelactuator B, welke eerste arbeidskamer bl bij toevoer van hydraulische vloeistof daaraan de vouwdakgrendels (bij 9 in fig. 1) ontgrendelt.

Een veertiende leiding 42 verbindt de eerste arbeidskamer 35 al van de achterbeugelactuator A met de tweede arbeidskamer b2 van de vouwdakgrendelactuator B.

Een vijftiende leiding 43 verbindt de vijfde leiding 1003715.

- 8 - 24 met de tweede arbeidskamer a2 van de achterbeugelactuator A, waarbij in de vijftiende leiding 43 vanaf de tweede arbeidskamer a2 van de achterbeugelactuator A naar de vijfde leiding 24 achter elkaar een bedienbare klep 44 en een in de 5 richting van vijfde leiding 24 afsluitende terugslagklep 45 zijn opgenomen. De klep 44 is een elektromagnetisch bediende 3/2-schuifklep met veerterugstelling, die in onbediende toestand de tweede arbeidskamer a2 verbindt met het reservoir 14 en in bediende toestand met de vijfde leiding 24.

10 Op de vijfde leiding 24 sluit verder een zestiende leiding 46 aan, waarin een drukbegrenzingsklep 47 is opgenomen, die bij overdruk de vijfde leiding 24 verbindt met het reservoir 14.

Voor de bewegingsafloop bij het openen van het vouwdak van het voertuig volgens figuren 1 en 2, wordt nu verwezen naar 15 de figuren 3a-3g, waarin bij elk van de figuren 3a-3g de stand van de actuators A-E uit het schema van figuur 2 is aangeduid.

Figuur 3a toont de gesloten stand van het vouwdak. De stand van de actuators A-E komt nu overeen met de in figuur 2 getoonde stand van de actuators A-E.

20 Voor het openen van het vouwdak wordt de pomp 15 in eerste stap zo aangedreven, dat de tweede pomppoort 17 als perspoort werkt. In de eerste stap wordt ook klep 32 bediend, waardoor de vouwdakgrendelactuator B de vouwdakgrendels (bij 9 in fig. 1) ontgrendelt.

25 In een tweede stap blijft de tweede pomppoort 17 de perspoort en wordt zowel klep 32 als klep 44 bediend. Hierdoor beweegt de achterbeugel 7 omhoog en door de eerder genoemde mechanische koppeling zwenkt ook het voorste deel van het vouwdak om lijn 13 omhoog vanaf de voorruit. Deze stand is getoond in 30 figuur 3b.

In een derde stap wordt de pomprichting van de pomp 15 omgekeerd en wordt de eerste pomppoort 16 de perspoort en de tweede pomppoort 17 de zuigpoort. Door nu de klep 44 te blijven bedienen en klep 32 niet meer te bedienen, wordt bereikt dat 35 de achterbeugel 7 omhoog gezwenkt blijft en dat de dekselgrendelactuator E de deksel 4 ontgrendelt.

Door aansluitend samen met de klep 44 ook de klep 28 1003715.

- 9 - te bedienen, bewerkstelligt de dekselactuator D het openen van de ontgrendelde deksel 4.

Door aansluitend samën roet de kleppen 44 en 28 ook de klep 39 te bedienen, bewerkstelligt de vouwdakgrendelactuator 5 B het sluiten van de vouwdakgrendels (bij 9 in fig.l), die in gesloten stand niet meer in ingrijping kunnen komen roet de balk 11 van het voertuig. De nu bereikte toestand is getoond in figuur 3c.

In een vierde stap blijft de eerste poroppoort 16 de 10 perspoort van de pomp 15 en worden de kleppen 39 en 28 bediend. Hierdoor zwenkt de achterbeugel 7 omlaag en wordt ook het voorste deel van het vouwdak weer omlaag gezwenkt zonder daarbij met de balk 11 te vergrendelen, omdat de vouwdakgrendels gesloten zijn. De nu bereikte toestand is getoond in figuur 3d.

15 In een vijfde stap blijft de eerste pomppoort 16 de perspoort van de pomp 15 en blijft de klep 28 bediend, terwijl nu ook de klep 36 wordt bediend. Dit leidt tot het omlaag zwenken van de hoofdbeugel 6 van het vouwdak, zodat het hele vouwdak in het geopende compartiment 3 komt te liggen. De nu bereikte 20 toestand is getoond in figuur 3e.

In een zesde stap blijft de eerste pomppoort 16 de perspoort van de pomp 15 en wordt klep 28 niet langer bediend, terwijl klep 36 bediend blijft. Hierdoor sluit het deksel 4 het compartiment 3 af.

25 In een zevende stap wordt de tweede pomppoort 17 de perspoort en blijft klep 36 bediend. Dit leidt tot het vergrendelen van de dekselgrendel door de dekselgrendelactuator E. Het vouwdak is nu volledig geopend, welke toestand is getoond in figuur 3g.

30 Aan de hand van de figuren 4a-4g zal nu het sluiten van het vouwdak volgens de figuren 1 en 2 worden toegelicht, waarbij in elk van de figuren 4a-4g telkens de stand van de actuators A-E uit het schema van figuur 2 is aangeduid.

Figuur 4a toont het vouwdak in de volledig geopende 35 toestand, welke toestand identiek is aan figuur 3g.

In een eerste stap wordt de pomp 15 zo aangedreven dat de eerste pomppoort 16 de perspoort is. Bij onbediende kleppen 1003715.

- 10 - 28,36,32,39,44 heeft dit tot gevolg dat de dekselgrendelactuator E de dekselgrendel ontgrendelt. Deze toestand is getoond in figuur 4b.

In een tweede stap blijft de eerste pomppoort 16 de 5 perspoort en wordt de klep 28 bediend. Hierdoor opent de dekselactuator D de deksel 4 van het voertuig l. Deze toestand is getoond in figuur 4c.

In een derde stap blijft de eerste pomppoort 16 de perspoort en blijft de klep 28 bediend. Tevens wordt nu de klep 10 32 bediend. Dit heeft tot gevolg dat de hoofdbeugelactuator C de hoofdbeugel 6 van het vouwdak omhoog zwenkt, waarbij de achterbeugel 7 blijft liggen. Ook heeft dit tot gevolg dat de vouwdakgrendelactuator B de vouwdakgrendels opent. De nu bereikte toestand is getoond in figuur 4d.

15 In een vierde stap blijft de eerste pomppoort 16 de perspoort en blijven de kleppen 28 en 32 bediend. Daarbij wordt dan ook de klep 44 bediend met als gevolg dat de achterbeugel 7 omhoog zwenkt en ongeveer naast de omhooggezwenkte hoofdbeugel 6 komt te liggen. Door de beweging van de achterbeugel 7 omhoog, 20 wordt ook het voorste deel van het vouwdak, dat nog niet is vergrendeld, omhoog gezwenkt om lijn 13. Deze toestand is getoond in figuur 4e.

In een vijfde stap blijft de eerste pomppoort 16 de perspoort en blijven de kleppen 44 en 32 bediend. Door nu ook 25 klep 36 te bedienen, wordt bereikt dat de dekselactuator D het deksel 4 sluit, terwijl de achterbeugel 7 omhoog blijft. Als de deksel 4 gesloten is, wordt in de draairichting van de pomp 15 omgekeerd, waardoor de tweede pomppoort 17 de perspoort wordt. Hierbij blijven de kleppen 32,44 en 36 bediend, zodat nu de 3 0 dekselgrendelactuator E de deksel 4 vergrendelt. De nu bereikte toestand is getoond in figuur 4f.

In een zesde stap blijft de tweede pomppoort 17 de perspoort en blijft klep 32 bediend. Tevens wordt nu de klep 39 bediend, waardoor de achterbeugel 7 omlaag zwenkt en ook het 35 voorste deel van het vouwdak tegen de balk 11 boven de voorruit 12 komt te liggen.

In een zevende stap blijft de tweede pomppoort 17 de 1003715.

- 11 - perspoort en blijft klep 39 bediend, terwijl klep 32 niet langer bediend wordt. Dit heeft tot gevolg dat de vouwdakgrendelactuator B de vouwdakgrendels bedient èn de voorrand van het vouwdak aan de balk 11 vergrendelt. Het vouwdak is nu volledig gesloten, 5 hetgeen is getoond in figuur 4g.

1003715.

Claims (8)

1. Vouwdaksamenstel voor een voertuig met een passagiersgedeelte, waarbij het vouwdaksamenstel een vouwdak omvat, dat beweegbaar is tussen een gesloten stand, waarin het vouwdak het passagiersgedeelte van het voertuig overdekt, en 5 een geopende stand, waarin het passagiersgedeelte niet overdekt is, en waarbij het vouwdaksamenstel verder een hydraulische bedieningsinrichting omvat voor het bewegen van het vouwdak, waarbij het voertuig achter het passagiersgedeelte een door een beweegbaar deksel afsluitbaar compartiment heeft voor het daarin 10 opnemen van het vouwdak in de geopende stand, waarbij ten minste een dekselgrendel is voorzien voor het vergrendelen van het deksel in de het compartiment afsluitende stand daarvan, waarbij de bedieningsinrichting een hydraulische pomp en een reservoir, alsmede meerdere hydraulische actuators (A,B,C,D,E) 15 omvat, waarbij voor het bedienen van de dekselgrendel ten minste een hydraulische dekselgrendelactuator (E) is voorzien, welke dekselgrendelactuator van het dubbelwerkende type is met een eerste en een tweede, door een zuiger gescheiden arbeidskamers (el,e2), waarbij bij toevoer van hydraulische vloeistof aan de 20 eerste arbeidskamer (el) van de dekselgrendelactuator de dekselgrendel ontgrendelt, met het kenmerk, dat de pomp een omkeerbare pomp (15) is met een eerste en een tweede pomppoort (16,17) , waarbij de eerste pomppoort (16) via een eerste leiding (18) voortdurend verbonden is met de eerste arbeidskamer (el) 25 van de dekselgrendelactuator (E) en via een tweede leiding (19) verbonden is met het reservoir (14), waarbij in de tweede leiding (19) een in de richting van het reservoir (14) afsluitende terugslagklep (20) is opgenomen, en waarbij de tweede pomppoort (17) via een derde leiding (21,27,30) is verbonden met de tweede 30 arbeidskamer (e2) van de dekselgrendelactuator (E) en via een vierde leiding (25) is verbonden met het reservoir (14) , waarbij in de vierde leiding (25) een in de richting van het reservoir (14) afsluitende terugslagklep (26) is opgenomen, waarbij in de derde leiding (21,27,30) vanaf de tweede arbeidskamer (e2) 35 naar de tweede pomppoort (17) achter elkaar een bedienbare klep 1003715. - 13 - (28), die in onbediende toestand die tweede arbeidskamer (e2) verbindt met het reservoir (14) en in bediende toestand met de tweede pomppoort (17) verbindt, en een in de richting van de tweede pomppoort (17) afsluitende terugslagklep (29) zijn 5 opgenomen.

2. Vouwdakinstallatie volgens conclusie l, waarbij de dekselgrendel zodanig is uitgevoerd dat de dekselgrendel roet de hand naar de stand kan worden bewogen waarin de deksel is 10 ontgrendeld, waarbij een verplaatsing van de zuiger van de dekselgrendelactuator (E) plaatsvindt.

3. Vouwdakinstallatie volgens conclusie 1 of 2, waarbij de dekselgrendel zodanig is uitgevoerd dat de dekselgrendel met 15 de hand naar de stand kan worden bewogen waarin de deksel is vergrendeld, zonder dat daarbij een verplaatsing van de zuiger van de dekselgrendelactuator (E) plaatsvindt.

4. Vouwdakinstallatie voor een voertuig met een 20 passagiersgedeelte, waarbij het vouwdaksamenstel een vouwdak omvat, dat beweegbaar is tussen een gesloten stand, waarin het vouwdak het passagiersgedeelte van het voertuig overdekt, en een geopende stand, waarin het passagiersgedeelte niet overdekt is, en waarbij het vouwdaksamenstel verder een hydraulische 25 bedieningsinrichting omvat voor het bewegen van het vouwdak, welk vouwdak een vouwbare bekleding (5) heeft en samenvouwbaar framewerk voor de bekleding, welk framewerk een hoofdbeugel (6) , die door de bedieningsinrichting beweegbaar is tussen een omhooggezwenkte en omlaaggezwenkte stand, en een achterbeugel 30 (7) voor het bewegen van het achterste gedeelte van het vouwdak omvat, welke achterbeugel (7) door de bedieningsinrichting beweegbaar is tussen een omhooggezwenkte en omlaaggezwenkte stand, waarbij de bedieningsinrichting een hydraulische pomp (15) en een reservoir (14), alsmede meerdere hydraulische actuators 35 (A,B,C,D,E) omvat, waarbij ten minste één van de actuators een hoofdbeugelactuator (C) is voor het omhoog en omlaag zwenken van de hoofdbeugel (7) en ten minste één van de actuators een 1005715. - 14 - achterbeugelactuator (A) is voor het omhoog en omlaag zwenken van de achterbeugel (6), welke hoofdbeugelactuator (C) en achterbeugel actuator (A) beide van het dubbel werkende type zijn met elk een eerste en een tweede, 5 door een zuiger van de betreffende actuator gescheiden arbeidskamers (al,a2;cl,c2), waarbij de bedieningsinrichting verder is voorzien van bedienbare klepmiddelen (44,39,32,36) voor het selectief met de pomp (15) of het reservoir (14) verbinden van de arbeidskamers van de hoofdbeugelactuator (C) 10 en de achterbeugelactuator (A), en waarbij de bedieningsinrichting verder is voorzien van terugslagklepmiddelen (45,40,33,37) in de verbinding tussen de klepmiddelen en de pomp, welke terugslagklepmiddelen stroming van hydraulische vloeistof in de richting van de pomp (15) afsluiten, 15 waarbij het vouwdak verder is voorzien van een vouwdakgrendel (9) voor het vergrendelen van het vouwdak in de gesloten stand, en waarbij ten minste één van de actuators een vouwdakgrendelactuator (B) is voor het bedienen van de vouwdakgrendel, welke vouwdakgrendelactuator van het 20 dubbelwerkende type is met een eerste en een tweede, door een zuiger van de betreffende actuator gescheiden arbeidskamers (bl,b2), met het kenmerk, dat de eerste arbeidskamer (bl) van de vouwdakgrendelactuator (B), waarbij bij toevoer van hydraulische vloeistof aan die eerste arbeidskamer (bl) de 25 vouwdakgrendel ontgrendelt, is verbonden met de eerste arbeidskamer (cl) van de hoofdbeugelactuator (C), waarbij bij toevoer van hydraulische vloeistof aan die eerste arbeidskamer (cl) de hoofdbeugel (6) omhoog zwenkt, en dat de tweede arbeidskamer (b2) van de vouwdakgrendelactuator 30 is verbonden met de eerste arbeidskamer (al) van de achterbeugelactuator (A) , waarbij bij toevoer van hydraulische vloeistof aan die eerste arbeidskamer (al) de achterbeugel (7) omlaag zwenkt.

5. Vouwdakinstallatie volgens conclusies 1 en 4.

6. Vouwdakinstallatie voor een voertuig (1) met een 1003715· - 15 - carrosserie en passagiersgedeelte (2) daarin, omvattende een vouwdak voor het overdekken van het passagiersgedeelte en een hydraulische bedieningsinrichting voor het bewegen van het vouwdak tussen een gesloten stand, waarin het vouwdak het 5 passagiersgedeelte van het voertuig overdekt, en een geopende stand, waarin het passagiersgedeelte niet overdekt is, welk voertuig achter het passagiersgedeelte een compartiment (3) heeft voor het daarin opnemen van het vouwdak in de geopende stand en een beweegbaar deksel (4) voor het afsluiten van het 10 compartiment (3), waarbij een dekselgrendel (8) is voorzien voor het vergrendelen van het deksel (4) in de het compartiment (3) afsluitende stand, welk vouwdak een vouwbare bekleding (5) heeft en samenvouwbaar framewerk voor de bekleding, welk framewerk een hoofdbeugel (6), 15 die door de bedieningsinrichting beweegbaar is tussen een omhooggezwenkte en omlaaggezwenkte stand, en een achterbeugel (7) voor het bewegen van het achterste gedeelte van het vouwdak omvat, welke achterbeugel (7) door de bedieningsinrichting beweegbaar is tussen een omhooggezwenkte en omlaaggezwenkte stand, 20 waarbij een vouwdakgrendel (9) is voorzien voor het vergrendelen van het vouwdak in de gesloten stand, waarbij de hydraulische bedieningsinrichting meerdere hydraulische actuators (A,B,C,D,E) omvat, waaronder ten minste een hoofdbeugelactuator (C) voor het zwenken van de hoofdbeugel, 25 ten minste een achterbeugelactuator (A) voor het zwenken van de achterbeugel, tenminste een vouwdakgrendelactuator (B) voor het bedienen van de vouwdakgrendel, ten minste een dekselactuator (D) voor het bewegen van het deksel (4), en ten minste een dekselgrendelactuator (E) voor het bedienen van de dekselgrendel 30 (8), waarbij de hoofdbeugelactuator (C), de achterbeugelactuator (A), de vouwdakgrendelactuator (B), de dekselactuator (D) en de dekselgrendelactuator (E) van het dubbelwerkende type zijn met elk een eerste en een tweede, door een zuiger van de betreffende actuator gescheiden arbeidskamers, 35 waarbij de bedieningsinrichting verder een reservoir voor hydraulische vloeistof en een pomp omvat, met het kenmerk, dat de pomp een omkeerbare pomp (15) is met 1003715. - 16 - een eerste en een tweede pomppoort (16,17), waarbij de eerste pomppoort via een eerste leiding verbonden is met de eerste arbeidskamer van de dekselgrendelactuator, die bij toevoer van hydraulische vloeistof daaraan het ontgrendelen van de 5 dekselgrendel bewerkstelligt, en via een tweede leiding verbonden is met het reservoir, waarbij in de tweede leiding een in de richting van het reservoir afsluitende terugslagklep is opgenomen, en waarbij de tweede pomppoort via een derde leiding is verbonden met een wisselklep (22) , op welke wisselklep een vierde leiding 10 (23), die in verbinding staat met de eerste leiding (18), en vijfde leiding (24) aansluiten, waarbij de tweede pomppoort (17) via een zesde leiding (25) is verbonden met het reservoir (14) , waarbij in de zesde leiding (25) een in de richting van het reservoir afsluitende terugslagklep (26) is opgenomen, waarbij 15 op de vijfde leiding (24) een zevende leiding (27) aansluit naar de eerste arbeidskamer (dl) van de dekselactuator (D), die bij het toevoeren van hydraulische vloeistof daaraan het deksel (4) beweegt naar een stand waarin het compartiment (3) voor het vouwdak open is, waarbij in de zevende leiding (27) vanaf de 20 eerste arbeidskamer (dl) van de dekselactuator (D) naar de vijfde leiding (24) achter elkaar een bedienbare klep (28), die in onbediende toestand die eerste arbeidskamer (dl) verbindt met het reservoir (14) en in bediende toestand roet de vijfde leiding (24) verbindt, en een in de richting van vijfde leiding (24) 25 afsluitende terugslagklep (29) zijn opgenomen, waarbij een achtste leiding (30) de tweede arbeidskamer (d2) van de dekselactuator (D) verbindt met de tweede arbeidskamer (e2) van de dekselgrendelactuator (E), waarbij een negende leiding (31) de vijfde leiding (24) verbindt 30 met de eerste arbeidskamer (cl) van de hoofdbeugelactuator, die bij toevoer van hydraulische vloeistof daaraan het omhoog zwenken van de hoofdbeugel (6) bewerkstelligt, waarbij in de negende leiding (31) vanaf de eerste arbeidskamer (cl) van de hoofdbeugelactuator naar de vijfde leiding (24) achter elkaar 35 een bedienbare klep (32) , die in onbediende toestand die eerste arbeidskamer (cl) verbindt met het reservoir en in bediende toestand met de vijfde leiding (24) verbindt, en een in de 1003715. - 17 - richting van vijfde leiding (24) afsluitende terugslagklep (33) zijn opgenomen, waarbij een tiende leiding (34) de tweede arbeidskamer (c2) van de hoofdbeugelactuator (C) verbindt met de tweede arbeidskamer 5 (d2) van de dekselactuator (D), waarbij een elfde leiding (35) de vijfde leiding (24) verbindt met de tiende leiding (34), waarbij in de elfde leiding (35) vanaf de tiende leiding (34) naar de vijfde leiding (24) achter elkaar een bedienbare klep (36), die in onbediende toestand de 10 tiende leiding verbindt met het reservoir (14) en in bediende toestand met de vijfde leiding (24) verbindt, en een in de richting van vijfde leiding afsluitende terugslagklep (37) zijn opgenomen, waarbij een twaalfde leiding (38) de vijfde leiding (24) verbindt 15 met de eerste arbeidskamer (al) van de achterbeugelactuator (A) , die bij toevoer van hydraulische vloeistof daaraan het omlaag zwenken van de achterbeugel (7) bewerkstelligt, waarbij in de twaalfde leiding (38) vanaf de eerste arbeidskamer (al) van de achterbeugelactuator naar de vijfde leiding (24) achter elkaar 20 een bedienbare klep (39) , die in onbediende toestand die eerste arbeidskamer (al) verbindt met het reservoir en in bediende toestand met de vijfde leiding (24) verbindt, en een in de richting van vijfde leiding afsluitende terugslagklep (40) zijn opgenomen, 25 waarbij een dertiende leiding (41) de eerste arbeidskamer (cl) van de hoofdbeugelactuator (C) verbindt met de eerste arbeidskamer (bl) van de vouwdakgrendelactuator (B) , die bij toevoer van hydraulische vloeistof daaraan de vouwdakgrendel ontgrendelt, waarbij een veertiende leiding (42) de eerste arbeidskamer (al) 30 van de achterbeugelactuator (A) verbindt roet de tweede arbeidskamer (b2) van de vouwdakgrendelactuator (B), waarbij een vijftiende leiding (43) de vijfde leiding (24) verbindt met de tweede arbeidskamer (a2) van de achterbeugelactuator (A), waarbij in de vijftiende leiding vanaf 35 de tweede arbeidskamer (a2) van de achterbeugelactuator naar de vijfde leiding achter elkaar een bedienbare klep (44), die in onbediende toestand die tweede arbeidskamer (a2) verbindt 1003715. « - 18 - roet het reservoir (14) en in bediende toestand met de vijfde leiding (24) verbindt, en een in de richting van vijfde leiding afsluitende terugslagklep (45) zijn opgenomen.

7. Vouwdakinstallatie volgens conclusie 6, waarbij op de vijfde leiding (24) een zestiende leiding (46) aansluit, waarin een overdrukklep (47) is opgenomen, die bij overdruk de vijfde leiding (24) verbindt met het reservoir (14).

8. Vouwdak installatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de bedienbare kleppen (28,36,32,39,44) elk een 3/2-schuifklep zijn met elektromagnetische bediening en veerterugstel1ing. 1003715.