NL1002614C2 - Systeem voor het genereren van een uitgaand videosignaal, alsmede werkwijze voor het verschaffen van een uitgaand videosignaal. - Google Patents

Description

Systeem voor het genereren van een uitgaand videosignaal, alsmede werkwijze voor het verschaffen van een uitgaand videosignaal A Achtergrond van de uitvinding

De uitvinding betreft een systeem voor het genereren van een uitgaand videosignaal, omvattende een videomixinrichting die is 5 voorzien van - een uitgangsgedeelte voor het genereren van het uitgaande videosignaal, - een ingangsgedeelte voor het ontvangen van ten minste een eerste inkomend videosignaal en een tweede inkomend videosignaal, en 10 - een stuuringangsgedeelte voor het ontvangen van ten minste twee stuursignalen.

Een dergelijk van algemene bekendheid zijnd systeem is op de professionele markt goed verkrijgbaar en wordt bijvoorbeeld in televisiestudio's toegepast. De videomixinrichting genereert het 15 uitgaande videosignaal, dat bijvoorbeeld via de ether en/of via een kabel in de huiskamers terecht komt. Dit uitgaande videosignaal omvat bijvoorbeeld het eerste inkomende videosignaal indien bijvoorbeeld een eerste stuursignaal een eerste waarde bezit en een tweede stuursignaal een tweede waarde bezit, en omvat bijvoorbeeld het tweede inkomende 20 videosignaal indien bijvoorbeeld het eerste stuursignaal een tweede waarde bezit en het tweede stuursignaal een eerste waarde bezit. Aldus wordt het uitgaande videosignaal gegenereerd waarvan het bijbehorende videobeeld onder besturing van de stuursignalen kan worden omgeschakeld van het videobeeld behorend bij het eerste inkomende 25 videosignaal naar het videobeeld behorend bij tweede inkomende videosignaal, en vice versa. Verder beschikt zo'n bekende videomixinrichting bijvoorbeeld over de mogelijkheid om onder besturing van de stuursignalen het uitgaande videosignaal op zodanige wijze te genereren dat het bijbehorende videobeeld wordt gevormd door 30 de geleidelijk in elkaar overlopende videobeelden van beide inkomende videosignalen, en kunnen de videobeelden van beide inkomende videosignalen onder besturing van de stuursignalen bijvoorbeeld tegelijk naast elkaar worden weergegeven.

Een dergelijk systeem heeft onder meer als nadeel, dat het niet 35 goed geschikt is voor toepassing in nieuwe mediaconcepten.

10 0 2 6 1 (f 2 B Samenvatting van de uitvinding

De uitvinding stelt zich onder meer ten doel een systeem van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen dat beter geschikt is voor 5 toepassing in nieuwe mediaconcepten.

Daartoe heeft het systeem volgens de uitvinding het kenmerk, dat het systeem een geheugen omvat dat is voorzien van - een eerste geheugenveld voor het opslaan van aan ten minste één der inkomende videosignalen gerelateerde informatie, en 10 - een tweede geheugenveld voor het opslaan van ten minste één aan de informatie gerelateerde code, waarbij het systeem verder een met het geheugen en met de videomixinrichting gekoppelde processor omvat voor het in afhankelijkheid van ten minste één code genereren van ten minste één 15 stuursignaal.

Door in het eerste geheugenveld aan het eerste inkomende videosignaal en/of aan het tweede inkomende videosignaal gerelateerde informatie op te slaan, zoals bijvoorbeeld programmagegevens (zoals uitzendingstijdstip + programmat!tel + korte programmainhoud), en door 20 in het tweede geheugenveld één of meer aan deze informatie gerelateerde codes op te slaan (zoals bijvoorbeeld per programmatitel een layoutcode en een programmasoortcode), kan op volledig automatische wijze in afhankelijkheid van één of meer codes een voor de videomixinrichting bestemd stuursignaal worden gegenereerd, 25 waardoor op volledig automatische wijze uit de ten minste twee inkomende videosignalen het uitgaande videosignaal kan worden samengesteld.

De uitvinding berust onder meer op het inzicht, dat een bekende videomixinrichting wordt bestuurd middels stuursignalen, en dat deze 30 stuursignalen op automatische wijze kunnen worden afgeleid van aan informatie toegekende codes, als gevolg waarvan de videomixinrichting in afhankelijkheid van de opgeslagen informatie wordt bestuurd.

Aldus wordt het probleem van het in nieuwe mediaconcepten willen kunnen toepassen van het systeem opgelost door aan ten minste één der 35 inkomende videosignalen gerelateerde informatie op te slaan en door ten minste één aan de informatie gerelateerde code op te slaan, waarna ten minste één stuursignaal in afhankelijkheid van ten minste één code wordt gegenereerd. Zo'n nieuw mediaconcept zou bijvoorbeeld een soort 1 0 0 2 6 u 3 overzichtvideokanaal kunnen zijn, dat bijvoorbeeld gedurende tien minuten op automatische wijze het totale aanbod op alle zenders aan programma's van de komende vier uur laat zien. In geval van vijf mogelijke programmasoortcodes en vijf mogelijke layoutcodes worden dan 5 gedurende bijvoorbeeld twee minuten alle komende programma's van één bepaalde soort getoond, bijvoorbeeld door achtereenvolgende weergave per komend programma van een foto die eventueel wordt aangevuld met uit de opgeslagen informatie afkomstige tekst, terwijl de volgorde van deze programma's van één bepaalde soort en de wijze van weergeven dan 10 wordt bepaald aan de hand van de bijbehorende layoutcodes. Ten minste een gedeelte van de in de uitvinding gelegen inventiviteit is gelegen in het hebben bedacht van dit nieuwe mediaconcept.

Een eerste uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat gedurende ten minste een tijdinterval het 15 uitgaande videosignaal zowel ten minste een gedeelte van het eerste inkomende videosignaal als ten minste een gedeelte van het tweede inkomende videosignaal omvat, waarbij het eerste inkomende videosignaal een achtergrondfunctie bezit en het tweede inkomende videosignaal een voorgrondfunctie bezit.

20 Door de videomixinrichting via de stuursignalen gedurende ten minste het tijdinterval het bij het eerste inkomende videosignaal behorende beeld als achtergrond te laten weergeven en het bij het tweede inkomende videosignaal behorende beeld als bijvoorbeeld kleinere rechthoek op de voorgrond te laten weergeven, kunnen 25 belangrijke zaken zoals bijvoorbeeld de komende programma's via het tweede inkomende videosignaal op de voorgrond de revue passeren, terwijl minder belangrijke zaken zoals bijvoorbeeld foto's van monumenten of een life uitgezonden aankomst van zeiljachten in een jachthaven op de achtergrond de revue passeren.

30 Een tweede uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat het tweede inkomende videosignaal ten minste twee inkomende videosignalen omvat.

Door hetzij in het algemeen het systeem hetzij in het bijzonder de videomixinrichting te voorzien van bijvoorbeeld een tuner of 35 bijvoorbeeld een zogenaamde videoswitch, kan een veelvoud aan videosignalen (zoals bijvoorbeeld een totaal aanbod van dertig kanalen) worden verwerkt. Hierbij dient in het algemene geval de processor de tuner of de videoswitch te besturen, terwijl in het • 00?S14

A

bijzondere geval de tuner en/of de videoswitch ook via de voor de videomixinrichting bestemde stuursignalen kunnen worden bestuurd.

Een derde uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvoering heeft het kenmerk, dat ten minste een gedeelte van ten minste het 5 tweede inkomende videosignaal een zogenaamd "real time broadcasted" videosignaal omvat.

Door een life uitgezonden videosignaal als (gedeelte van) het tweede inkomende videosignaal te gebruiken, kan (bijvoorbeeld op de voorgrond) een indruk worden gegeven van het momentane aanbod aan 10 programma's, waarbij via bijvoorbeeld de programmasoortcodes en de layoutcodes dit momentane aanbod op voordelige wijze is gerangschikt.

Een vierde uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat ten minste een gedeelte van ten minste het eerste inkomende videosignaal een vooraf opgeslagen videosignaal 15 omvat.

Door een vooraf opgeslagen videosignaal als (gedeelte van) het eerste inkomende videosignaal te gebruiken, kan (bijvoorbeeld op de achtergrond) een al dan niet bewegend beeld worden getoond, hetzij slechts als schermvulling, hetzij met een informatieve bedoeling.

20 De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het verschaffen van een uitgaand videosignaal, welke werkwijze de stappen omvat van - het ontvangen van ten minste een eerste inkomend videosignaal en een tweede inkomend videosignaal, en - het ontvangen van ten minste twee stuursignalen.

25 De werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van - het genereren van ten minste één stuursignaal in afhankelijkheid van ten minste één opgeslagen code die is gerelateerd aan opgeslagen informatie welke aan ten minste één der inkomende videosignalen is 30 gerelateerd.

Een eerste uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat gedurende ten minste een tijdinterval het uitgaande videosignaal zowel ten minste een gedeelte van het eerste inkomende videosignaal als ten minste een gedeelte van 35 het tweede inkomende videosignaal omvat, waarbij het eerste inkomende videosignaal een achtergrondfunctie bezit en het tweede inkomende videosignaal een voorgrondfunctie bezit.

Een tweede uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de 1002614 5 uitvinding heeft het kenmerk, dat het tweede inkomende videosignaal ten minste twee inkomende videosignalen omvat.

Een derde uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat ten minste een gedeelte van ten minste het 5 tweede inkomende videosignaal een zogenaamd "real time broadcasted" videosignaal omvat.

Een vierde uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat ten minste een gedeelte van ten minste het eerste inkomende videosignaal een vooraf opgeslagen 10 videosignaal omvat.

C Referenties

Geen.

15

Alle referenties worden beschouwd als te zijn geïncorporeerd in deze octrooiaanvrage.

D Uitvoeringsvoorbeeld 20

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuur weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Daarbij toont figuur 1 een systeem volgens de uitvinding.

Het in figuur 1 weergegeven systeem volgens de uitvinding omvat 25 een videomixinrichting 1,2 voorzien van - een uitgangsgedeelte voor het via een videoverbinding 14 genereren van een uitgaand videosignaal, - een ingangsgedeelte voor het via een videoverbinding 23 ontvangen van een eerste inkomend videosignaal en voor het via een 30 videoverbinding 15 ontvangen van een tweede inkomend videosignaal en voor het via een videoverbinding 16 ontvangen van een derde inkomend videosignaal en voor het via een videoverbinding 17 ontvangen van een vierde inkomend videosignaal, en - een stuuringangsgedeelte voor het via een stuurverbinding 30 35 ontvangen van een eerste stuursignaal en voor het via een stuurverbinding 31 ontvangen van een tweede stuursignaal en voor het via een stuurverbinding 32 ontvangen van een derde stuursignaal en voor het via een stuurverbinding 33 ontvangen van een vierde 10 0 2 6 14, 6 stuursignaal en voor het via een stuurverbinding 34 ontvangen van een vijfde stuursignaal en voor het via een stuurverbinding 35 ontvangen van een zesde stuursignaal en voor het via een stuurverbinding 36 ontvangen van een zevende stuursignaal en voor het via een 5 stuurverbinding 37 ontvangen van een achtste stuursignaal en voor het via een stuurverbinding 38 ontvangen van een negende stuursignaal. Verder is videomixinrichting 1,2 voorzien van een verder ingangsgedeelte voor het via een videoverbinding 20 ontvangen van een eerste inkomend informatiesignaal en voor het via een videoverbinding 10 21 ontvangen van een tweede inkomend informatiesignaal en voor het via een videoverbinding 22 ontvangen van een derde inkomend informatiesignaal. Videomixinrichting 1,2 omvat bijvoorbeeld een van algemene bekendheid zijnde videomixer 1 en een van algemene bekendheid zijnde videosignaalschakelaar 2, waarbij videomixer 1 is aangesloten 15 op de videoverbinding 14 en op de stuurverbindingen 34-38, waarbij videosignaalschakelaar 2 is aangesloten op de videoverbindingen 15-17 en 20-24 en op de stuurverbindingen 30-33, en waarbij videomixer 1 en videosignaalschakelaar 2 onderling zijn gekoppeld via vier videoverbindingen 10-13.

20 Het in figuur 1 weergegeven systeem omvat verder drie tuners 3- 5, waarvan de videoingangen zijn aangesloten op een videoverbinding 18, terwijl de respectieve videouitgangen van de tuners 3-5 zijn aangesloten op de respectieve videoverbindingen 15-17. De respectieve stuuringangen van de tuners 3-5 zijn via respectieve stuurverbindingen 25 40-42 gekoppeld met een processor 7, die eveneens is gekoppeld met de stuurverbindingen 30-38, en die verder via vier stuurverbindingen 43-46 is gekoppeld met een geheugen 6. Dit geheugen 6 omvat een eerste geheugenveld 60, een tweede geheugenveld 61, een derde geheugenveld 62, een vierde geheugenveld 63, een vijfde geheugenveld 64, een zesde 30 geheugenveld 65, een zevende geheugenveld 66, en een achtste geheugenveld 67. Via de videoverbindingen 20-23 is geheugen 6 gekoppeld met videosignaalschakelaar 2.

De werking van het in figuur 1 weergegeven systeem volgens de uitvinding, dat bijvoorbeeld bij een kabelexploitant kan worden 35 geplaatst, is als volgt. Via videoverbinding 18 worden bijvoorbeeld dertig in frequentie gemultiplexte videosignalen aan de respectieve tuners 3-5 toegevoerd, die in responsie op via de respectieve stuurverbindingen 40-42 te ontvangen stuursignalen één videosignaal -902614 7 kunnen selecteren en via de respectieve videoverbindingen 15-17 dit geselecteerde videosignaal als inkomend tweede respectievelijk derde respectievelijk vierde videosignaal aan videosignaalschakelaar 2 kunnen toevoeren. In geheugen 6 wordt in eerste geheugenveld 60 5 (bijvoorbeeld een eerste kolom in een eerste subgedeelte) aan de dertig videosignalen gerelateerde informatie opgeslagen, zoals programmagegevens (bijvoorbeeld per rij: zender + uitzendingstijdstip + programmatitel + korte programmairihoud, waarbij de rijen zich bijvoorbeeld in chronologische volgorde bevinden), en wordt in tweede 10 geheugenveld 61 (bijvoorbeeld een tweede kolom in het eerste subgedeelte) een eerste aan deze informatie gerelateerde code opgeslagen (zoals bijvoorbeeld per programmatitel oftewel per rij een layoutcode), en wordt in derde geheugenveld 62 (bijvoorbeeld een derde kolom in het eerste subgedeelte) een tweede aan deze informatie 15 gerelateerde code opgeslagen (zoals bijvoorbeeld per programmatitel oftewel per rij een programmasoortcode), en wordt in achtste geheugenveld 67 (bijvoorbeeld een tweede subgedeelte) het eerste videosignaal (of eventueel verschillende mogelijke eerste videosignalen) opgeslagen.

20 De in tweede geheugenveld 61 opgeslagen eerste codes (layoutcodes) kunnen bijvoorbeeld drie waarden bezitten: Indien een eerste code de waarde één bezit, dient een bij deze eerste code behorende programmaindicatie (behorende bij een programma zoals omschreven aan de hand van de in het op dezelfde rij in het eerste 25 geheugenveld 60 opgeslagen programmagegevens) bijvoorbeeld via een rechtsboven in een beeldscherm gelegen rechthoek op de voorgrond te worden weergegeven, terwijl de achtergrond dan wordt gevormd door een aan het in achtste geheugenveld 67 opgeslagen eerste videosignaal gerelateerd beeld; indien een eerste code de waarde twee bezit, dient 30 een bij deze eerste code behorende programmaindicatie (behorende bij een programma zoals omschreven aan de hand van de in het op dezelfde rij in het eerste geheugenveld 60 opgeslagen programmagegevens) bijvoorbeeld via een rechtsboven of rechtsonder in een beeldscherm gelegen rechthoek op de voorgrond te worden weergegeven, terwijl de 35 achtergrond dan weer wordt gevormd door een aan het in achtste geheugenveld 67 opgeslagen eerste videosignaal gerelateerd beeld, en waarbij dus twee programmaindicaties elk behorende bij een eerste code die de waarde twee bezit gelijktijdig kunnen worden weergegeven; en 10 0 2 6 14 8 indien een eerste code de waarde drie bezit, dient een bij deze eerste code behorende programmaindicatie (behorende bij een programma zoals omschreven aan de hand van de in het op dezelfde rij in het eerste geheugenveld 60 opgeslagen programmagegevens) bijvoorbeeld via een 5 linksboven of middenhoven of rechtsboven in een beeldscherm gelegen rechthoek op de voorgrond te worden weergegeven, terwijl de achtergrond dan weer wordt gevormd door een aan het in achtste geheugenveld 67 opgeslagen eerste videosignaal gerelateerd beeld, en waarbij dus drie programmaindicaties elk behorende bij een eerste code 10 die de waarde drie bezit gelijktijdig kunnen worden weergegeven.

De in derde geheugenveld 62 opgeslagen tweede codes (programmasoortcodes) kunnen bijvoorbeeld vijf waarden bezitten:

Indien een tweede code de waarde één bezit, betreft een bij deze tweede code behorende programmasoort (behorende bij een programma 15 zoals omschreven aan de hand van de in het op dezelfde rij in het eerste geheugenveld 60 opgeslagen programmagegevens) bijvoorbeeld een sportprogramma; indien een tweede code de waarde twee bezit, betreft een bij deze tweede code behorende programmasoort (behorende bij een programma zoals omschreven aan de hand van de in het op dezelfde rij 20 in het eerste geheugenveld 60 opgeslagen programmagegevens) bijvoorbeeld een amusementsprogramma; indien een tweede code de waarde drie bezit, betreft een bij deze tweede code behorende programmasoort (behorende bij een programma zoals omschreven aan de hand van de in het op dezelfde rij in het eerste geheugenveld 60 opgeslagen 25 programmagegevens) bijvoorbeeld een zogenaamde serie of soap; indien een tweede code de waarde vier bezit, betreft een bij deze tweede code behorende programmasoort (behorende bij een programma zoals omschreven aan de hand van de in het op dezelfde rij in het eerste geheugenveld 60 opgeslagen programmagegevens) bijvoorbeeld een 30 actualiteitenprogramma; en indien een tweede code de waarde vijf bezit, betreft een bij deze tweede code behorende programmasoort (behorende bij een programma zoals omschreven aan de hand van de in het op dezelfde rij in het eerste geheugenveld 60 opgeslagen programmagegevens) bijvoorbeeld een film.

35 Indien een overzicht van nog komende programma's dient te worden verschaft, functioneert het systeem volgens de uitvinding als volgt. Processor 7 zoekt (via bijvoorbeeld stuurverbinding 43) in eerste geheugenveld 60 alle nog komende programma's op, bijvoorbeeld door,

1 0 0 2 6 1 A

9 indien de rijen zich in chronologische volgorde bevinden, een op een rij opgeslagen uitzendingstijdstip op te zoeken dat in de nabije toekomst is gelegen op een afstand van een eerste tijdinterval gerekend vanaf het momentane tijdstip, en vervolgens alle volgende 5 programma's te selecteren gelegen op de volgende rijen waarvan de uitzendingstijdstippen zich binnen een tweede tijdinterval gerekend vanaf het eerder genoemde uitzendingstijdstip bevinden, of bijvoorbeeld door, indien de rijen zich in willekeurige volgorde bevinden, op bepaalde rijen gelegen programma's te selecteren waarvan 10 de uitzendingstijdstippen in de nabije toekomst zijn gelegen op een minimale afstand van een eerste tijdinterval gerekend vanaf het momentane tijdstip en binnen een tweede tijdinterval gerekend vanaf bijvoorbeeld het einde van het eerder genoemde eerste tijdinterval. Vervolgens zoekt processor 7 (via bijvoorbeeld stuurverbinding 43) van 15 de aldus geselecteerde programma's de in tweede geheugenveld 61 opgeslagen eerste codes (layoutcodes) en de in derde geheugenveld 62 opgeslagen tweede codes (programmasoortcodes), waarna de geselecteerde programma’s worden geclusterd op basis van het bezitten van een tweede code met dezelfde waarde. Aldus ontstaan vijf clusters, elk met 20 programma's behorende tot één bepaalde programmasoort. Binnen elk cluster combineert processor 7 de in dit cluster gelegen programma's op basis van het bezitten van een eerste code met dezelfde waarde. Hierdoor ontstaan binnen elk cluster combinaties van programma's die enkel, gezamenlijk met z'n tweeën of gezamenlijk met z'n drieën dienen 25 te worden weergegeven.

Het overzicht van nog komende programma's komt nu als volgt tot stand. Via bijvoorbeeld stuurverbinding 44 geeft processor 7 opdracht aan geheugen 6 het in achtste geheugenveld 67 opgeslagen eerste videosignaal te genereren en via videoverbinding 23 toe te voeren aan 30 videosignaalschakelaar 2. Via bijvoorbeeld stuurverbinding 30 geeft processor 7 opdracht aan videosignaalschakelaar 2 dit eerste videosignaal via videoverbinding 10 toe te voeren aan videomixer 1, en via bijvoorbeeld stuurverbinding 34 geeft processor 7 opdracht aan videomixer 1 dit eerste videosignaal als beeldvullend 35 achtergrondsignaal op te laten nemen in het via videoverbinding 14 te genereren uitgaande videosignaal. Via bijvoorbeeld stuurverbinding 45 geeft processor 7 opdracht aan geheugen 6 om van alle eerder geselecteerde programma's telkens per cluster en binnen één cluster 1 o o61 4 10 per combinatie van programma's (een gedeelte van) de in eerste geheugenveld 60 opgeslagen programmagegevens te genereren en bijvoorbeeld per aldus geselecteerd programma oftewel per aldus geselcteerde rij de bijvoorbeeld in vierde geheugenveld 63 opgeslagen 5 fotoinformatie te genereren.

In geval van een enkel weer te geven programma geeft processor 7 via bijvoorbeeld stuurverbinding 45 opdracht aan geheugen 6 dit aldus verkregen eerste informatiesignaal via videoverbinding 20 toe te voeren aan videosignaalschakelaar 2, en via bijvoorbeeld 10 stuurverbinding 31 geeft processor 7 opdracht aan videosignaalschakelaar 2 dit aldus verkregen eerste informatiesignaal via videoverbinding 11 toe te voeren aan videomixer 1, en via bijvoorbeeld stuurverbinding 35 geeft processor 7 opdracht aan videomixer 1 dit eerste informatiesignaal als rechtsboven gelegen 15 rechthoekig voorgrondsignaal op te laten nemen in het via videoverbinding 14 te genereren uitgaande videosignaal.

In geval van gezamenlijk met z'n tweeën weer te geven programma's geeft processor 7 via bijvoorbeeld stuurverbinding 45 opdracht aan geheugen 6 de aldus verkregen eerste en tweede 20 informatiesignalen via videoverbindingen 20 en 21 toe te voeren aan videosignaalschakelaar 2, en via bijvoorbeeld stuurverbindingen 31 en 32 geeft processor 7 opdracht aan videosignaalschakelaar 2 de aldus verkregen eerste en tweede informatiesignalen via videoverbindingen 11 en 12 toe te voeren aan videomixer 1, en via bijvoorbeeld 25 stuurverbindingen 35 en 36 geeft processor 7 opdracht aan videomixer 1 deze eerste en tweede informatiesignalen als rechtsboven en rechtsonder gelegen rechthoekige voorgrondsignalen op te laten nemen in het via videoverbinding 14 te genereren uitgaande videosignaal.

In geval van gezamenlijk met z’n drieën weer te geven 30 programma's geeft processor 7 via bijvoorbeeld stuurverbinding 45 opdracht aan geheugen 6 de aldus verkregen eerste en tweede en derde informatiesignalen via videoverbindingen 20 en 21 en 22 toe te voeren aan videosignaalschakelaar 2, en via bijvoorbeeld stuurverbindingen 31 en 32 en 33 geeft processor 7 opdracht aan videosignaalschakelaar 2 de 35 aldus verkregen eerste en tweede en derde informatiesignalen via videoverbindingen 11 en 12 en 13 toe te voeren aan videomixer 1, en via bijvoorbeeld stuurverbindingen 35 en 36 en 37 geeft processor 7 opdracht aan videomixer 1 deze eerste en tweede en derde 1 0 0 2 6 1 4 11 informatiesignalen als linksboven en middenhoven en rechtsboven gelegen rechthoekige voorgrondsignalen op te laten nemen in het via videoverbinding 14 te genereren uitgaande videosignaal. De voorgrondsignalen omvatten dan dus bijvoorbeeld fotoinformatie en/of 5 bijvoorbeeld programmagegevens van de nog komende programma's.

Indien een overzicht van momentaan uitgezonden (real time broadcasted) programma's dient te worden verschaft, functioneert het systeem volgens de uitvinding als volgt. Processor 7 zoekt (via bijvoorbeeld stuurverbinding 43) in eerste geheugenveld 60 alle 10 programma's op, bijvoorbeeld door, indien de rijen zich in chronologische volgorde bevinden, op rijen opgeslagen uitzendingstijdstippen op te zoeken die in het nabije verleden zijn gelegen binnen een derde tijdinterval gerekend vanaf het momentane tijdstip, of bijvoorbeeld door, indien de rijen zich in willekeurige 15 volgorde bevinden, op bepaalde rijen gelegen programma's te selecteren waarvan de uitzendingstijdstippen in het nabije verleden zijn gelegen binnen het derde tijdinterval gerekend vanaf het momentane tijdstip. Vervolgens zoekt processor 7 (via bijvoorbeeld stuurverbinding 43) van de aldus geselecteerde programma's de in tweede geheugenveld 61 20 opgeslagen eerste codes (layoutcodes) en de in derde geheugenveld 62 opgeslagen tweede codes (programmasoortcodes), waarna de geselecteerde programma's worden geclusterd op basis van het bezitten van een tweede code met dezelfde waarde. Aldus ontstaan vijf clusters, elk met programma's behorende tot één bepaalde programmasoort. Binnen elk 25 cluster combineert processor 7 de in dit cluster gelegen programma's op basis van het bezitten van een eerste code met dezelfde waarde. Hierdoor ontstaan binnen elk cluster combinaties van programma's die enkel, gezamenlijk met z'n tweeën of gezamenlijk met z'n drieën dienen te worden weergegeven.

30 Het overzicht van momentaan uitgezonden programma's komt nu als volgt tot stand. Via bijvoorbeeld stuurverbinding 44 geeft processor 7 opdracht aan geheugen 6 het in achtste geheugenveld 67 opgeslagen eerste videosignaal te genereren en via videoverbinding 23 toe te voeren aan videosignaalschakelaar 2. Via bijvoorbeeld stuurverbinding 35 30 geeft processor 7 opdracht aan videosignaalschakelaar 2 dit eerste videosignaal via videoverbinding 10 toe te voeren aan videomixer 1, en via bijvoorbeeld stuurverbinding 34 geeft processor 7 opdracht aan videomixer 1 dit eerste videosignaal als beeldvullend 1002614 12 achtergrondsignaal op te laten nemen in het via videoverbinding 14 te genereren uitgaande videosignaal. Via bijvoorbeeld stuurverbinding 45 geeft processor 7 opdracht aan geheugen 6 om van alle eerder geselecteerde programma's telkens per cluster en binnen één cluster 5 per combinatie van programma's (een gedeelte van) de in eerste geheugenveld 60 opgeslagen programmagegevens te genereren.

In geval van een enkel weer te geven programma geeft processor 7 via bijvoorbeeld stuurverbinding 45 opdracht aan geheugen 6 dit aldus verkregen eerste informatiesignaal via videoverbinding 20 toe te 10 voeren aan videosignaalschakelaar 2, en via stuurverbinding 40 geeft processor 7 opdracht aan tuner 3 dit enkel weer te geven programma te selecteren uit het totale aanbod van via videoverbinding 18 arriverende videosignalen, waarna tuner 3 dit tweede videosignaal via videoverbinding 15 toevoert aan videosignaalschakelaar 2. Via 15 bijvoorbeeld stuurverbinding 31 geeft processor 7 opdracht aan videosignaalschakelaar 2 hetzij het eerste informatiesignaal hetzij het tweede videosignaal hetzij een combinatie van beide signalen via videoverbinding 11 toe te voeren aan videomixer 1, en via bijvoorbeeld stuurverbinding 35 geeft processor 7 opdracht aan videomixer 1 het 20 eerste informatiesignaal of het tweede videosignaal of de combinatie van beide signalen als rechtsboven gelegen rechthoekig voorgrondsignaal op te laten nemen in het via videoverbinding 14 te genereren uitgaande videosignaal.

In geval van gezamenlijk met z'n tweeën weer te geven 25 programma’s geeft processor 7 via bijvoorbeeld stuurverbinding 45 opdracht aan geheugen 6 de aldus verkregen eerste en tweede informatiesignalen via videoverbindingen 20 en 21 toe te voeren aan videosignaalschakelaar 2, en via stuurverbindingen 40 en 41 geeft processor 7 opdracht aan tuners 3 en 4 de gezamenlijk met z'n tweeën 30 weer te geven programma's te selecteren uit het totale aanbod van via videoverbinding 18 arriverende videosignalen, waarna tuners 3 en 4 de tweede en derde videosignalen via videoverbindingen 15 en 16 toevoeren aan videosignaalschakelaar 2. Via bijvoorbeeld stuurverbinding 31 geeft processor 7 opdracht aan videosignaalschakelaar 2 hetzij het 35 eerste informatiesignaal hetzij het tweede videosignaal hetzij een combinatie van beide signalen via videoverbinding 11 toe te voeren aan videomixer 1, en via bijvoorbeeld stuurverbinding 35 geeft processor 7 opdracht aan videomixer 1 het eerste informatiesignaal of het tweede

10 0 2 6 1 A

13 videosignaal of de combinatie van beide signalen als bijvoorbeeld rechtsboven gelegen rechthoekig voorgrondsignaal op te laten nemen in het via videoverbinding 14 te genereren uitgaande videosignaal. Via bijvoorbeeld stuurverbinding 32 geeft processor 7 opdracht aan 5 videosignaalschakelaar 2 hetzij het tweede informatiesignaal hetzij het derde videosignaal hetzij een combinatie van beide signalen via .videoverbinding 12 toe te voeren aan videomixer 1, en via bijvoorbeeld stuurverbinding 36 geeft processor 7 opdracht aan videomixer 1 het tweede informatiesignaal of het derde videosignaal of de combinatie 10 van beide signalen als bijvoorbeeld rechtsonder gelegen rechthoekig voorgrondsignaal op te laten nemen in het via videoverbinding 14 te genereren uitgaande videosignaal.

In geval van gezamenlijk met z'n drieën weer te geven programma's geeft processor 7 via bijvoorbeeld stuurverbinding 45 15 opdracht aan geheugen 6 de aldus verkregen eerste en tweede en derde informatiesignalen via videoverbindingen 20 en 21 en 22 toe te voeren aan videosignaalschakelaar 2, en via stuurverbindingen 40 en 41 en 42 geeft processor 7 opdracht aan tuners 3 en 4 en 5 de gezamenlijk met z'n drieën weer te geven programma's te selecteren uit het totale 20 aanbod van via videoverbinding 18 arriverende videosignalen, waarna tuners 3 en 4 en 5 de tweede en derde en vierde videosignalen via videoverbindingen 15 en 16 en 17 toevoeren aan videosignaalschakelaar 2. Via bijvoorbeeld stuurverbinding 31 geeft processor 7 opdracht aan videosignaalschakelaar 2 hetzij het eerste informatiesignaal hetzij 25 het tweede videosignaal hetzij een combinatie van beide signalen via videoverbinding 11 toe te voeren aan videomixer 1, en via bijvoorbeeld stuurverbinding 35 geeft processor 7 opdracht aan videomixer 1 het eerste informatiesignaal of het tweede videosignaal of de combinatie van beide signalen als bijvoorbeeld linksboven gelegen rechthoekig 30 voorgrondsignaal op te laten nemen in het via videoverbinding 14 te genereren uitgaande videosignaal. Via bijvoorbeeld stuurverbinding 32 geeft processor 7 opdracht aan videosignaalschakelaar 2 hetzij het tweede informatiesignaal hetzij het derde videosignaal hetzij een combinatie van beide signalen via videoverbinding 12 toe te voeren aan 35 videomixer 1, en via bijvoorbeeld stuurverbinding 36 geeft processor 7 opdracht aan videomixer 1 het tweede informatiesignaal of het derde videosignaal of de combinatie van beide signalen als bijvoorbeeld middenhoven gelegen rechthoekig voorgrondsignaal op te laten nemen in 1002614 14 het via videoverbinding 14 te genereren uitgaande videosignaal. Via bijvoorbeeld stuurverbinding 33 geeft processor 7 opdracht aan videosignaalschakelaar 2 hetzij het derde informatiesignaal hetzij het vierde videosignaal hetzij een combinatie van beide signalen via 5 videoverbinding 13 toe te voeren aan videomixer 1, en via bijvoorbeeld stuurverbinding 37 geeft processor 7 opdracht aan videomixer 1 het derde informatiesignaal of het vierde videosignaal of de combinatie van beide signalen als bijvoorbeeld rechtsboven gelegen rechthoekig voorgrondsignaal op te laten nemen in het via videoverbinding 14 te 10 genereren uitgaande videosignaal.

In plaats van door processor 7 bestuurbare tuners 3-5 te gebruiken zou gebruik kunnen worden gemaakt van een zogenaamde videoswitch, die dan door processor 7 via de stuurverbindingen 40-42 kan worden bestuurd en die dan de bijvoorbeeld dertig videosignalen 15 gelijktijdig krijgt toegevoerd. Ook zou gebruik kunnen worden gemaakt van een uitgebreide videosignaalschakelaar 2, die de bijvoorbeeld dertig videsignalen gelijktijdig krijgt toegevoerd. In dit laatste geval zou het aantal van vier stuurverbindingen 30-33, indien dit aantal niet meer toereikend is, kunnen worden uitgebreid.

20 Het systeem volgens de uitvinding betreft zowel analoge videosignalen als digitale videosignalen. In het algemeen worden analoge videosignalen in analoge geheugens (videorecorders) opgeslagen en via analoge schakelaars en mixers geschakeld en gemengd, en worden digitale videosignalen in digitale geheugens (chips) opgeslagen en via 25 digitale schakelaars en mixers geschakeld en gemengd. Door toepassing van D/A-converters (digitaal-analoog-omzetters) en A/D-converters (analoog-digitaal-omzetters) zijn echter allelei combinaties mogelijk.

Het in achtste geheugenveld 67 opgeslagen eerste videosignaal kan zowel een stilstaand beeld met zich meebrengen (zoals een foto) 30 als een bewegend beeld veroorzaken (zoals een aankomst van zeiljachten in een jachthaven). Verder zou dit eerste videosignaal zelfs een momentane (life) uitzending kunnen zijn, in welk geval het eerste videosignaal niet in een geheugenveld zal zijn opgeslagen doch via een kabel of de ether het systeem zal bereiken. Zonder uitzonderingen uit 35 te sluiten zal het eerste videosignaal in het algemeen echter niet behoren tot de bijvoorbeeld dertig via videoverbinding 18 te ontvangen videos ignalen.

Het in figuur 1 weergegeven geheugen 6 is evenals de rest van * 0 0 ? 6 14 15 het in figuur 1 weergegeven systeem slechts een uitvoeringsvoorbeeld waarop vele variaties denkbaar zijn. Zo zouden in plaats van één geheugen 6 dat verschillende geheugenvelden omvat verschillende geheugens kunnen worden toegepast, waarbij processor 7 dan op de 5 hoogte dient te zijn van de soort informatie die in elk geheugen wordt opgeslagen, en waarbij processor 7 dan de in verschillende geheugens opgeslagen informatie dient te kunnen combineren. Verder zouden in het achtste geheugenveld 67 (het tweede subgedeelte) verschillende types eerste videosignalen kunnen worden opgeslagen, terwijl bijvoorbeeld in 10 het vijfde geheugenveld 64 dan wordt opgeslagen welk type eerste videosignaal als achtergrond dient te fungeren bij een gegeven eerste code (layoutcode) en/of tweede code (programmasoortcode). Het door processor 7 clusteren van programma's op basis van het bezitten van een tweede code met dezelfde waarde en het binnen één cluster 15 combineren van programma's op basis van het bezitten van een eerste code met dezelfde waarde zou kunnen geschieden door in een niet in figuur 1 weergegeven werkgeheugen van processor 7 bijvoorbeeld (een gedeelte van) de programmagegevens op te slaan, of door bijvoorbeeld in het zesde geheugenveld 65 een unieke code per programmagegeven op 20 te slaan (een opvolgend getal), in welk geval processor 7 slechts deze unieke codes in het werkgeheugen behoeft op te slaan. Ook zou door processor 7 per cluster van programma's en/of per combinatie van programma's binnen één cluster een tijdelijke code in bijvoorbeeld het zevende geheugenveld 66 kunnen worden opgeslagen.

25 Via stuurverbinding 46 zouden de voor geheugen 6 bestemde gegevens en/of codes en/of informatie vanaf processor 7 en een met processor 7 gekoppeld toetsenbord dat niet in figuur 1 is weergegeven aan geheugen 6 kunnen worden toegevoerd. Via stuurverbinding 38 zou extra informatie vanaf processor 7 aan videomixer 1 kunnen worden 30 toegevoerd, zoals een logo met een tijdsaanduiding.

Uiteraard is processor 7 voorzien van een klok en kan processor 7 worden voorzien van klokafhankelijke softwareprogramma’s, opdat verschillende softwareprogramma's achtereenvolgens aansluitend of op verschillende tijdstippen met pauzes kunnen worden gedraaid. Daarnaast 35 kunnen op voor de vakman bekende wijze audioinformatie en/of teletextinformatie worden toegevoegd.

Het systeem volgens de uitvinding biedt dus de mogelijkheid van het verschaffen van een nieuw soort overzichtvideokanaal, waarbij dus ’ 0 2 6 1 Li 16 een overzicht van momentaan uitgezonden programma's en/of nog komende programma's wordt getoond, van welk overzicht de volgorde op automatische wijze wordt vastgesteld aan de hand van de aan de programmagegevens toegevoegde eerste en/of tweede codes.

5 Vanzelfsprekend zijn hierbij alternatieve codes en/of aanvullende codes denkbaar die tot een soortgelijk resultaat zullen leiden.

Verder biedt het systeem volgens de uitvinding de zeer voordelige mogelijkheid van het op een centrale locatie in bijvoorbeeld een land kunnen plaatsen van een master-processor en het 10 op andere locaties elders in het land kunnen plaatsen van systemen volgens de uitvinding die dan voorzien dienen te worden van een slave-processor. In dat geval kunnen door onderlinge koppeling van de master-processor enerzijds met de slave-processoren anderzijds de andere locaties vanuit de centrale locatie onder controle worden 15 gehouden en/of worden bestuurd, terwijl per andere locatie dan eventuele locatieafhankelijke aanvullingen en/of wijzigingen zouden kunnen worden aangebracht. Op deze wijze kunnen bijvoorbeeld doelgroepen specifiek worden benaderd. Zowel de master-processor als de slave-processoren zouden in dit geval elk voorzien kunnen worden 20 van een eigen geheugen, welke eigen geheugens elk hetzij volledig corresponderen met het geheugen 6 hetzij slechts corresponderen met een gedeelte van dit geheugen 6 (zoals bijvoorbeeld één of meer geheugenvelden en/of één of meer subgedeeltes). De inhoud van een eigen geheugen zou dan dus in meer of mindere mate locatieafhankelijk 25 kunnen zijn.

* J 0 2 6 1 4

Claims (10)

1. Systeem voor het genereren van een uitgaand videosignaal, omvattende een videomixinrichting die is voorzien van - een uitgangsgedeelte voor het genereren van het uitgaande videosignaal, 5. een ingangsgedeelte voor het ontvangen van ten minste een eerste inkomend videosignaal en een tweede inkomend videosignaal, en - een stuuringangsgedeelte voor het ontvangen van ten minste twee stuursignalen, met het kenmerk, dat het systeem een geheugen omvat dat is voorzien 10 van - een eerste geheugenveld voor het opslaan van aan ten minste één der inkomende videosignalen gerelateerde informatie, en - een tweede geheugenveld voor het opslaan van ten minste één aan de informatie gerelateerde code, 15 waarbij het systeem verder een met het geheugen en met de videomixinrichting gekoppelde processor omvat voor het in afhankelijkheid van ten minste één code genereren van ten minste één stuursignaal.

2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat gedurende ten minste een tijdinterval het uitgaande videosignaal zowel ten minste een gedeelte van het eerste inkomende videosignaal als ten minste een gedeelte van het tweede inkomende videosignaal omvat, waarbij het eerste inkomende videosignaal een achtergrondfunctie bezit en het 25 tweede inkomende videosignaal een voorgrondfunctie bezit.

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het tweede inkomende videosignaal ten minste twee inkomende videosignalen omvat. 30

4. Systeem volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat ten minste een gedeelte van ten minste het tweede inkomende videosignaal een zogenaamd "real time broadcasted" videosignaal omvat.

5. Systeem volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat ten minste een gedeelte van ten minste het eerste inkomende videosignaal 1 m 2 6 1 4 een vooraf opgeslagen videosignaal omvat.

6. Werkwijze voor het verschaffen van een uitgaand videosignaal, welke werkwijze de stappen omvat van 5. het ontvangen van ten minste een eerste inkomend videosignaal en een tweede inkomend videosignaal, en - het ontvangen van ten minste twee stuursignalen, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van - het genereren van ten minste één stuursignaal in afhankelijkheid van 10 ten minste één opgeslagen code die is gerelateerd aan opgeslagen informatie welke aan ten minste één der inkomende videosignalen is gerelateerd.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat gedurende 15 ten minste een tijdinterval het uitgaande videosignaal zowel ten minste een gedeelte van het eerste inkomende videosignaal als ten minste een gedeelte van het tweede inkomende videosignaal omvat, waarbij het eerste inkomende videosignaal een achtergrondfunctie bezit en het tweede inkomende videosignaal een voorgrondfunctie bezit. 20

8. Werkwijze volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het tweede inkomende videosignaal ten minste twee inkomende videosignalen omvat.

9. Werkwijze volgens conclusie 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat ten minste een gedeelte van ten minste het tweede inkomende videosignaal een zogenaamd "real time broadcasted" videosignaal omvat.

10. Werkwijze volgens conclusie 6, 7, 8 of 9, met het kenmerk, dat 30 ten minste een gedeelte van ten minste het eerste inkomende videosignaal een vooraf opgeslagen videosignaal omvat. TOO 26 1li